Het einde van cariës voor mensen met gevoelige tanden?

Het einde van cariës voor mensen met gevoelige tanden?

Een ijskoud drankje is verfrissend in de zomer, maar voor mensen met gevoelige tanden kan het een pijnlijke schok in de mond veroorzaken. Deze aandoening kan worden behandeld, maar veel van de huidige benaderingen duren niet lang. Onderzoekers hebben daar nu wellicht iets op gevonden.

Groene thee

Onderzoekers hebben de ontwikkeling van een nieuw materiaal met een extract van groene thee bekend gemaakt in het tijdschrift ACS Applied Materials & Interfaces. Deze stof zou het probleem kunnen oplossen en cariës bij deze mensen met gevoelige tanden helpen voorkomen.

EGCG

De onderzoekers wilden tegelijkertijd de gevoeligheid aanpakken en de bacteriën verslaan. Zij verwerkten nanohydroxyapatite en een groene thee polyfenol (EGCG) in nanodeeltjes van silica, die bestand zijn tegen zuur en slijtage. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat EGCG vecht tegen de bacterie streptococcus mutans, dat biofilms vormt die cariës veroorzaken.

Positieve resultaten

Testen die zijn uitgevoerd op geëxtraheerde verstandskiezen toonden aan dat het materiaal goed zou kunnen werken tegen gevoelige tanden en cariës.

Bron:
Applied Materials & Interfaces Publications

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Meer cariës bij tieners, minder cariës bij 5-jarigen

Meer cariës bij tieners, minder cariës bij 5-jarigen

Tieners hadden in de afgelopen jaren meer cariës en ze poetsen te weinig. De mondgezondheid van 5-jarigen is daarentegen verbeterd. Dat blijkt uit het Signalement Mondzorg 2018 van het Zorginstituut, uitgevoerd door TNO.

Het signalement laat de resultaten zien van onderzoek naar mondgezondheid van jongeren waarbij vergeleken is met onderzoeken uit 2011. Gebitten van kinderen en jongeren van 5, 11, 17 en 23 jaar werden onderzocht. 5-jarigen blijken minder cariës te hebben hebben dan zes jaar geleden. Dit geldt ook voor de 23-jarigen. Tieners hebben flinker meer cariës. Zie de tabel hieronder met cariëspercentage per leeftijdsgroep in 2018 versus 2011.

 

 Signalement-mondzorg

Verschillen mondgezondheid tussen groepen

De resultaten van het onderzoek zijn ingedeeld in sociaaleconomische (SES) groepen op basis van opleidingsniveau (hoog en laag). Hieruit blijkt dat er nog grote sociaaleconomische mondgezondheidsverschillen zijn tussen de SES-groepen.

  •  5-jarigen
    Bij de 5-jarigen in de hoge SES-groep hebben meer kinderen een gaaf gebit dan in de lage SES-groep.
  • 11-jarigen
    Bij 11-jarigen is zowel in de hoge als de lage SES-groep het percentage met een gaaf gebit tussen 2011 en 2017 afgenomen. In de hoge SES-groep hebben meer kinderen een gaaf gebit dan in de lage SES-groep.
  • 17-jarigen
    Bij 17-jarigen is de in 2011 vastgestelde verbetering van mondgezondheid gestagneerd en is in de hoge SES-groep zelfs verslechtering te zien. In de hoge SES-groep komt wel minder cariës voor. De mondhygiëne van 17-jarigen laat ook te wensen over, vooral in de lage SES-groep.
  • 23-jarigen
    Bij 23-jarigen heeft de hoge SES-groep minder cariës dan de lage. In de lage SES-groep is er wel een verbetering in de afgelopen 6 jaar waarneembaar, terwijl in de hoge SES-groep de gaatjes juist toenemen. Ook bij 23-jarigen laat de mondhygiëne vooral in de lage SES-groep te wensen over.

Slechtere mondgezondheid bij migratieachtergrond

Het valt de onderzoekers ook op dat jongeren met een migratieachtergrond – zowel binnen de hoge als lage SES-groep – een slechter gebit hebben dan jongeren zonder migratieachtergrond.

Toename (erosieve) gebitsslijtage

Verder is een sterke toename te zien van (erosieve) gebitsslijtage: een vijfde van de 17-jarigen en ruim de helft van de 23-jarigen vertoont slijtage tot in het tandbeen.

Het Zorginstituut zal in de komende tijd met partijen in de mondzorg – zorgverleners, patiënten en zorgverzekeraars – bespreken welke stappen zij kunnen zetten om tot verbetering te komen.

Bron:
Signalement Mondzorg 2018

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z

Het mondzorggedrag, de mondgezondheid en life-style van eerstejaars studenten Mondgezondheid

Retroperspectief cohortonderzoek naar het mondhygiëne gedrag, lifestyle en mondgezondheid bij eerstejaarsstudenten Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht. Uit de resultaten blijkt dat het over het algemeen goed gesteld is met het mondzorggedrag en de lifestyle van de studenten. Een goed voorbeeld doet goed volgen.

Het databestand dat geanalyseerd werd bevatte gegevens van 98 eerstejaarsstudenten Mondzorgkunde uit Utrecht over het mondzorggedrag (soort tandenborstel, poetsfrequentie en poetstijd) en de lifestyle (rookgedrag, alcohol consumptie en eetmomenten) en de mondgezondheid (hoeveelheid plaque, marginale bloeding, cariësactiviteit en het aantal restauraties).

 


Klik hier voor de vergrote versie: Het mondzorggedrag, de mondgezondheid en life-style van eerstejaars studenten Mondgezondheid

Conclusie

Het onderzoek laat zien dat het over het algemeen goed gesteld is met het mondzorggedrag en de lifestyle van de studenten. Studenten die een poetstijd van 3 minuten aanhielden vertoonden significant minder marginale bloeding (p = 0,036) dan studenten die korter dan 3 minuten poetsen. Deelnemers met als vooropleiding havo of vwo hadden een betere mondgezondheid dan studenten met een MBO vooropleiding. Verder zijn er geen significante verschillen gevonden wanneer er gekeken wordt naar variatie in mondzorggedrag en lifestyle ten aanzien van de mondgezondheid van studenten Mondzorgkunde.
Poster ontwikkeld door:
Deidre Paans en Amy Maassen van den Brink

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Millennials poetsen hun tanden niet goed

Millennials poetsen hun tanden niet goed

Een universiteit in Duitsland heeft onderzoek gedaan naar het poetsgedrag van jongvolwassenen. Uitkomst was dat deze millennials hun tanden wel lang, maar niet goed poetsen. Aan interdentale reiniging werd helemaal nauwelijks gedaan.

Deelnemers onderzoek

De universiteit van Giessen heeft alle inwoners die geboren zijn in 1995 uitgenodigd om mee te doen aan een onderzoek naar tandenpoetsen. Uiteindelijk namen 98 jongvolwassenen hieraan deel. Uitgesloten werden mensen met een mondzorgopleiding, mensen met een beugel, mensen met een beperking die van invloed is op het tandenpoetsen en mensen die gewoonlijk met een elektrische tandenborstel poetsen.

Zo goed mogelijk poetsen

Aan de deelnemers werd gevraagd om zo goed mogelijk hun tanden te poetsen. Ze kregen een normale tandenborstel en tandpasta, flossdraad met en zonder wax en interdentale borsteltjes. Hun poetsbeurt werd gefilmd met een tablet.

Dat deze millennials echt hun best deden tijdens het poetsen bleek wel uit de poetstijd: ze poetsten gemiddeld 3 minuten en 20 seconden. Dat is veel langer dan dat aanbevolen wordt. De manier waarop ze poetsten bleek echter niet goed te zijn.

Occlusale versus palatinale vlakken

Uit de filmbeelden bleek dat de occlusale vlakken drie keer zo lang werden gepoetst als de palatinale vlakken. Het overgrote deel van de deelnemers (80%) sloeg minstens één sextant over bij het poetsen van de palatinale vlakken. Slechts 5% poetste alle palatinale sextanten gedurende meer dan 7,5 seconden. Bij bijna 70% was na het poetsen nog hardnekkige plaque aanwezig.

De onderzoekers hadden gehoopt na afloop ook iets te kunnen zeggen over interdentale reiniging. Het aantal deelnemers dat iets aan interdentale reiniging deed was daarvoor echter te beperkt.

Resultaten representatief?

Aan het onderzoek werd slechts deelgenomen door jongvolwassenen uit één kleine stad in Duitsland, dus het is de vraag in hoeverre de resultaten representatief zijn voor alle millennials. De onderzoekers vinden de uitkomsten echter zorgelijk. Ze hopen dat er vergelijkbare onderzoeken in andere landen zullen komen.

