Elke tandarts krijgt patiënten met tandletsel in de praktijk. Het gaat vooral om kinderen. ‘Doe ik het wel goed?’ Er is vaak nog koudwatervrees bij tandartsen, merkt Jacques Baart.
Verslag van zijn lezing waarin hij de stappen geeft bij de opvang van trauma patiënten.
Epidemiologie tandletsel
000 kinderen per jaar van 6-16 jaar
25% van alle kinderen tot en met 12 jaar
4-8 kinderen per praktijk per jaar
Trauma melkgebit Tandletsel in het melkgebit komt evenveel voor bij jongens als bij meisjes.
30% van de kinderen van 5 jaar is slachtoffer van dentaal trauma
Trauma kan ook invloed hebben op de blijvende dentitie
Intrusie, het in de kaak verplaatsen van een tand, komt het meeste voor en kan leiden tot schade aan het blijvende gebit (25%). Gevolgen van een trauma kunnen leiden tot verstoring van glazuuropbouw, het stoppen van de wortelafvorming of het draaien van de tandkiem.
Afwijkingen van het blijvende gebit ten gevolge van trauma melkgebit:
Turner-tand
Kroondilaceratie
Odontotoom en mesiodens
Worteldilaceratie
Bij een ontsteking aan de wortelpunt van een melkincisief, zal de behandeling bestaan uit extractie.
Hoe ga je ermee om als een kind trauma heeft? Tandletsel is vaak een van de eerste keren dat een kind de tandarts bezoekt. Het is daarom belangrijk om erg zorgvuldig te werk te gaan en het trauma niet te bagatelliseren. U kunt veel goed werk doen en in veel gevallen komt het weer goed. Baart gaf als tip om na de behandeling een dapperheidsdiploma mee te geven.
Trauma blijvende tanden 20 tot 30% van de 18-jarigen heeft een dentaal trauma, waarvan een derde met ernstige consequenties. Er is een piek in incidentie van dentaalletsel bij kinderen van 8 tot 14 jaar. Als een kind eenmaal dentaalletsel heeft, is de kans daarna vijf keer hoger op nieuw letsel.
Bij de blijvende tanden komt tandletsel bij jongens twee keer zoveel voor als bij meisjes.
Is er sprake van een overjet van meer dan 8 mm, dan is de kans op dentaalletsel 50 tot 60%.
Bij 8% van de mensen tandletsel is er ook sprake van hersenletsel. Het is daarom bij tandletsel erg belangrijk om te checken of er ook aanwijzingen zijn voor hersenletsel. Geschat wordt dat bij 3 tot 10% van de kinderen met tandletsel sprake is van kindermishandeling, inclusief verwaarlozing.
Eerste opvang Het eerste wat je als tandarts doet jij trauma is het ABCDE-onderzoek:
Airway
Breathing
Circulation
Disability
Exposure
Secondary Survey
Eerste opvang stap-voor-stap direct na aangezichtstrauma
De eerste opvang is gericht op de vrije luchtweg, ademhaling, circulatie en hersenfunctie.
Check aanwijzingen voor hersenletsel: gaat het goed met het kind?, weet het z’n naam en welke dag het vandaag is? Vraag ook: waar woon je?
Vraag: Wat is er gebeurd? Wat merkte je het eerst? Wie waren bij het ongeval betrokken?
Wat doet het meeste pijn en waar?
Daarna gaat het pas over de tanden en kiezen. Stel dan vragen als:
‘’Mag ik even kijken?? Ik doe verder niks.’’
‘’Doe eens open, doe eens dicht.’’ Om te kijken of er nog stoornissen zijn in occlusie en articulatie.
Controleer of er nog stukjes tand in de lip zitten.
Dan kun je zeggen: ‘’het valt gelukkig reuze mee’’. Dit is in zijn algemeenheid terecht, maar er zijn uitzonderingen:
Avulsie langer dan half uur.
Intrusieluxatie 5/6mm dan chirurgie anders afwachten.
Slechtste prognoses
Deze twee diagnoses hebben de slechtste prognose voor de getroffen tand:
Tandfoto, eventueel 2 (verschillende richtingen) of OPG.
Weke delen röntgenfoto (1/3 exposure tijd).
Lichtfoto’s, ook voor juridische/financiële redenen.
Antibiotica is meestal niet geïndiceerd.
Tetanusprofylaxe?
– Laatste vaccinatie <1 jaar geleden : geen profylaxe
– Laatste vaccinatie tussen 1 en 10 jaar: booster 0.5ml TFT im
– Laatste vaccinatie > 10 jaar: 2 keer booster 0.5 ml TFT im +250 IE MATIG im
Vervolg
Na 1 week controle (inclusief beide ouders)
Bespreek daarna pas wat de vooruitzichten zijn, de vervolgbehandeling, verzekering, aansprakelijkheid. Het is beter om dit nog niet allemaal bij het eerste bezoek te bespreken, adviseert Baart.
Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij is chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager, docent aan ACTA en bij de opleiding tot MKA chirurgen in het VUmc. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij schreef 4 studieboeken en is (mede) auteur van 140 wetenschappelijke artikelen. Hij vervulde vele bestuurlijke functies: voorzitter van de sectie specialisten KNMT, voorzitter van de Ned. Ver. MKA, voorzitter van de WTA en lid van het bestuur van de NVT.
Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Jacques Baart tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/06/159273990-kind-400x230.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-12-05 10:00:192016-12-05 11:52:09Tandletsel: Opvang van de patiënt en eerste hulp
Het is heel gebruikelijk om verstandskiezen te verwijderen, alhoewel er geen enkele studie bestaat die aangeeft dat er een voordeel is voor het verwijderen hiervan, op het moment dat deze geen pijn of andere problemen veroorzaken. Dit is gebleken uit een nieuwe studie.
Symptoom-vrij trekken
Verstandskiezen komen meestal door tussen het 17e en 26e levensjaar. Aangezien hier vaak te weinig plaats voor is in de mond, kunnen deze zwellingen, wortelschade, tandbederf of tandvleesproblemen veroorzaken. Mocht dit zo zijn, dan is het daarom beter om de verstandskiezen te trekken. In vele gevallen worden de verstandskiezen echter getrokken zonder dat er sprake is van een van deze symptomen, terwijl het onduidelijk is of de risico’s van de operatie wel tegenwicht bieden aan de voordelen van het verwijderen van de kiezen. Zo werd beschreven in een studie van de Cochrane Database of Systematic Reviews.
“Gezien het feit dat verstandskiezen wereldwijd op grote schaal worden verwijderd, is het verrassend om te zien hoe weinig onderzoek van hoge kwaliteit is gedaan”, aldus de Nederlandse hoofdauteur Hossein Ghaeminia van het Radboud Universiteit Medisch Centrum in Nijmegen.
Vergelijken van studies
In het onderzoek werden resultaten van verschillende studies vergeleken, waarin bijvoorbeeld werd gekeken naar de waarschijnlijkheid van het verschijnen van dentale problemen, na het verwijderen van symptoom-vrije verstandskiezen. Slechts twee studies werden gevonden waarbij hiernaar werd gekeken.
Geen van beide vergeleek echter de meest voorkomende gezondheidsgerelateerde aspecten bij het verwijderen of niet-verwijderen van de verstandskiezen. De ene studie vond wel dat mannen die hun verstandskiezen nog hadden, maar hier een probleem mee kregen, ook gelijk meer kans kregen op tandvleesproblemen. De andere studie vond geen verschil in gezondheid tussen mensen met verwijderde of niet-verwijderde beschadigde verstandskiezen.
