strand tandarts

Mondhygiënist at Sea

Mondhygiëniste Helma Jonker’s man heeft een strandtent, en ze besloot bij hem te gaan werken. Hierdoor is het nu mogelijk om in de behandelstoel te liggen met zeezicht.

Kubus
Vlak naast Pier 32 op het Zuiderstrand in Den Haag is sinds kort de praktijk van Helma Jonker te vinden, in een kubusvormig gebouwtje. Naast dat het praktisch en origineel is om op het strand te werken, is het ook nog zeer hygiëenisch, aldus haar man. “Er is hier minder kans op infecties. De lucht is schoner dan in een normale praktijk, omdat het de hele dag doorwaait. Verder zijn alle apparaten ook volledig steriel. Elke avond worden deze schoongemaakt in een van onze praktijken in de stad.”

Tijd over
Peter Jonker is eigenaar van twee tandheelkundige praktijken in Den Haag, waar zijn vrouw ook werkzaam is. Omdat hij merkte veel tijd over te hebben besloot hij een strandtent te openen. De praktijk volgde. Naast een aanvulling voor de praktijk, is het ook een aanvulling voor het strand. Alles draait daar om ontspannen en een relaxt gevoel en daar past het verzorgen van het gebit prima bij, aldus Jonker.

Uit de hand gelopen hobby
De tandartspraktijk is niet de enige functie van de kubus. Deze kan namelijk ook zo worden omgetoverd tot yogastudio, vergaderruimte of bruidssuite. Heel erg multifunctioneel dus. Ook draait alles om rust. Een commerciële zaak is de strandtandarts niet – het lijkt eerder op een uit de hand gelopen hobby.

Bron: De ondernemer

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Crowdfunding mondzorg mondhygienist Jirka - Van Staden

Crowdfunding voor deelname ouderenproject De mond niet vergeten

Mondhyiënist Diana Jirka-Van Staden doet met haar praktijk mee met het ouderenproject De mond niet vergeten en zoekt nu via crowdfunding investeerders.

De mond niet vergeten
Bij kwetsbare ouderen verdwijnt sluipenderwijs het eigen vermogen tot het zorgen voor een goede mondhygiëne en wordt het tandartsbezoek vaker overgeslagen. Mantelzorgers, thuiszorg, huisartsen, casemanagers en andere professionele begeleiders kennen de risico’s van een slechte mondhygiëne onvoldoende en grijpen daarom slechts zelden in en zijn vaak handelingsverlegen. Het project De mond niet vergeten heeft als doel dat adequate mondzorg voor thuiswonende kwetsbare, zorgafhankelijke ouderen over enkele jaren in ons land grotendeels gemeengoed is en dat elke partij daaraan zijn bijdrage levert. Het project De mond niet vergeten is een initiatief van SBT, IDé, KNMT, ACTA en VU en wordt mede mogelijk gemaakt door SAG/Zilveren Kruis.

Crowdfunding
Via de website Crowd About Now zoekt Jirka-Van Staden 25.000 euro voor de aan te schaffen instrumenten, röntgenapparatuur en vulmaterialen die zij met haar praktijk nodig heeft voor deelname aan het ouderenproject De mond niet vergeten. Met deze 25.000 euro kan zij snel aan de slag in de bollenstreek waar de praktijk gevestigd is. Daarnaast wil ze 25.000 euro extra ophalen om met een mobiele unit bij mensen thuis mondhygiënische- en tandheelkundige zorg te kunnen bieden. “Voor mensen die het zo hard nodig hebben”, zegt Jirka-Van Straden.

Over de praktijk
Diana Jirka-Van Straden heeft een eigen mondhygiënepraktijk in Sassembourg, een nieuw gezondheidscentrum in Sassenheim. In haar praktijk werken vier mondhygiënisten. Naast reguliere zorg leveren zij ook mondzorg binnen instellingen zoals een gehandicapteninstelling en verzorgingstehuizen waarbij zij de monden van dementerende ouderen verzorgen en de medewerkers van zorginstelling scholen in een goede dagelijkse verzorging.

Investeerders
In totaal is nu 1775 euro opgehaald via crowdfunding, dus nog even te gaan voor het benodigde bedrag opgehaald is. Geïnteresseerde investeerders kunnen deelnemen via Crowd About Now Lees meer

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
NZa onderzoekt keten tandartspraktijken

NZa onderzoekt administratie keten van tandartspraktijken

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzoekt de administratie van een keten van tandartspraktijken voor berekende tarieven voor materiaal- en techniekkosten. De NZa zegt signalen te hebben gekregen dat de mondzorgketen patiënten te veel berekend voor materiaal- en techniekkosten. Het gaat om een keten in de Randstad.

De check is een onderdeel van een onderzoek dat de NZa eind juni startte. In een persbericht zei de NZa:  “Kortingen die aanbieders in de mondzorg ontvangen bij de inkoop van materialen en technieken, moeten zij volledig doorberekenen aan hun patiënten. Als zij deze korting in hun eigen zak steken, zijn de patiënten de dupe want zij betalen een te hoge rekening.”

NZa geeft consument tips voor controle rekening
De NZa gaf de consument deze tips om de tarieven van een tandarts te controleren:

  • Vraag uw tandarts om een toelichting bij de rekening.
  • Vraag om de inkoopfactuur bij het plaatsen van een kroon of brug.
  • U kunt zo de inkoopprijs vergelijken met het bedrag op de factuur.
  • Als iets niet duidelijk is, kan uw tandarts of orthodontist de re-

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
oogkasreconstructie met 3D

Nieuwe technologie helpt bij voorspelling oogkasreconstructies

Op 3 juni presenteerde Leander Dubois, MKA chirurg en verbonden aan het AMC/ACTA en het St. Antonius ziekenhuis, zijn proefschrift, over het feit dat oogkasreconstructies beter te voorspellen zijn dankzij slimme software, navigatie apparatuur en 3D-printers.

Oogkasbreuk
Een breuk in de oogkas komt regelmatig voor bij een aangezichtstrauma. Bij een oogkasreconstructie wordt een implantaat geplaatst om de breuk zo goed mogelijk te herstellen. Het implantaat bestaat  uit een soort matje dat de verbrijzelde wanden van de oogkas met elkaar verbindt. Zo’n operatie is zeer complex omdat het lastig is om goed overzicht te houden over de gehele oogkas, waardoor de operaties regelmatig niet optimaal slagen en er problemen ontstaan.

Navigatietechniek veelbelovend
In zijn onderzoek vergeleek Dubois het verschil in kwaliteit tussen traditionele en endoscopisch-geassisteerde en navigatie-geassisteerde operaties. Hieruit bleek vooral dat een nieuwe ontwikkelde navigatietechniek zeer veelbelovend is. Deze is te vergelijken et een GPS en is een goede step in de richting van autonavigatie.

Bron: ACTA

Lees meer over: 3D-printen, Thema A-Z
Innovatie: Tandpasta in porties

Innovatie: Tandpasta in porties

Een opmerkelijke innovatie: geen tandpastatube maar tandpasta geleverd in kleine porties. Elke portie bevat precies de benodigde hoeveelheid tandpasta voor een poetsbeurt.

