Diagnostiek van psychische problemen

Diagnostiek van psychische problemen

Een kwart van de Nederlanders heeft een psychische stoornis. Een patiënt kan zich vreemd gedragen in de mondzorgpraktijk, maar wanneer is dit gedrag of zijn de klachten die de patient presenteert buitenproportioneel en is er mogelijk sprake van een onderliggend psychisch probleem? Met behulp van een classificatie-methode kunt u hier achter komen.

Pluis versus niet-pluis
Een kwart van de Nederlanders vertoont kenmerken van een psychische stoornis. Een patiënt kan zich vreemd gedragen in de mondzorgpraktijk, maar wanneer is dit gedrag buitenproportioneel en is er sprake van een onderliggend psychisch probleem? Of bepaald gedrag buitenproportioneel is, kan op verschillende dimensies worden beoordeeld. Belangrijk is daarbij:
1. Hoe groot is het persoonlijk lijden?
2. In welke mate is het dagelijks functioneren beperkt?
3. Staat het beschreven in het psychiatrisch handboek, de Diagnostic and Statistical Manual (DSM)?

Classificatie psychische aandoening
Een psychisch gezonde patiënt functioneert normaal. Daarna volgen de patiënten die wel klachten en of problemen hebben maar geen psychische stoornis. Deze mensen moeten onderscheiden worden van mensen waarbij wel sprake is van een psychische stoornis. Hoe kunnen we een psychische aandoening bij iemand classificeren? Hiervoor kunnen de volgende zes stappen worden gebruikt.

Stappen

Stap 1
Is er sprake van een cognitieve stoornis, zoals een geheugenstoornis, of een beneveld bewustzijn? Voorbeelden zijn dementie, gebruik van medicatie, gebruik van drugs/alcohol.

Stap 2
Is er sprake van psychotische kenmerken? Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen wanen (zoals betrekkingswanen, paranoïde wanen, grootheidswanen) en hallucinaties (zoals gehoorhallucinaties, gezichtshallucinaties, reukhallucinaties, haptische hallucinaties etc.).

Stap 3
Is er sprake van een depressieve stemming of een depressie?
Hieronder vallen:
– Unipolaire depressie: de patiënt is neerslachtig, somber, heeft geen energie en geen plezier meer in de dingen die hij/zij doet. Omdat deze mensen vaak niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, kan dit zich uiten in een slechte mondhygiëne, slechte motivatie voor zelfzorg en een droge mond (ten gevolge van de antidepressiva).
– Bipolaire depressie: Hierbij treden er (soms sterke) schommelingen op in de bovengenoemde symptomen.

Stap 4
Is er sprake van gewichtsverandering of abnormaal eten? Voorbeelden zijn eetstoornissen zoals anorexia nervosa en boulimia nervosa. In de mond kan dit zichtbaar zijn door:
– Sterk verkorte voortanden ten gevolge van slijtage.
– Tanderosie op vlakken waar tanden geen contact met elkaar maken.
– Mucosale irritaties, droge mond, duizeligheid, misselijkheid, verward gedrag.

Stap 5
Gaat het om onverklaarde lichamelijke klachten?

Dit zijn onder andere:
– (Somatoforme) pijnstoornis: Er presenteren zich klachten waarbij geen oorzaak gevonden kan worden, oftewel pijnklachten die niet somatisch kunnen worden verklaard. Patiënten kunnen worden herkend doordat ze sterk gepreoccupeerd zijn met hun pijnklachten, ook zijn er vaak allerlei behandelingen uitgevoerd zonder resultaat. Psychische problemen en stress wordt als het ware ‘vertaald’ in een somatische (pijn)klacht. Bij deze patiënten is het beter om als tandarts zo min mogelijk te doen.

– Conversiestoornis: Bij deze stoornis is er geen gevoel meer op een bepaalde plaats, er is sprake van uitval van een zenuw. Er kan sprake zijn van verlammingen, spraakstoornissen of blindheid. Ook de pseudo-epileptische aanval (PNEA) valt onder deze groep. Vaak door de stoornis veroorzaakt door een trauma in de jeugd.

– Ongedifferentieerde somatoforme stoornis, waaronder kokhalzen. Kokhalzen kan goed behandeld worden indien het trauma-gerelateerd is (en het trauma dus kan worden verwerkt). In andere gevallen lukt de behandeling (gewenning) soms wel en soms niet, en kan een somatische oorzaak vaak niet worden gevonden.

Stap 6
Angst

Voorbeelden zijn:
– Er zijn wel 67 soorten potentiële angstwekkende stimuli (objecten en situaties) in de tandartspraktijk waar mensen met angst op kunnen reageren: geluid van de boor, extracties, wortelkanaabehandelingen
– Een aparte categorie: Kokhalsfobie, slikfobie, braakfobie
– Bloed-letsel-injectie fobie. Kenmerkend is de (aangeboren) bloeddrukdaling. Om te voorkomen dat een patiënt met deze fobie flauw valt, is het belangrijk om echt alle spieren te laten aanspannen. Door het aanspannen van de spieren wordt de bloeddruk namelijk zodanig verhoogd dat flauwvallen niet meer mogelijk is.

Conclusie
Goede diagnostiek is onmisbaar voor een goed behandelplan. Dat geldt zeker voor de psychische kant van de patiënt.
– Laat je leiden door je ‘pluis versus niet-pluis gevoel’.
– Laat je informeren over de patiënt (boek, internet, psycholoog, psychiater) en de beste aanpak.
Verwijs naar de huisarts indien de problematiek niet op tandheelkundige gebied ligt.

Prof. dr. Ad de Jongh
Ad de Jongh, tandarts en gz-psycholoog, is als bijzonder hoogleraar ‘angst en gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk’ verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) en als honorary professor aan de School of Health Sciences van Salford University in Manchester (UK). Daarnaast is hij verbonden aan de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT), is hij hoofdopleider van de postinitiële opleiding tot tandarts-angstbegeleiding en heeft hij een privépraktijk gespecialiseerd in de behandeling van psychotrauma.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Ad de Jongh tijdens het congres Diagnostiek van Bureau K alker.

 

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z
Ouderentandarts mondzorg voor ouderen

Start programma Mondzorg voor kwetsbare ouderen

Mondzorg voor kwetsbare ouderen krijgt stevige impuls

Een groot aantal partijen gaat samen werken aan het verbeteren van de mondgezondheid van thuiswonende kwetsbare ouderen. Een speciaal programma moet ervoor zorgen dat zo veel mogelijk mensen oud worden met een goed eigen gebit, of zo lang mogelijk goed kunnen blijven kauwen met een kunstgebit. Dat draagt bij aan een hogere kwaliteit van leven.

Programma Mondzorg voor kwetsbare ouderen
In het ‘Programma Mondzorg voor kwetsbare ouderen’ werken het ministerie van VWS, de mondzorgkoepels ANT, KNMT, NVM, ONT en NVIJ, patiëntenorganisaties Consumentenbond en NPCF en Zorgverzekeraars Nederland samen aan brede implementatie van initiatieven om de mondgezondheid van ouderen te verbeteren.

Samenwerking
Ook zoeken ze samenwerking met andere zorgverleners in de eerste lijn, zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen en apothekers. Zoals de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport ook aangeeft in de Kamerbrief is het van essentieel belang dat partijen binnen de eerstelijnszorg gezamenlijk optrekken om te komen tot samenhangende zorg voor deze kwetsbare groep.

