tandpasta

Mogelijk gezondheidseffecten door titanium-nanodeeltjes in tandpasta

Het kan niet volledig worden uitgesloten dat blootstelling aan titaniumdixide nanodeeltjes gezondheidseffecten met zich mee kan brengen. Er kan in aanraking worden gekomen met deze deeltjes via voeding, voedingssupplementen en tandpasta. Het RIVM hoopt op verder onderzoek, om de mogelijke effecten beter onder de loep te krijgen.

Onderzoek
Het is inmiddels bekend dat nanodeeltjes zich anders kunnen gedragen dan opgeloste stoffen en grotere deeltjes. Om deze reden werden de gezondheidseffecten van de nanodeeltjes in de veelgebruikte titaniumdioxide, een witte kleurstof, bekeken. De resultaten hiervan werden vervolgens geproduceerd in het tijdschrift Nanotoxicology. RIVM heeft het onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Titaniumdioxide
Titaniumdioxide is een veelgebruikte poedervormige, witte kleurstof, die in voedselproducten vaak wordt aangeduid als E171 of als titaniumdioxide. In tandpasta is de stof te herkennen als CI 77891. Er is geen algemeen erkende grens van de maximum hoeveelheid wat een mens van deze stof binnen zou moeten mogen krijgen.

Inname van de deeltjes
In dit onderzoek heeft het RIVM ten eerste een schatting gemaakt van hoeveel titaniumdioxide de gemiddelde Nederlander binnenkrijgt, door te kijken naar de hoeveelheden van de stof in verschillende producten en naar de inname hiervan. Het blijkt dat het meeste titaniumdioxide wordt ingenomen via tandpasta, snoep, koffiecreamer, bak- en taartdecoratieproducten en witte sauzen.

Risicofactor
Ook keek het RIVM naar de risicofactor van titaniumdioxide, door middel van testen waarbij de concentratie van de stof in de lever van een mens wordt geschat en vergeleken met de nadelige effecten hiervan in de lever van proefdieren. Hierbij werd ook gelet op het stapelen van deeltjes over tijd. Uit deze testen is gebleken dat levereffecten zeker niet worden uitgesloten. Om dit te kunnen verifiëren is verder onderzoek nodig.

Tegensprekende conclusies
De European Food Safety Autorithy (EFSA) heeft echter een soortgelijk onderzoek uitgevoerd in september 2016, waaruit de conclusie voortkwam dat er geen reden is tot zorg. Hierbij zijn de resultaten van de RIVM meegenomen. Het verschil tussen deze twee conclusies is te verklaren door het feit dat in de twee beoordelingen op een andere manier rekening is gehouden met de stapelingen van de deeltjes in organen.

Bron: RIVM

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
hartziektes

Verhoogd risico op hartziektes bij onbehandelde tandontstekingen

De kans op hartziekten is bijna drie keer zo hoog als tandontstekingen onbehandeld blijven. Dit blijkt uit onderzoek door de Universiteit van Helsinki.

Onderzoek
De onderzoekdeelnemers waren 508 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 62 jaar. Recentelijk werden de uitkomst ook gepubliceerd in het Journal of Dental Research vanwege de significante uitkomst. De patiënten met tandontstekingen bleken 2.7 keer meer kans te hebben op hart- en vaatziektes. Dit verband werd met name aangetoond voor de meest voorkomende en levensbedreigende coronaire hartziektes die een hartinfarct kunnen veroorzaken.

Belang regelmatig controle-bezoek en tandonderhoud
Directeur van de Britse Oral Health Foundation, Dr. Nigel Carter, sprak zijn zorgen uit over de uitkomst van het onderzoek: “De uitkomst van dit onderzoek is zeer ernstig gezien tand-ontstekingen in eerste instantie voortkomen uit achterstallig gebitsonderhoud en hoge consumptie van suiker. De belangrijkste tekenen van wortelontstekingen zijn pijn en zwellingen, desondanks kunnen ontstekingen toch onopgemerkt blijven wat kan resulteren in het verergeren van de ontsteking. Goede mondzorg is dus belangrijk en kan ontsteking voorkomen.”

Verband tandvleesaandoening en hart- en vaatziektes
De uitkomst van dit onderzoek draagt bij aan het eerder aangetoonde verband tussen tandvleesaandoeningen en een verhoogd risico op hart- en vaatziektes. Patiënten met een tandvleesontsteking hebben twee keer meer kans op het ontwikkelen van hartziektes. Eerder zijn er ook links gelegd tussen mondaandoeningen en ziektes als Alzheimer en diabetes. Het belang van goede mondzorg is dus vitaal voor de gezondheid. De Oral Health Foundation spoort alle onderzoekers aan die meer onderzoek willen doen in dit vakgebied, het is belangrijk om meer bewustzijn onder patiënten te creëren en hier meer kennis over te krijgen.

Bron:
Journal of Dental Research
Oral Health Foundation

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Bacteriën

Bacteriën in de mond verhogen risico op alvleesklierkanker

Veranderingen in de bacteriën in de mond van een persoon zouden mogelijk het risico op alvleesklierkanker verhogen. Dit blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd op een bijeenkomst van de American Association for Cancer Research (AACR).

Onderzoek
De onderzoekers vergeleken de microbiota in de mond van 361 Amerikaanse mannen en vrouwen met alvleesklierkanker met monsters van 371 mensen die deze ziekte niet hebben. De deelnemers zijn tien jaar gevolgd.

Bacteriën
Uit de resultaten blijkt dat de bacteriën P. gingivalis en A. actinomycetemcomitans in verband staan met alvleesklierkanker. Patiënten met P. gingivalis hebben 59% meer risico op alvleesklierkanker dan patiënten zonder deze bacterie. Hetzelfde geldt voor patiënten met A. actinomycetemcomitans die minstens 50% verhoogde kans hebben op alvleesklierkanker. In eerder onderzoek is aangetoond dat beide typen bacteriën in verband staan met parodontitis .

Conclusie
Volgens de onderzoekers is dit het eerste bewijs dat specifieke veranderingen in de microbiota in de mond een mogelijk risicofactor is voor alvleesklierkanker. Zij hopen dat verder onderzoek meer inzicht kan bieden in risicofactoren en mogelijke behandelingen van dit kankersoort

Bron: NYO School of Medicine 

 

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Samenwerking ADT en Maxdent mondkanker

ADT start met preventie mond- en keelkanker

Sinds 1 augustus bundelden ADT en Maxdent de krachten op het gebied van vroegtijdige ontdekking van mond- en keelkanker.  Het preventiepakket van Maxdent wordt nu door ADT exclusief aangeboden aan de tandheelkundig behandelaar in de Benelux.

In de afgelopen 10 jaar is het aantal mensen met mond- en keelkanker met de helft gestegen door de opkomst van het humaan papillomavirus type 16.

Nieuwe opsporingstechnieken
De aandoening zelf veroorzaakt meestal geen pijn en geeft niet altijd klachten waardoor de ziekte in de meeste gevallen pas in een laat stadium wordt ontdekt. Met de nieuwe opsporingstechnieken kan de tandheelkundig behandelaar al in een vroeg stadium verdachte afwijkingen vinden en de patiënt snel doorverwijzen.  Een vroege behandeling verhoogt de vijfjaars overlevingskans van 50% naar 90%.

