ouderentandarts

Nieuwe aanpak om mondgezondheid ouderen te verbeteren

Er is een nieuwe multidisciplinaire aanpak om de mondgezondheid van kwetsbare ouderen te verbeteren. In de nieuwe aanpak – ontwikkeld in het project De Mond Niet Vergeten! – werken thuiszorgteams, huisartspraktijken, tandartsen en andere mondzorgverleners samen aan de mondgezondheid van ouderen. Dat is hard nodig want op dit moment heeft 80% van de ouderen een matige tot slechte mondgezondheid als zij worden opgenomen in een verpleeghuis.

Gevolgen
Claar Wierink, projectteamlid en tandarts-geriatrie: ‘De gevolgen van een slechte mondgezondheid zijn ernstig, zeker voor kwetsbare ouderen. Dat is over het algemeen nog te weinig bekend. Naast pijn, kauw- en slikproblemen en infecties in de mond, kan een slechte mondzorg ernstige gevolgen hebben voor de algehele gezondheid en het welzijn. Ondervoeding bijvoorbeeld, maar ook longontsteking, hart- en vaatziekten en een slecht instelbare bloedsuikerspiegel bij diabetes. Een slecht verzorgd gebit kan bovendien problemen geven in het sociale contact.’

In de pilot van het project De Mond Niet Vergeten! werd het afgelopen jaar in drie regio’s (Amsterdam Noord, Rotterdam Vreewijk, Hardenberg) bij 192 kwetsbare thuiswonende ouderen de mondgezondheid gescreend. Hierbij werd gekeken of zij problemen in de mond hebben en of zij problemen ondervinden met de eigen gebits- en mondverzorging en het bezoek aan de mondzorgpraktijk.

Problemen met mondzelfzorg
Wierink: ‘Bij bijna een van de vijf ouderen (18%) in deze pilot werden problemen met de mondzelfzorg gezien. Zij hadden hulp nodig bij de dagelijkse mondverzorging. Ruim twee van de vijf (41%) hadden klachten waar een mondzorgprofessional bij nodig is; niet goed kunnen kauwen, het niet dragen of loszitten van het kunstgebit en een droge mond waren de belangrijkste klachten. Toch is tandartsbezoek niet vanzelfsprekend; bijna zeven van de tien (68 %) hadden het tandartsbezoek te lang over geslagen.’

Implementatiepakket
Op basis van de uitkomsten van de pilot is nu een implementatiepakket samengesteld waarmee zorgverleners zelfstandig aan de slag kunnen.

Het implementatiepakket van De Mond Niet Vergeten! is te vinden op www.demondnietvergeten.nl en bestaat uit:

  • Online scholingsmateriaal en instructiefilms voor professionals, maar ook voor ouderen zelf en hun mantelzorgers
  • Screenings- en verwijsinstrument
  • Het Poetsboek, over alles wat nodig is voor een gezonde mond
  • Publieksfolder en wachtkamerposter
  • Draaiboek voor implementatie en samenwerking in de eerste lijn informatie over mondgezondheid.
Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
practice pink

Henry Schein steunt opnieuw KiKa

In oktober lanceert Henry Schein Practice Pink, zijn jaarlijks terugkerende
marketingprogramma gekoppeld aan goede doelen. Via dit programma worden klanten in de gelegenheid gesteld roze producten te kopen, variërend van zorgproducten en producten voor de praktijk tot kleding.

Gedurende de hele maand zal een deel van de opbrengst uit de verkoop van deze producten worden gedoneerd aan KiKa (Stichting Kinderen Kankervrij) om de strijd tegen kanker te steunen. KiKa heeft als doel, het werven van fondsen voor vernieuwend onderzoek en andere activiteiten op het gebied van kinderkanker, gericht op minder pijn en strijd, meer genezing en een hogere kwaliteit van leven op latere leeftijd. Daarnaast richt KiKa zich op het geven van voorlichting. *) Een overzicht van de verkrijgbare Practice Pink-producten en informatie over de manier waarop dit initiatief kan worden gesteund zijn te vinden op www.henryschein.nl.

Sinds 2005
Henry Schein introduceerde het programma in 2005 in de Verenigde Staten, waarbij de nadruk lag aanvankelijk op borstkanker. In de loop van de jaren is het programma uitgebreid naar de bestrijding van meer vormen van kanker, waaronder kinder- en mondkanker. Sinds de oprichting is meer dan USD 1,1 miljoen ingezameld ter ondersteuning van verschillende initiatieven en programma’s om de toegang tot gezondheidszorg, preventie en onderwijs voor kankerpatiënten te verbeteren.

Positieve bijdrage leveren
“Het vervult Henry Schein met trots dit belangrijke programma ook in geheel Europa te implementeren. In 2015 maakte het Federale Bureau voor de Statistiek van Duitsland bekend dat kanker de op een na meest voorkomende doodsoorzaak is in het land, na hart- en vaatziekten. Het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie van 2014 gaf aan dat in 2012 in Europa 3,4 miljoen nieuwe gevallen van kanker waren vastgesteld. We hopen dat we mede door de gulheid van onze klanten, leveranciers en leden van Team Schein een positieve bijdrage kunnen leveren aan het leven van talloze patiënten en hun familie,” aldus Simon Gambold, Vice President Marketing European Dental Group van Henry Schein.

Henry Schein Cares
Practice Pink maakt deel uit van Henry Schein Cares, het wereldwijde
programma voor maatschappelijk ondernemen van Henry Schein. Henry Schein Cares beoogt de toegang tot de zorg voor minderbedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van drie focusgebieden: gezondheid, preventie, behandeling en onderwijs; voorbereiding op noodgevallen en noodhulp; en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg. Een belangrijk deel van dit werk bestaat uit het bieden van steun aan kankerpatiënten en hun familie.

*) Bron: KiKa

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Stopknop

Stopknop bij Nijmeegse tandarts

Angstige patiënten zijn goed op hun plaats bij de Nijmeegse tandarts Patrick Vadasz. Op zijn stopstoel is sinds een aantal maanden stopknop te vinden. Patiënten kunnen hierop drukken op het moment dat het hen wat teveel wordt.

Verminderen van angst
Patrick verzon dat het hebben van een stopknop bij veel patiënten hun angst zou kunnen verminderen, omdat zij op deze manier meer controle hebben over de behandeling. Patrick: “Ik wilde eigenlijk zo’n hele grote rode knop, maar het is een saaie garagedeurschakelaar geworden.” De knop is sinds zijn onthulling, drie maanden geleden, al een aantal keer gebruikt.

Uitgeschakeld
Op het moment dat er op de knop wordt gedrukt worden alle apparaten direct uitgeschakeld en gaat Patrick even het gesprek aan met de patiënt. De reden voor het drukken wordt achterhaald. “Dat vinden ze echt fijn, dat ik die tijd neem. Maar van de meeste patiënten hoor ik dat ze al rustiger worden omdat ze weten dat ze op de knop kunnen drukken als ze dat willen.”