Het programma is nodig omdat er steeds meer kwetsbare ouderen komen die steeds vaker en langer thuis wonen. Uit ervaringen en onderzoek blijkt dat de mondgezondheid van kwetsbare ouderen matig tot onvoldoende is. Kwetsbare ouderen hebben vaak moeite met de dagelijkse verzorging van hun gebit en lijken uit beeld te raken in de mondzorgpraktijken.

Initiatieven
De vijf initiatieven die de betrokken partijen starten zijn:

  • Er wordt systematisch onderzocht welke belemmeringen ouderen ervaren voor een goede mondgezondheid. Vervolgens wordt gekeken hoe deze weggenomen kunnen worden. Dat kan ook gelden voor financiële belemmeringen.
  • Een speciale praktijkwijzer met advies over het ‘senior proof’ maken van mondzorgpraktijken wordt mondzorg-breed geïmplementeerd.
  • Het onderwerp mondzorg wordt geagendeerd bij alle relevante opleidingen in de eerste lijn met als doel opname van mondzorg in die opleidingen.
  • De samenwerking met huisartsen, verpleegkundigen, verzorgenden en apothekers wordt versterkt, onder andere door een multidisciplinaire richtlijn op te stellen.
  • De partijen starten een nationale bewustwordingscampagne.
Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
Minischroeven

Minischroeven: toepassingen en complicaties

De meest voorkomende complicaties van de minischroef zijn ‘verlies’, ‘gingiva-overgroei’ en ‘gingivia-irritatie’. Hoe kan dit voorkomen worden?

Migratie van de minischroef
Het kan voorkomen dat een minischroef niet op zijn plaats blijft zitten. Vaak is er sprake van een voorwaartse tipping van de schroef. Stabiliteit van de minischroef is afhankelijk van de dikte van het corticale bot waarin de schroef geplaatst wordt (primaire stabiliteit). Ook de plaatsingstechniek heeft invloed op de primaire stabiliteit. Indien noodzakelijk, moet de schroef opnieuw geplaatst worden.

Complicaties van het zachte weefsel
De meest voorkomende complicaties van het zachte weefsel zijn gingiva-overgroei en irritatie van de gingiva. De kans op ontsteking van de mucosa kan beperkt worden door de minischroef te plaatsen in ontstekingsvrije aangehechte gingiva. Eventueel kan de minischroef afgedekt worden met bijvoorbeeld een healing abutment. Optimale mondhygiëne is belangrijk. Eventueel kan er gespoeld worden met chloorhexidine en/of fluoride mondwater, dit geeft een significante reductie van het aantal micro-organismen in de mond.

Risico radix beschadiging
12-16 weken na het verwijderen van de minischroef, zijn de parodontale structuren volledig genezen. Indien een minischroef in of vlakbij een radix wordt geplaatst dan neemt de kans op verlies van de minischroef toe. Het raken van een radix is echter een zeldzame complicatie en wordt bijna altijd (ondanks de verdoving) opgemerkt door de patiënt. Hier moet de behandelaar tijdens het plaatsen bedacht op zijn.

Het plaatsen van een minischroef
De meest voorkomende problemen bij minischroeven komen voort uit de chirurgische procedure. Het is verstandig voorafgaand aan het plaatsen een röntgenfoto te maken van de insertie plaats. Het succespercentage ligt bij orthodontisten en kaakchirurgen even hoog.

Bacteriën en minischroeven
Binnen drie weken na het plaatsen van de minischroef vindt er bacteriële kolonisatie plaats rondom de minischroef.

Conclusie

  • Minischroeven zijn breed toepasbaar.
  • Zowel de orthodontist als de kaakchirurg kan de minischroeven plaatsen.

Lezing door: Drs. Christos Livas is orthodontist, afdeling Orthodontie, UMCG.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met de afdeling MKA-chirurgie, de afdeling Orthodontie, de Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut  en de Stichting PAOT-NN.

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
kronen-en-bruggen-nza onderzoek

NZa neemt materiaal- en techniekkosten mondzorg onder de loep

De NZA is een onderzoek gestart naar de materiaal- en techniekkosten in de mondzorg. In een persbericht zegt de NZa: “Kortingen die aanbieders in de mondzorg ontvangen bij de inkoop van materialen en technieken, moeten zij volledig doorberekenen aan hun patiënten. Als zij deze korting in hun eigen zak steken, zijn de patiënten de dupe want zij betalen een te hoge rekening.”

Signalen
De autoriteit zegt signalen te ontvangen dat tandartsen hun patiënten soms teveel laten betalen voor de materiaal- en techniekkosten. “Door middel van nationale maar ook internationale constructies met bijvoorbeeld ‘papieren’ tussen-BV’s of inkoopcombinaties steken deze mondzorgaanbieders (bulk)kortingen in eigen zak. Een andere methode is het via soortgelijke constructies verhogen van de prijs van ingekochte bruggen en kronen zonder dat daar reële kosten tegenover staan. De consument is daarvan de dupe. Die loopt dan immers de inkoopkorting mis en betaalt te veel”, aldus de NZa.

Tips voor consument
De NZa geeft consumenten nu de volgende tips om de prijs te controleren:

  • Vraag uw tandarts om een toelichting bij de rekening.
  • Vraag om de inkoopfactuur bij het plaatsen van een kroon of brug.
  • U kunt zo de inkoopprijs vergelijken met het bedrag op de factuur.
  • Als iets niet duidelijk is, kan uw tandarts of orthodontist de rekening toelichten.
  • Vermoedt u een mogelijke misstand? Meld het bij de NZa.

Ook heeft de NZa een Factsheet_Materiaal_en_techniekkosten_bij_mondzorg ontwikkeld met antwoorden op vragen over materiaal en techniek. Deze factsheet licht de regel voor het in rekening brengen van de materiaal- en techniekkosten toe. Er staan vragen in als “Mogen er bij verrichtingen apart materiaal- en techniekkosten in rekening worden gebracht?” en “Waarom moet de mondzorgaanbieder de materiaal- en techniekkosten 1-op-1 doorrekenen?

Onderzoeken
Op basis van de signalen start de NZa met meerdere gerichte onderzoeken waarbij wordt gecontroleerd of mondzorgaanbieders hun materiaal- en techniekkosten juist doorberekenen. “Als de regels worden overtreden, grijpt de toezichthouder in.”

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
antbiotica

Minder gebruik van antibiotica in veel landen binnen handbereik

Het antibioticagebruik per Europees land verschilt enorm. Waar in Nederland het gebruik heel laag ligt is dit in vele andere landen een ander verhaal.

Op 17 juni organiseerden het NIVEL en de Universiteit van Antwerpen het congres “Towards a more prudent use of antibiotics in the European Union”.  Het congres was een geassocieerde bijeenkomst van het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie. Beleidsmakers en veldpartijen uit 21 Europese landen kwamen bij elkaar en wisselden ideeën uit om het antibioticagebruik te verbeteren. Dit varieerde van een landelijke aanpak in bijvoorbeeld Spanje, Zweden en Groot-Brittannië tot voorbeelden van relatief eenvoudige lokale interventies die gemakkelijk over te nemen zijn. Resultaat van het congres is het “Utrecht statement on antibiotic use” waarin acties aangekondigd worden om als Europa en in de lidstaten te werken aan een rationeler gebruik van antibiotica.

Zelfmedicatie
In veel landen in Zuid- en Oost-Europa kunnen mensen antibiotica nog zonder recept kopen bij de apotheek. Binnen de EU mag dit dan wel niet, maar dat zegt niet dat het ook niet gebeurt. Ook worden vaak meer pillen verstrekt dan nodig zijn voor één kuur. Mensen bewaren deze en gebruiken ze weer wanneer ze denken ze nodig te hebben. Hierbij is vaak helemaal niet duidelijk of deze mensen überhaupt een bacteriële infectie hebben.

