yoghurt

Yoghurt vermindert kans op cariës bij kinderen

Kinderen die regelmatig yoghurt eten zouden minder kans op cariës hebben volgens een recent Japans onderzoek.
Een driejarig kind dat vier keer per week yoghurt eet, heeft volgens de onderzoekers 22% minder kans op cariës. Dit  vergeleken met kinderen die minder dan één keer per week yoghurt eten. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in de Journal of Dentistry.

Werkzame proteïnen
Sommige wetenschappers denken dat yoghurt werkzaam is doordat de proteïnen hierin aan het tandoppervlak hechten en de tanden zo beschermen tegen schadelijke zuren.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door de Fukuoaka Universiteit en de Universiteit van Tokyo. Zij onderzochten het verband tussen het eten van zuivelproducten en het ontstaan van cariës bij jonge kinderen. Aan het onderzoek deden 2.058 drie-jarige kinderen mee. De consumptie van zuivelproducten werd in drie categorieën gedeeld en via een visueel onderzoek werd de aanwezigheid van cariës bij de kinderen vastgesteld.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Cariës, Kennis, Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Onderzoek Goed je best doen is niet genoeg voor schone tanden

Meer dan een derde volwassenen afgeleid tijdens tandenpoetsen

Een onderzoek van de National Smile Month van de Britse Dental Health Foundation geeft aan dat 34% van de volwassenen afgeleid wordt bij het tandenpoetsen.

Afleiders
De grootste afleiders zijn te laat zijn en haasten in de ochtend. Ook kinderen leiden af, gevolgd door mobiele telefoons.
Het onderzoek liet zien dat vrouwen eerder afgeleid zijn dan mannen. Van de leeftijdsgroep 60 jaar en ouder poetsten de meeste mensen wel de volle twee minuten.

Verschil werkelijke poetstijd
66% van de deelnemers aan het onderzoek gaf aan dat zij hun tanden twee minuten poetsen. Studies uit de afgelopen jaren  hebben echter aangetoond dat mensen in werkelijkheid ongeveer 45 seconden poetsen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Onvrijwillige (mond)zorg bij mensen met een licht verstandelijke beperking

Hou je mond gezond op Radio Limburg

Radio Limburg heeft op 20 mei aandacht besteed aan het project ‘Hou je mond gezond’.

Bron:
Radio Limburg

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Alles over fluoride

Het fluoride advies bestaat uit een basisadvies en een advies voor aanvullende maatregelen. Het fluoride basisadvies geldt voor iedereen en het advies voor aanvullende fluoride maatregelen is bedoeld voor mensen met een verhoogd cariësrisico.

Wie adviseren aanvullende fluoride maatregelen?

  • Tandarts en mondhygiënist
    De tandarts of mondhygiënist is de aangewezen persoon om op basis van exacte diagnose van de mondgezondheid, gedragsfactoren en ontwikkelingen hierin te beoordelen of er aanvullend individuele maatregelen nodig zijn. Hij of zij zal indien nodig professionele fluoride applicatie uitvoeren.
  • Jeugdartsen en -verpleegkundigen
    Naast de tandarts en mondhygiënist geven jeugd- en consultatiebureau artsen en wijkverpleegkundigen voorlichting over mondverzorging. Zij zijn de eersten die vanuit de medische professie adviezen geven over de verzorging van het gebit van het kind. Zij adviseren over fluoride, tandenpoetsen, voeding en tandartsbezoek.De meeste jeugdartsen van de GGD (`schoolarts’) zien vrijwel alle kinderen tweemaal gedurende de basisschoolperiode. Zij beoordelen tijdens het Preventief Gezondheidskundig Onderzoek ook de gebitssituatie. Zij kunnen cariës of de voorstadia ervan signaleren. Ook kan de jeugdarts beoordelen of het gebit er verzorgd uitziet. Zij kunnen aan ouders het basisadvies voor fluoridegebruik geven en indien nodig in het algemeen adviseren over eventuele extra fluoride maatregelen. Voor dit laatste dienen zij te verwijzen naar de tandheelkundig zorgverlener. De jeugdarts ziet de kinderen namelijk niet vaak genoeg om een individueel advies te kunnen geven. Ten slotte kan de jeugdarts op basis van algemene beoordeling van groepen kinderen een rol spelen bij het opsporen van scholen die in aanmerking komen voor een collectief fluoride programma.

Eenduidigheid van adviezen
Als de tandarts, de consultatiebureau- of jeugdarts afwijkende adviezen geven, is dat voor de ouder niet geloofwaardig. Degene die van het fluoride basisadvies afwijkt moet daar een bepaalde reden voor hebben en deze ook kunnen aangeven. In principe moet er van worden uitgegaan dat de tandheelkundig zorgverlener beter zicht heeft op de toekomstige gezondheidsituatie van de mond van het kind dan de consultatiebureauarts of jeugdarts.

Fluoride tabletjes
Jarenlang is het gebruik van fluoridetabletjes gepropageerd als dé preventieve behandeling, die door zoveel mogelijk kinderen – met name 0-4 jarigen – zou moeten worden toegepast. Met fluoridetabletjes probeerde men drinkwaterfluoridering na te bootsen door het gebruik ervan over de dag te laten spreiden. Dit laatste bleek in de praktijk dikwijls moeilijk uitvoerbaar. Fluoride tabletjes bleken vooral te worden gebruikt door kinderen die toch al een verantwoord mondhygiënisch gedrag vertoonden en niet door kinderen met een slechtere gebitsgezondheid, die ze juist nodig zouden hebben. De therapietrouw van met name kinderen uit risicogroepen aan het gebruik van fluoride tabletjes was gering. Deze kinderen kregen, doordat ze gemiddeld maar één keer per dag poetsten en geen fluoridetabletjes gebruikten, te weinig fluoride in de mond.

Verder blijkt uit onderzoek, dat hooguit een enkeling duidelijk zichtbare fluorose in het gebit heeft. Vaak blijkt uit de anamnese dat deze kinderen vroeger meer dan één tabletje tegelijkertijd namen of een tabletje direct na het tandenpoetsen. Ook is uit onderzoek gebleken, dat het risico op fluorose bij tabletgebruik groter is dan bij tandpastagebruik. Daarnaast bestond in brede kringen een toenemende afkeer van medicalisering. Ook het innemen van fluoridetabletjes kan worden gezien als een vorm van medicatie.

Opwaardering van peutertandpasta
Peutertandpasta werd in 1982 ingevoerd en bevatte aanvankelijk een fluoridegehalte van 250 ppm. Tot deze lage concentratie werd besloten om te voorkomen dat jonge kinderen teveel fluoride zouden binnenkrijgen – en daardoor mogelijk fluorose zouden ontwikkelen – wanneer ze tevens fluoride tabletjes namen. Maar deze peutertandpasta met 250 ppm fluoride bood zonder combinatie met de geadviseerde fluoridetabletjes te weinig fluoride. Bij de totstandkoming van het fluoride advies in 1998 moest een keuze worden gemaakt tussen de beschikbare fluoride voorzieningen: fluoride tabletjes of fluoride tandpasta. Daarbij ging het erom een juiste maat te vinden tussen maximale cariëspreventie en minimale kans op overdosering. Intussen was een grote effectiviteit van fluoridetandpasta vastgesteld. Bij fluoridetandpasta was het mogelijk de samenstelling op relatief eenvoudige wijze aan te passen. Daarom werd in 1998 gekozen voor peutertandpasta met 500-750 ppm fluoride, de helft van de concentratie van de gewone fluoridetandpasta met 1000-1500 ppm fluoride, in plaats van de 250 ppm fluoride die tot dan toe gangbaar was. Bij deze concentratie is het niet meer nodig om, naast peutertandpasta, nog fluoridetabletjes voor jonge kinderen te blijven gebruiken.

Pre-eruptief effect van minder belang
Vóór 1982 werd nog veel belang gehecht aan een pre-eruptief effect (inwendig effect, vóór de doorbraak) van fluoride. Uit gegevens verzameld in Tiel en Culemborg gedurende de periode dat in Tiel het drinkwater werd gefluorideerd (1953-1973) werd afgeleid dat gebitselementen die doorbraken in het jaar waarin de drinkwaterfluoridering startte, meer door cariës werden aangetast dan elementen die nog in de vormings- of pre-eruptieve maturatiefase verkeerden toen de drinkwaterfluoridering begon. Hieruit – en uit vergelijkbare onderzoeken uitgevoerd in andere landen – kan worden geconcludeerd dat fluoride toegevoegd aan drinkwater een pre-eruptief effect heeft. Op theoretische gronden mag worden aangenomen dat zo’n effect ook uitgaat van fluoride die voor de doorbraak van de elementen worden gebruikt. Overtuigende onderzoeksgegevens die zo’n effect aantonen, ontbreken echter. Uit de twee in Nederland uitgevoerde onderzoeken kon een dergelijk effect niet worden afgeleid.