Bron: RTL nieuws

 

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Selfie-video tandenpoetsen kan mondhygiëne verbeteren

Selfie-video tandenpoetsen kan mondhygiëne verbeteren

Nieuw onderzoek heeft aangetoond dat video-opnames van het tandenpoetsen kunnen bijdragen aan een betere mondgezondheid. Het onderzoek is gepubliceerd in de Indian Journal of Dental Research.

Onderzoek

Voor het onderzoek hebben deelnemers twee weken lang ‘selfie-video’s’ tijdens het tandenpoetsen gemaakt met behulp van een smartphone. De onderzoekers hebben de video’s geanalyseerd en zagen een toename in de nauwkeurigheid van de poetsbewegingen een een algehele verbetering van 8% van de tandenpoetstechniek.

Feedback

‘Vaak wordt tandenpoetsen verkeerd aangeleerd,’ zegt Lance Vernon, co-auteur van het onderzoek. ‘Het kost een hoop tijd en energie om het aangeleerde gedrag te veranderen. Het huidig onderzoek suggereert dat met behulp van selfies, mensen makkelijker en sneller feedback kunnen ontvangen van een tandheelkundige professional om hun poetstechniek te verbeteren’.

mHealth

Selfies worden steeds vaker gebruikt om progressie van ziekten en de effectiviteit van de behandeling te evalueren. Deze nieuwe manier van het verzamelen van gegevens staat bekend als mobiele gezondheidszorg, of ‘mHealth’. ‘Het is een begin van een mHealth strategie om nieuwe gewoonten te creëren, waardoor tandartsen en patiënten zich meer kunnen richten op preventie. Tandheelkunde selfies en andere ‘mHealth’ strategieën kunnen belangrijk worden voor de preventie en diagnose in de toekomst.’

Bronnen:
Indian Journal of Dental Research
dental.case.edu

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Nieuwe behandeling zou parodontale ziekteverwekkers volledig kunnen uitroeien

Nieuwe behandeling zou parodontale ziekteverwekkers kunnen uitroeien

Een microbiologische laserbehandeling zou parodontale ziekteverwekkers volledig kunnen uitroeien. Dit blijkt uit onderzoek, gepubliceerd in de European Journal of Clinical Microbiology and Infectious Diseases.

Parodontitis
Parodontitis is een complexe, multifactoriële ziekte en chronische aandoening van de steunweefsels van de gebitselementen dat leidt tot ontsteking en afbraak van bindweefsel en kaakbot.

Perioblast
Volgens de onderzoekers zou de nieuwe methode, genaamd Perioblast, de pathogenen effectief kunnen verwijderen, waardoor tandextractie of chirurgische ingrepen niet meer nodig zijn. De laser verwijdert selectief  geïnfecteerde weefsels waardoor de paradontale bacteriën worden vernietigd, zonder schade toe te brengen aan andere weefsels. De laserbehandeling zou ook werken bij een agressieve vorm van parodontitis.

Resultaten
2683 patiënten hebben de behandeling ondergaan. Uit de resultaten blijkt dat bij 100% van de patiënten de mondgezondheid significant verbeterd was.

Bron:
readbyqxmd.com

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Mini-symposium taakherschikking door ANT en KNMT

Compilatie van mini-symposium taakherschikking

Op woensdag 7 september organiseerde de ANT samen met de KNMT een mini-symposium over de door de minister van VWS voorgenomen taakherschikking in de mondzorg.
Bekijk de compilatie van het mini-symposium.

Doel van het symposium was om vast te stellen wat het verschil is tussen taakherschikking en taakdelegatie en wat de consequenties van een eventuele wetswijziging kunnen zijn. Aanwezig waren vertegenwoordigers van de: VVD, SP, NZa, IGZ, Zorgverzekeraars Nederland, Patiëntenfederatie Nederland en de Consumentenbond.

Gastsprekers waren:
Dr. E. Berkhout – Voorzitter sectie Orale Radiologie ACTA
R. Bos – Secretaris Ivoren Kruis
Dr. W. Brands – Voorzitter KNMT
Dr. D. Slot – Epidemioloog en mondhygiënist, universitair docent afdeling Radiologie ACTA
M. van Splunter – Voorzitter NVM
J.W. Vaartjes – Voorzitter ANT
N. Vos – Tandarts, oud lid werkgroep mondzorg van het Capaciteitsorgaan

Bron: YouTube, ANT

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z, Video
Tandpasta met hoog fluoridegehalte kan witte plekken op tanden voorkomen

Tandpasta met hoog fluoridegehalte kan witte plekken op tanden voorkomen

Vele studies hebben aangetoond dat bij 85 procent van de mensen die een beugel draagt, witte vlekken ontstaan om de brackets door de tandplak die op de tanden blijft zitten. Als de plak te lang blijft zitten ontkalkt daar het glazuur. Een Zweeds onderzoek suggereert dat een tandpasta met een hoog fluoridegehalte voorkomt dat er witte vlekken ontstaan. Dit soort tandpasta bevat vier keer zoveel fluoride als normale tandpasta.

Onderzoek
Ruim 400 mensen hebben deelgenomen aan het onderzoek. De helft van deze deelnemers gebruikten een tandpasta met een hoog fluoridegehalte. De anderen kregen een tandpasta met een normaal fluoridegehalte. Van elke patiënt is een gebitsfoto genomen voor en na de behandeling. De gemiddelde behandelingsduur was 20 maanden.

Resultaten
De resultaten toonden aan dat bij ongeveer 45 procent van de mensen die de normale tandpasta gebruikt, witte vlekken waren ontstaan ten opzichte van 34,6 procent van de mensen die een tandpasta gebruikte met een hoog fluoridegehalte. Gecombineerd met goede mondverzorging kan dit soort tandpasta dus helpen het tandverval tegen te gaan.

Bron:
Asnanportal.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
dossiers

Zorgverzekeraar mag patiëntendossier inzien

De Tweede Kamer stemde dinsdag in met een voorstel van minister Schippers om zorgverzekeraars toestemming te geven een patiëntendossier in te zien bij vermoeden van fraude. Na de inzage moet de patiënt wel worden geïnformeerd door de zorgverzekeraar. Zorgverzekeraars krijgen toegang tot het dossier via een zorgverlener.

Teleurgesteld
Patiëntenfederatie Nederland is teleurgesteld over de gang van zaken. “Wij vonden en vinden dat de patiënt voorafgaand aan een onderzoek moet worden geïnformeerd”, zegt directeur Dianda Veldman in een verklaring. “Sterker nog: hij moet toestemming geven aan de verzekeraar. Jammer dat de Tweede Kamer dat niet heeft willen toestaan. Ik heb nog geen enkele reden gehoord waarom een patiënt niet vooraf om toestemming kan worden gevraagd. Wij blijven aandringen op een goede regeling. Het dossier is van de patiënt. Die bepaalt wie er in mag kijken en waarom.”