Bron:
BMC Oral Health

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Gezond dieet zorgt voor significante vermindering gingivitis

Volgens een nieuwe studie, gepresenteerd tijdens Europerio9, kan slechts vier weken gezond eten gingivitis al significant verminderen. Uit eerder onderzoek bleek al dat voeding een groot effect kan hebben op tandvleesontsteking, zelfs zonder correlatie tussen tandplak en de ontsteking. Hoe dit precies in zijn werk gaat is echter onbekend. Dr Johan Wölber, van de afdeling operatieve tandheelkunde en parodontologie aan de universiteit van Freiburg, Duitsland, en zijn team wilden daarom verder onderzoeken hoe een voor de mondgezondheid optimaal dieet van invloed kan zijn op parodontale en systemische ontstekingen.

Onderzoeksopzet

Om dit te onderzoeken werd een willekeurig klinische proces gebruikt, waarbij een groep patiënten werd gevraagd om een speciaal dieet te volgen, arm in koolhydraten en proteïnen en rijk in omega 3, vitamine c en d, antioxidanten, plantaardige nitraten en vezels. De controlegroep veranderde het eetpatroon niet, en at een typisch westers dieet, rijk in koolhydraten en verzadigd vet, met weinig micronutriënten. Beide groepen werd gevraagd om gedurende de studie niet tussen hun tanden schoon te maken. Na vier weken werd er gekeken naar klinische parodontale parameters en tekenen van ontsteking bij de gebitten van beide groepen.

Significant minder ontsteking

Dr Wölber: “We waren positief verrast toen we zagen dat al na vier weken, een gezond dieet substantiële positieve effecten heeft wat betreft het verminderen van de tandvleesontsteking. Bij 40 procent van de testgroep werd een significant verminderde ontsteking gevonden, wat niet het geval was bij de controle groep, ondanks het feit dat er niet tussen de tanden werd schoongemaakt. Het kan daarom worden geconcludeerd dat een optimaal dieet een positieve invloed heeft op vroege gingivitis.”

Dr Wölber heeft aangegeven te hopen om deze resultaten te kunnen valideren in een toekomstige grotere studie, over een langere periode. Ook hoopt hij dan een microbiome analyse uit te kunnen vieren om beter naar het tandplak te kijken.

Bronnen:

1) EuroPerio9 abstract PD019: The effect of an oral health optimised diet on periodontal and serological parameters. A randomized controlled trial. Johan Wölber. Session on Adjunctive Periodontal Therapies, 20 June 2018, at 15:45 CEST.

2) Woelber, J. et al. (2016). An oral health optimized diet can reduce gingival and periodontal inflammation in humans – a randomized controlled pilot study. BMC Oral Health. 17. 28. 10.1186/s12903-016-0257-1.

Een recordaantal van 10,232 parodontologen zijn 20 tot 23 juni samengekomen in Amsterdam voor EuroPerio9: het grootste congres ter wereld omtrent parodontale aandoeningen en dentale implantaten.
Deelnemers van 111 verschillende landen namen deel aan EuroPerio9. Vanuit Europa kwamen met name veel mensen uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Van buiten Europa namen met name veel Japanners, Brazilianen en Mexicanen deel aan het congres. 25 procent van de deelnemers kwam van buiten Europa en 40 procent was 35 jaar oud of jonger.
Het wetenschappelijke programma bevatte 1,720 abstracts die werden gepresenteerd tijdens onderzoek sessies. Hiernaast presenteerden 134 sprekers hun bevindingen tijdens 42 colleges en workshops. Hiernaast vonden er 308 poster presentaties plaats.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Goede mondgezondheid verlaagt kans op beroerte

Goede mondgezondheid verlaagt kans op beroerte

Het goed onderhouden van het gebit kan de kans op een beroerte aanzienlijk verkleinen. Uit nieuw onderzoek is gebleken dat cardiovasculaire gezondheid sterk in verband staat met de mondgezondheid.

Grootschalig onderzoek

Enkele kleinschalige onderzoeken toonden eerder al associaties tussen mondgezondheid en de kans op het krijgen van een beroerte. Er bestond echter nog weinig lange termijn-onderzoek in de Verenigde Staten, terwijl meer dan de helft van de bevolking boven de 30 last heeft van parodontale ziekten. Daarom werd besloten een grootschaliger onderzoek uit te voeren.

In de studie, die werd geleid door Souvik Sen van de University of South Caroline School of Medicine, werd gebruik gemaakt van data van 6,730 volwassen Amerikanen uit het Atherosclerosis risico in gemeenschappen-onderzoek (ARIC study). Dit onderzoek heeft data verzameld over de gezondheid van meer dan 10,000 volwassenen vanaf 1987-1989 tot 2012.

Verhoogd risico op beroerte met parodontitis

De resultaten van de studie toonden aan dat mensen met parodontitis, inclusief milde vormen hiervan, significant meer risico hebben op het krijgen van een beroerte dan de mensen met gezond tandvlees. Zelfs met het aanpassen van de resultaten afhankelijk van rookstatus, opleiding, diabetes en BMI bleef dit hogere risico significant. Daarnaast hadden mensen die minstens jaarlijks de tandarts bezoeken een significant lagere kans op een beroerte dan de mensen die dit alleen doen op het moment dat ze ergens last van hadden.

Regelmatig tandartsbezoek

Dit onderzoek benadrukt nogmaals het belang van het goed onderhouden van de mondgezondheid, en ook het belang van het regelmatig bezoeken van de tandarts. Een volgende stap is om te onderzoeken hoe beroertes voorkomen kunnen worden door het ondergaan van bijvoorbeeld dentale behandelingen.

Bron:
Stroke 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Verliezen van tanden op middelbare leeftijd teken van verhoogd risico op hartziekten

Verliezen van tanden op middelbare leeftijd teken van verhoogt risico op hartziekten

Het verliezen van minstens twee tanden op middelbare leeftijd is gelinkt aan een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Dit bleek uit een studie die werd gepresenteerd op de 2018 American Heart Association in New Orleans.

Hartziekten en tandverlies bij kinderen

Eerdere studies keken al naar de relatie tussen hartziekten en het verlies van tanden bij kinderen, waarbij het verlies van tanden vaak toe te wijzen is aan trauma’s, gaatjes of orthodontie. Dr. Lu Qi, PhD en directeur van de Tulane University Obesity Research Center in New Orleans, was benieuwd naar of een dergelijke relatie ook te zien is bij tandverlies bij mensen op middelbare leeftijd. Hierbij komt tandverlies meer voor door ontstekingen en veranderingen in het dieet.

Onderzoek

Om dit te onderzoeken werd gekeken nar data van 60,967 volwassenen die deelnamen aan een eerder uitgevoerde gezondheidsstudie. Aan het begin van de studies waren de deelnemers tussen de 45 en 69 jaar oud, zonder kanker of hart- en vaatziektes. De deelnemers werden vervolgens acht jaar lang gevolgd, waarin werd gekeken naar het aantal verloren tanden en het voorkomen van hartproblemen.

Hoger risico bij verlies van twee of meer tanden

De resultaten van deze studie toonden aan dat het verliezen van twee of meer tanden kan worden geassocieerd met een 16 procent hogere kans op hart- en vaatziekten. Dit risico bleek zelfs 23 procent voor mensen met minstens 25 tanden en 25 procent voor de deelnemers met minder dan 17 tanden. Het verhoogde risico was nog steeds aanwezig op het moment dat gewicht, fysieke activiteit, dieet, hoge bloeddruk, cholesterol en diabetes werden meegenomen in de analyse. Er was geen significant verschil in het risico op hartziekten bij mensen die een tand verloren.

Identificatie van risico hartziekten

Een tekortkoming van de studie is dat de deelnemers werden gevraagd of zij tanden waren kwijtgeraakt, en dat dit niet daadwerkelijk werd bekeken. Het kan hierdoor zijn dat de deelnemers hun tandverlies fout hebben gerapporteerd. Desalniettemin zijn de resultaten van deze studie heel interessant om mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten eerder te kunnen identificeren.

Bron:
American Heart Association 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne
Prestaties van topatleten negatief beïnvloed door gebitsproblemen

De oorzaak van aandoeningen in de mond onder sporters

Tijdens Europerio werd bekend dat een nieuwe studie heeft aangetoond dat een groot deel van de topatleten last heeft van parodontale aandoeningen. Een derde van de topatleten geeft aan dat de staat van hun mondgezondheid hun prestaties negatief beïnvloedt.

Eerdere studies omtrent Olympische atleten en professionele voetballers in Engeland toonde al aan dat veel atleten een slechte mondgezondheid hebben, en dat dit kan worden gelinkt aan een zelf-gerapporteerde slechte invloed op het welzijn, trainen en prestaties.

De studie werd uitgevoerd voorafgaand aan de zomer olympische spelen in Rio de Janeiro in 2016, en bevatte 325 atleten van verschillende disciplines, waaronder atletiek, rugby en voetbal. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 25 (verschillend tussen de 18 en 29). 67 procent van de deelnemers waren mannen.

Slechts 1,1 procent van de deelnemers bleek een ‘uitstekende’ parodontale gezondheid te hebben.Hiernaast gaf 39 procent van de atleten aan last te hebben van bloedend tandvlees, een teken van ontsteking, bij het poetsen van de tanden.