Werking van fluoride op het gebit
Als iemand cariëslaesies krijgt, wijst dit erop dat te vaak, te veel en te lang ontkalkend zuur in de mond aanwezig is en dat de remineraliserende krachten van het speeksel op het tandglazuur te kort schieten. Het evenwicht tussen de- en remineralisatie is verstoord. Frequent gebruik van suikers is hiervan de oorzaak. Fluoride kan dit uit balans gebrachte evenwicht verregaand herstellen, met name als het tweemaal per dag tijdens de gebitsreiniging op tanden en kiezen wordt aangebracht.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de pre- en de post-eruptieve werking van fluoride. Veruit de belangrijkste van de twee is de post-eruptieve werking, dus de werking na de doorbraak van de gebitselementen.

Post-eruptieve werking
De belangrijkste bijdrage aan de remming van het cariësproces wordt geleverd door fluoride dat in de tandplak wordt opgenomen. Tandplak is vrijwel altijd aanwezig, ook nog nadat de tanden zijn gepoetst. Het cariësproces wordt geremd via de volgende mechanismen:

  • Remming van de demineralisatie
    Door de aanwezigheid van fluoride in de tandplak wordt de ontkalking van het glazuur geremd, dat wil zeggen er kan minder tandmateriaal oplossen.
  • Bevordering van de remineralisatie
    Hierdoor kunnen beginnende cariëslaesies herstellen. Fluoride wordt ingebouwd waardoor vooral kort na de doorbraak een kwalitatieve verbetering van het glazuur optreedt (maturatie).
  • Remming van de zuurvorming
    De zuurvorming door bacteriën wordt in aanwezigheid van fluoride geremd, met als gevolg dat de ‘zuuraanval’ iets minder sterk wordt. Deze werking is minder belangrijk.

Fluoride in de tandplak heeft maximale werking op poreus glazuur dat in de rijpingsfase verkeert, carieus is of beschadigd is door afslijpen of zuur. Een klein deel van het fluoride is in de tandplak aanwezig als vrije fluoride-ionen, terwijl de rest van het fluoride reversibel is gebonden en dus weer kan vrijkomen. Als de fluorideconcentratie van een toepassing hoog is, zoals bij een fluoride applicatie, ontstaat er een depot van calciumfluoride in het glazuur. Door het langzaam oplossen van dat calciumfluoride komen fluoride-ionen vrij die in het glazuur kunnen worden ingebouwd. Tevens wordt in aanwezigheid van voldoende calcium en fosfaat vanuit de plak of het speeksel de (re)mineralisatie bevorderd. Bij de cyclus van de- en remineralisatie wordt de tand voortdurend sterker: het best oplosbare tandmineraal lost het eerst op en wordt vervangen door minder oplosbaar materiaal.

Pre-eruptieve werking
De pre-eruptieve werking, dus de werking vóór de doorbraak van de gebitselementen, is van geringer belang, maar er werd vroeger veel belang aan gehecht. Daarbij wordt fluoride ingebouwd in glazuur en – in mindere mate – in dentine. Fluoride kan alleen nadat het is opgenomen uit het maagdarmkanaal, via de bloedbaan de gebitselementen bereiken. Het wordt dan voornamelijk opgenomen in het bot en in het zich vormende glazuur en in het dentine. Fluoride stimuleert de vorming van grotere en regelmatiger kristallen (voornamelijk hydroxylapatiet) en vormt via inbouw en uitwisseling van anionen een geringe hoeveelheid hydroxylfluorapatiet. Glazuur en – in mindere mate – dentine lossen hierdoor iets minder snel op en zijn zo beter bestand tegen cariës. Gedurende de hele vormings- en pre-eruptieve maturatiefase (rijpingsfase) van tijdelijk en blijvend gebit kan fluoride deze effecten hebben. Als alle elementen zijn doorgebroken, zijn er geen mogelijkheden meer voor een pre-eruptief effect. Het pre-eruptieve effect houdt geen stand als ook niet na de doorbraak fluoride wordt gebruikt. Niet alleen fluoride tabletjes, maar ook tandpasta, waarbij de fluoride na het poetsen in de mond achterblijft en daarna wordt doorgeslikt heeft een gering pre-eruptief effect op de nog niet doorgebroken elementen.

De gevolgen van teveel fluoride
De schadelijke effecten van fluoride kunnen ruwweg worden verdeeld in acute toxiciteit door eenmalige overdosering en schadelijke effecten op lange termijn door chronische overdosering.

  • Acute intoxicatie door eenmalige overdosering van fluoride
    Het belangrijkste gevaar van een eenmalige hoge overdosering is, dat een zeer hoge fluorideconcentratie de vrije calciumconcentratie in het bloed verlaagt (hypocalciëmie) en het kaliumniveau verhoogt (hyperkaliëmie), waardoor kramptoestanden, stuiptrekkingen, ademhalingsstoornissen en hartstilstand kunnen optreden en een meestal snelle dood het gevolg kan zijn. De geschatte mogelijke letale dosis is 5 mg per kilogram lichaamsgewicht. De verschijnselen bestaan uit misselijkheid en in ernstiger gevallen transpiratie, braken, buikpijn en diarree. Er zijn diverse factoren, zoals het lichaamsgewicht, de mate van maagvulling en vooral de tijd, die is verstreken sinds het fluoride werd genomen, die mede bepalend zijn voor de ernst en dus de behandeling van de intoxicatie. De verstreken tijd is relevant, omdat fluoride – zeker bij een lege maag – binnen een half uur uit de maag is geresorbeerd en in het bloed is opgenomen.
    Voor volwassenen vormen de meeste fluoride producten voor thuisgebruik een verwaarloosbaar risico, bovendien zullen zij zelden de neiging hebben de producten te `eten of drinken’. Echter een tube tandpasta voor volwassenen bevat een totale hoeveelheid fluoride die bij opeten van de hele tube dodelijk kan zijn voor een kind. Er zit ca. 1 mg fluoride in 1 centimeter of 1 gram tandpasta. Het is denkbaar dat een kind snoept van de tandpasta of de fluoride tabletjes of drinkt van fluoride vloeistof. Fluoride producten dienen dan ook buiten bereik van kleine kinderen te worden bewaard. Producten met hoge concentratie in de tandartspraktijk kunnen bij ondeskundig gebruik gevaar opleveren.
  • Chronische overdosering van fluoride
    Chronische overdosering kan zich manifesteren in de vorm van witte streepjes en/of gevlekt glazuur, aangeduid als tandfluorose, ook wel als mottling, mottled enamel, zebratanden en dentale fluorose. Fluoride heeft al bij relatief lage concentraties in het plasma een negatief effect op de vorming van tandglazuur. Een relatief `veilige’ dosis waaronder geen fluorose optreedt lijkt niet te bestaan, maar voor alle preparaten die lokaal effectief zijn in de preventie van cariës, zoals bijvoorbeeld peutertandpasta, is de concentratie fluoride zo gekozen dat optreden van zichtbare fluorose verwaarloosbaar is. Ook hier geldt wel dat abnormaal gedrag, zoals snoepen uit de tube tot ongewenste effecten kan leiden.

Maatregelen bij acute intoxicatie
Voor kinderen kan globaal van een geringe acute intoxicatie worden gesproken bij opname tot 25 mg fluoride. Deze hoeveelheid komt overeen met:

  • 1/4-1/3 tube gewone fluoridetandpasta
  • 1/2-2/3 tube fluoride-peutertandpasta
  • 100 fluoridetabletjes
  • 6 g gel met 0,4% fluoride
  • 25 ml spoelvloeistof met 0,1% fluoride (voor wekelijks gebruik)
  • 100 ml spoelvloeistof met 0,025% fluoride voor dagelijks gebruik

De maatregel die bij een geringe acute intoxicatie moet worden genomen is het slachtoffer laten braken en veel melk laten drinken. Als geen melk voorhanden is, is water of een andere drank ook geschikt. Melk is het beste, omdat het calcium uit de melk fluoride bindt en opname uit de maag remt. Door te drinken wordt de uitscheiding van fluoride bevorderd.

