Tandenpoetsen? Ik eet liever spruitjes!

Moeilijk om kinderen hun groenten te laten eten? Ervoor zorgen dat ze hun tanden poetsen blijkt nog veel moeilijker. Onderzoek onder 1300 ouders liet zien dat bijna de helft van de ouders dit een grote uitdaging vond.

Tandenpoetsen en groente eten
Onderzoek uitgebracht door Delta Dental, een Amerikaanse mondzorgketen, liet zien dat 45 procent van de ouders het moeilijk vond om er voor te zorgen dat hun kinderen de tanden poetsen. Groenten eten was volgens hen net iets makkelijker, 42 procent gaf aan hier moeite mee te hebben.

Routine
‘Tot een bepaalde leeftijd begrijpen kinderen het belang van goede mondhygiëne nog niet. Daarom kan het moeilijk zijn om kinderen hun tanden te laten poetsen. Maar als ouders er van jongs af aan voor zorgen dat kinderen hun tanden poetsen en flossen dan wordt het een gewoonte’, aldus Bill Kohn, vice president of dental science and policy bij Delta Dental Plans Association.

Bron:
Dr.Bicuspid.com

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid

Functioneren na tuchtzaak

Een tuchtzaak zorgt er niet automatisch voor dat het functioneren van een arts verbetert. Dit werd vastgesteld door 2 kinderartsen op basis van 24 enquêtes die werden ingevuld door kinderartsen.

Het onderzoek
De kinderartsen Martine de Vries (LUMC) en Wendela Leeuwenburgh (AMC) stuurden enquêtes rond onder kinderartsen, waarop totaal 24 artsen reageerden. Nagenoeg alle artsen die reageerden op de enquête gaven aan dat hun manier van werken was beïnvloed door de klacht. Het aantal respondenten is te klein om met zekerheid conclusies over de effecten te trekken. Desalniettemin zijn de gevonden resultaten in overeenstemming met uitkomsten in internationaal onderzoek naar dit thema.

Verandering
Sommige artsen gaven aan dat hun functioneren positief was veranderd na de klacht. Zo waren zij zich bijvoorbeeld bewuster van een goede statusvoering. Veel artsen gaven echter ook dat zij door de klacht defensiever zijn gaan handelen of meer bezig te zijn met het eigenbelang dan het belang van de patiënt. Op de vraag of ze achteraf gezien anders zouden handelen antwoordden de meesten van niet.

Bron: Medisch Contact

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Angstige patiënten

Tips voor angstige patiënten

Ondanks de luxe fauteuil, het zoemende boren en de snel werkende verdoving is 50 – 80 % van de patiënten enigszins bang voor tandartsbehandelingen. Het boek Nooit meer angst bij de tandarts geeft patiënten 7 tips om hun tandartsangst te verminderen.

Tips voor patiënten
Angst voor tandartsbehandelingen ontstaat vaak door traumatische ervaringen in de behandelkamer. Een uitschietende boor of een kies die tijdens het trekken afbreekt, kan een patiënt hevig doen schrikken, waardoor zelfs een tandartsfobie kan ontstaan. Maar ook sociaal onhandig of autoritair gedrag van de tandarts kan een gevoel van controle bij de patiënt ondermijnen. De Amerikaanse professor Milgrom windt er geen doekjes om. Hij is van mening dat een verkeerde benadering van een patiënt desastreus kan zijn. In de dagelijkse praktijk onderkennen tandartsen de angst wel, maar missen ze vaak de nodige sociaalpsychologische vaardigheden om er iets aan te kunnen doen. Maar, wat kun je als patiënt zelf doen om je tandartsangst te verminderen?

1. Win vooraf informatie in
Vraag aan de tandarts hoe lang een behandeling gaat duren en wat hij precies gaat doen. Objectieve informatie werkt over het algemeen rustgevend. De tandarts kan de gemaakt röntgenfoto’s laten zien en bijvoorbeeld uitleggen waar in het wortelkanaal de ontsteking zit. Ook kun je de tandarts vragen of hij je meer bij de behandeling kan betrekken, door je zelf de speekselzuiger te laten vasthouden en in een spiegeltje naar het resultaat te laten kijken.

2. Maak afspraken
Je kunt ook met je tandarts afspreken dat jij je hand opsteekt zodra je pijn voelt, onrustig wordt of je niet goed voelt, waarna de tandarts onmiddellijk stopt met behandelen. Een dergelijke afspraak werkt geruststellen omdat je hiermee meer controle krijgt op de situatie.

3. Let op je ademhaling
Als je in de behandelstoel zit helpt rustig ademen tegen de angst. Je kunt dit zelf thuis oefenen. Doe gemakkelijk zittende kleding aan en ga op een bank of bed liggen. Leg je handen op je buik en adem rustig en bewust. Voel hoe je buikwand regelmatig op en neer beweegt. Adem zo veel mogelijk door je neus in en uit. Je gebruikt voor je inademing drie seconden en voor de uitademing zes seconden. Je zult merken dat het uitademen enige oefening vergt. Zulke ademhalingsoefeningen kun je gemakkelijk drie keer per dag gedurende vijf minuten per keer doen.

4. Doe ontspanningsoefeningen
Met autogene training* kun jij je lichaam beter leren ontspannen. Deze methode beoefen je liggend of zittend met gesloten ogen. Je concentreert je op een bepaald onderdeel van je lichaam, dat je je helder voorstelt. Je begint bijvoorbeeld met je rechterbeen en rechtervoet en fluistert zacht: Mijn rechterbeen en rechtervoet worden loom en zwaar. Je herhaalt deze suggestie langdurig, net zo lang tot je de lichamelijke sensaties duidelijk ervaart. Je begint dus bij je voeten, daarna je benen, je bekken, je armen, je borstkas, je nek, je hals en ten slotte je hoofd. Door de oefeningen regelmatig te herhalen, zul je steeds beter in staat zijn door zelfsuggestie lichamelijke ontspanning op te roepen.