Verder onderzoek
Er zullen hoogstwaarschijnlijk nog meerdere onderzoeken gaan worden gedaan om de noodzaak voor het standaard verwijderen van verstandskiezen nader te onderzoeken. Aan de ene kant is preventieve verwijdering vaak zinloos en kan het schade veroorzaken, terwijl aan de andere kant het laten zitten van de verstandskiezen tot vele complicaties kan lijden.
Yvonne Buunk-Werkhoven, onderzoeker, mondhygiënist en psycholoog, en Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist en NVM-bestuurslid, hebben een poster over het Kidsfabriek voorlichtingsproject vormgegeven. Deze werd gepresenteerd tijdens het British Society of Dental Hygiene and Therapy (BSDHT) Oral Health congres op 18 en 19 november in Belfast.
Doel Het doel van het onderzoek tijdens de Kidsfabriek is om de invloed en het leereffect van een spelenderwijs uitgevoerde interventie te bepalen. In dit voorlichtingsproject staat de promotie van een goede mondhygiëne en mondzorg bij kinderen en hun ouders centraal.
Methoden Voor het onderzoek dat in 2015 werd uitgevoerd werden data verzameld van 74 bezoekers (ouders) van het Kidsfabriek evenement. Deze gegevens werden verzameld in de vorm van een enquête, die vragen bevatte over sociaal-demografische gegevens, bezoek aan de tandarts, suiker inname, en meningen en gewoonten ten opzichte van het tanden poetsen van kinderen. In 2016 werden 108 kinderen semi-gestructureerd geïnterviewd door twee mondhygienisten, nadat zij een professionele, interactieve workshop over tandenpoetsen hadden gevolgd.
Resultaten In 2015 werd vastgesteld dat 27,3% van de 66 geïnterviewde ouders zelf nog nooit een mondhygienist heeft bezocht. Daarnaast gaf 40% van de ouders aan nooit instructies te hebben ontvangen over hoe zij het best voor het gebit van hun kinderen konden zorgen. De helft van de ouders (50%) poetste de tanden van hun kinderen tweemaal per dag, en een vijfde gaf aan om de consumptie van snacks en zoete tussendoortjes van hun kinderen te beperken.
Het ‘Kidsfabriek 2016 – tanden poetsen-evenement’ werd zeer enthousiast ervaren door 61% van de kinderen. 71% van de kinderen bezocht de workshop voor de eerste keer. Een derde van de kinderen was niet bekend met de mondhygiënist; een vierde(25%) zou er wel graag een willen bezoeken, tegenover 24% die dit liever niet zou willen doen. Slechts 16% van de kinderen bezoekt de mondhygiënist regelmatig en 1 op de 5 kinderen (20%) was van plan om dit te gaan doen. Bij veel kinderen was de intentie om hun mondzorg en consumptie van voedsel en drankjes te veranderen hoog. Toestemming voor het onderzoek en publicatie van de interviewgegevens werd gevraagd aan de ouders, eveneens werd het inkomen van de ouders genoteerd: 65% van de ouders had een gemiddeld inkomen en 26% een bovengemiddeld inkomen.
Conclusie Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek naar de invloed en het leereffect van het evenement kan worden gesteld dat deelname aan de Kidsfabriek de kennis van zowel kinderen als ouders op het gebied van mondhygiëne vergroot. Beide studies laten zien dat zorgvuldig uitgevoerde programma’s van persoonlijke mondzorg een belangrijke rol kunnen spelen bij het verhogen van bewustzijn op het gebied van mondhygiëne. Meer onderzoek is nog nodig om een nog beter beeld te kunnen krijgen van de rol van publieke interventies.
Binnenkort wordt het Engelstalige abstract van de poster gepubliceerd in het Annual Clinical Journal of Dental Health.
De poster die in het klein afgebeeld staat, werd eerder getoond op het internationaal congres voor mondhygiënisten in Basel. Dit betrof het onderzoek onder ouders waarvan de kinderen deelnamen aan de Kidsfabriek 2015.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/12/poster-2.jpg232399anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-12-05 09:15:192016-12-05 10:21:10De Kidsfabriek tandenpoets-workshop: het onderzoek in een poster uiteengezet
Afgelopen week is de Britse mondzorgketen Oasis verkocht aan BUPA, een leidende specialist in gezondheidszorg in Engeland.
Oasis Dental Care De mondzorgketen is vrij groot, het heeft zo’n driehonderd praktijken verspreid over Engeland. Het hoofdkantoor is gevestigd in Bristol. Er zijn ruim 2.500 medewerkers werkzaam voor Oasis. De voorzitter van de keten is Lord Rose, de man achter de campagne om Engeland in de Europese Unie te houden. Voorafgaand aan de verkoop is de eigenaar samen met investeerders in gesprek geweest met adviseurs. De waarde van de keten wordt geschat op £500 miljoen.
BUPA De ‘British United Provident Association’ is ruim zestig jaar geleden opgericht in Engeland en is inmiddels uitgegroeid tot een internationale organisatie met vestigingen in ruim honderdnegentig landen. Het hoofdkantoor is gevestigd in London. Bupa staat bekend als een leidende zorgverzekeraar op verschillende zorggebieden. Verder is het bedrijf geprivatiseerd en zijn er ruim 84.000 medewerkers werkzaam voor de organisatie.
Verkoop Bupa was niet de enige geïnteresseerde. Geprivatiseerde bedrijven uit Zwitserland als Advent en Ares hebben ook meegeboden in de laatste rondes. Uiteindelijk heeft Bupa de biedingen gewonnen, dit betekent dat ze een van de grootste tandzorg aanbieders zullen worden in Engeland. Zelf zeiden ze er het volgende over: “Deze stap was een belangrijke mijlpaal in onze strategie om patiënten de beste kwaliteit tandzorg te kunnen bieden.”
De groei van grote ketens als Bupa betekent steeds vaker dat solo-praktijken en kleinere praktijken verdwijnen.
Bron:
Oasis Dental Care, Dentistry UK & Business Sale
Veel kinderen zijn bang voor de tandarts. Uit nieuw onderzoek blijkt dat neusspray een effectief kalmerend middel is voor kinderen met tandartsangst. Het onderzoek is gepubliceerd in Anesthesia Progress.
Sedatie Er wordt al veel onderzoek gedaan naar een veilig en effectief kalmerend middel voor kinderen met tandartsangst. Sedatie is meestal nodig omdat een kind erg bang of onrustig kan zijn tijdens een behandeling. Vaak is het moeilijk om de juiste dosering te bepalen.
Onderzoek In het huidig onderzoek hebben 118 Zuid-Afrikaanse kinderen in de leeftijdscategorie van vier tot zes jaar oud, een kalmerend middel gekregen voorgaand aan een tandextractie. Een neusspray werd gebruikt voor de toediening van Midazolam. De werkzame stof wordt snel via het neusslijmvlies in het bloed opgenomen. De kinderen kregen een dosis van 0,3 mg of 0,5 mg. Ook hebben de onderzoekers gemeten wanneer het middel was uitgewerkt.
Resultaten Uit de resultaten blijkt dat de neusspray een kalmerend effect heeft op alle kinderen. De kinderen met de hogere dosis ervoeren minder angst, en vertoonden meer coöperatief gedrag. Sommige kinderen hadden echter last van een branderig gevoel bij de toediening van het middel.
