Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Naast informatie over de gezondheid, is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Als uw patiënt bisfosfonaten gebruikt, waar moet u dan op letten? En wanneer schrijft u antibiotica voor?

Tijdens iedere anamnese in de tandheelkundige praktijk komt de medicatie aan bod. Naast informatie over de gezondheid van een patiënt is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Alleen met deze informatie kan een behandeling starten. Het is ook van belang te weten of een behandeling niet gecontra-indiceerd is. Of dat juist medicatie gestaakt moet worden bij een noodzakelijke behandeling. Voor een adequate praktijkvoering is kennis over medicijnendaarom een absolute must.

Verslag van de lezing van kaakchirurg Leander Dubois tijdens de thema-avond ‘Patiënten en hun pillen’ georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI.

Bisfosfonaten
Er blijkt angst te heersen onder tandartsen over invasieve tandheelkundige behandelingen bij het gebruik van bisfosfonaten, een middel dat voornamelijk bij osteoporose – een aandoening waarbij botten steeds brozer worden – wordt voorgeschreven. Deze angst wordt voornamelijk veroorzaakt door een tekort aan informatie over de kans op osteonecrose. Ondanks de betrekkelijk lage incidentie, kunnen de gevolgen groot zijn. Osteonecrose na extractie bij een intraveneuze bisfosfonaatgebruiker is bekend in het literatuur en een mogelijk gevolg.

Bisfosfonaten zijn al sinds de 19e eeuw bekend als anticorrosiemiddel. In de 20ste eeuw was het een ingrediënt dat gebruikt werd in wasmiddelen en tandpasta. Nadat in 1980 het positieve effect ervan op osteolyse wordt ontdekt, is het nu de eerste keus voor behandeling van deze aandoening. De werking van bisfosfonaten berust op de remming van osteoclasten, waardoor deze stof ook gebruikt wordt bij botmetastasen (kwaadaardige tumoren in het skelet).

Werkingsmechanisme
Bisfosfonaten binden zich aan calcium in het bot en remmen hierdoor de afbraak van botten. De snelheid van afbraak en opbouw van aangetaste botten neemt af. Hierdoor vermindert de pijn en de kans op botbreuken. Bij kanker is de activiteit van osteoclasten verhoogd wat zorgt voor verzwakt bot met hypercalcemie als gevolg. Bisfosfonaattherapie maakt in dit geval de osteclast inactief. Bij osteoporose grijpen bisfosfonaten in tijdens de boneremodelingcycle.

Osteonecrose van het kaakbot
Helaas heeft ieder medicament zijn bijwerkingen en complicaties. Zo kunnen bisfosfonaten oorzaak zijn van osteonecrose van het kaakbot – de zogenaamde biofosfonaatgerelateerdeosteonecrose (Eng: BRONJ). De diagnose hiervan kan worden gesteld als voldaan wordt aan de volgende 3 criteria:

  • De patiënt wordt momenteel, of is al eerder, behandeld met bisfosfonaten
  • Er is sprake van necrotisch bot in de maxillofaciale regio gedurende meer dan 8 weken
  • De patiënt is nooit eerder bestraald geweest in het hoofd/halsgebied

Epidemiologie
Het risico op BRONJ ligt bij behandeling van maldigniteiten tussen de 1% en 28%. Bij osteoporose is dit 0,04 tot 0,34%. De toedieningswijze evenals de grootte van de stikstofgroep in de bisfosfonaten is hier cruciaal. Zo is de veneuze toediening vele malen geconcentreerder en neemt de kans op complicaties toe naarmate de stikstofgroep groter wordt. Daarnaast neemt het ziektebeeld bij ieder decade met 9% toe en is de incidentie in de onderkaak twee maal zo hoog als in de bovenkaak.

Risicofactoren
Bij de volgende risicofactoren verloopt de ziekte ernstiger:

  • Diabetes mellitus
  • Gebruik corticosteroïden
  • Roken
  • Chemotherapeutica

Symptomen
Voordat er blootliggend necrotisch kaakbot zichtbaar is, kan een patiënt die bisfosfonaten gebruikt zich al presenteren met klachten. De patiënt kan pijn hebben of klagen over paresthesie. Klinisch onderzoek kan een weke delen ulceratie, extra/intra-orale fistel, zwelling, pusvloed en/of mobiele gebitselementen aantonen. Maar ook röntgenologische laesies kunnen de aandoening ontmaskeren:

  • Alveolair botverlies of botresorptie
  • Sclerotische veranderingen trabeculair bot
  • Uitblijven van remodeling extractie alveolen
  • Verdikking of verwijden ligament Versmalling canalismandibulae

Stadia
BRONJ kent vier stadia, beginnend met stadium 0 en eindigend met 3 en gebaseerd op de klinische symptomen. Een infectie is enkel aanwezig in stadium 2 en 3.

Richtlijn
Gezien de ernst van de complicaties is er een richtlijn opgesteld waarop tandartsen en kaakchirurgen beroep kunnen doen. Enkel met goed geargumenteerde onderbouwing kan hiervan afgeweken worden.
De heer Dubois adviseert vóór het starten met bisfosfonaten een tandheelkundige evaluatie te plannen en indien nodig behandelingen uit te voeren. Bisfosfonaten dienen uitgesteld te worden totdat de mondgezondheid geoptimaliseerd is, in het bijzonder nadat de extractie-alveolen zijn geëpithelialiseerd.

Patiënten bij wie intraveneuze bisfosfonaten worden toegediend, wordt geadviseerd invasieve ingrepen aan het bot te vermijden. Het plaatsen van implantaten wordt afgeraden en niet te restaureren gebitselementen worden bij voorkeur gedecapiteerd en endodontisch behandeld.

Informeer patiënten die bisfosfonaat gebruiken over de kans op BRONJ. Indien bisfosfonaten minder dan 3 jaar worden ingenomen, zijn er geen beperkingen in het tandheelkundig handelen. Bij meer dan 3 jaar gebruik en indicatie voor dentoalveolair chirurgie wordt aangeraden te stoppen met gebruik van bisfosfonatenen te overleggen met de behandelend arts.

Herstart van de orale vorm vindt plaats na botgenezing. Indien er een symptoom van BRONJ wordt ontdekt,is doorverwijzing naar een MKA chirurg op zijn plaats. Het doel van behandeling bij patiënten met BRONJ berust voornamelijk op pijnverlichting en controle.

Antibiotica
Antibiotica wordt in de tandheelkunde relatief vaak voorgeschreven. Toch gaat de stelling ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ hier absoluut niet op. Aan het onnodig voorschrijven van antibiotica kleven een aantal gevaren: hoge kosten, resistentie ontwikkeling van bacteriën en sensibilisatie van de patiënt voor het antibioticum.

Antibiotica kan in de tandheelkundige praktijk voorschreven worden om zowel profylactische als om therapeutische redenen, waarbij de belangrijkste indicatie endocarditis profylaxe is. Daarnaast wordt het gebruikt bij grote endoprotheses, na hoofd/hals bestraling, bij het aanbrengen van bot, bij implantaten en na langdurig gebruik van bisfosfonaten.

Endocarditis profylaxe
Endocarditis profylaxe zijn geïndiceerd bij:

  • Een eerder doorgemaakte endocarditis
  • Een hartklepprothese
  • Bij bepaalde aangeboren hartafwijkingen zoals cyanose en shunt
  • Gecorrigeerde hartafwijkingen met een prothese (eerste 6 maanden) en gecorrigeerde hartaandoeningen met een restafwijking.

