Vlaamse tandartsenbond hekelt toename aantal Waalse studenten Tandheelkunde

Er zijn dit jaar 700 Franstalige eerstejaars studenten Tandheelkunde en er studeren er jaarlijks 280 af. Dat zijn er teveel volgens het Verbond der Vlaamse Tandartsen. Na hun studie kunnen slechts 70 tandartsen zich per jaar vestigen. Het aantal Vlaamse studenten Tandheelkunde is beperkt sinds de invoering van een ingangsexamen geneeskunde.

Gesloten budget
In België kunnen artsen en tandartsen pas aan de slag als ze in het bezit zijn van een Riziv-nummer. Daarnaast werkt de Belgische ziektekostenverzekeraar met een gesloten budget voor tandartsen, orthodontisten en parodontologen.

Daling honorarium
Het Verbond der Vlaamse Tandartsen vreest dat het honorarium van hun leden zal dalen en stelt voor het aantal studenten Tandheelkunde te beperken of een apart budget aan Waalse en Vlaamse tandartsen toe te kennen.

Bron: De Morgen

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

OralID: Nieuwe lamp voor vroege ontdekking van mond- en keelkanker

De OralID is een nieuwe draagbare lamp die speciaal is ontwikkeld als hulpmiddel voor oraal onderzoek naar afwijkingen van het slijmvlies. De fluorescerende technologie maakt het mogelijk om weefselveranderingen in de mond te ontdekken voordat ze met het blote oog zichtbaar zijn.

HPV virus
In de afgelopen 10 jaar is het aantal mensen met mond-en keelkanker met de helft gestegen door een nieuwe hoogrisicofactor naast het gebruik van tabak of alcohol: het Humaan Papillomavirus 16 (HPV). Dit virus veroorzaakt voornamelijk keelkanker bij mannen vanaf 40 jaar. HPV gerelateerde keelkankers ontstaan vooral bij de amandelen en de tongbodem. Dit zijn delen van mond die lastig toegankelijk zijn voor het blote oog waardoor eerste signalen van voorstadia kunnen worden gemist.

Te laat
Bij twee van de drie mensen wordt mond-en keelkanker te laat ontdekt, waardoor de 5-jaarsoverleving minder dan 50% is en de patiënt blijvend last heeft van problemen met spreken, slikken, eten en ademen.

OralID
Bij gebruik van de OralID zal gezond weefsel groen oplichten, terwijl afwijkende cellen zwart zullen kleuren. Het onderzoek met de lamp duurt 2 minuten en kan het verschil zijn tussen een voortijdige ontdekking of een te late ontdekking van mond-en keelkanker.

De OralID is ontwikkeld door het bedrijf Forward Science uit Texas, USA. De OralID is geëvalueerd in 2014 door 36 tandartsen in 1.622 behandelingen voor het vakblad Dental Advisor. Tandartsen gaven de lamp de hoogste evaluatiescore van 5 sterren.

Verkrijgbaar
OralID is CE-geregistreerd. De lamp is verkrijgbaar voor 1.295,00 euro excl. btw, inclusief trainingsmateriaal, 2 brillen en filter voor het maken van foto’s. Er zijn geen disposables nodig. De OralID wordt in de Benelux aangeboden door het nieuwe bedrijf Maxdent B.V. uit Geldrop. Maxdent is speciaal opgericht om tandheelkundige behandelaars te ondersteunen bij de vroege ontdekking van mond-en keelkanker.

Lees meer over: Diagnostiek, Producten

NZa is bezorgd over macht verzekeraars

De NZa is bezorgd over de macht van zorgverzekeraars. Bestuursvoorzitter Maarten Ruys zei dit onlangs tijdens een NZa-bijeenkomst voor partijen uit de zorg, meldt Zorgvisie.

Meer macht
Vanaf 1 januari 2015 krijgen zorgverzekeraars geen compensatie meer voor risicovolle patiënten. Ook is er een voornemen om artikel 13 van de Zorgverzekeringswet te wijzigen waardoor zorgverzekeraars niet-gecontracteerde zorg niet meer hoeven te vergoeden. Door deze wijzigingen krijgen zorgverzekeraars meer macht.

Controle
De NZA zal de zorgverzekeraars nu strenger controleren. De autoriteit zal hierbij kijken naar concurrentie tussen zorgverzekeraars, de macht van deze partijen, het doorgeven van inkoopvoordelen, de zorgplicht, ongewenste risicoselectie en de niet toegestane premiedifferentiatie.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Slechts 30 procent tandartspraktijken heeft contract met zorgverzekeraar

Slechts 30 procent van de tandartspraktijken heeft een contract heeft met een zorgverzekeraar. Als ixorg wordt meegerekend, dan bedraagt dit 55 procent. Dit blijkt uit onderzoek van 123tandarts.nl onder 5.000 praktijken.

ixorg heeft meeste contracten
ixorg, de nieuwe verzekeraar voor tandheelkundige zorg, heeft de meeste tandartsen onder contract in vergelijking met de grote zorgverzekeraars. Tot de grote zorgverzekeraars worden Achmea, VGZ, CZ en Menzis gerekend.

Patiënten die bij een mondzorgpraktijk zijn waarmee hun zorgverzekeraar geen contract heeft, moeten soms een deel zelf bijbetalen van een tandheelkundige behandeling. Bij de keuze van een zorgverzekering moet een patiënt dus goed bekijken of zijn tandarts een contract heeft met deze zorgverzekeraar.

Tandartspraktijken per zorgverzekeraar

 


Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Hoger opgeleiden gaan vaker naar tandarts

Het gebruik van zorg blijkt samen te hangen met opleidingsniveau. Hoger opgeleiden gaan vaker dan lager opgeleiden naar de tandarts en de alternatieve genezer en ze gebruiken vaker medicijnen die niet zijn voorgeschreven. Lager opgeleiden gaan meer naar de huisarts en de specialist, ze liggen meer in het ziekenhuis en gebruiken vaker voorgeschreven medicijnen. Alleen bij de fysiotherapeut is er geen verschil tussen lager en hoger opgeleiden: ruim een kwart van de 25-plussers heeft in één jaar tijd contact met een fysiotherapeut. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS.