Poppits
De tandpasta (genaamd Poppits) zit in een klein reservoir gemaakt uit cellulose en lost gemakkelijk op in de mond. Zo kan er geen tandpasta verloren gaan. De tandpasta is in verschillende smaken en kleuren verkrijgbaar en wordt geleverd in een milieuvriendelijke verpakking.

Kickstarter.com
Het product is sinds 2012 in ontwikkeling. De uitvinders proberen momenteel via kickstarter.com investeerders te werven.

Bron:
Facebook: Poppits Toothpaste

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Toekomstige tandenborstel met rubber haren

Een nieuw soort tandenborstel, genaamd Boie, heeft borstelharen gemaakt van medisch elastomeer – een zacht en rubberachtig polymeer.

Nieuwe haren
Waar vandaag de dag de meeste tandenborstels komen met haren van nylon, kwamen de makers van Boie met een nieuw soort materiaal. Door de haren te creëeren van medisch elastomeer zou de borstel twee keer zo lang mee moeten gaan, zachter zijn voor het tandvlees en effectiever te werk gaan tegen tandplak.

Crowdfunding
Een andere innovatie ten opzichte van ‘normale’ tandenborstels is dat kop en handvat los van elkaar kunnen worden vervangen, wat minder belastend is voor het milieu. De tandenborstel wordt gefinancierd door middel van crowdfunding en is te vinden op het platform Kickstarter. Binnen 24 dagen werd het streefbedrag van €10.000,- gehaald. De tandenborstel zal 12 dollar gaan kosten, of 17 dollar inclusief een extra kop. Naar verwachting is deze vanaf september verkrijgbaar.

Bron:
Kickstarter

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
gebit

Tand in oog tegen blindheid

Het klinkt onwerkelijk maar toch is het waar – een 71-jarige Australische man heeft voor het eerst ooit een tand in zijn oog laten implanteren, met als doel zijn toenemende blindheid op te lossen. Deze behandeling heet osteo-odonto keratoprosthesis.

Camera in tand
Bij deze behandeling wordt een tand uit de mond verwijderd en wordt hier een stukje weefsel van afgenomen, waarna er een gaatje in de tand wordt geboord waar vervolgens een camera in wordt gezet. Hierna werd deze in het rechteroog van de man geplaatst. Hiervoor moet de tand echter eerst in de wang worden geplaatst, waar deze moet blijven tot er bloed doorheen komt stromen. Deze procedure wordt ondergaan door middel van vier operaties.

Herpes
De blindheid van de man werd gedurende de afgelopen 16 jaar slechter en slechter, tot het punt waarop hij slechts vanuit zijn linkeroog nog een heel klein beetje zag. Dit werd veroorzaakt door het herpes virus.

Passen op gebit
Als de tanden in de mond van de man niet goed genoeg meer zijn zal dezelfde procedure worden doorgaan met een stukje heup- of schedelbot. “Ik heb al mijn kleinkinderen verteld dat ze goed op hun gebit moeten passen – wie weet hebben ze ze ooit nog nodig om erdoor te kunnen zien.”

Als alles goed gaat kan de man in 2020 weer meer zien. Hij heeft aangegeven dat als dit lukt hij graag zijn rijbewijs zou willen halen.

Bron: The Sydney Morning Herald

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Behandel een uitgeslagen tand als hartattack

Martin Tope: ‘’Behandel een uitgeslagen tand als een hartattack’’

In vergelijking met een hartattack, hebben mensen helaas nog te weinig kennis over wat te doen bij een uitgeslagen tand. Als juist gehandeld wordt, zijn de kansen voor de uitgeslagen tand aanzienlijk gunstiger. Onmiddellijke replantatie is bij de uitgeslagen tand de aangewezen therapie voor blijvende gebitselementen.

Consequenties
Consequenties na avulsie:

  • Beschadiging parodontaal ligament (PDL). Het PDL is het bindweefsel dat de parodontale ruimte overbrugt, ze overspant de periradiculaire ruimte van alveolair bot naar wortelcement.
  • Infectie pulpa, 100% pulpanecrose

Het wortelcement dient als een belangrijke beschermlaag voor de tand. Als deze ‘protective layer’ volledig weg is, kan de pulpa ‘communiceren’ met het PDL.

Schade aan het wortelcement
Bij schade aan het wortelcement is er een grote kans op:

  • Intrusion (hoogste waarschijnlijkheid)
  • Avulsion
  • Laterale luxatie
  • Extrusie luxatie
  • Subluxatie
  • Concussie (Laagste waarschijnlijkheid)

Hoe kunt u de kans op resorptie verkleinen?
Complicaties liggen op de loer na het terugplaatsen van een uitgeslagen tand: ontstekings- en vervangingsresorptie. Door het element snel te replanteren en te kiezen voor een juist bewaarmedium kan de prognose van de tand gunstig worden beïnvloed.

Dode periodontale cellen zijn een indicatie voor een ontsteking. Indien er sprake is van een lokale beschadiging, zal het cement zichzelf moeten herstellen. Take-home message van Martin Trope: “Als er radiolucentie op de röntgenfoto te zien is, dan is het foute boel”.

Er is vaak sprake van interne resorptie of externe resoptie, maar niet van beide. Kleurt een tand roze, dan is sprake van externe resoptie. Externe resorptie wordt vaak misdiagnosticeerd als interne resorptie. Bij externe resoptie is de pulpa er niet bij betrokken. Odontoblasten zetten weer een beschermlaag af bij de pulpa, waardoor er geen sprake is van penetratie.

Het repositioneren van een uitgeslagen tand kan ook zorgen voor vervangingsresoptie: ankylose. Het wortelcement wordt dan vervangen voor bot. Een gevolg kan dan zijn de tand achterblijft in de groei.

Management avulsie
Aan oppervlakte beschadiging kun je niks veranderen, je moet het limiteren. Dat houdt in dat u zo snel mogelijk moet replanteren. Het best is om dit binnen de eerste 5 minuten te doen. In de eerste 5 minuten verlies je bijna geen cellen. Een gevolg van later replanteren is dat het PDL dood gaat.

Na 30 minuten is 40% van de cellen verloren. Gelukkig hebben vitale cellen de capaciteit om dode beschadigde cellen van het PDL te herstellen en te compenseren. Na 120 uur is het PDL volledig dood.

To do
Houd de tand vast bij de kroon; onder de kraan (niet langer dan 10 seconden) om vuil eraf te halen.  Eventueel kan ook melk gebruikt worden. Het wordt afgeraden om hiervoor instrumenten te gebruiken of het worteloppervlak aan te raken.

Een geschikt medium om een uitgeslagen element in te bewaren:

  • Zout water
  • Melk (meest gebruikt en beschikbaar)
  • In de mond: beste voor het PDL

Het is beter om geen water, alcohol of huisgemaakte zoutoplossing te gebruiken.

De patiënt moet dan zo spoedig mogelijk  naar de tandartsenpraktijk. Minimaliseer de tijd van de tand buiten de mond.

Plaats vervolgens een semi-rigide spalk voor twee weken. Belangrijk is dat deze schoon te houden is. Indien de spalk enkele weken langer geplaatst wordt, is dat geen probleem. Dit wordt soms zelfs aanbevolen omdat er ook sprake kan zijn van een (gemiste) alveole fractuur.

