Volgens een recent onderzoek door Wendy Knibbe, Ad de Jongh, Kübra Acar-Ceylan, Zahra Al Hamami, Corine M. Visscher en Frank Lobbezoo kan een traumagerichte behandeling voor PTSS positieve effecten hebben op chronische pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme.
Posttraumatische stressstoornis
Na confrontatie met één of meer ernstige bedreigende gebeurtenissen kunnen personen een psychische aandoening ontwikkelen die posttraumatische stressstoornis (PTSS) wordt genoemd. Symptomen van PTSS omvatten: zich opdringende verontrustende herinneringen of nachtmerries; het vermijden van alles was verband kan houden met de traumatische gebeurtenis; negatieve veranderingen in cognities en stemming; en veranderingen in arousal en reactiviteit. PTSS gaat relatief vaak samen met chronische pijn, waaronder chronische pijnlijke temporomandibulaire disfunctie (TMD).
Pijnlijke TMD en bruxisme
TMD is een verzamelnaam voor aandoeningen die de kaakgewrichten, kauwspieren en bijbehorende weefsels betreffen. TMD hoeft niet gepaard te gaan met pijn, maar pijn is wel het meest voorkomende symptoom. Naast tandheelkundige pijn is TMD-pijn één van de belangrijkste oorzaken van pijn in het orofaciale gebied. Net als pijnlijke TMD komt ook bruxisme vrij veel voor. TMD en bruxisme zijn tot op zekere hoogte aan elkaar gerelateerd. Er zijn twee vormen van bruxisme: waak- en slaapbruxisme. Waakbruxisme vindt plaats als de persoon wakker is, terwijl de kauwspieractiviteit bij slaapbruxisme gedurende de slaap aanwezig is. Zowel waak- als slaapbruxisme worden niet gezien als stoornis bij anderszins gezonde personen. De achtergrond van zowel pijnlijke TMD als van waak- en slaapbruxisme is multifactorieel, met een belangrijke rol voor psychosociale factoren. PTSS is één van die psychosociale factoren die een rol lijken te spelen in de etiologie van pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme. Hoewel ze dus relatief vaak samen voorkomen met PTSS, was niet eerder onderzocht wat dat betekent voor de behandeling van TMD, waak- en slaapbruxisme.
Onderzoek
In dit onderzoek was de hypothese dat chronische pijnlijke TMD, pijnintensiteit, waak- en slaapbruxisme zouden afnemen na een op het trauma gerichte behandeling en dat deze afname zou aanhouden zes maanden na de behandeling. Er werd onderzoek gedaan onder een steekproef van personen met ernstige PTSS die waren verwezen voor traumagerichte behandeling bij een gespecialiseerd behandelcentrum voor psychotrauma. Naast de gebruikelijke diagnostische instrumenten voor PTSS vulden de deelnemers korte vragenlijsten in over chronische pijnlijke TMD, pijnintensiteit, waak- en slaapbruxisme. De metingen vonden plaats voor de behandeling, een week na de behandeling en zes maanden na de behandeling.
De behandeling
De behandeling was een 4-8 dagen durende korte, intensieve, traumagerichte behandeling voor PTSS en bestond uit dagelijkse sessies van exposure therapie en eye movement desensitization and reprocessing (EMDR)-therapie. Bij exposure therapie worden de herinneringen aan traumatische ervaringen verwerkt door tot in detail de confrontatie aan te gaan met de traumatische herinnering(en), waardoor de angst voor deze herinnering afneemt. Bij EMDR-therapie vermindert de lading op nare herinneringsbeelden door het meest beladen herinneringsbeeld in gedachten te nemen en tegelijkertijd de aandacht te richten op het uitvoeren van een werkgeheugen-belastende taak, zoals het met de ogen volgen van de hand van de therapeut die vlak voor het gezicht heen en weer beweegt. Naast deze combinatie van evidence-based traumagerichte therapieën maakten lichaamsbeweging en voorlichting over PTSS deel uit van het behandelprogramma. Een reeks studies heeft aangetoond dat dit kortdurende intensieve behandelprogramma een effectieve behandeling voor PTSS is.
Resultaten
Er waren 98 deelnemers die naast PTSS ook chronische pijnlijke TMD rapporteerden (82 vrouwen van gemiddeld 38 jaar oud en 16 mannen van gemiddeld 45 jaar oud). In deze groep namen chronische pijnlijke TMD, pijnintensiteit, waak- en slaapbruxisme significant af na behandeling. Zes maanden na afloop van de behandeling was er op groepsniveau nog steeds sprake van een significante afname van chronische pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme ten opzichte van voor de behandeling.
Conclusie
Deze studie is de eerste die er op wijst dat een traumagerichte behandeling voor PTSS kan bijdragen aan de vermindering van chronische pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme bij patiënten met PTSS en chronische pijnlijke TMD. Deze resultaten wijzen er op dat een traumasensitieve benadering van patiënten die behandeling zoeken voor chronische pijnlijke TMD mogelijk verstandig is en dat het verwijzen van patiënten met comorbide PTSS voor traumagerichte behandeling een waardevolle aanvulling zou kunnen zijn in het behandelplan.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/04/stress.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-09-23 10:56:142024-09-11 11:16:07Na een traumagerichte behandeling bij mensen met PTSS en chronische pijnlijke TMD nemen pijnlijke TMD, waakbruxisme en slaapbruxisme af
Een studie gepubliceerd in PLOS ONE presenteert een manier om de bloedsuikerspiegel van patiënten met type 2-diabetes te verbeteren. Uit het onderzoek bleek dat patiënten met diabetes type 2 met een goede occlusiefunctie en voldoende tanden een significant lagere bloedsuikerspiegel hebben.
Onderzoek
In het onderzoek werd gekeken naar 94 patiënten met diabetes type 2. Er werd vastgesteld dat patiënten met een goed kauwvermogen significant lagere bloedsuikerspiegels hadden dan patiënten met een verminderd kauwvermogen.
Kauwproces
Het kauwproces is niet alleen mechanisch belangrijk maar kan ook zorgen voor insulinesecretie. Hierdoor wordt een gevoel van verzadiging gecreëerd, wordt overeten beperkt en vermindert het risico op obesitas. Door het plaatsen van implantaten om het kauwvermogen te verminderen kan de bloedsuikerspiegel enorm worden verbeterd.
Diabetes
Een half miljard mensen wereldwijd hadden diabetes in 2019. Van deze half miljard mensen heeft ten minste 90% diabetes type 2. Een stijging van de bloedsuikerspiegel is ook gelinkt aan het risico op cardiovasculaire of ischemische hartziekten.
Conclusie
Er moet meer onderzoek worden gedaan naar de kauwfunctie en het verband met de bloedsuikerspiegel. Hierbij ligt de focus op het ontdekken van innovatieve manieren om te zorgen dat tandheelkundige gezondheid kan bijdragen aan een juiste bloedsuikerspiegel en controle van diabetes type 2.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/09/Verband-tussen-occlusiefunctie-en-bloedsuikerspiegel-van-patienten-met-diabetes-type-2.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-09-20 09:00:402024-08-21 11:20:04Verband tussen occlusiefunctie en bloedsuikerspiegel van patiënten met diabetes type 2
Door het koppelen van elektronische medische en tandheelkundige dossiers wordt geprobeerd betere zorg te leveren aan patiënten met de ziekte van Sjögren volgens onderzoekers van het Regenstrief institute en de Indiana University School of Dentistry.
Ziekte van Sjögren
De ziekte van Sjögren is een chronische auto-immuunziekte en kan het hele lichaam aantasten, waaronder ook de tanden. De behandeling van de ziekte werd bemoeilijkt voor tandartsen van de patiënten door hun artsen omdat tandheelkundige en medische dossiers werden gescheiden. Tandartsen hadden hierdoor weinig informatie over de diagnose van Sjögren.
Koppelen van medische en tandheelkundige dossiers
Door het koppelen van elektronische medische dossiers van patiënten met de ziekte van Sjögren aan hun elektronische tandheelkundige dossiers kwam het onderzoeksteam erachter dat minder dan een derde van de artsen van patiënten waarbij de ziekte was vastgesteld, de tandarts op de hoogte had gebracht.
Mondgezondheid en ziekte van Sjögren
Er is een verband tussen de mondgezondheid en de ziekte van Sjögren. Patiënten met de ziekte van Sjögren zijn over het algemeen bewust van hun gezondheid maar kunnen wel hun tanden verliezen door de ziekte. Wanneer de tandarts niet op de hoogte is omdat er geen informatie is uit het elektronische medische dossier, kan de tandarts ook niet zorgen voor een behandeling om de tanden te behouden.