 

Lees ook

Mondkanker in de top 10 van meest voorkomende vorm van kanker bij mannen

Tandartsen hebben cruciale rol in het opsporen van mondkanker

Helft van sterfgevallen aan de gevolgen van mondkanker komt door roken

Hoofd-halskanker komt steeds vaker voor

Symptomen van hoofd- en halskanker

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
antbiotica

Minder gebruik van antibiotica in veel landen binnen handbereik

Het antibioticagebruik per Europees land verschilt enorm. Waar in Nederland het gebruik heel laag ligt is dit in vele andere landen een ander verhaal.

Op 17 juni organiseerden het NIVEL en de Universiteit van Antwerpen het congres “Towards a more prudent use of antibiotics in the European Union”.  Het congres was een geassocieerde bijeenkomst van het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie. Beleidsmakers en veldpartijen uit 21 Europese landen kwamen bij elkaar en wisselden ideeën uit om het antibioticagebruik te verbeteren. Dit varieerde van een landelijke aanpak in bijvoorbeeld Spanje, Zweden en Groot-Brittannië tot voorbeelden van relatief eenvoudige lokale interventies die gemakkelijk over te nemen zijn. Resultaat van het congres is het “Utrecht statement on antibiotic use” waarin acties aangekondigd worden om als Europa en in de lidstaten te werken aan een rationeler gebruik van antibiotica.

Zelfmedicatie
In veel landen in Zuid- en Oost-Europa kunnen mensen antibiotica nog zonder recept kopen bij de apotheek. Binnen de EU mag dit dan wel niet, maar dat zegt niet dat het ook niet gebeurt. Ook worden vaak meer pillen verstrekt dan nodig zijn voor één kuur. Mensen bewaren deze en gebruiken ze weer wanneer ze denken ze nodig te hebben. Hierbij is vaak helemaal niet duidelijk of deze mensen überhaupt een bacteriële infectie hebben.

 

Zes landen-test
Dit ARNA project richtte zich met name op zelfmedicatie. In zes landen: Spanje, Italië, Hongarije, Roemenië, Griekeland en Cyprus is onderzoek gedaan. In alle zes landen blijkt het inderdaad mogelijk antibiotica bij de apotheek te kopen, al is er wel duidelijke verschil tussen de landen. In Griekenland en Roemenië is het bijvoorbeeld gemakkelijker dan in Italië. Naast zelfmedicatie hebben de zes landen ook een hoog gebruik van voorgeschreven antibiotica.

Verbetering in aantocht
In het ARNA project hebben het NIVEL en de Universiteit van Antwerpen met deze landen gewerkt aan plannen om het gebruik van antibiotica in hun land terug te dringen. Belangrijk was een breed draagvlak, waarvoor in alle landen is samengewerkt met beleidsmakers op het gebied van antibiotica. Alle veldpartijen zijn betrokken geweest bij landenbijeenkomsten. Nieuw voor veel landen was dat ook consumentenorganisaties deelnamen. Dit is belangrijk omdat het bewust maken van de gevaren van onjuist gebruik van antibiotica juist ook voor  de algemene populatie van groot belang is. Artsen en apothekers in de zes landen ervaren namelijk een druk vanuit patiënten om antibiotica voor te schrijven of te verkopen.

De rapportage van het ARNA project wordt later dit jaar verwacht.

Bron:
Nivel

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Tandverlies verhoogt risico op sterfte aan hart- en vaatziekten

Hartpatiënten zonder tanden hebben een hoger risico om te sterven dan patiënten die al hun tanden nog hebben. Dit suggereert een nieuw Zweeds onderzoek waarin een verband is gevonden tussen tandverlies en een vroegtijdige dood bij mensen met hart- en vaatziekten.

Onderzoek
Meer dan 15.000 patiënten met hart- en vaatziekten uit 39 landen hebben deelgenomen aan het onderzoek. De patiënten werden ingedeeld in groepen naar het aantal tanden dat ze hadden. Na een follow-upduur van 3,7 jaar blijkt dat (na een correctie van meerdere bekende risicofactoren, nierfunctie en socio-economische status) tandverlies in verband staat met 27% hoger risico op ernstige cardiovasculaire aandoeningen, 85% hoger risico op cardiovasculaire sterfte, 81% toename van het risico op sterfte door alle andere oorzaken en een 67% hoger beroerterisico.

Conclusie
Tandvleesaandoening is een van de meest voorkomende oorzaken van tandverlies. Parodontitis zou een systemische ontstekingsreactie kunnen opwekken die hart- en vaatziekten veroorzaakt of verergert. Echter kunnen de onderzoekers niet concluderen dat tandvleesaandoening direct in hiermee in verband staat.

Bronnen: National Center for Biotechnology Information

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
tandarts

Wat te doen bij acute medische noodsituaties?

Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaat uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.

Verslag van de lezing van Martine Oosterloo, spoedeisende hulp arts, tijdens het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

Wat kan een tandarts systematisch doen in de tijd totdat de spoedeisende hulp er is?
Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaan uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.

Bij een gecollabeerde patiënt moet het volgende protocol in acht genomen worden:

  1. Spreek de patiënt aan.
  2. Kijk, luister en voel de ademhaling, maximaal 10 seconden.
    Indien geen ademhaling: Start reanimatie/BLS-AED en bel 112.
    Indien wel een ademhaling: Zoek hulp en bel 112. Voer de ABCDE uit.

ABCDE

  • A =Airway
    Zorg dat de luchtweg vrij is. Eventueel slijm of bloed of braaksel kan weggezogen worden. Om de luchtweg meer ruimte te geven kan de kaak naar voren worden gehouden.
  • B = Breathing
    Om te erachter te komen of er ademhaling is, moet er naar de patiënt worden gekeken, geluisterd en gevoeld. Indien geen ademhaling: start BLS. Zeer trage ademhaling: overweeg beademen.
  • C= Circulation
    Om te controleren of er sprake is van circulatie zijn ook de zintuigen belangrijk. In de hals kan gevoeld worden of er sprake is van een hartslag. Verder zijn kleur, duizeligheid en zweten belangrijke factoren waar naar gekeken kan worden. Wanneer een patiënt zweet dan is dit een alarm signaal. Leg de patiënt plat, eventueel met de benen omhoog, bij een zwakke pols. Geen pols of tekenen van leven (meer)?: start BLS.
  • D = Disability
    Hier wordt gekeken naar reactie van de patiënt. Er kan bijvoorbeeld worden gekeken naar bewustzijnsniveau (indien gedaald, denk bv aan hypoglycaemie) en/of de patiënt zijn/haar ledematen symmetrisch kan bewegen (CVA).
  • E = Exposure
    Hier wordt gelet op huidafwijkingen en temperatuur van de patiënt. Dit kan bijvoorbeeld wijzen op een allergische reactie of anafylactische shock. Bij een anafylactische shock moet er een epipen/adrenaline 300 mcg intramusculair toegediend worden en direct 112 gebeld worden.

Noodset in de tandartspraktijk
Een noodset in de tandartspraktijk kan in acute situaties zeer van toepassing zijn. Hierin hoort bijvoorbeeld de epipen, glucagon en nitroglycerine. Veel praktijken hebben ook een AED. Open de discussie in uw praktijk(groep), eventueel in samenwerking met de lokale apotheek of huisartsenpraktijk, over hoe u een dergelijke noodset kunt onderhouden. Train uw EHBO- vaardigheden regelmatig.

