Henry Schein Dental introduceert de nieuwe gepatenteerde aMMP-8 test PerioSafe PRO, voor adequate preventie van parodontitis. De test helpt bij het bewust maken van de gezondheidsrisicos van onvoldoende mondverzorging bij patiënten.
Eenvoudige en vroegtijdige diagnose PerioSafe PRO is een interdisciplinair inzetbare mondgezondheidstest voor de preventie en vroegtijdige herkenning van verborgen ontstekingen in de mond. De gepatenteerde sneltests vormen een delegeerbare, biochemische chairside-testmethode die aangeeft of de aMMP-8 waarde van een patiënt binnen het normale bereik ligt, of dat er sprake is van een verhoogd paradontaal risico. De eenvoudige en vroegtijdige diagnose van parodontale ontstekingen draagt bij aan adequate preventieve behandelingen.
Slechts 10 minuten In slechts 10 minuten geeft de PerioSafe mondgezondheidstest aan of het immuunsysteem van de patiënt te stellen heeft met verborgen ontstekingen in de mond en of er sprake is van een verhoogd risico op parodontitis. Recent gepubliceerd onderzoek geeft aan dat de aMMP-8-diagnostiek met een zekerheid van ruim 95% parodontitis herkent. Deze testprocedure wordt in ruim 100 andere wetenschappelijke publicaties momenteel beschouwd als de veiligste biomarker voor de vroege herkenning van parodontitis, de hoofdreden voor tandverlies, en vormt een belangrijk diagnostisch hulpmiddel voor medici en mondzorgspecialisten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/periosafe.gif480480https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2014-11-10 00:00:002014-11-10 00:00:00Introductie van test voor vroegtijdige herkenning verborgen ontstekingen in de mond
Ook de tandenfee heeft last van de crisis. Amerikaanse kinderen kregen het afgelopen jaar 8% minder voor een verloren tand, meldt USA Today.
Amerikaanse ouders geven tegenwoordig $3,40 dollar voor een tand, ongeveer 2,60. Dat is minder dan de $3,70 dollar vorig jaar, oftewel 2,80. De gedaalde waarde van een verloren tand is een kleine indicatie voor het consumentenvertrouwen in de economie.
Creditcardmaatschappij Visa begon de giften van de tandenfee bij te houden in 2009, toen een medewerker zich afvroeg hoeveel hij zijn kind hoorde te geven voor een verloren tand.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/78520000-kind-wisselen.jpg450450https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2014-11-10 00:00:002014-11-10 00:00:00Tandenfee is minder gul
In een restaurant of café tref je ze wel eens aan op tafel: cocktailprikkers. Waarom geen echte tandenstokers?, vroeg psychologiestudente Nora Löb zich af tijdens haar werk in de horeca. Eenmaal afgestudeerd en mede-eigenaar van advies- en onderzoeksbureau All About Behaviour zette ze met mondhygiënist-onderzoeker Yvonne Buunk-Werkhoven het pilotproject Pick a T op.
Mijn mondhygiënist legde me bij een controlebezoek uit hoe belangrijk tandenstokers en/of ragers zijn om interdentaal te reinigen. Maar er zijn nog altijd veel mensen die er geen gebruik van maken, vertelt psychologe Nora Löb. Zo werd het idee van Pick a T geboren. De gedragsdiscrepantie tussen wel weten dat het belangrijk is om interdentaal te reinigen maar er niet in slagen om er een gewoonte van te maken, interesseerde haar enorm. Löb raakte met Buunk-Werkhoven in gesprek en samen met nog een collega startte ze het pilotonderzoek om het gebruik van interdentale hulpmiddelen te bevorderen, in het bijzonder het gebruik van de tandenstoker binnen de horeca. Er werd in kaart gebracht hoe men gasten kan stimuleren om na het eten tandenstokers te gebruiken. Dat is op een passieve en actieve manier onderzocht.