Conclusie
De resultaten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt om de ziekte van Sjögren in de loop van de tijd beter te kunnen begrijpen en kan zorgen voor een eerdere diagnose. Het onderzoeksteam hoopt dat dit onderzoek ook gebruikt kan worden bij de behandeling van andere systemische auto-immuunziekten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/09/Verband-tussen-mondgezondheid-en-gezondheidszorg-aan-patienten-met-ziekte-van-Sjogren-2.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-08-16 09:00:062024-07-03 11:19:29Verband tussen mondgezondheid en gezondheidszorg aan patiënten met ziekte van Sjögren
In september start de consumentencampagne om rokers aan te moedigen mee te doen aan Stoptober: een campagne waarin rokers en niet-rokers elkaar helpen om 28 dagen niet te roken. Dit jaar viert Stoptober hun 11e editie.
Stoptober werkt
Onderzoek van het AMC toont aan dat 70% van alle Stoptober-deelnemers het volhoudt om 28 dagen niet te roken. Bijna de helft van de deelnemers is drie maanden later nog steeds gestopt. En een kwart is na een jaar nog steeds helemaal rookvrij. Stoptober is een initiatief van KWF, Hartstichting, Longfonds, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Trimbos-Instituut, GGD GHOR Nederland en Stichting Gezondheidsfondsen voor Rookvrij.
Roken is slecht voor het gebit. Het kan leiden tot ernstige tandvleesontstekingen en verlies van tanden. Roken is bovendien de oorzaak van 75% van mond- en keelkankergevallen.
Geef je patiënt een stopadvies met toolkit van Trimbos-instituut
Het Trimbos-instituut heeft een toolkit beschikbaar om patiënten te motiveren om mee te doen aan Stoptober. Deze toolkit bevat 5 posters, 80 flyers, 60 visitekaartjes en 15 Very Brief Advice kaartjes.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/09/86809664-roken-400x230.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-08-15 09:00:202024-08-15 10:43:18Stoptober: samen 28 dagen niet roken - bestel de toolkit
Het Numb Chin Syndrome (NCS) wordt gekarakteriseerd door gevoelloosheid van de huid in de regio van de onderlip, kin en mucosa aan de binnenzijde van de lip. Er is sprake van sensorische neuropathie van de n. mentalis of n. alveolaris inferior. In de meeste gevallen overschrijdt deze gevoelloosheid de mediaanlijn niet (1).
Verstandskiezen Neuropathie van de n. mentalis of n. alveolaris inferior kan verschillende oorzaken hebben. In de meeste gevallen is er sprake van een goedaardige dentale oorzaak. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: odontogene abcessen, dentaal trauma, cysten en osteomyelitis (2).
Ook iatrogene oorzaken, zoals beschadigingen van de n.alveolaris inferior bij het trekken van verstandskiezen, kan de oorzaak zijn van een verdoofd gevoel.
HIV Echter, als er geen lokale oorzaak te vinden is, is het belangrijk dat er aanvullend onderzoek wordt gedaan. Het is namelijk bekend dat ook systemische ziekten en maligniteiten de oorzaak kunnen zijn van een neuropathie van de n. mentalis of alveolaris inferior.
Bij systemische ziekten kan onder andere gedacht worden aan Multiple Sclerosis, HIV en Diabetes Mellitus (2).
Metastase
Indien een maligniteit de oorzaak is van een verdoofd gevoel in de kin-lipregio, dan is er meestal sprake van een metastase. 1% van de tumoren metasteert in het hoofdhalsgebied, waarbij de mandibula in de meeste gevallen is aangedaan.3
Bij volwassenen is deze metastase in 64% van de gevallen geassocieerd met borstkanker en in 14% van de gevallen met een lymfoom. Bij kinderen is er vaak sprake van acute leukemie (3).
Ook lokale tumoren komen voor. De gevoelloosheid kan veroorzaakt worden door compressie van de zenuw, door laesies aan de schedelbasis, door perineurale en neurale invasie of leptomeningeaal (2).
Symptomen Bij het NCS horen verschillende symptomen. Deze symptomen zijn afhankelijk van de oorzaak. Het verdoofde gevoel is vaak unilateraal. Als er sprake is van een neoplasie dan komt het in 10% van de gevallen bilateraal voor. Er kan sprake zijn van pijn en zwelling. Ook kunnen de elementen percussiegevoelig of mobiel zijn (3).
Conclusie
Neuropathie van de n. mentalis of n. alveolaris inferior is vaak een symptoom dat wordt veroorzaakt door een goedaardige dentale aandoening. De tandarts of kaakchirurg moet echter ook bedacht zijn op de eventuele aanwezigheid van een systemische ziekte of maligne aandoening.
Bronnen:
1. Divya KS, Moran NA, Atkin PA. Numb chin syndrome: a case series an discussion. British Dental Journal. Volume 208 no.4 feb 27 2010.
2. Baskaran RK, Krishnamoorthy, Smith M. Numb Chin Syndrome a reflection of systemic malginancy. World Journal of Surgical Oncology 2006: 4: 52
3. Lata J Kumar P. Numb chin syndrome: A case report and review of the literature. Indian J Dent Res 2010;21:135-79
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/03/kiespijn.jpg287405Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2024-07-08 07:00:002024-07-08 12:51:58Oorzaak gevoelloosheid lip-kinregio niet altijd goedaardig
Er zijn veel vragen over de gezondheidseffecten van vapes (elektronische sigaretten). In de factsheet over vapes van het Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging van het Trimbos-instituut kun je veel informatie hierover lezen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/09/Verband-tussen-vapen-en-onbehandelde-caries-gevonden.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-07-04 10:43:212024-07-04 10:44:28Vragen over vapen?
ADHD-patiënten die chronisch methylfenidaat (MF) gebruiken hebben mogelijk vaker restauratieve behandelingen nodig dan mensen die dit medicijn niet nemen. Volgens onderzoek in Special Care in Dentistry verhoogde elke genomen gram van het stimulerende middel de kans dat de persoon een herstellende behandeling nodig had.
ADHD-medicijn
Methylfenidaat is een effectief stimulerend medicijn voor de behandeling van aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (ADHD). Het gebruik ervan komt veel voor bij tot wel 7,5% van de kinderen van 6 tot 18 jaar en bij tot wel 35% van de studenten. Gerapporteerde bijwerkingen zijn onder andere verminderde botdichtheid en een langzamere groei bij kinderen. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar de rol van de medicatie in de mondgezondheid.
Lastig te onderzoeken
Het is lastig om het mogelijke verband tussen MF-gebruik en mondgezondheid te onderzoeken door de algemeen erkende nadelige effect van ADHD op de mongezondheid. Voorbeelden hiervan zijn een gebrek aan motivatie om mondhygiëne te behouden, vaker belonen van kinderen door hun ouders met cariogeen voedsel, en de medicatiegerelateerde xerostomie.
Cariës bij jongvolwassenen met ADHD
Onderzoekers van het Tel Aviv Sourasky Medical Center aangesloten bij Tel Aviv University hebben het effect en de dosis-respons van MF-gebruik op de ontwikkeling van cariës bij jonge volwassenen met ADHD beoordeeld. Ze analyseerden hiervoor gegevens van ruim 200.000 jongvolwassen militaire rekruten. Van die patiënten hadden 6.875 ADHD en een behandeling met methylfenidaat, 6.729 hadden onbehandelde ADHD en 200.000 hadden de aandoening niet.
De uitkomst was de behoefte aan restauratieve behandeling, die diende als een indicator van cariës: het hebben van ten minste één voorschrift voor een herstellende behandeling tijdens de onderzoeksperiode. De onderzoekers corrigeerden voor meerdere factoren waarvan bekend is dat ze het aantal herstellende behandelingen beïnvloeden.
Vaker zorg voor behandelde ADHD’ers
24% van degenen die voor ADHD werden behandeld hadden herstellende zorg nodig, vergeleken met 22% van de onbehandelde ADHD’ers en 17% van de controlegroep. Deze eerste groep had ook het hoogste gemiddelde aantal behandelingen per persoon met 0,88 ± 1,69. Dit aantal was 0,78 ± 1,54 bij de deelnemers met onbehandelde ADHD en 0,61 ± 1,72 bij de gezonde groep.
Methylfenidaat verhoogt kans op behandeling
Door middel van multivariate analyse kwamen de auteurs erachter dat de kans op ten minste één herstellende behandeling wordt verhoogd door het gebruiken van methylfenidaat met een odds-ratio van 1,006 voor elke extra gram MF. Dit vertaalt zich in een toename van het relatieve risico met 0,5% voor elke extra 1000 mg medicatie. In de studie werden de proefpersonen blootgesteld aan ongeveer 2300 mg in 3 maanden, maar sommige patiënten hebben tot 100 mg per dag nodig.
Belangrijke bevindingen
“Op basis van bovenstaande bevindingen concluderen we dat zowel ADHD als MF bijdragen aan de behoefte aan herstellende behandelingen. Andere belangrijke bevindingen zijn onder meer het verband tussen herstellende behandelingen en mannelijk geslacht, lagere sociaaleconomische status en opleidingsniveau, extreme BMI en immigratie van ouders uit ontwikkelingslanden”, schrijven de auteurs.