5. Leer anders over tandartsbehandelingen te denken
Als je bang bent, denk je anders dan normaal. Je valt op zulke momenten vaak terug in gedachten, zoals: Ik ben nu eenmaal een bangerik! Zo’n gedachte brengt je emotioneel uit balans. De bedoeling is dat je een onredelijke gedachte die je van streek maakt, omzet in een redelijk alternatief, zoals: Ik zit hier in de tandartsstoel omdat ik mijn gebit gezond wil houden. Werk ook met affirmaties! Dit zijn gedachten of uitspraken die je helpen jezelf positief te bevestigen. Zeg regelmatig tegen jezelf: Ik kan deze situatie aan. Of: Ik kom goed voor mezelf op! Besef dat het niet de situatie is die het je moeilijk maakt, maar de manier waarop jij over die situatie of omstandigheden denkt. In dit opzicht adviseer ik je te verdiepen in de zogeheten rationeel emotieve therapie (RET) die je als een belangrijk onderdeel van je zelfhulptherapie in hoofdstuk 4 uitvoert en waarbij je zeker zult ontdekken wat een rationele (redelijke) gedachte precies inhoudt. Door dit regelmatig te doen leer je afstand te nemen van je irrationele gedachten, die je alleen maar leiden naar een gebied van negatieve emoties. Je kunt je bepaalde omstandigheden voorstellen van waaruit je je met affirmaties sterker poneert. Jij traint jezelf om onder alle omstandigheden vanuit je kracht de omstandigheden tegemoet te treden. Bij assertiviteitstraining ontstaat er een nieuwe koppeling tussen een bepaalde situatie en de gedachten die je jezelf hebt ingeprent. Hierbij gaat het uiteindelijk om de combinatie van rationeel emotieve therapie (RET) met assertiviteitstraining.

6. Leid jezelf af
Neem als je naar de tandarts gaat een koptelefoon (oordopjes) met een walkman of een interessante puzzel mee om jezelf optimaal af te leiden. Luister naar je lievelingsmuziek en probeer er bewust van te genieten. Deze afleidingstechniek helpt je zelfs bij een langdurige behandeling bij een kaakchirurg of een wortelkanaalbehandeling bij je tandarts. Het is verstandig om je vooraf enkele keren te trainen in concentratieoefeningen om helemaal op te gaan in de muziek of de puzzel.

7. Laat je desnoods doorverwijzen
Als je zo angstig bent, dat je een tandartsconsult vermijdt, trek dan bij je eigen tandarts of huisarts aan de bel. Vraag een verwijzing naar een speciale angsttandarts. Ook kun je mogelijk bij je ziektekostenverzekeraar nadere inlichtingen inwinnen. In ons land zijn circa 22 angstklinieken waar je voor je tandartsangst terecht kunt.

Deze tips komen uit het boek Nooit meer angst bij de tandarts van C.W. Anneese

*zie hoofdstuk 5 uit Nooit meer angst bij de tandarts

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z

Tandarts vaker bevlogen dan andere werkende Nederlanders

Een kwart van de tandartsen (26%) gaat elke dag vol bezieling aan het werk. Dat blijkt uit online onderzoek van de VvAA onder 1241 leden, onder wie 10% tandartsen. Bevlogenheid en bezieling worden in het onderzoek gedefinieerd als werken met passie en inzet, zich gezonder voelen en beter presteren.

Beter in hun vel
Volgens de VvAA voelt 14,5% van de algemene Nederlandse werkende bevolking zich bevlogen en bedraagt dit percentage voor de totale groep zorgprofessionals 20,5%. Tandartsen (26,2%) voelen zich dus beter in hun vel dan andere zorgprofessionals en de gemiddelde werkende bevolking.

Burn-outklachten
Tandartsen hebben wel ietsje vaker last van burn-outklachten (16,2%) vergeleken met de rest van werkend Nederland (14,6%) en andere zorgprofessionals (15,6%).

Opvallend
Uit het onderzoek blijkt dat tandartsen vinden dat ze veel waardering van hun patiënten te krijgen, veel werk-energiebronnen (o.a. hulpmiddelen, inspraak, regelruimte) hebben, vaak passend werk hebben en de laagste productiedruk van alle zorgprofessionals hebben.

Ook kwamen er minder positieve punten naar voren. Zo ervaren tandartsen vaak emotionele dissonantie, wat kan leiden tot burnoutklachten, hebben zij zorgen over hun inkomen, last van lichamelijke belasting en van de de negatieve beeldvorming bij het publiek.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

’s Werelds breedste tong

Sinds kort mag de Amerikaan Byron Schlenker zich de man met de breedste tong ter wereld noemen. Met zijn tong van maar liefst 8,56 centimeter breed heeft hij een plek in het Guinness Book of World Records veroverd.

Bekijk hier zijn verhaal.

Bron: NCC News


Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
nooit-meer-angst-voor-de-tandarts

Like dental INFO op Facebook en maak kans op het boek Nooit meer angst bij de tandarts

Op de Facebook pagina van dental INFO vindt u het laatste mondzorgnieuws. Like dental INFO en maak kans op het boek Nooit meer angst bij de tandarts van C.W. Anneese, waarmee u patiënten op weg helpt naar angstvrije behandelingen. De ad-random gekozen winnaar wordt 9 juni bekend gemaakt op dental INFO.

Like dental INFO op Facebook

Nooit meer angst bij de tandarts
Ongeacht de luxe fauteuils, het gezoem bij het boren en de snel werkende verdovingspuiten, blijkt nog altijd ruim veertig procent van de Nederlandse bevolking bang te zijn voor een tandartsbehandeling. Tandartsangst prijkt zelfs bovenaan de top-10 van de meest voorkomende angsten.

Het doel van dit zelfhulpboek is de weg naar angstvrije behandelingen, waarbij je stap voor stap meer inzicht krijgt in wat je moet doen om jezelf van je tandartsangst te verlossen. De centrale vraag hierbij luidt: Waar ben je werkelijk bang voor? Hiervoor beschik je over enkele tests die je duidelijk maken hoe jouw tandartsangst is opgebouwd en aan welke aspecten van jouw tandartsangst jij het best kunt werken.