Bestrijden fraude in zorg
Minister Schippers verwacht met deze werkwijze fraude in de zorg te kunnen bestrijden. Vorig jaar werd er voor 11 miljoen euro gefraudeerd. 1,4 miljoen hiervan was voor rekening van patiënten en 9,6 miljoen fraude werd door zorgverleners of tussenpersonen gepleegd, zegt de Privacy Barometer.

Lees meer over: Ondernemen, Patiëntendossier, Thema A-Z, Wet- en regelgeving, Zorgverzekeringen
Zwangere vrouwen hebben veel kans op gingivitis

Zwangere vrouwen hebben veel kans op gingivitis

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat zwangere vrouwen veel kans hebben op matige tot zeer ernstige gingivitis. Regelmatige hulp om een goede mondgezondheid te behouden zou kunnen helpen om nadelige uitkomsten van de zwangerschap te voorkomen. Het onderzoek werd gepresenteerd op de International Association voor Dental Research (IADR) meeting in Seoul, Zuid-Korea.

Verschillende factoren
Tussen de 40 en 80 procent van alle 600 onderzochte zwangere vrouwen had gingivitis. De vrouwen waren tussen de acht en 24 weken zwanger. Er werd ook bestudeerd of leeftijd, studiegebied en/of demografische factoren hier nog effect op hebben.

Leeftijd speelt rol
Studiegebied en leeftijd op het moment van zwangerschap bleken een rol te spelen. Zo bleken jongere vrouwen meer kans te hebben om gingivitis op te lopen. Daarentegen zijn oudere vrouwen juist gevoeliger voor parodontale ziektes.

Zwangerschapsduur
Zwangerschapsduur en etniciteit speelt geen rol bij kans op gingivitis, zo bleek. Of iemand acht of 24 weken zwanger was maakte geen significant verschil.

Oplettendheid voor tandartsen
Hoofdonderzoeker Michael Reddy wil alle tandartsen erop wijzen om op de hoede te zijn voor de kansen op gingivitis bij zwangerschap. “Zwangerschapsgingivitis is niet per sé onschadelijk, en een ingreep kan noodzakelijk zijn voor de gezondheid van moeder en kind.”, aldus Dr. Reddy.

Bron: EurekAlert

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
impact van digitalisering op de praktijk

De impact van digitalisering op de mondzorgpraktijk

Digitalisering dringt steeds verder de tandartspraktijk binnen. U krijgt er steeds meer mee te maken. Om u up-to-date te brengen vertelt prof.dr. Daniël Wismeijer in dit interview meer over de huidige digitale technologie en lezingen die tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk worden aangeboden.

Digitalisering dringt steeds verder de tandartspraktijk binnen. U heeft en krijgt er steeds meer mee te maken en dat is voor velen een bijzonder spannende en uitdagende ontwikkeling. Om u up-to-date te brengen over de meest recente ontwikkelingen op het gebied van digitalisering in de dagelijkse praktijk vindt 18 november 2016 het Congres Digitaal in de tandartspraktijk plaats in RAI Amsterdam. Een congresdag over de klinische tandheelkunde van morgen. In het volgend interview vertelt Prof.dr. Daniël Wismeijer, moderator van dit congres, meer over de huidige digitale technologie en over de lezingen die tijdens het congres worden aangeboden.

Welke impact zal digitalisering hebben op diagnostiek?
“Een aantal sprekers gaan meer vertellen over de impact op de diagnostiek. Zo zal Erwin Berkhout het hebben over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van digitale radiologie in 2D/3D. Wat kan je bijvoorbeeld met 3D beeldvorming in de tandartspraktijk? Digitale beeldvorming kan bijdragen aan het stellen van een diagnose, maar kan ook worden ingezet om gebitsontwikkeling bij de patiënt te volgen. Omdat je een patiënt meestal maar om het halfjaar of jaar ziet, kun je met beeldopnames processen in de gaten te houden zoals gebitsslijtage of ontwikkeling van cariës. Zo kan je aan de hand van de beelden bepalen of een behandeling nodig is. Professor dr. Marie-Charlotte Huysmans zal in haar lezing ook meer vertellen over hoe cariësrisicoschatting digitaal kan worden toegepast in de algemene praktijk.”

En wat is de impact op de behandelsplanning en klinische uitvoering?
“Ik denk dat hier heel veel technologieën een rol gaan spelen. Digital smile design bijvoorbeeld is een techniek die je kan gebruiken om helder naar de patiënt over te brengen wat je precies voor hem kan doen en of dit voldoet aan zijn verwachtingen. Met de technologie kan je met behulp van foto’s en video’s laten zien hoe de glimlach na de behandeling eruit gaat zien. Ook kan je met digitale gereedschappen dingen maken. Zo kan je bijvoorbeeld met computersoftware orale implantanten ontwerpen waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van het bot dat daarvoor aanwezig is.  Daarnaast kunnen we in de nabije toekomst ook delen gaan robotiseren van wat er gebeurt in de tandartsenpraktijk. We kunnen bijvoorbeeld een machine een implantaat bij een patiënt laten plaatsen. Misschien is dat een gek idee, maar als je kijkt naar bijvoorbeeld hersenchirurgie is het gebruik van robots heel normaal. De digitale tools veranderen dus zeker wel de manier waarop je met patiënten omgaat en hoe je patiënten gaat behandelen. En ik denk dat dat patiënten ten goede gaat komen.”

Wanneer spreken we van een digitale praktijk?
“Computers , digitale röntgen, e-mail, internet, fotografie, praktijksoftware, sms, CAD-CAM, websites, whatsapp, intraorale scanner, 3D printen .. Omdat je een digitale röntgenfoto maakt, heb je nog geen digitale praktijk. Omdat je een sms’je stuurt naar de patiënt voor herinnering aan een afspraak, heb je nog geen digitale praktijk. Omdat je een online afspraak kan laten maken, heb je nog geen digitale praktijk.  Je hebt wel een digitale praktijk als alle genoemde onderdelen aan elkaar zijn geknoopt en netjes geïntegreerd zijn tot een vloeiende digitale workflow van begin tot eind. Zo kan je ook het maximale uit deze ontwikkelingen halen. En dit is dan ook een van de doelen van dit congres: hoe implementeer je als tandarts al deze stukjes gereedschap samen om je te ontwikkelen tot een digitale praktijk?”