Incidentie mogelijk overschat
De beperkingen van de studie omvatten het retrospectieve ontwerp en de indirecte beoordeling van de cariëslast. Prospectieve onderzoeken gebruiken namelijk meestal standaardmetingen in plaats van het aantal voorgeschreven behandelingen. Uitkomstgegevens hadden waarschijnlijk de incidentie van cariës overschat, omdat de code voor “restauratieve behandelingen” ook herstel van mislukte vullingen omvatte, en niet alleen actieve cariëslaesies.
Verder onderzoek nodig
“Onze resultaten laten zien dat chronische MF-medicatie bij jongvolwassenen leidt tot een verhoogde behoefte aan restauratieve behandelingen en een significante impact op OH [mondgezondheid] impliceert. De pathofysiologie achter deze associatie blijft ongekarakteriseerd en vraagt om verder onderzoek”, concluderen de onderzoekers.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/06/Risico-op-overdosis-zelfmedicatie-voor-patiënten-door-lage-toegankelijkheid-zorg.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-07-03 09:00:302024-07-04 08:54:31Mogelijk verband tussen medicijngebruik bij ADHD-patiënten en benodigde restauratieve behandelingen
In een Amerikaans onderzoek van Delta Dental werden 1000 ouderen gevraagd naar hun mondgezondheid en indicaties van de mentale gezondheid. Mentale gezondheidsproblemen kunnen ervoor zorgen dat senioren hun mondgezondheid verwaarlozen. Een slechte mondgezondheid zorgt ervoor dat er psychische problemen ontstaan en dit kan leiden tot mondpijn, depressie, angst en een laag zelfbeeld.
Cijfers met betrekking tot depressie en mondgezondheid
80% van de mensen vindt dat glimlachen ervoor kan zorgen dat ze zich gelukkiger voelen en van deze mensen ervaart 78% vaak depressie of hopeloosheid.
Er is een verband tussen de mond en de geestelijke gezondheid. Depressie leidt vaak tot een slechte mondhygiëne en dit verergert de gevoelens van wanhoop.
Van de volwassenen van 50 jaar en ouder geeft 1 op de 3 toe dat ze poetsen en flossen waarschijnlijk verwaarlozen wanneer ze zich depressief voelen. En 35% van de volwassenen ouder dan 50 geeft aan dat tandpijn de gevoelens van depressie en hopeloosheid versterkt.
Verder is uit het onderzoek gekomen dat volwassenen met symptomen van angst en depressie de tandarts vaak overslaan. 60% geeft aan bang te zijn voor een negatief oordeel over hun gebit en dit zorgt ervoor dat mensen zich onzeker voelen.
Psychische problemen en mondgezondheid
Uit onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen psychische problemen en een slechte mondgezondheid. Resultaten laten zien dat het aanpakken van geestelijke gezondheid van cruciaal belang is omdat het impact heeft op de mond- en algehele gezondheid. Verder wordt het belang van het bezoek aan de tandarts benadrukt voor iedereen die mondgezondheidsproblemen of pijn heeft. Orale pijn kan namelijk een indicatie zijn dat er iets ernstiger aan de hand is.
Bijvoorbeeld een pijn die wordt veroorzaakt door een ontsteking van het tandvlees kan een verband hebben met diabetes, hartaandoeningen of een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer. Het is dus belangrijk om regelmatig een bezoek te brengen aan de tandarts om aandoeningen en ziekten onder controle te houden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/05/Chronische-gingivitis-zorgt-mogelijk-voor-verhoogd-risico-op-toekomstige-depressie.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2024-07-01 09:00:422024-06-24 10:23:03Het verband tussen de mondgezondheid en mentale gezondheid
Er is onderzoek gedaan naar een nieuwe zelfklevende pleister voor de behandeling van Lichen planus en recidiverende afteuze stomatitis (RAS). De Dental Tough Adhesive (DenTAI) pleister bezit robuuste mechanische eigenschappen, is in staat tot sterke hechting en zorgt voor langdurige afgifte van clobetasol-17-propionaat.
Mondziekte OLP en RAS
In de mond kan orale lichen planus voorkomen, een ziekte gekenmerkt door witte vlekken aan de binnenkant van de mond. Residiverende afteuze stomatitis wordt gekenmerkt door mondzweren.
Onderzoek
Het onderzoek werd geleid door David T. Wu van de Harvard University School of Dental Medicine. De studie karakteriseerde ex vivo adhesie aan verschillende orale weefsels zoals de tong, lip, tandvlees en mondslijmvlies met behulp van mechanische tests. De cytotoxiciteit werd onderzocht met behulp van de WST-cellevensvatbaarheidstest op humane tandvleesepitheelcellen. De afgifte van clobetasol 17-propionaat werd beoordeeld met behulp van vloeistofchomatografie-massaspectrometrie (LC-MS).
Dental Tough Adhesive pleister
Van de nieuwe DenTAl pleister is vastgesteld dat het verbeterde fysische en adhesieve eigenschappen heeft in vergelijking met bestaande orale technologieën. De pleister heeft een adhesie van 2 tot 100 keer aan orale weefsels en een rekbaarheid van 2 tot 15 keer. Het clobetasol-17-propionaat dat in DenTal is verwerkt, werd gedurende weken op een aanpasbare, aanhoudende manier afgegeven en vertoonde in vitro immunomodulerende eigenschappen zoals het verlagen van verschillende cytokines.
Resultaten
De resultaten van de studie suggereren dat DenTAl een veelbelovende innovatie zou kunnen zijn voor de intraorale toediening van kleine molecuulgeneesmiddelen die geschikt zijn voor de behandeling van pijnlijke orale laesies met inflammatoire aandoeningen zoals OLP en RAS.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/11/Mondpleister-voor-efficiëntere-behandelingen.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2024-06-24 11:15:442024-06-24 12:17:29Nieuwe zelfklevende pleister voor behandeling van mondziekten lichen planus en afteuze stomatitis
De bloedglucosewaarde van mensen met diabetes type 2 (DT2) hangt mogelijk af van hun kauwfunctie. Volgens een onderzoek bij 94 patiënten in Turkije dat is gepubliceerd in PLOS ONE hadden patiënten met een verminderde kauwfunctie een significant hogere bloedglucosespiegel.
Goed kauwen is belangrijk
Wanneer je begint met kauwen gebeuren er verschillende dingen. Voedingsstoffen worden uit het voedsel gehaald zodra het kauwen de aanmaak van speeksel stimuleert. Een bepaalde soort van deze voedingsstoffen, namelijk vezels, is erg belangrijk om de bloedglucosewaarden te verlagen. Verder stimuleert kauwen reacties in de darm die leiden tot verhoogde insulinesecretie. Ook krijg je door je eten goed te vermalen een meer verzadigd gevoel. Dit resulteert in minder voedselinname, en dus een kleinere kant op overgewicht – een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van DT2.
Inefficiëntie door verminderde occlusale ondersteuning
Twee Turkse onderzoekers onderzochten het verband tussen inefficiëntie bij het kauwen als gevolg van verminderde occlusale ondersteuning en bloedglucosewaarden bij proefpersonen met diabetes type 2. In de retrospectieve studie werd gekeken naar gegevens die waren verzameld bij 94 patiënten met DT2 uit een polikliniek in een ziekenhuis in Istanbul, Turkije.
Hogere bloedglucosewaardes bij slechter kauwen
De patiënten werden in twee groepen verdeeld: de eerste groep omvatte patiënten met een goede “occlusale functie” – genoeg tanden die goed waren geplaatst en zodanig contact maakten dat iemand goed op zijn voedsel kon kauwen. De bloedglucosewaarde van die groep was 7,48. De tweede groep kon niet of niet goed kauwen omdat ze sommige of al hun tanden misten; hun bloedglucosewaarde was met een waarde van 9,42 bijna 2 procentpunt hoger. Verschillen tussen de groepen in het aantal witte bloedcellen en de body mass index (BMI) waren niet statistisch significant.
Interventies identificeren
Uiteindelijk zou de bevinding artsen kunnen helpen bij het identificeren van interventies om het glucosebeheer bij patiënten met diabetes type 2 te verbeteren, zoals het plaatsen van tandheelkundige implantaten en het uitvoeren van geschikte vaste restauraties, suggereerden de auteurs.
Meer onderzoek nodig
“In de tussentijd is meer onderzoek nodig om de oorzakelijke relatie tussen occlusale ondersteuning, tandverlies en spijsverteringsfunctie op bloedglucosespiegels bij proefpersonen met [type 2 diabetes] te onthullen”, concludeerden ze.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/02/kauwen.jpg228400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-06-18 09:00:022024-06-05 10:37:13Mogelijk verband tussen bloedglucosewaarden en kauwfunctie bij diabetespatiënten
E-sigaretten zijn de afgelopen tijd heel erg populair geworden om nicotine te consumeren.