Andere vormen van hartproblemen werden vroeger ook gezien als indicaties voor endocarditis profylaxe, zoals hartruis. Het indicatiegebied is tegenwoordig echter beperkt tot bovengenoemde aandoeningen. De profylaxe geldt bij bloedige diagnostische of therapeutische tandheelkundige ingrepen en bestaat uit 3 gram amoxicilline per os, één uur voor de behandeling. Clindamycine wordt voorgeschreven bij allergie of resistentie, 600 mg per os één uur voor de ingreep. Bij kinderen wordt gedoceerd naar het lichaamsgewicht.

Onder tandheelkundig bloedige ingrepen wordt verstaan:

  • Extractie of operatieve verwijdering van gebitselementen of wortelresten
  • Abcesincisie
  • Parochirurgie
  • Wortelkanaalbehandeling voorbij apicale constructie
  • Implantaten

Daarnaast wordt er ook antibiotica voorgeschreven bij patiënten met grote endoprotheses, zoals total hip en totalknee. Hier is echter geen evidencebased richtlijn voor.

Recept
Het standaard recept dat bij endocarditis profylaxe en plaatsing van implantaten geldt, is afwijkend van osteoradionecrose profylaxe, profylaxe bij bot of botsubstituut en profylaxe bij BRONJ. Bij alle drie laatstgenoemden wordt er 24 uur voor de ingreep gestart en wordt aangeraden de kuur geheel af te maken.

Therapeutisch gebruik
Er zijn weinig indicaties voor het therapeutisch voorschrijven van antibiotica. Enkel bij een dentogene ontsteking met een bijzondere gevaarlijke uitbreiding is antibiotica op zijn plaats. Bij parodontitis mag het enkel voorgeschreven worden bij een initiële behandeling, waarbij er na 3 maanden geen verbetering is opgetreden, met als voorwaarde een kweek voorafgaand aan de kuur. Een kweek wordt ook voorafgaand aan de antibiotische behandeling van osteomyelitis gedaan. Echter helpt deze bij behandeling van de acute vorm van osteomyelitis, bij de chronische vorm heeft het kans later opnieuw op te vlammen.

Leander Dubois is kaakchirurg. Hij studeerde tandheelkunde aan het ACTA en geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn opleiding MKA-chirurgie volgde hij in het AMC. Sinds 2010 is hij verbonden als MKA chirurg en chef de clinique aan de afdelingen Mondziekten, kaak- & aangezichtschirurgie van het AMC te Amsterdam en het Antonius ziekenhuis te Nieuwegein. Al vroeg werd zijn interesse gewekt door de aangezichtstraumatologie, met in het bijzonder de orbita.

Hij is actief betrokken in de richtlijn ontwikkeling en beleidsvoering binnen en buiten het ziekenhuis met betrekking tot aangezichtsletsel. Hij doet onderzoek binnen dit deelgebied en geeft hierover diverse voordrachten. Daarnaast heeft hij zitting in het schisisteam van het AMC. Buiten zijn klinische werkzaamheden is hij is onder andere bestuurlijk actief als bestuurslid van de Vereniging Medisch Tandheelkundige Interactie en van schisis en Noma team stichting Bridge the Gap.

Verslag door Fatimazarah Elbazi voor dental INFO van de thema avond Patiënten en hun Pillen georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
roker

Minimum leeftijd voor tabaksverkoop naar 18 jaar

De minimumleeftijd voor verkoop van tabak wordt verhoogd van 16 naar 18 jaar. Op 10 oktober stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel van Martin van Rijn, staatssecretaris van Volksgezondheid, meldt Nieuws.nl

Bron:
Nieuws.nl

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
hpv-infectie-

Slechte mondgezondheid leidt tot grotere kans op HPV-infectie

Een slechte mondgezondheid hangt samen met het risico op een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Dit virus kan mondkanker veroorzaken. Dat blijkt uit een recente studie, schrijft de New York Times.

Studie
De onderzoekers zochten naar risicofactoren voor een HPV-infectie in de mond. Daarvoor werden 3.439 mannen ondervraagd.

Risicofactoren
Het risico op een HPV-infectie hing niet samen met rookgewoonten of het aantal partners voor orale seks. De inschatting van de eigen mondgezondheid had wel verband met de kans op een HPV-infectie. Bij mannen die hun mondgezondheid als slecht of redelijk beoordeelden, was het risico op een HPV-infectie 55% groter.

Verklaring
Mogelijk helpen wondjes en ontstekingen in de mond het humaan papillomavirus om binnen te dringen. Dit moet echter nog verder onderzocht worden.

Bron:
New York Times
Studie Examining the Association between Oral Health and Oral HPV Infection

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z

Voorkeur poedervrije latex handschoenen met laag proteïne gehalte

Wetenschappers concluderen dat synthetische handschoenen tot meer allergische contact dermatitis kunnenleiden door de toevoeging van chemische stoffen. In een onderzoek van dr. R. Kaufman en prof. Jeekel is de conclusie: ‘Vanwege hun comfort en goede bescherming blijven poedervrije latex handschoenen met een laag proteïne gehalte eerste keus’.

Historisch perspectief
In de jaren 80 nam als gevolg van de HIV / AIDS problematiek het gebruik van latex handschoenen opeens explosief toe. Het is nauwelijks voor te stellen dat medisch personeel toen nog vaak zonder handschoenen werkte. Dit toenemende gebruik leidde indertijd tot een toenemend aantal gevallen van latex allergie. Wereldwijd is zo’n 1% van de bevolking gevoelig voor latex allergie en ongeveer 17% van de medische professionals.

Allergie
Rondom latex allergie bestaan nogal wat misverstanden. Latex allergie type I wordt veroorzaakt door een aantal eiwitten die van nature in natuurrubber latex voorkomen. Mensen die hier gevoelig voor zijn, kunnen een heftige reactie krijgen bij contact met latex en kunnen hiervan zelfs in shock raken. Maar niet alle allergie is een allergische reactie op natuurrubber latex. Steeds meer mensen ontwikkelen namelijk een type IV allergie, de zogenaamde allergische contact dermatitis. Dit type wordt veroorzaakt door een reactie op residuen van bepaalde chemische stoffen waarvan tevens een aantal bij de productie van met name synthetische handschoenen wordt gebruikt.

Het gebruik van latex
Het aantal gevallen van latex allergie type I is de laatste jaren sterk gedaald. In Nederland ging het in 2000 nog om 31 meldingen, wat in 2009 en 2010 al terugliep tot 4 gevallen.
Veel ziekenhuizen gebruiken nu poedervrije latex handschoenen of synthetische onderzoekshandschoenen. In de operatiekamer gebruiken chirurgen bijna uitsluitend latex omdat dat het beste handgevoel geeft, met een goede pasvorm en hoge bescherming.

Gebruik synthetische handschoenen toegenomen
De vraag naar handschoenen neemt wereldwijd nog steeds toe. De totale markt bedraagt inmiddels ruim 175 miljard stuks. Vanwege de toenemende prijsdruk worden er in het productieproces van handschoenen steeds vaker chemische stoffen of vulstoffen gebruikt om te besparen op de productiekosten of dure grondstoffen. Handschoenen worden tevens steeds dunner wat weer negatieve gevolgen heeft voor de bescherming tegen stoffen van buitenaf. Chemische stoffen zijn onder meer nodig om (synthetisch) rubber stijver te maken, ofwel te vulkaniseren. Hierdoor verschuift echter het allergie probleem, omdat de residuen van de gebruikte chemische stoffen in de synthetische handschoenen steeds vaker voor type IV allergie verantwoordelijk zijn.