Hoeveel kosten brengt dit met zich mee?
“De keerzijde is dat het een investering met zich mee brengt. Digitale gereedschappen worden snel afgeschreven. Maar dat betekent niet dat dat je er niet mee kan werken. Wat je wel ziet is dat de industrie heel veel innovaties inbouwt in de digitale gereedschappen, waardoor de lifecycle van wat je gebruikt niet zo lang is. Dat betekent dat je investering in je praktijkomgeving, zeker als je in een kleine setting zit, veel groter is dan als je in een praktijk werkt met meerdere tandartsen. Dan zijn de kosten per eenheid per tandarts een stuk lager. Ik denk dat dat zaken zullen zijn die heel veel mensen aan het denken zullen zetten en hun positie in de zorg gaan heroverwegen: zal ik investeren in al dit soort zaken als tandarts, moet ik misschien stoppen met mijn praktijk of moet ik mijn praktijk overdragen aan een tandarts, groep tandartsen of een keten die al meer geïnvesteerd heeft in de technologie en al een duidelijkere positie in de markt heeft gegeven?”

Dus wat zijn de stappen die je moet ondernemen om een digitale praktijk te worden?
“Je moet gaan nadenken over hoe je de technologie gaat implementeren en je moet jezelf afvragen: als ik die hele workflow wil, wat betekent dat dan voor mijn investering? Dan zal je ook moeten kijken naar de rol van de tandtechnicus: hoe kan hij mij helpen met het realiseren van de digitale workflow? En wat kan ik gezamenlijk doen met andere collega’s? Hoe kan ik zorgen dat mijn investering niet zo groot wordt dat ik straks qua inkomen onvoldoende uit mijn praktijk kan halen? En je moet je afvragen: kunnen we mee? Of moeten we kijken naar andere werkverbanden zodat de benodigde investeringen gedaan kunnen worden? Tijdens de congresdag zal een van mijn lezingen gaan over de huidige technologie voor zover deze nog niet volledig benut is en we kijken vooruit naar de consequenties van de digitale ontwikkelingen voor de tandheelkundige zorg.  Het tandheelkundig speelveld zal veranderen en alle spelers zullen opnieuw hun positie moeten bepalen. Dit geldt voor de zorgverlener, de tandtechnicus maar ook de dentale industrie.”

Meer informatie over het congres

Prof.dr. Daniël Wismeijer
De impact van digitalisering op de mondzorgpraktijkDaniël Wismeijer rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KUN en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar ACTA waar hij promoveerde. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd tot Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan ACTA. Speerpunten van het onderzoek zijn CAD/CAM in de implantologie en prothetiek, het stimuleren van botgroei in botdefecten en rondom implantaten, de behandeling van peri-implantitis en het 3D printen van tandheelkundige restauraties, implantaten en botsubstituten. In 1985 is hij de tandartsenpraktijk Ellecom gestart. In 1991 de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwezoom. Deze verwijspraktijk is nu ondergebracht in een groepspraktijk in Dieren waar nu 6 tandartsen werkzaam zijn.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Bezwaren tandartsen tegen taakherschikking mondzorg

Bezwaren tandartsen tegen taakherschikking mondzorg

De beroepsverenigingen KNMT en ANT hebben veel bezwaren tegen de plannen van de minister voor start van een experiment om mondhygiënisten zelfstandig te laten boren bij cariës, verdovingen te geven en röntgenfoto’s laten maken.

De minister wil daarmee komen tot een herverdeling van taken tussen tandartsen en mondhygiënisten. Op 7 september publiceerde de minister een algemene maatregel van bestuur (amvb) over haar voornemens, met reactieronde op internet.

Bezwaren
De KNMT heeft drie hoofdbezwaren: de mondzorg wordt er duurder van, het leidt allesbehalve tot betere zorg voor de patiënt en de patiënt zelf wil dat de tandarts de regie over zijn mondgezondheid houdt. Tijdens een samen met de ANT georganiseerd minisymposium over taakherschikking op woensdag 7 september vroeg KNMT-voorzitter Wolter Brands aandacht voor de bezwaren van de KNMT:

  1. De kwaliteit van de mondzorg is er niet bij gebaat
    “Mondzorg is gericht op het behoud van een gezonde mond, de bestrijding van mondziekten, het bevorderen van een goede kauwfunctie en het bevorderen van een goede esthetiek en van kwaliteit van leven voor de patiënt. Deze verschillende onderdelen staan niet los van elkaar maar houden veelal verband. Het stellen van een diagnose en het opstellen van een behandelplan hoort dan ook in één hand te liggen. De tandarts is diegene die in de volle breedte klinische kennis en ervaring heeft die daarvoor nodig is. De nu voorgestelde taakherschikking doorkruist dit. Met het opsplitsen van taken is de kans op onvolledige en niet op elkaar aansluitende deeldiagnoses groot, evenals het ontbreken van een integrale diagnose. En dat komt de kwaliteit van de zorg allesbehalve ten goede. Sterker, het risico is groot dat een van de belangrijkste pijlers van de mondzorg in het gedrang komt. Namelijk preventie, de kerntaak van de mondhygiënist. Omdat er al te weinig mondhygiënisten zijn, zou bij een verschuiving van taken van de tandarts naar de mondhygiënist, de primaire taak van de mondhygiënist in gevaar kunnen komen, namelijk de preventie. Juist de nadruk op preventie in de Nederlandse mondzorg heeft de afgelopen tientallen jaren gezorgd voor een grote daling in het aantal gaatjes en het aantal kunstgebitten – en dus tot gezondere gebitten. En daarmee tot kostenbeheersing. Het overhevelen van extra taken naar mondhygiënisten kan alleen maar ten koste gaan van hun zo waardevol gebleken aandacht voor preventie.  Juist nu blijkt dat de gebitten van de jeugd en kwetsbare ouderen extra aandacht verdienen.”
  2. De mondzorg wordt er duurder van
    Niet alleen de kwaliteit van de mondzorg in Nederland loopt gevaar door de plannen van de minister, ook de kosten zullen stijgen. Ten eerste zullen zelfstandig gevestigde mondhygiënisten forse investeringen moeten doen om hun praktijken zo in te richten dat ze de nieuwe taken kunnen uitvoeren, en investeren in scholing. Dat betekent de aanschaf van dure apparatuur en het doen van aanpassingen in de praktijk om aan hygiëne-eisen te kunnen voldoen. En dat terwijl er de tandarts al over deze apparatuur beschikt en er ruim voldoende capaciteit is om betreffende taken uit te voeren. Ook het risico op overbehandeling neemt toe: wie de mogelijkheden in huis heeft, gaat ze ook gebruiken. Er zullen extra foto’s gemaakt worden, bijvoorbeeld – voorheen alleen bij de tandarts vóór de tandarts en de mondhygiënist, nu bij beide voor eigen gebruik. Dat zijn weer extra kosten. Al met al gaat het om miljoenen vergende investeringen en handelingen die niet nodig zijn.”
  3. De patiënt wil het niet
    Twee ‘loketten’ voor mondzorg is onhandig, onduidelijk en ongewenst. Het leidt voor de patiënt tot extra afspraken en tot verwarring. Bij wie moet ik zijn met mijn gebitsprobleem, de mondhygiënist of de tandarts? En moet ik nu voortaan naar twee verschillende adressen om mijn mond gezond te houden? Wie kan ik aansprakelijk stellen als er problemen zijn? Deze verwarring kan weer leiden tot onnodig bezoek aan beide zorgverleners, en tot daarmee opnieuw tot extra kosten. Ten slotte, de patiënt wíl ook graag dat de tandarts de regie over zijn mondgezondheid houdt.”