Hoewel het erg zeldzaam is, is het mogelijk dat e-sigaretten spontaan kunnen ontploffen. De gevolgen kunnen verwoestend zijn.
Onderzoek
Er werd een literatuuronderzoek uitgevoerd om verwondingen in het gezicht samen te vatten en de associaties tussen letseltypes, locatie en behandeling te onderzoeken. In een biomedische database werden de termen e-sigaret, explosie, ontploffing, trauma en brandwond gezocht en dat leverde 922 studies op. Chi-kwadraatanalyse werd gebruikt om te bepalen of het type verwonding en de bijbehorende locatie verband hielden met de resultaten van intubatie en chirurgische behandeling.
Resultaten
In the Journal of Oral and Maxillofacial Surgery zijn de resultaten gepubliceerd van alle gevallen van exploderende e-sigaretten, dat was onderzocht door Le trobe University. Er zijn in de afgelopen tien jaar 32 geregistreerde gevallen van exploderende e-sigaretten geweest. Hiervan had 62 procent van de patiënten een gebroken bot of tand en moest worden geopereerd – inclusief open reductie en interne fixatie, tandextractie, bot- en huidtransplantaten en oogchirurgie.
Doel van het onderzoek.
De universiteit benadrukt dat het er nog meer gevallen kunnen zijn van ontplofte e-sigaretten omdat het onderzoek alleen betrekking heeft op de gemelde incidenten. Verdere analyse heeft aangetoond dat er ook veel heup-, dij- en beenblessures voor komen door exploderende e-sigaretten in broekzakken. Het doel van het onderzoek is om de veiligheid van de e-sigaretten te verbeteren door middel van onderwijs en regelgeving. Hoewel de explosies zeldzaam zijn, kunnen ze leiden tot ernstige gevolgen, misvorming en zelfs de dood.
Conclusie
E-sigaretten kunnen exploderen en dit kan leiden tot ernstige orale en maxillafaciale verwondingen. Het zorgt met name voor verwondingen in het onderste derde deel van het gezicht waarvoor vaak een chirurgische ingreep nodig is.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/06/Vapen-verhoogt-risico-op-mondziekten.jpg230420Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2024-06-17 09:00:222024-06-20 11:44:59Verwondingen in het gezicht door exploderende e-sigaretten
Om de algehele gezondheid van hun patiënten te behandelen zouden huisartsen en parodontologen en andere mondzorgprofessionals moeten samenwerken. Dit is noodzakelijk voor een effectieve preventie, vroege opsporing en behandeling van systemische gezondheidsproblemen, die miljoenen patiënten wereldwijd treffen. Dit is een van de belangrijkste conclusies van het nieuwe wetenschappelijke artikel ‘Association between periodontal diseases and cardiovascular diseases, diabetes and respiratory diseases: consensus report of the joint workshop by the EFP and WONCA Europe’.
Consensusrapport gebaseerd op eerdere workshops
Het consensusrapport verbetert het wetenschappelijke bewijs dat tandvleesaandoeningen, parodontitis of chronische ontsteking van het tandvlees, onafhankelijk wordt geassocieerd met hart- en vaatziekten, diabetes mellitus en luchtwegaandoeningen. Zoals chronische obstructieve longziekte, slaapapneu of Covid-19-complicaties. De paper is gebaseerd op wetenschappelijke rapporten van eerdere workshops georganiseerde door de EFP.
“Beide rapporten suggereerden dat huisartsen een cruciale rol spelen in de implicaties van de verbanden tussen aandoeningen, aangezien zij toch de meeste patiënten met diabetes of hart- en vaatziekten (HVZ) behandelen”.
Samenwerking tussen huisartsen en mondzorgprofessionals
In het document wordt benadrukt dat samenwerking tussen huisartsen en mondzorgprofessionals van groot belang is voor het voorkomen, opsporen en behandelen van systemische gezondheidsproblemen. Daarnaast is het uitwisselen van informatie en doorverwijzen van patiënten tussen deze twee beroepsgroepen belangrijk, evenals het bevorderen van een gezonde levensstijl bij patiënten.
Zo wordt aan parodontologen en huisartsen aanbevolen om effectieve strategieën te implementeren voor het vroegtijdig opsporen van tandvleesaandoeningen in de eerstelijnsgezondheidszorg, en van HVZ en diabetes in tandartspraktijken. Huisartsen worden aangemoedigd om informatie te zoeken over de parodontale gezondheid van hun patiënten, en mondzorgprofessionals over de cardiovasculaire en metabole risicofactoren.
Hoger risico op HVZ en diabetes
Bij de behandeling van patiënten met parodontitis moeten mondzorgprofessionals hen informeren dat hun risico op HVZ hoger is. Ook wordt hen aangeraden een zorgvuldige anamnese te verzamelen met informatie over gerapporteerde CV-risicofactoren, waaronder diabetes, obesitas, hypertensie, roken, en te screenen op andere CV-risicofactoren, zoals fysieke activiteit, overgewicht, bloeddruk of lipiden- of glucoseregulatie. Als de patiënt voor de hand liggende risicofactoren vertoont, moeten ze worden geadviseerd om hun huisarts te raadplegen en maatregelen te nemen voor een actieve levensstijl, zoals gewichtsverlies, stoppen met roken en lichaamsbeweging.
In het geval van patiënten met diabetes of prediabetes, worden huisartsen uitgenodigd om hen te informeren over een hoger risico op tandvleesaandoeningen, dus moeten ze naar hun tandarts gaan en hun tandvleesgezondheid controleren. Bovendien is tandvleesontsteking een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van een stofwisselingsziekte zoals diabetes. Belangrijk is dat we in de tandartspraktijk parodontitispatiënten kunnen screenen en diegenen met diabetes of prediabetes kunnen identificeren bij wie nog niet eerder de diagnose is gesteld. De belangrijkste conclusie is dat tandheelkundige professionals voortdurend in contact moeten staan met de huisarts van patiënten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/04/Huisartsen-en-mondzorgprofessionals-moeten-samenwerken-voor-het-voorkomen-en-behandelen-van-gezondheidsproblemen.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-05-13 13:15:032024-04-10 10:58:37Huisartsen en mondzorgprofessionals zouden moeten samenwerken voor voorkomen en behandelen van gezondheidsproblemen
Onderzoekers van de Tohuku Universiteit in Japan hebben een verband gevonden tussen de biologische activiteit van het tandvlees en tandvleesfibroblasten. Tandvleesfibroblasten zijn cellen die helpen bij het produceren van vezels die zorgen dat onze tanden op hun plaats blijven staan.
Biologische mechanismen hebben betrekking op het tandvlees
De groep onderzoekers onder leiding van Dr. Masahiro Yamada creëerde een kunstmatige omgeving die het zachte of harde tandvlees simuleerde. Hierbij ontdekten ze dat het gesimuleerde harde tandvlees een proces activeert waarbij fibroblasten betrokken waren die ontstekingen verhinderen. Het gesimuleerde zachte gingiva onderdrukt het fibroblastische ontstekingsremmende systeem en verhoogt daarbij de kans op ontsteking.
Volgens Yamada is dit onderzoek het eerste onderzoek dat biologische mechanismen aantoont die betrekking hebben op de tandvleeseigenschappen van een patiënt. Eerdere studies hebben aangetoond dat personen met dik of stijf tandvlees minder vatbaar zijn voor tandvleesrecessies.
Fibroblasten spelen een belangrijke rol bij het onderhoud, herstel en genezing van het tandvlees maar zorgen ook voor productie van inflammatoire en weefsel afbrekende biomoleculen die tandvleesvezels kunnen afbreken. Het onderzoek zorgt ook voor het verkrijgen van meer informatie over de mechanismen die betrokken zijn bij deze processen.
Conclusie
Yamada concludeerde dat de resultaten naar verwachting ook de ontwikkeling versnellen van geavanceerde biomaterialen om lokale ontstekingen te controleren of micro-apparaten te beheersen die de micro-omgeving van ontstekingsaandoeningen simuleren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/07/lach.jpg232398Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-05-09 09:00:422024-04-10 11:28:57Biologische mechanismen hebben betrekking op tandvleeseigenschappen
Onderzoekers van de universiteit van Buffalo hebben aangetoond dat regelmatig spoelen met chloorhexidine en gebruik van interdentale reinigingsmiddelen zoals ragers een effectieve manier is om tandvleesaandoeningen bij patiënten met diabetes onder controle te houden.
Diabetes
Patiënten met diabetes hebben een verzwakte genezingsreactie volgens wetenschappers van het Microbiome Center van de universiteit van Buffalo. Diabetespatiënten met parodontitis die mondspoeling gebruikten vertoonden een significant grotere vermindering van parodontale ontstekingen vergeleken met de diabetespatiënten die een algemene mondverzorgingsroutine deden.