 

Zes landen-test
Dit ARNA project richtte zich met name op zelfmedicatie. In zes landen: Spanje, Italië, Hongarije, Roemenië, Griekeland en Cyprus is onderzoek gedaan. In alle zes landen blijkt het inderdaad mogelijk antibiotica bij de apotheek te kopen, al is er wel duidelijke verschil tussen de landen. In Griekenland en Roemenië is het bijvoorbeeld gemakkelijker dan in Italië. Naast zelfmedicatie hebben de zes landen ook een hoog gebruik van voorgeschreven antibiotica.

Verbetering in aantocht
In het ARNA project hebben het NIVEL en de Universiteit van Antwerpen met deze landen gewerkt aan plannen om het gebruik van antibiotica in hun land terug te dringen. Belangrijk was een breed draagvlak, waarvoor in alle landen is samengewerkt met beleidsmakers op het gebied van antibiotica. Alle veldpartijen zijn betrokken geweest bij landenbijeenkomsten. Nieuw voor veel landen was dat ook consumentenorganisaties deelnamen. Dit is belangrijk omdat het bewust maken van de gevaren van onjuist gebruik van antibiotica juist ook voor  de algemene populatie van groot belang is. Artsen en apothekers in de zes landen ervaren namelijk een druk vanuit patiënten om antibiotica voor te schrijven of te verkopen.

De rapportage van het ARNA project wordt later dit jaar verwacht.

Bron:
Nivel

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Fluoride

Fluoride als trigger voor ADHD en autisme?

Amerikaanse wetenschappers hebben bevonden dat fluoride bijzonder nauw verwant is aan ADHD en andere neurologische aandoeningen, zoals autisme en dyslexie.

Negatieve beïnvloeding hersenen
Deze conclusie werd getrokken uit een meta-analyse van 27 studies. Hieruit bleek dat fluoride de ontwikkeling van de hersenen negatief kan beïnvloeden. Dit kan worden toegeschreven aan de stof neurotoxine. Volgens de onderzoekers zou het aantal veroorzaakte ‘storingen’ de afgelopen jaren zijn verdubbeld.

Fluoridegebruik niet af te raden
Fluoride zou een van de meest effectieve manieren zijn op tandbederf te bestrijden. “Fluoride is een van de meest bestudeerde medicijnen ter wereld. Met meer dan 300.000 wetenschappelijke studies werd er nooit eerder een gezondheidsrisico bevonden, mits gebruik wordt gemaakt van de juiste dosis. Sterker nog, fluoride zou een van de grootste redenen zijn dat het aantal gaatjes de laatste jaren flink is gedaald.”, aldus de Duitse tandheelkundige organisatie BZÄK. Zij raden fluoride-gebruik dan ook zeker niet af.

Bron:
The Lancet & ZWP online

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Wolter-Brands voorzitter KNMT

Wolter Brands gekozen tot voorzitter KNMT

Wolter Brands is de nieuwe voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT). De leden van de beroepsvereniging voor tandartsen stemden donderdagmiddag 23 juni in met zijn benoeming op de Algemene Vergadering. Brands volgt Hendrike van Drie op, die het afgelopen halfjaar waarnemend voorzitter was.

Tandheelkunde én Nederlands recht
Brands (60) studeerde tandheelkunde en Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en is gepromoveerd in het gezondheidsrecht. Hij werkt als tandarts in een groepspraktijk in Vaassen. Ook is hij rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Midden Nederland en hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. Eerder was hij onder meer voorzitter van het Nederlandsch Tandheelkundig Genootschap (NTG), president van de International  Dental Ethics and Law Society (IDEALS) en hoofddocent aan het Radboudumc.

Regie in de mondzorg
Brands heeft zin in zijn nieuwe taak: ‘Samen met mijn mede-bestuursleden ga ik me met veel plezier hard maken voor de belangen van tandartsen en hun patiënten. Bijvoorbeeld als het gaat om de regie in de mondzorg. Wij vinden dat de tandarts het eerste aanspreekpunt moet zijn voor de patiënt. Logisch zou je zeggen, de patiënt wil graag een ‘one stop shop’ en de tandarts heeft het breedste zorgaanbod. Ook willen we nauwer gaan samenwerken met andere eerstelijns zorgverleners, zoals huisartsen. Bijvoorbeeld om samen met andere eerstelijnorganisaties de bureaucratie in de gezondheidszorg terug te dringen.’

Hoofdbestuur
Samen met Brands zijn ook Henk Donker (penningmeester), Richard Kohsiek (lid) en Dedan Schmidt (lid) in het hoofdbestuur van de vereniging gekozen.

 

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Wereldwijd verbeteren van mondgezondheid noodzakelijk

De Europese Federatie van Periodontologie (EFP) heeft een oproep gedaan voor het wereldwijd verbeteren van de algemene- en mondgezondheid.

EFP
De EFP werkt als overkoepelend orgaan voor 29 landen, verspreid over Europa, Noord-Afrika en het Midden Oosten. In deze gebieden hebben zij de afgelopen 25 jaar hun best gedaan om hier de dentale gezondheid van de bevolkingen te verbeteren, waarnaast zij veel onderzoeken hebben gedaan naar tandvleesaandoeningen – een aandoening die vooral in Europa vaak voorkomt.

Tandvleesaandoeningen en chronische ziektes
Uit een van deze onderzoeken bleek een link tussen tandvleesaandoeningen en chronische ziektes, zoals diabetes type 2, cardiovasculaire aandoeningen of andere blijvende gezondheidsproblemen. Parodontale specialisten en tandartsen kunnen een hele grote rol spelen bij het begeleiden van deze mensen om geleidelijk aan de gezondheid van hun gebit te verbeteren, of zelfs te kunnen voorkomen door het problemen in een vroeg stadium te detecteren.

Rol tandarts steeds groter
‘Tandartsen worden steeds belangrijker in het veranderen van een eventuele slechte houding van patiënten ten opzichte van hun mondgezondheid, en bij het promoten van gezondheid. Dit is extra belangrijk omdat de tandartspraktijk over het algemeen de meest bezochte ‘zorgfaciliteit’ is door mensen. Dit biedt de ideale mogelijkheid om ziektes te voorkomen, of op zijn minst op tijd op te merken’, aldus Soren Jepsen – president van EFP.

Algemene gezondheid
Jepsen promoot de rol van tandartsen als hulp bij het verbeteren van de algemene, wereldwijde gezondheid. EFP collega Juan Blanco sluit zich hier volledig bij aan. ‘Voor mij is het prioriteit om de gezondheid van tandvlees en tandvleesaandoeningen hoog op de gezondheidsagenda te krijgen – wat voor het eerst in de geschiedenis zou zijn. Op deze manier hopen we bij te dragen aan het belang van de patiënten, autoriteiten, gezondheidsagents en het complete volk in zijn algemeenheid, door middel van bewustzijn creëren van parodontologie, en door het doen van onderzoek constant te blijven aanmoedigen.’

Bron: Dentistry.co.uk

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Geen verband cariës en overgewicht bij kinderen

Geen verband tussen overgewicht en cariës bij kinderen

Obesitas en cariës hebben allebei invloed op de algemene gezondheid. De vraag is of de twee ziekten met elkaar in verband staan, zodat deze eventueel gezamenlijk kunnen worden aangepakt. Echter blijkt uit onderzoek dat kinderen met tandbederf niet vaker overgewicht hebben.