Uit de eerdere onderzoeken bleek het volgende:

  • Olympische Spelen Londen in 2012, onderzoek onder 302 deelnemers:

  • Caries: 55%
  • Erosie: 45%
  • Gingivitis: 70%
  • Parodontitis: 15%

40% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid. 28% vond dat het hun levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 18% had hun mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

  • Engelse voetbalprofessionals in 2014, onderzoek onder 187 deelnemers:

  • Caries: 37%
  • Erosie: 53%
  • Gingivitis: 80%
  • Parodontitis: 5%

45% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid en 20% vond dat het de levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 7% van de deelnemers had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De cijfers van het nieuwe onderzoek, gepresenteerd tijdens Europerio zijn als volgt:

  • Caries: 49%
  • Erosie: 42%
  • Gingivitis: 77%
  • Parodontitis: 22%

Bij 32% had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De mondgezondheid van topsporters is slecht. Zij hebben beduidend meer mondaandoeningen dan gemiddeld over de hele populatie. Bovendien werd door de topsporters zelf aangegeven dat zij de impact van hun mondgezondheid merkten tijdens training of op sportresultaten.

Needleman: “Interessant is dat 97 procent van de atleten aangaf hun tanden gewoon tweemaal per dag te poetsen en 40 procent ook beweert de ruimtes tussen hun tanden dagelijks schoon te maken. Deze getallen zijn hoger dan de gemiddelden van de gehele Britse bevolking, maar toch hebben ze in grote maten last van gebitsproblemen.”

Een mogelijke reden hiervan zou het voedingspatroon van atleten kunnen zijn, aangezien deze vaak veel koolhydraten bevat, welke ontstekingen kunnen aanwakkeren. Daarnaast zou bij sporten zoals wielrennen en hardlopen de zware ademhaling een reden kunnen zijn, aangezien deze de mond droog maakt en ervoor zorgt dat speeksel minder goed zijn beschermende taken uit kan voeren.

Oorzaken slechtere mondgezondheid sporters

De slechtere mondgezondheid wordt veroorzaakt door factoren die pro-inflammatoir zijn en dysbiose veroorzaken. Door training ontstaat er een verminderde immuunrespons (uitputting). Ook is er vaak sprake van dehydratie en een droge mond. Het dieet van sporters bevat vaak sportdrank en energie suppletie. Maar ook sociale factoren spelen een rol zoals levensstijl, precontemplatie en priorisering, mate van toegang tot zorg en zorgkosten.

Wat betekent de mondconditie voor sporters op psycho-sociaal gebied?

49% merkt een psychosociale impact en 35% heeft moeilijkheden met eten en drinken.

15% heeft moeite om te relaxen (inclusief slapen).

17% schaamt zich voor het uiterlijk van het gebit. Hierdoor hebben zij moeite met de tanden bloot te lachen.

Dus sociale factoren beïnvloeden de mondgezondheid en de mondgezondheid beïnvloedt sociale factoren. Het werkt dus beide kanten op.

Slechte mondgezondheid als risicofactor

Een slechte mondgezondheid is een risicofactor voor een lagere sportieve conditie, cardiorespiratoir gezien. Dit bleek uit een onderzoek onder gezonde mannen in de leeftijd van 45-65 jaar. Hun fysieke activiteiten werden met behulp van een gevalideerde vragenlijst uitgevraagd. Deze werden opgezet naar Metabolic Equivalent of Task scores (MET). Hun parodontale status werd vast gelegd. Tijdens een gestandaardiseerde oefening werd de maximale zuurstofconsumptie gemeten.

Een slechte mondgezondheid reduceert positieve effecten op leefstijlinterventies bij diabeten. Hierbij werden vrouwen en mannen tussen de 19-79 oud met diabetes onderzocht. Hun parodontale status werd onderzocht en hen werd geadviseerd om gedurende zes maanden een gecontroleerd. conditioneel programma te volgen. De bloedsuiker werd gedurende zes maanden gecontroleerd.

Een slechte mondgezondheid reduceert de positieve effecten van fysieke activiteit. De celdeling stopt sneller en dus overlijdt men sneller.

Evenwicht voor algehele gezondheid

Fysieke activiteit blijft natuurlijk wel belangrijk voor de algehele gezondheid. Maar extensieve activiteit kan leiden tot lichamelijke schade en inadequaat herstel. Als na de acute fase de phagocyten onvoldoende leiden tot het brengen van homeostase (normale status van het weefsel) dan is er sprake van chronische infectie, systemische ziekte en dit resulteert in zelfdestructie.

Als resultaat van fysieke activiteit, is weefselschade nodig om tot adaptie (bijvoorbeeld groei van de spier) te komen. Verhoogde ontstekingsactiviteit en herstel resulteren in een gebalanceerde fysieke activiteit. Er is dus een relatie tussen fysieke activiteiten en gezondheid. Het risico op een hartaanval vermindert met 30-50%, de bloeddruk verlaagt, de insuline-sensitiviteit neemt toe en ga zo maar door. CRP-levels verlagen ook door fysieke activiteit. Dat is interessant want, een verhoogde CRP-waarde komt voor bij infecties en ontstekingen. Als er ergens in het lichaam een ontsteking ontstaat, circuleert er binnen 6 tot 8 uur veel CRP in het bloed. Het eiwit CRP (afkorting voor ‘C-reactief proteïne’) wordt door de lever aangemaakt als reactie op een ontsteking of een infectie en het komt vervolgens in de bloedbaan terecht. Een verhoogde CRP-waarde in het bloed betekent dat er ergens in het lichaam een ontsteking of infectie actief is. Parodontitispatiënten hebben verhoogde CRP-waardes en dit verhoogt het risico op een hartinfarct.

Fysieke belasting leidt tot aanmaak van lipoxin A4. Bij de fysieke belasting ontstaat een ontstekingsreactie. Bron voor de lipoxin zijn bloedplaatjes en neutrofielen. Lipoxinproductie gedurende fysieke inspanning zal waarschijnlijk voor balans zorgen tussen ontsteking en preventie van celschade. Aspirine heeft ook dit effect. Tijdens de vorige editie van Europerio werden al onderzoeken besproken waaruit zou blijken dat bepaalde pijnstillers parodontitis zouden kunnen voorkomen.

Reactie van een huisarts op mondzorg voor sporters

Een fanatiek wielrennende huisarts reageert: Dit is bekend binnen de wielrenwereld als ‘overreaching’. Dit is de situatie wanneer de balans tussen de normale trainingstress en adequaat herstel is verstoord. De acute vermoeidheid kan resulteren in verminderde prestatie, wat opgevolgd wordt door overcompensatie. Dit wordt functionele overreaching genoemd: voortdurende verminderde prestaties geassocieerd met andere stressfactoren veroorzaken nog slechtere prestaties en verlengen de herstelfase. Hiermee komt de sporter in een vicieuze cirkel terecht.
Het disfunctioneren van het immuunsysteem na fysieke inspanning verergert als de inspanning voortdurend is, te intensief en met een niet-passend dieet. Dus het is zeker mogelijk dat gecombineerde effecten van veranderingen in de immunologische parameters parodontitis kunnen (mede) veroorzaken.

De huisarts:” Ik adviseer wielrenners om na het seizoen goed in het gebit te investeren en het daarna goed bij te houden. Als een sporter last heeft van zijn tandvlees, dan moet hij de hersteltraining in.” Echter wordt tandvleesontsteking lang niet altijd waargenomen. “Dus voor (top)sporters is het belangrijk om regelmatig het tandvlees te laten controleren bij de tandarts of mondhygiënist.”

Naast tandvleesontsteking zijn stemmingswisselingen en slaapstoornissen een teken van non-functionele overreaching.

Bronnen:
1. EuroPerio9 Abstract PD125, Periodontal health of UK elite athletes and impact on performance, Prof Ian Needleman, UCL Eastman Dental Institute, UK. Abstract presented in Session “Oral and periodontal medicine” on 21 June 2018 at 12:30.

2. Needleman, Ian et al (2014). Oral health and elite sport performance.  British Journal of Sports Medicine49(1). September 2014. DOI: 10.1136/bjsports-2014-093804

3. Needleman, Ian, et al (2015). Poor oral health including active caries in 187 UK professional male football players: clinical dental examination performed by dentists. British Journal of Sports Medicine. 50. bjsports-2015. 10.1136/bjsports-2015-094953.

4. Chadwick B, White D, Larder D & Pitts N. 5. Preventive behaviour and risks to oral health – a report from the Adult Dental Health Survey 2009. The Health and Social Care Information Centre.

5. Een huisarts die dental INFO sprak. De huisarts wilde niet met naam genoemd worden in het artikel.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
vakantie - strand

Gebit gaat ook op vakantie in de zomerperiode

Het mondverzorgingsgedrag van mensen, laat te wensen over op vakantie. Zo reinigen we minder vaak tussen de tanden, poetsen we minder zorgvuldig en hebben we over het algemeen een slechtere mondgezondheid tijdens de vakantie. Dit blijkt uit het onderzoek ‘mondgezondheid op vakantie’ dat TePe Mondhygiëne Producten recent heeft uitgevoerd.