Onderzoek
Om de effecten van het anti-plaqueregime en scaling en root planing vast te stellen voor de behandeling van matige tot ernstige parodontitis werd er een onderzoek uitgevoerd.
Tijdens het onderzoek werden 114 patiënten verdeeld in 2 groepen en gedurende zes maanden behandeld. De ene groep onderging scaling en root planing (SRP), moest gedurende drie maanden tweemaal daags spoelen met chloorhexidine en gedurende zes maanden tweemaal daags rubberen interproximale borstels gebruiken. De andere groep kreeg SRP en algemene mondhygiëne instructies.
Resultaten
Patiënten met diabetes die chloorhexidine mondspoeling en interdentale ragers gebruikten ondervonden minder parodontale ontstekingen. Patiënten zonder diabetes die deze middelen gebruikten zagen geen voordelen hiervan.
Echter zorgde langdurig gebruik van chloorhexidine wel voor bijwerkingen zoals verkleuring van de tanden en smaakstoornissen. De smaak kwam echter wel weer terug na stoppen van de mondspoeling. Door supragingivale reiniging kon de verkleuring van de tanden worden opgelost.
Conclusie
De huidige onderzoeken laten zien hoe de mondverzorgingsroutine het orale microbioom kan wijzigen en kan zorgen voor betere genezing. Echter gaat het onderzoeksteam meer onderzoek doen naar het microbioom en de manier waarop het diabetes kan beïnvloeden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/11/Interdentale-reiniging-en-chloorhexidine-om-tandvleesaandoeningen-te-behandelen-bij-diabetespatienten.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-05-02 09:00:022024-04-10 11:02:21Interdentale reiniging en chloorhexidine om tandvleesaandoeningen te behandelen bij diabetespatiënten
Er is mogelijk een verband tussen zenuwdichtheid (nerve density, ND) en orale kanker, aldus een studie die is gepubliceerd in Clinical Cancer Research. Zenuwdichtheid is volgens de onderzoekers een veelbelovende parameter voor het voorspellen van agressief tumorgedrag en kan mogelijk worden gebruikt om de juiste behandeloptie te bepalen.
Neurale invloed op kanker
Zenuwen zijn cruciale onderdelen van de tumormicro-omgeving die de ontwikkeling van tumoren aanzienlijk bevorderen. Hoewel er sterke aanwijzingen zijn voor een neurale invloed op kanker, hebben deze bevindingen nog geen significante invloed gehad op diagnoses of gerichte behandelingsselecties.
Dichtheid van zenuwen
Omdat factoren die vrijkomen bij kanker de groei van zenuwen induceren en zenuwen de tumormicro-omgeving moduleren kan de dichtheid van zenuwen in de tumor de progressie van de tumor beïnvloeden. Zenuwdichtheid is de kwantificering van zenuwen in weefsel. Een hoge zenuwdichtheid wordt in verband gebracht met slechte klinische resultaten bij mond-, prostaat- en colorectale kankers. Er zijn echter geen details over hoe de zenuwdichtheid werd beoordeeld.
Gestandaardiseerde metriek
Wetenschappers van de University of Michigan School of Dentistry in de VS hebben daarom de invloed van zenuwdichtheid op overleving en tumorgroei in plaveiselcelcarcinoom in de mondholte (OSCC) onderzocht van 142 patiënten en in vivo modellen. Bij weefselsecties van de patiënten werden zenuwen en tumors gedetecteerd. De genormaliseerde zenuwdichtheid (NND) werd bepaald als de verhouding tussen de ND in de tumor en in de aangrenzende 2 mm. Deze gestandaardiseerde metriek houdt rekening met variaties in de verdeling van zenuwen in de mondholte. Hiermee kunnen verschillende regio’s in de mondholte worden vergeleken.
Diermodellen
Ook werd de invloed van ND op tumorgroei geëvalueerd bij chorioallantoïs-dorsale wortelganglia van kuikens en muizen. Kankercellen werden geënt en de tumorgrootte werd gekwantificeerd. Geautomatiseerde detectie van zenuwen met behulp van het Halo AI-platform werd vergeleken met handmatige beoordeling.
Slechtere uitkomsten bij hogere zenuwdichtheden
De onderzoekers rapporteerden dat de ziektespecifieke overleving afnam met hogere intratumorale ND en NDD bij tongkanker. Ze toonden ook associaties tussen NND en een ongunstig invasiepatroon en perineurale invasie. Daarnaast verminderde de tumorgroei bij muizen door denervatie, terwijl het verhogen van het aantal dorsale wortelganglia bij kippen de tumorgrootte deed toenemen. Tot slot meldde het onderzoeksteam dat geautomatiseerde en handmatige detectie van zenuwen een hoge overeenstemming vertoonden, met een F1-score van 0,977.
Relevant voor behandelingsselectie
“Het vergelijken van genormaliseerde zenuwdichtheid met andere zenuwgerelateerde parameters onthulde associaties met overleving die relevant kunnen zijn voor de selectie van behandelingen [voor agressieve OSCC]”, schrijven de auteurs. Validatiestudies worden aanbevolen om het belang van zenuwdichtheid in OSCC te verifiëren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/06/Zenuw-g4904cdbf4_1280-pixabay.png6401280Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-04-18 09:00:202024-03-27 09:08:32Verhoogde zenuwdichtheid heeft mogelijk nadelig effect op uitkomst bij mondkanker
Infectie met een veel voorkomende bacterie kan een lichte verhoging van het risico op hart- en vaatziekten veroorzaken, volgens een studie die in eLife is gepubliceerd. De bacterie, die verband houdt met parodontitis, mondkanker en slechte adem, zou een potentiële risicofactor kunnen zijn waarop artsen kunnen screenen om personen met een risico op hartaandoeningen te identificeren.
Belangrijkste doodsoorzaak
Wereldwijd zijn hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste doodsoorzaak. Een combinatie van demografische, omgevings- en genetische factoren dragen bij aan de ontwikkeling van HVZ. Er is enorme vooruitgang geboekt in het begrijpen hoe coronaire hartziekten zich ontwikkelen. Zo hebben klinische onderzoeken verschillende inflammatoire risicofactoren geïdentificeerd. Het begrip van hoe infecties, ontstekingen en genetische risicofactoren bijdragen aan het risico op het ontwikkelen van HVZ in de algemene bevolking blijft echter onvolledig.
Uitgebreid beeld van bewijs
Een team onderzoekers uit Duitsland en Zwitserland heeft een meer uitgebreid beeld van het bewijs voor de respectieve bijdragen van deze factoren aan HVZ verkregen. Hiervoor analyseerden ze genetische informatie, gezondheidsgegevens en bloedmonsters van 3.459 mensen. Deze mensen hadden meegedaan aan het CoLaus|PsyCoLaus-onderzoek, een goed gekarakteriseerd, longitudinaal, op de bevolking gebaseerd onderzoek uit Zwitserland.
Aanwezigheid van antilichamen
Ongeveer 6% kreeg een hartaanval of een andere schadelijke cardiovasculaire gebeurtenis tijdens een follow-upperiode van 12 jaar. Het team testte de bloedmonsters van deelnemers op de aanwezigheid van antilichamen geassocieerd met 15 verschillende virussen, zes bacteriën en één parasiet.
Verband met orale bacterie
Nadat de auteurs de resultaten hadden aangepast voor bekende cardiovasculaire risicofactoren ontdekten ze dat antilichamen gemaakt tegen Fusobacterium nucleatum verband hielden met een licht verhoogd risico op een cardiovasculaire gebeurtenis. Deze antilichamen zijn een teken van een eerdere of huidige infectie door de bacterie.
“F. nucleatum kan bijdragen aan het cardiovasculaire risico door verhoogde systemische ontsteking als gevolg van bacteriële aanwezigheid in de mond, of door directe kolonisatie van de arteriële wanden of plaque langs de arteriële wanden,” leggen de onderzoekers uit.
Nieuwe screeningsmogelijkheden
Uiteindelijk kan het ontdekte verband leiden tot nieuwe benaderingen voor het identificeren van personen met een risico op hartaandoeningen of het voorkomen van cardiovasculaire gebeurtenissen. Voor het zover is moeten toekomstige studies het verband tussen F. nucleatum en hartziekten bevestigen, benadrukken de auteurs.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/04/Coronavaccinatie-heeft-mogelijk-positief-effect-op-de-mondgezondheid.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-03-19 09:00:312024-03-06 11:27:51Mogelijk verband tussen orale bacterie en het risico op hart- en vaatziekten
Vapen wordt regelmatig aangeprezen als een minder schadelijk alternatief voor roken. Onderzoek dat is gepubliceerd in Nicotine & Tobacco Research heeft echter aangetoond dat vapen een vergelijkbare DNA-schade aan orale epitheelcellen veroorzaakt als roken. Ook geldt voor beide soorten dat des te langer iemand rookt, des te meer schade er optreedt.