Wetenschappelijk onderzoek
Wetenschappers toonden aan dat het gebruik van synthetische handschoenen tot meer allergie type IV, de allergische contact dermatitis, kan leiden. De Universiteit van Leuven deed onderzoek onder medisch personeel dat zich op de Derma poli meldde met eczeem klachten. Dit onderzoek wees de hoge concentratie vulstoffen en rubber additieven in de productie van de synthetische handschoenen als boosdoener aan.

Bron: Baeck, M., B. Cawet, D. Tennstedt, A. Goossens, “Allergic contact dermatitis caused by latex(natural rubber)-free gloves in heatlhcare workers” in Contact Dermatitis, doi:10.111/J.1600-0536.2012.02054.x(link hierachter plaatsen naar

Ook via desk research wordt allergie door chemicaliën steeds meer bekend. Dr. R. Kaufman en prof. J. Jeekel van het Universitair Medisch Centrum Rotterdam en de Erasmus Universiteit, bestudeerden 26 studies naar allergische reacties bij dragers van NRL, een natuurrubber latex handschoen, of synthetische handschoenen. De onderzoekers concludeerden dat de gebruikte chemicaliën, met name thiurams en carbamates, allergische reacties veroorzaakten.

De trend om NRL handschoenen te vervangen door synthetische exemplaren heeft niet tot een afname van type IV allergie geleid onder medisch personeel. Vanwege hun comfort en goede bescherming blijven poedervrije latex handschoenen met een laag proteïne gehalte dus nog steeds eerste keus”, zegt prof. Jeekel.

Check bij aankoop
Niet iedereen is op de hoogte van de verschillende richtlijnen die er voor handschoenen gelden. Veel inkopers zijn zich niet bewust van de kwaliteitsverschillen en kijken voornamelijk naar prijs. Daarbij heeft latex een onterecht imagoprobleem wat nog hoofdzakelijk uit de jaren 80 en 90 stamt. Inmiddels worden latex handschoenen vaak op een totaal andere manier geproduceerd. Ze bevatten minder eiwitten en worden met meer zorg geproduceerd. Het risicoplaatje voor medische onderzoekshandschoenen ziet er daarom compleet anders uit dan in de voorgaande periode. Latex wordt veiliger en synthetische handschoenen leveren meer problemen op.

Bij aankoop van handschoenen is het goed om testrapporten te vragen die laten zien welke chemicaliën gebruikt zijn in het productieproces en welke chemische residuen zijn overgebleven. Ook is de treksterkte van de handschoen belangrijk: het aantal newton dat een handschoen kan verduren. Handschoenen moeten daarnaast een laag eiwitgehalte hebben en poedervrij zijn. Een gedegen risico inventarisatie is bij aankoop dus altijd op z’n plaats. Dan zal blijken dat het populaire nitril niet altijd het beste antwoord is.

Bronnen:

  • Onderzoek ‘Type IV reactions to latex and synthetic medical gloves in healthcare workers’, to be published, Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam
  • Onderzoek “Allergic contact dermatitis caused by latex (natural rubber)-free gloves in healthcare workers”, M. Baeck, B. Cawet, D. Tennstedt, A. Goossens
  • Budev

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z

Parodontitisbacterie veroorzaakt mogelijk darmkanker

Een bepaalde bacterie in tandplak veroorzaakt misschien darmkanker. Dat blijkt uit twee studies, schrijft Medical NewsToday.

Onderzoek
Amerikaanse onderzoekers vonden een samenhang tussen de aanwezigheid van de zogenaamde fusobacterie en darmkanker. De bacterie bindt zich aan micro-organismen in tandplak. De fusobacterie heeft invloed op het immuunsysteem. Daardoor kunnen vervolgens mogelijk tumorcellen ontstaan.

Marker
De fusobacterie gebuikt het molecuul Fusobacterium adhedin A (FadA). FadA kan misschien een vroege marker zijn voor het ontstaan van darmcarcinomen. Mensen met darmtumoren hebben namelijk meer FadA-moleculen dan mensen die gezond zijn.

Bron:
Medical News Today
Studie 1 in Cell Host & Microbe 
Studie 2 in Cell Host & Microbe

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Geen nieuwe tandenborstel nodig na keelontsteking?

Een Amerikaanse studie doet vermoeden dat het niet nodig is om de tandenborstel te verwisselen na een streptokokkeninfectie. Dat schrijft ZWP online naar aanleiding van een kleine studie van de Universiteit van Texas.

Onderzoek
Voor de studie poetsten 40 mensen hun tanden met een nieuwe tandenborstel. Van de deelnemers hadden 14 mensen keelontsteking door een streptokokkeninfectie.

Resultaat
Na het poetsen werden de tandenborstels onderzocht. Op één tandenborstel werd streptokokken gevonden. De tandenborstel was echter van een gezonde tandenpoetser. Poetsen met een oude tandenborstel veroorzaakt dus misschien geen herhaalde infectie.

Bron:
ZWP online
Medical News Today

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
antibioticaprophylaxe

Antibioticaprohylaxe kritisch bekeken

Op basis van literatuuronderzoek blijkt er onvoldoende wetenschappelijk bewijs te zijn voor routinematige antibiotische profylaxe bij tandheelkundige ingrepen voor mensen met een gewrichtsprothese. Dit onderzoek werd gedaan door de regio Midden-Kennemerland. Huisarts Monique van Montfort en orthopeed San Oei schreven een artikel hierover op Medisch Contact.

In het artikel geven Van Montfort en Oei aan dat er weinig reden is om bij elke ingreep in de tandartsstoel antibiotica voor te schrijven. De meeste infecties van gewrichtsprothesen blijken veroorzaakt te worden door huidinfecties die maar een klein deel uitmaken van de bacteriën in de mond van gezonde patiënten. Uit literatuuronderzoek kwam geen relatie naar voren tussen tandheelkundige ingrepen en het ontstaan van infecties van prothesen. Ook is er geen bewijs voor een lager risico op infecties door preventief gebruik van antibiotica.

Nieuwe regionale richtlijn
In de regio Midden-Kennemerland is daarom in overleg met een huisarts, internist, microbioloog, orthopeed en een kaakchirurg van het Rode Kruis Ziekenhuis een nieuwe richtlijn gemaakt, schrijft Medisch Contact. In deze richtlijn staat dat antibiotische profylaxe bij tandheelkundige ingrepen bij patiënten met gewrichtsprothesen alleen is geïndiceerd bij:

  • Een uitgebreide behandeling van een abces of een diepe geïnfecteerde pocket door de tandarts of kaakchirurg
  • Invasieve ingrepen door de tandarts of kaakchirurg bij immuungecompromitteerde patiënten (hiv met een gestoorde afweer, reumatoïde artritis, gebruik van immunosuppressiva zoals prednison, biologicals of chemotherapie, radiotherapie, slecht ingestelde (insulineafhankelijke) diabetes mellitus, hemofilie, ernstige ondervoeding)
  • Invasieve ingrepen door tandarts of kaakchirurg bij patiënten met een eerdere of chronische infectie van een gewrichtsprotheseDaarnaast krijgen alle patiënten van de orthopeed het advies, voordat een prothese wordt geïmplanteerd, naar de tandarts te gaan voor gebitscontrole en na de prothese-implantatie hun gebit twee keer per jaar te laten controleren.