TePe heeft onderzoek gedaan onder de leden van Bluxbox.nl omtrent hun mondhygiëne routine op vakantie. In totaal hebben 206 personen deelgenomen aan het onderzoek. Daarnaast is er onderzoek gedaan onder mondzorgprofessionals via NVM en TePe.com. Dit onderzoek is door 53 mondzorgprofessionals ingevuld. Wat blijkt: bijna 90% van de ondervraagde mondzorgprofessionals geeft aan dat de gebitsverzorging van patiënten op vakantie flink achteruit is gegaan.

Tandenpoetsen heeft volgens de respondenten niet minder prioriteit op vakantie.  69,6% geeft aan zowel thuis als op vakantie twee keer per dag de tanden te poetsen. Het is wel zo dat bijna 70% op vakantie met een handtandenborstel poetst, terwijl dit thuis precies het tegenovergestelde is. Bijna 70% poetst daar met een elektrische tandenborstel.
Interdentaal reinigen schiet er vaak bij in op vakantie. 30% geeft aan minder dan één keer per dag tussen de tanden schoon te maken. Volgens het onderzoek is het thuis slechts 18% die dit minder dan één keer per dag doet. 40% reinigt wel trouw één keer per dag tussen de tanden. Echter is dit aantal thuis zo’n 10% hoger.
Vijf keer zoveel mensen gaven aan in het geheel niet interdentaal te reinigen op vakantie. Thuis gaan mensen veel makkelijker en sneller aan de slag met interdentale reinigingsproducten.

‘100% van de ondervraagde mondzorgprofessionals beaamt het: in de vakantie wordt er minder trouw interdentaal gereinigd door patiënten.’

Iets wat de mondzorgprofessional beaamt. 100% van de ondervraagde mondzorgprofessionals geeft aan dat er minder trouw interdentaal gereinigd is op vakantie door hun patiënten. Dit is zonde. Wellicht weten veel patiënten niet dat met tandenpoetsen alleen het gebit niet goed schoon wordt. Ze reinigen dan maar 60% van hun gebit, de overige 40% zit tussen hun tanden.

Redenen minder mondverzorging tijdens vakantie

Respondenten geven aan dat ze tijdens de vakantie minder zin hebben om met mondverzorging bezig te zijn. Zo vertelt een respondent bijvoorbeeld: “Ik ben minder zorgvuldig met extra reiniging van het gebit. Vaak omdat je veel op pad bent, laat thuis en dan heb je geen zin meer om je tanden grondig te reinigen.” Ook de routineverandering wordt als reden aangegeven: “Omdat de dagen dan heel anders zijn ingedeeld, kom ik er niet altijd aan toe om twee keer per dag mijn gebit goed te doen.” Geen zin en geen tijd is ook een belangrijke factor: “ Het lijkt wel of je op vakantie geen tijd hebt voor je dagelijkse/wekelijkse routine.”

Een mondzorgprofessional herkent het gedrag en zegt: “Wanneer het mij opvalt dat de plaque en bloedingsscore hoger is, vraag ik aan de patiënt hoe dit komt. Dan antwoorden ze dat wanneer ze op vakantie zijn ze hun dagelijkse ritme en activiteiten veranderen. Oftewel de tanden zijn ook met vakantie…”

Een mondhygiëniste herkent het gedrag. “Een patiënt die retour komt na zijn/haar vakantie, begint meestal met een JA MAARRRR. Meestal geef ik dan als voorbeeld dat je ook schoon ondergoed en schone sokken meeneemt in je koffer. Dus in het vervolg ook je ragers, stoker en borstel meenemen en gebruiken.”

Het gebrek aan routine en structuur zorgt ervoor dat mensen vergeten tussen de tanden te reinigen. “Doordat de structuur ontbreekt het minder goed gaat met de mondhygiëne”, vertelt een mondhygiëniste in het onderzoek.

Ook het wennen aan handmatig poetsen draagt volgens de professie bij aan de slechtere mondhygiëne. “De elektrische borstel kan niet mee, mensen moeten weer handmatig poetsen. Door het vakantieritme vergeten zij te rageren.”

Veel patiënten hebben spijt van het laten versloffen van de mondhygiëne routine en beloven beterschap. Mondhygiënisten delen hun ervaring over het gedrag van patiënten na de vakantie. Patiënten beseffen na de zomervakantie hoe belangrijk dagelijkse mondverzorging is. Ze krijgen spijt dat ze de elektrische tandenborstel en de ragers niet mee hebben genomen op vakantie.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Zelfbeeld forensisch psychiatrische patiënten van invloed op hun mondgezondheid

Zelfbeeld forensisch psychiatrische patiënten van invloed op hun mondgezondheid

Het zelfbeeld van forensisch psychiatrische patiënten is van invloed op hun mondgezondheid. Onderzoek door prof. dr. Abraham P. Buunk en dr. Yvonne A.B. Buunk-Werkhoven in Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag heeft dit uitgewezen.

Onderzoek

In het onderzoek werd bij veertig opgenomen mannelijke forensisch psychiatrische patiënten nagegaan in hoeverre gevoelens van mislukking en sociale status verband houden met mondgezondheid en tandenpoetsen. De patiënten kregen een vragenlijst voorgelegd met vragen over hun zelfbeeld en sociale status. Daarnaast werden er vragen gesteld over hun poetsgedrag, omdat tandenpoetsen onderdeel is van de persoonlijke verzorging en een gewoontegedrag is.

Resultaten

Belangrijkste resultaat uit het onderzoek was dat gevoelens van mislukking verband hielden met niet de tanden poetsen na het ontbijt en voor het slapen gaan en het ervaren van sociaal ongemak over het gebit. Het hebben van sociale status is van positieve invloed op het poetsen van tanden voor het slapen gaan. Eerder onderzoek heeft al uitgewezen dat mensen met psychiatrische aandoeningen vaak een slechte mondgezondheid hebben. Mondzorgprofessionals en andere professionals in de sociaal-maatschappelijke en gezondheidzorg doen er goed aan hier rekening mee te houden.

Bron:
European Journal of Medicine and Natural Sciences 
Slechte mondgezondheid leidt tot meer sterfgevallen in psychiatrie

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Vraagje van DHIN: ‘adopteert’ u ook een school?

Vraagje van DHIN: ‘adopteert’ u ook een school?

‘Leren schrijven door tanden te poetsen’: dat was de boodschap uit de advertentie waarmee DHIN werd genomineerd voor de NRC Charity Awards 2018.

Bij een groot publiek onder de aandacht

Handen wassen en twee maal daags gestructureerd tandenpoetsen met fluoridetandpasta zorgt immers voor de helft minder schoolverzuim in lagelonenlanden, blijkt uit onderzoek. DHIN viel weliswaar niet in de prijzen, maar kon zo deze boodschap wél mooi bij een groot publiek onder de aandacht brengen.

DHIN zet haar actie voort

Ook nu de wedstrijd is afgelopen, zet DHIN haar actie voort. Dat doet ze als volgt: zogenoemde ‘pioniers ’ reizen naar een  lagelonenland af om daar gedurende een aantal weken kinderen aan te leren dat ze geregeld hun tanden moeten poetsen en handen wassen. Dat doen ze via plaatselijk lagere scholen.

Preventie Adoptie Plan voor mondzorgpraktijken

Maar die pioniers gaan ook weer naar huis. Voor de continuïteit van de projecten heeft DHIN nu het Preventie Adoptie Plan ontwikkeld: mondzorgpraktijken die een school in een lagelonenland ‘adopteren’ en die er van afstand voor zorgen dat de kinderen van ‘hun’ schooltje hun tanden blijven poetsen en hun handen wassen.

Affiniteit met de problematiek

U kunt wel raden wat DHIN nu zoekt: mondzorgpraktijken die willen meedoen aan het Preventie Adoptie Plan. Daarvoor is het wel belangrijk dat ze affiniteit hebben met de problematiek in lagelonenlanden en dat ze graag maatschappelijk verantwoord ondernemen. Verder is het handig als ze weten hoe via WhatsApp te communiceren.

Is dit iets voor uw praktijk? Stuur voor meer informatie een e-mail  bwsdhin@gmail.com of kijk op www.brushwashsmile-dhin.com. U kunt zich hier ook aanmelden.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Alcohol verslechtert bacteriehuishouding in de mond

Alcohol verslechtert bacteriehuishouding in de mond

Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat het drinken van alcohol van invloed is op de bacteriehuishouding in de mond. Zowel bij stevige als bij matige drinkers neemt de hoeveelheid goede bacteriën af en de hoeveelheid ziekteverwekkende bacteriën toe.