Nooit meer angst bij de tandarts is in eerste instantie bestemd voor de tandartspatiënt, maar bovendien kunnen psychologen, orthopedagogen, psychiaters, tandartsen en mondhygiënistes met nieuwe inzichten op het psychologische terrein van de tandheelkunde hun voordeel doen. Tevens zullen tandartspatiënten die hinder ondervinden van andersoortige angsten als agorafobie, sociale angst of een claustrofobie, die een beperking vormen om angstvrij een tandarts te consulteren, met de inhoud van dit boek ook hun voordeel kunnen doen.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Steeds meer ouderen hebben extra hulp nodig bij mondverzorging

Ouderen hebben steeds meer moeite om hun gebit goed te verzorgen. Bij opname in een verzorg- of verpleeghuis heeft 80% van de nieuwe bewoners een matige tot slechte mondgezondheid. En verzorgenden in een zorginstelling hebben vaak geen tijd voor goede mondverzorging. Terwijl een gezonde mond juist voor ouderen extra belangrijk is. Wie een gezonde mond heeft, heeft geen pijn of ontstekingen, kan beter eten, ziet er verzorgder uit en heeft minder last van een slechte adem.

Samen met TNO en Zorg voor Beter ontwikkelde de KNMT poetsinstructiekaarten voor ouderen, verplegenden, verzorgenden en mantelzorgers. En een praktijkwijzer voor tandartsen. Onder het motto: Houd de oudere mond gezond!

1 op de 4 straks 65 jaar of ouder
In 2030 is bijna 1 op de 4 (24%) van de Nederlanders 65 jaar of ouder. Ouderen die langer thuis wonen en doorgaans nog (een deel van) hun eigen gebit hebben. ‘Dat is een groot goed,’ zegt KNMT-voorzitter Aad van der Helm. ‘Want een goede mondgezondheid is belangrijk voor de kwaliteit van leven. Maar met het ouder worden, wordt het steeds lastiger om de mond gezond te houden. Ook realiseren ouderen zich het belang van een goede mondgezondheid vaak niet. Slechts 20% van de thuiswonende ouderen is zich dat bewust terwijl ze vaak wel een duidelijke zorgbehoefte hebben.’

Actieplan
Het actieplan van de KNMT richt zich dan ook zowel op voorlichting als op hulp bij de dagelijkse mondverzorging en bij de periodieke tandheelkundige zorg. ‘Ouderen moeten daarop kunnen rekenen,’ zegt Van der Helm. ‘Zeker in geval van toenemende kwetsbaarheid kan verwaarlozing van het gebit ernstige gevolgen hebben. Naast pijn-, kauw- en slikproblemen kan een slechte mondgezondheid leiden tot gewichtsverlies, longontsteking, hart- en vaatziekten, slecht instelbare bloedsuikerspiegels en snellere veroudering van het brein.’

Poetsinstructiekaarten voor verzorgenden
In samenwerking met TNO en Zorg voor Beter ontwikkelde de KNMT poetsinstructiekaarten voor vijf verschillende gebitssituaties van de boven- en onderkaak. Met instructies in het geval van eigen tanden en kiezen, een volledig kunstgebit, een overkappingskunstgebit, geen (kunst)gebit of een frame of plaatje. De poetsinstructiekaarten zijn speciaal ontwikkeld voor personeel in verzorg- en verpleeghuizen en hebben allemaal een gelijke basis met steeds dezelfde poetsvolgorde. Dit helpt om alle tanden en kiezen te poetsen. Bekijk de poetsinstructiekaarten of bestel ze bij de KNMT.

Praktijkwijzer voor de tandarts
De KNMT heeft voor tandartsen de Praktijkwijzer zorg aan ouderen in de algemene mondzorgpraktijk ontwikkeld voor ondersteuning van tandartsen en hun team bij het zo adequaat mogelijk organiseren van de zorgverlening. Bijvoorbeeld hoe ouderen zo goed mogelijk in beeld blijven, hoe iedereen in het team zijn rol het best kan benutten om ouderen zo goed mogelijk te begeleiden en te behandelen maar bijvoorbeeld ook hoe de praktijk zo toegankelijk mogelijk te maken voor oudere patiënten.

Bekijk ook het filmpje poetsinstructie ouderen


Download brochure tno-poetsinstructiekaarten-dubbelzijdig-lr.pdf
Download brochure knmt-praktijkwijzer-mondzorg-ouderen[1].pdf
Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
VPRO uitzending Andere tijden over het volmaakte gebit - Dinsdag 12 mei

VPRO uitzending Andere tijden over het volmaakte gebit – Dinsdag 12 mei

Tegenwoordig bezoeken de meeste mensen een tandarts of mondhygiënist. In de jaren 50 en 60 was dat wel anders. Er was massaal tandbederf in die tijd en daardoor was een kunstgebit op jonge leeftijd heel normaal. Diverse gemeentes deden in die tijd een experiment voor toevoeging van fluoride aan het drinkwater. Dit heeft niet geleid tot landelijke fluoridering maar er kwam zo wel aandacht voor goed tandenpoetsen en tandartsbezoek.