Verder moet de patiënt twee weken zacht voedsel eten om de uitgeslagen tand te ontzien. Daarnaast is het advies om te spoelen met chloorhexidine gedurende 2 weken. Indien het element gecontamineerd is geweest, is een tetanusinjectie geïndiceerd. Geadviseerd wordt hierbij de huisarts in te schakelen. Het voorschrijven van antibioctica profylaxe is zelden noodzakelijk.

Element langer dan 60 minuten buiten mond
Indien een element langer dan 60 minuten buiten de mond is geweest, is er een zeer kleine kans op slagen. Het advies van Martin Trope is dan om met fosforzuur het PDL weg te etsen. Extra-oraal kan dan ook al de endodontische behandeling worden uitgevoerd. Emdogain kan dan gebruikt worden om het element terug te plaatsen en daarna te spalken.

Als het element lange tijd buiten de mond is geweest en daardoor slechte prognose heeft door het necrotische PDL, kan ook worden besloten om het element niet te replanteren.

Follow-up

  • Endontische behandeling 7-10 dagen na replanteren van de uitgeslagen tand.
  • Verwijderen van de splint na 2 weken en het maken van een röntgenfoto.
  • Klinische en röntgenologische controle na 4 weken, 3, 6 en 12 maanden. Daarna jaarlijks.

 

Dr. Martin Trope is geboren in Johannesburg. Hij studeerde daar af in 1976. Na enkele jaren algemene praktijkvoering verhuisde hij in 1980 naar Philadelphia, USA om zich in de endodontologie te specialiseren aan de Universiteit van Philadelphia. Naast zijn eigen praktijk voor endodontologie en trauma is hij als universitair docent verbonden aan de School of Dental Medicine bij Penn University. Hij heeft zeer veel universitair onderwijs gegeven, 180 publicaties op zijn naam staan en wordt wereldwijd gezien als een van de meest vooraanstaande specialisten op het gebied van traumata.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Martin Trope tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
restauratiematerialen mondzorg

Nieuwe restauratiematerialen: minimaal invasief en levenslange coaching

In de tandartspraktijk komen steeds nieuwe restauratiematerialen en technieken beschikbaar. Dit geeft de tandarts veel mogelijkheden, maar maakt keuzes ook moeilijker. Lees het verslag over minimaal invasieve composiet restauraties als onderdeel van een levenslang tandheelkundig coaching concept.

Verslag van de lezing van prof. dr. Ivo Kreici tijdens het NVGPT-jaarcongres.

Micro-invasieve esthetische tandheelkunde draait om VOORKOMEN
Als je de tandheelkunde wilt veranderen, moet je beginnen bij kinderen. De mondhygiënist speelt hierin een heel belangrijke rol volgens prof. dr. Ivo Krejci. Hoofdredenen van tandverlies zijn cariës en parodontitis. Waarom zouden we om cariës en parodontitis geven? Het is niet dodelijk. Ook al ga je er niet van dood, het zorgt wel voor verlies van levenskwaliteit. Soms wordt gedacht dat er altijd nog een implantaat geplaatst kan worden. Hierbij dient gerealiseerd te worden dat implantaten tandheelkundige problemen niet oplossen. Implantaten zijn de consequentie van falende preventie, falende conserverende tandheelkunde en falende endodontologische behandelingen.

Primaire preventie vs. secundaire preventie
Preventie is een medische of een publieke gezondheidsprocedure die erop gericht is een ziekte of medische probleem te voorkomen, in plaats van behandelen of genezen. Bij profylactische maatregelen wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • primaire preventie: het voorkomen van een ontwikkeling van een ziekte
  • secundaire preventie: er is al sprake van ziekte, waarbij de patiënt beschermt moet worden voor verslechtering van het proces

Een vulling maken: symptomen behandelen
Cariës en parodontitis zijn chronische ziekten. Eenmaal geïnfecteerd, altijd geïnfecteerd. Cariëslaesies zijn de symptomen van deze ziekte en moeten daarom op een minimaal invasieve manier behandeld worden, passend bij de filosofie van secundaire preventie met een levenslang coaching project.

Globaal genomen zijn tanden ontwikkeld voor een periode van 30 jaar. Dat was vroeger de levensverwachting van de mens. Tegenwoordig moeten tanden veel langer meegaan. Het is de uitdaging om te strijden tegen demineralisatie van tanden door zuren.

Cariës: bacterie gerelateerde zuren
Erosie: niet-bacterie gerelateerde zuren.

Het gaat niet over esthetiek, maar om een gezond gebit. De patiënt moet er zelf voor zorgen dat hij zijn tanden zijn hele leven kan houden. Dental fitness, zoals prof. Ivo Krejci het noemt. Het ligt dus niet bij de tandarts maar bij de patiënt. Preventie, daar draait het om.

Geen volledige kronen, maar composiet
Cariës neemt niet af, maar continueert de gehele levensduur. Direct en indirect composiet materiaal voor restauraties is volgens prof. Ivo Krejci de beste keuze, omdat het adapteert aan de tand. Het is micro-invasief, heeft een goede kwaliteit en adhesieve eigenschappen. Verder is het gemakkelijk te repareren en modificeren, door het oppervlak voor te behandelen met zandstralen. Voor indirect composiet materiaal kan gekozen worden voor een CAD/CAM blok.

Een volledige kroonomslijping voor herstel van functie en esthetiek was jaren dé behandeling van eerste keus. De hoeveelheid tandmateriaal die hierbij verwijderd moest worden voor de dikte van het indirecte restauratiemateriaal, past niet bij de conserverende manier van denken om te streven naar zoveel mogelijk glazuurbehoud. Bij volledige omslijpingen wordt te veel gezond tandweefsel verwijderd, wat ongunstige effecten heeft op de pulpa en het parodontium. Als je een restauratie plaatst moet je al denken: Wat is de volgende stap? Volgens prof. Ivo Krejci wordt met een volledige kroonpreparatie de tand vernietigd. Niet alles in de tandheelkunde draait om evidence based dentistry, maar om ‘don’t do any harm’ met conserverende tandheelkunde. Elke restauratie is tijdelijk, het is een vervanging. Er is nog geen nieuw materiaal ontwikkeld waarvan de structuren en fysiologische functies zoveel mogelijk overeenkomen met de originele, biologische situatie.

KISS: Keep IT Simple Smart
Moderne tandheelkunde moet kosteneffectief zijn. Het KISS-principe – Keep It Simple Smart – is de manier om complexe, tijdrovende en dure oplossingen te voorkomen. Een techniek die daarbij past is micro-abrasie. Deze minimaal-invasieve techniek is een chemisch/mechanische behandeling waarbij oppervlakkige defecten verwijderd kunnen worden. Kleine beginnende cariëslaesies, ook tussen tanden en kiezen (klasse II), zouden op deze manier behandeld kunnen worden, bijvoorbeeld met ICON (Fabrikant DMG).