Populair alternatief
Het gebruik van elektronische sigaretten is zeer populair onder adolescenten die nooit roken en volwassen rokers die op zoek zijn naar een minder schadelijk alternatief voor tabakssigaretten. Tot op heden zijn de gezondheidsgevolgen van vapen op de lange termijn echter grotendeels onbekend. Maar nieuw onderzoek koppelt vapen aan dezelfde ziekten als die worden veroorzaakt door roken.
Dezelfde giftige stoffen
Chemische analyse heeft aangetoond dat veel van dezelfde giftige stoffen en kankerverwekkende stoffen die aanwezig zijn in sigarettenrook ook worden aangetroffen in damp van e-sigaretten, zij het meestal in aanzienlijk lagere niveaus. Veel van die chemicaliën beschadigen het DNA. Een analyse van DNA-schade in cellen en weefsels van gebruikers van e-sigaretten versus sigarettenrokers kan helpen bij het bepalen van het genotoxische potentieel van vapen ten opzichte van roken.
DNA-laesies in orale cellen
Wetenschappers van de University of Southern California in de VS hebben de DNA-beschadigende effecten van vapen vergeleken met roken. Dit deden ze door het niveau van DNA-laesies in orale cellen van gebruikers van e-sigaretten en sigarettenrokers te meten in vergelijking met niet-gebruikers.
Drie groepen
Orale epitheelcellen van 72 mensen werden geanalyseerd. De deelnemers waren verdeeld in drie groepen: huidige vapers die nog nooit hadden gerookt, huidige rokers die nog nooit hadden gevapet en niet-gebruikers – mensen die nog nooit hadden gerookt of gevapet. De proefpersonen werden gematcht op leeftijd, ras en geslacht.
Vergelijkbare niveaus van DNA-schade
Zowel vapers als rokers hadden vergelijkbare niveaus van DNA-schade – meer dan twee keer zoveel dan bij gezonde controles. Schadeniveaus namen dosisafhankelijk toe, van lichte gebruikers tot zware gebruikers. Dit was het geval bij zowel vapers als rokers in vergelijking met niet-gebruikers.
Grotere schade bij zoete brouwsels
De schade was groter bij vapers die vapepods en vaping-brouwsels met zoete, fruit- of muntsmaak gebruikten, die worden gebruikt door 85% van de tieners die vapen. Vapen werd ook in verband gebracht met “veranderingen in genexpressie en epigenetische veranderingen geassocieerd met de ontwikkeling van ziekten”, rapporteerden de onderzoekers.
Implicaties voor regulering van tabaksproducten
“Gezien de populariteit van pod- en modapparaten en de voorkeur van dezelfde smaken e-liquid door zowel volwassenen als jongeren, kunnen onze bevindingen aanzienlijke implicaties hebben voor de volksgezondheid en de regulering van tabaksproducten”, concluderen de auteurs.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/06/Vapen-verhoogt-risico-op-mondziekten.jpg230420Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-03-18 09:00:482024-03-06 11:27:04Vapen mogelijk even schadelijk voor DNA als roken
De levensverwachting van de mens neemt jaarlijks toe. Het aantal chronische ziekten neemt ook toe met de leeftijd. Van alle 65-plussers in Nederland heeft namelijk 75% minimaal 1 chronische aandoening en 40% gebruikt dagelijks ≥ 5 medicijnen. Het aantal dentate ouderen stijgt ook en daarmee ook het aantal chronisch zieken.
Verslag van de lezing van dr. Robert van Es, kaakchirurg, tijdens de NWVT-cursus over de invloed van de mondgezondheid op de algehele gezondheid. Ook vertelde hij uitgebreid over de invloed van verschillende systemische ziekten op de tandheelkundige behandeling.
Mondgezondheid en de algehele gezondheid
De mondgezondheid beïnvloedt de algehele gezondheid op verschillende manieren:
Een goede kauwfunctie bevordert goede voedselopname en cognitieve functies op oudere leeftijd – en daarmee ook de kwaliteit van leven
Er is een sterke relatie tussen orale ontstekingen (parodontitis) en systemische ontstekingsziekten: diabetes, reumatoïde artritis, cardiovasculaire – en longziekten
Er zijn aanwijzingen dat deze interactie bi-directioneel is en invloed heeft op progressie, ernst en sterfte.
Er wordt gedacht dat parodontitis de algehele gezondheid verslechtert door een toename van systemische ontstekings-belasting. Echter hebben experimenten deze hypothese nog niet kunnen bewijzen. Parodontitis ontwikkelt zich in het algemeen voordat er verslechtering van de algehele gezondheid optreedt. Daarom kan de diagnose parodontitis als alarmsignaal dienen en kunnen patiënten erop geattendeerd worden dat hun lifestyle veranderd moet worden om gezondheidsrisico’s te verminderen.
Systeem ziekten en invloed op uw tandheelkundig (be)handelen
In deze cursus werden veel voorkomende medische aandoeningen en de consequenties hiervan op de tandheelkundige behandeling besproken.
Ten eerste is het belangrijk om een volledige anamnese af te nemen. Europese Medische Risico Registrerend Anamnese (EMRRH) is een sturend anamnesesysteem waarmee tandartsen en mondhygiënisten een adequate en volledige medische anamnese kunnen afnemen. Daarnaast kan de gezondheidsvragenlijst van de VMTI ook gebruikt worden om de medische anamnese af te nemen bij patiënten. Op basis van de ingevulde vragenlijst kan er een ASA-score toegekend worden aan de patiënt.
ASA-classificatie
Gezond persoon zonder regelmatig medicatiegebruik
Patiënt met systeemaandoening, zonder beperking van normale activiteiten
Patiënt met ernstige systeemaandoening die hem beperkt bij normale activiteiten: tandheelkundige behandeling aanpassen
Patiënt met ernstige systeemaandoening, chronisch bedreigend voor het leven: alleen tandheelkundige noodbehandeling
Moribund: Verwacht te overlijden < 24 uur
Wanneer er een ASA-classificatie is toegekend aan de patiënt moeten er bij elk nieuw bezoek 3 vragen worden gesteld om de anamnese up-to-date te houden:
Bent u in de afgelopen periode nog bij een arts of specialist geweest? Zo ja, waarom?
Is er in de afgelopen periode nog iets aan uw gezondheid veranderd?
Is er aan de medicatie in de afgelopen periode iets veranderd? Wat en waarom?
Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk
Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk zijn hartziekten, longziekten, anafylaxie, nierfalen (en dialyse), afweerstoornissen (suikerziekte en corticosteroïdgebruik) en de oncologische patiënt. Deze aandoeningen en de consequenties hiervan worden hieronder besproken.
Hartziekten
Er zijn verschillende hartziekten zoals coronair lijden, ritmestoornissen en hartfalen.
Coronair lijden
Bij coronair lijden functioneert de slagader die naar de hartspier toe gaan slecht. Er is sprake van een vernauwing van de kransslagader en dit veroorzaakt een tekort schieten van bloedvoorziening naar het hartspierweefsel. De klachten die optreden zijn Angina pectoris en/of een hartinfarct.
Coronair lijden kan worden behandeld met therapieën zoals PTCA (dotteren) en CABG (bypassoperatie). Tegenwoordig wordt er al sneller besloten tot ingrijpen, namelijk al vanaf angina pectoris klasse II.
Patiënten waarbij onlangs stents zijn geplaatst krijgen vaak 2 typen antistolling medicatie. Het is dan niet verstandig om een chirurgische behandeling uit te voeren. Dan is het beter om te wachten met de behandeling tot de patiënt gestopt is met dubbele antistolling en overgegaan is op enkele antistolling.
Ritmestoornis
Een ritmestoornis van het hart is het gevolg van abnormale prikkelvorming of abnormale prikkelgeleiding. Wanneer het hart te snel gaat is er sprake van tachycardie en wanneer het hart te langzaam klopt is er sprake van bradycardie. De belangrijkste ritmestoornis is atriumfibrilleren. Patiënten met een ritmestoornis krijgen antistolling medicatie zoals een vitamine K antagonist of directe orale anticoagulantia(DOAC).
Hartfalen
Hartfalen is een toestand waarbij de pompfunctie van het hart tekortschiet. Hartfalen (decompensatio cordis) is de belangrijkste complicatie van praktisch alle hartaandoeningen.
Er zijn 2 soorten hartfalen; links-decompensatie en rechts-decompensatie. Links-decompensatie leidt tot longoedeem en tot kortademigheid bij inspanning en liggen. Rechts-decompensatie leidt tot perifere stuwing en als gevolg daarvan tot enkeloedeem en cyanose.
Consequenties van hartziekten op tandheelkundig (be)handelen
Een consequentie van een hartziekte is de kans op complicaties bij stress. Stress kan leiden tot een ernstige ritmestoornis of hartstilstand. Het is daarom belangrijk om stress tijdens de behandeling te voorkomen. Het is belangrijk om pijn en angst te bestrijden, de behandelduur te beperken en de patiënt niet te plat te laten liggen.