Uitzending: 12 mei, 21.20 uur, NPO-2

Lees ook op gave tanden INFO: Geschiedenis van de tandheelkunde

Uitzending: 12 mei 2015, 21.20 uur – NPO2

In de aanloop naar de nieuwe wetenschapsserie De volmaakte mens (vanaf morgen op NPO 2) komt Andere tijden met een uitzending over het volmaakte gebit. Tegenwoordig gaan de meeste mensen regelmatig naar de tandarts en de mondhygiënist. Dat was in de jaren vijftig en zestig wel anders. Mensen poetsten lang niet altijd hun tanden en gingen alleen naar de tandarts als er iets mis was. Een kunstgebit op jonge leeftijd was normaal. Er moest al met al nodig iets gebeuren tegen tandbederf. In Tiel begon men in 1953 met een experiment: daar werd fluoride aan het drinkwater toegevoegd. Dit had een positief effect. Er gingen dan ook stemmen op om fluoridering landelijk in te voeren. Onderzoeksleider Bert Houwink: „Het bleek effectief, het kon geen kwaad en de gemeentes wilden graag. Toch kwam er ook protest. De tegenstanders wonnen uiteindelijk de strijd en de fluoridering van het drinkwater in Nederland ging niet door. Wel begon de aandacht voor preventie van tandbederf en voor structureel poetsen eindelijk vruchten af te werpen: Nederlandse gebitten werden steeds gezonder.
In de aanloop naar de nieuwe wetenschapsserie De volmaakte mens (vanaf morgen op NPO 2) komt Andere tijden met een uitzending over het volmaakte gebit. Tegenwoordig gaan de meeste mensen regelmatig naar de tandarts en de mondhygiënist. Dat was in de jaren vijftig en zestig wel anders. Mensen poetsten lang niet altijd hun tanden en gingen alleen naar de tandarts als er iets mis was. Een kunstgebit op jonge leeftijd was normaal. Er moest al met al nodig iets gebeuren tegen tandbederf. In Tiel begon men in 1953 met een experiment: daar werd fluoride aan het drinkwater toegevoegd. Dit had een positief effect. Er gingen dan ook stemmen op om fluoridering landelijk in te voeren. Onderzoeksleider Bert Houwink: Het bleek effectief, het kon geen kwaad en de gemeentes wilden graag. Toch kwam er ook protest. De tegenstanders wonnen uiteindelijk de strijd en de fluoridering van het drinkwater in Nederland ging niet door. Wel begon de aandacht voor preventie van tandbederf en voor structureel poetsen eindelijk vruchten af te werpen: Nederlandse gebitten werden steeds gezonder.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
anno12

Geen nieuwe en vernieuwende zorgverzekeraar in Nederland

ANNO12 de nieuwe zorgverzekeraar van Nederland heeft zijn vergunning ingeleverd bij De Nederlandse Bank. Het lukte de verzekeraar niet om voldoende verzekerdeninstroom en financiën zeker te stellen. Hierop is besloten de activiteiten te stoppen.

Reserves
Volgens initiatiefnemer Rob Adolfsen is het voor een nieuwe verzekering lastig om de vereiste reserve van 850 euro per verzekerde op te brengen. Ook voor ANNO12 bleek dit een te groot obstakel. Na vier jaar komt de poging een vernieuwende zorgverzekeraar op te starten daarmee tot een einde.

Bron: Skipr


Lees meer over: Actueel, Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Irrigatie tot in de puntjes geregeld

Natriumhypochloriet is nog steeds de ‘standard of care’ voor irrigatie van het wortelkanaal. Maar wat zijn de laatste inzichten over de optimale concentratie en de pH-waarde van de oplossing?

If you don’t clean it, you can’t fill it.

Natriumhypochloriet (NaOCl) is nog steeds de ‘standard of care’ voor irrigatie van het wortelkanaal. Maar wat zijn de inzichten tegenwoordig over de optimale concentratie en de pH-waarde van de oplossing? Er zijn nieuwe irrigantia op de markt gekomen en zijn er nog veelbelovende ontwikkelingen te verwachten. Ron Fransman gaf tijdens ENDO 2014 een update over de verschillende spoelmiddelen en –methoden om een zo optimaal mogelijke reiniging te bewerkstelligen.

Het gebruik van jodium als spoelmiddel blijkt niks te doen tegen de biofilm. Ook blijkt dat irrigatie met chloorhexidine geen toevoeging heeft op het behandelresultaat.

Natriumhypochloriet is het beste

  • NaOCl heeft een weefseloplossende werking.
  • Concentratie NaOCl: hoe hoger de concentratie hoe beter dat het werkt (6% is de huidige aanbevolen standaard).
  • Volume NaOCl: concentratie is belangrijker dan hoeveelheid. Frequent spoelen is goed, maar compenseert NIET voor een lagere concentratie.
  • In onderzoek is bevestigd dat een hogere concentratie hypochloriet het weefsel in de kanalen sneller oplost.
  • Het effect van NaOCl is het effect van TIJD en CONCENTRATIE.
  • Verwarmen NaOCl heeft geen weinig nut. Binnen een paar seconde is de temperatuur van NaOCl weer gedaald naar een temperatuur van 38 graden in het element.
  • Oppervlaktespanning/ surfactants: geen effect. Deze hebben alleen effect op een droge ondergrond, maar in een vochtig kanaal gaat het meer om diffusie dan om oppervlakte spanning.
  • 3-4% NaOCl werkt minder efficient dan 6%.
  • pH van de spoeloplossing heeft geen effect op de werking, dus een gebufferde oplossing is niet nodig.
  • EDTA en citroenzuur creëren beide een hydrofiele laag collageen die instort bij drogen van het kanaal en zorgt voor lekkage. Dus altijd naspoelen met hypochloriet om het de lange collageen vezels in te korten. Niet eindigen met EDTA of CA als laatste spoelmiddel.
  • Om debris in laterale kanalen beter te verwijderen wordt geadviseerd om-en-om te spoelen met NaOCl en EDTA.
  • Passieve Ultrasone Irrigatie verhoogt het effect van het spoelmiddel, terwijl Sonic (sonore) irrigatie nauwelijks effect heeft.
  • Irrigatie met een dunne naald is beter dan met een dikke naald, omdat die verder in het kanaal komt. Een naald met open eind is tot 3mm voor de naald actief, een side vented naald circa 1mm en moet dus verder in het kanaal ingebracht worden dan een naald met open eind om op dezelfde diepte goed te kunnen irrigeren. Handige tips zijn de NaviTips 29 en 31 gauge van Ultradent.

Conclusie

  • Gebruik liefst een concentratie van 5-6% NaOCl.
  • Het effect van NaOCl is het effect van tijd en concentratie. Voor het beste resultaat: laat een hoge concentratie een lange tijd inwerken.

Spoelprotocol

  • Gebruik bij initiële preparatie EDTA gel
  • Tijdens prepareren afwisselend spoelen met NaOCl en EDTA
  • Eindig met NaOCl, ultrasoon geactiveerd

Ron Fransman is tandarts-endodontoloog en heeft een verwijspraktijk in Amsterdam.
In 1998 heeft hij zijn specialisatie endodontologie voltooid. Hij geeft regelmatig cursussen en lezingen in binnen- en buitenland op het gebied van endodontologie. Ook heeft hij een aantal artikelen geschreven voor nationale en internationale vaktijdschriften.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Ron Fransmans tijdens ENDO2014 van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Zoetstof Xylitol: Effect voor het voorkomen van tandbederf nog niet bewezen

Het bewijs van de effectiviteit van Xylitol in het voorkomen van tandproblemen bij kinderen en volwassen blijkt beperkt. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de Universiteit van Manchester, gepubliceerd in de Cochrane Library.