Bij het binnenkrijgen van 75 of meer mg fluoride (¾ tot 1 tube fluoridetandpasta, 1½ tot 2 tubes peutertandpasta of 300 fluoridetabletjes) binnen korte tijd, moet, naast bovengenoemde maatregelen, het slachtoffer snel naar het ziekenhuis worden gebracht om zo nodig de maag leeg te laten pompen en schoon te laten spoelen. Verder dienen laxantia te worden gebruikt.

Carcinogeniteit en allergeniteit
Voor eventuele carcinogeniteit zijn geen aanwijzingen gevonden, noch voor allergeniteit.

Fluorose in het blijvend gebit
Fluorose, ofwel gevlekt glazuur, ontstaat tijdens de tandvorming. Zolang het niet in ernstige mate optreedt, is het uitsluitend een esthetisch probleem. Echter niet alle witte strepen of vlekken zijn het gevolg van fluorose; ook bijvoorbeeld carieus ontkalkt glazuur ziet er krijtachtig wit uit. Alleen een tandarts of mondhygiënist met ervaring kan het verschil zien. In Nederland worden uitsluitend lichte overdoseringen van fluoride, en als gevolg daarvan slechts matige verstoringen van de glazuurvorming waargenomen. Omdat de snijtanden (incisieven) zo goed zichtbaar zijn, is de vormingsperiode van de blijvende snijtanden van belang. De vorming van het glazuur van de snijtanden start in de 3e of 4e maand van het eerste levensjaar. Vanaf ongeveer ½ tot 4½ jaar wordt het later zichtbare glazuur van de snijtanden gevormd. De meest kwetsbare periode voor de snijtanden ligt daarom tussen ½ en 4½ jaar.

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan die een bijdrage hebben geleverd aan het inzicht in de factoren die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van fluorose. Uit experimenten met ratten is gebleken dat zowel een permanent verhoogde plasma-fluorideconcentratie boven een bepaalde grenswaarde als één- of tweemaal per dag optredende pieken in de plasma-fluorideconcentratie fluorose kunnen veroorzaken. Bij mensen is onderzoek gedaan naar fluorideconcentraties in het bloed na fluoride-opname. Daarbij bleek de hoogte van de piek fluoride concentratie leeftijdsafhankelijk te zijn. De snelheid waarmee fluoride uit de maag wordt opgenomen, hangt mede af van de maagvulling. Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij geringe maagvulling, is bij kinderen tot en met vier jaar een inname van 0,50 – 0,75 mg (2-3 fluoride-tabletjes) fluoride voldoende om de serum fluorideconcentratie tot boven een kritieke waarde voor fluorose te laten stijgen.

Het is moeilijk onderzoek te doen naar de factoren die fluorose bij de mens veroorzaken. Fluorose is immers pas een aantal jaren nadat een kind een tijd lang teveel fluoride heeft gehad zichtbaar. Bij kinderen met fluorose-verschijnselen moet dus worden achterhaald welke vormen van fluoride zij jaren geleden hebben gebruikt. Onderzoek waarbij het gebruik van fluoridetabletten en fluoridetandpasta tijdens de kleuterperiode werd vastgelegd en de fluorose-prevalentie op oudere leeftijd werd onderzocht, liet zien dat er vooral een verband bestaat tussen het gebruik van fluoridetabletten en het vóórkomen van fluorose. Wanneer de resultaten van de verschillende onderzoeken tezamen worden beschouwd, kan worden geconcludeerd dat bij juist gebruik van de bestaande fluoridepreparaten bij kinderen in de kritieke leeftijdsfase een verwaarloosbaar risico op fluorose bestaat.

Bron:
Ivoren Kruis
NMT
Baart JA, Loveren C: Het fluorideadvies ter voorkoming van tandcariës, 2004

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Elektrische tandenborstel meest effectieve borstel tegen tandplak

Jeugd poetst niet graag elektrisch

Nederlandse jongeren houden er niet van hun tanden te poetsen met een elektrische tandenborstel. Dit blijkt uit onderzoek door Aquafresh onder 1000 inwoners van Nederland en België.

Ongeveer 83 procent van de jongeren onder de twintig jaar geeft de voorkeur aan de ouderwetse tandenborstel.

Onder de rest van de ondervraagden was ook een voorkeur voor poetsen met de hand. In Nederland heeft 41 procent een handtandenborstel. In België is de borstel in 53 procent van de badkamers te vinden.

Eén op de vijf (20 procent) van de ondervraagden geeft aan zowel een elektrische- als een handtandenborstel te gebruiken voor wittere tanden.

Mondwater
Uit het onderzoek bleek verder dat de populariteit van mondwater toeneemt. Van de Nederlanders gebruikt 15 procent dagelijks mondwater, tegenover 8 procent in België. In totaal spoelt 53 procent van de Belgen wel eens met mondwater. In Nederland is dit 44 procent.

Bron:
Nu

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Reinigen met een rubbercup niet effectief tegen gingivitis of cariës

Wat is het effect van de mechanische reiniging van gebitselementen met een rubbercup op de mate van gingivitis en cariës? Deze vraag stond centraal in een systematisch literatuuronderzoek waarin onder meer een inclusiecriterium was behandelafspraken met een interval van 4 maanden.

In 4 artikelen werd gevonden dat de profylactische behandeling niet nodig is vóór het appliceren van fluoride ter preventie van cariës bij kinderen. Deze uitkomst kan niet worden geëxtrapoleerd naar tieners en volwassenen. In 2 andere onderzoeken kon het voordeel van mechanische reiniging met rubbercup ter preventie van gingivitis niet worden aangetoond.
Uit deze onderzoeken volgt dat een profylactische behandeling van de gebitselementen met een rubbercup elke 4 maanden niet bijdraagt aan een vermindering van gingivitis.

Bron:
NTvT 

  • Azarpazhooh A, Main PA. Efficacy of dental prophylaxis (rubber cup) for the prevention of caries and gingivitis: a systematic review of literature. Br Dent J 2009; 7: e14.
  • Sampson C. Is routine dental prophylaxis effective? Evid Based Dent 2010; 1 :16-17.

 

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z

Tentoonstelling Say Cheese! De kracht van de mond

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Ivoren Kruis organiseert Museum Boerhaave een tentoonstelling
over de mond. De mond is dé plek waar onze gevoelens samenkomen: blijdschap, lust, intimiteit, angst, pijn, gulzigheid,
vraatzucht, schaamte, afkeer, ijdelheid en trots. Al die gevoelens zijn een prachtig uitgangspunt voor een publiekstentoonstelling over de emotionele, technische en sociale aspecten van de zorg voor de mond.

Wat is er allemaal te zien?
Bezoekers van de tentoonstelling krijgen een verrassend beeld van de ontwikkeling van de zorg voor een goede mondgezondheid. Wat is het nut van fluoride in tandpasta? Hoe maakt de tandarts zonder dat de patiënt moet happen een digitale scan en wordt daar, klaar terwijl u wacht, een kroon van gemaakt? Waarmee poetste Napoleon zijn tanden? Hoe geef je de perfecte kus? Kun je je lachlijn verbeteren? Hoe komen kinderen in Nepal aan een gezond gebit? Via tal van verrassende invalshoeken wordt duidelijk gemaakt hoe de tandarts en de mondhygiënist bijdragen aan de mondgezondheid.
 
En natuurlijk zal de bezoeker zich na het bezoek aan Museum Boerhaave meer dan ooit realiseren dat het eigen preventiegedrag aan de basis staat van een gezonde mond. Aan de tentoonstelling wordt meegewerkt door verschillende dentale organisaties en bedrijven. Voor scholen is er een koppeling met het project Hou je mond gezond!

Wanneer?
Say Cheese! begint op 9 oktober en loopt door tot en met 3 april 2011.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Vraagteken

Kaasmolaren, en dan?

De prevalentie van Molar Incisor Hypomineralisation (MIH) is de laatste jaren toegenomen. Vooral preventief handelen en het oplossen van de pijnklachten is bij deze kaasmolaren van groot belang. De oorzaak is niet geheel bekend, maar wordt vaak in relatie gebracht met ziektes. Hadden kinderen vaak een problematische levensstart, krijgen ze op latere leeftijd ook nog fysiek last van hun gebit en zien deze tanden er daar bovenop niet al te fraai uit.