Obesitas en tandbederf hebben allebei invloed op de algemene gezondheid. De vraag is of de twee ziekten met elkaar in verband staan, zodat deze eventueel gezamenlijk kunnen worden aangepakt. Echter blijkt uit onderzoek dat kinderen met cariës niet vaker overgewicht hebben.

Resultaat
230 kinderen tussen de 5 en 8 jaar oud hebben deelgenomen aan het onderzoek. De BMI-index is bij de jonge patiënten bepaald en er is gekeken naar de ernst en omvang van tandbederf. 18,3% had overgewicht waarvan 80,4% door cariës aangetaste tanden. Van het aantal kinderen die geen overgewicht, had 81,1% tandbederf. Anders dan verwacht, is er dus geen verband tussen cariës en overgewicht.

Geen voorspeller
De onderzoekers concluderen dat cariës geen voorspeller is van overgewicht, of andersom. Ondanks dat zij wel gemeenschappelijke risicofactoren hebben zoals het gebruik van suikerhoudende dranken. Een mogelijke verklaring is dat je door suikerhoudende drank wel gaatjes kan krijgen, maar dat de hoeveelheid invloed kan hebben op het gewicht. Een gemeenschappelijk aanpak voor de preventie van cariës en overgewicht wordt dus door de resultaten niet ondersteund. De onderzoekers benadrukken wel dat de onderzoekspopulatie waarschijnlijk niet representatief is, aangezien de gevonden prevalentie van tandbederf (81%) veel hoger is dan het gemiddelde onder de Nederlandse 5-jarigen (namelijk 41%).

Bron:
BioMed Central

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
desinfecteren

Voorkom kruisbesmetting door desinfecteren van praktijkruimtes

Waar moet de praktijkindeling idealiter aan voldoen om de verspreiding van pathogene micro-organismen zoveel mogelijk te voorkomen? Welke middelen zijn er beschikbaar voor reinigen en desinfecteren?

Verslag van de lezing van dr. Alexa Laheij tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

Mensen dragen 1-3 kg micro-organismen bij zich. Als deze uit balans zijn, kan dit leiden tot ziekte. Sommige micro-organismen leiden tot infectieziektes (MRSA, VRE, ESBL; deze micro-organismen zijn antibiotica resistent.) De resistentie van bacteriën tegen antibiotica komt steeds vaker voor. Ook gaat de verspreiding van deze bacteriën steeds sneller. Dit komt omdat de mens steeds reislustiger is, maar ook doordat er weinig nieuwe antibiotica ontwikkeld wordt. Het is voor de industrie niet interessant om nieuwe antibiotica te ontwikkelen. Het is erg lastig en antibiotica wordt door de meeste mensen maar kort gebruikt. Hierdoor levert het niet genoeg winst op. Een MRSA-besmette behandelaar mag niet behandelen, deze moet eerst van de bacterie zien af te komen.

Trend
Als de trend van de hoeveelheid mensen die doodt gaat aan een infectie met een resistente bacterie zich doorzet, zijn er in 2050 net zoveel personen die dood gaan aan een infectie met een resistente bacterie, als dat er nu personen dood gaan aan kanker. Een besmetting met een bacterie is niet ernstig, maar een infectie kan wel ernstige gevolgen hebben. U kunt dus best een resistente bacterie bij u dragen, zonder dat dit meteen ernstige gevolgen heeft. Omdat we veel bacteriële infecties in de toekomst niet goed meer kunnen behandelen met antibiotica, lijkt het zaak om de verspreiding van de multi-resistente bacteriën te verminderen of te voorkomen.

Wat kunnen we doen om de verspreiding van deze bacteriën te voorkomen?
De bacteriën worden overgedragen door contact met bloed of slijmvliezen. De tandarts kan kruisbesmetting proberen te voorkomen. Dit kan door de praktijk in te delen in kritische en niet-kritische ruimtes. Kritische ruimtes zijn over het algemeen alleen de behandelkamers en de sterilisatieruimte. Dit zijn ruimtes waarin werkkleding en persoonlijke bescherming moet worden gedragen. Dit zijn handschoenen, bril en neusmondmasker.

Niet-kritische ruimtes zijn de wachtkamer, gang, toilet, eetruimte, kantoor, etc. In deze ruimtes is het niet verplicht werkkleding te dragen. Persoonlijke bescherming mag in deze ruimtes niet gedragen worden.

Ontstaan van besmetting
Besmetting kan ontstaan door smeercontaminatie. Hierbij raakt u bijvoorbeeld met uw handen eerst het ene besmette object aan, waarna u de bacteriën overdraagt naar een ander nog schoon object.

Een andere vorm van besmetting is besmetting door aerosolen. Hierin is de tandheelkunde binnen de gezondheidszorg uniek. Aerosolen zijn deeltjes in de lucht, welke zo klein zijn dat je ze niet kunt zien. Deze deeltjes verspreiden zich door de ruimte en komen daarna in ongeveer 30 minuten naar beneden en besmetten zo alle oppervlakken.

Het verdient de aanbeveling om dan ook alle kasten afsluitbaar te maken en zo veel mogelijk dicht te houden. De vloeren moeten glad en naadloos zijn. Er mogen geen stoffen gordijnen aanwezig zijn. Planten mogen niet in de kritische ruimtes geplaatst worden. Een airconditioning is (voorlopig) toegestaan, omdat er niet bewezen is dat dit de besmetting vergroot.

Schoon en vuil gedeelte in de praktijk
Ruimtes en werkbladen moeten worden in gedeeld in een schoon en vuil gedeelte. Vuil mag niet in aanraking komen met schoon. Alles wat wel vies is geworden moet worden gereinigd en gedesinfecteerd, het is dus makkelijk om zo weinig mogelijk op het werkblad te hebben staan.

Telefoon, computer, toetsenbord en muis
Een telefoon in de behandelkamer is toegestaan, maar moet buiten de spatzone staan. Deze mag bijvoorbeeld niet naast de computer staan. Dit omdat de computer eigenlijk altijd in de spatzone staat. Het toetsenbord en de muis moeten dus ook afneembaar zijn of beschermd worden met een vervangbare hoes. Deze hoes moet dan na elke patiënt worden vervangen.

De reiniging, desinfectie en sterilisatieruimte moet ook zichtbaar gescheiden worden in een schoon en een vuil gedeelte.

Thermodesinfector en autoclaaf
Al het semi-kritische instrumentarium (alles wat in aanraking komt met de patiënt) moet in de thermodesinfector worden gereinigd en gedesinfecteerd. De thermodesinfector reinigt eerst en desinfecteert daarna. Reinigen moet altijd eerst plaats vinden, voordat goed gedesinfecteerd kan worden. Een thermodesinfector geeft een heel schoon eindresultaat, een autoclaaf verwijdert alleen nog de sporevormers. Deze worden dus als enige niet door een thermodesinfector verwijderd.

Alle producten die niet thermisch gedesinfecteerd kunnen worden, moeten chemisch gedesinfecteerd worden.