Ook een tunnelpreparatie bij standaard klasse-II cariëslaesies tussen tanden past bij de conservatieve filosofie. Hierbij wordt de randlijst intact gehouden en verwijder je alleen cariës met bijvoorbeeld een longneck-boor. Zo ontstaat een extreem kleine caviteitspreparatie. Fluorescerende lichttechnieken kan worden gebruikt om cariës zichtbare te maken. Het is een zeer betrouwbare techniek, eventueel kan een filter op de microscoop geïnstalleerd worden.

Verder moeten tandartsen zich afvragen of ze nog stiften in endodontische behandelde gebitselementen willen plaatsen nu gewerkt wordt met adhesieve technieken. Er bestaat een grotere kans op een wortelfractuur door het toepassen van stiften.

Prof. dr. Ivo Krejci graduated in 1983 from the University of Basel, Switzerland, and received his Dr.med.dent. degree in 1986 and his Privatdozent (Switzerland) in 1993 from the University of Zurich, Switzerland. He is fellow of the Academy of Dental Materials and has a postgraduate specialisation diploma of the Swiss Society of Preventive and Restorative Dentistry. He is president of the Swiss Society of Preventive and Restorative Dentistry, past president of the Academy of Operative Dentistry European Section, past member of the editorial board of the Journal of Dental Research and member of several associations. Prof. Krejci has published over 250 articles and book chapters on restorative concepts, esthetics, posterior composites, tooth colored adhesive inlays, onlays and adhesive slot bridges, light curing, adhesion, glass ionomers, base materials, finishing techniques, compomers and lasers and he is author of three textbooks. Prof. Krejci has supervised more than 50 doctoral theses and has lectured on numerous international scientific meetings and continuing education courses. He is currently Ordinary Professor and Chairman of the Division of Cariology and Endodontology and President of the School of Dental Medicine at the University of Geneva, Switzerland.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Ivo Kreici tijdens het NVGPT-jaarcongres

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Mondzorg voor iedereen in basispakket

Mondzorg voor iedereen in basispakket kost bijna 2 miljard

Als mondzorg voor iedereen van 18 jaar en ouder zou worden toegevoegd aan het basispakket kost dit bijna 2 miljard euro. In 2015 werd 1.550 miljoen euro uitgegeven aan tandheelkunde via de particuliere aanvullende zorgverzekering. Daarnaast werd 424 miljoen euro via eigen betalingen van patiënten uitgegeven. Opgeteld bedraagt dit 1.974 miljoen euro. Dit blijkt uit de notitie van het Centraal Plan Bureau (CPB), gemaakt in opdracht van de minister van VWS.

Eigen risico
Bovenop dit bedrag komt ook nog €700 miljoen aan eigen risico, berekent het CPB. Bij de berekening is uitgegaan van een zelfde aanspraak op mondzorg voor verzekerden onder de 18 jaar.  Niet alle tandheelkunde valt dan onder het basispakket: dit is kinderen tot 18 jaar nu ook niet het geval. Implantaten, bruggen en kronen vallen bijvoorbeeld niet onder het basispakket.

Inhaalvraag
Het CPB verwacht dat deze optie zal leiden tot een tijdelijke inhaalvraag naar mondzorg. De kosten van dit effect zijn echter niet berekend.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Geld

NZa vertelt over correct declareren in de mondzorg

U behandelt patiënten en brengt vervolgens door de NZa vastgestelde prestaties in rekening. De NZa ziet er op toe dat u dit correct doet. Verslag van de lezing van Hanneke Miedema over het doel en de werkwijze van de NZa, tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is een Nederlands zelfstandig bestuursorgaan, dat sinds 1 oktober 2006 bestaat. De NZa houdt toezicht op de zorgmarkt in Nederland, zowel op zorgaanbieders als verzekeraars. De NZa is gevestigd in Utrecht, er werken circa 500 medewerkers. De NZa bestaat op basis van de Wet marktordening gezondheidszorg en valt onder toezicht van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Doel van de NZa
De NZa stelt zich tot doel om toegankelijke, betaalbare en goede gezondheidszorg voor iedereen te bevorderen. De NZa let er op dat ziekenhuizen, verzekeraars en artsen goede, eerlijke en begrijpelijke informatie geven over prijzen, polissen en prestaties. Het nieuwe zorgstelsel is gebaseerd op ‘gereguleerde marktwerking’, de NZa moet er op toezien dat de overgang naar meer marktprikkels goed verloopt en dat verzekeraars de Zorgverzekeringswet en de AWBZ goed uitvoeren. Daar waar er binnen de zorg geen sprake is van marktwerking, stelt de NZa tarieven vast. Dit is het geval bij de mondzorg.

Organisaties waar de NZa mee samenwerkt, zijn:
– Inspectie voor de Gezondheidszorg – ziet toe op de kwaliteit van de zorg
– Autoriteit Consument en Markt – toetst fusies en handhaaft het verbod op misbruik van een economische machtspositie
– De Nederlandsche Bank – controleert of verzekeraars genoeg reserves hebben om aan hun verplichtingen te voldoen.

In haar toezichtonderzoeken werkt de NZa waar nodig samen met het Openbaar Ministerie, de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de Inspectie sociale zaken en werkgelegenheid.

De NZa wil problemen voorkomen en probeert daarvoor fouten en fraude op te sporen. Fouten worden per ongeluk gemaakt en fraude wordt opzettelijk gedaan. Voorlichting aan de patiënt over de nota en behandeling kan veel zaken voorkomen. Als uit signalen blijkt dat een bepaalde praktijk veel fouten maakt of als er sprake is van fraude, kan de NZa besluiten op bedrijfsbezoek te gaan. Dit doen ze echter alleen bij de meest ernstige signalen. Waar mogelijk proberen ze dit in samenwerking met de IGZ te doen. Uit de praktijk blijkt dat fouten en fraude gelukkig een uitzondering zijn.

Een goede en betaalbare zorg is een gedeelde verantwoordelijkheid van de NZa, de verzekeraars, de patiënt, de brancheverenigingen en de mondzorgaanbieders.

Lezing door Hanneke Miedema, Hoofd Corporate Communicatie bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van het ANT-congres Dental Studie Update.

 

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
tandarts

Parodontale diagnostiek: hoe diep moet het probleem worden?

Het grootste gedeelte van de bevolking heeft last van gingivitis of parodontitis. Het maken van een DPSI-score is belangrijk: veel patiënten komen zelf niet met klachten. Parodontale diagnostiek: waar moet u op letten als u pockets meet bij gebitselementen en waar moet u opletten bij het sonderen van implantaten?

Parodontaal ligament

Ontsteking
Ontsteking van het tandvlees komt veel voor. Meer dan 90% van de bevolkingen heeft last van gingivitis. Bij ongeveer 35% is er sprake van parodontitis en bij 10% is er sprake van ernstige parodontitis. De klinische symptomen van ontstekingen in het algemeen zijn rubor, calor, dolor, tumor en functio laesa. Bij parodontitis komen niet al deze signalen voor (onder andere calor, dolor) en hierdoor hebben veel mensen ook geen last van hun ontsteking. Indien een patiënt rookt, zijn de ontstekingssignalen nog minder. Mobiliteit zeg niets over de parodontitis maar is wel een belangrijke indicator voor parodontaal verval.