Martine Oosterloo is Emergency Physician/SEH-arts KNMG bij UMCG, Instructeur ALS, SBMS, CRM bij University Medical Center Groningen en Instructeur Advanced Life Support bij OSG VvAA, Voorzitter Centrale VIM Commissie bij Ambulance Zorg, Transformationeel trainer & coach bij Closing-the-loop training&coaching

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde’ van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

 

Lees meer over: Casus, Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Thema A-Z

Hoger sterfterisco bij nierpatiënten met parodontitis

Patiënten met een chronische nierziekte hebben een hoger sterfterisico als zij ook lijden aan parodontitis. Dit blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek in de Journal of Clinical Periodontology.

Onderzoek
Gegevens van bijna 14.000 Amerikaanse deelnemers aan de US-based Third National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES III) zijn geanalyseerd. Uit deze analyse blijkt dat in de periode van 10 jaar, 42% van het aantal patiënten met parodontitis en een chronische nierziekte is overleden. Ter vergelijking, in dezelfde periode was 32% van de nierpatiënten zonder parodontitis overleden.

Risico
Steeds meer onderzoeken suggereren dat parodontitis een risicofactor is voor verschillende ziekten zoals diabetes of hart- en vaatziekten. Vervolgonderzoek op basis van de huidige bevindingen zal moeten uitwijzen of er een causaal verband is tussen parodontitis en nierziekten.

Bron:
The Journal of Clinical Periodontology

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Tandartsen hebben cruciale rol in het opsporen van mondkanker

Tandartsen hebben cruciale rol in het opsporen van mondkanker

Tandartsen hebben een cruciale rol als het neerkomt op het opsporen van mondkanker en het redden van levens, aldus een presentatie op een bijeenkomst van de American Dental Association. Mondkanker komt de laatste jaren steeds vaker voor.

Groei mondkanker
In 2013 werd een groei van 60% geconstateerd wat betreft mondkanker bij mensen boven de 40 jaar oud, wat drie keer zo veel was als daarvoor. De meeste patiënten hebben HPV infecties, een van de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen, of hadden traditionele risico factoren, als veelvoudig roken en drinken. Deze aantallen zijn zeer zorgwekkend, aldus Dr. Bader. Ellen Gambardella beaamt dat, met de opmerking dat in de Verenigde Staten inmiddels elk uur iemand sterft aan mondkanker, en de enige vorm van kanker is waarbij het aantal doden niet daalt.

Scannen van patiënten
Waarschijnlijk komt dit omdat 74% van de gevallen met mondkanker pas in laat stadium worden gediagnostiseerd. Om deze reden is visuele inspectie zeer belangrijk, ook al is dit lastig. Het zou goed zijn als tandartsen al hun patiënten zouden vragen of ze in de afgelopen periode ongewone dingen hebben opgemerkt in en rond hun mond. Op deze manier kunnen eventuele risico-gevallen eerder worden opgemerkt, wat de kans op een oplossing mogelijk maakt. Ook stimuleert Gambardella tandartsen om echt te dienen als eerste aanspreekpunt voor hun patiënten. Patiënten zouden al hun vragen moeten durven stellen.

Stel patiënten op de hoogte
Wat ook goed zou zijn, is als tandartsen hun klanten zouden vertellen dat ze bepaalde vragen stellen om eventuele mondkanker te kunnen detecteren. 15% van de patiënten met de ziekte gaf namelijk maar aan hierop gescand te zijn door hun tandarts, terwijl dit hoogstwaarschijnlijk vaker het geval was.

Speeksel
Bader raadt tandartsen ook aan om gebruik te maken van apparaten om mondkanker op te sporen, en om vooral ook goed naar speeksel te kijken. Speeksel bevat ‘alles wat nodig is om ziektes en infecties op te kunnen sporen,’ aldus Bader. Ook bevat speeksel bijzondere antibacteriële substanties, die ook van grote hulp kunnen zijn bij het natuurlijke bestrijdingsproces van bepaalde ziektes. Ook kunnen speeksel testen (PCR) risicovolle bacteriën aantonen.

Tandheelkunde redt levens
Helaas zijn systemen als speekseltesten en allerlei apparaten niet waterdicht. Daarom zijn de inspecties van tandartsen echt van groot belang, benadrukt Gambardella. Bader: “Tandheelkunde gaat niet meer zo zeer om het redden van tanden, maar om het redden van levens.’

Bron: Dr Bicuspid 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Medicijn in ontwikkeling voor effectievere behandeling van mondkanker

Een jonge student uit Canada heeft mogelijk een methode gevonden voor een minder invasieve en een effectievere behandeling van mondkanker.

Ontwikkeling
De student, Dania Alkhani, ontwikkelde binnen het kader van een onderzoek aan de University of Saskatchewan een compound (compound 4) voor de ontwikkeling van een medicijn dat mondkankercellen aanvalt en waarbij geen operatie nodig is. Dit medicijn zou mogelijk tien keer effectiever zijn dan de huidige geneesmiddelen op de markt. Ondanks de effectiviteit, wil de student de benodigde concentratie voor het doden van de kankercellen verlagen. Als dit is gelukt, zal het medicijn uitvoerig worden getest. Het zal daarom nog vele jaren duren voordat het geneesmiddel beschikbaar is voor patiënten.

Bron: Saskatoon

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
De patiënt gebruikt bisfosfonaten: implicaties voor de mondzorg

De patiënt gebruikt bisfosfonaten: implicaties voor de mondzorg

Als uw patiënt botafbraak remmende middelen gebruikt moet u extra alert zijn. Patiënten vertellen namelijk niet altijd alles uit zichzelf. Welke groepen patiënten gebruiken deze middelen? Waar moet u rekening mee houden bij de mondzorgbehandeling?

Verslag van de lezing van dr. Witjes, Kaakchirurg-Oncoloog, UMCG.

Herken de patiënt
Wanneer een patiënt botafbraak remmende middelen gebruikt dan moet de tandarts extra alert zijn. Het is de taak van de tandarts om deze patiënt te herkennen. Patiënten vertellen namelijk niet altijd alles uit zichzelf. Reden daarvoor kan zijn dat de patiënt de medicatie maar een keer per maand ingespoten krijgen en dit daarom niet van belang acht voor de tandarts. Ook kan het zijn dat de patiënt het medicijn gestaakt heeft maar dat het effect nog jaren lang doorgaat. Het is daarom belangrijk om actief door te vragen naar het gebruik van botafbraak remmende middelen.

Patiënten kunnen in vier groepen worden ingedeeld

1. Osteoporose
Osteoporose komt vooral voor bij vrouwen in de post meno-pauze. Er treedt verlies van skeletale botmassa en trabekelstructuur op, met als gevolg fragiele botten en fracturen bij laag traumatische gebeurtenissen.

2. Corticosteroïden
Het gebruik van corticosteroïden kan worden gezien als een vorm van osteoporose. Mensen met reuma, COPD of een long emfyseem gebruiken vaak voor langere tijd prednison en de effecten op het bot kunnen ernstig zijn.

3.Chemotherapie
Ook kan er botafbraak optreden als gevolg van de behandeling van een tumormetastase (o.a. borst- en prostaatkanker). Vaak zijn deze patiënten langdurig behandeld met chemotherapie, verzwakt door de ziekte en gebruiken ze prednison en angiogenese remmers.