Onderzoek

Voor het onderzoek is bij 1000 proefpersonen bekeken wat de relatie is tussen alcoholgebruik en de aanwezige bacteriën in de mond. De groep werd verdeeld in sterke drinkers, matige drinkers en niet-drinkers en er werd gekeken naar wat ze dronken: wijn, bier of sterke drank.

Bij analyse van de bacteriehuishouding in de mond van de proefpersonen bleek dat zowel bij de sterke als bij de matige drinkers de hoeveelheid lactobacillen sterk was afgenomen. Deze bacteriën bevorderen een goede mondgezondheid. Van de bacteriesoorten Streptococcus, Actinomyces en Leptotrichia werden juist grote hoeveelheden gevonden. Deze bacteriën zijn schadelijk voor de mondgezondheid.

Conclusie

De resultaten van het onderzoek geven aan dat alcoholconsumptie, en in het bijzonder een grote hoeveelheid, gevolgen heeft voor de bacteriehuishouding in de mond. Een verstoorde bacteriehuishouding kan leiden tot mondaandoeningen en kanker in hoofd, nek en spijsverteringskanaal. Met de resultaten kan ook inzicht worden gekregen in de mogelijke rol die mondbacteriën spelen bij alcoholgerelateerde ziekten.

Verder onderzoek

Het aantal proefpersonen in dit onderzoek was te gering om te bepalen of het voor de mondbacteriën uitmaakt of iemand wijn, bier of sterke drank drinkt. Verder onderzoek kan dit wellicht uitwijzen.

Bron:
BMC Microbiome 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Stress

Mondgezondheid en stress

In het Verenigd Koninkrijk bezoeken jaarlijks maar liefst 12 miljoen mensen hun huisarts vanwege problemen omtrent hun mentale gezondheid. Het gaat hierbij vaak om depressie of angststoornissen, veelal (deels) veroorzaakt door stress. Dr. Harold Katz, tandarts, bacteriologist en oprichter van The Californian Breath Clinics en The Breath Company, beantwoordt vragen over hoe stress de mondgezondheid kan beïnvloeden.

Welke mondgezondheidsproblemen kunnen worden toegeschreven aan stress?

Het staat vast dat stress een hele grote impact kan hebben op de gezondheid in het algemeen, en kan bijdragen aan onder andere hartziekten, obesitas en mentale gezondheidsproblemen als depressie. Daarnaast kan stress ook een negatief effect hebben op de mondgezondheid. Zo kan het bijdragen aan een slechte adem, tandvleesaandoeningen en mondzweren.

Hoe veroorzaakt stress halitose?

Op het moment dat iemand zwaar gestrest is gebruikt het lichaam het sympathische zenuwstelsel ter bescherming. Dit schakelt de ‘vecht of vlucht’ reactie in, wat een energie boost teweeg brengt om sneller te kunnen reageren. In het geval van chronische stress is deze modus constant ingeschakeld. De energie die het lichaam hiervoor nodig heeft gaat ten koste van bijvoorbeeld het spijsverteringsstelsel en de productie van speeksel. Doordat er minder speeksel wordt aangemaakt wordt de mond droger, wat leidt tot een slechte adem. Daarnaast blijven door de droogheid van de mond bacteriën eerder plakken in de mond, waardoor een nare geur verder wordt ontwikkeld. Dit effect kan worden verminderd door veel water te drinken, op suikervrije kauwgom te kauwen en de mond te reinigen met non-alcoholisch mondwater.

Hoe veroorzaakt stress tandvleesaandoeningen?

Stress staat in relatie tot problemen met het tandvlees, zoals bloedend tandvlees of beginnende tandvleesaandoeningen, door een aantal factoren. Ten eerste staat produceert het lichaam op het moment dat deze onder druk staat meer van het hormoon cortisol, welke een ontstekingsremmende functie heeft. Op het moment dat cortisol bij het tandvlees wordt geproduceerd worden de cellen gestimuleerd om meer proteïnen te produceren. Hiernaast wekt het echter ook ontstekingen op, die tandvleesaandoeningen bevorderen. Ten tweede is het vaak zo dat mensen met veel stress een slechte levensstijl aannemen, inclusief het slecht onderhouden van de mondgezondheid. Goed poetsen en interdentaal reinigen is essentieel voor het voorkomen van tandvleesaandoeningen.

Hoe veroorzaakt stress mondzweren?

Chronische stress onderdrukt het immuunsysteem en zorgt dat iemand vatbaarder is voor ziektes en infecties. Mondzweren zijn hiervan een goed voorbeeld. Hoewel deze in principe geen kwaad kunnen maakt het eten, drinken, praten of slikken wel een stuk minder prettig. Mondzweren kunnen worden geminimaliseerd door blootstelling aan zo min mogelijk stressvolle situaties en het doorvoeren van een aantal veranderingen aan de levensstijl, zoals gezonder eten, meer slapen en goed poetsen.

Hoe kan ik stress en de effecten op mijn mondgezondheid minimaliseren?

  • Veranderingen in levensstijl: door stress worden vaak slechtere levensstijl keuzes gemaakt dan goed is voor het lichaam. Het minder consumeren van suikerrijk eten en drinken en stoppen met het drinken van alcohol zal een positieve bijdrage leveren aan de mondgezondheid. Daarnaast is het met name belangrijk om te stoppen met roken, aangezien dit de mond uitdroogt en tandplak veroorzaakt.
  • Sporten: het is meerdere malen bewezen dat sporten stress immens kan verminderen. Zo kan het bijvoorbeeld ook goed gaan om te proberen om dagelijks yoga of ademhalingsoefeningen uit te voeren. Hierdoor wordt de productie van endorfine gestimuleerd en kan iemand beter omgaan met emoties in gestreste situaties.
  • Een goede mondverzorgingsroutine: het goed onderhouden van de mondgezondheid is van groot belang voor het voorkomend van problemen in de mond. Zo is het nodig om regelmatig interdentaal te reinigen en te poetsen, met tandpasta’s waar geen harde zeep in is verwerkt. Sommige tandpasta’s bevatten sodium lauryl sulphate (SLS), wat geen voordelen voor de mondhygiëne heeft maar wel is gelinkt aan het veroorzaken van mondzweren. Hiernaast is het raadzaam om de mond regelmatig te spoelen met mondwater.
  • Drink water: de ‘vecht of vlucht’ reactie kan leiden tot dehydratie, wat op zijn plaats weer leidt tot een droge mond en slechte adem. Door het lichaam goed te hydrateren en genoeg water te drinken wordt de kans op een droge mond geminimaliseerd.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Bariatrische chirurgie vergroot kans op cariës

Bariatrische chirurgie vergroot kans op cariës

In sommige gevallen is bariatrische chirurgie een goede behandelingsmogelijkheid voor patiënten met obesitas. Deze behandeling zou echter nog wel eens tot complicaties in de mond en in het maagdarmstelsel kunnen leiden, en de kans op gaatjes kunnen vergroten.

Onder bariatrische chirurgie worden alle operaties verstaan die tot doel hebben om het gewicht te verminderen. Er zijn verschillende methoden voor, die met elkaar gemeen hebben dat ze de voedselopname beperken en de spijsvertering wijzigen. Voorbeelden zijn de maagband, of de zogenaamde bypass.

Bariatrische chirurgie tegen obesitas

Angel-Orión Salgado-Peralvo, tandarts in Vigo, Spanje, en zijn team van de Complutense Universiteit in Madrid hebben literatuur omtrent gaatjes en speeksel bij patiënten met bariatrische chirurgie bestudeerd. Bariatrische chirurgie is momenteel de enige bewezen klinisch effectieve behandeling voor patiënten met morbide obesitas op de lange termijn. Deze behandelingsvorm wordt in toenemende mate gebruikt, en kan bijvoorbeeld een maagverkleining betreffen.

Bijwerkingen

De behandeling verandert de anatomie, fysiologie en de eetgewoonten van de patiënt, wat tot problemen met het maagdarmstelsel kan leiden. Daarnaast brengt de behandeling veranderingen in de kwaliteit en kwantiteit van speeksel, misselijkheid en overgeven met zich mee. Deze bijwerkingen kunnen negatieve effecten uitoefenen op de mondholte, inclusief een verhoogde kans op mondlaesies, wat met name de vorming van cariës betreft.

Geen protocol voor mondproblemen

Momenteel bestaat er echter nog geen protocol voor het voorkomen van deze mondproblemen bij patiënten. Daarnaast zijn deze vaak niet op de hoogte van dergelijke risico’s die de behandeling met zich meebrengt. De auteurs van deze studie wilden onderzoeken of het inderdaad het geval is dat bariatrische chirurgie de kans op gaatjes verhoogt.

Analyse van 9 artikelen

De auteurs van de studie besloten dat negen artikelen klinisch relevant waren voor hun analyse. Deze artikelen varieerden in het monitoren van patiënten 6 tot 24 maanden na de operatie. Slechts twee van de studies werden gedaan met specifiek als doel om het risico op gaatjes te bestuderen. De andere artikelen focusten meer op het speeksel en de veranderingen in de mond.