In het algemeen maken lager opgeleiden meer gebruik van zorg dan hoger opgeleiden. Volgens het CBS heeft dit mede te maken met verschillen in leeftijd, geslacht, gezondheid en inkomen tussen beide groepen. Als met al deze verschillen rekening wordt gehouden, dan de situatie anders zijn en zouden hoger opgeleiden meer zorg gebruiken.

Zorggebruik naar opleidingsniveau, bevolking van 25 jaar en ouder, 2013

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Mondhygiënist met hepatitis B toch aan het werk

In 2013 meldde een mondhygiënist met hepatitis B zich bij het reizigersadviesbureau van de GGD. Na navraag van de arts-infectieziektebestrijding bleek ze niet bekend te zijn bij de commissie Preventie iatrogene transmissie die adviezen geeft als een gezondheidsmedewerker hepatitis B heeft.

Opleiding
Tijdens haar opleiding tot mondhygiënist die ze volgde van 2005 tot 2009 had zij aan haar opleiders reeds gemeld dat ze aan hepatitis B leed. Er werd haar echter nooit verteld dat dit riskant zou kunnen zijn voor haar patiënten. De GGD wist te achterhalen dat de situatie in 2005 was voorgelegd aan een arts-microbioloog in het regionale ziekenhuis. De arts-microbioloog had daarop de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) per brief om instructies gevraagd. Hoe het verder is gelopen is niet bekend.

Werkgever en maagleverdarmarts
Toen de vrouw in 2009 bij een tandartsenpraktijk ging werken informeerde haar werkgever niet naar haar beschermingsstatus tegen hepatitis B. In 2010 werd zij verwezen naar een maagleverdarmarts toen bleek dat ze een hoge viremie had. Dit betekende een hoeveelheid hepatitis B-virus in het bloed die veel hoger was dan de waarde waarmee een risicovormer volgens de landelijke richtlijn Preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten mag werken. De arts wees haar echter niet op de risico’s met betrekking tot haar werk. Er werd gestart met een behandeling waarna haar viremie in 2011 gedaald was tot een acceptabel niveau. Hierna heeft er geen controle meer plaatsgevonden.

Maatregelen van de GGD
De GGD sprak met de vrouw af dat zij per direct haar werkzaamheden zou staken. Ook zou ze een nieuwe viremiebepaling laten doel en contact op nemen met de maagleverdarmarts. Uit de viremiebepaling bleek dat haar viremie wederom erg hoog was. Dit betekende dat haar eerdere behandeling mislukt was en dat ze ook nog steeds een risico vormde voor haar patiënten. De GGD meldde haar situatie vervolgens aan de commissie PITH en lichtte ook de IGZ in.

Geen verband met acute hepatitis-B gevallen
Uit onderzoek van de GGD bleek dat de vrouw niet als infectiebron kon worden aangewezen voor gemelde patiënten met acute hepatitis B. Het is daarmee echter niet gezegd dat de vrouw ook niemand heeft besmet. Slechts 1 op 3 besmettingen verloopt symptomatisch. Daarbij is het bekend dat 95% van de gevallen van acute hepatitis B eindigt in genezing.

Werkzaamheden hervat
De vrouw wordt nu behandeld met medicatie en zal deze waarschijnlijk langdurig medicijnen moeten slikken. Op het moment heeft ze toestemming gekregen van het PITH om haar werkzaamheden te hervatten. Wel blijft ze onder toezicht van de commissie en zal ze elk half jaar een viremiebepaling moeten doen.

Leerpunten
Ondanks dat er al sinds 2002 een landelijke richtlijn Preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten bestaat kon het toch misgaan. Dit kwam doordat er meerdere keren werd gefaald in de uitvoering van de regels door deskundigen:

• Bij de opleiding had men doortastender moeten zijn;
• De geconsulteerde arts-microbioloog had op de hoogte moeten zijn van de richtlijn;
• De werkgever had dóór moeten vragen;
• De MDL-arts had kunnen weten dat cliënte een risico vormde voor haar patiënten, ook hij had de richtlijn PITH moeten kennen.

Lees ook over de praktische samenvatting van de richtlijn preventie iatrogene transmissie HBV

Bron:
RIVM

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

NZa ziet opnieuw ruimte vrije tarieven

De NZa ziet opnieuw ruimte voor vrije prijzen in de mondzorg, zij het onder geleide van de zorgverzekeraars. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. Dit blijkt het uit het NZa rapport “Deregulering eerstelijns zorgmarkten” dat onlangs werd gepubliceerd.

De innovatie van zorgvormen, het anders organiseren en betalen van zorg en het beter inspelen op individuele consumentenwensen, noemt de NZa als voordelen van deregulering in de zorg. Volgens het NZa rapport zouden er in de verloskunde, kraamzorg, logopedie en basis GGZ vanaf volgend jaar vrije prijzen kunnen gelden.

Volgende stap
Voor de mondzorg ziet de NZa weer ruimte voor vrije tarieven. ‘Een volgende stap in het ‘dereguleringsmodel’ is het vrijgeven van de tarieven mits er een overeenkomst is met de zorgverzekeraar’, zegt de NZa in het rapport. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. ‘Immers, een groot deel van de mondzorg wordt rechtstreeks door de consument betaald, zonder tussenkomst van een verzekeraar. De max-max-tarieven zijn nu nog niet toepasbaar op deze aanbieder-consument verhouding.’

Reacties op Twitter








Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
grafiek dalen

Tandartspraktijk en tandtechnisch laboratorium failliet verklaard

Tandheelkundig Centrum en tandtechnisch laboratorium Prodentique uit Hengelo zijn door de rechtbank in Almelo failliet verklaard, meldt Tubantia. De praktijk blijft gewoon geopend. Andere tandartsen hebben volgens de curator belangstelling om de praktijk over te nemen. Voor het tandtechnisch laboratorium zijn de vooruitzichten minder goed.

De curator zegt dat de problemen onder andere ontstaan zijn door vertrek van enkele tandartsen uit de praktijk die vervolgens patiënten meenamen.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Steeds meer mensen met diabetes

Het aantal mensen met diabetes is flink gestegen in de laatste jaren. In 2013 gaf 4,5 procent van de Nederlanders aan diabetes te hebben wat overeenkomt met 750.000 mensen. In 2001 gaf 2,8 procent dit aan. Dit meldt het CBS.