Op de passieve manier werden de plaatsen waar de tandenstokers werden aangeboden aan de gasten gemanipuleerd. Zo zijn cocktailprikkers die in de horecagelegenheden werden aangeboden vervangen door individueel verpakte houten tandenstokers of werden deze tandenstokers geïntroduceerd. Daarnaast werden er op meerdere locaties, zoals het toilet en de bar, tandenstokers geplaatst.
Op de actieve manier werden er onder andere tandenstokers met de rekening aangeboden. Ook werden er bij de rekeningen fraai vormgegeven dispensers geplaatst.
Wat waren de resultaten?
Als individueel verpakte tandenstokers actief worden aangeboden aan gasten werden er op een dag (14.00 uur- 23.00 uur) in totaal 203 gepakt door de gasten.
In een restaurant waar de tandenstokers passief werden aangeboden werden er in 4 dagen 104 stuks gepakt. In een ander eetcafé (ook passief aangeboden) werden er in 5 dagen maar liefst in totaal 370 stuks gepakt. Als de tandenstokers actief werden aangeboden hebben sommige gasten aangegeven dat ze het erg fijn vonden. Ook het personeel zag het als extra service die ze aan de gasten leverden. Gezien de aantallen die gepakt werden, kan gesteld worden dat gasten een tandenstoker op prijs stellen.
Met jouw bureau creëer je gezonde werkomgevingen. Hoe creëer je in grove lijnen een gezonde werkomgeving? Een werkomgeving is een sociale omgeving en die kan verschillend zijn. Dit maakt werken op maat erg belangrijk. Uiteindelijk spelen sociale aspecten als attitude, sociale norm en groepsdruk een doorslaggevende rol bij gedrag. Dit geldt ook voor gezond gedrag. Een bedrijf komt meestal met een vraagstuk na een observatie op de werkvloer. Wij beginnen dan met het in kaart brengen van de sociale structuur van de werkomgeving. Pas dan kun je een gezonde werkomgeving creëren. Bij sommige gezondheidsgedragingen zie je dat mensen geen of weinig kennis hebben en dus ook niet bewust zijn van hun gedrag. Kennis delen en mensen bewust maken kan al verandering bewerkstelligen. Wat ik ook vaak tegenkom, is dat mensen het wel weten maar niet doen. Het gebruik van tandenstokers is hier een goed voorbeeld van. Dit soort gedrag kan vaak aangepakt worden door het geven van handvatten en het stellen van doelen. Zo proberen wij nieuwe gedragingen te stimuleren.
Hoe kunnen mondzorgprofessionals het voor elkaar krijgen om gezond gedrag bij hun patiënten te bewerkstelligen?
Ook al zijn mensen zich wel bewust van hun ongezonde gedrag, blijft je stelselmatig gezond gedragen moeilijk. Vaak komt het doordat ongezond gedrag een gewoonte is geworden en daardoor moeilijk te veranderen is. De combinatie van het delen van kennis en handvatten aanreiken aan patiënten is erg belangrijk. Zo kan je mensen motiveren om zich gezonder te gedragen. Dit is altijd afgestemd op hun eigen ervaringen en behoeftes. Vooral barrières weghalen blijkt vaak belangrijk. Om dit te kunnen bewerkstelligen moet je de juiste vragen stellen en samen werken aan een oplossing. Deze aspecten vormen een belangrijke eerste stap voor een gezonder leven. Op basis van de ervaringen van het Pick a T-project valt er in het dagelijks leven nog veel te winnen. Zoals gedragsverandering stapsgewijs verloopt, gaat ons Pick a T-project ook stap voor stap vooruit.