4. Multipel myeloom (ziekte van Kahler)
Patiënten met de ziekte van Kahler zijn chronisch ziekte patiënten. Er is sprake van een woekering van B-lymfocyten in het beenmerg, er treedt botafbraak op als gevolg van tumorgroei. Aangroei van nieuw bot is belemmerd.

Botafbraak remmende medicatie
De volgende medicijngroepen hebben effect op het bot:

  • Oestrogeen receptor modulator
    Dit medicijn wordt gebruikt bij osteoporose. Merknamen zijn Bazedoxifene en Raloxifene. Het effect van het medicijn is beperkt en het medicijn wordt daarom nog weinig gebruikt.
  • Bisfosfonaat
    Dit medicijn wordt gebruikt bij osteoporose en kwaadaardigheden. Er bestaan meer dan 8 verschillende soorten. De werking van bisfosfonaten is succesvol.
  • RANK-L blokkade
    Dit wordt gebruikt bij osteoporose en maligniteiten. Het voorkomt de vorming van osteoclasten en het is een relatief succesvol medicijn. Het medicijn wordt subcutaan toegediend.
  • Cathepsine K remmer
    Wordt gebruikt bij osteoporose. Een merknaam is Odanacatib. Het medicijn remt cathepsine-K-aanmaak maar laat de osteoclast intact. Er zijn nog geen indicaties over succes.

Osteonecrose

Symptomen
Osteonecrose kan optreden bij het gebruik van bisfosfonaten en RANK-L blokkade medicatie. De volgende symptomen zijn verdacht:

  • Dehiscent bot
  • Mobiele (a)vitale elementen
  • Fistels intra- of extra-oraal zonder genezingstendens
  • Onverklaarbare pijn in kaak/elementen
  • Typisch: niet genezende wond na extractie
  • Slecht zitten kunstgebit met drukplekken
  • Meest voorkomende locatie: Binnenzijde onderkaak verstandskies regio
  • Röntgenbeeld: dens/dicht bot

Behandeling
De behandeling is afhankelijk van het stadium waarin de patiënt zich bevindt:

  • Stadium 1: dehiscent bot. Er moet worden gespoeld met chloorhexidine.
  • Stadium 2: dehiscent bot en pijn. Antibiotica-kuur (4 weken).
  • Stadium 3: fistel of kaakbreuk . Antibiotica-kuur en pijnstilling.

Botremodeling versus bisfosfonaten
Wanneer er in een normale situatie een defect in het bot optreedt dan ruimt de osteoclast dit defect op. Vervolgens wordt de osteoblast actief en wordt er osteoïd gevormd. Dit wordt botremodeling genoemd. Wanneer er bisfosfonaten worden gebruikt dan staat de botremodeling stil en adapteert het niet meer aan belasting. Er is dan meer kans op ontsteking. Bekende bisfosfonaten zijn Zometa (intraveneus), alendroninezuur, pamidroninezuur en Denosumab. Het risico op osteonecrose over gehele groep van bisfosfonaatgebruikers is laag. 0,1 % van de osteoporose patiënten ontwikkeld osteonecrose. Bij kankerpatiënten ligt dit percentage hoger (6-10%).

Gebruik van botafbraak remmende middelen en de tandheelkunde

Er mogen geen extracties of electieve behandelingen uitgevoerd worden.

  • Alternatieve behandelmogelijkheden zijn: het uitvoeren van een endodontische behandeling, het spalken van elementen of het decaputeren van het element.
  • De beste behandeling is preventie.
  • Staken van het medicijn heeft geen zin, het effect stopt pas na 5-10 jaar.
  • Kinderen die bisfosfonaten gebruiken, kunnen een vertraagde doorbraak hebben van het blijvende gebit. Verder zijn er geen nadelige effecten.
  • Bij gebruik van bisfosfonaten is het voor de tandarts belangrijk het volgende te weten: type patiënt, type bisfosfonaat, dosis, duur behandeling.
  • Er is geen behandelbeperking bij oraal gebruik van bisfosfonaten. Er is wel een risico, dit moet de patiënt verteld worden.
  • Bij het gebruik van corticosteroïden voor osteoporose, reuma of COPD bestaat er een matig risico op osteonecrose.
  • Oncologische patiënten of patiënten met de ziekte van Kahler hebben hoog risico op osteonecrose.
  • Dr. M.J.H. Witjes, Kaakchirurg-oncoloog, staflid afdeling MKA-chirurgie, UMCG.

    Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond ‘Wat te doen bij niet alledaagse, maar wel herkenbare problemen in de dagelijkse praktijk’ van het Wenckebach Instituut in het UMCG.
Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Mondziekten: spiegel van de algemene gezondheid

Wat is nu eigenlijk het belang van de conditie van de mond voor de algehele gezondheid? In hoeverre houdt de geneeskunde rekening met de gezondheid van de mond? Congresverslag.

De mond is de toegangspoort tot het menselijke lichaam. Infecties dringen makkelijk het lichaam binnen via deze weg. Ook kan de mond veel vertellen over de gezondheid van een persoon. Met name de hoeveelheid en de samenstelling van speeksel speelt hierin een grote rol.

In de toekomst zal aan de hand van een simpele speekseltest achterhaalt kunnen worden of een patiënt een verhoogd risico heeft op het ontwikkelen van een bepaalde ziekte, zoals het syndroom van Sjögren. Aan de hand van een speekseltest kan gezien worden of bepaalde ziekte-specifieke eiwitten aanwezig zijn (proteonomics). Op dezelfde manier kan er naar bepaalde genen in het speeksel gekeken worden (genomics).

Syndroom van Sjögren
Het syndroom van Sjögren is een auto-immuunziekte van de exocriene klieren. Primair heeft een patiënt last van droge ogen, een droge mond en zwelling van de speekselklieren. In een vroeg stadium ervaart een patiënt dit alleen ’s nachts. Later wordt het ook overdag of tijdens het eten ervaren. Secundair kan het syndroom voorkomen in combinatie met een andere auto-immuunziekte.
De prevalentie van deze aandoening ligt tussen de 0,3-1,0%. Patiënten hebben een sterk verhoogde kans op het ontwikkelen van lymfomen (MALT en non-hodgkin), 7,5% van patiënten ontwikkelt een dergelijk lymfoom. Een vroegtijdige diagnose is dus belangrijk. De ziekte wordt behandeld door een multidisciplinair team.

Stappen in het onderzoek naar syndroom van Sjögren:

  1. Subjectieve oogsymptomen
  2. Subjectieve mondsymptomen
  3. Objectieve oogtest
  4. Objectieve speekselkliertest
  5. Histopathologie (het afnemen van een biopt)
  6. Serologie (auto-antilichamen)

Medicatie
Veel medicijnen hebben invloed op de mond en/of op de tandheelkundige behandeling. Bij het voorschrijven van medicatie dan is het belangrijk dat de tandarts rekening houdt met de interacties die dit voorgeschreven medicijn kan hebben met de andere medicijnen die de patiënt slikt. Een medicijn kan namelijk de werking van een ander medicijn versterken of verzwakken. Dit zijn belangrijk voorbeelden:

Antimycotica + orale anticoagulantia ↑
Acetylsalicylzuur + orale anticoagulantia ↑
Carbazepine (anti-epilepticum) + orale anticoagulantia ↓
Diazepam + antihistaminica: sederend effect ↑
Cefalosporines en diuretica: nefroxiteit ↑
Serotonineheropname-remmers (SSRI) en Ascal ↑
Sint janskruid interactie met ciclosporine ↓

Ook ibuprofen, een veel voorgeschreven pijnstiller en ontstekingsremmer, kan interacties aangaan met andere medicatie. Ibuprofen heeft het volgende effect op de volgende medicijnen:

  • Lithium ↑
  • Sintrom/marcoumar ↑
  • Furosemide (lasix)↓
  • ACE-remmers ↓
  • Methotrexaat ↑
  • Antidepressiva: maagklachten ↑
  • Ascal ↓ : Wanneer ascal en ibuprofen beide gebruikt moeten worden dan moet of de ibuprofen meer dan een half uur na de ascal ingenomen worden of de ascal moet 8 uur na de ibuprofen ingenomen worden. Vaak kan beter gekozen worden voor een ander medicijn.