Meer kans
Vooral diabetes type 2 komt steeds vaker voor, met name onder 55-plussers. Overgewicht speelt bij dit type een belangrijke rol.
Naast ouderen hebben ook allochtonen van de eerste generatie, lager opgeleiden, mensen met een lager welstandsniveau en mensen met overgewicht vaker diabetes.

Slechtere mondgezondheid
Bij patiënten met diabetes blijft de bloedsuikerspiegel niet meer binnen de normale grenzen. Als gevolg van diabetes kan de mondgezondheid verslechteren. Mensen met diabetes hebben ook vaker last van tandvleesontsteking.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

NVM: Onjuistheden over de Leergang Parodontologie

De NVM vindt dat er feitelijke onjuistheden staan in het verslag waarin parodontoloog Jeroen Zweers aan het woord komt over de Leergang Parodontologie. “Alle opleidingen hebben de basiskennis en -vaardigheden voor parodontologie in het reguliere curriculum opgenomen. Voor verdere scholing is er een minor Parodontologie.”

De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten vindt dat er feitelijke onjuistheden staan in het verslag waarin parodontoloog Jeroen Zweers aan het woord komt.
De Achterhoekse studieclub van mondhygiënisten nodigde onlangs Zweers uit om te praten over zijn vak, verwijzen en het geheim van parodontale stabiliteit. In het verslag , dat nog te lezen is op dentalinfo.nl, staat dat hij graag samenwerkt met mondhygiënisten, maar als het over borende mondhygiënisten gaat, hij wat bezorgd kijkt. Op sommige HBO’s Mondzorgkunde is parodontologie een minor geworden. “Naar mijn idee is parodontologie de basis van de opleiding tot mondhygiënist. Ik heb van verschillende collega’s vernomen dat de handvaardigheid en kennis over parodontologie van recentelijk afgestudeerde mondhygiënisten steeds vaker te kort schiet. Dat er nu zelfs plannen zijn om de HBO Mondzorgkunde te verlengen met een post-HBO parodontologie is de wereld op zijn kop.”

Scalen en planen
Oddy Folgerts, beleidsmedewerker Onderwijs, Scholing en Wetenschap bij de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten, wil op deze uitspraken reageren. Sinds de komst van de 4-jarige opleiding leren mondhygiënisten in spé om te prepareren en te restaureren. Daarmee is er ook een minor Parodontologie gekomen. Leren dan niet alle studenten Mondzorgkunde meer te scalen en te planen? “Alle opleidingen hebben de basiskennis en -vaardigheden met betrekking tot parodontologie in het reguliere curriculum opgenomen. Voor diegene die zich verder wil scholen in de Parodontologie is binnen de reguliere opleiding een minor Parodontologie”, antwoordde Folgerts.

Leergang Parodontologie
Wat is dan de reden van het ontwikkelen van de post-HBO Parodontologie? “De NVM spreekt niet over een post-HBO-opleiding, maar over de Leergang Parodontologie (LP). De LP is een verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden op het gebied van parodontologie en voor alle mondhygiënisten die affiniteit hebben met parodontologie. Daarnaast heeft de Leergang Parodontologie als doel om de (regionale) samenwerking tussen de mondhygiënisten, parodontologen en andere (mond)zorgprofessionals te bevorderen en het kwalitatief handelen als het gaat om de parodontologie gezamenlijk aan te pakken. De NVM heeft als missie: ‘Het bevorderen van professionele, preventieve mondzorg voor alle Nederlandse inwoners en het creëren van voorwaarden voor mondhygiënisten om deze hoogwaardige mondzorg te verlenen’. Bovendien heeft de NVM als doelen gesteld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te stimuleren en inhoudelijk het beroep verder te ontwikkelen. De NVM wil middels de ontwikkeling van de Leergang Parodontologie niet alleen een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de inhoudelijke ontwikkeling van het beroep, maar ook aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van de mondzorg.

Interesse bij mondhygiënisten
De NVM onderzocht of er een vraag is onder haar leden om de LP uiteindelijk echt van start te laten gaan, ook bleek de interesse uit congresbezoek. Het congres over parodontologie in 2010 was één van de drukbezochtste NVM-congressen ooit. Uit onderzoek van twee studenten Mondzorgkunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in 2011 over bij- en nascholing bleek dat 70.2% van de 490 mondhygiënisten interesse heeft in bij- en nascholing op het gebied van parodontologie. Ook heeft de NVM tijdens het NVM Voorjaarscongres 2013 na toelichting van de heer dr. Schelte Fokkema, MSc, op de ontwikkeling van de LP een peiling uitgevoerd onder congresbezoekers naar de belangstelling voor een LP. Ruim 70% van de aanwezige mondhygiënisten (226 stemmen in totaal) gaven aan dat zij geïnteresseerd zijn in de LP, bovendien bleek dat de ruime meerderheid (82%) zijn klinische tijd primair besteedt aan parodontologie. Ook de DCM-cursussen over de parodontologie worden altijd goed bezocht door mondhygiënisten. Folgerts: “De afgelopen jaren is veel variëteit ontstaan als het gaat om scholing op het gebied van parodontologie en de kwaliteit en het niveau van dergelijke scholing verschilt. Vanuit het werkveld is behoefte aan een eenduidige en gecertificeerde scholing voor mondhygiënisten op het gebied van de parodontologie.”

Verdieping en verbreding

Hoe zal de LP eruit komen te zien en wanneer kunnen mondhygiënisten zich gaan aanmelden?
“Kort gezegd is de LP een verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden op het gebied van de parodontologie. Op dit moment is de LP volop in ontwikkeling. De Leergang Parodontologie zal bestaan uit een theoretisch deel in de vorm van wetenschappelijke seminars en een praktijkgedeelte in de vorm van een klinische stage. Begin 2015 zal de LP aangeboden worden via DentalCourses Mondhygienisten (DCM). Meer informatie over de precieze invulling van de LP zal later dit jaar bekend worden gemaakt.