Pocketsonde
Omdat patiënten zelf dus niet zo snel met klachten zullen komen, is het heel belangrijk dat de tandarts tijdens het periodieke mondonderzoek een DPSI-score maakt. Hierbij wordt het sulcusepitheel (indien gezond 1mm) en het aanhechtingsepitheel (indien gezond 1mm) gemeten. De bindweefselaanhechting (indien gezond 1 mm) kan niet gemeten worden omdat de pocketsonde niet dieper komt dan het aanhechtingsepitheel.

Uit onderzoek (o.a. Lang et al. 1991 & Mombelli et al. 1992) blijkt dat er sprake is van meer bloeding en een grotere sondeerdiepte wanneer er meer kracht wordt gebruikt. Daarnaast is de sondeerrichting ook erg belangrijk. Het beste kan een taps-toelopende sonde gebruikt worden. Wanneer er gesondeerd wordt, is het belangrijk dat de tandarts wel goed blijft nadenken: Pockets meten gaat altijd in combinatie met de klinische blik en de informatie van een röntgenfoto.

Na parodontale behandeling moet er ook lichte kracht worden gebruikt bij het meten van de pockets (Mombelli et al. 1992). Bij herstel vindt er namelijk alleen maar verkleving plaats van de parodontale weefsels: als er maar hard genoeg geduwd wordt dan is de sondeerdiepte weer hetzelfde als voor behandeling.
Het is dus belangrijk dat een handsonde goed werkt met een lichte sondeerdruk (1270 N/cm2: zijnde 25 gram met een sonde diameter van 0.5 mm). Als er te veel kracht wordt gebruikt dan wordt de situatie voor de behandeling overschat (de situatie lijkt ernstiger dan het daadwerkelijk is) en het resultaat na de behandeling onderschat (het resultaat lijkt slechter dan het daadwerkelijk is).

Implantologie
Bij een implantaat is er geen sprake van een parodontaal ligament. Dus wat wordt er eigenlijk gemeten bij het sonderen? De klinische ontstekingsverschijnselen van peri-implantitis zijn nog minder duidelijk dan bij gingivitis.

Bij het sonderen is het belangrijk rekening te houden met:
– Het implantaat type.
– De positie van de kop van het implantaat relatief ten opzichte van het bot en de gingiva.
– Het type en de vorm van het prothetisch gevolg, het kan zijn dat sonderen moeilijk gaat door de bolling van bijvoorbeeld een kroon.
– Een sondeerdiepte van meer dan 3 mm, dit is al een risico voor ontsteking.
– Het gebruik van een druksonde afgesteld op 1270 N/cm2: zijnde 25 gram met een sonde diameter van 0.5 mm).

Geadviseerd wordt om plastic sondes te gebruiken. Het is dan zeker dat er niets beschadigd wordt. Pockets meten of aanhechting meten bij een implantaat is heel anders dan bij een gebitselement omdat je de beginsituatie niet kent. Het is daarom belangrijk dat er 12 weken na het plaatsen van het implantaat gesondeerd wordt met een pocketsonde en dat er een röntgenfoto gemaakt wordt. Dit is namelijk je referentie. Daarna kan er na 1 jaar en vervolgens na 3 jaar weer een röntgenopname gemaakt worden. Echter bij elk bezoek moet er gesondeerd worden en notitie worden gemaakt van het bloeding na sonderen.

Dick Barendregt studeerde in 1988 af als tandarts aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 1994 rondde hij zijn postacademische opleiding in de parodontologie aan ACTA af. In 1996 heeft hij de Kliniek voor Parodontologie Rotterdam opgericht. Hij werkt daar als parodontoloog en implantoloog. De laatste 14 jaar is in dat kader de nadruk komen te liggen op patiënten behandeling in een interdisciplinair teamverband (Proclin) met collega tandartsen zoals orthodontisten, endodontologen, prothetisten, kaakchirurgen en tandtechnici. In 2009 promoveerde hij op zijn proefschrift ‘Probing around teeth’ aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is hij betrokken bij verschillende postacademische cursussen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Dick Barendregt tijdens het congres Diagnostiek van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
carrière vooruitzichten

Slecht gebit negatieve impact op carrière vooruitzichten

Uit een enquête is gebleken dat een slechte mondgezondheid geldt als grote barrière om aangenomen te worden voor een baan. Het gebit viel hierbij zwaarder dan overgewicht of een ongewenste dress code.

Minder kans op baan
77 procent van de deelnemers van de enquête, die werd afgenomen door YouGov in opdracht van de British Dental Association, gaf aan een vervallen gebit of slechte adem als reden te zien om iemand minder snel aan te nemen voor een baan, waarbij de persoon face-to-face contact zou moeten hebben met klanten.  Slechts 38 procent van de respondenten gaf aan hetzelfde gevoel te hebben bij mensen met overgewicht.

Dat zichtbaar vervallen tanden, missende tanden of een slechte adem kans op welke baan dan ook in de weg staat werd bevonden door 62 procent van de respondenten. Hetzelfde percentage dacht dat soortgelijke problemen vooruitzicht op promotie in de weg zou staan.

Lancering Group for Dentistry and Oral Health
De uitkomsten van deze enquête werden bekend gemaakt, tegelijkertijd met de lancering van de Group for Dentistry and Oral Health in het Britse parlement. In het Verenigd koninkrijk is tandbederf nog altijd de nummer één reden waarvoor jonge kinderen in het ziekenhuis terecht komen. Dit heeft voornamelijk te maken met de immens grote verschillen in mondgezondheid die er in het land bestaan. Zo maakt het gebit van een kind geboren in het noordelijke Blackburn gemiddeld zeven keer zoveel kans op tandbederf, dan dat van een kind geboren in Surrey, gelegen vlak onder Londen.

Goede herinnering
 “In de hedendaagse competitieve banenmarkt beginnen mensen zich steeds meer te beseffen dat een slecht gebit gelijk staat aan slechte carrière perspectieven. Dit nieuwe bewijs hiervoor is een goede herinnering dat een goede glimlach niet alleen belangrijk is voor de perfecte selfie, maar van belang is voor iedereen die verder wil komen in het leven.’, aldus Henrik Overgaard-Nielsen – voorzitter van de British Dental Association.

Bron: British Dental Association

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Mondzorg verstandelijk gehandicapten kan beter

Inspectie: mondzorg in gehandicaptenzorg kan beter

De mondzorg in de gehandicaptenzorg kan een tandje beter, volgens een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ bezocht 14 aanbieders in de gehandicaptenzorg waaruit bleek dat een deel van de mondzorg bij deze aanbieders niet voldoende was.

Meer gebitsproblemen
Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer gebitsproblemen dan andere mensen.  Goede mondzorg is dus erg belangrijk in de gehandicaptenzorg. Voor medewerkers is het poetsen van het gebit van mensen met een verstandelijke beperking niet makkelijk en is er vaak verzet tegen het tandenpoetsen. Hierdoor hebben mensen met een verstandelijke beperking meer kans op cariës en tandvleesontsteking.

Wat gaat wel goed?
Het onderzoek laat zien dat er voor bijna alle cliënten een plan is gemaakt over hoe het gebit dagelijks verzorgd moet worden. Ook hebben alle bewoners van de onderzochte aanbieders in de gehandicaptenzorg een tandarts.