Bisfosfonaten en osteonecrose
Bisfosfonaten worden gebruikt voor de behandeling van osteoporose, mammacarcinomen, prostaatkanker en andere maligniteiten. Het gebruik van (vooral intraveneuze) bisfosfonaten verhoogt het risico op het ontwikkelen van osteonecrose. Bij de volgende symptomen moet de tandarts hierop bedacht zijn: dehiscent bot, mobiele (vitale) elementen, fistels en pijn in kaak.
Bisfosfonaten hechten aan calcium in bot. Osteoclasten internaliseren bisfosfonaat en gaan hierdoor in apoptose, het gevolg hiervan is dat de botresorptie stopt. Bij intraveneuze toediening, in plaats van orale toediening, komen er meer bisfosfonaten in het bot terecht en zijn de risico’s op het ontwikkelen van osteonecrose hoger.

De gevolgen hiervan kunnen groot zijn. Omdat de halfwaarde-tijd 2,5-10 jaar is, werd altijd aangenomen dat staken van het medicijn vermoedelijk geen zin heeft. Recent heeft zich echter ook een andere mening opgedaan, namelijk dat staken wel enige zin kan hebben. Niet zozeer dat het risico op bisfosfonaatnecrose hierdoor afneemt, maar vooral dat als bisfosfofaat necrose zich ontwikkeld, de omvang hiervan gewoonlijk geringer is.

Droge mond/ xerogene medicatie
Niet alleen hoeveelheid maar ook samenstelling van speeksel heeft invloed op monddroogheid. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen een gevoel van monddroogheid (xerostomie) en een meetbare afname van speekselsecretie (hyposialie). Een droge mond kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaak is het gebruik van medicatie. Meer dan duizend medicijnen kunnen een droge mond veroorzaken. Om er achter te komen of een bepaald medicijn invloed heeft op de monddroogheid kan de website www.drymouth.info geraadpleegd worden.

Parodontologie
Uit onderzoek blijkt dat de mondgezondheid wel degelijk invloed heeft op de algehele gezondheid. Relaties zijn gevonden tussen parodontitis en onder andere hart- en vaatziekten, diabetes mellitus, vroeggeboortes en reuma.
Reuma komt relatief veel voor, de prevalentie ligt tussen de 0,5-1,0%. Wanneer er sprake is van reuma dan is de stof ‘Anti-Citrullinated Protein Antibody (ACPA)’ verhoogd in het lichaam. Dit kan worden gezien als een reuma-factor. Het is bekend dat citrulline aanwezig is in het bloed bij parodontitis patiënten. Deze stof kan dus zorgen voor een auto-antilichamen reactie specifiek voor de ziekte reuma.

Arjan Vissink voltooide zijn studie tandheelkunde in 1982. In 1985 promoveerde hij op een onderzoek getiteld “Xerostomia. Development, properties and application of a mucin-containing saliva substitute”. Tussen 1987 en 1992 verrichtte hij als KNAW fellow onderzoek naar het mechanisme en de preventie van stralingsschade aan speekselklierweefsel. Van 1992 tot 1996 werd hij opgeleid tot specialist in de Mondziekten en Kaakchirurgie en in 1999 legde hij zijn artsexamen af.
Sinds 1996 is hij als staflid verbonden aan de afdeling kaakchirurgie van het UMCG.
In 2003 werd hij benoemd tot hoogleraar Orale Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT – NVvE – NVVRT – NVvK – VvO – NVMKA – RTV – NVM

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z

AED’s onbetrouwbaar door slecht onderhoud

Door hoge kosten en onwetendheid worden veel automatische externe defibrillators slecht onderhouden, schrijft het Algemeen Dagblad.

Geen omkijken naar
Veel eigenaren hebben het levensreddende schokapparaat wel in hun pand, maar kijken er nauwelijks naar om. Dat constateren de grootste leveranciers van de reanimatie-apparaten na het uitvoeren van een gratis AED-keuring. Met vrijwel de helft van de apparaten bleek iets mis te zijn. Vaak werkten de elektroden niet meer of waren de batterijen leeg. Terwijl de eigenaar verantwoordelijk is voor onderhoud en vervanging van onderdelen.

Risico
Het risico van slecht onderhoud is dat slachtoffers niet snel genoeg geholpen kunnen worden, omdat men de AED niet aan de praat krijgt. Bijvoorbeeld omdat het kastje in een ruimte hangt waar vochtoverlast is, of de AED wordt opgeborgen in een tas waardoor je niet die indicatielampjes ziet als de accu vervangen moet worden.

Registreren
De Inspectie voor de Gezondheidszorg trok in 2013 al aan de bel, omdat zij diverse meldingen van leveranciers kreeg over falende AED’s. De Inspectie verzocht fabrikanten destijds een brief naar de gebruikers te sturen om aandacht voor preventief onderhoud te vragen. De Hartstichting roept nu eigenaren van AED’s op zich te registreren bij de oproepsystemen HartVeiligWonen of HartslagNu, die gekoppeld zijn aan de 112-meldkamer. Slechts 10.000 van de 60- tot 80.000 AED’s zijn nu geregistreerd.

Bron:
het Algemeen Dagblad

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Test uw kennis over voeding in relatie tot problemen in de mond

Test uw kennis over voeding in relatie tot aften, parodontitis, tanderosie, cariës en andere mondproblemen.

Uit literatuur blijkt dat tegenstrijdige adviezen door verschillende (para)medici zorgen voor vermindering van de therapietrouw. Studenten van de opleiding Voeding en Diëtetiek van de Haagse Hogeschool onderzoeken, in samenwerking met diëtist Louise Witteman, wat het kennisniveau is over dit onderwerp onder mondzorgprofessionals en diëtisten. Wat weten de verschillende groepen over dit onderwerp en welke concrete adviezen brengen ze als gevolg hiervan uit?
Het invullen van de test kost ongeveer 5 minuten. Vul hier de test in

De testresultaten zullen over enige tijd op dental INFO worden geplaatst.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid

Chinese wetenschapsprijs voor Jo Frencken, onderzoeker Mondgezondheid Radboudumc

Jo Frencken, hoofdonderzoeker Internationale Mondgezondheid van het Radboudumc, ontving op 8 januari de Chinese International Science and Technology Cooperation Award: de hoogste prijs voor techniek en wetenschap in China voor internationale onderzoekers. Hij ontving deze award van de Chinese president Xi Jinping.