Is de LP enkel voor de mondhygiënisten die de 4-jarige opleiding zonder minor parodontogie hebben gevolgd?
“De LP is voor alle mondhygiënisten die affiniteit hebben met parodontologie.” De LP is dus niet alleen voor die categorie mondhygiënisten, maar ook voor de mondhygiënisten die de 2- of 3-jarige opleiding hebben gedaan of diegene die de minor parodontologie hebben gedaan.

Bij elkaar kan het dus een behoorlijk lange opleiding zijn. Is vijf jaar leren niet erg lang voor mondhygiënisten? Is dat niet een beetje te veel van het goede en erg duur?
“De LP is geen voltijds jaar (1640 uur), dus deze aanname klopt niet. Aangezien de LP in deeltijd te volgen is, varieert de duur van de LP van 12 tot 18 maanden, afhankelijk van de door de mondhygiënist zelf gekozen tijdspanne. Het is juist een investering: Door het volgen van de LP wordt de rol van de mondhygiënist en de samenwerking met ander mondzorgprofessionals binnen het mondzorgteam versterkt, waardoor ze nog doelgerichter en doelmatiger patiënten kunnen behandelen. Kortom, een win-winsituatie voor alle partijen. Bovendien wordt met de LP door mondhygiënisten gewerkt aan verdere kwaliteitsbevordering m.b.t de beroepsuitoefening en wordt inhoudelijk het beroep verder ontwikkeld.”

Al met al is geen sprake van een comeback. De paro-mondhygiënist is immers nooit weggeweest! De mondhygiënist krijgt enkel de kans om zich nog verder te ontwikkelen in de parodontologie middels de Leergang Parodontologie.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z

Bij welke zorgverzekeraar zijn mensen verzekerd?

Bekijk dit handige overzicht: bij welke zorgverzekeraar zijn mensen verzekerd. En ook: welke verzekeringen vallen onder welke organisatie?

Bekijk een vergrote versie

Bron:
Zorgkiezer.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Wat u moet weten over mondzorg en aanvullend verzekeren

Veel Nederlanders bekijken hun zorgverzekering én de aanvullende verzekeringen de komende maanden weer kritisch. Een veelgestelde vraag is daarbij: moet ik mij wel of niet aanvullend verzekeren voor mondzorg? De belangrijkste informatie voor voorlichting aan uw patiënt op een rij.

Welke kosten voor mondzorg vergoedt de basisverzekering?

Jeugd
Voor kinderen en jongeren tot 18 jaar vergoedt de basisverzekering de meeste tandartsbehandelingen. Hiervoor betaalt men ook geen eigen bijdrage. De kosten voor orthodontie of kronen en bruggen worden niet vergoed.

Volwassenen
Volwassenen vanaf 18 jaar betalen bijna alle kosten voor mondzorg zelf. Vanuit de basisverzekering vergoeden zorgverzekeraars chirurgische tandheelkundige zorg en een uitneembaar kunstgebit vanuit het basispakket. Voor dit kunstgebit wordt wel een eigen bijdrage in rekening gebracht.

Bijzondere zorg
In speciale gevallen vergoedt de zorgverzekeraar bijzondere tandheelkundige zorg uit het basispakket. Bijvoorbeeld als iemand deze zorg nodig heeft omdat hij/zij een ernstige ontwikkelingsstoornis heeft. Of als mensen ernstige stoornissen of afwijkingen van de mond hebben. Voor een vergoeding van deze bijzondere zorg moet wel vooraf toestemming gevraagd worden bij de zorgverzekeraar.

Aanvullende verzekering
Volwassenen vanaf 18 jaar die reguliere kosten voor de tandarts vergoed willen krijgen en verzekerd willen zijn voor gebitsschade door ongevallen kunnen zich aanvullend verzekeren naast de basisverzekering. Welke behandelingen vergoed worden en hoeveel die vergoeding bedraagt, verschilt nogal per verzekeraar.

Wat vergoedt de aanvullende verzekering?

Wat vergoed wordt bij een aanvullende tandartsverzekering verschilt per verzekeraar. Er zijn veel tandartsverzekeringen op de markt en de voorwaarden van die verzekeraars verschillen ook met elkaar. Ongevallendekking bij gebitsschade zit bij veel verzekeraars in de aanvullende verzekering en niet in de tandartsverzekering. Er zijn grofweg drie soorten polissen die worden aangeboden voor de tandartsverzekering:

Verrichtingenpolis: Bij een verrichtingenpolis krijgt u bij een aantal verschillende behandelingen een vergoeding zonder limiet. Het maakt dan niet uit hoeveel vullingen u nodig hebt, u ontvangt per vulling (een deel van) de kosten terug van uw verzekeraar. Per polis verschilt het of u het volledige bedrag krijgt of een gedeelte ervan. Let goed op de polisvoorwaarden, vaak worden de meer complexe behandelingen niet vergoed of moet u de duurste polis afsluiten om deze behandelingen vergoed te krijgen.

Sommenpolis: Voor uw maandelijkse premie krijgt u per jaar een maximum bedrag vergoed. Vaak gaat het om een bedrag tussen de € 250 of € 500 euro wat u maximaal per jaar vergoed krijgt. Ook hier moet u goed naar de polisvoorwaarden kijken. Vaak ontvangt u niet een volledige vergoeding, maar vergoedt de verzekeraar 75 procent van de behandeling. U betaalt in feite naast uw maandelijkse premie ook een eigen bijdrage bij behandelingen.

100% vergoeding: Een aantal verzekeraars biedt een polis aan met 100% vergoeding. U betaalt meestal een iets hogere maandelijkse premie, maar u krijgt tot een maximum bedrag uw kosten volledig vergoed.

Kan iedereen tandartsverzekering afsluiten?
Tandartsverzekeringen zijn niet zomaar toegankelijk. Bij het afsluiten van deze tandartsverzekeringen worden er vragen gesteld over uw tandheelkundig verleden en verwachtingen over uw gebit. Bij twijfel aan de kant van de zorgverzekeraar kan iemand worden geweigerd.

Waar moet u op letten bij de keuze voor een tandartsverzekering?