Mocht je geïnteresseerd zijn in een oriënterend gesprek in je eigen praktijk of werksituatie, dan kun je te allen tijde contact opnemen, op tel. 06 417 44310 of per e-mail info@allaboutbehaviour.nl
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/pick-a-t.jpg480480anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2014-11-10 00:00:002023-10-02 09:57:21Echte tandenstokers in de horeca
De mondzorg in Nederlandse verpleeghuizen is onder de maat. Deze week komt de Inspectie voor de Gezondheidszorg met een onderzoeksrapport over de mondzorg in verpleeghuizen. De Telegraaf plaatste op 7 november al een artikel hierover.
Aandacht en investeren De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) is blij dat met het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) eindelijk de vinger op de zere plek wordt gelegd. De ANT vreest dat dit slechts het topje van de ijsberg is en dat de situatie in de thuiszorg niet veel beter is. Het aantal kwetsbare ouderen zal de komende jaren fors stijgen. Het is daarom goed dat er nu maatschappelijk en politiek aandacht wordt gevraagd voor een steeds groter wordend probleem, stelt Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. Het is een probleem dat de hele caresector en de eerstelijnszorg raakt. Zo moet er veel meer aandacht aan mondzorg worden besteed in de opleiding tot verpleegkundige en zal er fors geïnvesteerd moeten worden in de opleidingscapaciteit van tandartsen, mondhygiënisten, tandprothetici.
Somber
Het rapport van IGZ schetst een somber beeld over de kwaliteit van de mondzorg voor ouderen. Het rapport gaat alleen over verpleeghuizen, maar de verwachting is dat voor een belangrijk deel van de thuiszorg de conclusies niet anders zullen zijn. Bij verpleeghuizen is de voornaamste conclusie dat de richtlijn mondzorg hulpbehoevende ouderen in een inrichting niet wordt gevolgd in 85 procent van de gevallen. Er zijn 29 verpleeghuizen onderzocht. Daarnaast is er vaak geen tandarts beschikbaar, heeft het personeel veel te weinig kennis en ervaring rond mondzorg en is er geen adequate dossiervorming.
Geen contact met tandarts De schatting is dat in totaal circa 400.000 kwetsbare ouderen voor hun dagelijkse (preventieve) mondzorg afhankelijk zijn van bijvoorbeeld verpleegkundigen, verzorgers en mantelzorgers. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de directie van de verpleeginrichting om een huistandarts te benoemen en te zorgen voor de nodige faciliteiten. Vaartjes: Bijna 90 procent van de verpleegtehuizen heeft geen contact met een tandarts en ook geen faciliteiten. Het gros van de ouderen, die vaak complexe problemen hebben met hun gebit, bezoekt dan ook zelden of nooit de tandarts. Een tandarts kan geen huisbezoek brengen zoals een huisarts en mobiele inrichtingen voldoen vaak niet aan de infectiepreventie-eisen van IGZ.
Capaciteitsprobleem
Om de geschetste problemen nu en in de toekomst het hoofd te bieden, zal er volgens de ANT flink moeten worden geïnvesteerd in extra opleidingen voor tandartsen en andere mondzorgprofessionals. Zo is er in Nederland slechts een beperkt aantal tandartsen met de differentiatie Geriatrie. Vaartjes: Hoewel dit niet alle problemen gaat oplossen, is wel duidelijk dat er een groot capaciteitsprobleem bestaat. Er zijn veel te weinig mondzorgverleners en de opleidingscapaciteit schiet gewoon tekort. Ook zal VWS er niet aan ontkomen om meer budget ter beschikking te stellen.
De ANT pleit verder voor een deken van praktijken verspreid over het land die toegerust zijn om deze ouderen te behandelen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/verpleegtehuis.gif480480anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2014-11-10 00:00:002021-04-26 11:31:50IGZ-rapport over slechte mondzorg in verpleeghuizen
De mondzorgsector en in het bijzonder tandartsen kunnen de blik eindelijk weer op de toekomst richten. Lang verkeerde de sector in onzekerheid over de tarieven naar aanleiding van het roemruchte kostenonderzoek door Deloitte in opdracht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de zomer van 2013. De NZa heeft nu de resultaten van het onderzoek gepubliceerd en tegelijkertijd het tarievenbesluit vrijgegeven. Dit is het resultaat van onderhandelingen tussen de NZa en de belangrijkste belangenbehartigers in de mondzorg, waaronder de ANT. De twee meest in het oog springende resultaten zijn het verhogen van het norminkomen (arbeidskostencomponent) naar 128.000 en een korting op de tarieven van 5,15 procent.