Atraumatic Restorative Treatment concept
Frencken heeft de Atraumatic Restorative Treatment concept (ART) ontwikkeld waarmee cariës gevuld kan worden met handgereedschap en zelfklevend cement. Dit cement kan ook worden aangebracht op de kauwvlakken om gaatjes te voorkomen. Het concept is zeer geschikt voor ontwikkelingslanden. De onderzoeker ontwikkelde het ART-concept dertig jaar geleden samen met een universiteit in Tanzani.

ART-concept bij kinderen
In Westerse landen wordt de techniek echter nog niet veel toegepast omdat het cement niet sterk genoeg is voor grotere gaatjes. Bij kinderen is het concept uitgebreid onderzocht en blijken er voordelen te zijn ten opzichte van de reguliere mondzorg. Kinderen hebben bij toepassing van het ART-concept minder angst voor de tandarts en zijn er voordelen op het gebied van het onderdrukken van pijn.

Eerdere prijzen
Dit is niet de eerste prijs voor Frencken. In 2015 ontving hij een eredoctoraat aan de Universiteit van Cuyo in Argentinië. Ook werd hij eerder onderscheidde met de titel Honorair Professor door een universiteit in Buenos Aires voor zijn werk voor verbetering van de mondgezondheid.

Bron: Radboudumc

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Biochip geeft risico’s op mondkanker weer

Op dit moment is de overlevingskans bij mondkanker enorm laag, gezien de over het algemeen late diagnostisering. Een wetenschapper aan de North Carolina University heeft een chip ontwikkeld die het risico op mondkanker al in vroeg stadium kan detecteren.

Analyse op basis van HPV markers
Deze chip is gebaseerd op een test die het HPV DNA herkent en een analyse maakt van bepaalde biomoleculen, zoals nucleïnezuren en peptiden, en is uiterst eenvoudig in gebruik. Door te gorgelen of spoelen met een speciale oplossing, kan een arts een monster trekken die niet groter is dan de gemiddelde smartphone. Een chip kan het monster analyseren op de specifieke HPV markers. Op deze manier kan binnen een uur worden bepaald of een patiënt kans heeft op mondkanker, veroorzaakt door HPV.

Snelle diagnose
Ontwikkelaar Dr. Jennifer Webster-Cyriaque ziet de test als een goedkope en snelle test die bij zou kunnen dragen aan zowel verduidelijking en diagnostisering van mondkanker. De test wordt geproduceerd in samenwerking met bedrijf InSilixa, waarvan de halfgeleider technologie ook wordt gebruikt voor de chip.

Bron: Dentistry Today

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
veroudering rondom de mond

Correctie van veroudering rondom de mond

Veroudering rondom de mond kan worden gecorrigeerd met injectables: fillers en botox.
Verslag van de lezing van MKA-chirurg dr. Johan Jansma over de mogelijkheden.

Anatomie
Gedegen kennis van de anatomie en het verouderingsproces is van groot belang bij de behandeling met injectables. Voor een goed begrip kan het aangezicht het beste worden beschouwd aan de hand van de verschillende lagen waaruit het is opgebouwd. De buitenste laag is de huid, daaronder bevindt zich het oppervlakkig gelegen vet, daaronder de mimische musculatuur, daaronder het dieper gelegen vet. In het gelaat zijn ware en valse ligamenten aanwezig. Ware ligamenten zorgen voor de verankering van de huid aan het periost en zijn op deze manier relatief stabiele plekken in het gelaat. Hierdoor blijft de onderrand van de mandibula redelijk stabiel (mandibulaire retaining). Het uitzakken van vet over de onderrand van de mandibula (achter het ware ligament van de mandibula) heet ook wel jowling.

Valse ligamenten verankeren de weke delen en het vet. Doordat deze geen verankering op een vast punt hebben, kan het vet in het aangezicht gaan uitzakken. De musculatuur (onder andere heffers voor de bovenlip, platysma) in en rond het gelaat bepaalt voor een heel groot deel de manier waarop veroudering plaats vindt.

Tijdens het ouder worden vindt benige atrofie (het veranderen en verminderen van botstructuren) plaats. Hierdoor verandert de maxilla, wordt de kinpunt stomper, veranderen de oogkassen en wordt de neuspunt platter.

Rimpels ontstaan door de afname van de elasticiteit van de huid. Dit proces wordt versneld door herhaalde contracties van de spier en ook door roken en zonexpositie. Rimpels zijn eerst oppervlakkig, ze zijn dan alleen te zien bij contractie. Daarna kunnen ze statisch worden en zijn ze ook te zien zonder dat er contractie van een spier plaats vindt. In de hals worden de voorranden van het platysma steeds duidelijker zichtbaar bij het ouder worden. Het vet in de hals zakt uit en hierdoor ontstaat een stompere halshoek.

Injectables
Rimpels en plooien kun je behandelen met injectables of kun je verminderen door een huidbehandeling (bijvoorbeeeld een chemische peeling of laserbehandeling).
Botulinetoxine type A (Botox A) is vooral voor de behandeling van dynamische rimpels. Botox zorgt voor verlamming en atrofie van de spier die de rimpel veroorzaakt. Die rimpel is altijd loodrecht gelokaliseerd ten opzichte van de contractierichting van de mimische spier. Het effect houdt ongeveer 3-4 maanden waarna de behandelingherhaald moet worden.

Fillers kunnen gebruikt worden om volume aan te brengen. Fillers (hyaluronzuur) kunnen ingespoten worden in de gehele dermis. Hoe dieper, hoe groter de partikels in de filler moeten zijn voor een goed resultaat. Afhankelijk van de plaats waar het ingebracht wordt, houdt deze behandeling ongeveer 6-9 maanden aan. Op sommige plekken – op niet bewegelijke plekken zoals de neusrug – houdt het effect tot wel 18 maanden aan.

Botox
Bij een normaal beeld in rust en een gummy smile (tandvlees zichtbaar bij het lachen) bij contractie van de spieren (heffers van de bovenlip) is er sprake van erg mobiele bovenlip. Deze kun je behandelen door de musculus levator labii superioris alaeque nasi te injecteren met botox. De gummy smile zal dan veel minder aanwezig zijn bij activiteit.

Fillers
Fillers kunnen gebruikt worden om rimpels op te vullen. Een filler kan op verschillende manieren aangebracht worden. Dit kan door op een plek de naald in te steken en de klok rond te gaan en op elk stukje een beetje uit te spuiten (fanning). Tevens kan dit door op meerdere plekken in te steken en een soort rooster in te spuiten (crosshatching).

Ook het uitdrijven kan op twee manieren. Je kunt de naald heel diep insteken en uitdrijven tijdens het langzaam terugtrekken van de naald. Je kunt ook op meerdere plekken insteken en telkens een klein depot leggen.

De lippen kun je opvullen door langs de rand van lippenrood en normale huid een lijntje filler te leggen. Sommige patiënten vinden het ook mooi om de randen van het filtrum (de verticale sleuf boven de bovenlip) wat explicieter te maken. Hiertoe kan je op deze twee plekken een lijntje filler inspuiten.

Lipofilling
Lipofilling is het toevoegen van volume door middel van eigen vet. Hiertoe wordt vet elders uit het lichaam gehaald – vaak via de navel of binnenzijde van de knie – en weer geïnjecteerd op de plek waar je volume wilt. Dit heet ook wel micro-fattransfer of liposculptuur. Dit vet mag je overal, zelfs in de spieren, inspuiten.

Liplifting
Je kunt de bovenlip iets liften door een klein strookje huid onder de neus weg te halen. Dit doe je door middel van een zogenoemde bufallohorn-incisie.