Een goede tandartsverzekering afsluiten is nog niet zo eenvoudig. Er zijn nogal wat dingen om rekening mee te houden. Het belangrijkste bij het afsluiten van een tandartsverzekering is de gezondheid van uw eigen gebit en uw behoefte aan mondzorg. Mankeert er vaak iets aan uw gebit, komt u alleen voor een periodieke controle of zou u misschien in de toekomst nog een beugel willen?

De belangrijke punten om op te letten:

1. Wat wordt vergoed?
Verzekeraars maken vaak onderscheid in behandelingen die zij vergoeden. Algemene stelregel, hoe duurder de polis, hoe meer behandelingen er worden vergoed.

• Reguliere behandelingen (preventieve, tweejaarlijkse consulten)
• Mondhygiëne (voorlichting, gebitsbescherming en het verwijderen van tandsteen en tandaanslag)
• Orthodontie (gebitsregulatie inclusief beugels)
• Parodontologie (behandelingen van tandvlees en kaakbot)
• Specialistische behandelingen, inclusief implantaten, kronen, bruggen, wortelkanaal- en zenuwbehandelingen
• Schade door een ongeval
• Noodbehandelingen in het buitenland

2. Worden de maximale vergoedingen van de tandartsverzekering bepaald door percentages, geldbedragen of een aantal?

3. Zijn er acceptatievoorwaarden voor de tandartsverzekering?

4. Mag u zelf bepalen naar welke tandarts u gaat, of bepaalt de verzekeraar dit?

5. Wordt de tandartsverzekering los aangeboden of alleen binnen een pakket; wat werkt het beste voor u?

6. Kunt u een korting krijgen?

Weetje: verzekeraars zijn niet verplicht verzekerden te accepteren voor een tandartsverzekering.

Wat zijn de alternatieven voor mondzorgfinanciering?

Voor mensen met een gezond gebit is een aanvullende tandartsverzekering zelden voordelig. Voor wie bijvoorbeeld twee keer per jaar voor controle naar de tandarts gaat loont het al helemaal niet, omdat dan al snel meer betaald wordt aan premies dan wat aan vergoeding ontvangen wordt.

Niet verzekeren als alternatief, is echter risicovol. Bij gebitsschade door een ongeval loopt u als niet-verzekerde tegen hoge kosten aan. Er is echter een goed én goedkoop alternatief: ixorg.

Goedkoop alternatief voor iedereen met goed gebit
Bij ixorg bouwt u met een maandelijks bedrag -en dat bedrag bepaalt u zelf- een spaarpotje op. Uit dat spaarpotje worden de kosten voor tandarts, orthodontie en mondhygiëne betaald. Dat geld is en blijft van u. Ook is het onderling uitwisselbaar met andere gezinsleden. Voor als zij een keer onverwacht hoge tandartskosten hebben bijvoorbeeld. Daarnaast is gebitsschade door een ongeval, waar ook ter wereld, 100% gedekt tot 10.000 euro. Deze dekking is veel hoger dan wat bij de meeste zorgverzekeraars in een aanvullende verzekering zit.

Voor patiënten die maar een paar keer per jaar de tandarts bezoeken levert dit al gauw een besparing op van meer dan 100 euro. ixorg is daarmee hét goedkope alternatief voor de tandartsverzekering voor iedereen met een goed gebit.

Kijk voor meer informatie op www.ixorg.nl. Hier kunt u ook snel berekenen wat u kunt besparen door aan te geven hoe vaak u per jaar naar de tandarts gaat, hoe vaak u uw gebit laat reinigen en hoe vaak u gemiddeld per jaar een gaatje laat vullen.

Wat verandert er komend jaar in de zorgverzekering?

Stijgende zorgpremie
Zorg wordt voor Nederlanders in 2015 opnieuw duurder. De zorgpremie komt op 1.215 euro per jaar, ruim 100 euro meer dan in 2014. Dit bedrag kan overigens per zorgverzekeraar verschillen, het kabinet geeft alleen een richtlijn.

Hoger eigen risico
Al jaren wordt het eigen risico in de zorg verhoogd. Ook in 2015 betalen we bij zorgbehandelingen een hoger bedrag eerst zelf. Het verplichte eigen risico gaat omhoog van 360 naar 375 euro.

Beperking zorgtoeslag
Mensen met een laag (midden)inkomen hebben vaak recht op zorgtoeslag zodat voor hen de zorg betaalbaar en toegankelijk is. Het kabinet is van plan meer te besparen op de zorgtoeslag. De laatste jaren zijn de inkomensnormen om in aanmerking te komen voor de toeslag al aangescherpt. Nu zullen mensen die iets meer verdienen maar wel recht hebben op toeslag, sneller een lagere toelage krijgen. De zorgtoeslag voor de laagste inkomens gaat iets omhoog om de hogere zorgpremie te compenseren.

Door:
ixorg



Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Kinderartsen: Verbied energiedrankjes voor kinderen

De verkoop van energiedrankjes aan kinderen jonger dan 13 jaar zou verboden moeten worden. Dit bepleiten kinderartsen, meldt de NOS. Kinderartsen zien steeds vaker kinderen en jongeren die ziek zijn geworden door deze drankjes. Energiedrankjes bevat ten veel suiker, cafeïne en meer stoffen die mogelijk slecht zijn voor kinderen.

Gebitsschade
Jongeren tussen de 11 en 17 jaar hebben steeds vaker gebitsschade door het drinken van energiedrankjes, in combinatie met een slechte mondverzorging. Vorig jaar hield de NVM daarom de actie met posters waarop jongeren aangeven ‘hun tanden kwijt te zijn’. De actie riep op goed te poetsen, matig te zijn met ongezonde voeding en vaker de mondhygiënist te bezoeken.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Tandarts Van der Linden krijgt lintje

Tandarts, implantoloog J.G. van der Linden kreeg op 30 oktober een koninklijke onderscheiding voor zijn werkzaamheden als tandarts, implantoloog en maatschappelijke nevenactiviteiten, meldt Dichtbij.nl.