Verschillende resultaten

Sommige studies vonden geen significante verschillen in het aantal gaatjes bij menen met en zonder een bariatrische behandeling, volgens de DMF index (decayed, missing or filled teeth). Bij een studie werd wel een significant verschil na zes maanden na de operatie gevonden. Daarnaast vonden een aantal studie een verhoogde aanwezigheid van Streptococcus mutans. Ook werd een hogere ratio van dentale erosie bij obesitas die zowel wel als geen operatie ondergingen. Een andere interessant resultaat kwam van een studie die vond dat slechts 7,7% van de bariatrische chirurgie patiënten geen last had van overgeven in 24 maanden na de operatie.

Verder onderzoek

De auteurs van deze studie benadrukken dat er in de toekomst meer onderzoeken zich zouden moeten richten op het vaststellen van het risico op gaatjes naar aanleiding van bariatrische chirurgie. Op deze manier kunnen de effecten hiervan in kaart worden gebracht en kunnen complicaties worden geminimaliseerd.

Bron:
Sciencedirect

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Mondgezondheid kan op diabetesrisico wijzen

Mondgezondheid kan op diabetesrisico wijzen

Een slechte mondgezondheid kan in verband worden gebracht met een verhoogd risico op diabetes, suggereert een nieuwe studie. De resultaten werden gepresenteerd via een poster tijdens de 100e jaarlijkse bijeenkomst van de Endocrine Society in Chicago (ENDO 2018).

Risico

“De gezondheid van uw tanden kan een teken zijn van risico op diabetes,” zei hoofdauteur Raynald Samoa, M.D., een assistent-professor bij de afdeling Diabetes, Endocrinologie & Metabolisme bij het National Medical Center City of Hope in Duarte, Californië.

Positieve relatie

“Onze bevindingen suggereren dat tandheelkundige onderzoek het risico op het ontwikkelen van diabetes kan signaleren. We vonden een progressieve positieve relatie tussen verergering van glucosetolerantie en het aantal ontbrekende tanden. Hoewel een oorzakelijk verband niet kan worden afgeleid uit dit cross-sectionele onderzoek, toont het aan dat een slechte tandheelkundige uitkomst kan worden waargenomen voor het begin van openlijke diabetes,” zei hij.

Onderzoek

Samoa en zijn collega’s onderzochten de invloed van glucosetolerantie op de mondgezondheid in een representatieve populatie in de Verenigde Staten. De onderzoekers beoordeelden de gegevens van 9.670 volwassenen van 20 jaar en ouder die werden onderzocht door tandartsen tijdens de Nationale Gezondheid en Voedingsexamenenquête 2009-2014.

Analyse

Ze analyseerden hun gerapporteerde BMI- en glucosetolerantietoestand door plasmaglucose vast te stellen, twee uur postchallenge plasmaglucose, hemoglobine A1c (HbA1c), vastgestelde diabetes en of de aandoening werd behandeld met orale middelen of insuline. Vervolgens registreerden de onderzoekers het aantal ontbrekende tanden als gevolg van cariës en  parodontitis bij individuele patiënten. Ze bepaalden de relatie tussen glucosetolerantie en gebitstoestand door rekening te houden met leeftijd, geslacht, ras en etniciteit, familiegeschiedenis van diabetes, rookstatus, alcoholgebruik, onderwijs en armoede-index.

Significante invloed

De auteurs vonden een geleidelijke toename van het aantal patiënten met ontbrekende tanden toen de glucosetolerantie daalde, van 45,57 procent in de groep met normale glucosetolerantie (NGT), tot 67,61 procent in de groep met abnormale glucosetolerantie (AGT), tot 82,87 procent in de groep met diabetes mellitus (DM). Behalve voor geslacht hadden alle andere covariaten een significante invloed op het aantal ontbrekende tanden.

Resultaat

De verschillen in het gemiddelde aantal ontbrekende tanden onder de drie glucosetolerantiegroepen waren significant: 2,26 in de NGT-groep, 4,41 in de AGT-groep en 6,80 in die met DM.

Verband

De auteurs schreven in hun samenvatting dat al in de jaren dertig van de vorige eeuw werd gesuggereerd dat parodontitis en cariës verband houden met diabetes, en dat in 2050 naar verwachting een derde van de Amerikanen door diabetes wordt getroffen.

Bron:
Dentistry Today
Poster gepresenteerd tijdens Endo2018 van de Endocrine Society in Chicago, Verenigde Staten

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Relatie tussen tandenpoetsgedrag en parodontale pockets

Relatie tussen tandenpoetsgedrag en parodontale pockets

Er bestaat een duidelijke dosis-respons relatie tussen tandenpoetsgedrag en veranderingen in parodontale pockets. Dit blijkt uit een Fins onderzoek dat op 13 december in het Journal of Clinical Periodontology is gepubliceerd.

Verband

Onderzoekers ontwierpen de epidemiologische studie om het verband te beoordelen tussen zelf-gerapporteerd gedrag in tandenpoetsen en veranderingen in parodontale pockets. Het onderzoek werd gehouden onder Finse volwassenen ouder dan 11 jaar.

Nationale enquêtes

Voor het onderzoek werden gegevens gebruikt van twee nationale enquêtes in Finland, namelijk de ‘Gezondheid’-enquête uit 2000 en 2011. Beide enquêtes zijn uitgevoerd door het Nationale Instituut voor Gezondheid en Welzijn van het land. Het studiemonster omvatte 1.025 volwassenen met tanden die evaluaties bij zowel baseline als follow-up hadden voltooid.

Cumulatieve maat

De onderzoekers hebben een cumulatieve maat voor regelmatig tandenpoetsen gemaakt door te tellen hoe vaak deelnemers hebben gemeld dat ze tweemaal of vaker dagelijks poetsten, dit over beide onderzoeken. De maat varieerde  van 0 tot 2. Hierbij staat 0 voor degenen die in beide onderzoeken niet tweemaal of vaker per dag hebben gepoetst; 1 voor degenen die bij de baseline of follow-up tweemaal per dag poetsen rapporteerden; en 2 voor diegenen die in beide onderzoeken tweemaal per dag of meer poetsten.

Parodontale status

De auteurs van het onderzoek bepaalden de parodontale status door de parodontale pocket diepte (PPD) te meten op 4 plaatsen per tand (distaal, mesiaal, midbuccaal en midlinguaal), exclusief derde molaren en tandresten. Alle tanden met een PPD van 4 millimeters of groter op elke plaats werden beschouwd als parodontale pockets.

PPD-risicogroepen

Tweemaal of vaker poetsen per dag werd vaker gemeld bij vrouwen, hoger opgeleide volwassenen, niet-rokers en degenen die de tandarts regelmatig bezochten voor controle in beide onderzoeken. De toename van het aantal tanden met een PPD van 4 millimeter of meer was dan ook aanzienlijk groter bij de overige partijen.

Conclusie

De auteurs concludeerden dat deze studie een duidelijke dosis-respons associatie vertoonde tussen tandenpoetsgedrag en verandering in parodontale pockets bij Finse volwassenen. Regelmatig poetsen, dat is dus twee keer per dag, kan parodontitis helpen voorkomen.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Tandvleesaandoeningen geassocieerd met hoge bloeddruk

Tandvleesaandoeningen geassocieerd met hoge bloeddruk

Uit onderzoek is gebleken dat tandvleesaandoeningen kunnen worden geassocieerd met de kans op het hebben van een hoge bloeddruk. Daarnaast werd er ook een verlaging van de bloeddruk gevonden na parodontale therapie.

Parodontitis en een hoge bloeddruk

Volgens de World Health Organisation (WHO) heeft 1 op de 5 volwassenen last van een hoge bloeddruk, en hebben wereldwijd 743 miljoen mensen last van parodontitis. Hoofdauteur Eva Munoz Aguilera, van het UCL Eastman Dental Institute in Londen: “Parodontitis en een hoge bloeddruk komen wereldwijd bij miljoenen mensen voor, en dragen beide een verhoogde kans op hart- en vaatziekten met zich mee.”

Waar eerdere studies wel suggereerden dat er een link bestaat tussen parodontitis en een hoge bloeddruk, was er weinig bekend over de richting van deze associatie. Het doel van dit onderzoek was daarom om te kijken of patiënten met parodontitis een hogere kans hebben op een hoge bloeddruk dan mensen zonder parodontitis. Het bewijzen van deze causale relatie zou mogelijkheden bieden voor het ontwikkelen van een betere diagnose, preventie en behandeling van tandvleesaandoeningen.

Parodontitis als risico voor hoge bloeddruk

In het systematische onderzoek werd gekeken naar studies die voor oktober 2017 werden gepubliceerd. Van de 62 geselecteerde studies werd data genomen om het risico te kunnen beoordelen. In deze studie werd slechts naar de associatie in een richting gekomen: parodontitis als een potentieel risico voor een hoge bloeddruk, en niet andersom. De resultaten toonden aan dat de diagnose van matige tot ernstige parodontitis kan worden geassocieerd met een 30 tot 50 procent hogere kans op een hoge bloeddruk. Hiernaast was ook te zien dat het behandelen van parodontitis vaak samenging met een verlaagde bloeddruk.