Xylitol
Xylitol is een natuurlijke zoetstof en komt voor in alledaagse producten zoals kauwgom, snoep en tandpasta. Xylitol is een populaire suikervervanger en de zoetstof blijkt ook minder schadelijk te zijn voor het gebit dan suiker. Ook is er gesuggereerd dat het toevoegen van Xylitol aan producten kan helpen om tandbederf te voorkomen. Echter volgens het onderzoek is er weinig bewijs dat Xylotiol inderdaad nuttig is in de strijd tegen tandbederf.

Resultaat
Gebaseerd op gegevens van 4216 schoolkinderen blijkt dat het niveau van tandbederf 13% lager is bij de kinderen die drie jaar een fluoride tandpasta met Xylitol gebruikten dan bij de kinderen die een tandpasta gebruikten zonder Xylitol. Bij andere Xylitol bevattende producten zoals zuigtabletten en kauwgom was er weinig of vrijwel geen bewijs van enig voordeel voor het voorkomen van tandbederf.

Bron: Manchester

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage

Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Hoe behandelt u op een juiste en doelmatige manier? Een cursusverslag over de verschijningsvormen, diagnostiek en behandeling van gebitslijtage.

Uitgebreid en complex
Doordat de behandeling van deze patiëntengroep vaak uitgebreid en complex is, stellen algemeen practici de behandeling vaak erg lang uit, waardoor het risico ontstaat dat patiënten pas (te) laat worden behandeld. Ernstige gebitsslijtage kan leiden tot functionele problemen, zoals pijn bij eten en spreken. Tevens kunnen ook sociale, esthetische en fonetische problemen het gevolg zijn van de slijtage.

Onderzoek
Vele verschillende behandeltechnieken zijn beschreven en worden voorgesteld, echter deze zijn vaak alleen gebaseerd op (persoonlijke) klinische ervaring. Tot op heden ontbreekt het aan wetenschappelijke onderbouwing en lange termijnevaluaties. Ook resteren er nog veel vragen over het precieze effect van de verschillende etiologische factoren (attritie, abrasie erosie) op het ontstaan van de gebitsslijtage.

Om meer inzicht te krijgen in de vele vragen die er nog zijn naar de oorzaak en behandeling van (ernstige) gebitsslijtage, is het UMC St Radboud in Nijmegen enkele jaren geleden een groot klinisch onderzoek gestart. Dit onderzoek heeft als doel het bepalen van de meest effectieve behandelmethode bij deze patiëntengroep.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de PAOT-cursus Restauratieve behandeling van gebitsslijtage, door dr. B. Loomans, prof. dr. MC Huysmans, dr. N. Opdam, dr. C. Kreulen.

Dr. B. Loomans is tandarts en is in 2007 gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het gebied van de adhesieve tandheelkunde op het proefschrift ‘Proximal contact tightness of posterior composite resin restorations’. Hij heeft nu een aanstelling als senior onderzoeker en is betrokken bij onderzoek, onderwijs, postacademische cursussen en geeft lezingen in binnen- en buitenland. In 2008 heeft hij als gastdocent/onderzoeker op de KU Leuven gewerkt (Prof. dr. B. van Meerbeek). Op dit moment is hij projectleider van een grootschalig klinisch onderzoek naar de behandeling van ernstige gebitsslijtage, dat wordt uitgevoerd in de Expertisekliniek voor Gebitsherstel, UMC St Radboud in Nijmegen. Naast zijn aanstelling op de universiteit is hij twee dagen per week werkzaam als algemeen practicus in een verwijs- en groepspraktijk Medisch Centrum Nijmegen-Oost te Nijmegen (www.mcno.nl), waar zijn speciale aandacht uitgaat naar de adhesieve en reconstructieve tandheelkunde.

Dr. Cees Kreulen werkte na zijn afstuderen (1986, VU Amsterdam) aan het ACTA bij de vakgroep Kindertandheelkunde en de stichting Bijzondere Tandheelkunde (angstbegeleiding en gehandicaptenzorg). In 1992 gepromoveerd op een klinisch onderzoek naar kwaliteitsaspecten van composietrestauraties. In 1996 overgestapt naar Nijmegen en begeleidt bij de vakgroep Orale Functieleer als UHD tandheelkundig onderzoek, voornamelijk op het gebied van de adhesieve prothetiek.

Prof. dr. Marie-Charlotte Huysmans is hoogleraar Cariologie en Endodontologie bij de afdeling Tandheelkunde van het UMC St. Radboud in Nijmegen. Naast activiteiten in het cariologieonderwijs voor tandheelkunde- en mondzorgkundestudenten is zij vooral actief als leider van de onderzoekslijn Tandweefselverlies, die zich richt op onderzoek naar diagnostiek, etiologie, preventie en restauratieve behandeling van met name cariës en slijtage. Zij heeft breed (inter)nationaal gepubliceerd op dit gebied en maakt deel uit van het Adviescollege Preventie Mond- en tandziekten van het Ivoren Kruis.

Dr. Niek Opdam is afgestudeerd als tandarts in 1980. Als universitair docent aan de Radboud Universiteit te Nijmegen geeft hij post academisch onderwijs en doet onderzoek op het terrein van de adhesieve tandheelkunde met als aandachtsgebieden restauratiefalen, secundaire cariës en gebitsslijtage. Een recent aandachtsgebied is het evalueren van de kwaliteit van restauratieve behandelingen in de algemene praktijk via Practice Based Research. Hij wordt veel benaderd voor het verzorgen van lezingen en cursussen in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Niek Opdam heeft een part-time verwijspraktijk met als differentiatie de adhesieve tandheelkunde in Ulft in Oost Gelderland.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
algemene bevolkingsgezondheid

Mondhygiënisten kunnen de algemene bevolkingsgezondheid bevorderen

De British Association of Therapists (BADT) in Engeland stelt dat mondhygiënisten er voor kunnen zorgen dat de Engelse bevolking op een gezondere manier gaat leven.