De heer Van der Linden werkt sinds 1970 als tandarts, implantoloog. Als een van de eerste tandartsen in de regio Gorinchem hield hij zich bezig met implantologie. In 1998 opende de tandarts, implantoloog Tandheelkundig Centrum De Witte Brug in Papendrecht. Daarnaast is hij medeoprichter van Tafelronde 140 Papendrecht en had hij verschillende bestuursfuncties. In 1982 was hij bestuurslid van het College Maxillo Faciale Implantologie. Sinds 2002 is hij penningmeester van de Dordrechte Tandartsen Vereniging.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

3D-printen: ook bij de tandarts

3D-printen neemt zo’n grote vlucht dat binnen drie jaar deze sector 16,2 miljard dollar waard is, tegen 2,5 miljard vorig jaar. 3D-printen wordt gebruikt in de auto- en ruimtevaartindustrie, bij het maken van sieraden, maar ook binnenkort bij: de tandarts.
Dat voorspelt het internationale technologische onderzoeksbureau IDTechEx na een drietal diepgaande onderzoeken, waaronder 3D-bioprinting, de toepassing voor de medische wetenschap.

Een 3D-printer, die zo’n 16.000 euro kost en tien jaar meegaat, staat binnenkort ook bij de tandarts. Producenten van 3D-printers zijn bezig met de ontwikkeling van printers voor de tandheelkundige markt. Tandheelkundige implantaten kunnen dan a la minute worden gemaakt die ook nog eens perfect bij de patiënt passen. Daarnaast komen er printers die een deel van het lichaam van de patiënt kunnen nabootsen na het inlezen van MRI- en CT-scans. Daarmee kunnen chirurgen moeilijke ingrepen oefenen.

Bron:
Idtechex

Lees meer over: 3D-printen, Actueel, Thema A-Z
Skelettale verankeringstechnieken

Skelettale verankeringstechnieken in multidisciplinaire behandeling

In begin werd voor orthodontische doeleinden bij patiënten met hypodontie meer gebruik gemaakt van implantaten, zowel in de tandboog als palatinaal. Tegenwoordig wordt steeds meer gebruik gemaakt van TAD’s en bollards.

Behandeling van patiënten met agenesie/oligodontie
Bij een patiënt met (multiple) agenesie(ën) of oligodontie is niet alleen sprake van het ontbreken van elementen. Vaak is er ook sprake van aanwezigheid van melkelementen, onvoldoende ontwikkeling van de processus alveolaris, geretineerde elementen, onvoldoende verticale ontwikkeling van het gelaat en kleine, smallere en/of kortere elementen. Ook kunnen de elementen zich in de tandboog verplaatsen en/of uitwaaieren.

Voordat er gestart wordt met behandelen, is het verstandig een set-up te laten maken. Aan de hand van de set-up kan een behandelplanning gemaakt worden. Vaak wordt er gekozen, om ter plaatse van het agenesie diasteem, een implantaat te plaatsen. In dit geval zou het implantaat, een osseogeïntegreerde schroef, gebruikt kunnen worden als verankering voor het verplaatsen van een gebitselement. Vervolgens kan er een tijdelijke kroon vervaardigd worden op het implantaat. Belangrijk is dus een goede set-up en een nauwkeurige plaatsing van de implantaten. Indien er nog een bracket op de tijdelijke kroon op het implantaat geplakt moet worden, is het verstandig te kiezen voor een tijdelijke kroon van composiet of kunsthars, aangezien de hechting met porselein niet betrouwbaar is.

Ook TAD’s en bollards zijn goed toepasbaar bij patiënten waarbij meerdere gebitselementen niet aangelegd zijn.

Conclusie
In begin werd voor orthodontische doeleinden bij patiënten met hypodontie meer gebruik gemaakt van implantaten, zowel in de tandboog als palatinaal. Tegenwoordig wordt steeds meer gebruik gemaakt van TAD’s en bollards. Voordeel is dat er geen sprake is van osseointegratie, en daarom het materiaal makkelijk te verwijderen is, het tijdelijk is en dat ze alleen een orthodontisch doel hebben. TAD’s en bollards kunnen direct belast worden in tegenstelling tot implantaten.

Lezing door Drs. Sandy van Teeseling, orthodontist, AMC, VUMC en UMCG.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met de afdeling MKA-chirurgie, de afdeling Orthodontie, de Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut en de Stichting PAOT-NN.

Nov 2014

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z

Glasionomeervullingen even goed als amalgaamvullingen

Lange tijd werd aangenomen dat amalgaanvullingen beter en duurzamer zouden zijn dan glasionomeervullingen. Onderzoek wijst echter uit dat er helemaal geen bewijs is voor deze aanname op inferioriteit van de glasionomeervullingen.

Het onderzoek werd gedaan door dr. Steffen Mickenautsch en Professor Veerasamy Yengopal, beiden van de Systematic Review initiative for Evidence-based Minimum Intervention in Dentistry (SYSTEM Initiative). Zij voerden een systematische analyse van klinisch vergelijkende onderzoeken uit en een meta-epidemologische studie.

10.000 tandreparaties
In de meta-analyse, uitgevoerd door SYSTEM Initiative, werden 38 klinisch vergelijkende onderzoeken opgenomen. Het aantal tandreparaties dat in dit onderzoek zijn opgenomen komt daarmee boven de 10.000 uit. Op basis van de gegevens in dit onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat glasionomeer minder goed is dan amalgaam, zoals lange tijd wel werd aangenomen. Er werd namelijk geen significant verschil gevonden tussen deze twee restauratiemethodes tijdens de verschillende follow-up periodes na de restauraties.

Onjuiste statistische vergelijkingen
Volgens dr. Mickenautsch zijn de uitspraken die eerder werden gedaan over de inferioriteit van glasionomeer ten opzichte van amalgaam gebaseerd op onjuiste statistische vergelijkingen. Hiervoor werden onderzoeken met verschillende voorwaarden en patiëntengroepen met elkaar vergeleken. Waar de voorwaarde voor een juiste statistische vergelijking is dat er sprake is van een directe vergelijking van de behandelingen door middel van klinisch vergelijkende onderzoeken.

Patiëntvriendelijk alternatief
Glasionomeer kan dienen als alternatief voor de amalgaamvullingen. Glasionomeer is daarbij meer patiëntvriendelijk omdat het bij deze vulling niet nodig is om op hoge snelheid te boren. Daarnaast is het bij het herstellen van een eerdere restauratie niet nodig om alle vulmateriaal uit de tandholte te verwijderen.