Chemische reiniging kan met:

  • Alcohol (30s inwerktijd)
  • Chloor (5m inwerktijd, een afdruk moet dus minimaal 5 minuten in het bad liggen)
  • Peroxide (corrosief)
  • Quaternair ammoniumverbinding (dit desinfecteert niet volledig, sommige bacteriën blijven toch nog leven)
  • Glucoprotamine (inwerktijd van 15-60 minuten, dit kan gebruikt worden als tijdelijk bewaarbad voor vies instrumentarium)
  • Chloorhexidine (desinfectie van slijmvliezen voor een chirurgische ingreep, doodt alleen bacteriën, maar niet de virussen en schimmels)

Autoclaaf niet te vol pakken en uitdampen
Kritisch instrumentarium wordt gebruikt bij chirurgische ingrepen. Deze dienen gesteriliseerd te worden in een autoclaaf. Bij het gebruik van een autoclaaf moet er op gelet worden dat deze niet te vol gepakt wordt, aangezien de zakjes moeten kunnen opbollen. Ook moeten de zakjes aan het einde van het sterilisatieproces helemaal opdrogen. Ze mogen niet vochtig opgeborgen worden! Bij het vochtig opbergen, is het niet meer steriel.

Hoekstukken: extern en intern reinigen
Hoekstukken moeten behalve extern ook intern gereinigd worden. Dit kunt u doen met speciale hulpstukken voor in de thermodesinfector. Een nadeel is dat de cyclus van de thermodesinfector erg lang is. Een ander, sneller alternatief is de DAC. De DAC reinigt, oliet en desinfecteert de hoekstukken in 12 minuten.

Laheij is tandarts, heeft een praktijk in Voorschoten en is onderzoeker op ACTA.

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van het ANT-congres Dental Studie Update.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Praktijkhygiëne, Thema A-Z
prevention

Prevention is the key: we can make a difference

Mondhygiënist Dyonne Leerdam startte in Suriname haar eigen mondzorgpraktijk. Tijdens haar werk kwam ze veel slechte gebitten tegen en begon een stichting om preventie op een hoger niveau te krijgen. Prevention is the Key, is haar grootste project.

Verslag van de lezing van Dyonne Leerdam tijdens het NVM-congres.

Op het podium stond een vrouw met een duidelijke missie. Haar presentatie maakte duidelijk indruk en Dyonne Leerdam ontving na haar afsluiting een zeldzaam lang applaus. Prevention is the Key, We Can Make A Difference, luidde haar presentatie titel. Dyonne werkt in een gebied waar mondzorg (en voornamelijk de preventieve tak) achtergesteld is en waar een totaal andere sfeer heerst. Ze werkt namelijk in Suriname. Zij liep haar stage in Suriname en werd kort na haar vertrek weer teruggevraagd door haar stagepraktijk. Vijf jaar geleden startte Dyonne er haar eigen praktijk.

Onderzoek
Tijdens haar werk kwam ze veel slechte gebitten tegen. Ze vroeg zich af hoe dat nou kwam. Was dit soms normaal in deze regio? Om aandacht te vragen voor dit probleem en om met cijfers te komen, startte ze in 2012 een onderzoeksproject “Hoe gezond is uw mond” met de hulp van Nederlandse stagiaires. Bij 289 participanten scoorden ze de DPSI waarbij slechts 8 personen op de lage DPSI 2 uitkwamen. De overige participanten scoorden voornamelijk DPSI 4. Sinds dien vindt dit jaarlijks plaats onder de naam “de week van de mondhygienist”

Projecten
“Hoe kan dit? Wat kan ik doen? Ik ben maar in mijn uppie?”, vroeg Dyonne zich af. Ze zette een stichting ter bevordering van de mondgezondheid op waardoor diverse projecten en evenementen worden geinitieerd. Enkele daarvan lopen min of meer synchroon met die van de NVM in Nederland. Zo hield ze de Week van de Mondhygiënist en de Diabetesmaand. Want: “Je kunt niet achterlopen, ook al ben je in je eentje!”

In laatste Week van de Mondhygiënist stonden mensen in rijen voor de deur. Dit keer bepaalde ze niet alleen de DPSI maar – samen met een verpleegkundige, en een personal trainer – ook de BMI, de bloedsuikerwaarde en de bloeddruk. In totaal heeft ze 144 mensen in de stoel kunnen helpen. De resultaten moet ze nog uitwerken: “Dat lezen jullie vast nog wel ergens. In elk geval kan ik zeggen dat er slechts 3 patiënten de DPSI 2 hadden. Waarvan een de eerste participant was: Een 70-jarige Nederlander, die al jaren trouw haar mondhygienist bezocht.”

Prevention is the Key
Voor haar grootste project Prevention is the Key bezoekt ze het binnenland. “In Botopasi geven de kinderen aan drie jaar met kiespijn te lopen!” Er wordt daar normaal gesproken enkel curatief gehandeld: een paar gezondheidswerkers hebben namelijk geleerd te extraheren. Verder zijn er geen gekwalificeerde tandheelkundigen in het binnenland van Suriname. “Het is ongelooflijk, daar zitten standaard 10 mensen in de wachtkamer en er zijn in de hele dokterspost maar 3 mondspiegels te vinden! Die worden alleen schoongemaakt met alcohol…”

Preventieprogramma
Dyonne is zeer ambitieus en wil in de vraag voorzien. De mensen daar hebben namelijk wel een enorme informatiehonger. Ze wil een constructief preventie programma creëren voor het binnenland van Suriname. Ze wil minder pijnklachten en een mindshift bij de jeugd bewerkstelligen.

“Dyonne bezocht de school in Botopasi. Deze school heeft 175 kinderen. Veel van deze kinderen hadden een 100% plak/bloedingsscore. Ze gaf met haar stagiaire poetslessen boven het open riool… Een andere plek was er nou eenmaal niet. De tandenborstels blijven op school en de juffen werken goed mee. Ze merkt duidelijk verandering: 16% minder plaque is het resultaat van het eerste kwartaal. Ook zijn er minder pijnklachten en hebben minder kinderen last van mondgeur. Deze mondgeur werd als eerst gesignaleerd door de docenten. De docenten zijn dus blij met haar/ het initiatief van de stichting!

Dyonne zou dit project graag willen kunnen blijven voortzetten en uitiendelijk opzetten in andere dorpen, maar de financiën zijn een groot probleem.

Tip
Als laatste gaf Dyonne de mondhygiënisten een portie power in de vorm van een speech: “Hol niet steeds naar de NVM, zet zelf je schouders er onder. Wij zijn als mondhygiënisten belangrijk! Vraag jezelf af, wat kan IK doen en doe het op je eigen manier.”

Dyonne Leerdam is NVM-mondhygiënist en oprichter van de eerste mondhygiënistenpraktijk in Suriname. Voor meer informatie bezoek de website of de facebook pagina

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Dyonne Leerdam Clerx tijdens het NVM-voorjaarscongres.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

De implantaatgesteunde frameprothese

Welke mogelijkheden biedt de implantologie voor uitneembare voorzieningen? Met name vrij-eindigende frameprotheses in de onderkaak hebben een beruchte prognose ten aanzien van patiënt comfort. Implantaatsteun kan van grote waarde zijn.

Verslag van de lezing van drs Martijn Brenkman tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

De frameprothese verandert niet mee met de patiënt en levert zo doende in de loop van de jaren problemen op. De patiënt denkt dan telkens aan “dat niet goed passende ding” in zijn mond. Met de toename van ouderen neemt het aantal frames ook toe. Ondanks alle innovaties, zijn er nog steeds veel patiënten die in aanmerking komen voor frames. Vaak spelen de financiële mogelijkheden van de patiënt een rol bij de keuze van een frameprothese. Veel dragers van een frameprothese hebben als criterium: “Als ik maar kan kauwen”.