Conclusie De onderzoekers concluderen dat de neusspray effectief is voor het kalmeren van jonge patiënten gedurende korte behandelingen.
Als er na een endodontische behandeling onvoldoende tandmateriaal resteert, kan er gekozen voor het plaatsen van een stift. Wat zijn de eisen voor het plaatsen van een ‘endokroon’? Lees het protocol voor het plaatsen van stiften.
Stift Na het uitvoeren van een endontische behandeling moet er beoordeeld worden of de te verwachten hoeveelheid tandmateriaal die resteert na preparatie voldoende retentie en resistentie zal opleveren voor een indirecte restauratie. Wanneer er onvoldoende tandmateriaal aanwezig is, kan er gekozen voor het plaatsen van een stift. Een stift is vaker geïndiceerd bij incisieven en premolaren. Bij molaren kan er vaak al genoeg retentie gevonden worden in de pulpakamer en is een stift niet nodig.
Ferrule De aanwezigheid van een ferrule (kraag cervicale restdentine) zorgt ervoor dat de wortel te omvatten is voor een restauratie. Hierdoor neemt de prognose van het element toe en is de kans op breuk aanzienlijk minder.
Endokroon Wanneer er te weinig omvatting is, kan er gekozen worden voor een ‘endokroon’. Dit is een monolithische indirecte restauratie die met een adhesief aan de wanden van de pulpakmamer wordt gecementeerd. Bij deze behandeling moet aan de volgende eisen worden voldaan:
De hoogte is tenminste 4 millimeter vanaf de cervicale rand tot aan de distale kanaalingang.
De wanddikte van het restdentine is minimaal 2 millimeter.
Een preparatiehoek van 8-10 graden nadat de eventuele ondersnijdingen zijn uitgeblokt.
De beoogde kroonhoogte is minimaal 2 millimeter vanaf de cervicale rand van de preparatie.
Plastische opbouw Voorwaarde voor het kunnen vervaardigen van een plastische opbouw is dat er minstens 4 millimeter tandweefsel boven de glazuur-denine grens aanwezig moet zijn met minimaal één opstaande wand buccaal of linguaal.
Glasvezelstift De glasvezelstift heeft veel voordelen ten opzichte van een metalen stift. Metalen stiften zijn esthetisch minder fraai omdat ze tot verkleuring van de gingiva kunnen leiden of kunnen doorschemeren onder translucente restauraties. Ook treden er vaker wortelfracturen op bij metaalstiften in vergelijking met glasvezelstiften. Een ander voordeel van vezelstiften is dat de elasticiteit in de buurt ligt van dentine.
Protocol stift plaatsen Bij voorkeur wordt de stift direct na het uitvoeren van de endodontische behandeling geplaatst.
Indien nodig wordt het element voorbereid voor het plaatsen van de rubberdam. Dit kan door met flowable composiet de wanden op te bouwen.
Plaatsen rubberdam.
Uitvoeren wortelkanaalbehandeling.
Het bepalen en passen van de glasvezelstift voordat het kanaal wordt gevuld met guttapercha. Meestal is een dikte van 10 of 12 voldoende.
Kanaal vullen met guttapercha en guttapercha afbranden tot de gewenste lengte (lengte stift is ongeveer de dubbele lengte van de kroon).
Voordat de glasvezelstift geplaatst wordt, wordt er eerst geëtst en vervolgens primer en bonding aangebracht op het element.
Na het passen van de stift wordt er een kerfje geprepareerd ter plaatse van de gewenste lengte van de stift.
De stift en het element worden behandeld met ceramic bond (uitharden).
Het cement (DC Core) wordt aangebracht in het kanaal en de stift wordt geplaatst. Vervolgens mag het cement worden uitgehard.
De stift kan worden afgebroken bij het kerfje en het element kan worden opgebouwd met composiet.
Hierna kan de kroonpreparatie worden uitgevoerd.
Kasper Veenstra, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde, UMCG
Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Kasper Veenstra tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut.
Het periodiek mondonderzoek in de algemene praktijk biedt unieke kansen voor vroege opsporing van potentieel maligne afwijkingen van de mondholte. Voor het adequaat beoordelen van slijmvliesafwijkingen van de mond is kennis van de verschijningsvormen van de meest voorkomende entiteiten een voorwaarde. Verslag van de lezing tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.
Het periodiek mondonderzoek in de algemene praktijk biedt unieke kansen voor vroege opsporing van potentieel maligne afwijkingen van de mondholte. Voor het adequaat beoordelen van slijmvliesafwijkingen van de mond is kennis van de verschijningvormen van de meest voorkomende entiteiten een voorwaarde. Een verslag van de lezing van MKA-chirurg Johan van Ingen, tijdens het ANT-congres van Dental Studie Update.
Zorgvraag Het vroegtijdig opsporen en onderkennen van (potentieel) maligne afwijkingen van het mondslijmvlies is een haalbaar doel. Aangezien algemene practici het merendeel van hun patiënten regelmatig zien, bevinden zij zich in de perfecte positie om meer aandacht aan preventie te kunnen besteden. Dit is niet alleen fijn voor de patiënt, maar kan ook leiden tot kostenbesparingen in de zorg.
Om deze preventieve maatregelen te kunnen nemen, moet de algemene practicus zich bewust zijn op welke relevante symptomen deze moet letten, en van de te nemen vervolgstappen. Zowel in opleiding als in nascholing zijn er veel mogelijkheden voor tandartsen om hun kennis op dit gebied te vergroten.
Keuzes in de dagelijkse praktijk De focus in de lezing van Van Ingen lag voornamelijk op het expliciet maken van de keuzes waarvoor men in de dagelijkse praktijk komt te staan. De bevolking vergrijst en daarmee groeit multipathologie en het gebruik van medicijnen. Ook zal het aantal gevallen van orale manifestaties van systemische aandoeningen toenemen. Tandartsen moeten hierop in kunnen spelen. Dit is niet alleen van positieve invloed op de patiënt, maar ook op het algemeen belang. Een recent voorbeeld is het signaleren door tandartsen van kaakbotnecrose bij bifosfonaatgebruik, wat heeft geleid tot een herbezinning op het gebruik van bifosfonaten.
Door het verspreiden van deze signalen wordt het gezondheidsbewustzijn van de algemene bevolking groter en zullen meer patiënten hier vragen over gaan stellen. Veel patiënten zullen op internet veel schrikbeelden zijn tegengekomen en moeten daarom worden gerustgesteld, wat niet altijd even makkelijk is. Gefundeerde duidelijkheid is daarom zeer belangrijk. Om dit te kunnen faciliteren is het voor een tandarts van groot belang om goede kennis te hebben van de epidemiologie van orale ziektebeelden en van de meest voorkomende slijmvliesafwijkingen. Een doorverwijzing kan hierbij op zijn plaats zijn.
Doorverwijzing en controversie In sommige gevallen, afhankelijk van kennis en ervaring van de algemeen practicus, kan worden doorverwezen naar de MKA-chirurg voor verdere diagnostiek. Als een algemeen practicus voldoende zekerheid heeft vergaard over de diagnose van een orale slijmvliesaandoening door klinisch onderzoek, kan ook zelf therapie worden ingesteld. Deze therapie zal wel moeten worden gecontroleerd. Vandaag de dag ontstaat er steeds vaker controversie tussen patiënt en (tand)arts wat betreft het aanvaarden van de medische verantwoordelijkheid bij een behandelstrategie. Belangrijk hierbij is om genomen beslissingen goed en duidelijk op te nemen in het patiëntendossier.