Munoz Aguilera benadrukt dat meer onderzoek nodig is om het gevonden effect te bevestigen. Ook zou in verder onderzoek meer duidelijkheid kunnen worden gevestigd over de reden van de associatie.

Bronnen

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Kinderen drinken te veel sportdranken in Verenigd Koninkrijk

Kinderen drinken te veel sportdranken in Verenigd Koninkrijk

Bijna 90% van alle schoolkinderen tussen de 12 en 14 jaar in het Verenigd Koninkrijk consumeert sportdranken, ondanks begrip van de negatieve effecten op hun mondgezondheid. Dit blijkt uit een studie die werd gepubliceerd in de British Dental Journal.

Branding
Onderzoekers geloven dat kinderen zich aangetrokken voelen tot deze dranken als gevolg van hun branding. Ze denken dat de dranken voor iedereen zijn, terwijl ze bedoeld zijn voor volwassenen die sporten.

Epidemie aan tandbederf
“Sportdranken bieden geen gezondheidsvoordelen aan kinderen. Ze geven juist brandstof voor een epidemie aan tandbederf,” stelt de voorzitter van BDA, Mick Armstrong. Volgens hem zorgt de marketing van de dranken voor de blijvende vraag. “Het is tijd dat de regering hier iets aan doet.”

Frisdrankenindustrieheffing
De BDA doet een beroep op de regering om sportdrankjes onder de frisdrankenindustrieheffing te brengen. Het beweert dat als sportdranken naast gewone frisdranken verkocht worden, zij ook onder de suikerheffing en restricties op marketing moeten vallen.

De studie
Uit de studie, genaamd Knowledge of and attitudes to sports drinks of adolescents living in South Wales UK, bleek ook dat:

  • 89% van schoolkinderen sportdranken consumeert
  • 73% van de kinderen gelooft dat water geschikt is om te consumeren tijdens het sporten
  • 68% van de kinderen met regelmaat (1-7 keer per week) sportdranken drinkt
  • 65% gelooft dat sportdranken tot tandbederf kunnen leiden
  • 46% van de geïnterviewde kinderen gelooft dat sportdranken voor iedereen zijn, ongeacht leeftijd of activiteit

Atleten, niet kinderen
 “Grote bedrijven komen weg met het verkopen van deze producten aan kinderen, terwijl ze voor atleten ontworpen zijn”, vervolgt Armstrong.

Geen dagelijkse dranken
“Hoog in zowel suikers als zuren, dit zijn geen dagelijkse drankjes. Als ze in de schappen naast de cola worden gezet dan zouden hierop dezelfde belastingen geheven moeten worden.”

Water
Volgens Armstrong blijft water de beste keuze bij gemiddelde lichaamsbeweging. Het is de veiligste optie voor zowel de mond- als algemene gezondheid.

Bron:
British Dental Journal

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z
Depressie en stress gelinkt aan ernstige tandvleesaandoeningen

Depressie en stress gelinkt aan ernstige tandvleesaandoeningen

Een studie heeft aangetoond dat psychosociale factoren, zoals depressie, stress, emotionele kwetsbaarheid en het hebben van een type A persoonlijkheid, kunnen worden geassocieerd met ernstige parodontale aandoeningen. Dit wijst op de noodzaak voor een psychosociale evaluatie en steun voor patiënten met agressieve of chronische tandvlees aandoeningen.

Eerdere studies die suggereerden dat er een link tussen parodontitis en psychosociale factoren zou bestaan gaven gemengde resultaten. Hoofdauteur Dr Sébastien Jungo, van de Paris Descartes University, geeft aan dat zijn doel voor dit onderzoek daarom was om de associatie tussen klinische variabelen bij patiënten met last van agressieve of chronische parodontitis en psychosociale eigenschappen, met name depressie, stress en Type A gedrag, te verkennen, om hierdoor patiënten met een risico op ernstigere parodontale aandoeningen makkelijker te kunnen identificeren.

Onderzoeksopzet

De studie omvatte 79 patiënten met parodontitis uit het academisch ziekenhuis van de Descartes University in Parijs. De patiënten werd gevraagd om korte vragenlijsten in te vullen, waarna er dieper naar de eigenschappen van hun parodontitis werd gekeken. De resultaten lieten zien, nadat er werd gecorrigeerd voor leeftijd, tabaksgebruik en de soort parodontitis,  dat een pocket van meer dan 5 millimeter kon worden geassocieerd met emotionele kwetsbaarheid voor alle patiënten, en met stress voor patiënten met een Type A persoonlijkheid.

Om de oorzaken van deze associatie duidelijker te krijgen denkt Jungo dat verder onderzoek noodzakelijk is. Deze studie is representatief, maar heeft wel een klein sample. Een studie met een grotere populatie zou daarom nuttig zijn.

Bronnen:
1.     EuroPerio9 Abstract O024, Type A behaviour pattern, stress and emotional vulnerability are associated with more severe aggressive periodontal diseases. To be presented at the session on Psychosocial factors on Thursday 21 June 2018 at 16:30

2. McCracken, G. 2009. Positive relationship between stress and periodontal disease? Nature summary review

3. Araújo, Milena et al. Association between depression and periodontitis: a systematic review and meta‐analysis. First published: 6 January 2016. https://doi.org/10.1111/jcpe.12510

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Tijdens Europerio9 in Amsterdam werd de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis gepresenteerd door de American Academy of Periodontology en de European Federation of Periodontology.

De laatste classificatie dateert uit 1999. Hoog tijd voor een nieuwe classificatie, want sinds die tijd heeft de wetenschap niet stilgestaan. Bij de nieuwe classificatie wordt er niet alleen teruggekeken, maar ook vooruit gekeken zodat technologische, chirurgische en medicatieve mogelijkheden kunnen worden toegepast. De implicatie van het management van risicofactoren wordt daarin meegenomen. De nieuwe classificatie is gericht op preventie.

Waarom classificaties?

Classificaties moeten het mogelijk maken om op internationaal en wetenschappelijk niveau als professionals en wetenschappers onder elkaar te kunnen communiceren. Met de nieuwe classificaties kunnen eenvoudig populatie surveys worden opgezet en afgenomen over de prevalentie van tandvleesziekten. Ook voor de patiënten zelf zijn classificaties nodig om helder aan te kunnen geven in welk stadium hun ziekte is en hoe ernstig dit is.

De nieuwe classificatie geeft de mogelijkheid om complexe casussen te identificeren en te managen. Daarnaast geeft het recent opgeleide tandartsen met interesse in parodontologie, mondhygiënisten en parodontologen de toegang om aansluitende therapie toe te passen om een gezonde mond te behouden. De verouderde classificatie bleek bij 25% van de patiënten insufficiënt te zijn. De nieuwe classificatie is erop gebaseerd dat niet iedereen hetzelfde reageert op de biofilm en therapie. Hierbij is ervan uitgegaan dat men nog te weinig weet van bacteriën om te zeggen welke bacterie wat precies veroorzaakt. Ook kan het aantal bacteriën niet exact worden voorspeld en of er sprake is van ontsteking. In de wetenschap worden wel hiervoor stappen gezet, maar men is nog niet zo ver.

Classificatie in hoofdlijnen

De classificatie is nu opgesplitst in:

  • Parodontale ziektes en condities
  • Peri-implantaire ziektes en condities

De parodontale ziektes en condities worden opgesplitst:

  • Parodontale gezondheid, ziekte en condities van de gingiva
  • Parodontitis
  • Andere condities die het parodontium schaden

Peri-implantaire ziektes en condities worden opgesplitst in:

  • Peri-mucositis
  • Peri-implantitis
  • Peri-implantaire zachte en harde weefsel deficiënties

Definitie van gezondheid

Om parodontale gezondheid en ziekte en conditie van de gingiva op te kunnen splitsen moest eerst duidelijk worden wat men onder gezondheid en parodontale gezondheid verstaat. Voor de definitie van gezondheid is de definitie van World Health Organization (WHO) aangehouden. Uiteindelijk is dit vertaald naar parodontale gezondheid met een holistische benadering:

“Een staat die vrij is van ontsteking van het parodontium waarbij het individu normaal kan functioneren en waarbij fysieke of mentale consequenties niet aanwezig zijn door actuele ziekte of ziekteverleden.”

Uiteindelijk werden parodontale gezondheid en ziekte opgesplitst in:

  • Een gezond parodontium, gezonde gingiva
  • Biofilm gerelateerde gingivitis
  • Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

Maar bestaat een gezond parodontium eigenlijk wel? Het is erg zeldzaam, want binnen 24 uur aanwezigheid van de biofilm is het weefsel eigenlijk al in staat van ontsteking. Het lijkt wel iets wat enkel in boeken bestaat. De anatomie is dan absoluut perfect. En heeft iemand met slechts twee puntbloedingen gingivitis? Dit soort discussies werden gehouden. Uiteindelijk strandde de discussie in de volgende definitie van een gezond parodontium:

“Een afwezigheid van klinisch detecteerbare ontsteking.”