Adrenaline
Bij een instabiele angina pectoris (klasse III of IV) of wanneer een patiënt minder dan 3 maanden geleden een hartinfarct gehad heeft is het belangrijk om anesthesie zonder adrenaline te gebruiken.
De adrenaline plasmaconcentratie in rust is 0,035 ng/ml. Bij een acute stresssituatie kan de endogene adrenaline uitstoot oplopen tot 300 µg/min. Dit is een toename van de plasmaconcentratie 300x, namelijk tot 10,3 ng/ml. Indien een hele carpule locale anesthesie met adrenaline 1:200.000 resp 1: 80.000 intraveneus in het bloed komt wordt de adrenaline plasmaspiegel 1,8 resp 4,5 ng/ml.
De conclusie is dat eventuele stress-geïnduceerde endogene adrenaline uitstoot vele malen groter is en potentieel bedreigender dan de via uw carpule toegediende adrenaline in weefsel. Bij een gezonde volwassen patiënt kunnen veilig 8 carpules met 22,5 ug adrenaline worden toegediend.
Overige aandachtspunten
Wanneer een patiënt met een pacemaker bij u in de praktijk komt is het belangrijk om te vragen hoe oud de pacemaker is. Alleen wanneer een pacemaker ouder is dan 15 jaar kan er geen elektrochirurgie toegepast worden in de mond, bij nieuwe pacemakers is dit geen probleem.
Bij patiënten met orthostatische hypotensie is het belangrijk om de patiënt te laten wachten met opstaan wanneer de stoel rechtop gezet wordt.
Patiënten met een hartklepafwijking moeten antibiotica profylaxe nemen voor bepaalde tandheelkundige behandelingen i.v.m. de kans op endocarditis (zie de endocarditis profylaxe richtlijn).
Wanneer een patiënt met angina pectoris zich niet goed voelt en zijn/haar eigen medicijnen niet meegebracht heeft is het belangrijk om een nitrostat 0,4 mg tablet of nitrolingual 0,4 mg spray sublinguaal toe te dienen.
Obstructieve longziekten
Onder obstructieve longziekten vallen astma en COPD.
Astma
Astma bronchiale is een veel voorkomende aandoeningen en treft vooral jongere mensen. De symptomen van astma zijn ernstige aanvallen van kortademigheid met een verlengd piepend expirium en een snellere ademhaling (tachypnoe). Patiënten met astma hebben vaak ook last van atopische constitutie (eczeem).
Tandheelkundige consequenties van astma is de overgevoeligheid voor Ascal en NSAID’s. Bij een astma-aanval heeft de patiënt vaak een eigen salbutamol inhaler bij zich. In de praktijk kan eventueel ook een nood salbutamol inhaler aanwezig zijn. Bij een ernstige astma-aanval kan een hydrocortison ampul 100mg/2ml injectie nodig zijn.
COPD
COPD is een chronische longziekte die vaak voorkomt bij ouderen en rokers. De symptomen van COPD zijn kortademigheid met een piepend expirium en veel hoesten met slijm. Patiënten met COPD hebben een beperkte inspanningstolerantie.
Er zijn verschillende stadia van COPD, gebaseerd op basis van spirometrie (volgens Gold)
Stadium 1 = spirometrie >80%
Stadium 2 = spirometrie 80-50%
Stadium 3 = spirometrie 50-30%
Stadium 4 = spirometrie <30%
Met betrekking tot een tandheelkundige behandeling is het belangrijk om patiënten in de ochtend te behandelen omdat ze dat de minste klachten ervaren. Het is verder belangrijk om de patiënt voor de behandeling goed te laten ophoesten zodat er niet te veel slijm ophoopt tijdens de behandeling. Daarnaast moet de eigen medicatie geïnhaleerd worden voor de behandeling en is het aangeraden om in een hoek van 45 graden te behandelen.
Anafylaxie
Anafylaxie type I is een acute allergische reactie op een vreemde stof. Anafylaxie kan ontstaan als gevolg van een wespensteek, ACE-remmers en/of antibiotica. Er is altijd sprake van voorafgaande sensibilisatie.
Symptomen van de verschillende types anafylaxie
Jeuk, urticarie, erytheem
+ oedeem, misselijkheid, braken, buikpijn, pijn op de borst
Er is zelden een reactie op de lidocaïne in een anesthesie carpule. De vasoconstrictor adrenaline is een lichaamseigen stof en daarom krijgt de patiënt hier geen reactie op. Er is in sommige gevallen sprake van een allergische reactie op het conserveermiddel metabisulfiet.
Xylocaïne, citanest en mepivacaïne zijn soorten anesthetica verkrijgbaar zonder conserveermiddel die gebruikt kunnen worden wanneer de patiënt bekend is met anafylaxie. Echter het nadeel van deze soorten is dat ze niet lang houdbaar zijn.
Handelen bij anafylaxie
Leg de patiënt neer en het hoofd opzij
Adrenaline toedienen via een epi-pen
Clemastine (tavegil) 2 mg intramusculair
100 mg hydrocortison intramusculair
Vrijhouden van de luchtweg en zo nodig nood tracheotomie
Snel transport naar het ziekenhuis
Nierfalen en dialyse
Nierfalen is een progressieve achteruitgang van de nierfunctie. Er sprake van een verminderde glomerulaire filtratie ratio (GFR). Klachten bij nierfalen zijn lang asymptomatisch maar later kan er misselijkheid, jeuk, oedeem, kortademigheid en polyneuropathie optreden. Oorzaken van nierfalen zijn diabetes mellitus, glomerulonephritis en nier-vaatziekten zoals chronische hypertensie. De dosis van de medicatie moet altijd aangepast worden op basis van de nierfunctie.
Er zijn verschillende stadia van nierinsufficiëntie
>90 normale of verhoogde GFR
60-90 laaggradig functieverlies
30-60 matig functieverlies
15-30 zwaar functieverlies
<15 eindstadium nierfalen
Orale verschijnselen
Orale verschijnselen van nierfalen zijn gingivahyperplasie door Ca-antagonist en cyclosporine. Vaak is er sprake van een slechte mondhygiëne dat leidt tot parodontitis. Verder kunnen xerostomie, halitose en smaakstoornis optreden. Daarnaast kunnen infecties zoals candida optreden en is er sprake van osteodystrofie (meer parodontale afbraak).
Tandheelkundige consequenties
De patiënt moet beschouwd worden als een patiënt met een afweerstoornis en verhoogde bloedingsneiging. De behandeling kan het beste uitgevoerd worden de dag na dialyse omdat er dan sprake is van minder bloedingsneiging door verbeterde bloedplaatjes en de minste afvalstoffen. Gebruik nooit NSAID’s. Het is belangrijk om de mondhygiëne te optimaliseren voor een niertransplantatie.
Na een niertransplantatie krijgen patiënten immuunsuppressie en daarom is er een verhoogde kans op infectierisico. Verder is een verhoogde kans op maligniteiten zoals plaveiselcarcinoom, non hodgkin lymfoom en Kaposi sarcoom.
Afweerstoornissen
Voorbeelden van afweerstoornissen zijn diabetes mellitus, auto-immuunziekten, chronische infectieziekten en kwaadaardige bloedziekten. Er wordt nu vooral gefocust op diabetes mellitus.
Diabetes mellitus is een relatief of absoluut te kort aan insuline en dit leidt tot ontregeling van de koolhydraatstofwisseling. Er is sprake van een gestoorde glucose-opname in de cel.
Tandheelkundige consequenties
Hypoglycemie is een tekort aan suiker. Dit ontstaat wanneer er wel insuline is gespoten maar wanneer er weinig is gegeten of wanneer er sprake is van stress. Dit kan leiden tot sufheid, trillen, transpireren en gapen. Het is daarom belangrijk om ‘s morgens te behandelen, kort na de maaltijd. Een andere consequentie van diabetes is een verhoogd infectierisico. Parodontitis, candidiasis, steekinfect en flegmone kunnen sneller voorkomen. Daarom is het belangrijk om extra aandacht te hebben voor de mondhygiëne en dentogene foci. Bij een infectie is het belangrijk om snel met antibiotica te starten.
Corticosteroïdgebruik
Corticosteroïden worden vaak toegepast voor het onderdrukken van chronische ontstekingsreacties. Daarom is er een verhoogde kans op infecties. Bij patiënten die corticosteroïden gebruiken en waarbij een invasieve behandeling nodig is, is het belangrijk om de dagdosis te verdubbelen en de volgende dag bij veel pijn en zwelling opnieuw de dagdosis te verdubbelen.
Oncologische patiënt
Er zijn verschillende soorten oncolytica. De klassieke chemotherapie blokkeert de celdeling van cellen maar ook van de afweer, slijmvliezen, parodontium en speekselklieren. Deze patiënten hebben vaak last van mucositis.