Mogelijkheden met e-consult In de toekomst zal ook een e-consult kunnen worden aangeboden door MKA-chirurgen op effectievere en meer patiëntgerichte zorg te kunnen bieden. Denk hierbij aan het beoordelen van een digitale foto voor vaststellen van de indicatie voor een verwijzing.
Op sommige plaatsen wordt al gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Onderzoek is gaande over de betrouwbaarheid en uitvoerbaarheid van deze techniek. Ook wordt er nog gekeken naar hoe veiligheid van de informatie hierbij het best kan worden gewaarborgd, en ook naar hoe het financiële plaatje er in zo’n geval uit komt te zien.
Ideale verwijsbrief In het ideale geval bevat een verwijzing naar een MKA-chirurg alle belangrijke gegevens van een patiënt, die een tandarts tot zijn beschikking heeft. Van groot belang hierbij is de voorgeschiedenis van de casus zelf en de eerder uitgevoerde onderzoeken. Een terugrapportage zou vervolgens in het ideale geval een (voorlopige) diagnose moeten bevatten, naast informatie over wat er in de behandeling is gebeurd en eventuele adviezen voor controle of herverwijzing.
Diagnose Diagnostiek omvat het verzamelen van relevante gegevens over de aandoening van een patiënt door middel van anamnese, observatie en eventueel onderzoek. Bij het bestuderen van afwijkingen van orale slijmvliezen wordt over het algemeen voornamelijk naar grootte, kleur, ulceratie, locatie en induratie gekeken. Door deze te beschrijven kan worden gekeken of deze overeenkomen met een bekende entiteit, of dat er kan worden gesproken van een variatie. Bekende variaties zijn bijvoorbeeld fissuurtong, landkaarttong en morsicatio buccarum. Aanbevolen wordt om naast een beschrijving van de afwijking, ook een diagram te creëren met behulp van een digitale foto. Dit kan later worden gebruikt als referentie. Hierbij is het ook handig om de afmeting van een afwijking daadwerkelijk te meten.
Fissuurtong
Verschillende vormen afwijkingen Premaligne en maligne afwijkingen, met name leukoplakie en plaveiselcelcarcinomen, zijn met name te vinden bij de laterale tongrand, mondbodem en onderlip. Afwijkingen die zich op deze plekken vinden zijn bij voorbaat verdacht, ook al kunnen afwijkingen hier ook onschuldig zijn. Het omgekeerde geldt voor afwijkingen die gevonden worden op overige plekken in de mond. Dubbelzijdig voorkomende slijmvliesafwijkingen passen vaak bij reactieve en inflammatoire afwijkingen. Een bepaalde mix van aspecten brengt dan ook vaak een grotere kans op een maligne afwijking met zich mee.
Witte orale slijmvliesafwijkingen De meest voorkomende witte orale slijmvliesafwijkingen worden vaak onderverdeeld in neoplastische, inflammatoire en traumatische, of reactieve, afwijkingen. Bij een reactieve afwijkingen is het zeer belangrijk om een mogelijke oorzaak vast te stellen, en hoe deze kan worden verwijderd. Het bekendste voorbeeld hierbij is een traumatisch ulcus, veroorzaakt door een prothese of scherp gebitselement. Als de oorzaak is weggehaald zou binnen 10 tot 14 dagen verbetering moeten optreden.
Een ander voorbeeld van een inflammatoire afwijking is lichen planus van het mondslijmvlies. Dit verschijnsel komt relatief gezien vaak voor en kent verschillende verschijningsvormen. De oorzaak wordt doorgaans gezocht in een lymfocytaire reactie van het lichaam op een extern antigeen, wat vervolgens keratinisatie voortbrengt. Deze is makkelijk te herkennen door de reticulaire, obligaat dubbelzijdig voorkomende vorm en beloopt klinisch gezien over het algemeen gunstig.
Minder goed herkenbaar Andere inhomogene, erosieve vormen zijn vaak minder makkelijk te herkennen. Bij een enkelzijdige laesie kan er bijvoorbeeld orale lichenoïde laesie (oll) aanwezig zijn, wat leidt tot een groter raakvlak met leukoplakie. Bij oll is er regelmatig sprake van een link met een gerestaureerd gebitselement. Mochten er bij een onderzoek niet genoeg aanwijzingen zijn voor een bekende entiteit, dan wordt de kernvraag of er sprake is van een maligne of premaligne afwijking. Dit is waar het begrip leukoplakie een rol gaat spelen.
Leukoplakie Leukoplakie van het mondslijmvlies wordt gebruikt als begrip op het moment dat een klinische diagnose voor een overwegend witte, niet afschrapbare slijmvliesafwijking niet direct als andere witte, definieerbare afwijking van het slijmvlies kan worden herkend. Leukoplakie speelt een belangrijke rol in de discussie die speelt rondom premaligne orale slijmvliesafwijkingen. De kans dat leukoplakie overgaat in een plaveiselcelcarcinoom wordt geschat op 1 à 2 procent per jaar. Hieruit blijkt direct het belang van vroegopsporing van potentieel maligne slijmvliesaandoeningen – aangezien vroeg behandelde mondholtecarcinomen nog goede prognoses kennen. Leukoplakie manifesteert zich doorgaans als een niet afstrijkbare, witte verandering van het mondslijmvlies.
Leukoplakie van de tong
Homogeen en niet-homogeen Leukoplakie kan worden verdeeld in een homogene en een niet-homogene versie. Homogene leukoplakie wordt gezien als een overwegend witte, vlakke, gladde en egale afwijking, terwijl een niet-homogene leukoplakie als een onregelmatige en niet vlakke variant van een overwegend of deels witte en deels rode afwijking wordt gezien. Bij dit laatste geval kan ook worden gesproken van erytroleukoplakie. Niet-homogene leukoplakie kan milde klachten, als pijn en irritatie, met zich meebrengen en heeft een groter risico op maligne transformatie dan homogene leukoplakie.
Epitheeldysplasie Het is van groot belang om vast te stellen dat het gaat om een klinische diagnose. Als een overwegend witte mondslijmvliesafwijking klinisch niet kan worden gediagnosticeerd als bekende witte afwijking, is het noodzakelijk om een biopt te nemen. Hierbij wordt door een patholoog gekeken naar in hoeverre de opbouw van het epitheel is verstoord, wat dysplasie wordt genoemd. De graad van epitheeldysplasie kan worden verdeeld in gering, matig en ernstig, en geeft de mate van verandering aan in het epitheel in de richting van een plaveiselcelcarcinoom in ontwikkeling. Soms wordt een carcinoma in situ gezien bij histopathologisch onderzoek. Hierbij zijn alle kenmerken van een kwaadaardige slijmvliesafwijking aanwezig, maar zonder invasieve groei. Wat ook kan gebeuren, is dat bij histopathologie al een invasief plaveiselcelcarcinoom wordt gevonden.
Zelf biopten afnemen wordt afgeraden. Voornamelijk de keuze tussen de biopsiemethode en het afwegen van de resultaten van het te biopteren gebied met de patholoog kunnen complicaties opleveren. Daarnaast kunnen specifieke technieken, zoals immunofluorescentie, alleen plaatsvinden op niet in formaline gefixeerd materiaal.