Verbeterpunten
De punten die volgens het onderzoek niet goed gaan bij de mondzorg in de gehandicaptenzorg zijn:

  • Niet alle zorgaanbieders hebben voldoende kennis over mondzorg.
  • Er wordt te weinig gebruik gemaakt van scholing over mondzorg.
  • Veel zorgaanbieders houden niet bij hoe vaak een bewoner naar de tandarts of mondhygiënist gaat.
  • Veel zorgaanbieders nemen de adviezen van mondzorgprofessionals niet op in het zorgplan waardoor de dagelijkse mondzorg niet hierop wordt aangepast.

Verwachting inspectie
De inspectie is van mening dat de mondzorg in de gehandicaptenzorg beter kan en wil dat zorgaanbieders meer aandacht aan mondzorg besteden.  De IGZ verwacht dat zorgaanbieders met hun cliënten of diens vertegenwoordiger het onderwerp mondzorg bespreken en op welke manier dit het beste aansluit bij de cliënt. Ook ziet de inspectie graag een regelmatige evaluatie waarbij contact met de behandelende mondzorgprofessional wordt gezocht. De IGZ wil vervolgens dat zorgaanbieders investeren in het verspreiden van kennis door middel van scholing en /of het aanstellen van een aandachtsvelder. Ook verwacht de inspectie dat zorginstellingen met relevante partners uitwerken wat nodig is voor goede mondzorg.

De inspectie zal de ontwikkelingen van de mondzorg in de gehandicaptenzorg blijven volgen.

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
ouderen

Cees de Baat: Mondzorg voor ouderen is onze verantwoordelijkheid

“Het is onze verantwoordelijkheid om kwetsbare ouderen te behandelen. Het hoort niet om zomaar te stoppen.” Dit was de boodschap van Cees de Baat, em. hoogleraar Geriatrische Tandheelkunde, tijdens het NVM-voorjaarscongres.

Niet verplichten
Tegelijkertijd vindt hij dat we soms de mond te belangrijk maken. “Ga ouderen niet verplichten tot iets wat ze zelf niet willen.”

Ziektes met relatie mond
Ook sprak hij over de vier ziektes waarbij de relatie met de mond duidelijk is:

  • atherosclerose
  • diabetes mellitus
  • reumatoïde artritis
  • aspiratiepneunomie

In het onderwijs
Ouderen hebben hier regelmatig mee te kampen en dit maakt hun mondverzorging nog belangrijker. “Als wij het niet doen, wie dan wel?”, sprak hij krachtig. Na jarenlang vechten is geriatrische tandheelkunde eindelijk opgenomen in het onderwijs. Zo kent de opleiding Tandheelkunde verplichte stages in onder andere de thuiszorg. De Baat ziet graag een aparte opleiding tot mondhygiënist-geriatrie komen waarbij kennisoverdracht over dementie een belangrijk onderwerp moet zijn. Nogmaals hield hij zijn betoog: “Het is onze medische, sociale, professionele verantwoordelijkheid. We mogen onze ouderen niet in de steek laten!”

Em. prof. dr. Cees de Baat, emeritus hoogleraar Geriatrische Tandheelkunde Radboudumc Nijmegen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van em. prof. dr. Cees de Baat tijdens het NVM-voorjaarscongres.

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
mondzorg weer open

Mondzorg Weert mag weer open van IGZ

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft het bevel voor sluiting van Mondzorg Weert beëindigd. De praktijk werd op 11 juli dit jaar gesloten door de IGZ.
Volgens de IGZ voldoet de praktijk weer aan de voorwaarden om goede mondzorg te kunnen verlenen.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
QLF krijgt declaratiecode NZa

Preventieve diagnostiek met QLF krijgt declaratiecode van NZa

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft haar goedkeuring gegeven aan het declareren van de toepassing van preventieve diagnostiek QLF. Nederland is daarmee het eerste land ter wereld dat deze op preventie gerichte diagnostiek formeel toelaat in de tandheelkundige zorg.

Wat is QLF?
QLF staat voor Quantitative Light-induced Fluorescence. Het is, in tegenstelling tot röntgen, een volkomen veilige, optische techniek die het fluorescentiebeeld vastlegt dat ontstaat als het gebit met blauw licht met een piekgolflengte van 405nm wordt belicht. Het cariësrisico van een patiënt is sterk verbonden met de rode fluorescentie die verschijnt bij bacteriële activiteit in tandplaque, tandsteen, kauwoppervlakken, beginnende caviteiten en rondom sealants en vullingen. Met deze preventieve diagnostiek kan beginnende cariës ontdekt en preventief behandeld worden vóórdat onomkeerbare restauratieve ingrepen nodig zijn. Deze diagnostiek maakt veranderingen zicht- en meetbaar zodat er een objectieve basis is voor behandelkeuze en -evaluatie, ook in samenspraak met de patiënt. Daardoor heeft het gebruik van QLF een positieve invloed op de betrokkenheid en compliance van patiënten.

Preventieve mondzorg
In de afgelopen jaren is de in Nederland ontwikkelde techniek uitgegroeid tot de nieuwe internationale standaard voor fundamenteel klinisch onderzoek naar cariës en mondgezondheid. Onbekendheid met en het ontbreken van een door de overheid goedgekeurde declaratiecode stonden de introductie in de klinische tandheelkundige zorg in de weg. Voor de fabrikant van QLF, Inspektor Research Systems uit Bussum, en tandarts Dr. Hans van Dam was het aanleiding om een verzoek bij de Zorgautoriteit in te dienen voor een nieuwe verrichting in de tariefbeschikkingen tandheelkundige en orthodontische zorg.

Codes M01 en F724
De NZa is echter tot de conclusie gekomen dat het niet nodig is een nieuwe verrichting toe te voegen aangezien het gebruik van QLF onder de noemer preventieve mondzorg valt. De NZa heeft, na consultering van de beroepsorganisaties, verzekeraars en consumentenorganisaties, schriftelijk bevestigd dat het gebruik van de QLF-apparatuur door middel van prestatie M01 (preventieve voorlichting en/of instructie) en voor de orthodontische behandeling via prestatie F724 declarabel is. Daarbij gaat het om de tijdsinvestering die nodig is voor “het maken, vastleggen en analyseren van QLF-opnamen in combinatie met het bespreken hiervan met de patiënt of diens ouder(s)/verzorgers(s).” In de huidige toelichting bij verrichting M01 en F724 wordt een aantal voorbeelden genoemd. De NZa zal QLF-diagnostiek daar als voorbeeld aan toevoegen.

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z
Achterstand mondgezondheid kinderen lage sociaal economische gezinnen

Achterstand mondgezondheid bij kinderen uit sociaal-economisch zwakkere gezinnen

Jeugdigen met een lage sociaaleconomische status (SES) poetsen minder vaak hun tanden, vertonen een minder gezond voedingsgedrag en bezoeken minder vaak de tandarts dan jeugdigen uit de hoge SES groep. Dit blijkt uit het onderzoek Signalement Mondzorg 2016 van Zorginstituut Nederland onder 8-, 14- en 20-jarigen.