De ANT heeft gemengde gevoelens over de uitkomsten. Korting is nooit leuk, maar de korting had veel hoger kunnen uitpakken als wij als ANT niet de afgelopen twee jaren alle geoorloofde middelen hadden ingezet. We hebben met succes slechte voorstellen met veel grotere kortingen weten tegen te houden. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes blikt terug en vooruit. Een interview met een interessant kijkje achter de schermen van de onderhandelingen.
De NZa heeft nieuwe tarieven voor de mondzorg vastgelegd. Wat vindt u daarvan? We hebben als ANT hier gemengde gevoelens over. Gezien wat er gedurende toen het proces op tafel lag, is dit echt een goede uitkomst. Als voorzitter van de ANT ben ik er trots op dat dit omgebogen is in het belang van de tandartsen. Maar we zijn nog altijd van mening dat de huidige tarieven veel te laag zijn om toptandheelkunde in een moderne praktijksetting te kunnen voeren. Daarnaast worden de implantologie-tarieven wel heel hard geraakt, zonder dat daar de kans gegeven wordt om zaken anders te regelen.
Bovendien: niemand vindt het leuk om gekort te worden. Een korting van iets meer dan 5 procent is natuurlijk best fors. Anderzijds is het een percentage waar we denk ik mee kunnen leven. Tandartsen zijn echte ondernemers en weten zich over het algemeen goed aan de nieuwe marktomstandigheden aan te passen. Er is lange tijd sprake geweest van kortingen tot wel 12 of 13 procent. In die zin mag je dus zeggen dat de schade beperkt is gebleven. Bovendien hebben we dit resultaat behaald zonder concessies te hoeven doen via een convenant, zoals bij de huisartsen het geval is en waar dat convenant als een zwaard van Damocles voortdurend boven de markt hangt. Daarnaast gaat de korting pas in per 1 juli 2015 en dat geeft de sector de nodige tijd om zich erop voor te bereiden.
Bent u al met al opgelucht? Opgelucht is niet het goede woord, maar het had veel slechter kunnen aflopen. Wij blijven principieel strijden voor keuzevrijheid buiten de basisverzekering en daar horen ook vrije tarieven bij. De politiek belijdt marktwerking alleen met de mond, wij willen daadkracht zien in Den Haag. Het experiment met vrije prijzen in 2012 is een traumatische ervaring geweest voor de beroepsgroep met grote en onterechte imagoschade. Ons Milliman-rapport heeft de zaak al voor een belangrijk deel kunnen rechtzetten. En we gaan nog steeds voor volledige rehabilitatie van de tandartsen. Maar we moeten ook naar de toekomst durven kijken. Laten we het besluit van de NZa zien als een compromis waar mee te leven valt.
Wat is jullie rol als ANT geweest bij dit tariefbesluit? Wij hebben als ANT alles gezet op een significante verhoging van het norminkomen. Alleen dat drukt ons inziens erkenning uit voor de grote inzet en vakbekwaamheid van de tandartsen en legt een solide bodem onder de toekomstige tarieven. De KNMT heeft zich hard gemaakt om dit norminkomen te herijken maar het resultaat was in eerste instantie dat de NZa middels KPMG met een rapport kwam waarin werd onderbouwd dat het norminkomen van tandartsen wel omlaag kon naar 105.000. Als je dat doorrekent zou een tandarts per maand ongeveer 4.000 netto aan zijn praktijk mogen overhouden. Dat doet geen recht aan de inzet van tandartsen. Nog afgezien van het ondernemerschap is onze baan zowel psychisch als fysiek zwaar. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor de gezondheid en het welbevinden van je patiënten. Ook de vergelijking met het recent verhoogde norminkomen bij de huisartsen van 125.000 liep dan volledig uit de pas. Dat alles paste wellicht in de politieke wens om de mondzorgtarieven flink te gaan korten maar de schade moest wel eerst hersteld gaan worden. Via ons Wob-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) hebben we de absurditeit en de volstrekte willekeur van dit KPMG-rapport blootgelegd en de NZa heeft uiteindelijk besloten het rapport ergens diep onder in een lade te verbergen.