Nabehandeling Door middel van de continuïteit tussen eventueel noodzakelijk extra onderzoek en verdere behandeling wordt een afname van het aantal overbodige onderzoekingen veroorzaakt en wordt het diagnosetraject verkort. Na een histopathologische diagnose bij leukoplakie moet dan ook worden overwogen of verwijdering mogelijk is door middel van excisie of laserbehandeling. In literatuur is echter helaas nog niet uitsluitend bewezen dat dit het risico op een maligne afwijking bij een patiënt verkleint.
Over het algemeen wordt na het elimineren van risicofactoren, zoals roken en alcohol, besloten tot nauwgezette periodieke controles. Dit kan ook in de algemene praktijk plaatsvinden.
Samenwerking algemeen practicus en MKA-chirurg
De conclusie die uit Van Ingens lezing kan worden getrokken is dat een goede samenwerking tussen de algemeen practicus en de MKA-chirurg essentieel is. Als de algemeen practicus een duidelijke vraagstelling doorspeelt in de verwijzing en de specialist uiteindelijk goed terugkoppelt naar de verwijzer, kan deze zijn of haar kennis vergroten. Deze leercurve is echter wel redelijk vlak. Een specialist komt namelijk veel vaker in aanraking met soortgelijke zaken en heeft vele jaren de tijd om een zekere klinische blik te ontwikkelen.
Van Ingen beveelt het algemene practici sterk aan om, om deze reden, duidelijke afspraken te maken met de MKA-chirurg met wie wordt samengewerkt. Een ‘pluis-/niet-pluisgevoel’ is iets wat vaak van pas komt binnen de huisartsgeneeskunde. Het is nou eenmaal niet haalbaar om bij elke afwijking verder te diagnosticeren en eventueel ook door te verwijzen. Een algemeen practicus heeft kennis en ervaring nodig om hier goed mee om te kunnen gaan. Zo kan een tandarts bij niet-pluisgevoel laagdremplig doorverwijzen naar een specialist.
Van Ingen is MKA chirurg in de ziekenhuizen Isala Zwolle en Bethesda Hoogeveen.
Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van het ANT-congres Dental Studie Update.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/10/mond-400.jpg230399anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-11-30 10:51:582016-12-05 12:14:19Mondpathologie in de mondzorgpraktijk
Het medische hulpprogramma Een Nieuw Begin helpt mensen die een dure medische ingreep nodig hebben. Zo ook Donnee, zij werd misleid tot een totaal nieuw gebit met alle gevolgen van dien, schrijft NRC.
NRC onderzocht of televisieprogramma’s die hulp bieden wel echt helpen. “Programma’s claimen te helpen, maar kandidaten blijven vaak berooid achter”, zegt NRC. De krant interviewde deelnemers van de programma’s Een Nieuw Begin, Geef mij nu je angst en Herrie in de Keuken/Herrie in het Hotel en sprak met twintig deelnemers.
Samenvatting van de ervaringen van een deelnemer aan Een Nieuw Begin over haar gebit, geplaatst in NRC.
Betere tanden
Aan het begin van de aflevering zien we dat de tanden van Donnee er zeer slecht aan toe zijn. Eten gaat haar moeilijk af waardoor ze erg dun is. Aangezien Donnee de kosten van een medische ingreep niet kan opbrengen ziet ze het programma als de ultieme kans. Ze wordt door de camera’s gevolgd naar CDC Tandzorg in Best. Deze tandkliniek staat bekend om tv-operaties en presenteert zich als angsttandarts met een specialisatie in narcosebehandelingen. Het is de directeur, die zelf geen tandarts is, die haar diagnose vaststelt na het maken van röntgen- en digitale foto’s. Zijn conclusie: een totaalextractie. Donnee wordt geopereerd en krijgt in haar bovenkaak een losse prothese en onderin een klikgebit. Daarnaast krijgt ze er ook nog een gratis borstvergroting bij.
Terugblik Drie jaar later blikt Donnee terug op de ingreep. Het gaat goed met haar maar dat heeft ze niet te danken aan het programma. Haar kunstgebit is allesbehalve beter dan haar voormalige gebit. Bij haar bovenlippen is de dikke rand van haar prothese zichtbaar maar dat is nog maar het begin. Ze moet haar gebit wel drie keer per dag opnieuw vastlijmen en kan niet normaal kauwen.
Donnee heeft meerdere keren contact gezocht met CDC om verhaal te halen, zij geven aan dat de eerste operatie een noodoplossing was. De kosten van een vervolgoperatie zijn voor haar eigen rekening. Volgens hen was er ook sprake van een ondertekend behandelplan, hier weet Donnee echter niets van. Wegens privacyredenen wil CDC deze papieren niet openbaar maken. Donnee is niet de enige die dit heeft meegemaakt, meerdere deelnemers kampen met half of slecht uitgevoerde behandelingen.
RTL zegt onderzoek naar hulp-tv toe RTL heeft staatssecretaris Sander Dekker (Media) beloofd uit te zoeken of deelnemers van hulpteleviesieprogramma’s zonder fatsoen zijn behandeld, meldt de Telegraaf.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/teleurgesteld.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-11-29 09:11:482016-11-29 09:12:46Medische hulpprogramma’s laten kandidaten vaak berooid achter
In 2015 zijn er 10.171 kinderen jonger dan 9 jaar naar de orthodontist geweest in België. Zij kregen allen een beugel. Dit blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Dit aantal betekent een stijging van 27 procent binnen vijf jaar.
Beugel kan eerder “Iedereen denkt dat een beugel pas moet als kinderen 13, 14 of 15 zijn, wanneer álle definitieve tanden zijn doorgebroken”, zegt Bart Vande Vannet, woordvoerder van de beroepsvereniging van orthodontisten en professor aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB ). “Maar eigenlijk kunnen we vóór de leeftijd van 9 jaar al heel veel doen.”
Kleuters Een beugel krijgen tijdens de kleutertijd wordt tevens aangeraden. “Zelfs op 4-jarige leeftijd is een beugel soms de aangewezen oplossing, ook al heeft het kind nog melktandjes.” Volgens specialisten kan een vroege ingreep veel ellende besparen op latere leeftijd.
Voordelen Daarnaast betekent een beugel vóór de leeftijd van 9 jaar een minder lange en dus goedkopere behandeling. Er moet echter nog veel gebeuren om meer jonge kinderen te bereiken.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/beugel-x.jpg228400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-11-29 09:00:272016-11-28 14:49:39Specialisten in België moedigen beugels op jonge leeftijd aan
Elektronische sigaretten zijn net zo slecht voor de gezondheid als een normale sigaret. Zo is gebleken uit nieuw onderzoek dat werd uitgevoerd aan het medisch centrum van de University of Rochester.
Ontstekingseiwitten
Tijdens het onderzoek werd 3D-tandvlees van een niet-roker blootgesteld aan de damp van elektronische sigaretten. Hierbij werd ontdekt dat ook hierbij de schade in de mond werd vergroot. Irfan Rahman, professor medische milieukunde, verklaart dat dit komt door de ontstekingseiwitten die vrijkomen bij blootstelling aan de damp. Deze ontstekingseiwitten kunnen stress veroorzaken in de cellen, wat tot meerdere mondziekten kan leiden. Daarnaast bevatten e-sigaretten ook gewoon nicotine.