Werken onder één dak
De KNMT geeft aan dat onderzoek van de Patiëntenfederatie Nederland laat zien dat 83% van de Nederlanders wil dat de tandarts de periodieke controle uitvoert (versus 5% voor de mondhygiënist), 88% wil dat de tandarts kleine gaatjes vult (versus 2% voor de mondhygiënist), 82% wil dat de tandarts de verdoving toedient (versus 1% voor de mondhygiënist) en 58% wil dat de tandarts de röntgenfoto’s maakt (versus 9% voor de mondhygiënist).

Als oplossing noemt de KNMT: “mondzorg als teamwork onder één dak. Niet de herverdeling van taken maar het organiseren van mondzorg onder één dak. De tandarts is verantwoordelijk voor de diagnose en het behandelplan. En dan richt de mondhygiënist zich primair op preventie, richt de tandarts zich primair op genezing en assisteert de assistent hen. Zij werken dan vanuit dezelfde vestiging, met dezelfde apparatuur, vanuit één agenda, op basis van hetzelfde patiëntdossier”.

ANT
Ook de ANT verzet zich fel tegen de voorgenomen taakherschikking in de mondzorg. De ANT stuurde in het voorjaar een brandbrief hierover naar minister Schippers die veel media-aandacht gaf.  De ANT zei toen: “Wij gaan er alles aan doen om dit experiment tegen te houden. Wij hebben een onderzoeksbureau ingeschakeld om de mening van mondhygiënisten, tandartsen én consumenten te peilen. De laatste groep lijkt immers bijna vergeten te worden in de hele discussie. Wij gaan in gesprek met de minister en zullen de discussie over dit onderwerp waar mogelijk aanzwengelen. Taakherschikking met toezicht van de tandarts is prima, gedwongen taakherschikking is dat niet”.

 

 

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
occlusie opbouw is kwestie juiste keuze

Occlusie opbouw is een kwestie van de juiste keuze

Bij occlusieopbouw is het bereiken van nieuwe fysiologische intermaxillaire verhoudingen dé grote uitdaging. Eenmaal gevonden, dient deze nieuwe relatie zodanig te worden vastgelegd dat de rest van de behandeling een relatief eenvoudige invuloefening kan zijn. Het belang van occlusale aspecten van restauraties die via een indirecte techniek zijn vervaardigd is groot. Een overzicht van richtlijnen van occlusie en articulatie.

Verslag van de lezing van tandarts-gnatoloog Ben Derksen.

Gnathologie

Er is weinig wetenschappelijke kennis beschikbaar over occlusie en articulatie. Tijdens de opleiding Tandheelkunde wordt hier te weinig aandacht aan besteed en het is bekend dat er veel verschillende inzichten bestaan over dit onderwerp. Het boek van Jeffrey P. Okeson is een goede leidraad voor de concepten omtrent occlusie en articulatie. Echter is de relatie tussen occlusie en functie dermate complex dat het (volgens de criteria van evidence based dentistry) wellicht nooit zal lukken individuele occlusale factoren te relateren aan specifieke aspecten van occlusie.

Iedere patiënt heeft een andere occlusie. Functie kan verstoord raken door onjuiste behandeling, trauma, pathologie of iatrogenese. Dit laatste is een stoornis in functie ten gevolge van tandheelkundig handelen, bijvoorbeeld door overmatige mondopening, abrupte occlusale veranderingen of accumulerende stoornissen. Het doel van de tandheelkundige behandeling is behoud of herstel van een fysiologische occlusie.

Momenteel is er sprake van een toenemende focus op occlusie. Een voorbeeld is het gebruik van de T-scan, een apparaat dat premature en te zwaar belaste contacten op een objectieve manier kan detecteren. Een valkuil voor deze toenemende focus is dat we ‘occlusie neuroten’ creëren. Hieronder vallen patiënten die constant het gevoel hebben dat hun kiezen niet goed op elkaar komen.

Richtlijnen occlusie en articulatie
Aan de hand van de huidige literatuur kan gezegd worden dat klinische richtlijnen gebaseerd moeten zijn op zowel de biomechanische principes als ‘the state of art’ van de huidige therapeutische paradigma’s (Taylor et al. 2005).

Volgens H. Beyron (1954) moet occlusie voldoen aan de volgende criteria:

  • Er moeten zoveel mogelijk centric stops bilateraal aanwezig zijn bij het sluiten in maximale occlusie.
  • Elementen in de zijdelingse delen moeten zo veel mogelijk axiaal belast worden.
  • Achterwaartse beweging (retrusie) moet plaatsvinden zonder occlusaal contact.
  • Er moet sprake zijn van afwezigheid van occlusaal contact in andere richtingen dan de beweging zelf. Voorbeelden zijn groepsgeleiding tijdens laterale bewegingen en frontcontact tijdens proale beweging.
  • Aanwezigheid van adequate verticale dimensie (VDO).

Carlsson et al. (2010) noemt de volgende dogma’s:

  • De condylus positie is de superioranteriore positie van de condylus in de fossa, met discus in positie.
  • Occlusie (en articulatie) is het gelijkmatig en gelijktijdig contact posterior in centrale relatie. Bij een rechtopstaande hoofdhouding is er een zwaarder contact posterior dan anterior.
  • Er is sprake van disclusie van de postcanine elementen door frontelementen bij excentrische bewegingen: minst steile geleiding bij het streven naar disclusie.

Occlusale essentie (Derksen, Versteegh & Battistuzzi 1994)
Occlusie moet voldoen aan:

  1. Occlusale stops
  • De ‘vier poten’: In alle kwadranten moet sprake zijn van afsteuning.
  • Occlusal KISS’:
    • Bilateraal, gelijktijdig occlusaal contact bij habitueel dichtbijten.
    • Disclusie posterior bij excentrische bewegingen.
    • Geen belemmeringen in de ‘envelope of function’ van Posselt:
      • Functional angle of occlusion’ (Klineberg): in een keer dichtbijten zonder belemmering.
  1. Geledingsbanen
  • Overbite
  • Vloeiend

Knobbeltop-fossa (crista) contact
Eén stabiele occlusale stop per element kan volstaan (axiale kracht). Knobbeltop-fossa (crista) contact is heel belangrijk en eenvoudig te realiseren. Dit betekent één contact per element (axiale krachten).