Afgenomen
De richtlijn wordt sinds 2010 door artsen, tandartsen en mondhygiënisten in de regio Midden-Kennemerland nageleefd. Met effect, zegt huisarts Van Montfort in Medisch Contact. ‘We zien dat het aantal recepten voor antibioticaprofylaxe met een derde tot twee derde is afgenomen, waarbij ik wel moet zeggen dat de aantallen waar we het in onze regio over hebben te klein zijn om significantie te bereiken.’ Van Montfort is ervan overtuigd dat het zinvol is om kritische voor te schrijven. ‘We weten dat een huisarts gemiddeld zes keer per jaar profylactisch antibiotica voorschrijft ter preventie van endocarditis of prothese-infectie door tandheelkundige behandeling. Als de helft nu voor de laatste indicatie is, kan het per huisarts 1 tot 2 recepten per jaar schelen als ze onze richtlijn volgen. Met 9000 huisartspraktijken in Nederland loopt dat op.’

De huisarts hoopt dat het artikel dat zij schreef aanleiding zal zijn voor een duidelijke landelijke richtlijn.

Bron:
Medisch Contact

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Mondgezondheid heeft mogelijk verband met nierziekten

Er is mogelijk een verband tussen tandvleesontsteking en nierziekten. Dat blijkt uit onderzoek door de University of California, schrijft Dentistry.

Verband
Volgens wetenschappers kunnen de nieren worden aangetast door bacteriën die vanuit de mond in het bloed terecht komen. Verder onderzoek moet uitwijzen of de behandeling van tandvleesontsteking invloed heeft op het verloop van nierziekten. Eerder bleek al dat er een verband is tussen tandvleesaandoeningen en hartziekten.

Preventie
Mogelijk kan een tandartsbehandeling gezondheidsproblemen voorkomen die ontstaan door nierziekten. Een preventief tandartsbezoek is veel goedkoper dan een preventieve behandeling voor nierziekten. Door goede preventie kunnen ook de kosten voor dialyse worden uitgespaard.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

Teveel calcium supplementeren is gevaarlijk

Calcium is een belangrijke bouwstof voor het menselijk lichaam. Teveel calcium nemen kan echter gevaarlijk zijn voor de gezondheid, schrijft ZWP online.

Dosering
Voldoende inname van calcium vermindert hoge bloeddruk en zwaarlijvigheid. Teveel calcium supplementeren kan echter leiden tot coronaire hartziekten, blijkt uit studies.

Voeding
De juiste dosering van calcium is belangrijk. Ook een te lage inname van calcium kan namelijk schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom wordt aangeraden alleen supplementen te gebruiken, als er niet genoeg calcium uit voeding kan worden opgenomen.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Actueel, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z

Mondhygiënist en Vitaliteitstherapeut: de relatie tussen mondgezondheid en algehele gezondheid in praktijk gebracht

Veel wetenschappelijke onderzoeken laten een relatie zien tussen mondgezondheid en de algehele gezondheid. Mondhygiënist Yvonne van Vugt brengt deze combinatie ook echt in praktijk. Naast haar werk als mondhygiënist is zij opgeleid tot vitaliteitstherapeut.

Wat doet een vitaliteitstherapeut precies?
Een vitaliteitstherapeut begeleidt zowel gezonde als zieke mensen om vitaler te worden. Dit wordt gedaan via de drie interventiegebieden: gezonde voeding, beweging en emotiemanagement. Het is algemeen bekend dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarom worden juist deze gebieden gebruikt om de kwaliteit van leven te verbeteren. Bij een vitaliteitstherapeut komen gezonde mensen, die regelmatig moe zijn en meer energie willen hebben. Of mensen die willen afvallen, gezonder willen leven of lekkerder in hun vel willen zitten. “Maar ook als je een van de volgende klachten hebt, kun je bij een vitaliteitstherapeut terecht: slaapstoornissen, stress, burnout, diabetes, nek- en rugklachten waar je maar niet van af komt, angst en depressie, hart- en vaatziekten, COPD, astma en kanker. Ook als je zwanger bent, kan je met kleine aanpassingen in je leefstijl vitaal door de zwangerschap heen”, zegt Van Vugt.

Als consument kun je zelf op zoek gaan naar een vitaliteitstherapeut. Ook een huisarts kan je doorverwijzen maar in de praktijk blijkt dit wel eens lastig te zijn. ‘Bij veel huisartsen werken praktijkondersteuners die denken dat zij hetzelfde werk als een vitaliteitstherapeut doen.’

Keuze
Yvonne van Vugt is mondhygiënist en vitaliteitstherapeut. Nieuwsgierig naar haar drive interviewde ik haar. Yvonne en ik kennen elkaar van de opleiding Restauratieve Zorg door de Mondhygiënist aan het UMC St Radboud in het jaar 2006/2007. Via social media hielden we contact met elkaar. Na het behalen van haar VWO-diploma wilde Yvonne zich inschrijven voor de studie Tandheelkunde maar helaas had ze niet het juiste vakkenpakket. Vervolgens besloot ze om zich in te schrijven voor de HBO-studie Mondzor gkunde. Na het behalen van haar diploma startte zij in 2004 in een Paropraktijk en in een algemene praktijk waar zij ook tandheelkundige behandelingen deed. Het jaar daarop startte ze samen met een vriendin een vrije mondhygiëne praktijk in Gorinchem. Dit alles bleek nog niet voldoende uitdaging te bieden en verder studeren bleef lonken. Ze schreef zich in voor de studie Vitaliteitstherapeut.

Yvonne legt uit waarom ze nu juist vitaliteitstherapeut wilde worden: “De opleiding vitaliteitstherapeut heb ik echt gekozen uit een zeer grote interesse in gezondheid en leefstijl. Mijn beide opleidingen – mondhygiënist en vitaliteitstherapeut – laten zien dat ik graag mensen help om het beste uit zichzelf te halen en gelukkiger te worden. Ik gun iedereen een gezond, gelukkig en vitaal leven.” Er zijn verschillende opleidingen tot vitaliteitscoach. Yvonne koos voor de Chivo.

Andere kijk
Yvonne blijft werken als mondhygiënist, voor 24 uur per week. Daarnaast werkt ze 8 uur als vitaliteitstherapeut. Door deze combinatie kijkt ze anders tegen dingen aan. “Ik zie nog duidelijker de overeenkomst tussen mondgezondheid en algehele gezondheid. Ik kan patiënten iets meer meegeven dan de adviezen die iedere mondhygiënist geeft. Ook heb ik veel kennis opgedaan in coaching, wat ik zeker toepas.” Andersom heeft haar achtergrond als mondhygiënist zeker geholpen tijdens haar studie tot vitaliteitstherapeut doordat ze al het een en ander over gezondheid wist. Toch was de studie wel erg pittig door het hoge wetenschappelijke gehalte. “Er wordt zoveel onderzoek gedaan op het gebied van gezondheid en leefstijl, maar helaas wordt niet ieder onderzoek goed uitgevoerd. Wij werken naar het beste bewijs, wat er op dit moment is. Dus je moet jezelf voortdurend blijven bijscholen.”

Mailconsulten
Yvonne geeft ook mailconsulten. “Er is zeker een markt voor deze consulten. Iedereen heeft tegenwoordig een mobiel en is erg druk. Een mailconsult kun je gemakkelijker inpassen in je leven. Misschien wordt de stap ook kleiner, doordat je in je eigen vertrouwde omgeving aan de slag kan. Emailtrajecten staan nog in de kinderschoenen, maar er zijn zeker voordelen ten opzichte van face-to-face contacten. Misschien dat de mondhygiënist hier ook wat mee kan bij het motiveren van een patiënt. Hoeveel mensen zeggen niet: ‘Als ik hier vandaan kom, ga ik trouw aan de slag, maar na 4 weken verwatert het’. Wellicht biedt een motiverende mail uitkomst.”
Yvonne gaat nog lang niet achterover leunen en blijft leren: “Ik wil veel mensen begeleiden om de beste versie van zichzelf te worden!”