Risico op schade
De grootte van de schade aan het tandvlees en in de mondholte hangt af van de frequentie waarmee de e-sigaret wordt gebruikt, aldus Rahman, een van de mede-onderzoekers. Volgens hem zijn de e-sigaretten zo populair omdat deze worden gezien als een gezond alternatief voor de normale sigaret. Dit is dus echter niet per sé het geval.
Openbaar bekend
Het zou goed zijn als het publiekelijk bekender wordt gemaakt door de fabrikanten dat er chemische stoffen zijn verwerkt in e-sigaretten. Op deze manier zouden de consumenten beter zijn ingelicht over de eventuele gevaren die het roken hiervan met zich meebrengt. In 2015 werd al gewaarschuwd voor de dampen van e-sigaretten door het RIVM.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/e-cigarette-.jpg232400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-11-28 11:33:502016-11-28 11:33:50E-sigaret net zo ongezond als normale sigaret
Ouders worden in het Verenigd Koninkrijk geadviseerd geen in de Verenigde Staten gemaakte homeopathische producten voor mondzorgbehandeling bij kinderen te gebruiken. Dit gebeurde na beweringen dat deze middelen de dood van 10 kinderen hebben veroorzaakt in de VS.
Waarschuwing
Britse ambtenaren van de gezondheidsdienst geven de waarschuwing nadat uit een Amerikaans onderzoek ook een verband naar voren is gekomen tussen gebruik van de tabletten en gels en epileptische aanvallen en andere reacties bij jongeren.
Symptomen Symptomen kunnen bestaan uit ademhalingsproblemen, lethargie, overmatige slaperigheid, spierzwakte, blozende huid, constipatie en moeilijk urineren.
Doden De Amerikaanse Food and Drug Administration beweerde eerder zelfs dat het innemen van deze middelen heeft geleid tot 10 doden.
Niet te vertrouwen De Britse Medicines and Healthcare products Regulatory Agency (MHRA) noemt vrijwel geen namen wanneer het gaat om welke fabrikanten niet te vertrouwen zijn. Het gaat hier echter om producten die niet zijn goedgekeurd voor gebruik in het Verenigd koninkrijk en om de producten die onbekend en niet beschikbaar zijn op officiële verkooppunten.
Producten ingetrokken In de Verenigde Staten zijn wel acht producten ingetrokken. Hier vallen producten van Hyland’s en Orajel Naturals onder.
Online geadverteerd Dr. Siu Ping Lam, directeur licenties van de MHRA, zei dat deze producten zonder vergunning vaak via advertenties worden aangeboden op internet.
Hulp campagne Om de verkoop van dit soort producten te remmen zegt Dr. Ping Lam onlangs een campagne te hebben gelanceerd om hulp te bieden bij het kopen van online geneesmiddelen.
Tabletten bij pijn doorkomende tanden Er is bezorgdheid geuit rondom het gebruik van tabletten die helpen bij doorkomende tanden. Zo zouden ze giftige bestandsdelen bevatten. Het MHRA stelt echter dat homeopathische producten onder licentie in het Verenigd Koninkrijk deze giftige bestanddelen niet bevatten.
Zelfzorg maatregelen De National Institute for Clinical Excellence (NICE) heeft tips gegeven voor het verzachten van pijn bij doorkomende tanden bij kinderen. In plaats van het gebruik van producten beveelt de NICE zelfzorg maatregelen aan, zoals het zacht wrijven over het tandvlees en het toestaan van het kind om te bijten op een schoon en koel object.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/pillen.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-11-27 16:16:542017-06-27 16:18:39Geen gebruik homeopatische producten voor mondzorg kinderen in VS
De British Orthodontic Society (BOS) heeft patiënten gewaarschuwd voor de gevaren omtrent het gebruiken van doe-het-zelf beugels. Er zijn Britse websites gevonden die deze beugels online aanbieden; in Nederland zijn ze nog niet te vinden. Deze waarschuwing werd verspreid na de vondst van deze websites.
Selfie De websites beoordelen aan de hand van een selfie van het gebit van de consument of dit geschikt is voor gebruik van de doe-het-zelf beugel.
Permanente schade Volgens Richard George, de directeur van externe relaties bij de BOS, kan het kopen van deze artikelen zonder voorafgaand klinisch onderzoek leiden tot serieuze en permanente schade. De selfies kunnen het level van zorg en deskundigheid van professionals nooit halen.
Geen bescherming Patiënten moeten weten dat deze websites geen bescherming bieden aan kopers. Er is namelijk geen regulatie voor websites die worden geleid door non-tandartsen of buitenlandse bedrijven.
Grotere risico’s De kosten van deze doe-het-zelf behandeling mogen dan lager zijn, de gezondheidsrisico’s zijn groter.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/beugel.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-11-24 12:07:232016-11-24 09:08:52Waarschuwing in VK voor gebruik doe-het-zelf beugels
Op 11 november presenteerde Caroline van Houtem haar onderzoek van tandarts-angstbegeleiding, waarmee zij promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek bestudeert mensen met een extreme tandartsangst.
Bang voor de tandarts
Heel veel mensen zijn bang voor de tandarts, vanwege een heel scala aan redenen – van een vervelende tandarts tot veel pijn bij een behandeling. In sommige gevallen kan deze angst zo hoog oplopen dat mensen al meer dan zestig jaar niet naar de tandarts zijn geweest en de pijn in hun kiezen stillen met pijnstillers of drank. Dit leidt uiteraard tot negatieve gevolgen voor zowel de gezondheid en levenskwaliteit, als voor sociale contacten.
Proefschrift
In haar proefschrift ontdekte Van Houtem dat een beschrijving van een vervelende tandartsherinnering vaak samenhangt met hoe angstig een persoon is. Hoe vervelender de herinnering, hoe sterker de angst.
Nieuwe behandeling met extreme angst
In een ander onderzoek onderzocht Van Houtem hoe cliënten met een extreme angst een nieuwe behandeling ervaren, waarvoor ze 46 angstige en 66 niet-angstige patiënten bestudeerde. Deze ondergingen een invasieve behandeling, zoals het trekken van een kies. Na de behandeling bleek dat de angstige patiënten gemiddeld de behandeling negatiever ervoeren dan de niet-angstige patiënten, maar ook dat ze twee weken na de behandeling zelfs nóg negatiever terugkeken op de ervaring. Ook dit was bij de niet-angstige patiënten niet het geval.
Vicieuze cirkel
Dit zou kunnen worden verklaard door het geheel te zien als een vicieuze cirkel. ‘Elke keer als je een herinnering ophaalt, is het geheugenspoor aan verandering onderhevig. Wanneer iemand met tandartsangst in de stoel ligt, triggert die omgeving de oorspronkelijke nare herinnering. Dat roept een stressrespons op. Die reactie beïnvloedt vervolgens weer hoe de huidige ervaring wordt opgeslagen, waardoor ook die een nare lading krijgt, die een stressrespons oproept wanneer je er in de weken na afloop aan terugdenkt en zo wordt de herinnering steeds negatiever’, aldus Van Houtem.
Doorbreek de cirkel
Als conclusie pleit Van Houtem voor het opzetten van een traumabehandeling voor de eerste negatieve herinnering, om zo de negatieve cirkel te kunnen doorbreken. `Nu richten we ons meestal primair op angstbehandeling, maar ik denk dat je die pas effectief kunt doen als je de eerste nare herinnering aanpakt. Anders is het dweilen met de kraan open’, zegt Van Houtem.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/angst.jpg233400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-11-24 09:06:342016-11-24 09:06:34Tandartsangst hangt samen met vervelende tandartsherinnering
43% van de Nederlanders weet niet dat het eigen risico niet van toepassing is op tandzorg voor kinderen. Dit blijkt uit de voorlopige resultaten van het Nationaal Zorgonderzoek, dat onlangs is uitgevoerd onder 1584 respondenten door het Zorgverzekering Informatie Centrum (Z.I.C.).