Fysiologische overbite en overjet

  1. Overbite

Een overbite van 3,5-4 millimeter is ideaal, dit komt overeen met de lengte van de helft van de klinische kroon van de onderincisieven. Vaak wordt de overbite orthodontisch anders afgeleverd. Wanneer de overbite te klein (2mm) is dan heeft dit invloed op de geleidingsbaan.

  1. Overjet

De ideale overjet is 2-3 mm met vrijheid tot bewegen.

Occlusie stoornissen
Onder occlusale stoornissen vallen:

  1. Hyperbalanscontacten
    • Contact posterior zorgt bij protrusie voor disclusie. Kenmerkend is dat hierdoor TMJ klachten ontstaan.
    • Contact aan de balanszijde verhindert contact aan de werkzijde.
  2. Te steile knobbelhelling aan de werkzijde met inhiberend effect op de laterale bewegingen.

Het kauworgaan
De m. Masseter zorgt ervoor dat de kaken tegen elkaar worden getrokken. Het kaakgewricht en de gebitselement vangen dit op. Bij extreem gebruik van deze kauwspieren is het dus niet vreemd dat dit kan leiden tot TMJ klachten of (ernstige) slijtage van gebitselementen.

Klinische complicaties bij implantaten
Osteointegratie lijkt zeer goed bestand tegen zware belasting. De meest voorkomende complicaties bij implantologie ten gevolge van zware krachten zijn chipping en het losraken van restauraties. Door een bredere fossa te maken (2,5 millimeter) wordt deze kans kleiner. Er moet meer onderzoek gedaan worden naar het effect op suprastructuren/restauraties bij implantaten (Barlett et al. 2007).

Restaureren
Bij het vervaardigen van restauraties ligt in het anteriore gebied de focus op de esthetiek. In de zijdelingse delen ligt de eerste focus op duurzaamheid. Welke materialen het beste gebruikt kunnen worden in welke situatie is niet heel duidelijk. Monolithisch materiaal is keihard maar zolang dit materiaal glad is, heeft dit geen nadelige gevolgen.

Verticaal dimensie verlies (VDO)
De ideale verticale dimensie is de verticale dimensie waarbij met minimaal tandheelkundig ingrijpen goede esthetiek en functionaliteit gecreëerd kan worden.
Wanneer er sprake is van slijtage dan vindt er altijd uitgroei van elementen plaats. Er moet dus een beetverhoging plaatsvinden.
Wanneer de ‘vier poten’ ontbreken moet er vanuit de centrale relatie gewerkt worden waarbij de kaakkopjes juist in het kaakgewricht geplaatst worden. De 3 P’s zijn een goed concept:

  1. Position: de positie van de condylus in het kaakgewricht.
  2. Place: de positie van tanden ten opzichte van elkaar.
  3. Pathway: er moet sprake zijn van een geleidingsbaan.

Parameters reorganisatie beet
De parameters voor het reorganiseren van de beet zijn gelijk aan de parameters die gebruikt worden voor het vervaardigen van een volledige prothese.

Parameters:

  1. Incisaallijn
  2. Kaakpositie
  3. Overbite
  4. Occlusievlak
  5. Excentrics
  6. Interdigitatie

Conclusie
Je moet streven naar occlusie-behoud. Occlusie-behoud is een kwestie van duurzame kiezen.

Ben Derksen studeerde tandheelkunde in Utrecht. Vervulde de dienstplicht als tandarts en nam een algemene praktijk over in Arnhem. Hij was 12 jaar parttime werkzaam in de Bijzondere Tandheelkunde (Zwolle) met als hoofdaandachtsgebieden gnathologie en uitgebreide restauratieve behandelingen al dan niet met behulp van implantaten (1989-2001). Sinds 2002 voert hij naast zijn algemene praktijk ook een verwijspraktijk voor implantologie, gnathologie en gebitsrehabilitatie, die vanaf 2009 gevestigd is aan de rand van Arnhem. In de loop der jaren werd hij erkend als tandarts-gnatholoog (register NVGPT), implantoloog (register NVOI) en restauratief tandarts (register NVVRT).

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Ben Derksen tijdens het congres Posterior2016 van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Recht

De kwaliteitswet Wkkgz in 3 minuten

Begin dit jaar bleek de kwaliteitswet Wkkgz nog erg onbekend. Inmiddels ziet VvAA dat de meeste zorgverleners meer weten maar nog steeds ontbreekt vaak het overzicht. Bijgaande korte film zet de verplichtingen voor zorgaanbieders op een rijtje.

Begin dit jaar, de nieuwe kwaliteitswet was al van kracht, bleek de Wkkgz nog erg onbekend*. Inmiddels zien we dat de meeste zorgverleners meer weten. Maar nog steeds ontbreekt vaak het overzicht. Dit maakt het lastig de concrete invulling te doorzien. Dus even terug naar de  hoofdlijnen. Bijgaande korte film zet de verplichtingen voor ‘zorgaanbieders’  (instellingen, praktijken, zzp’ers) zonder poespas op een rijtje. In hun onderlinge verhouding.  De komende tijd brengt Dental Info in samenwerking met VvAA verdieping op aan een aantal van de gepresenteerde hoofdonderwerpen op basis van vragen en complicaties uit de praktijk.

Door: Erik van Dam, kennismanagement en netwerken en Annemarie Smilde, specialist gezondheidsrecht, beiden bij VvAA.

* VvAA-onderzoek, maart 2016

Lees meer over: Kennis, Klachten, Kwaliteit, Thema A-Z, Video, Wkkgz
Nieuwe definitie van mondgezondheid door FDI

Nieuwe definitie van mondgezondheid door FDI

De FDI (World Dental Federation) heeft een nieuwe definitie van de term “oral health” aangenomen tijdens hun Annual World Dental Congress in Poznan, Polen. Mondgezondheid wordt met de nieuwe definitie gezien als integraal onderdeel van de algemene gezondheid en welzijn.

De definitie is overgenomen door 200 nationale dentale verenigingen.

Definitie mondzorg
“De nieuwe definitie is een belangrijke mijlpaal voor de mondzorg”, zei de FDI voorzitter Patrick Hescot.  De nieuwe definitie van mondgezondheid “omvat de mogelijkheid om te spreken, lachen, ruiken, proeven, aan te raken, kauwen en het uitdrukken van emoties via de gezichtsuitdrukking met zelfvertrouwen en zonder pijn, ongemak en craniofaciale ziektes.  Mondgezondheid reflecteert de fysiologische, psychologische, sociale eigenschappen die essentieel zijn voor de kwaliteit van leven.”