Mondhoeklift
Een mondhoek lift kan de oplossing zijn bij de chronische aanwezigheid van ragaden bij prothesedragers. Dit kan door middel van een ‘taartpuntexcisie’ of ‘wrap around’ ter plaatse van de mondhoek. Bij de taartpuntexcisie blijft het litteken vaak iets meer zichtbaar na de behandeling.

Lipimplantaat
Ter verfraaiing van de lippen kan een siliconen lipimplantaat ingebracht worden in de bovenlip. Dit wordt gedaan door een naald, volledig van links naar rechts, door de lip te steken en op deze manier het implantaat op de plek te trekken.

Conclusie

  • Veroudering vindt plaats via een vast patroon, hierdoor kun je er ook op een voorspelbare manier in ingrijpen. Er is een sterke relatie met de anatomie.
  • Het mooiste resultaat krijg je door een subtiele verandering aan te brengen. Zo, dat niet duidelijk is wat er precies veranderd is, maar het totaal plaatje er wel beter uitziet.
  • Voor tandartsen is samenwerking met een kaakchirurg goed mogelijk.

Johan Jansma studeerde achtereenvolgens Tandheelkunde en Geneeskunde aan de Rijks Universiteit Groningen. In 1991 voltooide hij de opleiding tot Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurg in het UMCG. In datzelfde jaar promoveerde hij in de geneeskunde. In 2000 werd hij geregistreerd als Hoofd-Hals Oncoloog. Na zijn opleiding legde Johan Jansma zich in het bijzonder toe op chirurgische kaakcorrecties, cosmetische aangezichtschirurgie en de behandeling van aangeboren gelaatsafwijkingen. Voor de verdere verdieping in de cosmetische aangezichtschirurgie werden stages gevolgd in binnen- en buitenland, o.a. bij Prof. dr. Mommaerts, Prof. dr Roger West en Prof. dr. Bruce Epker. Hij is als MKA-chirurg werkzaam in het UMCG en het Martini ziekenhuis.

 

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Wenckebach Instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
winnaar NVT

Suzette van der Waal winnaar NVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2015

De NVT WTA commissie kent eenmaal per jaar, onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging van Tandartsen een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NVT WTA leescommissie als beste van dat jaar is beoordeeld. Deze onderscheiding draagt de naam NVT WTA-Hamer Duyvenszprijs, zo genoemd omdat in het verleden de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de toenmalige tandartsen Hamer en Duyvensz.

De NVT WTA Hamer Duyvenszprijs is tijdens de NVT Ledenavond op maandag 9 november 2015 uitgereikt aan Dr. Suzette V. van der Waal voor haar proefschrift:

A new strategy in root canal therapy
There is a lot going on in endodontic disinfection

Dr. Suzette V. van der Waal heeft haar onderzoek verricht aan de Universiteit van Amsterdam en ACTA, afdelingen Cariologie, Endodontologie & Pedodontologie en Preventieve Tandheelkunde. Haar promotores waren: Prof.dr. P.R. Wesselink en Prof.dr. W. Crielaard.

Relevantie voor tandarts algemeen practicus
Van der Waal ontving deze prijs vanwege de relevantie van het onderwerp voor de tandarts algemeen practicus.

Nieuwe methode voor desintectie van geïnfecteerde wortelkanalen
Het doel van het onderzoek was de ontwikkeling van een nieuwe methode voor desinfectie van geïnfecteerde wortelkanalen. Er werd een model ontwikkeld waarin het mogelijk was de bacteriële biofilm te bestuderen en kanaalirrigatie middelen zoals natriumhypochloride en calciumhydroxide te bestuderen op hun effectiviteit. Door middel van diffusie en osmose dringt het desinfectans door tot de biofilm en de bacteriën daarin. Dit leidt slechts traag tot celdood.

Daarom werden andere stressfactoren voor de bacteriën aan het desinfectans toegevoegd, zoals ook in de voedselindustrie gebeurt om eten langer vers te houden. Kaliumsorbaat, natriumchloride, tezamen “aangepaste zoutoplossing MSS” genoemd. In vitro werden wortelkanalen geïnfecteerd en vervolgens werd een desinfectans aangebracht te weten hypochloriet, hypochloriet met MSS en calciumhydroxid.

Hypochloriet met MSS bleek het meest effectief. Vervolgens werden hypochloriet concentratie en pH getest van oplossingen verkrijgbaar in de supermarkt of in een Dental Depot. Beide zijn effectief en 5 maanden houdbaar, hoewel de supermarkt oplossing met hypochloriet nogal varieerden in hun concentratie vrij chloor.

Vervolgens richt het proefschrift zich op calciumhydroxide dat ondanks zijn hoge PH, ook niet in combinatie met hypochloriet een weinig effectief middel is om bacteriën in een wortelkanaal biofilm te doden. Bovendien heeft Ca(OH)2 geen gunstige invloed op de genezing van de parodontitis apicalis.

Conclusies

De conclusies uit het proefschrift zijn van belang voor de tandarts algemeen practicus.

  • De zoutoplossing MSS lijkt veilig en draagt bij, samen met hypochloriet, tot een effectieve desinfectie van geïnfecteerde wortelkanalen.
  • De concentratie natriumhypochloride kan fors afwijken van de informatie op de verpakking, bij supermarkt verpakkingen meer dan bij de 2% hypochloriet verpakking van een Dental Depot.
  • CA(OH)2 kan bacteriën in biofilms niet elimineren.

Uitgangspunten NVT – WTA Hamer Duyvenszprijs
De promovendus heeft zijn/haar wetenschappelijke arbeid gepubliceerd in een proefschrift en heeft deze dissertatie met succes verdedigd in een Nederlandse Universiteit. De promovendus moet als tandarts ingeschreven staan in het BIG-register.

Het onderwerp van de dissertatie moet (klinisch)tandheelkundig van aard zijn of te maken hebben met een randgebied van de tandheelkunde en moet bij voorkeur relevant zijn voor de tandarts algemeen practicus.

 

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Patiënt op drugs testen bij de tandarts?

Volgens nieuw onderzoek zouden patiënten bij een tandartsbezoek op drugs moeten worden getest. Drugsgebruik kan namelijk een negatieve invloed hebben op de mond- en algemene gezondheid.

Onderzoek
Dit blijkt uit onderzoek van de Colombia University in Amerika. 1802 tandartsen hebben een survey ingevuld. Hieruit blijkt dat 77% van de Amerikaanse tandartsen patiënten op illegale drugs of geneesmiddelen test. Meer dan de helft van de tandartsen (54%) vindt dat zij verantwoordelijk zijn voor het testen van drugsgebruik. Met name jongere tandartsen zijn hier voorstander van.
Drugs
Een tandarts kan een drugsgebruiker soms snel identificeren. Bijvoorbeeld als een patiënt methamfetamine gebruikt, kan er sprake zijn van tandbederf en tandvleesontsteking. Deze patiënten komen dan ook vaak naar de tandarts voor een cosmetische behandeling.

Rol van de tandarts
Volgens de onderzoekers moeten tandartsen leren signalen op te pakken van illegaal drugs- of geneesmiddelengebruik. Hiervoor is open communicatie tussen de tandarts en patiënt belangrijk. Tandartsen kunnen vervolgens de patiënt doorverwijzen voor behandeling en eventueel aanmoedigen om het drugsgebruik te stoppen.