Aantal jongeren met gaaf gebit daalt met ouder worden
Het Signalement laat zien dat vier op de vijf 8-jarigen (nog) geen aantastingen heeft van het doorbrekende blijvende gebit. Het aantal jongeren met een gaaf gebit daalt met het ouder worden. Ongeveer de helft van de 14-jarigen en driekwart van de 20-jarigen heeft een door cariës aangetast gebit. Het percentage 8-jarigen met een gaaf blijvend gebit is tussen 1990 en 2014 in beide SES groepen onveranderd. Bij de 14- en 20-jarigen is dit percentage aanzienlijk gestegen.

Verband met SES
Jongeren uit de lage SES groep zorgen minder goed voor hun gebit. Ze poetsen minder vaak hun tanden, hebben een minder gezond voedingspatroon en gaan minder vaak naar de tandarts dan jongeren uit de hoge SES groep. Jeugdigen uit de lage SES groep hebben een flinke afstand in mondgezondheid bij de start van de volwassenheid. Volgens Zorginstituut Nederland moet de aandacht voor een gaaf gebit vooral gericht zijn op de voedingsvariabelen, met name gericht op de (ouders van) jeugdigen met een lage SES.

Zelf doen

Wolter Brands, voorzitter van de KNMT zegt: ‘Een goed gebit is heel belangrijk voor je gezondheid, zeker bij kinderen. Tandartsen streven ernaar dat zoveel mogelijk kinderen met een gezonde mond opgroeien. Maar zij kunnen dat niet alleen bewerkstelligen. Er zijn factoren waarop zij onvoldoende invloed hebben. Heel belangrijk is om te beginnen bij wat ouders en kinderen zelf kunnen doen. Gaatjes – en andere problemen in de mond – zijn te voorkomen door goed en regelmatig te poetsen, het aantal snoepmomenten op een dag te beperken en regelmatig voor een controle naar de tandarts te gaan.’

Extra aandacht op het consultatiebureau
Belangrijk is dat er extra aandacht voor mondhygiëne komt op het consultatiebureau, zo stelt Brands. ‘Daar komen immers (bijna) alle jonge ouders. Consultatiebureaus besteden daaraan nu al aandacht maar soms is dat niet genoeg. Een oplossing zou kunnen komen van een gerichte samenwerking tussen tandartspraktijken en consultatiebureaus. Kinderen kunnen dan totdat ze 4 jaar zijn op gezette tijden worden gescreend en hun ouders krijgen voorlichting van een zorgverlener uit de tandartspraktijk die op het consultatiebureau aanwezig is. Op die manier is ook de drempel naar de tandartspraktijk, die voor sommige ouders hoog kan zijn, te verlagen.’

Voorlichting
Veel tandartsen, mondhygiënisten en assistenten geven voorlichting over mondgezondheid, vaak in samenwerking met scholen en consultatiebureaus of bijvoorbeeld poetslessen samen met het Ivoren Kruis. Ook is er jaarlijks ToothCamp, gericht op prepubers. Daarnaast is in 2014 het KNMT Fonds Mondgezondheid opgericht, dat mondzorgvoorlichting als opdracht heeft.

Suiker terugdringen
Brands besluit: ‘En in Europees verband vragen tandartsen aandacht voor de noodzaak om suikerconsumptie terug te dringen. Suiker is de grootste veroorzaker van gaatjes. Daarom zouden reclames voor producten met veel suiker aan banden gelegd moeten worden. Ook zouden voedingsconcerns duidelijker informatie over suiker op productetiketten moet zetten. Ten slotte moeten voedingsadviezen worden aangepast en zouden er in scholen en ziekenhuizen geen automaten moeten staan met suikerrijke producten.’

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Henry Schein ondersteunt Villa Pardoes

Eens per jaar organiseert Henry Schein het Dental Event. Daarbij wordt elk jaar traditioneel een goed doel ondersteund. Dit jaar ondersteunde Henry Schein Dental de organisatie “Villa Pardoes”, een initiatief van Stichting Natuurpark De Efteling.

Villa Pardoes
Villa Pardoes is ondergebracht in een zelfstandige stichting en heeft het CBF-keurmerk voor goede doelen. Het idee voor Villa Pardoes is gebaseerd op het succesvolle concept van de organisatie “Give Kids The World” dat in de Verenigde Staten zieke kinderen een vakantie aanbiedt. Villa Pardoes is echter alleen bedoeld voor kinderen met een ernstige, soms levensbedreigende ziekte en hun families.

“Wij zijn erg verheugd om de Villa Pardoes te kunnen ondersteunen”, zegt Cees Balder, Managing Director van Henry Schein Dental in Nederland. “Het is verschrikkelijk kinderen te zien lijden. Om deze zieke kinderen een glimlach te bezorgen en energie te geven voor hun toekomst is een groot goed. Wij zijn erg blij en dankbaar voor de ondersteuning die we tijdens ons Dental Event hebben ontvangen van onze klanten voor dit belangrijke goede doel.”

Check
In aanvulling op de vele donaties door de bezoekers van het Dental Event  hebben ook Team Schein leden en Henry Schein als organisatie bijgedragen aan deze donatie zodat Henry Schein een cheque kon overhandigen ter waarde van € 6.000,-.

Dit initiatief is onderdeel van Henry Schein Cares, het wereldwijde programma voor maatschappelijk ondernemen van Henry Schein. Henry Schein Cares probeert de toegang tot zorg voor minderbedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van drie focusgebieden: gezondheid, preventie, behandeling en educatie, voorbereiding op noodgevallen en noodhulp, en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg.

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
malpraxis

Endodontologie: Topdiagnostiek of malpraxis?

De diagnose van een (ir)reversibele pulpitis is altijd klinisch. Aan de klinische testen zitten altijd beperkingen. Daarom zou je het liefst de diagnose stellen op grond van het histologische beeld, maar dit is niet haalbaar. Diagnostiek en behandelopties van (ir)reversible pulpitis.

Verslag van de lezing van Luc van der Sluis tijdens het NVvE congres De endodontische richtlijn

Biofilm
Biofilm is een verzameling van micro-organismen die neerslaan op een oppervlak. Regelmatig de biofilm verwijderen, stopt actieve cariës. Het proces verhardt als de bacteriën niet meer worden gevoed. Bacteriën zijn dan niet meer actief.

Indirecte pulpa overkapping (IPT)
Biofilm is hierbij gedeeltelijk verwijderd. Gedemineraliseerd weefsel is centraal achtergelaten en afgedekt met vitrebond en composiet. Hierbij wordt gestreefd naar behoud van de pulpavitaliteit.

Stepwise excavation
Hierbij wordt eerst een klein gedeelte van het zachte weefsel verwijderd en daarna overkapt. Na ongeveer 6 maanden wordt het weefsel opnieuw geopend en gereinigd. Daarna wordt de definitieve restauratie vervaardigd (tertiair dentine wordt gevormd). De resultaten van deze behandeling geven geen verschil met een indirecte overkapping.

Compleet verwijderen cariës
Literatuur studie: wanneer je cariës niet compleet verwijdert dan heb je veel minder pulpa exponaties. Er is een reductie van 77% aangetoond in vergelijking met complete cariës verwijdering (Cochrane collaboration 75). Er is onvoldoende bewijs dat behandeling mislukt door falende restauraties of pulpaproblemen. Een restauratie moet vervaardigd worden op hard dentine en wordt niet gedemineraliseerd. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat de restauratie die vervaardigd wordt, ondersteuning heeft en goed kan hechten.