De volledige Engelse definitie van mondgezondheid luidt als volgt:

  • Is multi-faceted and includes the ability to speak, smile, smell, taste, touch, chew, swallow and convey a range of emotions through facial expressions with confidence and without pain, discomfort and disease of the craniofacial complex.
  • Is a fundamental component of health and physical and mental wellbeing. It exists along a continuum influenced by the values and attitudes of individuals and communities;
  • Reflects the physiological, social and psychological attributes that are essential to the quality of life;
  • Is influenced by the individual’s changing experiences, perceptions, expectations and ability to adapt to circumstances

Onderdeel algehele gezondheid
“Met deze nieuwe definitie willen we het bewustzijn vergroten van de verschillende dimensies van mondgezondheid en benadrukken dat mondgezondheid niet op zichzelf staat maar onderdeel is van de algehele gezondheid”, zei David Williams, vice-voorzitter van de FDI 2020 Think Tank.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Overheid publiceert concept uitbreiding bevoegdheid mondhygiënist

Overheid publiceert concept uitbreiding bevoegdheid mondhygiënist

Vandaag publiceerde de overheid een algemene maatregel van bestuur (amvb) om mondhygiënisten binnen hun deskundigheidsgebied de bevoegdheid te geven zelfstandig bepaalde voorbehouden handelingen te verrichten. De overheid heeft hiervoor een reactieronde ingesteld.

Deskundigheid mondhygiënist
In artikel 6 van de amvb wordt de deskundigheid van de mondhygiënist als volgt beschreven:

a. het onderzoeken en beoordelen van de staat van het gebit van de patiënt en van de weefsels die het gebit omringen met betrekking tot plaque-gerelateerde aandoeningen, en het op basis van de verkregen gegevens vaststellen van een diagnose en opstellen van een behandelplan;
b. het screenen op tandheelkundige afwijkingen of andere afwijkingen betreffende de mondgezondheid en het zo nodig verwijzen naar een tandarts of arts;
c. het toepassen van mondzorgkundige behandelingen, strekkende tot het voorkomen of herstellen van aandoeningen van het gebit en tot het opheffen of verminderen van aandoeningen van de weefsels die het gebit omringen en het zo nodig verwijzen naar een tandarts of arts;
d. het geven van tandheelkundige gezondheidsvoorlichting aan een persoon, met als doel het stimuleren van gedrag dat de mondgezondheid bevordert;
e. het bij daarvoor in aanmerking komende patiënten:
1. toepassen van ioniserende straling in het kader van het onderzoek, bedoeld onder a;
2. toepassen van lokale anesthesie door het geven van injecties met bij regeling van Onze Minister aan te wijzen middelen ten behoeve van geleidings- of infiltratie-anesthesie ter ondersteuning van het onderzoek, bedoeld onder a, of van de behandeling, bedoeld onder c, en onder 3;
3. behandelen van primaire caviteiten door middel van preparatie ten behoeve van restauratie met plastische vulmaterialen.

Experiment voor vijf jaar
De regeling wordt voorgesteld voor een periode van vijf jaar. In deze periode wordt bekeken of mondhygiënisten zelfstandig de voorbehouden handelingen kunnen verrichten. Na evaluatie wordt besloten of de taakherschikking definitief kan worden ingevoerd.

Reactie geven
Op het concept van de regeling kan worden gereageerd t/m 3 oktober 2016. De overheid stelt hierbij de vraag: ‘Bent u van mening dat de voorgestelde amvb een adequate manier is om tot verdere taakherschikking binnen de mondzorg te komen?’
Hier kunt u uw reactie geven

Bron:
Overheid.nl

 

 

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Hartinfecties na tandartsbezoek in VS

Hartinfecties na tandartsbezoek in VS – 1 dode

Bij 15 patiënten van een tandarts in New Jersey is bacteriële endocarditis – een hartinfectie – geconstateerd. Een van de patiënten is hieraan overleden. De patiënten hadden een verdovingsmiddel toegediend gekregen van de tandarts waarbij de infectieprotocollen niet waren toegepast.

Na kaakchirurgie
De enterococcus faecalis endocarditis infectie is ontstaan bij patiënten bij wie kaakchirurgie heeft plaatsgevonden in de periode van december 2012 tot augustus 2014 bij een praktijk in Morris County, in de Verenigde Staten. Bij een inspectie in 2014 werd bevonden dat de infectieprotocollen niet goed in acht waren genomen, met name wat betreft de veiligheid van de toegediende injecties.

Twaalf patiënten moesten als resultaat van hun infectie een hartoperatie ondergaan, waarvan bij acht een hartklep moest worden vervangen en bij vier een hartklep moest worden gerepareerd. Eén patiënt is overleden aan deze infectie.

Een uitbraak van E. faecalis is zeer zeldzaam en wordt normaal gesproken gelinkt aan gastro-intestinale of urogenitale ziektes.

Behandeling
Het verslag over deze zaak noemt de tandarts dr. Vecchione niet in het specifiek, maar het is bekend dat hij de persoon is bij wie de meerderheid van de patiënten hun behandeling heeft ondergaan.

De afdeling gezondheid is bekritiseerd voor het niet publiekelijk maken van het verslag. Lynch, een jurist in de gezondheidszorg: ‘Iedereen zou al eerder toegang moeten hebben tot deze informatie. Mijn klanten zijn boos omdat zij hiervan niet op de hoogte waren. Een anoniem verslag is nu gepubliceerd maar eerlijk gezegd verbaast het me dat de naam van de arts en zijn praktijk niet worden genoemd. Het lijkt alsof hij wordt beschermd terwijl dit naar mijn mening absoluut niet het geval zou moeten zijn, aangezien hij overduidelijk heeft gefaald in het goed uitvoeren van zijn taken. Als dit anders was geweest zouden mensen zichzelf hebben kunnen beschermen.’

Bron: dr Bicuspid

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
Meer kans voor vrouwen op droge socket?

Meer kans voor vrouwen op droge socket?

Vrouwen zouden meer risico lopen op het ontwikkelen van droge socket na het trekken van tanden, aldus een nieuwe studie van het Journal of the American Dental Association. Het risico werd nog hoger bevonden bij vrouwen die gebruik maken van hormonale anticonceptie.

Oestrogeen
Droge socket, ook bekend als alveolaire ostitis (AO), ontstaat nadat een tand is getrokken en er geen of weinig bloedstolling ontstaat in de holte. Het is niet zeker waardoor dit wel of niet gebeurt, maar mogelijk is dat oestrogeen hierbij een rol speelt. In het onderzoek werd een risicobeoordeling en gevoeligheid analyse gemaakt van AO. De uitkomsten toonden aan dat vrouwen een grotere vatbaarheid voor AO hebben. De rol van oestrogeen blijft hierbij onduidelijk.

Hormonale anticonceptie
De onderzoekers vroegen zich af of er een correlatie zou bestaan tussen hormonale anticonceptie en risico voor het ontwikkelen van droge socket. Daarom werden dit en overige factoren geanalyseerd. Hierbij werd gekeken naar alle vrouwen, alle mannen, wel- en niet-rokers en naar het wel of niet gebruiken van hormonale anticonceptiva bij vrouwen.