Yvonne van Vugt, Yvital

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Tanderosie

Tanderosie: een uitdaging

Erosie en gebitsslijtage vormen voor de tandarts algemeen practicus vaak een uitdaging qua diagnostiek en preventie. Maar ook voor de restauratieve behandeling. Dit artikel geeft u enkele handvaten voor de aanpak van patiënten met erosie.

De diagnostiek van erosie is moeilijk vanwege de vaak multi-factoriële oorzaak (attritie, abrasie). Van deze 3 processen is erosie is de grootste veroorzaker van verlies van tandweefsel.

Wat is erosie?
Verlies van hard tandweefsel als gevolg van inwerking van zuren niet geproduceerd door bacteriën.

Prevalentie
Lastig te beoordelen. Studies tonen een grote variatie in uitkomsten. Dit vanwege gebrek aan een standaardisatie van de terminologie en gebrek aan een beoordelingssysteem. Echter de trend is een toename van erosie bij jongere mensen.

Etiologie

Risicofactoren

Extrinsiek

Citrusvruchten, vruchtensap, smoothies, koolzuurhoudende dranken en sportdranken

  • Zure voedingsmiddelen: azijn, saladedressing, augurken
  • Medicatie die zorgt voor een lage secrectiesnelheid van de speekselklieren
  • Zure medicatie: o.a. Vitamine C kauwtabletten
  • Recreatie: Choolwater van zwembaden
  • Mogelijk: Whitening producten, verstoort de vorming van oppervlak pellicle. Kan hierdoor zorgen voor een toename van erosie.
  • Intrinsiek

    Gastro-oesophagale reflux disease (GORD)

  • Zwangerschap
  • Alcoholisme
  • Eetstoornissen
  • Overgeven
  • Diagnose
    Klinische verandering van het element is de belangrijkste diagnostische criteria. Er is geen beoordelingssysteem dat een systematische diagnostiek mogelijk maakt. In een vroeg stadium van erosie zijn de verandering vaak nog subtiel. Bij progressieve erosie kunt u cupping waarnemen, het gladder worden van oppervlakten, expositie van dentine en in ver gevorderde stadia expositie van de pulpa. Vullingen zullen bij een gevordende erosie stadium boven de tanden uitsteken. Door een afname van glazuur zullen elementen gevoeliger worden voor warm en koud.
    Het herkennen van erosie in een vroeg stadium is belangrijk aangezien u de patiënt dan bewust kunt maken van de gevolgen en kunt ondersteunen bij gedragsveranderingen.

    Preventie is belangrijk
    Indien er klachten zijn van overgevoeligheid door expositie van dentine is dit vaak een indicatie voor een actief erosie proces. Het gebruiken van vergrotingen om de verandering van anatomie van de tanden te verduidelijken is raadzaam. Visuele communicatie blijkt effectiever dan verbale communicatie. Luchtfoto’s kunnen dienen om de progressie van erosie te monitoren. En de documentatie van patient-compliance.

    Management
    Effectief management is eliminatie of anders reduceren van risicofactoren. U speelt als mondzorgprofessional een belangrijke rol bij het geven van een goede voorlichting en de bewustwording van eigen verantwoordelijkheid voor het beschermen van eigen dentitie.
    Slijtagegraad zou u kunnen verdelen in: mild, gemiddeld en ernstig. Afgelopen jaren zijn er verschillende beoordelingssystemen geïntroduceerd. Belangrijk is dat de classificatie gecorreleerd is met de leeftijd van de patiënt. Wanneer u als mondzorgprofessional de eerste symptomen van erosie bij uw patiënten signaleert, geeft u (leefstijl)advies om de progressie van erosie onder controle te krijgen. Radicale voedingsveranderingen zijn vaak niet succesvol over de lange termijn. Gedragsveranderingen dienen daarom realistisch en haalbaar te zijn.

    Wanneer moet je als mondzorgprofessional ingrijpen?

    Bij hoge mate van slijtage en progressiviteit

  • Bij pijn of gevoeligheid
  • Noodzaak om functionele occlusie te herstellen en dit een toevoeging voor de esthetiek is
  • Indien er restauraties nodig zijn om te voorkomen dat het element factureert
  • Verlies van anatomie zal resulteren in:
    1. Verlies van de stabiele fossa/knobbel positie
    2. Door dento-alveolaire compensatie (verlies van beethoogte) minder ruimte voor restauraties
    3. Verlies van proale geleiding. Hierdoor een toename van contacten in de zijdelingse delen bij functie

    Indien gestart wordt met de restauratieve behandeling is het belangrijk om de risicofactoren te controleren.

    Materialen

    Composiet, keramiek, goud

  • Direct of indirect
  • Moderne composieten zijn veelzijdig; het kan zowel in de anterior als posterior dentitie worden toegepast. Reparaties zijn eenvoudig en het is goedkoper in vergelijking met keramiek. Notitie: alle materialen zijn gevoelig voor erosie.

    Conclusie
    Erosie is een combinatie van biologische, chemische en gedragsfactoren. De diagnostiek is daarom moeilijk, maar essentieel. Erosie dient net zoals cariës en parodontale problemen gescreend te worden in de praktijk. Bij de restauratieve behandeling dient minimaal invasief gewerkt te worden met adhesieve technieken.

    Bron:
    Journal of the Irish Dental Association 2012; 58 (5): 241-244.

Lees meer over: Diagnostiek, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

Kans op stress na prikaccident bij artsen

Een prikaccident kan leiden tot symptomen van Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) onder artsen in opleiding tot specialist. Ook wordt een accident vaak niet gemeld. Dat schrijft het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Van de 147 ondervraagde Londense aios had 54% ooit een prikaccident gehad. Als iemand anders het accident had veroorzaakt, was de kans op PTSS bijna 9 maal groter dan wanneer de aios zichzelf had geprikt.

PTSS
De vragenlijst over PTSS werd door 77 artsen ingevuld. Van hen had 12% last van klachten die passen bij PTSS. Onder de algemene Engelse bevolking is de prevalentie van PTSS ongeveer 3%. Symptomen van PTSS hingen niet samen met het geslacht, het behandelen van een hoogrisicopatiënt, de procedure of het type instrument dat werd gebruikt.

Melden
De onderzoekers wijzen op het belang van de rapportage van prikaccidenten. Daardoor kan de juiste behandeling worden gestart na blootstelling. Daarnaast kan in de gaten worden gehouden of artsen PTSS ontwikkelen. Toch worden lang niet alle prikaccidenten gemeld. De aiossen meldden 38% van de prikaccidenten niet, omdat dat teveel tijd kost. Ook als het volgens de aios om een laagrisico-incident ging, werd het prikaccident niet gemeld.

Bron:
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Occupational Medicine


Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Kindermishandeling: 5 tips voor het lastigste gesprek met ouders

Je hebt ernstige zorgen over een opvoedingssituatie. Je hebt de stappen van de Meldcode doorlopen en ziet geen mogelijkheden meer om het gezin zelf te helpen. Je zult bij het AMK een melding moeten doen van je vermoeden van kindermishandeling. Hoe bespreek je dit met de ouders?

Artikel door Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar.

Het gesprek waarin ouders te horen moeten krijgen dat er een melding wordt gedaan bij het AMK is het gesprek waar professionals het meest tegenop zien. Ze zijn bang voor de reactie van ouders op het slechte nieuws en voor de gevolgen die het kan hebben voor het kind.

In dit artikel krijg je 5 tips voor het gesprek waarin je ouders vertelt over je besluit dat je een melding gaat doen bij het AMK.