Bronnen:
University of Witwatersrand
Journal, PLOS One
South African Dental Journal
Journal of minimum intervention in dentistry

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Restaureren, Thema A-Z

Succes en falen bij enkelvoudige composietrestauraties

Het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie in het front vormt een routine procedure in de dagelijkse praktijk. Met als uitdaging het realiseren van een minimaal invasief en duurzaam herstel in esthetiek en functie. Welke succes en faalfactoren spelen een rol?

Materiaalkeuze en kleurengamma
Bij het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie heeft de clinicus controle over de volgende factoren:

Materiaalkeuze
Er bestaan verschillende composieten die verschillen in sterkte, polijstbaarheid, kleurengamma en consistentie. Voor frontrestauraties bestaan er drie types composieten:

1. Microfijne composiet (vulstof 40-50 nm)
Een microfijn composiet kan optimaal gepolijst worden, behoudt zijn glans en geeft een goed esthetisch resultaat. Dit composiet is echter niet sterk genoeg voor zwaar belaste gebitselementen omwille van een verhoogd risico op chipping.

2. Microhybride composiet (vulstof 0.6-1micron, + microvulstof)

3. Nano-gevulde composieten (vulstof 5-100 nm): bevat sferische vulstofpartikels

4. Nano-hybriede composieten: combinatie van micro-hybried composiet en nanogevuld composiet.
Deze laatste 3 groepen van composieten zijn voldoende sterk voor frontrestauraties en kunnen ook in het posterieure gebied gebruikt worden. Deze materialen kunnen tot een goede oppervlakteglans gepolijst worden mist er voldoende tijd aan de polijstfase besteed wordt. Er bestaat een uitgebreid kleurengamma voor deze composieten.

Kleurengamma
Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen dentine-composiet, voor het opbouwen van de dentine kern, en glazuur-composiet om de glazuurlaag te vervangen. Momenteel is er qua kleur veel mogelijk met composiet. Zo kunnen er onder andere incisale opalescenties, white spots en andere karakteriserende aspecten nagebootst worden.

Herstel van cervicale slijtage laesies
Cervicale laesies komen vrij vaak voor. Om esthetische redenen of gevoeligheidsredenen kan gekozen worden voor herstel. Dit wordt gedaan in de volgende stappen:

  • Opruwen dentine oppervlakte met diamantboor (terughoudend zijn bij mild of ultra-mild‘zelf-etsend’ adhesief in verband met het creëren van een te dikke smeerlaag).
  • Bevel maken van 1-2 mm.
  • Isolatie onder rubberdam of met behulp van een contourstrip, metalen matrix, retractiedraad of teflontape.
  • Selectief etsen met fosforzuur en gebruik maken van een mild twee stappen ‘zelf-etsend’ adhesief die een 10-MDP als functioneel monomeer bevat (voorkeur).
  • Composiet in laagjes opbouwen van cervicaal naar incisaal om polymerisatie krimp op te vangen en de juiste kleur te kunnen creëren (1. Opaak dentine; 2. Dentine)
  • Aanbrengen van een heel dun laagje glazuurcomposiet. Het is belangrijk het composiet zo goed mogelijk te modelleren zodat er zo min mogelijk afgewerkt hoeft te worden.
  • Restauratie afwerken en polijsten. De volgorde van grofheid van het afwerkingsinstrumentarium is hiervoor erg belangrijk en moet dus altijd opgevolgd worden.
  • Het onderhoud van de restauratie is medebepalend voor de levensduur van de restauratie. Randen kunnen worden bijgewerkt en gepolijst.

Cervicaal slijtage letsel onder kroon
De minst invasieve oplossing voor het behandelen van een cervicaal slijtage letsel onder een goed functionerende kroon, is het vervaardigen van een cervicale composiet restauratie. Dit gaat in de volgende stappen:

  •  Dentine oppervlakte opruwen met een diamantboor.
  •  Het opruwen van de kroonrand (2-3 mm bevel) met een diamantboor of met air-abrasion.
  •  Aanbrengen rubberdam. Dit wordt aangeraden in verband met de volgende stap.
  •  Aanbrengen van een zeer toxisch zuur op de kroon (HF-zuur (4.5%); Ceramic etch gel van Ivoclar). Dit toxische zuur mag absoluut niet op het dentine komen.
  •  Grondig afspoelen en drogen.
  •  Applicatie van silaan op porselein.
  •  Adhesief systeem aanbrengen op het worteloppervlakte en kroonrand.
  •  Composiet-lagen aanbrengen. Vaak voldoet alleen dentine-composiet goed voor de kleur. Eventueel kan bij een  bestaande VMK kroon de metalen rand of de verkleurde wortel gemaskeerd worden met vloeibare opaker.

Herstel van een kroonfractuur
Empress direct van Ivoclar vivadent kan hier goed voor gebruikt worden.

Hier volgen een aantal tips bij het herstellen van een kroonfractuur:

  • Maak gebitsmodellen en een diagnostische opwas.
  • Maak gebruik van een siliconensleutel vervaardigd op de diagnostische opwas .
  • Maak gebruik maken van gepersonaliseerde kleurensleutel.
  • Teflon tape kan gebruikt worden om elementen af te zonderen.
  • Een gecontoureerde plastic strip kan gebruikt worden voor de interproximale opbouw en voor de incisale opbouw kan gebruik worden gemaakt van de siliconensleutel.
  • Breng het dentine-composiet aan in lagen en creëer eventueel speciale effecten met een extra opalescent composiet of met een witte tint.
  • Vervolgens moet het glazuur-composiet aangebracht worden.
  • De restauratie wordt gepolijst. Eerst wordt met soflex en eventueel fijne diamantboren de proximale vormgeving zo ideaal mogelijk gemaakt. Daarna volgen de incisale rand, het vestibulaire vlak, de overgangshoeklijn en de glooiing/karakteristieken. Tot slot wordt er gepolijst met een brownie en greenie.

Lokale verkleuring in het front
Het liefst worden lokale verkleuringen zo minimaal invasief mogelijk verwijderd of gemaskeerd.