Groeifactoren
Dentine is bioactief. Dit houdt in dat er groeifactoren vrijkomen bij verweking van het dentine bij het cariësproces. Groeifactoren geven een goede bijdrage aan de regeneratie van de pulpa. Het verweekte dentine moet dus niet alleen gezien worden als geïnfecteerde massa die weggehaald moet worden, maar dit kan ook waardevol zijn. In hoeverre groeifactoren belangrijk zijn voor bijdrage aan regeneratie is nog onbekend.

De reactie van dentine bij een ontsteking
Sclerose van de tubili:

  1. Tertiair dentine wordt gevormd
  2. Odontoblasten worden vervangen
  3. Bioactieve stoffen komen vrij 

Pulpotemie vs. pulpectomie
Vaak wordt gedacht dat een pulpotomie – gedeeltelijke verwijdering van de pulpa -obliteratie van het wortelkanaal veroorzaakt. Er is een 82% survival na 24 maanden zonder aanvullende behandeling nodig te hebben gehad. 2 van de 17 behandelde elementen moesten alsnog een pulpectomie – volledige verwijdering van de pulpa voor pijnvrij maken en 1 wegens prothetisch redenen (S. Simon, M. Perard, M. Zanini, A.J. Smith, E. Charpentier, S.X. Djole, P.J. Lumley).

Er is onvoldoende bewijs om alleen een pulpotomie – uit te voeren bij een irreversibele pulpitis. Het uitgangspunt is dan nog steeds een pulpectomie. Wel is het belangrijk dat het tot 2 jaar goed kan gaan en dat de pulpavitaliteit in de kanalen toch behouden kan blijven ondanks een pulpotomie.

Bij spoed gaat de voorkeur uit naar een pulpotomie, indien er niet genoeg tijd is om de kanalen goed te kunnen vijlen en spoelen. Indien er meer tijd is of als u te maken heeft met een pijnlijke parodontitis apicalis dan kan ook het wijdste kanaal worden geprepareerd. Dit is in de bovenkaak het palatinale kanaal en in de onderkaak het distale kanaal. Er moet dan wel tot de hoofdvijl worden geprepareerd anders gaat de voorkeur naar alleen pulpotomie.

Diagnose
De diagnose van een (ir)reversibele pulpitis is altijd klinisch. Aan de klinische testen zitten altijd beperkingen. Daarom zou je het liefst de diagnose stellen op grond van het histologische beeld, maar dit is niet haalbaar.

Uit een artikel van Koetschie blijkt een grote overeenkomst tussen de klinische en histologische diagnose. Er wordt gekeken of er een overeenkomst is tussen koude en warmte testen en het histologisch beeld. Bij een reversibele pulpitis kwam 96% overeen en bij een irreversibele pulpitis 84% (correlation between clinical and histological pulp diagnosis, Domenico Ricuccet, Simona Logbin and Jose E. Siqueist).

Behandelopties

  • Diepe cariës (ICDAS* (4), 5, (6)) en klinische diagnose reversibele pulpitis:
    IPT of Stepwise excavation
  • Diepe cariës (ICDAS (4), 5, (6)) en klinische diagnose irreversibele pulpitis:
    pulpectomie, IPT of pulpotomie
  • ICDAS 4= radiolucentie tot middelste 1/3 van het dentine
  • CDAS 5= radiolucentie tot in middelste 1/3 van het dentine, klinisch gecaviteerd
  • ICDAS 6 = radiolucentie tot in de pulpa, klinisch gecaviteerd

* ICDAS: the International Caries Detection and Assessment System

Theoretisch is het goed mogelijk dat vitaliteit in kanalen behouden blijft na pulpotomie bij irreversibele pulpitis. Het is nog onduidelijk waar de grens getrokken moet worden voor indicatie van pulpotomie of pulpectomie, maar er wordt steeds meer over bekend. Het is belangrijk dat dit wordt meegenomen in de nieuwe richtlijnen. Er is voldoende literatuur beschikbaar om gegrond soms van een pulpectomie af te wijken en naar IPT of pulpotomie uit te wijken.

Bij reversibele pulpitis is vaak overkapping of stepwise excavation een goede oplossing. Voor irreversibele pulpitis is nog steeds meestal de pulpectomie gewenst, maar het kan afwijken.

Pulpectomie vs. pulpotomie
Bij een irreversibele pulpitis is het gunstig om 3-4 mm vitaal pulpaweefsel apicaal te laten zitten. Apicaal zijn er geen bacteriën dus verwijdering is niet nodig. Vitaal pulpaweefsel kan bindweefsel worden wat gunstiger is voor het herstel van het parodontaal ligament. De peri-apex heeft een beter herstel als je er niet doorheen gaat. Dit gebeurt wel als je de elektronische lengtebepaler gebruikt en daarom is het gebruik van een elektronische lengtemeter niet nodig bij vitale pulpa. Lengtebepaling kan het beste worden gedaan aan de hand van foto met een geschatte lengte.

Vaak zit de peri-apex niet bij het foramen: bij meer dan 60% van de kanalen komt dit niet overeen. Meestal zit je door peri-apex heen. Bij 60% breng je schade toe aan het apicale parodontium. Het is beter om dit te voorkomen en daarom liever kort te blijven bij een vitale pulpa.

Bij parodontitis apicalis moet tot het foramen gevijld worden. Hierbij zijn de bacteriën ook apicaal geïnfiltreerd. Een elektrische lengte meting is heel betrouwbaar voor parodontitis apicalis.

Samenvattend

  • Vitale pulpa 3-4mm prepareren van de röntgenologische apex met behulp van een geschatte lengte
  • Bij geïnfecteerd kanaal tot aan peri-apex prepareren met behulp van elektronische lengtemeting

Conclusies

  • Behandeling wordt hoofdzakelijk bepaald door klinische pulpadiagnostiek
  • De klinische diagnose irreversibele pulpitis heeft wat speelruimte in behandelkeuze
  • Dentine heeft veel grotere bioactieve rol dan gedacht
  • Er zijn meerdere behandelopties (IPT, pulpotomie pulpectomie)
  • Er is meer aandacht nodig voor preventieve endodontie (pulparegeneratie)

Dr. Luc van der Sluis (ACTA 1985) promoveerde in 2007. Zijn werk in een verwijspraktijk combineerde hij met een aanstelling bij de ACTA. Van 2010 tot 2012 werkte hij bij de universiteit van Toulouse. Sinds 2013 is hij voorzitter van de sectie Conserverende Tandheelkunde bij het CTM-UMCG in Groningen en Principal Investigator bij het Kolffinstituut. Daarnaast is hij lid van de wetenschappelijke commissie van de NVvE en van de werkgroep richtlijnen endodontologie. Zijn huidige onderzoek richt zich op desinfectie van het wortelkanaal, pulpadiagnostiek en longitudinale klinische tandheelkundige studies.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van L. van der Sluis tijdens het NVvE Voorjaarscongres De Endo-Richtlijn.

Lees meer over: Endodontie, Thema A-Z