Tegenwoordig is er een verschuiving van klassieke chemotherapie naar middelen met een specifiek aangrijpingspunt: targeted therapie. Deze behandeling is afhankelijk van de specifieke biochemische eigenschappen van de tumor.
NIB’jes en MAP’jes
NIB’jes zijn kleine moleculen die de tumor-chemie in de cel blokkeren. MAB’jes zijn monoclonale antilichamen die de receptoren op een kankercel blokkeren.
Aan de buitenkant van een cel liggen receptoren die de groei van de cel stimuleert en in de kern ligt DNA. In een tumorcel is er sprake van veel celdeling.
Wanneer een groeireceptor gestimuleerd wordt is er sprake van signaaltransductie van die RAS>RAF>MEK>ERK-eiwitketen. Een MAB’je is een stof die op de receptor gaat zitten, de groeireceptor blokkeert en daarmee de groei van de cel laat stoppen.
Een NIB’je blokkeert de signaaltransductie ergens in de eiwitketen.
Bot-resorptie remmers
Bot-resorptie remmers worden toegepast ter preventie van botbreuken bij beenmerg-tumoren en bot-metastasen. Patiënten die botresorptie remmers gebruiken kunnen beter doorverwezen worden naar de kaakchirurg omdat er een hoog risico is op medicatie gerelateerde osteonecrose van de kaak (MRONJ)
Ten slotte
Het is dus erg belangrijk om een volledige medische anamnese af te nemen bij de patiënten die bij je in de praktijk komen om voor een juiste behandeling te zorgen.
Een basisset noodmedicatie voor in de tandartspraktijk is aangeraden.
Dr. Robert van Es behaalde in 1985 en 1990 resp. zijn tandarts- en arts-examen aan de RU-Utrecht en was van 1985-‘90 waarnemend algemeen praktiserend tandarts. Van 1990-‘92 was hij arts-assistent KNO-heelkunde in het Militair Hospitaal en MKA-chirurgie in het St. Radboud ziekenhuis te Nijmegen. Hij voltooide zijn opleiding tot MKA-chirurg in 1996 in het Academisch Ziekenhuis Utrecht. In 1998 was hij fellow in het Mt. Vernon Hospital te Londen ter specialisatie in maxillofaciale microchirurgie. Hij promoveerde in maart 2001 op de ontwikkeling van een proefdiermodel voor de behandeling van Hoofd-hals kanker.
Sinds 2001 is hij staflid op de afdelingen Mondziekten, Kaak- en Aangezichts-chirurgie van het Universitair Medisch Centrum en het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht. Sinds 2006 is hij tevens werkzaam in het Diakonessen Ziekenhuis te Utrecht.
Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van dr. Robert van Es tijdens NWVT-cursus
Volgens een onderzoek gepubliceerd in BMC Oral Health kunnen postmenopauzale vrouwen met HIV meer tandverlies ervaren. Het tandverlies is een gevolg van de afbraak van trabeculaire botmicroarchitectuur. Deze studie evalueert de alveolaire botmicroarchitectuur en parodontitis bij postmenopauzale vrouwen met en zonder HIV.
Patiënten met HIV
IL-1β, IL-6 en TNF-α zijn pro-inflammatoire cytokines en worden geassocieerd met orale ontstekingen zoals parodontitis en met botresorptie. Patiënten met HIV (PWH) lopen daarom een hoger risico op het ontwikkelen van parodontitis vergeleken met patiënten zonder PWH. Anti-retrovirale therapie (ART) kan zorgen voor een verlaging van pro-inflammatoire cytokines en kan ervoor zorgen dat patiënten met HIV een hogere levensverwachting hebben.
Botverlies
Volgens gegevens hebben oudere vrouwen vaker botverlies en botbreuken dan jongere vrouwen en mannen. Dit kan het gevolg zijn van de menopauze en afname van oestrogeen. Echter lijkt het risico op factureren van de mandibula niet toe te nemen met de leeftijd. Er is wel aangetoond dat oudere PWH-patiënten in de menopauze een groter botverlies hebben dan de algemene bevolking. Ook is ontdekt dat vrouwen na de menopauze met PWH een lagere botmineraaldichtheid en groter longitudinaal botverlies hebben dan postmenopauzale vrouwen zonder HIV.
Onderzoek
135 vrouwen namen deel aan het onderzoek om de alveolaire botmicroarchitectuur en parodontitis te evalueren. 76 van de 135 vrouwen met PWH ondergingen anti-retrovirale therapie. De overige 59 vrouwelijke deelnemers hadden geen PWH. Er werden bij alle deelnemers parodontale onderzoeken gedaan waarbij de pocketdiepte, het klinische aanhechtingsniveau en bloeding na sonderen werd gemeten. Met behulp van intra-orale röntgenfoto’s werd de hoogte van de alveolaire top gemeten.
Resultaten
De resultaten lieten zien dat vrouwen met PWH een significante vermindering van het aantal tanden vertoonden vergeleken met vrouwen zonder PWH. Daarnaast was op de röntgenfoto’s meer alveolair botverlies te zien bij vrouwen met PWH en vertoonden zij een hogere expressie van een belangrijke cytokine betrokken bij parodontitis, GCF RANKL.
Conclusie
De hogere expressie van GCF RANKL en een verslechtering van de alveolaire trabeculaire botmicroarchitectuur bij postmenopauzale vrouwen met HIV leiden tot meer tandverlies.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/02/Grotere-kans-op-tandverlies-bij-patienten-met-HIV.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-22 09:00:072024-02-14 14:38:29Grotere kans op tandverlies bij patiënten met HIV
Bij patiënten met een beroerte die Cnm-positieve streptococcus mutans (S. mutans) bacterie in hun mond hadden werden hogere aantallen van diepe, lobaire cerebrale microbloedingen gevonden volgens een studie gepubliceerd in het European Journal of Neurology
S. mutans
Streptococcus mutans, een belangrijke cariogene bacterie die het collageenbindende eiwit Cnm tot expressie brengt. Ongeveer 90% van de algemene bevolking heeft S. mutans in hun mond. S. mutans leeft in tandplaque en is bekend als veroorzaker van tandbederf. Bacteriën in de mond, waaronder Cnm-positieve S. mutans, veroorzaken endocarditis. En volgens de studie gaan microbloedingen in de hersenen vooraf aan intracerebrale bloeding bij infectieuze endocarditis.
Effecten van Cnm-positieve S. mutans
De effecten van Cnm-positieve S. mutans zijn het induceren van cerebrovasculaire ontsteking, het aantasten van de bloed-hersenbarrière en veroorzaken van hersenbloedingen. Cerebrale microbloedingen beïnvloeden de lange termijn prognose van patiënten met een beroerte.
Verband Cnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen
De auteurs publiceerden eerder literatuur over een verband tussen S. mutans die Cnm tot expressie brengen en een verhoogd risico op diepe cerebrale microbloedingen. Verder was ook gevonden dat bij beroerte-gevoelige ratten, die Cnm-positieve S.mutans intraveneus kregen toegediend, verergerde bloedingen plaatsvonden in de corticale en diepgrijze hersenmaterie. Het blijft echter onduidelijk hoe Cnm-positieve S. mutans bijdragen aan microbloedingen in het lobaire gebied van de hersenen van mensen.
Verder onderzoek naarCnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen
De auteurs voerden een retrospectieve studie uit waarbij 428 patiënten met een beroerte orale bacteriële onderzoeken hadden ondergaan, om de associatie tussen Cnm-positieve S. mutans en cerebrale microbloedingen verder te onderzoeken. Bij 76% van de patiënten was S. mutans gevonden en 24% hadden de ziekteverwekker niet in hun mondholte. In de groep waarin S. mutans werd gedetecteerd in de mondholte hadden 72 patienten Cnm-positieve S. mutans en 254 hadden Cnm-negatieve S. mutans.
De auteurs schreven dat Cnm-positieve S. mutans significant gerelateerd was aan de aanwezigheid van meer dan 10 cerebrale microbloedingen.
Conclusie
Als conclusie van het onderzoek schreven de auteurs dat Cnm-positieve S. mutans geassocieerd waren met een hoger aantal van lobaire en diepe cerebrale microbloedingen. Het reduceren van de bacteriën in de mondholte zou kunnen dienen als een nieuwe behandeling voor patiënten met een beroerte.
Maar er waren verschillende beperkingen van het onderzoek zoals uitkomstgegevens die niet werden verzameld omdat het onderzoek retrospectief werd uitgevoerd. Om de effecten van Cnm-positieve S. mutans te evalueren voeren de onderzoekers een prospectieve studie uit.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/09/Laserbehandeling-vermindert-pijn-na-extractie-en-implantaatoperaties-400-x-230.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-20 09:00:272024-02-14 14:37:50Cnm-positieve S. mutans zorgen voor meer cerebrale microbloedingen
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.