1. Bereid het gesprek goed voor

Belangrijk is je af te vragen wie dit gesprek het beste kan voeren. Soms is dit degene die het meest een vertrouwensband heeft met het gezin. Soms is het beter om iemand te kiezen met een specifieke status, zoals een huisarts of schooldirecteur. Ook bepaal je vooraf wat de beste plek en tijd is voor het gesprek.

Stel vooraf vast wat je boodschap precies is. Het kan je helpen om de openingszin op te schrijven. Bedenk ook wat jouw belangrijkste argumenten zijn voor de melding.

Je kunt altijd hulp vragen aan het AMK over hoe je ouders het beste kunt informeren in de desbetreffende situatie.

2. Kom meteen met je boodschap

De kern van je boodschap is de zorg die je hebt over het kind. Je hebt signalen waargenomen die een risico vormen voor het welzijn en de veiligheid van het kind. Je hebt de afgelopen periode gemerkt dat ouders niet dezelfde zorg of oplossing delen en bent genoodzaakt om gespecialiseerde mensen de situatie te laten onderzoeken en te laten bepalen wat nu nodig is.

Breng de boodschap meteen aan het begin van het gesprek en draai er niet omheen. Een belangrijke valkuil is uitstellen: je praat eerst over koetjes en kalfjes, waardoor het steeds lastiger wordt om daadwerkelijk tot de kern van het gesprek te komen.

Zorg ervoor dat je de voorgenomen melding brengt als een feit. Geef ouders niet de indruk dat je ze om toestemming vraagt of dat de melding nog teruggedraaid kan worden.

3. Vang de emoties van de ouders op

Voor iedere ouder heeft de mededeling dat er een melding wordt gedaan bij het AMK enorme impact. Ouders die hun kind mishandelen zijn meestal extra kwetsbaar en dat merk je aan de manier waarop zij zullen reageren op jouw boodschap. Ze weten vaak zelf al dat ze falen in de opvoeding en hun gevoel van eigenwaarde is meestal heel laag. Dit kan ertoe leiden dat ze heftig zullen reageren op jouw mededeling.

Als ouders al hun frustraties er uit gaan gooien, blijf dan luisteren. Probeer ze niet te gaan overtuigen of ga niet beargumenteren waarom je tot het besluit bent gekomen. Ouders hebben het recht met emotie te reageren. Blijf actief luisteren, toon begrip en probeer ordening aan te brengen in wat ouders je proberen duidelijk te maken.

4. Blijf de zorg om het kind centraal stellen

Nadat ouders hun frustratie hebben geuit vraag je of je nog eens zal uitleggen waarom je wil dat het AMK meekijkt in de situatie. Beperk je tot de zorgen die je hebt over het kind. Benoem de zorgen zo concreet mogelijk: wat heb je gezien, gehoord en geroken? Voorkom het beschuldigen of veroordelen van ouders.

Maak duidelijk dat de afspraken die je eerder met de ouders hebt gemaakt niet hebben geleid tot een verbetering van de situatie.

Geef aan dat het AMK onderzoek zal gaan doen waardoor helder wordt óf en welke hulp nodig is om de opvoedingssituatie te verbeteren.

5. Geef ouders duidelijkheid over het vervolg

Neem de tijd om het gesprek goed af te ronden. Vat het gesprek samen en vertel ouders precies wat er nu gaat gebeuren.

Geef aan dat iemand van het AMK contact met ze zal opnemen om met hen verder te praten over de zorgen die er zijn om het kind.

Maak duidelijk op welke wijze je zelf in contact blijft met het gezin

Bron:
Artikel van Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar Weet wat te doen bij kindermishandeling.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
kindermishandeling

Kindermishandeling, en dan?

Per 1 juli zijn zorgverleners verplicht de Meldcode kindermishandeling te gebruiken. Hoe herkent u kindermishandeling en hoe maakt u dit bespreekbaar? Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar gaf uitleg en een duidelijk stappenplan.

Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar was de eerste spreker van het voorjaarscongres van de NVM. Van der Leck sprak over het herkennen en bespreekbaar maken van kindermishandeling. Dit kan via een duidelijk stappenplan maar het is ook zeker belangrijk om naar de eigen intuïtie te luisteren. Per 1 juli zijn we verplicht om de Meldcode te gebruiken.

De motivatie van Van der Leck om als trainer, spreker en adviseur over kindermishandeling te werken spatte duidelijk naar voren tijdens haar inleiding. Zij kwam zelf in contact met jongeren die mishandeld werden. Een ervan was zelf zo ongelukkig dat hij aan zelfmoord dacht. Helaas is zij hem kwijtgeraakt en maakt zij zich nog altijd ongerust over hem. Ze voelde zich machteloos; wat kon ze doen? Ze wilde weten hoe je als professional nou het beste kunt omgaan met dit soort zorgelijke situaties, zodat je écht wat kunt doen. En inmiddels leert ze dit aan de eerstelijns in de vorm van presentaties en trainingen.

Wat is het ergst?
Op het grote scherm verscheen een aantal situaties waarbij sprake was van kindermishandeling: een kind met een volle luier met duidelijk kapotte billen bij de crèche brengen, een kind dat getuige is van ouders die elkaar slaan, een kind dat zelf in het gezicht wordt gestompt en geschopt en een kind dat liefdeloos wordt opgevoed. Van der Leck vroeg ons welke situatie wij het ergst vonden? Voor iedereen blijkt dit anders te zijn en af te hangen van het eigen referentiekader.

Doorbreek de geweldsspiraal
Het kan best lastig zijn om te bepalen of er daadwerkelijk sprake is van mishandeling. Niemand wil mensen te snel veroordelen. Toch vertelde Van der Leck : “Luister naar je onderbuikgevoel. Je kunt je je onzeker voelen over je eigen waarschuwingssysteem, maar luister er toch naar. Maak het bespreekbaar. Dat is wat anders dan dat je gelijk de politie op de stoep laat komen.”

Ze riep ons op de spiraal te doorbreken, want een derde van mishandelde kinderen gaat later zijn eigen kinderen ook mishandelen. En nog veel schokkender: Elke week overlijdt er een kind ten gevolge van kindermishandeling!

Oplettendheid van tandheelkundige gevraagd
Bij kindermishandeling wordt een kind geweld toegebracht of wordt nagelaten het wezenlijke zorg of aandacht te geven. Hierdoor is het welzijn en de veiligheid van het kind in gevaar.
Tandheelkundigen hebben mogelijkheden om de gevolgen van mishandeling te herkennen. Bijna 75% van letsel door lichamelijke kindermishandeling is namelijk zichtbaar in het hoofd-halsgebied. Dit komt doordat de agressie van de pleger zich vaak richt op dat deel dat emotie laat zien. Van der Leck laat hierbij foto’s zien van een handafdruk op de wang en ook een foto van een gescheurd lipbandje.

Door de moeder werd als verklaring gegeven dat het kind op de trap was geklommen en naar beneden was gevallen. Dit kon echter niet kloppen: het kind had nog niet de leeftijd om al op de trap te kunnen klimmen. “Vraag dus altijd hoe het zo gekomen is en check of het verhaal klopt”, adviseerde Van der Leck. Later bleek dat bij dit kindje de fles te ruw naar binnen werd gedrukt. Eigenlijk met alle goede bedoelingen van de ouder die wilde dat het kind genoeg zou drinken. Zo’n ouder heeft behoefte aan begeleiding. Oordeel dus niet te snel. Het bespreekbaar maken is daarom zo ontzettend belangrijk. “ Bekijk in hoeverre ouders bereid zijn om met jou samen te werken. Zo niet? Dan is het pas écht zorgelijk en is de kans groter dat er sprake is van kindermishandeling.”