Roken groot effect
13,9 procent van de vrouwen die gebruik maakten van hormonale anticonceptie middelen ontwikkelden AO, tegenover 7,5 procent bij de vrouwen die dit niet deden. Rokers kregen het in 10,5 procent van de gevallen, terwijl 7,5 procent van de niet-rokers dit kregen. Over het algemeen ontwikkelden 8,8 procent van de vrouwen AO. Bij 6,3 procent van de mannen was dit het geval. Roken bleek hierbij de grootste risico factor.

Verder onderzoek
Bienek en Filiben, de onderzoekers, hopen dat toekomstige studies ook verschillende types anticonceptiemiddel mee gaan nemen in hun onderzoek, en hierbij ook gaan kijken of vrouwen wel of niet menstrueren. Dit is van belang omdat er veel verschillende soorten anticonceptie bestaan en de formules hiervan blijven ontwikkelen. Meer onderzoek zou kunnen helpen om te kijken welk soort anticonceptie het best past bij wie, en wat voor bijwerkingen de substanties in dit middel wel of niet zouden kunnen hebben.

Bron:
Journal of the American Dental Association

 

Lees meer over: Onderzoek, Restaureren, Thema A-Z
Laat opblijven slecht voor tanden

Laat opblijven slecht voor tanden

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat tieners die ’s avonds vaak tot laat opblijven meer risico lopen op tandbederf.

Geen ontbijt
Het onderzoek, dat werd gepubliceerd in het International Journal of Dental Hygiene, heeft aangetoond dat tieners die tot laat opblijven tot wel vier keer zoveel kans hebben op tandbederf dan degenen die wat eerder hun bed opzoeken. Volgens de onderzoekers zou dit komen doordat de nachtdieren vaker hun tanden niet zouden poetsen en hun ontbijt zouden overslaan, wat tot meer snacken overdag zou leiden.

Rol van ouders
De Britse Oral Health Foundation moedigt ouders aan om te zorgen dat hun kinderen het belang van tanden poetsen goed begrijpen, om dergelijke problemen te voorkomen. Hierbij kan het van belang zijn om niet eerder dan de kinderen naar bed te gaan, om zo een oogje in het zeil te kunnen houden wat betreft het poetsgedrag van de kinderen.

Vast ritme
Conclusie van het onderzoek is dat een vast ritme wat betreft poets-, slaap- en ontbijttijd een goede mondhygiëne kan bevorderen.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Rozema benoemd tot hoogleraar Orale Geneeskunde aan het ACTA

Rozema benoemd tot hoogleraar Orale Geneeskunde aan het ACTA

Prof. dr. Fred Rozema is benoemd tot hoogleraar Orale Geneeskunde aan het ACTA. Rozema verbindt in zijn onderwijs en onderzoek algemeen medisch en specifiek tandheelkundig handelen. Hiervoor bestudeert hij de relatie tussen het microbioom/proteoom en slijmvliesreacties in de mondholte als gevolg van stamceltransplantatie. In het onderwijs legt hij de nadruk op Algemene ziekteleer, de manifestatie daarvan in de mondholte en het veilig behandelen van medisch gecompromitteerde patiënten.

Rozema werkt sinds 1995 als MKA-chirurg in het HagaZiekenhuis. Ook is hij sinds 2012 bijzonder hoogleraar Medisch Tandheelkundige Interactie bij ACTA en werkzaam bij de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het AMC. Hij heeft diverse bestuurlijke en adviesfuncties waaronder zijn voorzitterschap van de Ethische Commissie Tandheelkunde van ACTA en zijn voorzitterschap van het KNMT Fonds Mondgezondheid.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Voorbeeldfilmpjes

Voorbeeldfilmpjes Gewoon Gaaf met motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering is een constructieve manier om in te zetten bij Gewoon Gaaf. Goede sturende gespreksvoering, waarbij de patiënt met zijn zorgbehoeften, wensen en mogelijkheden centraal staat, is nog niet eenvoudig. Het Ivoren Kruis maakte daarom zes voorbeeldfilmpjes.

Bij Motivational Interviewing is en blijft de patiënt verantwoordelijk voor de eigen keuzes en gedrag ten aanzien van zijn mondgezondheid. Motivational Interviewing motiveert niet door te overtuigen, maar door de eigen motivatie van de patiënt te vergroten. Hierin is wel degelijk te sturen door het stellen van de juiste vragen.

Voorbeeldfilmpjes

Hoe kun je de overgang naar Gewoon Gaaf ter sprake brengen?
De moeder staat open voor een overgang naar Gewoon Gaaf voor haar derde kindje.

Hoe kun je de overgang naar Gewoon Gaaf ter sprake brengen?
Deze moeder schrikt. Ze heeft weerstand tegen de overgang naar de nieuwe methode voor haar derde kindje en ziet op tegen het korte terugkominterval. De mondzorgverlener neemt de weerstand weg.

Hoe leg je uit dat de ouder verantwoordelijk is voor het kindergebit?
De moeder legt de verantwoordelijkheid voor het gebit bij haar dochter. In dit gesprek stuurt de mondzorgverlener aan op gedragsverandering in de vorm van dagelijks napoetsen.

Hoe leg je uit dat fluoridebehandelingen en sealants bij Gewoon Gaaf niet meer standaard bij het behandelprotocol horen, maar op indicatie van risico gebeuren?
Deze moeder is verbaasd dat haar zoon geen fluoridebehandeling krijgt en dat zijn tanden niet worden geseald. Dat gebeurde toch altijd? De mondzorgverlener neemt weerstand weg.

Hoe stimuleer je mondhygiënegedrag bij een puber?
Deze toegankelijke puber denkt dat ze haar gebit goed verzorgt. Ze baalt dat ze een gaatje heeft. De mondzorgverlener stimuleert haar mondzorggedrag vol te houden en het nóg beter te gaan doen.

Hoe maak je contact met een puber? 
De informatie die de mondzorgverlener geeft doet de ‘niets’. Er is geen contact. Te zien is hoe de mondzorgverlener contact maakt met de puber. Als het contact er eenmaal is, kan de mondzorgverlener de puber wel bereiken en stimuleren meer zijn best te doen bij de verzorging van zijn gebit.

Gewoon Gaaf
Gewoon Gaaf is een individuele cariëspreventiemethode op basis van risico-inschatting voor kinderen van 0-18 jaar en hun ouders. Gewoon Gaaf laat ouder en kind inzien wat hun eigen invloed is op het ontstaan en vooral het voorkomen van cariës. Wie goed zijn tanden poetst en er een verstandig consumptiepatroon op nahoudt, kan zijn gebit gewoon gaaf houden. Tandartsen, mondhygiënisten en (preventie)assistenten zetten zich in de zelfzorg van ouder en kind te stimuleren.

Bekijk ook het stappenplan Gewoon Gaaf.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z, Video