Partiële prothese
Bij drie tot vier occluderende paren is sprake van een functionele dentitie en is een partiële prothese acceptabel in tegen stelling tot de volledige prothese. Het frame zou zich moeten blijven ontwikkelen om het de patiënt geriefelijker te maken. Het raster, de minor en de occlusale steunen kunnen digitaal ingepland en geprint worden. Maar metaal kan nog niet geprint worden. Op het model wordt het kunststof gepast en daarna wordt de uiteindelijk versie gemaakt. Het is dus maar half digitaal. Toch is het volledig digitale frame de toekomst. Maar ook dit kan nog steeds problemen geven, want de patiënt blijft nou eenmaal anders dan een print.

Objectief versus subjectief
Met het verlies van gebitselementen neemt de kauwefficiëntie slechts objectief af. De tandarts houdt er daarom vaak een andere mening op na dan de patiënt die het subjectief beleeft. De patiënt redt zich wel: bij een matig zittende prothese wordt het frame al gauw thuisgelaten.

Toepassing
De perceptie tussen de patiënt en de tandarts kan dus behoorlijk verschillen. Het enige voorspelbare in deze is de frontvervanging vanwege esthetische redenen. Een patiënt gaat nu eenmaal niet zonder voortanden rondlopen.

Een frameprothese is verder een goede oplossing als aanvulling op de processus alveolaris, bij meerdere grote diastemen, bij problemen met de belastbaarheid en als de prognose slecht is. In dat laatste geval is het een “sjieke” vorm van afbouwen. Is afbouwen niet het doel, dan is het zaak dat na plaatsing van het frame naar de mondhygiënist wordt verwezen. “De patiënt moet om de drie maanden naar de mondhygiënist wegens hoog risico op wortelcariës. De mondhygiëne moet rigoureus beter. De gebitselementen zijn niet voor niets verloren gegaan”, zegt Brenkman.
Hij toonde hierbij een foto van een gebit met forse recessies, cariës en plaque als ondersteuning.

foto implant

foto implant2

Vrij-eindigende prothesen
Bij een vrij-eindigend partieel gaan de elementen en het frame werken als een wig. Het geeft slijtage van de elementen waar het partieel op steunt en het zit niet prettig. Wil men dit voorkomen, dan biedt ondersteuning via een dorsaal implantaat uitkomst. De juiste positie van het implantaat is dan wel heel belangrijk. Het kan een enorme mobiliteitsreductie betekenen. De ankers kunnen eventueel verwijderd worden.

Als laatste tip gaf Brenkman mee om de lengte en locatie van het abutment op het model te noteren zodat het eenvoudig terug te vinden is in de kaak.

Drs. Martijn Brenkman is tandarts en voltijds werkzaam bij de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daar is hij verantwoordelijk voor het theoretische en praktische onderwijs in de partiële prothetiek aan studenten in de Bachelor- en Masterfase van de tandheelkunde opleiding in Groningen. Complexe restauratieve problemen bij (medisch-) gecompromitteerde patiënten hebben zijn bijzondere interesse. Als clinicus is hij betrokken bij een prospectieve studie naar implantaatgesteunde frameprotheses.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van drs Martijn Brenkman tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Roken

Roken verandert microbiome in de mond

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat roken de microbiome in de mond zodanig aanpast, dat dit gevolgen kan hebben als het ontstaan van tandbederf of last met het afbreken van afvalstoffen.

Roken
Het roken van sigaretten is de grootste oorzaak van te voorkomen ziektes en sterfgevallen in de Verenigde Staten. Dit staat gelijk aan 16 miljoen mensen met een door roken veroorzaakte ziekte en een jaarlijks aantal doden van 480.000 – 20% van alle doden dus.

Onderzoek
Onderzoekers van de New York University Langone Medical Center hebben genetische testen gedaan om zo de impact van roken op de microbiota in de mond te onderzoeken. Er werden samples van het speeksel van 1204 volwassenen verzameld, zowel rokers, als ex-rokers en niet-rokers, die vervolgens werden onderzocht. Alle deelnemers waren 50 plus.

Resultaten
Uit de resultaten bleek een groot verschil tussen de microbiota in de mond van de rokers en de niet- en ex-rokers. Bij de rokers werd van 150 bacteriesoorten veel hogere aantallen gevonden, en van 70 anders soorten juist veel lagere. Van Streptococcus werd bijvoorbeeld 10% meer gevonden in de rokersmonden.

Wat ook uit de resultaten bleek is dat de niveaus van microben weer bijtrekken naarmate iemand langere periode is gestopt met roken. Hoelang dit echter precies is, is niet bekend.

Bron: Nature.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Hoe gaat u om met ziekteverzuim?

Als u een zieke medewerker heeft die gedwongen is haar werk te verzuimen, heeft dat gevolgen voor uw praktijk. Hoe gaat u daarmee om?

Video door:

Anna Berends van Loenen.

 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel, Thema A-Z, Video
Preventieve mondzorg ouderen

Preventieve mondzorg in bejaardentehuis

De inwoners van een aantal Zwitserse bejaardentehuizen krijgen met een nieuw ingevoerd project zes maanden mondzorg, zonder het huis te hoeven verlaten. Met dit project heeft het tehuis een primeur. Dit project heeft als doel om eventuele toekomstige tandheelkundige problemen bij ouderen beter te kunnen voorkomen.

Nieuw project door Zwitserse tandheelkundige vereniging
Bij vele ouderen staat het niet al te best gesteld met hun gebit, wat voor SSO Graubünden, de Zwitserse tandheelkundige vereniging, reden was om een nieuw project op te zetten. Bij dit project profiteren bewoners, met beperkte mobiliteit, van verschillende bejaardentehuizen in de regio Chur Cadonau van mondzorg aan huis.

Slechte mondhygiëne bij ouderen
Aan het begin van het verblijf in een bejaardentehuis hebben vele senioren nog hun eigen tanden. Echter, wat vaak gebeurt is dat het langzaamaan lastiger wordt voor de mensen om hun tanden goed te poetsen, waarmee hun gezonde gebit geleidelijk minder wordt. De verzorgers zijn vaak niet goed genoeg in staat om dit te voorkomen, vanwege tijd- of kennisgebrek.

Verzorgen en instrueren
Omdat een slechte mondhygiëne, vooral bij ouderen, veel problemen kan opleveren heeft SSO Graubünden bij alle verpleeghuizen in de regio Chur Cadonau hoofdtandartsen aangewezen voor de noodgevallen in deze tehuizen. Naast het verzorgen van de patiënten zijn deze artsen verantwoordelijk voor het instrueren van het verplegend personeel wat betreft de mondzorg van hun cliënten.

Toenemende vraag naar zorg
Naar verwachting zal de komende jaren de vraag naar extra mondzorg alleen maar blijven stijgen. De Zwitserse tandheelkundige vereniging ziet dentale zorg voor ouderen niet als een voorrecht, maar als verplichting. De SSO hoopt dan ook met dit project de algemene kwaliteit van zowel het gebit als het leven van de ouderen te verbeteren. Naast het werken aan dit project werkt de SSO onder andere voorbeeld zorgconcepten of opleidingsmateriaal voor zorgverleners uit.

Bron: ZWP

 

 

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
tandpasta

Welke verpakking geeft de meeste tandpasta?

Verbraucherzentrale Hamburg heeft onderzocht bij welke soorten tandpasta het het makkelijkst is om zoveel mogelijk tandpasta uit de verpakking te krijgen.

Ongebruikt in de vuilnisbak
Uit het onderzoekje bleek dat gemiddeld zo’n 14% van de tandpasta achterblijft in de tube en ongebruikt in de vuilnisbak wordt gegooid. Het slechtst uit de test kwam ‘Aronal’, waarvan de verpakking het best te beschrijven valt als een plastic buis. Hier werd bevonden dat wel 13 gram van de inhoud aan de binnenkant van de buis bleef plakken, wat betekent dat 50 cent van de tandpasta simpelweg wordt weggegooid.