Een mondzorgprofessional wordt geacht niet alleen te letten op letsel door fysiek geweld. Een vorm van kindermishandeling die de meesten al herkennen, is tandheelkundige verwaarlozing. Van der Leck vertelt: “De meeste mondzorgprofessionals zien in deze gevallen de ernst in van de situatie, maar delen hun zorgen niet met de ouders. Ze repareren de boel of maken de mond schoon en zien de kinderen later weer terug met dezelfde zorgwekkende mondhygiëne. Let ook goed op kinderen die uit beeld verdwijnen. Soms staat een behandeling open en moet je je echt zorgen maken”.

Mondzorgprofessionals kunnen psychische verwaarlozing of mishandeling zelf waarnemen in de praktijk, bijvoorbeeld als ouders het kind niet genoeg steunen. Psychisch ‘geweld’ is net zo goed kindermishandeling.

Maak het bespreekbaar
Als we ons echt ernstige zorgen maken over het welzijn of de veiligheid van een kind, dan ligt er vaak toch een drempel om het bespreekbaar te maken. We zijn soms bang om de patiënt te verliezen uit het patiëntenbestand. Van der Leck stelde ons gerust: “Als professionals zorgen op zorgvuldige wijze bespreekbaar maken bij ouders, wordt dat uiteindelijk vaak gewaardeerd door ouders. In veel gevallen versterkt het zelfs de behandelrelatie”.

Stappenplan

  1. Leg de signalen vast: Wat heb je gehoord, gezien, geroken? De feitelijke waarnemingen dus.
  2. Overleg met een deskundige collega: Misschien speelt je eigen referentiekader een te grote rol of heeft je collega ook zorgelijke signalen herkend?
  3. Bespreek zorgen met ouders. Spreek niet over mishandeling maar over zorgen. Leg goed uit wat de gevolgen zijn van hun handelen en geef advies.
  4. Weeg de ernst van de situatie af. Kun je met de verzamelde informatie spreken van een risico op geweld?
  5. Geen risico: behandel of verwijs door. Wel risico: doe een melding bij het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, bij patiënten jonger dan 18) of SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld, bij patiënten ouder dan 18 jaar).

Meldcode
We zijn verplicht om de Meldcode te gebruiken om kennis hierover te verspreiden. Ook is men verplicht om iemand als een aandachtsfunctionaris binnen de praktijk aan te stellen.

Van der Leck gaf een indrukwekkende en interactieve presentatie. Ze liet een discussiërende zaal achter en dat was precies de bedoeling.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de lezing van Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar tijdens het NVM voorjaarscongres.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Aantal diabeten flink gestegen

Sinds 2000 neemt het aantal mensen met diabetes fors toe, meldt het RIVM. Bij mannen is het aantal verdubbeld, bij vrouwen is er een toename van 65%.

Begin 2011 waren er volgens het RIVM 801.000 mensen met diabetes bekend bij de huisarts. Dit komt neer op 48 mensen per 1.000 Nederlanders. In de leeftijdscategorie van mensen tussen de 40 en 70 jaar komt diabetes meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij mensen boven de 75 jaar komt diabetes meer voor bij vrouwen. Circa 90% van de diabeten heeft type 2 diabetes.

Het RIVM verwacht een verdere toename van het aantal mensen met diabetes door de groei en vergrijzing van de bevolking en de verwachtte verdere stijging van het aantal mensen met overgewicht in de toekomst.

Bron:
RIVM

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Huidaandoeningen in de tandheelkundige praktijk

Huidaandoeningen in de tandheelkundige praktijk

Contactdermatitis, ook wel bekend als contacteczeem, is een huidreactie veroorzaakt door irriterende stoffen (irratieve contactdermatitis) of allergenen (allergische contactdermatitis). Waar liggen de gevaren en hoe voorkomt u het?

In de afgelopen decennia is de frequentie van contactdermatitis fors toegenomen in de tandheelkundige praktijk. In de meeste gevallen zijn de handen en vingertoppen aangedaan. De klinische verschijnselen zijn de aanwezigheid van blaasjes, roodheid, kloofjes en jeuk.

Irratieve contactdermatitis (ICD)
Wanneer er sprake is van ICD, is de beschermingsbarrière van de huid aangedaan. Hierdoor ontstaat er een verhoogde kans op overgevoeligheid. Vaak komt ICD voor op de rug van handen en vingers.

Voor de tandarts en mondhygiënist is vooral van belang te weten dat ICD wordt vaak veroorzaakt door chemische bestanddelen uit zepen, desinfecteermaterialen en latex handschoenen. Ook factoren zoals het veelvoudig wassen van de handen of het seizoen (winter) spelen een grote rol bij het ontstaan van ICD. ICD komt ook voor bij de tandtechnicus en wordt vaak veroorzaakt door het bewerken van kunststof en metalen.

Allergische contactdermatitis (ACD)
De diagnose allergische contactdermatitis is vaak lastig te stellen. De reden hiervoor is de grote verscheidenheid aan materialen in de tandartspraktijk en gebrek aan kennis van de samenstelling van deze materialen en de mogelijke gevaren hiervan.
In tegenstelling tot ICD, komt ACD vooral voor op de vingertoppen. Vaak zijn duim, wijsvinger en middelvinger aangedaan.
ACD kan worden veroorzaakt door de volgende materialen:

  • Methacrylaten – Voorbeelden: composieten, prothese materialen, primers
  • Additieven – Voorbeelden: katalysatoren, initiatoren, inhibitoren en kunststofpigmenten
  • Metalen – Voorbeelden: kobalt, nikkel, amalgaam, goud, chromaat
  • Latex handschoenen
  • Siliconen afdrukmaterialen

Preventie
Ten eerste is het gebruik van latex vrije handschoenen aan te raden. Huid irriterende zepen en desinfecteermiddelen moeten vervangen worden. Regelmatig huidverzorging met parfumvrije crèmes heeft een preventief effect.

Ten tweede moet er bewust omgegaan worden met de materialen in de praktijk. Methacrylaten gaan makkelijk door een rubberen of latexhandschoen heen. Het is dus goed om contact met deze materialen te vermijden. Ook zijn andere handschoenen aan te raden die beter beschermen tegen deze materialen. Een goed ventilatiesysteem in de praktijk is ook niet overbodig, hiermee wordt de kans op contactdermatitis via de lucht verminderd.

Ten derde moet de kennis over de gevaren en omgang met bepaalde materialen verbeterd worden. Personeel moet opgeleid worden om op een veilige manier met de materialen te kunnen werken .

Bron:
Samenvatting door Marieke Filius voor dental INFO van het boek van T. Rustemeyer and P.J. Frosch, Occupational Contact Dermatitis in Dental Personnel. De heer T. Rustemeyer is dermatoloog in het VU medisch centrum.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
hoofd en hals

Hoofd- en halszaken in de tandartspraktijk

Patiënten kunnen zich met een klacht in het hoofd-halsgebied zowel tot een huisarts als tot een tandarts wenden. De Vereniging Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI) wijdde hun jaarlijkse congres aan hoofd- en halszaken.

Zwelling
Als eerste besprak Ludi Smeele zwellingen in de hals. Hij wees erop dat hiervoor geen recente richtlijn bestaat: de CBO richtlijn voor diagnostiek van verdachte halsklierzwellingen stamt uit 1984. Volgens Smeele moeten zorgverleners in de eerste lijn zich primair focussen op de vraag of een zwelling onschuldig is.