Wat kan de mondzorger hieraan doen?

  • Vroege diagnose en monitoren
    Bij verdenking van slecht aangelegd glazuur naar aanleiding van de anamnese zijn röntgenfoto’s geïndiceerd, het liefst voor de doorbraak. Hierop kan gezien worden welke dikte het glazuur zal hebben en welke elementen er sprake van MIH is. Enkel bij een ontwikkelstoornis van een of meerdere blijvende molaren en vaak ook de incisieven is er sprake van MIH. Vervolgens kunnen de elementen gevolgd worden tijdens de doorbraak.
  • Start van het preventieprogramma
    Vlak voor de verwachte eruptieperiode zal de MIH-patiënt in een preventieprogramma moeten kunnen stappen. Wacht men langer, dan is vaak tandheelkundige preventie al onmogelijk. Hierbij kan de patiënt bijvoorbeeld elke 6 weken naar de mondhygiënist gaan.

Inhoud van het preventieprogramma
De mondhygiënist kan poetsinstructies geven over poetsen en (extra) fluoridegebruik aanbevelen. Er kan een voedingsanalyse worden gedaan waarna een voedingsadvies volgt. Na volledige eruptie kunnen fluoridelak en sealings aangebracht worden. Dit helpt tegen de pijnklachten die te verwachten zijn. Vaak is poetsen bij ongeschermde kaasmolaren pijnlijk, evenals luchtstroom, koude en andere prikkels. Soms is het zelfs nodig om een roestvrijstalen kroon te plaatsen.
Wanneer blijkt dat de patiënt alsnog carieuze leasies ontwikkelt, kan dit programma verlengd worden. Er kan bijvoorbeeld een cariësrisicotest worden gedaan waarbij er wordt gekeken of er een hoog aantallen streptococcen zijn. Zo ja, dan zijn regelmatige applicaties van Cariës-Ex geïndiceerd. Uiteraard zal daarnaast de patiënt verder moeten worden begeleid met zijn poets- en eetgedrag om geen of minder cariës te ontwikkelen.

De restauratieve behandeling

Sedatie?
Een Zweedse studie van 32 kinderen van 9 jaar met MIH, toont aan dat deze kinderen 10 keer vaker een tandheelkunde behandeling hadden ondergaan van hun 1e molaren dan kinderen uit de controlegroep (Jälevik & Klingberg, 2002). Hierdoor hadden zij meer vrees voor de tandarts en waren daardoor moeilijker te behandelen door het bijbehorende gedrag. Ook kwam aan het licht dat deze kinderen veel pijn ervaren tijdens de behandelingen. In sommige gevallen zou overwogen moeten worden om deze kinderen onder sedatie te behandelen.

Welk restauratiemateriaal?
Bij het restaureren van hypogemineraliseerde molaren, kan er geen amalgaam worden gebruikt. Hiervoor bieden deze molaren te weinig retentie. Adhesieve tandheelkunde behoort vaak wel tot de mogelijkheden.

Esthetiek
De opaciteiten van de incisieven zijn helaas goed te zien. Methodes als bleken en micro-abrasie geven geen goed resultaat. Een plaatselijk opaque composiet kan een uitkomst zijn met daarop de definitieve kleur composiet. Directe en indirecte veneers zijn goede alternatieven als het defect groter is.

Bronnen:
Kindertandheelkunde 1
PubMed
Irish Society for Disability & Oral Health
American Academy of Pediatric Dentistry
http://www.britannica.com
NTVT
Quality Practice
www.tandarts.nl
Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z
Hygiëne - handen wassen

Mondhygiënist kan meer betekenen

De meeste mensen prefereren de tandarts nog steeds boven de mondhygiënist. Maar de mensen die naar de mondhygiënist gaan, blijven bij hem terugkomen.

37% heeft ervaring met bezoek mondhygiënist
Verzekerden vinden de zorg van de tandarts en mondhygiënist belangrijk. Bijna iedereen (97%) zonder kunstgebit staat ingeschreven bij een tandarts en een ruime meerderheid (77%) van de bevolking heeft een aanvullende verzekering voor ‘mondzorg’. De tandarts is bij iedereen bekend, maar slechts 37% van de bevolking (zonder kunstgebit) zegt ervaring te hebben met een mondhygiënist en 11% met een preventieassistent. Mensen die naar de mondhygiënist gaan hebben een minder grote voorkeur voor de tandarts. Vooral voor het verwijderen van tandsteen en tandplaque, en periodieke controles vinden ze de mondhygiënist een goed alternatief. Dit blijkt uit onderzoek binnen het ConsumentenPanel Gezondheidszorg van het NIVEL, dat is uitgevoerd met subsidie van het Capaciteitsorgaan.

Verzorgd gebit
Het ministerie van VWS constateerde in 2000 dat de vraag naar mondzorg zal toenemen, doordat de bevolking tegenwoordig meer waarde hecht aan een verzorgd en gezond gebit en daardoor het eigen gebit tot op latere leeftijd zal behouden. Hierdoor kan het evenwicht tussen vraag en aanbod in de mondzorg verschuiven, wat vraagt om samenwerking en afstemming van taken tussen beroepsgroepen in de mondzorg. “Deze ontwikkeling zal echter niet snel doorzetten zolang slechts een minderheid van de bevolking naar de mondhygiënist gaat”, stelt NIVEL-onderzoeker Johan Hansen. “Wellicht verandert dit als tandartsen en mondhygiënisten zich meer samen op één locatie gaan vestigen.”

ConsumentenPanel Gezondheidszorg
Het onderzoek is uitgevoerd binnen het ConsumentenPanel Gezondheidszorg van het NIVEL. Dit panel verzamelt onder de algemene bevolking in Nederland informatie over de meningen over de gezondheidszorg en de ervaringen hiermee. Het panel bestaat uit circa 3.000 personen van 18 jaar en ouder.

Bron:
NIVEL

Lees meer over: Actueel, Mondhygiëne, Thema A-Z
Meerdere tandartsen in een gebouw: eerste groepspraktijk België

Mondhygiënische interventies beter afstemmen op doelgroepen

Preventie is de basis van mondhygiënische zorg, daar zijn mensen het wereldwijd over eens. Toch blijken programma’s en interventies van gezondheidsorganisaties minder effectief te zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Ze dragen bij aan het verlagen van het aantal mensen met mondgerelateerde ziekten, maar blijken niet alle doelgroepen te bereiken. Interventies moeten daarom beter afgestemd worden op de doelgroepen die men wil beïnvloeden, stelt Yvonne Buunk-Werkhoven. Zij promoveert 1 april 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hebben mensen last van hun gebit, dan lijdt hun psychisch welzijn daaronder. Hebben mensen een verzorgd en esthetisch gezien mooi gebit dan voelen ze zich daar juist goed bij. Toch staan mensen pas stil bij het belang van een goede mondverzorging als ze last krijgen van hun gebit.

Echt motiveren
Buunk-Werkhoven: “Vrijwel iedereen poetst zijn tanden en vindt een goede verzorging belangrijk, maar dat betekent niet per se dat iedereen het ook goed doet. Veel mensen moeten nog steeds leren hoe je eigenlijk moet poetsen. Je kunt het een beetje vergelijken met stoppen met roken. Iedereen weet dat het slecht is, maar toch blijf je het doen. Zo weet iedereen dat tanden poetsen goed is, maar om mensen écht te motiveren is het belangrijk om ze voor te lichten op een manier die hen aanspreekt.’

Interventie afstemmen
In haar proefschrift beschrijft Buunk-Werkhoven enkele interventiestudies die gericht zijn op de verbetering van persoonlijk mondhygiënegedrag, onder meer in Spanje en Uruguay. De effecten van een positieve motiverende boodschap blijken af te hangen van het land, het opleidingsniveau en van het belang dat mensen hechten aan gezondheid. Stem de interventie af op dat wat mensen belangrijk vinden, aldus Buunk-Werkhoven.

Positief motiverende boodschap
Zo blijken bij de volwassen Nederlandse bevolking een positieve houding, sociale druk, het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering en kennis over mondverzorging de belangrijkste voorspellers van mondhygiënegedrag. Buunk-Werkhoven: ’Een positief motiverende boodschap blijkt bij deze doelgroep het beste te werken.’