Gingivitis

Bij gingivitis zijn er geen pockets te detecteren (m.u.v. pseudopockets waarbij de pocketsonde de glazuur-cementgrens niet passeert) dieper dan 3 mm. Ook röntgenfoto’s laten geen botverlies zien. Als grens wordt een bloedingsindex (BoP) van < 10% aangehouden, wil men spreken van (lokale) gingivitis. Vanaf 30% is er geen sprake meer van lokale gingivitis, maar van gegeneraliseerde gingivitis. Bij een BoP van minder dan 10% is er geen sprake van gingivitis, maar een gezonde situatie.

Een klinisch gezonde gingiva kan voorkomen in een intact parodontium, maar ook in een gereduceerd parodontium. Bijvoorbeeld bij stabiele paro-patienten en patiënten die nooit parodontitis hebben gehad maar bijvoorbeeld poetstrauma hebben. Een intact parodontium is echter een parodontium waar geen tekenen zijn van verlies van aanhechting en/of botverlies. Gingivitis is de staat van ontsteking die omkeerbaar is naar een gezonde situatie.

Beïnvloedende en modificerende factoren voor biofilm gerelateerde gingivitis

  • Plakretentie factoren als tandanatomie en restauratieranden
  • Monddroogheid door verlaagde speekselflow en/of verlaagde speekselkwaliteit

Systemische risicofactoren zijn:

  • Roken
  • Metabolische factoren (hoge bloedsuiker waardes)
  • Voedingsfactoren
  • Medicijnen
  • Hormonen (puberteit, zwangerschap)
  • Hematologische condities

Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

  • Genetische / aangeboren afwijkingen
  • HGF
  • Juvenile Hyaline Fibromatosis
  • Sebaceous Naevus of Jadessohn
  • Specifieke infecties
  • Gingivale Herpes Simplex
  • Molluscum Contegeosum
  • Histolplasma Capsulatum
  • Conditie van verlaagde afweer en immuniteit
  • Disseminated pyogenic granuloma
  • Plasma Cell Gingivitis
  • C1 -esterase inhibitor dysfunction
  • Erosieve Lichen Planus
  • Erythema Multiforme
  • Systemische Lupus Erythematosis
  • Reactieve processen (Epulides)
  • Fibroom epulis
  • Vasuclaire epulis
  • Zwangerschapsepulis
  • Peripheral gaint cell granuloma
  • Neoplasma
  • Non-Hodgkins Lympoma
  • Chondrosarcoma
  • Squamous cell carcinoma
  • Proliferative verrucous leukoplakia
  • Endocriene, nutritie en metabolische afwijkingen
  • Giant cell tumour van bot
  • Scheurbuik
  • Trauma laesies
  • Cocaïne veroorzakende necrose
  • Poetstrauma
  • Gingivale pigmentatie
  • AZT pigmentatie
  • Rokers melanosis

Parodontitis

In de oude classificatie stond de diagnose ‘agressieve parodontitis’. Er is echter geen enkel bewijs van een specifieke pathologie dat een onderscheid zou maken tussen agressieve en chronische parodontitis of een solide protocol waarin verschillende therapieën voor deze voorgenomen verschillende parodontitis soorten staan beschreven. Wetenschappelijke data ondersteunen niet het idee dat agressieve parodontitis en chronische parodontitis twee verschillende ziektes zouden zijn. Deze twee soorten parodontitis zijn dus ook niet meer terug te vinden in de classificatie.

Parodontitis is daarom nu op te splitsen in:

  • Necrotiserende parodontale ziekten
  • Parodontitis
  • Parodontitis als manifestatie van systemische ziekte

Necrotiserende parodontale ziektes zijn:

  • Necrotische gingivitis
  • Necrotische parodontitis
  • Nectrotische stomatitis

In het geval van parodontitis zijn er pockets te meten van meer dan 3mm bij 2 of meer elementen en komt de sonde onder de glazuur-cementgrens uit. Er is mogelijk (!!) botverlies waarneembaar op röntgenfoto’s, maar ook bij een gezond gereduceerd parodontium kan er botverlies op foto’s te zien zijn.

Parodontitis is een chronische multifactoriële ontstekingsziekte geassocieerd met bacteriële dysbiose en wordt gekarakteriseerd door een progressieve destructie van de tand-ondersteunende weefsels. Er is sprake van botverlies, pockets en bloeding en andere oorzaken (hieronder beschreven) zijn uitgesloten.

Andere condities die het parodontium kunnen schaden en niet ‘parodontitis’ zijn te noemen zijn:

  • Systemische ziekte of condities die de steunende weefsels aandoen
  • Parodontale abcessen en endodontische parodontale laesies
  • Mucogingivale afwijkingen en condities
  • Traumatische occlusie en fracturen
  • Tand- en prothetisch gerelateerde factoren

Recallfase

De zwaarte van de parodontitis alleen, zoals beschreven in de oude classificatie, doet geen recht aan de complexiteit van ziektemanagement en therapeutisch succes, het risico van verdere progressie en het potentieel van inferieure behandeluitkomsten.

Parodontitis is na therapie op te splitsen in:

  • Stabiele situatie
  • Geringe tandvleesontsteking
  • Niet stabiele situatie van terugkerende parodontitis

De situatie is stabiel als er geen pockets van 4 mm of dieper zijn te meten (m.u.v. pseudopockets) met bloeding. Ook hier ligt de grens van PoB van < 10 %. Op de foto kan botverlies waarneembaar, zowel in een stabiele situatie als in een onstabiele situatie.

Fase and stage

Naast deze categorieën is parodontitis op te delen in:

  • Fase (staging)
  • Gradatie (grading)

Staging classificeert de ernst en omvang van het actuele weefselverlies. Nieuw is hierbij dat het verlies van elementen door parodontitis wordt meegenomen. Ook het niveau van complexiteit is erin gebouwd om op lange termijn te kunnen managen op functie en op esthetiek.

Bij de grading zijn vier biologische dimensies ingebouwd:

  • De historie van parodontale progressie
  • Het risico van toekomstige progressie
  • Anticipatie op inferieure behandelresultaten
  • Het risico dat de ziekte of de behandeling ervan een negatief effect heeft op de algehele gezondheid van de patient

De gradatie kan in een schema worden afgezet ten opzichte van de fase om een individuele fase en gradatie toe te kennen. We kennen Grade A, B en C en Stage I,II,III en IV.

Stage I:  beginnende parodontitis:

  • Ernst: maximaal 1-2mm botverlies; radiografisch < 15%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 4mm, vooral horizontaal botverlies

Stage II: gematigde  parodontitis

  • Ernst: maximaal 3-4 mm botverlies: radiografisch 15-33%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 5 mm, vooral horizontaal botverlies

Stage III: ernstige parodontitis met risico op tandverlies

  • Ernst: 5 mm of meer botverlies; radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 4 of meer elementen verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 6mm, verticaal botverlies van maximaal 3mm, furcaties van I of II, gematigde botdefecten

Stage IV: voortgeschreden parodontitis met tandverlies en risico op gebitsverlies

  • Ernst: 5mm of meer botverlies, radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 5 elementen of meer verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit : de complexiteit van stage III, mobiliteit van 2 of meer, migratie, extrusie, minder dan 10 occluderende paren, kauwdisfunctie, ernstige botdefecten

Bij elke stage wordt beschreven of het gaat om een gelokaliseerd probleem (minder dan 30% van de elementen zijn betrokken), een gegeneraliseerd probleem of molaar-incisief patroon.

Grade A

Afgelopen 5 jaar was er geen sprake van botverlies, het percentage van botverlies per jaar is < 0,25, er is veel tandsteen/plak maar weinig destructie, niet-roker, geen diabeet.

Grade B

<2mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar 0,25-1, destructie, gemiddeld tandsteen/plak, rookt <10 sigaretten per dag, HbA1C < 7,0% bij een diabeet.

Grade C

2 of meer mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar is 1,0, de destructie is meer dan je zou verwachten gezien het volume tandsteen/plak, bewijs dat er perioden zijn van snelle progressie en/of early-onset, verwachting dat therapie onvoldoende zal aanslaan, rookt 10 of meer sigaretten per dag, HbA1c van 7,0% of meer bij een diabeet.

Management

Patiënten met milde of gematigde parodontitis (stage I en II, Grade AB of C) kunnen een standaard parodontale behandeling aangeboden krijgen via het paroprotocol. Ernstige of voortgeschreden parodontitis (grade III en IV, Grade AB of C) valt onder een complexe en/of multi-disciplinaire behandeling. De gradatie kan aan worden gepast na initiële therapie en/of andere veranderingen.

De classificatie is gepubliceerd in de Journal of Clinical Periodontology 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing over de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis tijdens Europerio9 in Amsterdam.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z