Bron: Colombia University, Amerika mailman.columbia.edu

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Pillen

Medicatie in de tandartspraktijk: wat, wanneer en hoe voor te schrijven?

Als er medicatie in de tandheelkundige praktijk wordt voorgeschreven betreft dat meestal pijn- of infectiebestrijding. Waar moet u rekening mee houden bij het voorschrijven en welke medicatie wordt geadviseerd?

Verslag van de lezing van dr. Stegenga, staflid afdeling MKA-chirurgie UMCG.

Farmacotherapie
Het voorschrijven van medicatie in de tandheelkundige praktijk dient in de meeste gevallen als ondersteuning van de behandeling. Bij het voorschrijven van medicatie moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • Het voorschrijven van medicatie mag nooit gebeuren zonder gezondheidsanamnese. Onderdeel daarvan is het actuele medicatie-gebruik.
  • Wees bewust van het doel waarvoor het medicijn voorgeschreven wordt: symptoombestrijding of oorzaakbestrijding.
  • Communicatie/ overleg met de huisarts is in sommige gevallen sterk aan te bevelen.
  • Bij langdurige medicamenteuze therapie is samenwerking met huisarts of andere behandelaars belangrijk.
  • Medicatie (en dosering) wordt voorgeschreven op basis van een rationele keuze.
  • Gebruik het farmacotherapeutisch kompas.

Welke factoren spelen een rol bij het maken van een rationele keuze?

  • Bewezen effectiviteit. Dit kan worden uitgedrukt in het zogenaamde Number-needed-to-treat (NNT): hoeveel mensen je moet behandelen om het beoogde effect bij één mens te bereiken? NNT = 1 is ideaal.
  • Kosten.
  • Bijwerkingenprofiel en interacties (achterhalen actuele medicatie!).
  • Gebruiksgemak (bijvoorbeeld poeder versus tablet).
  • Toepasbaarheid (zwangerschap, ouderen).

Pijnbestrijding
Over het algemeen kan het voorschrijven van medicijnen in de tandartspraktijk onderverdeeld worden in de volgende groepen:

  • Gebits- en mondslijmvliesgerelateerde afwijkingen
  • Stollingsafwijkingen
  • Voorkomen en bestrijden van infecties
  • Pijnbestrijding

Hier wordt ingegaan op de pijnbestrijding in de tandheelkunde. Bij pijn moet onderscheid gemaakt worden tussen acute en chronische pijn. Daarnaast is het belangrijk om te weten of het om somatische pijn gaat, pijn die ontstaat wanneer lichaamsweefsel wordt beschadigd, of om neuropathische pijn. Neuropathische pijn wordt gegenereerd in het zenuwstelsel. Pijnstillers die perifeer aangrijpen zijn NSAID’s en paracetamol. Opiaten, anti-epileptica en antidepressiva grijpen centraal aan.

Acute pijn
Acute pijn treedt meestal op door activatie van het ontstekingsproces na weefselbeschadiging. Er komt een enorme hoeveelheid bioactieve moleculen vrij (o.a. prostaglandinen). Deze moleculen maken receptoren in het gebied met weefselbeschadiging extra gevoelig (perifere sensitisatie).
De prostaglandinesynthese wordt in gang gezet:

  • Onder invloed van fosfolipase: celmembraanfosfolipiden –> arachidonzuur
  • Onder invloed van cyclooxygenase (cox-1, cox-2): arachidonzuur –> prostaglandinen en leukotrienes. Cox-1 zorgt o.a. voor de bescherming van de maag en nieren. Cox-2 speelt o.a. een grote rol in het ontstekingproces.

NSAID
NSAID’s remmen zowel Cox-1 als Cox-2. Cox-2 speelt een rol in het ontstaan van de ontsteking en moet dus geremd worden. Helaas wordt ook de bescherming van de maag geremd (Cox-1). Indien er dus sprake is van maagklachten mag er geen NSAID voorgeschreven worden of moet er een maagbeschermer bij gegeven worden. Wanneer de dosis van ibuprofen 1500 mg per dag (of hoger) is, dan is er een enorme stijging van het relatieve risico op maagklachten. Andere bijwerkingen van NSAIDs zijn nierinsufficiëntie, cardiovasculaire problematiek (vooral bij chronisch gebruik), invloed op de plaatjes aggregatie en op de zwangerschap.
Het beste is om deze bijwerkingen te voorkomen. Om de kans op bijwerkingen te verkleinen kan het volgende gedaan worden:

  • Dosering beperken
  • Ander middel kiezen
  • Selectieve cox 2 remmers voorschrijven
  • Middel met relatief gunstige cox2/cox1 verhouding voorschrijven
  • Gastro-protectie (bijvoorbeeld omeprazol)

Interacties
Ook moet er rekening gehouden worden met interacties die kunnen plaatsvinden met andere medicatie:

  • corticosteroïden, cumarinederivaten of SSRI’s worden door gelijktijdig gebruik van NSAIDs beïnvloed
  • NSAIDs remmen de trombocyten-aggregatie-remming van acetylsalicylzuur.

NNT
NNT van NSAID ligt tussen de 2.3-2.7. Indien het NSAID niet werkt dan moet de dosis niet verhoogd worden maar moet een ander NSAID worden geprobeerd, bijvoorbeeld naproxen of diclofenac, voorgeschreven worden. Deze medicijnen zijn goed uitwisselbaar omdat ze allemaal ongeveer dezelfde NNT en dezelfde bijwerkingen hebben.

Paracetamol
Bij het gebruik van paracetamol moet er gestart worden met een dosis van 1000mg. De maximale dagdosering is 4000 mg. De pijnstiller heeft bij normale dosering weinig bijwerkingen maar bij (te) hoge dosering kan het zorgen voor ernstige leverschade (helemaal bij chronisch alcoholgebruik).

Opiaten
Zwakke opiaten zijn codeïne en tramadol. Sterke opiaten zijn morfine, oxycodon en fentanyl. Het voorschrijven van opiaten is te overwegen in acute situaties wanneer NSAIDS gecontra-indiceerd zijn.

Combinatie pijnmedicatie
Pijnstillers kunnen gecombineerd worden indien het analgetisch effect niet toeneemt bij het verhogen van de dosis.

Samenvatting

  • Wanneer er sprake is van pijn dan hebben we in de meeste gevallen te maken met nociceptieve pijn. In die gevallen is het vaak voldoende om NSAID of paracetamol voor te schrijven.
  • Bij het voorschrijven van een medicijn moet rekening gehouden worden met de effectiviteit, bijwerkingen en interacties.
  • Bij milde pijn kan er het beste paracetamol voorgeschreven worden.
  • Bij matige pijn kan er het beste NSAID (eventueel i.c.m. maagbescherming) voorgeschreven worden.
  • Bij hevige pijn kan er het beste een opiaat i.c.m. NSAID voorgeschreven worden.
  • Er moet terughoudend gedaan worden met het voorschrijven van NSAID en opiaten bij chronische pijn. Vaak worden dan antidepressiva of anti-epileptica voorgeschreven.

Dr. B. Stegenga, staflid afdeling MKA-chirurgie.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Stegenga tijdens de klinische avond Wat te doen bij niet alledaagse, maar wel herkenbare problemen in de dagelijkse praktijk van het Wenckebach Instituut in het UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Pijn | Angst, Thema A-Z