Bevorderen gedragscontrole
Bij landmachtmilitairen, een andere groep die Buunk-Werkhoven opnam in haar onderzoek, is het vooral belangrijk om te focussen op het bevorderen van waargenomen gedragscontrole, opdat ze een adequate mondhygiëne kunnen uitvoeren. Onder militairen blijken namelijk alleen een positieve houding en het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering ertoe te doen. ’Dental fitness is binnen defensie heel belangrijk, al ligt de focus vooral op opknappen, niet op preventie. Als iemand uitgezonden wordt, moet het gebit helemaal in orde zijn. Wil je een goed interventieprogramma ontwikkelen voor militairen dan is het dus vooral belangrijk om een positieve houding tegenover mondhygiëne te bevorderen.’

Cultureel bepaald
Om ook culturele verschillen mee te nemen, deed Buunk-Werkhoven ook onderzoek buiten Nederland. ‘Het is vaak cultureel bepaald wat belangrijk is. Iemand in Nepal die één of twee tanden mist, vindt dat niet leuk, maar het speelt geen grote rol in zijn of haar leven. Op de Nederlandse Antillen en in Uruguay speelt naast een positieve houding, vooral de sociale druk een belangrijke rol. Hiërarchie is daar heel belangrijk, terwijl in Nepal juist het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering van belang blijkt. De gemiddelde leeftijd waarop mensen in Nepal voor het eerst bij de tandarts komen is 36 jaar en tandenborstels zijn er lang niet overal verkrijgbaar. Op zo’n plek moet je voorlichting dus heel anders aanpakken dan in een westers land als Nederland.’

Curriculum vitae
Yvonne Buunk-Werkhoven (Gieten, 1967) werkte als mondhygiëniste en hogeschooldocent Centrum Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG en was van 2003 tot 2009 gedetacheerd bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen. Daarnaast studeerde ze sociale psychologie aan de RUG. Ze promoveert in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. A. Dijkstra en dr. C.P. van der Schans. De titel van haar proefschrift is World White Teeth: Determinants and promotion of oral hygiene behavior in diverse contexts. Momenteel werkt Buunk-Werkhoven als docent bij de opleiding Toegepaste Psychologie van de Hanzehogeschool Groningen. Zij zit in de redactieraad van het NTvM en is als kandidaat bestuurslid zeer betrokken bij de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten. Op 16 april wordt een congres over dit onderwerp gehouden in Hoorn, waarbij Buunk-Werkhoven dagvoorzitter is.

Bron:
www.rug.nl

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
caries - tandarts

Mondhygiëne adviezen oncologiepatiënt na de therapie

Na kankertherapie is de preventie van cariës en parodontale aandoeningen belangrijk. Vooral na radiotherapie in het hoofd-halsgebied blijft de kans op het ontwikkelen van cariës en parodontale problemen sterk verhoogd voor de rest van het leven.  Optimale mondzorg is een vereiste voor deze patiëntengroep. Maar ook edentate patiënten moeten problemen, zoals een slecht passende prothese, voorkomen in verband met het ontstaan van osteoradionecrose.

Na radiotherapie
Voor patiënten die radiotherapie hebben ondergaan of een autologe stamceltransplantatie geldt een recall van 3 maanden gedurende het eerste jaar. Het gebruik van een neutrale fluoride geappliceerd in op maat gemaakte lepels blijft levenslang geïndiceerd bij dentate patiënten. De fluoride dient 3 x per week te worden gebruikt. Het is belangrijk om de patiënt een voedingsadvies te geven, dit ten aanzien van de zuren, kruiden en het suikergebruik. Bij diepe pockets gedurende het eerste jaar wordt er soms een Ab profylaxe gegeven, dit gaat in overleg met de behandelend arts/radiotherapeut. Ook is het belangrijk – indien aan de orde – de patiënt advies te geven over speekselstimulatie. Indien er een trismus is onstaan kan men de patiënt verwijzen naar een fysiotherapeut. Er zijn fysiotherapeuten die gespecialiseerd zijn in hoofd-halsgebied.

Na het eerste jaar kan men de controlefrequentie van 3 maanden verlengen naar 4 – 6 maanden. Dit is afhankelijk van individuele factoren, zoals de mate van xerostomie en het mondhygiëne niveau.

Na chemotherapie
Voor patiënten die chemotherapie hebben gehad, geldt ook het eerste jaar een controle frequentie van 3 maanden. Ook deze patiënten kunnen een verhoogd cariësrisico hebben. Men dient goed te kijken en te adviseren of er xerostomie is. Indien de patiënt wisselende bloedwaarden heeft dan heeft deze Ab profylaxe nodig tijdens bloederige ingrepen. Dit gaat in overleg met de behandelend arts. Deze patiënten krijgen een individueel fluorideadvies.

Vergoeding
Wat verder van belang is, is dat de tandheelkundige behandeling van oncologiepatiënten voor volledige vergoeding in aanmerking kan komen. Dan dient wel sprake te zijn van een causaal verband op basis van een medisch gecompromitteerde relatie: dat de medische behandeling (oorzaak) met het oogmerk tot genezing van de ziekte als nevenwerking (gevolg) nadelige effecten heeft op het gebit. De behandelaar kan hiervoor een aanvraag indienen bij de zorgverzekeraar in het kader van de bijzondere tandheelkunde. Dit geldt zowel voor tandartsen als mondhygiënisten.

Bronnen:
Focusonderzoek bij patiënten met kanker Ned tijdschr thk 115 april 2008
CBO richtlijn mondholte-/Orofarynxcarcinoom
Advies droge mond Ivoren kruis2007
Posterpresentatie It groep Voorschoten Leiden Nov 2009

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Persoonlijke hygiëne en beschermingsmiddelen (Word bestand)

Probiotica. Het nieuwe wondermiddel voor mond en darmen?

Probiotoca zou tegen candida, xerostomie, gingivitis, halitose en cariës kunnen werken en de darmklachten kunnen reduceren tijden antibioticagebruik.

Wat zijn probiotica?
Probiotica zijn levende micro-organismen, die na consumptie de darmflora van de gebruiker gunstig beïnvloeden en daarmee een gezondheidsbevorderend effect hebben. Probiotische bacteriën overleven grotendeels de inwerking van het maagzuur en de galzuren. Hierdoor komen ze levend in de darmen en kunnen daar hun werk doen. De ontwikkelingen op het gebied van probiotica gaan razendsnel. Steeds meer onderzoeken onderbouwen positieve gezondheidseffecten van probiotische bacteriën.

Antibioticagebruik
In de tandheelkunde wordt veelvuldig gebruik gemaakt van antibiotica. Helaas kan dat voor nare bijwerkingen zorgen. Antibiotica hebben niet alleen invloed op de ziekmakende bacteriën (pathogenen) maar kunnen ook effect hebben op de bacteriën die van nature in de darm voorkomen. Aantasting van deze darmflora kan diarree tot gevolg hebben. Wanneer dit zich voordoet spreken we van een Antibioticum -Geassocieerde Diarree (AGD). In zeldzame gevallen kan ook één bepaalde darmbacterie als gevolg van antibioticumgebruik uitgroeien (Clostridium difficile) en een darminfectie veroorzaken. Ook dan treedt er (ernstige) diarree op.
Het innemen van probiotica, zoals in Yakult en Plusbiotics zit, kan bijdragen aan het onderhouden van een gezonde darmflora. Geadviseerd wordt om dit tijdens en na (tot 1 week) het gebruik van antibiotica voor het slapen gaan in te nemen.

Candida en xerostomie
Probiotica kunnen mogelijk worden gebruikt als preventie of behandeling van schimmelinfecties in de mond. Daarnaast hebben ze een gunstige invloed op de speekselproductie en het gevoel van een droge mond. Sommige probiotica zijn bijvoorbeeld lactobacillen die waterstofperoxide of fungicide stoffen produceren, waardoor de groei van schimmels
wordt geremd.

In het volgende onderzoek is nagegaan of kaas verrijkt met speciale lactobacillen (probiotica) bij ouderen een werking heeft tegen de groei van Candida in de mond. Een eerste constatering was dat het percentage patiënten met grote aantallen gisten in de mond (voornamelijk Candida albicans) na 16 weken in de probioticagroep was gedaald, terwijl dit in de controlegroep was toegenomen. Deze toename is waarschijnlijk het gevolg van het gedurende het onderzoek niet gebruiken van melkzuurhoudende producten, die ook een anti-Candidawerking hebben. Een tweede constatering was dat de ongestimuleerde speekselvloed in de probioticagroep toenam. Het percentage mensen met hyposalivatie nam af in de probioticagroep, terwijl dit percentage in de controlegroep juist toenam. Er was in de probioticagroep echter geen
significante afname in het aantal klachten over een droge mond. De buffercapaciteit, de aanwezige laesies in de mond en de klachten over een pijnlijke mucosa vertoonden een tendens tot verbetering, maar deze kon niet statistisch worden onderbouwd.