Making every contact count
Om te zorgen dat gezondheidsmedewerkers in Engeland positief invloed uitoefenen op de keuzes en gedrag van patiënten is er een landelijke programma opgericht: ‘Making every contact count’. Dit programma nodigt gezondheidsmedewerkers uit om met patiënten over hun levensstijl te praten en advies te geven.

Rol mondhygiënisten
Volgens BADT kunnen mondhygiënisten een grote rol spelen bij de gezondheidsbevordering door patiënten te adviseren om te stoppen met roken, gezonder te gaan eten en minder alcohol te drinken. Zowel het identificeren van mondzorgproblemen als patiënten informeren dat hun mondzorggezondheid gekoppeld is aan hun algemene gezondheid is een belangrijke taak van de mondhygiënist. Veel mondhygiënisten hebben goed contact met hun patiënten, waardoor zij in een uitstekende positie zijn om te praten over hun welzijn en deze middels advies te bevorderen.

Bron: Dentistry

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Link tussen menopauze en parodontitis

Link tussen menopauze en parodontitis

Er is aangetoond dat postmenopauzale vrouwen gevoeliger zijn voor botbreuken. Nieuw onderzoek wijst uit dat deze groep ook een grotere kans heeft op parodontitis.

Botverlies
Door de daling van het oestrogeenspiegel kunnen vrouwen in 5 tot 7 jaar na de menopauze tot 20% botmassa verliezen. Deze daling kan ook effect hebben op de mondholte, door ontstekingsreacties die in het lichaam plaatsvinden en kunnen leiden tot gingivitis.

Conclusie
Met behulp van Fracture Assessment Risk Tool (FRAX), ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), kan de fractuurrisico worden berekend. De onderzoekers concluderen dat er een link is tussen postmenopauzale vrouwen die hoog scoren op de FRAX en parodontitis. De onderzoekers suggereren dan ook dat botverlies een betrouwbare indicator van parodontitis zou kunnen zijn.

Bron: Dentistryiq.com

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Bijwerking van medicijnen zichtbaar in de mond

Bijwerking van medicijnen zichtbaar in de mond

Van een aantal medicijnen is bekend dat ze invloed kunnen hebben op de dentitie. Zo kan antibiotica zorgen voor verkleuringen van tanden en kiezen. Ziet u een relatie tussen een bepaald medicijn en de mondgezondheid? Meld dit bij Lareb.

Geneesmiddelenziekte
Een tweede ziekte wordt het ook wel genoemd: geneesmiddelenziekte of ziekten die men krijgt als gevolg van gebruikte geneesmiddelen. Het slikken van medicatie brengt dus enige risico’s met zich mee. Een bekend voorbeeld is het medicijn Softenon waarvan later bleek dat het zorgde voor ernstige aangeboren afwijkingen bij het kind. Een ander recent voorbeeld is de Diane-pil: de kans op trombose wordt door deze pil vergroot.
Uit een studie van Pirmohamed et al. is gebleken dat 6,5% van niet geplande ziekenhuis opnames gerelateerd zijn aan geneesmiddelgebruik: 0,15% gaat er aan dood en 72% van de gevallen is te voorkomen. Het blijkt dat de geneesmiddelen NSAID (29,6%), diuretica (27,3%), anticoagulantia (10,5%) en antidepressiva (7,1%) in de meeste gevallen tot ziekenhuisopnames leiden.

Dentitie en geneesmiddelen
Van een aantal medicijnen is bekend dat ze invloed kunnen hebben op de dentitie. Zo kan antibiotica zorgen voor externe verkleuringen van de tanden en kiezen en is bruxisme een bijwerking van serotineheropnameremmers. Het blijkt dat weinig tandartsen een mogelijke relatie tussen een bepaald medicijn en een effect op de mondgezondheid melden bij Lareb, het Nederlandse Bijwerkingen Centrum. Bij de aanwezigheid van een onverklaarbare aandoening in de mond, bestaat er een grote kans dat een medicijn hierbij een rol speelt. Het is dus goed om een vermoeden van een relatie tussen een bepaald medicijn en een aandoening te melden bij Lareb.

Bijwerking in de mond
Medicijnen hebben bijwerkingen en dit kan zich ook uiten in de mond. Hieronder een aantal voorbeelden.

  • Gingiva zwelling: anti-epileptica, calcium antagonisten (nifedepine, verapramil), immunosuppressiva.
  • Droge mond: antidepressiva, antihistamiinica, antipsychotica.
  • Tandverkleuring:
    Extrinsiek (reversibel): orale antibiotica.
    Intrinsiek: tetracycline, fluor-verbindingen in hoge dosering.
  • Osteoradionecrose: bisfosofonaten (Fosamax). Dit is vooral gevaarlijk wanneer het medicijn intraveneus is toegediend of als er een relatie is met een extractie of ontsteking. Stoppen van het medicijn heeft geen zin.
  • Zwelling speekselklieren: thiazolidinediones
  • Congenitale afwijking:
    Tetracyclines zorgen voor intrinsieke verkleuringen.
    Schisis lijkt vaker voor te komen bij het gebruik van valproaat.
    Prenatale blootstelling aan anti-epileptische middelen lijken een relatie te hebben met het ontstaan van
    agenesie. Dit is echter nog niet hard gemaakt.

Conclusie
Als tandarts kun je heel veel zien in de mond, ook met betrekking tot geneesmiddelen.

Prof. dr. A.C. van Grootheest is hoogleraar Geneesmiddelenbewaking en geneesmiddelenveiligheid aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Prof. dr. A.C. van Grootheest tijdens het afscheidssymposium Kaaskiezen? Geen Keuze! in het UMCG.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

Prevalentie parodontitis hoogst onder allochtonen in VS

Onderzoek heeft aangetoond dat bijna 65 miljoen Amerikanen boven de 30 jaar een geavanceerde vorm van parodontitis hebben. Prevalentie van parodontitis blijkt het hoogst onder allochtonen. Het onderzoek is gepubliceerd in the Journal of Periodontology.

Gezondheidsvoorlichting
Uit het onderzoek blijkt dat 63,5 procent van de Spaans-Amerikanen, 59,1 procent van de niet-Spaanse (donkeren) en 50 procent van de Aziatische Amerikanen getroffen zijn door parodontitis. Volgens het onderzoek is duidelijke gezondheidsvoorlichting nodig om de algemene gezondheid van de gehele bevolking te verbeteren.