Tandheelkunde onder de 18 jaar Voor tandheelkundige zorg bij kinderen onder de 18 jaar hoeft men doorgaans geen eigen risico te betalen. Deze zorg is, met uitzondering van beugel/orthodontie en kroon- en brugwerk, volledig gedekt in de basiszorgverzekering. Uit het Nationaal Zorgonderzoek is echter gebleken dat ruim twee op de vijf Nederlanders (43%) hier niet van op de hoogte is.
Gebrek aan verzekeringskennis heeft effect op tandartsbezoek De resultaten van het Nationaal Zorgonderzoek vertonen sterke overeenkomsten met recente rapporten over tandzorg voor kinderen. Het Zorginstituut Nederland heeft onlangs het ‘Signalement mondzorg 2016’ samengesteld, waarin wordt bevestigd dat het gebrek aan verzekeringskennis een serieus effect kan hebben op een tandartsbezoek.
Met name ouders uit een lage(re) sociaaleconomische klasse stellen een tandartscontrole (9%) of behandeling (12%) voor hun kind uit. Dit gebeurt vaak uit angst voor te verwachten kosten. Deze ouders zijn minder vaak op de hoogte van het feit dat de behandelingen volledig onder de basisverzekering vallen en gewoon worden vergoed.
Betere voorlichting noodzakelijk De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), de beroepsvereniging van tandartsen, pleit voor betere voorlichting: “Wij vinden het zorgelijk dat 2 op de 5 respondenten in het Nationaal Zorgonderzoek niet weet dat mondzorg voor kinderen niet onder het eigen risico valt. We vragen daarom onder andere consultatiebureaus en zorgverzekeraars daar meer bekendheid aan te geven. Zij bereiken immers die ouders en kinderen die nu niet naar de tandarts gaan. De bij de KNMT aangesloten tandartsen zullen de komende periode ook zelf hun patiënten extra over mondzorg en de zorgverzekering gaan inlichten”.
Kennis over het eigen risico Het schort veel Nederlanders aan kennis over het eigen risico. 88% van de respondenten heeft aangegeven precies te weten wat het eigen risico inhoudt. Toch weet ruim 62% van deze groep respondenten niet bij welke vormen van zorg het eigen risico van toepassing is. Vooral bij tandzorg voor kinderen is dit percentage opmerkelijk hoog.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/geld-1.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-11-22 12:02:412016-11-22 12:02:41Beperkte kennis over eigen risico mondzorg kinderen
In een artikel in de Telegraaf wordt gesteld dat “Nederland toe is aan een bevolkingsonderzoek over het tandvlees”. Volgens de krant zeggen tandartsen en mondhygiënisten dit, ondersteund door de NVvP (Nederlandse Vereniging voor Parodontologie).
Een op de tien
“De groep patiënten met parodontitis neemt sinds enige jaren sterk toe. Naar schatting één op de tien Nederlanders heeft ernstige parodontitis”, zegt tandarts-implantoloog, drs. Peter van der Schoor in het artikel.
NVvP-bestuurslid prof. dr. Fridus van der Weijden – hoogleraar Preventie en Therapie van Parodontale Infectie aan de ACTA is voorstander van een dergelijk bevolkingsonderzoek: “Het is belangrijk dat de gezondheidstoestand van het tandvlees van alle Nederlanders in kaart wordt gebracht.”
Speekseltest
Volgens Van der Weijden is een DPSI-meting met een pocketsonde eigenlijk te laat. “Je zou een ontstekingsproces eerder willen kunnen vaststellen.” Van der Schoor is daarom voorstander van het gebruik van een speekseltest (aMMP8-test) waarmee volgens hem binnen 5-10 minuten kan worden aangetoond of er sprake is van parodontitis. De tandarts testte dit al onder zijn eigen patiënten. De NVvP wil volgens de Telegraaf nadere bestudering van deze test.
Verband algehele gezondheid
De vele verbanden tussen mondgezondheid en de algehele gezondheid worden in het artikel ook belicht. “Vanuit het het oogpunt van preventie is een landelijke tandvleesscreening dan ook belangrijk. Velen halen toch ook elk jaar een griepprik om hun afweer op peil te versterken?”, zeggen Van der Weijden en Van der Schoor.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/onderzoek.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-11-21 11:53:352020-11-10 11:57:30'Nederland is toe aan bevolkingsonderzoek tandvlees'
Weigeraars de deur wijzen en de parodontitis behandelingsovereenkomst beëindigen kent voor de tandarts vele juridische risico’s. Hoogste tijd voor een non-compliance protocol? Wat te doen met weigeraars van parotherapie?
Patiënt is opdrachtgever
De tandarts is opdrachtnemer. Een patiënt is niet verplicht een behandeling te ondergaan, zelfs als deze medisch gezien noodzakelijk is. Alleen met toestemming zal de behandeling worden uitgevoerd. De behandelaar moet er wel van overtuigd zijn dat de patiënt de gevolgen van de beslissing overziet om af te wijken van het behandeladvies. De patiënt is zelf verantwoordelijk voor de beslissing en kan de behandelaar niet op de mogelijk negatieve gevolgen aanspreken. Dat kan alleen als de behandelaar geen goede informatie heeft gegeven.
Informed consent
De hulpverlener licht de patiënt op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk in over het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling en over de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, de behandeling en de gezondheidstoestand van de patiënt.
Vertel alternatieven, bespreek complicaties en de gevolgen van niet behandelen. En noteer dit ook in het dossier. Met enkel een verbaal informed consent gaat u te kort door de bocht.
Niet opgeschreven is niet gezegd
Leg vast in het dossier wat er is besproken. Als de tandarts parodontitis niet behandelt en niets noteert in de behandelkaart wordt dat supervised neglect genoemd. Controleer of de patiënt het heeft begrepen. Stuur een samenvatting van het besproken behandelplan en begroting van de behandeling met als tekst: ‘’Als u akkoord bent, kunt u de volgende afspraken maken’’. “Als u iets niet begrepen hebt, laat het ons weten, we leggen het graag nog eens uit (C28)”. Zo kan een patiënt toestemming voor de behandeling geven.
Exit module
Wanneer een tandarts eenzijdig de behandelrelatie wil beëindigen, kan dit alleen wanneer hiervoor gewichtige redenen aangevoerd kunnen worden. Wat door tuchtcolleges als gewichtige reden wordt geaccepteerd, hangt af van de omstandigheden van het geval. Belangrijk is een dossier op te bouwen. Waarschuw eerst, geef feedback, informeer de patiënt over maatregelen en geef kansen om het gedrag te veranderen. En last but not least: blijf beschikbaar voor noodsituaties.
Patiënt is verantwoordelijk voor eigen gebit
‘’Een schone frisse mond, is niet te koop en niet te krijgen. Het is ieders verantwoordelijkheid’’
Bart Admiraal eindigde de presentatie met een pakkend voorbeeld van direct marketing. Een niet al te frisse foto van het gebit van de patiënt – dat nog maar nauwelijks te herkennen was onder de paars gekleurde plaque – werd naar de patiënt gestuurd met de vraag: ‘’en al gepoetst vandaag?’’. Je moet er wat voor over hebben om je patiënten te motiveren! Passie blijkt het beste paropreventicum en zelfmotivatie is essentieel.