Gingivitis
Op PubMed zijn slechts 2 onderzoeken te vinden waarbij het effect werd bekeken van probiotica op gingivitis. Zo werd bij een gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd, dubbelblind onderzoek tijdens 2 weken onderzocht of Lactobacillus Reuteri invloed had op de mate van bloeding van de gingiva. Lactobacillus Reuteri was significant effectief in het reduceren van gingivitis en plak.

Verder werden de Russische probiotica Acilact en Bifidumbacterin bij behandeling van gingivitis en verschillende niveau’s van parodontitis getest. Het effect van Acilact en Bifidumbacterin om de microflora te normaliseren waren hoger in vergelijking met de Tantum-Verde (dit is voor symptomatische behandeling van pijn en irritaties in de mond en keel, werkzame stof: Benzydamine), vooral bij oppervlakkige gingivitis and parodontitis.

Halitose
Bij mensen die geen halitose hebben, blijkt vooral Streptococcus salivarius op de tong voor te komen. Deze bacteriestam is nu onderwerp van de eerste onderzoeken naar een verdringend effect van halitose-veroorzakende bacteriën. Uit een placebogecontroleerd onderzoek onder 23 mensen met halitose komen bemoedigende resultaten. Een zuigtablet met deze bacteriestam blijkt de hoeveelheid vluchtige zwavelverbindingen in de adem te kunnen verminderen (Burton, 2006).

Cariës
Volgens een review op PubMed: 6 van de 7 onderzoeken bevestigen dat probiotica een verlaging gaf op de mutans streptococcen. Of dit daadwerkelijk een reductie betekent op de ontwikkeling van cariësleasies, is niet duidelijk. Consumptie van probiotica bleek de kans op cariës significant te verlagen met bijna 50% (Näse, 2001). Het effect was vooral duidelijk bij 3 en 4 jarige kinderen.

Als u dit leest zal u het onderstaande bevreemden: De Bifidobacterie zit regelmatig in probiotica. Maar niet alle soorten van de Bifidobacterie verbeteren de gezondheid. Sterker nog, de Bifidobacterie Dentium is een opportunistische pathogeen en kan juist cariës veroorzaken. Deze bacterie is zuurbestandig en heeft een verdedigingssysteem tegen antibacteriële substanties en is erg sterk.

Conclusie
Probiotica kunnen helpen de mondflora in balans te houden. Het idee is dat grote aantallen van deze goede bacteriën de schadelijke bacteriën in de mond verdringen. Het onderzoek naar de rol van probiotica bij mondgezondheid staat, zeker in vergelijking met darmgezondheid, nog in de kinderschoenen. Toch zijn de eerste resultaten erg bemoedigend (Meurman, 2007). Het kan in ieder geval als ondersteuning worden gebruikt voor de darmen tijdens antibioticagebruik. In Amerika wordt er zelfs al een ‘wonderpil’ op de markt gebracht om gingivitis en cariës te lijf te gaan.

Bron
Public Library of Science
PubMed
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17251510
Laboral
Gut Flora Foundation
Twetman, 2008

Door Lieneke Steverink-Jorna

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Casus-parodontitisklachten-blijken-door-kwaadaardige-tumor-veroorzaakt-te-zijn

Mondhygiëne adviezen bij patiënten met hoofd-hals tumoren

In de praktijk komen regelmatig patiënten die gaan starten met radio- en/of chemotherapie. Het ziekenhuis adviseert hen steeds vaker een tandarts of mondhygiënist te bezoeken. Hieronder vindt u een overzicht van de adviezen tijdens de therapie. Deze adviezen zijn deels evidence-based, deels best-practice.

Chemotherapie

Algemene klachten tijdens de chemotherapie:
Algemeen voorkomende klachten in de mondholte bij mensen met chemotherapie zijn :

  • Candida infecties
  • Pijn bij het slikken
  • Herpes labialis
  • Mucositis
  • Misselijkheid
  • Xerostomie
  • Verminderde smaak

Specifieke klachten tijdens de chemotherapie
Specifieke klachten die we tegenkomen bij patiënten met chemotherapie zijn:

  • Orale petechiën
  • Het opvlammen van apicale granulomen
  • Verhoogde cariësactiviteit
  • Pijn die lijkt op kiespijn
  • Veregeren van parodontale klachten
  • Rapid progressive parodontitis

Mondhygiëne adviezen tijdens de chemotherapie
Het meest comfortabel voor de patiënt is een tandpasta met een zachte smaak op een zeer zachte tandenborstel. Daarnaast 4-6 xp/dg spoelen met een zout-sodaoplossing (1 theelepel zout +1 theelepel soda op 1 liter water). Daarnaast kan de patiënt spoelen met een kamille- of saliethee. Wanneer de patiënt geen normale dagelijkse reiniging van de mond kan verdragen, dan is een alcoholvrije chloorhexidine spoeling een goed alternatief. Ook bij een matige reiniging kan men door middel van een spoeling de mondhygiëne aanvullen. Het is aan te raden de patiënt interdentaal te laten rageren met extra soft ragers. Een fluoride advies wordt op basis van de individuele behoefte van de patiënt gegeven. Voor patiënten die een prothese dragen is het advies de prothese minimaal dagelijks goed te reinigen met water, zeep en een protheseborstel. Tevens 1 x per week de prothese een nacht in een oplossing van 50% water, 50% azijn leggen. Gedurende de nacht de prothese uit de mond laten.

Radiotherapie

Algemene klachten tijdens de radiotherapie
Tijdens de radiotherapie zijn de algemene klachten in de mondholte gelijk aan de klachten tijdens de chemokuur.

Specifieke klachten tijdens de radiotherapie
Specifieke klachten die tijdens de radiotherapie kunnen optreden zijn:

  • Osteoradionecrose
  • Trismus
  • Bestralingcariës

Mondhygiëne adviezen tijdens de radiotherapie
De adviezen zijn gelijk aan de adviezen tijdens de chemotherapie, echter aangevuld en uitgebreid met de volgende adviezen.

Het spoelen met de zout-sodaoplossing verhogen naar 8-10x p/dg. Het advies om te spoelen met fluoride is niet voldoende om radiatiecariës te voorkomen of te beperken. Hiervoor dient men fluoridelepels te maken en om de dag 5 minuten te appliceren met 1% NaF-gel. De prothese wordt tijdens de radiotherapie niet gedragen en is dus dag en nacht uit. Laat de  patiënt wekelijks terugkomen voor controle en het bijstellen van de adviezen. Heeft een patiënt veel pijn, dan kan een pijnbestrijding gegeven worden door middel van een viskeuze lidocaïne gel.

Bronnen:
CBO richtlijnen Mondholte-/Orofarynxcarcinoom
CBO conceptrichtlijn Hypofarynxcarcinoom
Focusonderzoek en mondverzorging bij patiënten met kanker, NTvT nr 4 2008
Afstudeeropdracht Hoofdhalsoncologie M.A.C.F. Stevens 11 mei 2004
Advies droge mond – Ivoren kruis 2007
ww.levv.nl

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
het Plataaneffect

99% van de beursbezoekers heeft bloedend tandvlees

De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) heeft in het weekend van 22 t/m 24 januari jl. het tandvlees van de bezoekers van de Nationale Gezondheidsbeurs gescreend. In totaal namen er 249 bezoekers plaats in de stoel van de mondhygiënist.

NVM geschrokken van hoge percentage mensen met tandvleesontsteking
Van de 249 gescreende bezoekers waren er 192 (77%) vrouw en 57 (23%) man. De gemiddelde leeftijd was 42 en varieerde van 9 tot 80 jaar. Bij 99% van de bezoekers werd ontstoken (bloedend) tandvlees geconstateerd. Daarvan bleek dat bij 66% van de bezoekers de ruimtes tussen tand en tandvlees op 1 of meerdere plaatsen verdiept waren. Het laatste kan duiden op gevorderde ontsteking en afbraak van steunweefsels en kaakbot. De NVM is geschrokken van het hoge percentage mensen met (ernstige) tandvleesontsteking.