Parodontitis
Parodontitis blijkt dus een groot mondzorgprobleem in Amerika. Parodontale aandoeningen, vooral geavanceerde vormen, zijn gekoppeld aan cardiovasculaire ziektes en leiden ook tot tandverlies. Regelmatige bezoeken aan de tandarts en een goede mondhygiëne thuis zijn de beste middelen tegen parodontitis.

Bron: Pharmiweb

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z

Gebruik van een Cone Beam CT-scan en OPG bij verwijdering van de derde molaren

Verslag van de lezing van kaakchirurg Baucke van der Minnen over het gebruik van cone beam CT-scan (CBCT) en een orthopantomogram (OPG) bij de verwijdering van derde molaren.

Het probleem van de derde molaar is dat er in de evolutie steeds minder ruimte is ontstaan in de kaak terwijl het aantal gebitselementen niet is afgenomen. Hierdoor kan de derde molaar vaak niet volledig tot eruptie komen. Het is de vraag wat momenteel de indicatie is voor verwijdering van de derde molaar en wanneer daarbij een CBCT-scan nuttig kan zijn in aanvulling op het OPG.

Op 20 jarige leeftijd breekt 28% van de derde molaren door. Tussen 20 en 26 jaar breekt nog 17% extra door en bij mensen ouder dan 26 jaar breekt nog 4% van de derde molaren extra door. Dit betekent dat als na de 26-jarige leeftijd de M3 niet doorgebroken is, er maar een hele kleine kans is dat de molaar alsnog doorbreekt.

Redenen om de derde molaar niet te verwijderen

  • Als de molaar volledig door bot bedekt is.
  • Als de molaar functioneel is.
  • Als de molaar kan dienen als toekomstige brug- of framepijler.
  • Als crowding de enige reden voor verwijdering is. Er is geen evidence dat na verwijdering van een M3 de crowding opgeheven wordt.

Wat te doen bij een klachtenvrije sondeerbare M3?
De vraag is of een klachtenvrije sondeerbare M3 ter preventie verwijderd moet worden of niet. Het blijkt – uit een daling in het aantal preventief verwijderde M3’s in Engeland – dat indien je een klachtenvrije sondeerbare M3 niet verwijdert, er soms klachten door ontstaan en dat het aantal geëxtraheerde M3’s in totaal weer op het zelfde aantal uitkomt als voor het intreden van de daling. Een klachtenvrije M3 is dan ook niet hetzelfde als een niet pathologische M3! Tevens bleek dat bij verwijdering van een M3 tussen 25 en 30 jaar er meer nabezwaren waren en het advies is dan ook om een M3 bij voorkeur te verwijderen voor het 25e levensjaar.

Relatie met de nervus alveolaris inferior
Op een OPG is de relatie van de nervus alveolaris inferior en de radix van de M3 redelijk goed te beoordelen. Er zijn drie situaties waarbij een relatie zeer waarschijnlijk is. Dit zijn:

  • Een uitbochting van de nervus op de plek van de apex van de M3.
  • Indien de nervus over de radix heen geprojecteerd is en deze duidelijk radiolucenter is dan de radix zelf.
  • Indien de wortelpunten in de nervus steken en de cortex van de canalis mandibularis niet door lijkt te lopen tussen de wortels in.

Wanneer is een CBCT nuttig?
Een CBCT is alleen dan nuttig als de uitkomst je behandelplan zou kunnen veranderen. Een studie laat zien dat slechts in 12% van de gevallen het behandelplan wijzigt als routinematig een CBCT wordt gemaakt. Indien er maar één behandeloptie is, heeft een CBCT geen toegevoegde waarde voor de beslissing een derde molaar te verwijderen of te laten zitten. Een CBCT kan wel nuttig zijn voor de planning van de ingreep.
Om een CBCT goed af te kunnen lezen moet niet alleen in de sagittale, coronale en horizontale vlakken gekeken worden, maar ook in de lengterichting van de nervus. In deze lengterichting moet dan de dwarsdoorsnede ter plaatse van de M3 worden bekeken, zodat een getrouwe weergave verkregen wordt van de plaats van de nervus ten opzichte van de apex.

Indien er een duidelijke relatie met de nervus bestaat, kan een coronectomie overwogen worden om de nervus te sparen. Bij een coronectomie dient al het glazuur verwijderd te worden en de wortel mag hierbij niet geluxeerd worden. In de literatuur zijn geen aanwijzingen te vinden dat een coronectomie meer nabezwaren oplevert dan volledig extractie. In de praktijk wordt dit door de spreker betwijfeld, overigens zonder dat dit in het UMCG onderzocht is.

Wat zijn de voorwaarden voor een coronectomie?

  • De M3 dient vitaal te zijn en er is een indicatie voor verwijdering.
  • Bij het volledig verwijderen is er een hoger risico voor beschadiging van de nervus.
  • De patiënt is niet medisch gecompromitteerd.
  • De patiënt dient altijd goed geïnformeerd te worden, dat een coronectomie geen wondermiddel is en er altijd een risico bestaat dat de radices toch nog verwijderd moeten worden of dat de radices gaan migreren.

Aandachtspunten bij wel of niet preventief verwijderen M3

Een OPG is in de meeste gevallen voldoende om een goede inschatting te maken voor het risico op nervus beschadiging.

  • Er zijn richtlijnen opgesteld om de standaard verwijdering van de M3 te voorkomen.
  • Klachtenvrij is niet gelijk aan geen pathologie. Hier ligt de rol van de tandarts. Deze moet beslissen of er sprake is van pathologie of niet.Aandachtspunten bij de CBCT
  • Een CBCT geeft minder straling dan een CT.
  • De uitkomst van een CBCT beïnvloedt de chirurgische planning, maar vooralsnog is er niet aangetoond dat verwijdering van een M3 met behulp van 3D beeldvorming minder kans geeft op nervusschade.
  • Baucke van der Minnen studeerde geneeskunde in Groningen. In 2000 werkte hij als basisarts in het Wilhelmina Ziekenhuis te Assen. In 2001 begon hij aan de studie tandheelkunde in
    Groningen, welke in 2005 werd afgerond. In 2006 promoveerde hij op onderzoek naar de mogelijke toepassingen en het biologisch gedrag van een biodegradeerbaar polyurethaan schuim. De opleiding tot kaakchirurg (2005-2010) volgde hij in het UMCG en het Medisch Centrum Leeuwarden. Na afronden van de opleiding bleef hij als kaakchirurg aan het UMCG verbonden, met als aandachtsgebieden de aangezichtstraumatologie en de implantologie.

    Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Wenckebach Instituut.
Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Doe-het-zelf gaatjes vullen

Steeds meer Britten mijden de tandarts en voeren behandelingen aan het gebit zelf uit. Omdat veel mensen behandelingen niet kunnen betalen vullen ze zelf de gaatjes in hun tanden. Een man uit Groot-Brittannië trok zelfs eigenhandig 13 tanden uit.

250.000 doe-het-zelfpakketjes
In Groot-Brittannië worden jaarlijks meer dan 250.000 pakketjes verkocht waarmee gaatjes in kiezen thuis zelf gevuld kunnen worden. Ook in Nederland zijn de pakketjes al sinds 2001 verkrijgbaar, alleen sloeg het hier nooit echt aan. In Nederland zijn de kosten niet echt een reden om de tandarts te vermijden. Tot en met 17 jaar wordt tandartszorg vergoed uit de basisverzekering en ook de tarieven voor tandartszorg zijn omlaag gegaan.

Doe-het-niet-zelf!
Tandarts en hoogleraar Ad de Jongh kan zich voorstellen dat de doe-het-zelfpakketjes aantrekkelijk zijn voor mensen met angst voor de tandarts. Toch raadt hij het absoluut af om zelf thuis aan de slag te gaan, meldt de Volkskrant. Als een kies aan het rotten is, moet je die uitboren en de bacteriën eruit halen, anders blijft dit proces doorgaan. Vergelijk het met rottend hout waar je een verflaagje overheen smeert. Het probleem is dan niet opgelost.

Bron:
Mirror.co.uk
Citaat: Volkskrant

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

(h)Oud de mond gezond zoekt vrijwilligers voor training aan verzorgenden

(h)Oud de mond gezond. Dat is de naam voor het ouderenproject verzorgenden in verpleeghuis- en verzorgingshuizen. Er wordt hard gewerkt aan het ambitieuze project, waarvoor het Ivoren Kruis een schenking ontving van de VriendenLoterij. Projectleider Ronald Bos: “We roepen vrijwillige tandartsen, mondhygiënisten en (preventie)assistenten op die bereid zijn als vrijwilliger een éénmalige training te geven aan verzorgenden in verpleeg- en verzorgingshuizen. De vrijwillige mondzorgverleners krijgen zelf een kosteloze opleiding via de Preventie Academie van het Ivoren Kruis. De opleidingen starten in september 2015.”

Beloning
De vrijwilligers worden op 3 manieren beloond: uitbreiding van hun vakkennis, kosteloze accreditatiepunten en maatschappelijke waardering voor hun vrijwilligerswerk. De verzorgenden krijgen van vrijwilligers een les over het belang van mondgezondheid en krijgen een interactieve presentatie over de uitvoering van de juiste handelingen. Met de opgedane kennis zijn verzorgenden in staat een op de cliënt afgestemde verzorging te bieden en is de drempel om iemands mond te verzorgen verlaagd.

Het project valt of staat met een goede afstemming met directies van verpleeg- en verzorgingshuizen. Uiteraard wordt geïnventariseerd in welke huizen al een mondverzorger in functie is of op een andere manier een bijdrage levert.

Aanmelden
Wie belangstelling heeft als vrijwilliger aan (h)Oud de mond gezond mee te werken en dus de cursus te volgen, kan zich nu al aanmelden. Stuur een e-mail met daarin de volgende gegevens:

Ja ik word vrijwilliger voor (h)Oud de mond gezond en geef me nu alvast op voor kosteloze deelname aan de cursus.
Praktijk- of organisatienaam:
Voorletters:
Voornaam:
m/v
Achternaam:
Functie:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
BIG-nummer/ KRM nummer:


Lees meer over: Actueel, Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z

Patiënt onvoldoende geïnformeerd over beugelbehandeling

Ruim 70% van de patiënten krijgt van hun orthodontist niet voldoende informatie over de mogelijke behandelingsmethoden, typen beugels en tarieven. Dit blijkt uit het onderzoek van het Meldpunt Orthokosten van de Consumentenbond en De Monitor.

Zeshonderd ouders van beugeldragers vulden de enquête van het meldpunt in. Meer dan een kwart van de deelnemers gaf aan geen offerte te hebben gekregen vóór de behandeling.

NZa onderzoek
De NZa stelde eerder al dat orthodontisten in de afgelopen jaren meer patiënten behandelden en duurdere beugels plaatsten. Volgens de NZa bleef de omzet van orthodontisten hierdoor ongeveer gelijk terwijl er wel een tariefsdaling van 32% was in 2011 en 2013. Volgens orthodontisten kiezen consumenten zelf voor innovatieve en daarmee duurdere beugels.

Consumentenbond
De consumentenbond is van mening dat de resultaten van hun enquête de argumenten van de orthodontisten voor de kostenstijging ontkrachten. Sandra de Jong van De Consumentenbond zegt op de website van De Monitor: ‘Nu blijkt dat er voor de meeste patiënten helemaal niets te kiezen valt. Zeventig procent van de patiënten zegt helemaal geen informatie te krijgen over de beugelbehandeling.’

Beter informeren
René Noverraz zegt namens de KNMT dat orthodontisten hun patiënten beter gaan informeren over de behandelmogelijkheden en kosten hiervoor. In de komende maanden zullen orthodontisten informatie hierover op hun websites plaatsen. Ook wordt de controle hierop aangescherpt. ‘Jaarlijks worden orthodontisten gevisiteerd en gecertificeerd door externe controleurs. Deze controleurs hebben de opdracht gekregen scherper toe te zien op de manier waarop wij onze patiënten informeren’, aldus Noverraz op de KNMT website.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Tarieven, Thema A-Z