Beste uit de test
De minste restjes bleven echter achter bij ‘Theramed natuurlijk wit’. Dit is een dispenser waarbij slechts 2 gram tandpasta in de verpakking achterbleef. Met de aankoop van deze tandpasta komt echter wel weer een ander nadeel kijken, aangezien deze verpakking een overdosis aan plastic afval produceert (43 gram om precies te zijn).

Plastic afval
Wat betreft plastic afval kan het beste voor tandpasta ‘Parodontax’ worden gekozen, aangezien deze slechts zeven gram verpakkingsafval produceert.

Alle resultaten van de test kunnen hier worden bekeken

Bron: ZWP online

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
tandarts en taakherschikking

Taakherschikking mondzorg veel in de media

Er is veel aandacht in de media voor de plannen van de minister van VWS om mondhygiënisten zelfstandig te laten boren, verdoven en röntgenfoto’s te maken. Enkele media die hier aandacht aan gaven zijn Nu.nl, de NOS en NRC.

ANT
Gisteren gaf de ANT aan zich zorgen te maken over de gevolgen van taakherschikking. De ANT schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het plan kan leiden tot hogere zorgkosten, onnodige pijn en onzekerheid bij de patiënt.

KNMT
Ook de KNMT vindt dat patiënten er niet bij gebaat zijn als mondhygiënisten zelfstandig  gaan boren, verdoven of röntgenfoto’s gaan maken. “Dat leidt tot risicovolle situaties voor de patiënt. Bovendien beperkt het de broodnodige aandacht voor het voorkomen van gaatjes en andere problemen in de mond. Ten slotte kan het leiden tot overbehandeling, tot onduidelijkheid over wie wat doet en tot extra kosten”, zegt de KNMT. Waarnemend voorzitter Hendrike van Drie van de KNMT: “Wij vinden dat de regie over de mondzorg bij de tandarts moet blijven. Mondhygiënisten moeten zich blijven toeleggen op het voorkomen van problemen in de mond. Juist daar is gezondheidswinst te boeken: bij het voorkomen van gaatjes in plaats van het behandelen ervan.”

NVM
De NVM vindt het jammer dat de ANT een brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, meldt de NOS.  Mondhygiënisten worden al tien jaar lang opgeleid om zelfstandig gaatjes te vullen, en zijn daartoe dus bevoegd, zegt Ellen Bol van de beroepsvereniging tegen de NOS.

ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes zei: “Wij houden minister Schippers  persoonlijk verantwoordelijk als er straks patiënten de straat op worden gestuurd met ernstige kiespijn door bijvoorbeeld complicaties”.  Volgens Ellen Bol van de NVM gaat dit niet gebeuren. “Mondhygiënisten kennen hun eigen grenzen.” Complicaties treden niet vaak op, aldus Bol. “Bovendien kan dat ook bij tandartsen gebeuren: bij het trekken van een verstandskies kan een complicatie ontstaan waardoor de patiënt naar de kaakchirurg moet worden verwezen.”

 

 

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Boren door mondhygiënist

ANT maakt zich zorgen over gevolgen taakherschikking

De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) maakt zich grote zorgen over de gevolgen van de voorgenomen taakherschikking in de mondzorg. “Als mondhygiënisten vrij mogen gaan boren, plukken patiënten de wrange vruchten”, zegt de ANT. “Wij houden minister Schippers persoonlijk verantwoordelijk als er straks patiënten de straat op worden gestuurd met ernstige kiespijn door bijvoorbeeld complicaties”, stelt Jan Willem Vaartjes, tandarts en voorzitter van de ANT.

Verruiming bevoegdheden
Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil op korte termijn de zelfstandige bevoegdheden van de mondhygiënist verruimen door de wet BIG aan te passen. Het gaat daarbij om het boren en vullen van tanden, het maken van röntgenfoto’s en plaatsen van verdovingen. De ANT is ervan overtuigd dat deze stille stelselwijziging voor de mondzorg desastreus uitpakt en heeft hierover een brandbrief aan de minister geschreven. “Deze wijziging is ondoordacht en niet effectief. De keuzevrijheid voor de tandarts komt op de tocht te staan en de zorgkosten zullen stijgen.”

Voorbereiding in stilte
Het ministerie van VWS heeft in stilte, zonder consultatie van de branche- en beroepsorganisaties in de mondzorg, een aanpassing van de wet BIG in voorbereiding. Als gevolg hiervan krijgen mondhygiënisten formeel de bevoegdheid om zelfstandig, dus zonder opdracht van een tandarts, handelingen te verrichten op het gebied van verdoving, het boren van primaire cariës en het indiceren en diagnosticeren van röntgenfoto’s tevens zonder toezicht van de tandarts. De ANT beschouwt deze voorgenomen maatregelen als een stille stelselwijziging en de start van opnieuw een experiment in de mondzorg met verstrekkende consequenties.

“Met deze maatregelen wordt de deur wagenwijd opengezet voor ontwikkelingen die niet in het belang van de mondzorg en de Nederlandse consument zijn, zoals stijgende kosten op macroniveau, overbehandeling, nadruk op herstel in plaats van preventie en verwarring bij patiënten”, vindt de ANT. “De kwaliteit van de mondzorg in Nederland is bijzonder hoog. De organisatie van mondzorg onder één dak is essentieel voor deze kwaliteit. Tandartsen, mondhygiënisten, preventie-assistenten en algemeen-assistenten werken als team nauw samen binnen een praktijk om optimale, efficiënte en betaalbare zorg te leveren”, stelt Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. “Niemand zit te wachten op extra loketten in de zorg. Dit leidt niet alleen tot verwarring bij patiënten en extra behandelingen, maar ook tot patiënten die bij spoedbehandelingen en calamiteiten niet de juiste zorg krijgen.”

 

Verkeerd beleid

De ANT is ervan overtuigd dat het ministerie van VWS de verkeerde maatregelen neemt, die slecht uitpakken voor kwaliteit van de mondzorg in Nederland. Als argumenten geeft de ANT aan:

  • Mondhygiënisten kunnen zich door opgelegde verruiming van taken steeds minder richten op preventie, terwijl juist op dit gebied qua mondgezondheid en zorgkosten nog veel winst is te behalen;
  • De mondzorgsector als geheel krijgt te maken met meer bureaucratie, dossieroverdracht (waardoor bovendien sneller fouten kunnen worden gemaakt), overbehandelingen en dubbele behandelingen, mede hierdoor zullen de kosten voor mondzorg stijgen;
  • De consument krijgt te maken met onduidelijkheid en verwarring door meerdere loketten en een algeheel ‘vals gevoel van veiligheid’ doordat onomkeerbare ingrepen bij een niet-tandarts komen te liggen;
  • Veel patiënten zullen nauwelijks of te laat worden gezien door een tandarts, waardoor ziekten in de mond, bijvoorbeeld kanker, niet of te laat worden opgemerkt.

 

De ANT komt met een gezond alternatief, dat de integrale mondzorg in Nederland efficiënter maakt en kwalitatief verbetert. Er is een aantal blokkades voor mondhygiënisten om hun taken ten behoeve van preventie optimaal uit te voeren. Zo wil de ANT initiatieven rond het delen van röntgenfoto’s en dossier-overdracht faciliteren en gemotiveerde en getalenteerde mondhygiënisten de kans geven om via een verkorte opleiding door te studeren voor tandarts. “Door betere afspraken te maken en deze vast te leggen in clinical guidelines, kan iedere mondzorgverlener zich richten op zijn kerncompetenties: de mondhygiënist op preventie om ernstiger problemen in de mond te voorkomen en de tandarts op curatieve behandelingen en de zorg voor herstel en genezing in de mond.”