Mr. Bart Admiraal is tandarts sinds 1974. Het krantenbericht in dat jaar ‘Patiënt moet meer rechten krijgen’ was geen reden om de kop in het zand te steken, maar de trigger voor een rechtenstudie. Van 1976-2003 was hij Universitair medewerker Utrecht en gastdocent gezondheidsrecht aan ACTA. Gevestigd als tandarts te Hilversum, afgewisseld met ‘JURISPREVENTIE’, een dentaal juridische adviespraktijk met vele tientallen cursussen en voordrachten, praktische adviezen op het raakvlak tandarts/gezondheidsrecht en letselschade- en klachtzaken.
Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van mr. Bart Admiraal tijdens het congres PARO van Bureau Kalker.
In 2015 heeft de inspectie voor de gezondheidszorg eenentwintig boetes uitgedeeld aan mensen die zich ten onrechte uit gaven als zorgverlener. Van de eenentwintig boetes zijn er vijf uitgedeeld aan misbruikers van de tandarts-titel.
BIG-register Een specialisme als tandarts of kaakchirurg mag uiteraard enkel worden gebruikt als dit ook zo is opgenomen in het BIG-register. Het komt weleens voor dat de indruk gewekt wordt deskundig te zijn terwijl er geen sprake is van een registratie in het BIG-register. Misbruik hiervan weegt zwaar gezien patiënten rekenen op gekwalificeerde zorg. Wanneer de inspectie na onderzoek vaststelt dat de titel onjuist wordt gebruikt wordt er een boete opgelegd. Als dit meerdere keren voorkomt kan de persoon ook strafrechtelijk vervolgd worden.
Daarnaast is er ook sprake van titelmisbruik als een tandheelkundig student zich al tandarts noemt terwijl hij nog in opleiding is. Het komt vaak voor dat deze studenten al in een praktijk gaan werken voor ze hun diploma hebben behaald. Verder kwam er uit de inspectie van 2015 naar voren dat een persoon al eerder uit zijn beroep was gezet maar desondanks toch weer door werkte als tandarts. Verder werd er ook door een van de misbruikers de titel kaakchirurg gebruikt. De openbaarmaking van deze boetes en hun aard is voor het eerst, dit komt door een wijziging van de Gezondheidswet.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/misbruik.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-11-21 10:49:192016-11-21 10:47:34Misbruik tandarts-titel: vijf boetes van IGZ
Nieuw onderzoek toont aan dat het regelmatig bezoeken van de tandarts de kans op longontsteking verlaagt.
Onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in Amerika. Jaarlijks worden een miljoen Amerikanen getroffen door longontsteking, waarvan het voor vijftigduizend daarvan fataal wordt. Veel longontstekingen zijn het resultaat van afscheiding uit de mond die in de luchtwegen terecht komt. Om hier meer duidelijk over te krijgen bestudeerden de onderzoekers meer dan zesentwintigduizend patiëntgegevens, de data was afkomstig van het ‘Medical Expenditure Panel Survey 2013’. De onderzoekers keken naar verschillende variabelen waaronder; of de patiënt verzekerd was, of ze op controle waren geweest en of ze voor longontsteking behandeld waren.
Resultaten Uit de resultaten bleek dat het regelmatig bezoeken van de tandarts een verlaagde kans op longontsteking betekent, wat in lijn is met andere onderzoeken die aantonen dat goede gebitsgezondheid van beschermende werking is op de algehele gezondheid. Van de bestudeerde patiënten waren vierhonderdvijftig gediagnostiseerd met longontsteking. De onderzoekers vonden een significante associatie voor deze mensen met een gebrek aan tandartsverzekering en het onvermogen toegang te krijgen tot de benodigde zorg. Daarnaast concludeerden ze dat het hebben van een tandartsverzekering geen directe invloed heeft op het hebben van een risico op longontsteking.
Limitaties De onderzoekers rapporteerde enkele limitaties van het onderzoek. Er was maar een klein deel van de patiënten dat gediagnostiseerd was met longontsteking die ook in het bezit was van een tandartsverzekering. Verder was het bezoeken van de tandarts voor veel patiënten niet gelimiteerd tot goede of slechte gebitsgezondheid.
De fluorescerende eigenschappen van tandplaque kunnen volgens Catherine Volgenant van het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam een indicator zijn voor mondziekten.
Proefschrift Op 30 september verdedigde Volgenant haar promotieonderzoek bij de Universiteit van Amsterdam. Voor haar onderzoek onderzocht ze het speeksel van verschillende donoren. Verder fotografeerde ze ook het gebit van de donoren met een fototoestel dat de fluorescerende tandplaque zichtbaar maakt. Tandplaque krijgt hiermee een rode fluorescerende kleur die volgens Volgenant duidt op de aanwezigheid van een microbieel ecosysteem dat tot mondziekten als cariës en gingivitis kan leiden. De samenstelling, ouderdom en voedselbeschikbaarheid zijn factoren die de mate van fluorescentie bepalen. Uit haar onderzoek bleek dat in de meeste gevallen de metingen overeenkwamen met de daadwerkelijke aanwezigheid van tandvleesontstekingen. Echter is er meer klinisch onderzoek nodig om de klinische toepasbaarheid in kaart te brengen.
Professor Robert Hill heeft de eerste resultaten gepresenteerd van zijn nieuwe vulmateriaal voor het effectiever behandelen van cariës en het tegengaan van secundaire cariës.
Hij publiceerde de uitkomsten van zijn onderzoek een aantal weken geleden en sprak hierover in een persvoorlichting. Professor Robert Hill is voorzitter van de natuurwetenschappen aan het Instituut van Tandheelkunde van de Queen Mary Universiteit in London en onderzoeksdirecteur bij BioMin technologieën.
Uitkomsten onderzoek De uitkomsten van het onderzoek zouden het mogelijk moeten maken om het gebruik van amalgaamvullingen te verminderen en de levensduur van composietvullingen te verlengen. De nieuwe vullingen zijn gemaakt op basis van bioactief glas en hebben de eigenschap om fluoride, calcium en fosfaat af te geven waardoor het tandmineraal wordt gevormd en herstelt.
Volgens Professor Hill is deze interactieve functie van de vulling met het lichaam de oplossing voor tandbederf. De vullingen werden getest door wetenschappers en tandartsen aan de Queen Mary Universiteit. Zij merkten dat de vullingen bijdroegen aan het herstel van mineralen maar ook aan het afstoten van bacteriën. Daarnaast draagt het ook bij aan het vertragen van secundair tandbederf.
Langer
Onderzoek uit Amerika heeft al eerder aangetoond dat deze vullingen langer mee gaan dan andere vullingen. Richard Whatley, CEO van BioMin Technologieën, sprak ook over de uitkomsten van het onderzoek. Volgens hem zijn deze nieuwe vullingen een goede bijdrage aan het elimineren van amalgaam vullingen, wat volgens internationale afspraken in 2020 gebeurd moet zijn. Richard en Hill zijn dan ook van plan om de technieken verder door te ontwikkelen en een aantal tandherstellende producten op de markt te brengen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/10/tanden-400-1.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-11-18 11:00:362018-02-20 11:15:06Nieuw soort vulling als oplossing voor cariës
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.