65% heeft nog nooit een mondhygiënist bezocht
Uit de screening bleek dat 95% van de bezoekers onder controle bij een tandarts is. Opvallend is dat 65% van de bezoekers nog nooit een mondhygiënist heeft bezocht. De meeste bezoekers zijn niet op de hoogte van het feit dat tandvleesontsteking wordt veroorzaakt door tandplak.

Bron:
Persbericht Nederlandse Vereniging Mondhygiënisten

Lees meer over: Mondhygiëne, Producten
gaatjes

Gaatjes zoeken of cariësmanagement?

Cariësdiagnostiek is meer dan alleen het opsporen van carieuze laesies. Het International Caries Detection & Assessment System is een peer-reviewed en internationaal erkende methode om de gezondheidstoestand van gebitselementen te registreren. Er is nu een e-learning programma beschikbaar waarmee u met deze methode van registreren en monitoren van cariës kunt kennismaken en oefenen.

Kwalitatief betere informatie
De ICDAS Foundation heeft dit systeem ontwikkeld om de bekendheid en het gebruik van het ICDAS-systeem te bevorderen. Het ICDAS-systeem verschaft kwalitatief betere informatie als basis voor de besluitvorming ten aanzien van diagnose, prognose en klinisch management, zowel op het niveau van de individuele patiënt als op het niveau van de volksgezondheid. Het ICDAS-systeem maakt gepersonaliseerd cariësmanagement mogelijk.

Het 90-minuten durend e-learning programma geeft uitleg over het ICDAS onderzoeksprotocol en de wijze van registeren. Het programma is Engelstalig en gratis toegankelijk. Omdat de stichting geen winstoogmerk nastreeft wordt een donatie wel op prijs gesteld.

Bron:
ICDAS Foundation

E-learning programme ICDAS

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
k

Erosieve gebitsslijtage: bent u alert?

Als dental professional speelt u een belangrijke rol bij de diagnose en preventie van erosieve slijtage.
Erosie komt vaak voor in combinatie met andere vormen van slijtage. Herkent u de oorzaken?

Oorzaken:
A) Extrinsieke zuren
(Uit omgeving of uit voeding)
Erosieve voedings- en leefgewoonten:

  • Frequent gebruik van frisdranken
  • Frequent gebruik van alcohol
  • Frequent gebruik van fruit en groente
  • Medicijnen, drugs en mondhygiëne producten
  • Aspirine, vitamine C tabletten, ijzerpreparaten
  • Sommige mondwaters
  • Sommige asthma-inhalers en drugs (ecstasy)

B) Intrinsieke zuren:

  • Eetstoornissen
  • Frequent overgeven door sporters
  • Herkauwen

Modificerende factoren:

  • Poetsen na iedere consumptie
  • Speekselfactoren
  • Individuele factoren

Advies Preventie Erosieve Gebitsslijtage Ivoren Kruis:
Een vroegtijdige diagnose en identificatie van de etiologische factoren is van belang. Daarnaast is het vastleggen van de gegevens en het monitoren van de voortgang en het evalueren van het effect van preventieve maatregelen belangrijk.
(Zie onderstaand schema)

A) Bij extrinsieke oorzaken:

• Voeding en dranken
– Frequentie verminderen
– Duur consumptie verminderen
– Geen zure consumpties: ’s nachts en vóór het naar bed gaan
– Geen zure consumpties een uur voor het tandenpoetsen
– Spoel direct met water of melk na consumptie zuur product,
voedingssupplementen en medicijnen

• Tandenpoetsen
– Niet binnen uur na consumptie van zuur product
– Gebruik zachte tandenborstel en laag-abrasieve tandpasta
– Borstelgreep en poetsvolgorde aanpassen

•  Patientenfolder Erosie meegeven

• Fluoride
– Klinische effectiviteit van extra fluoride is (nog) niet bewezen
– Extra fluoride kan

B) Bij intrinsieke oorzaken:

• Overgeven en oprispingen
– Naspoelen met water
– Verwijzen naar huisarts

Aandachtspunten bij observatie
• Locatie en mate slijtage
• Verschijningsvorm slijtage
• Betrokkenheid van restauraties
• Mondhygiëne
• Frequentie en methode tandenpoetsen
• Soort tandpasta
• Speekselvloed
• pH, buffercapaciteit
• Vergrote speekselklieren (auto-immuunziekte,anorexia
of alcoholisme?)
• Vergrote kauwspieren
• Frequentie gebruik zure voedingsmiddelen en
dranken, fruit, alcoholgebruik
• Lacto-ovo-vegetarisch dieet
• Methode kauwen, doorslikken etc.
• Wijnproeven
• Laag lichaamsgewicht (anorexia)
• Bruxisme (tandenknarsen/klemmen)
• Overbelasting gebitselementen tijdens articulatie
• Tandenknarsen tijdens slaap
• Ochtend spierpijn in de kaken
• Gebruik van een occlusal guard
• Veel overgeven
• Eetstoornis
• Gastro oesophagale reflux disease
• Oprispingen
• Gebruik antimaagzuurtabletten
• Auto-immuunziekte
• Bestraling  hoofd/halsgebied
• Droge mond / droge ogen
• Medicijnen die speekselvloed beïnvloeden
• Zure geneesmiddelen


Bron en meer informatie: Advies Preventie Erosieve gebitsslijtage Ivoren Kruis

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
eten - groenten

Eén logo voor gezonde voeding

Eén logo voor gezonde voeding
Minister Klink ondersteunt het advies van de Gezondheidsraad om te komen tot één gemeenschappelijk logo voor gezonde voeding. Zo’n logo kan in twee vormen verschijnen.

Vertrouwen
Klink schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. Hij zegt ‘er op te vertrouwen dat de betrokken partijen zullen komen tot een gemeenschappelijke set van criteria op basis waarvan de logo’s op producten gevoerd mogen worden’.

Effectiviteit onderzocht
In november van dit jaar verschijnen de resultaten van een onderzoek naar de effectiviteit van een logo voor gezonde voeding. De verwachting is dat dit vanaf 2011 in gebruik kan worden genomen. Hierdoor kan de consument sneller een keuze voor gezonde voeding maken.

Bron: Min. VWS

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Orale-piercings-moeten-worden-verwijderd

Nieuwe patiëntenfolder mondpiercings

Tijdens het NVM congres “Evidence Based Mondhygiëne” is de nieuwe patiëntenfolder “Mondpiercings” van het Ivoren Kruis gepresenteerd. De folder is tot stand gekomen met aanbevelingen van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten.

Steeds populairder
Mondpiercings worden steeds populairder. Bij een mondpiercing is de keuze van materiaal, de plaats in de mond, de kwaliteit van het aanbrengen en het onderhoud van groot belang. Niet alleen voor de mondgezondheid, maar voor de totale gezondheid.

Meestal tongpiercing
Van de mondpiercings komt de tongpiercing het meeste voor. Daarna de piercing in de lip. Andere plaatsen zijn de wang, het lipbandje en het tongriempje.

Materialen
Omdat piercings vaak gemaakt zijn van chirurgisch staal of titanium is de kans op allergische reacties (eczeem of huidontstekingen) uiterst klein.

Hygiëne
Als het aanbrengen van de piercing volgens de algemene hygiëneregels gebeurt, is de kans op complicaties gering. Piercers zijn verplicht de richtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid na te leven.

Genezing
De genezingstijd varieert per piercing en per persoon en is afhankelijk van eventuele complicaties die ontstaan. Ook de eigen wond- en mondverzorging is van invloed op de genezingstijd. Bij tongpiercings kan dit proces tussen de vier en zes weken duren, bij piercings in de lip zeven tot negen weken.

Nazorg
Nazorg voor tongpiercings is gecompliceerder dan voor andere mondpiercings. Aangeraden wordt tijdens het genezingsproces niet te roken. Bij infectie wordt aangeraden te spoelen met chloorhexidine (0,05% tot 0,2%). De kans op een infectie is verwaarloosbaar bij de juiste nazorg.

Problemen door mondpiercings
Complicaties die zich direct bij het plaatsen kunnen voordoen zijn: flauwvallen, ademhalingsproblemen, langdurige nabloeding, infecties, ontstekingen en abcessen. Tongpiercings worden vaak als bron van infectie gevonden bij endocarditis. Na de genezing op langere termijn zijn ingroeien, tandvleesontsteking, terugtrekkend tandvlees, tandbreuk, afbraak van tandbot, inslikken van piercings, aangezichtspijn en tetanusinfectie de problemen.