Antibiotica
Robert van Es behandelde in zijn voordracht allerlei bacteriële infecties in het hoofd-halsgebied, waaronder odontogene infecties, sinusitis, parotitis en cervicale infecties. Hij stelde dat antibiotica bij odontogene infecties alleen geïndiceerd zijn bij lokale
verslechtering en systemische verschijnselen.

Slijmvliesafwijkingen
Jan de Visscher toonde een groot aantal slijmvliesafwijkingen. Omdat deze geen klachten geeft, is een patiënt zich niet bewust van de aanwezigheid ervan. Gelukkig zijn de meeste slijmvliesafwijkingen onschuldig. Enkele, zoals leukoplakie, zijn echter wel potentieel premaligne. Helaas blijkt behandeling van leukoplakie nauwelijks effect op de transformatie tot carcinoom te hebben.

Oorzaken pijn hoofd- en halsgebied
Mogelijke oorzaken van pijn in het hoofd- en halsgebied werden besproken door Boudewijn Stegenga. Omdat de locatie waar de pijn zijn oorsprong heeft niet gelijk hoeft te zijn aan de plaats waar deze wordt waargenomen, bestaat de kans dat patiënten bij de ‘verkeerde’ zorgverlener terechtkomen. Stegenga ging daarom uitvoerig in op allerlei oorzaken voor misdiagnostiek.

Psychopathologie
Tot slot toonde Eelco Hakman aan de hand van videofragmenten dat sommige orofaciale klachten ook het gevolg kunnen zijn van onderliggende psychopathologie. Volgens hem is het niet moeilijk om de betreffende psychische problemen te identificeren. Als je goed luistert naar de patiënt dan vertelt deze het vaak zelf. Het maken van een tijdslijn van levensgebeurtenissen kan hierbij een nuttig hulpmiddel zijn.

Volgende VMTI-congres: 3 oktober 2013
Op 3 oktober 2013 vindt het VMTI-congres ‘Tussen de oren’ plaats.

Bron:
Verslag van het VMTI-congres ‘Hoofd en halszaken in de huisarts- en tandartspraktijk”, 11 oktober 2012 door NTvT, H.S.
Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Aantal mensen met diabetes bijna twee keer zo veel als in 2001

In 2011 had 4,7 % van de bevolking diabetes. Dit is bijna twee keer zo veel als in 2001 toen het aandeel nog 2,8% was. In de leeftijdscategorie 65-75 jarigen had zelfs 15,5 % diabetes in 2011, tegen 10,6% in 2001. Dit blijkt uit cijfers van het CBS-rapport Samelijk weten: trends in voeding en gezondheid.

Door de welvaartsstijging is overvoeding een steeds groter probleem aan het worden. In 2011 hadden ongeveer 6 miljoen Nederlanders matig tot ernstig overgewicht. Van de volwassen mannen is 54% te zwaar, bij de vrouwen is dit 43%. Dat is aanzienlijk meer dan twintig jaar geleden toen deze aandelen nog 39 respectievelijk31 procent bedroegen. Overgewicht speelt een belangrijke rol bij diabetes.

Bron:
CBS

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

5 Redenen waarom mondzorgprofessionals kindermishandeling kunnen signaleren

Tandheelkundig zorgverleners hebben unieke mogelijkheden om kindermishandeling te signaleren. Dat schrijft Bureau Bespreekbaar. Het bureau noemt 5 redenen waarom juist deze professionals kindermishandeling in hun werk kunnen signaleren.

1. Kennis van gebit en mondhygiëne
Mondzorgprofessionals kunnen zorgelijke afwijkingen in en rond de mond van een kind goed beoordelen. Zij kunnen bijvoorbeeld signaleren dat het gebit van een kind structureel niet wordt verzorgd. Maar ook letsel in en rond de mond door fysiek geweld kan door mondzorgprofessionals worden gesignaleerd.

2. Herkennen letsel in hoofd-halsgebied
Bureau Bespreekbaar schrijft dat bijna 75% van het letsel als gevolg van lichamelijke kindermishandeling zichtbaar is in het hoofd-halsgebied. Verdacht letsel in dit gebied kan goed door een mondzorgprofessional worden herkend.

3. Herkennen spanning in fysiek contact
Slachtoffers van geweld reageren vaak gespannen op fysiek contact. Mondzorgprofessionals hebben lichamelijk contact met hun patiënten waardoor zij extreme angst of gespannenheid kunnen herkennen.

4. Getuige van interactie ouder-kind
Mondzorgprofessionals zijn tijdens hun werk getuigen van het contact tussen ouder en kind. Behandelaars hebben vaak goed door wanneer een ouder zijn kind niet steunt. Bijvoorbeeld als zij schreeuwen of het kind negeren in plaats van liefdevol en betrokken te zijn.

5. Patiënten wisselen niet snel van tandarts
Amerikaans onderzoek laat zien dat mishandelende ouders wel vaak van huisarts wisselen maar niet van tandarts. Zo kunnen mondzorgprofessionals gezinnen een lange tijd volgen en veranderingen opmerken.

Beroepskrachten in de mondzorg verkeren dus in een specifieke beroepssituatie die unieke mogelijkheden biedt om signalen van kindermishandeling te herkennen. Het signaleren van zorgelijke situaties is een belangrijke eerste stap. Maar met signaleren alleen bent u er nog niet: heeft u een vermoeden van kindermishandeling, volg dan de stappen uit de Meldcode.

Bron:
Bureau Bespreekbaar

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Groene groenten verminderen kans op orale kanker

Uit een reviewstudie in Annals of Oncology komt naar voren dat het minimaal één keer per week consumeren van kruisbloemige groenten het risico op ontwikkeling van orale kanker kan verminderen. Tot de kruisbloemige groenten behoren broccoli, bloemkool, kool, spruiten, waterkers en radijs.

17% minder kans
Volgens de British Dental Health Foundation versterkt deze studie de associatie tussen een slecht dieet en de ontwikkeling van orale kanker. In deze studie werd onthuld dat mannen en vrouwen die ten minste één keer per week kruisbloemige groenten consumeerden 17% minder kans hadden op de ontwikkeling van orale kanker dan zij die geen kruisbloemige groenten nuttigden. Maar dat is niet het enige positieve effect van kruisbloemige groenten. De resultaten laten daarnaast zien dat deze groenten de risico’s verminderen op slokdarm kanker (28%), dikkedarmkanker (17%), borstkanker (17%) en nierkanker (32%).

Gebalanceerd
Dr. Nigel Carter, chief executive van de Foundation, geeft aan dat één derde van alle gevallen van orale kanker geassocieerd lijken te zijn met een ongezond dieet. De Foundation beveelt daarom een gezond en gebalanceerd dieet aan met veel groente en fruit. Verder komt er steeds meer bewijs dat Omega 3 (in vis en eieren) en vezels (in zilvervliesrijst, volkoren pasta, noten en zaden) het risico op orale kanker kunnen verlagen.

Oorzaken
Het aantal mensen die worden gediagnosticeerd met mond, keel en slokdarm kanker stijgt continu. Onderzoekers denken dat dit te wijten is aan overmatig roken, drinken en een ongezond dieet bij jongeren. Daarnaast laat nieuw onderzoek een dramatische stijging van orale kanker zien door het humaan papillomavirus en orale seks. Tabak blijft echter de grootste etiologische factor bij orale kanker. Door mensen te stimuleren te stoppen met roken en een gezonde levensstijl na te streven, kan het risico op het ontwikkelen van orale kanker worden verminderd.

Bron:
Dentalrepublic.co.uk

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z