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
wortelkanaalvulling

Slechte wortelkanaalvulling kan resultaat zijn van stress en financiële redenen

Slechts de helft van de wortelkanaalvullingen die worden gedaan in de Zweedse openbare dentale service zijn goed van kwaliteit. Een nieuwe studie concludeerde dat stress en financiële redenen hiervan de oorzaak kunnen zijn.

Negatieve gevoelens
De interviews toonden aan dat de reden hiervoor zou kunnen zijn dat tandartsen wortelkanaalbehandelingen technisch gezien lastig en complex vinden. De behandeling werd vaak geassocieerd met negatieve gevoelens zoals stress en frustratie.

Veel gebrekkige vullingen
Te veel vullingen zijn gebrekkig en brengen een groot risico met zich mee om bacteriën binnen te laten. Voormalige studies hebben al aangetoond dat meer dan een derde van de wortelkanaalvullingen tekenen tonen van besmetting, die tot pijn en zwellingen zouden kunnen lijden.

Waarom?
Een nieuwe studie onderzocht waardoor het kan komen dat deze slechte vullingstechnieken door tandartsen worden geaccepteerd, door middel van het afnemen van een focusgroep met 33 tandartsen in de Zweedse openbare dentale service.

Economie
Een andere mogelijke bevonden reden voor het accepteren van het toebrengen van slechte vullingen is dat andere behandelingen vaak meer tijd kosten en vooral ook duurder zijn. Het kan een dilemma voor de tandarts zijn om te kiezen tussen de beste kwaliteit of de patiënt een gunstigere prijs aan te bieden, maar daarmee ook meer risico te geven.

Goed genoeg niet altijd goed genoeg
Ook bleek er onzekerheid bij de geïnterviewde tandartsen over wat nou precies een acceptabele kwaliteit is. ‘Goed genoeg’ werd vaak beoordeeld als realistischer dan ‘het beste van het beste’. Wel bleek ook dat tandartsen wel degelijk goede behandelingen wilden leveren en het beste met hun patiënten voor hadden. Dit biedt dus potentie voor het verbeteren van de kwaliteit van de behandelingen en het tegengaan van besmettingen.

Bron:
Sahlgrenska Academy

Lees meer over: Endodontie, Halitose (slechte adem), Thema A-Z
tandarts aan het werk

Hoe voorkomt u overbelastingsklachten van handen en vingers?

Uw handen en vingers zijn uw belangrijkste instrumenten als mondzorgverlener. Sommige specialisten laten ze zelfs verzekeren. Een goede conditie van handen en vingers is erg belangrijk. Het is in grote mate te beïnvloeden en zelfs te trainen. In dit artikel kunt u meer lezen over het voorkomen van overbelastingsklachten en verbeteren van uw coördinatie door de juiste werktechniek.

Werktechniek
De belangrijkste manier om klachten te voorkomen, is het hanteren van de juiste werktechniek. Besteed eens een ochtend aan een zelfdiagnose. Hoe houdt u uw instrumenten vast? Grofweg zijn er drie manieren te onderscheiden. De pinch grip, de gemodificeerde pengreep en de palmgreep.

 

1.Pinch grip
De pinch grip (normale pengreep zoals bij schrijven) wordt veel gebruikt in de tandheelkunde, maar is niet geschikt om meerdere redenen. Het vergt veel kracht, de stabiliteit is gering, het risico op overstrekken van de vingers groot en de bewegingsmogelijkheden zijn klein. Hierdoor wordt de pols te veel gebruikt om de bewegingsmogelijkheden te vergroten. Dit is belastend voor de pols. Bij de pinch grip rust het instrument op het bovenste kootje van de middelvinger. Dit is erg belastend voor het gewricht en kan deformaties en slijtage veroorzaken.

2.Gemodificeerde pengreep
De juiste wijze voor het hanteren van de meeste instrumenten is de gemodificeerde pengreep. Bij deze greep worden de duim, middelvinger en wijsvinger met de toppen van de vinger in een driepuntscontact om het instrument geplaatst. De duim en wijsvinger staan min of meer tegenover elkaar, de middelvinger staat tegen het werkeinde van het instrument. Let op: de vingerkootjes dienen gebogen te zijn, niet overstrekt. Met deze greep kunt u 50% meer kracht zetten en (na wat oefening) veel preciezer werken.

gemodificeerde pengreep

Gemodificeerde pengreep

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afsteunen op een stabiel vlak is een belangrijk onderdeel en voorwaarde voor de juiste techniek, dit kan binnen en buiten de mond. Binnen de mond kan met de ringvinger en pink afgesteund worden op de tandboog of (boven)kaak. Buiten de mond afsteunen kan op kin of wang, mits ondersteund door bot. De niet werkende hand kan ook gebruikt worden als steunpunt, dit geeft meer stabiliteit en controle.

3.Palmgreep
Als u meer kracht moet zetten, bijvoorbeeld met een extractie, kunt u gebruik maken van de palmgreep. Deze greep wordt ook vaak gebruikt bij het hanteren van de nevelafzuiger. Let hierbij op dat u de arm niet onnodig optilt. Soms is het mogelijk het instrument onderhands vast te houden in plaats van bovenhands. Hierdoor voorkomt u overbelasting. Houdt de bovenarm zo dicht mogelijk langs uw lichaam en de pols in de neutrale stand.

Handen trainen
Veel mondzorgverleners hebben moeite met het volhouden van de gebogen vingers tijdens de behandeling. Functioneel trainen is belangrijkst: wees u bewust van de juiste houding en hou het vol tijdens het werk. Vraag uw assistent u te wijzen op onjuist gebruik van de vingers en handen. Daarnaast kunt u trainen met een handtrainer. De handtrainer op de afbeelding is bijzonder geschikt, omdat u in diverse posities de werkomstandigheden kan nabootsen. Buig én strek de vingers tegen weerstand en houdt de vingers altijd gebogen. Leg de handtrainer bijvoorbeeld op de bank en speel er dagelijks een paar minuten mee tijdens het tv kijken.

handtrainer

 

 

 

 

 

 

 

 

Tips

  • Beweeg de handen, polsen en vingers ontspannen terwijl u praat met de patiënt
  • Vraag uw assistent u te wijzen op de correcte werktechniek
  • Voorkom knijpen in uw instrumenten. Een heft met een diameter van > 7,5 mm is hierbij aanbevolen.
  • Bedenk of u in het dagelijks leven de handen juist gebruikt. Denk hierbij vooral aan typen, gamen en vasthouden van mobiele telefoon (deze niet afsteunen op de pink bijvoorbeeld)
  • Geef uzelf de tijd om een nieuwe techniek aan te leren. Bij werken met de gemodificeerde pengreep kan het voelen alsof u het instrument makkelijker kan laten vallen, maar het tegendeel is waar. U heeft meer controle, alleen moet u het wel eerst leren.

 

Bronnen en fotocredit: Hokwerda, werken met de gemodificeerde pengreep door de tandheelkundig behandelaar. Foto handtrainer TheraBand www.thera-band.com, verkrijgbaar online.

Door: Amber Denekamp, ergonomiedeskundige en bedrijfsoefentherapeut www.aeflex.nl , specialist in tandheelkundige ergonomie. Gezond, comfortabel en klachtenvrij werken.

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z