Tandbreuk
Mondpiercings kunnen tandbreuk veroorzaken. Bij tongpiercings lopen in de meeste gevallen de molaren schade op, gevolgd door de incisieven en de premolaren. De meeste schade aan de gebitselementen wordt veroorzaakt door het spelen met de tongpiercing (wrijven, bijten, tikken).

Meer informatie
De folder Mondpiercings is te bestellen bij het Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Folders, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
roken

Blowen onschuldig?

Gevolgen blowen in de mond?
Roken is een risicofactor voor het ontstaan en de progressie van parodontitis. Is blowen dat ook? Tijdens het NVM congres “Evidence Based Mondhygiëne” op 17 april 2009 besprak Paula Versteeg (mondhygiënist) de uitkomst van een systematic review op ACTA (Versteeg et al. 2008) waarbij onderzocht werd of het gebruik van cannabis een risicofactor is voor het ontstaan van aandoeningen en afwijkingen in de mond.

Blowen en parodontitis
Cannabisgebruik lijkt een risicofactor voor het ontstaan van parodontitis. Onderzoek uit Nieuw-Zeeland suggereert dat het werkingsmechanisme net als bij roken systemisch is (Thomson et al. 2008). Het is mogelijk dat mensen die vaak blowen andere leef- en voedingsgewoonten hebben die een rol spelen bij het ontstaan van parodontitis.

Slechtere mondgezondheid
Uit onderzoek blijkt dat langdurig gebruikers van cannabis een slechtere mondgezondheid hebben (hogere DMF-S score, plaque- en gingivitisscore).  Mogelijk is dit een weerspiegeling van de verwaarlozing van de algemene gezondheid (Silverstein et al. 1978).

Xerostomie, leukoedeem en Candida albicans
Het belangrijkste effect dat in de literatuur werd beschreven was een afname van de speekselvloed als systemisch effect. Dit kan de beschermende rol die speeksel heeft binnen de mondholte negatief beïnvloeden.
Xerostomie (droge mond) en leukoedeem (melkachtige grijswitte verkleuring op de mucosa) komt vaker voor bij het roken van cannabis dan bij het roken van sigaretten (Darling & Arendorf 1993). Candida albicans (schimmelinfectie) komt bij cannabisgebruikers vaker voor dan bij tabakrokers (Darling et al. 1990). Dit laatste zou ook kunnen komen door de aanwezigheid van hydrocarbonaten in de rook van cannabis, een verzwakte afweer door het chronisch gebruik, een slechtere mondhygiëne of slechtere voeding.
Bij toename van het cannabisgebruik (Cohen & Sas 1997) moet de tandheelkundige professional zich ervan bewust zijn dat er mondafwijkingen (xerostomie, leukoedeem en een toename in de prevalentie van Candida albicans) kunnen optreden.

Blowen en mondkanker
Carcinogene stoffen komen voor 50% meer voor in de rook van cannabis dan in die van gewone tabak (Tashkin et al. 2002). Er is echter geen verband gevonden tussen het ontwikkelen van mondkanker (plaveiselcelcarcinoom) en het ooit gebruikt hebben van cannabis (Llewellyn et al. 2004, Rosenblatt et al. 2004).

Blowen in het kort:
Wat is het?
Hasj en weed zijn afkomstig van de plant Cannabis Sativa, kortweg cannabis. In het Nederlands: hennep. Als je de vrouwelijke bloemtoppen ervan droogt en verkruimelt, krijg je marihuana. Marihuana is groen-bruin van kleur en wordt meestal weed of wiet genoemd. Als je de hars van de plant tot blokken of plakjes perst, krijg je hasj. De kleur daarvan varieert van lichtbruin tot zwart. Via een speciale bewerking kan een sterk geconcentreerde stof uit de plant worden gemaakt: hasjolie. Weed, hasj en hasjolie verspreiden een heel karakteristieke geur. Wie die eens heeft geroken, herkent hem in het vervolg onmiddellijk.

Wat zit er in?
Het bestanddeel waar het om gaat, wordt kortweg THC genoemd (voluit: delta-9-tetrahydrocannabinol). Hoe warmer het klimaat waarin de hennep groeit, hoe meer THC er in zit. Ook Nederlandse wiet die onder vrijwel ideale omstandigheden in kassen is gekweekt, bevat vaak veel THC. Hasjolie kan zelfs voor meer dan de helft uit THC bestaan.

Wie gebruiken het?
Hasj en weed zijn in Nederland vrij gemakkelijk te krijgen. De prijs die ervoor betaald wordt, varieert van 2 tot 7 euro per gram. Mensen gebruiken het om zich er lekker en ontspannen door te voelen of om de werkelijkheid te ontvluchten.
De interesse is vooral groot in de puberteit omdat dan de behoefte om te experimenteren het grootst is. Verder komt het gebruik van hasj en weed voor onder alle leeftijdsgroepen, rangen en standen. Geschat wordt dat het aantal actuele gebruikers in Nederland 363.000 is.

Bronnen en meer informatie:
Ivoren Kruis
folder: Hasj en Weed, de antwoorden. Uitgave: Drugs Infolijn 
Trimbos-instituut

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
glas, water

Droge mond?

Droge mond?

Een chronisch droge mond kan ernstige gevolgen hebben voor de mondgezondheid en de kwaliteit van leven. Wat zijn de oorzaken en wat kun je er aan doen? Het is de verantwoordelijkheid van de tandarts en mondhygiënist om tijdig, liefst voordat de mondgezondheid verslechtert, te diagnosticeren dat er onvoldoende speeksel is. Bij medicatie, stress, systeemziekten, zoals de auto-immuunziekten en het syndoorm van Sjörgen en na hoofd-halsbestraling kan er te weinig speeksel zijn. Speekselonderzoek maakt adequaat reageren met aanvullende preventieve maatregelen mogelijk om zo cariës, erosie of ontstekingen te voorkomen.

Oorzaken van hyposalivatie

Geneesmiddelen

Bètablokkers, plaspillen, pijnstillers, kalmerende middelen, antidepressiva, en tranquillizers.

Systemische ziekten

Syndroom van Sjögren, lupus erythematosus, reumatoïde artritis, type 1 diabetes, multiple sclerose,sarcoïdose, Raynaud-fenomeen en cystische fibrose.

Hoofd-halsbestraling

Vaak ook mucositis

Overig

Speekselklieraandoeningen, smaakstoornissen, stress, dragen van een gebitsprothese, verminderde kauwfunctie, hormonale veranderingen zoals tijdens de menopauze, (herhaalde) behandeling met radioactief jodium, allergie voor metalen, nieraandoeningen, HIV, hepatitis C en graft versus host disease.

Symptomen droge mond

Droge mond of keel, vieze smaak, slechte adem en dorst. Soms ook moeite met spreken, kauwen en slikken, slijmaccumulatie en een brandend gevoel in de mond. Soms blijven voedselresten zichtbaar aan gebit en mucosa plakken. Vaak is ondanks frequent tandenpoetsen toch plaque aanwezig. Cariësactiviteit: onverwacht veel cariëslaesies, soms op ongewone locaties. Gevoelige tandhalzen, tanderosie. Soms ook problemen met het dragen van een gebitsprothese. Mondhoek-raghaden, een droge gladde tong of een droge tong met groeven, droge slijmvliezen en Candida-infectie.

Advies bij droge mond?

Voor speekselonderzoek en individueel advies kunt u de patiënt verwijzen naar het Nederlands speekselcentrum. Als professional kunt u er terecht voor advies en kennis. Als de speekselklieren nog speeksel kunnen uitscheiden kan de speekselsecretie mechanisch worden gestimuleerd door te kauwen op o.a. suikervrije kauwgom en chemisch met een smaak zoals zuur, zoet of menthol.
Als de hoeveelheid speeksel niet meer te stimuleren is, kunnen speekselsubstituten verlichting bieden.

Bronnen en meer informatie
Advies Droge Mond Ivoren Kruis
Nederlands speekselcentrum
Patiëntenfolder Droge mond van het Ivoren Kruis
http://xerostomia.researchtoday.net/

 

 


Download brochure Advies_Droge_mond_2007.pdf
Download brochure 1_Droge_mond1.pdf
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z