Post-orthodontische vlekken
Een mooie techniek om deze vlekken te maskeren is de lokale kunsthars-infiltratie, wat betekent dat het oppervlakte met waterstofchloorzuur (15%) wordt bewerkt. Hiervoor kan het product icon (DMG) gebruikt worden:

  •  Gebruik de Icon-ets en laat het 120 seconden inwerken. Spoel en droog het vervolgens.
  •  Gebruik ethanol om het extra te laten drogen. Bij applicatie van de ethanol moet men zien dat de vlek sterk verminderd is. Indien niet wordt de applicatie met HCl zuur herhaald (tot max. 3 keer)
  •  Breng de Icon-infiltrant aan en laat het 3 minuten inwerken. Polymerisatie
  •  Breng nog een laagje Icon-infiltrant aan gedurende 1 min (om de polymerisatiekrimp van de eerste laag op te vangen). Polymerisatie
  •  Tot slot kan er worden gepolijst.
    Deze techniek is zeer geschikt voor post-orthodontische vlekken. Bij diepe vlekken lukt een volledige maskering niet.

Hypomineralisatie vlekken
Wanneer er sprake is van hypomineralisatie-vlekken in het front – dit komt vaak voor bij iemand met kaasmolaren – dan kunnen deze geel/bruine vlekken het beste weggeboord worden en met composiet opgevuld worden.

Volledige verkleurde centrale bovensnijtand
Het maskeren van een volledige verkleurde centrale bovenincisief is lastig, helemaal wanneer het element duidelijk verkleurd is door bijvoorbeeld avitaliteit. Duidelijk gemaakt moet worden dat er wel verbetering mogelijk dmv een directe composietveneer, doch het eindresultaat zal nooit optimaal zijn. Om dit te bereiken is er een chamfer-preparatie nodig die voldoende interproximaal eindigt. Het maskeren van zware verkleuringen vergt 1 millimeter dikte voor het composiet. Maak gebruik van een vloeibare opaquer, doch deze mag niet thv de preparatieranden komen. Vervolgens kan het dentine-composiet aangebracht worden en kunnen de mamelons gecreëerd worden. Na het aanbrengen van extra karakterisaties wordt het glazuurcomposiet aangebracht.

Samenvatting

  • De huidige composietrestauraties zijn behoorlijk duurzaam, indien een correcte klinische procedure wordt gevolgd.
  • Patiëntfactoren zijn mede verantwoordelijk voor de duurzaamheid.
  • Voor een zo voorspelbaar mogelijk resultaat is het belangrijk dat het kleurengamma van het composiet gekend is, dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de kleur-analyse, kleuropbouw, vormgeving en afwerking van de restauratie.

Prof. Dr. Marleen Peumans studeerde in 1987 af aan de KULeuven waarna zij de post-graduate opleiding tot Tandarts-specialiste volgde. In 1997 promoveerde zij. Haar bijzondere aandacht gaat uit naar het herstel van elementen met adhesieve restauratiematerialen en het klinisch gedrag van deze restauraties. Verschillende nationale en internationale publicaties zijn verschenen betreffende veneer restauraties, composietrestauraties in de frontregio en de levensduur van adhesieve restauraties. Vanaf 2004 is zij full-time werkzaam als Tandarts Adjunct Afdelingshoofd op de afdeling Conserverende Tandheelkunde (UZ-Leuven), en is deeltijds hoofddocent aan de KU Leuven.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van Bureau Kalker.




Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Goede banenkansen voor studenten tandheelkunde

Studenten tandheelkunde komen bijna zeker aan de baan waarvoor ze zijn opgeleid. Voor het merendeel van de studenten met een andere opleiding zal het tot 2018 moeilijk zijn om een baan te vinden. Dit blijkt uit de Keuzegids Universiteiten 2015

Bijzonder goede kansen
De afgelopen 30 jaar is de situatie niet zo matig geweest als nu en is de arbeidsmarkt verslechterd voor jonge mensen. Alleen de opleidingen tandheelkunde, elektrotechniek, werktuigbouwkunde en theologie bieden nog een bijzonder goede kans op een baan. Studenten Informatica en Civiele techniek maken ook nog een goede kans op een baan.

Salaris
De goede baanvooruitzichten voor tandartsen hebben zijn weerslag in het salaris dat zij gaan verdienen. Startende tandartsen verdienen volgens de Keuzegids € 4.750 per maand en hebben daarmee het hoogste salaris van alle starters. Op de tweede plaats komen fiscaal juristen met een startsalaris van € 3245, gevolgd door artsen met een salaris van € 3185.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

Prehistorisch moeraswezen vernoemd naar Mick Jagger

Wat is de overeenkomst tussen Rolling Stones zanger Mick Jagger en een prehistorisch moeraswezen dat 19 miljoen jaar geleden in Afrika leefde? Enorme lippen!

Het was Mick Jagger of Angelina Jolie
Voor antropoloog dr. Ellen Miller, een van de leden van het team die het fossiel van het moeraswezen vonden, was het overduidelijk dat het fossiel naar Mick Jagger vernoemd moest worden. De naam Angelina Jolie werd ook geopperd, ook vanwege haar grote lippen, maar het moest toch echt Jagger worden.

Jaggermeryx naida
Jaggermeryx naida is de naam die het moeraswezen uiteindelijk heeft gekregen, wat ‘waternimf van Jagger’ betekent.

Delen van de kaak die door onderzoekers in Egypte werden gevonden geven aanwijzingen dat het dier ongeveer de grootte had van een hert. Daarbij zou het lijken op een kruising tussen een varken met lange poten en een slank nijlpaard. Het dier behoorde tot de familie anthracotheres, een groep van inmiddels uitgestorven gehoefde dieren.

Lippen als een schep
De onderzoekers denken dat de levensstijl van Jaggers waternimf overeenkwam met die van een water ree, waarbij het al staande in het water langs de rivierbedding op zoek was naar planten om te eten. Voor het zoeken zou het zijn gevoelige snuit gebruikt kunnen hebben en zijn ondertanden en grote lippen om de planten op te scheppen.


Bron:
Telegraph


Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z