Waarom is een hoger norminkomen zo belangrijk? Er zitten meerdere kanten aan. Een goed norminkomen op een correct niveau is een stuk erkenning van de kwaliteiten, vakbekwaamheid en de inzet van de tandartsen. Maar het norminkomen heeft ook een grote doorwerking in de tarief formule van de NZa. Simpel gezegd, hoe hoger het norminkomen, hoe lager de korting. Als het norminkomen eenmaal vastligt kan het niet willekeurig verlaagd worden en dat legt in ieder geval een basis onder de toekomstige tarieven. Wij zijn bewust uit de klankbordgroep van de NZa gestapt om een statement af te geven en zijn ons daarna volledig gaan concentreren op het norminkomen. Aan het kostenonderzoek viel gewoon geen eer te behalen. Om die reden hebben we ook geen eigen schaduwonderzoek laten doen.
Lange tijd leek een deal met NZa onmogelijk, wat is er veranderd? Eind augustus was er zogeheten Technisch Overleg met alle betrokken partijen over de herijking van de tarieven. De NZa stelde toen voor de herijking op de langere baan te schuiven omdat geen snelle consensus mogelijk leek. Alle partijen toonden zich daar voorstander van met uitzondering van de ANT. Wij hebben min of meer met de vuist op tafel geslagen en op een snelle afhandeling aangedrongen. Wij kregen allerlei signalen dat de markt volledig op slot zat vanwege de aanhoudende onzekerheid. Banken wilden niet meer financieren, tandartsen konden geen praktijken kopen of verkopen, leveranciers zagen een soort kopersstaking en consumenten konden uitstelgedrag gaan tonen. Die onzekerheid moest absoluut zo snel mogelijk worden weggenomen.
Bovendien speelde op de achtergrond mee dat het rapport Borstlap over de affaire Gotlieb elk moment kon verschijnen en het was wel duidelijk dat daar pittige conclusies voor zowel VWS als de NZa in zouden staan. Dat werd een paar dagen later inderdaad bevestigd. De minister kreeg een tik op haar vingers voor teveel bemoeienis met de NZa, waarna haar ambtenaren de opdracht kregen zich veel terughoudender op te stellen. De NZa kreeg een serie aanbevelingen voor reorganisatie. Als dat gebeurt, is er gewoon een momentum van aangepaste krachtsverhoudingen tussen NZa, VWS en zorgverleners en zo’n momentum moet je gebruiken. Langer wachten gaat alleen maar ten koste van het momentum.
Wat is de tactiek van de ANT geweest bij de onderhandelingen? Het was op een gegeven moment duidelijk dat doorvoering van het kostenonderzoek op basis van het oude norminkomen een zodanige tariefsdaling zou geven dat de kwaliteit en toegankelijkheid van de mondzorg in het geding zouden komen. Ook de NZa zag dat in, maar kon begrijpelijkerwijs niet zomaar met een voorstel komen. Daar hadden we begrip voor. Wij hebben toen onze kaarten op tafel gelegd en duidelijk aangegeven waar, voor wat de ANT betreft, de arbeidskostencomponent, en in het verlengde daarvan de maximale korting zou moeten uitkomen. Deze openheid creëerde een draagvlak waarop de partijen binnen twee weken de zaak rond hebben gekregen. Daarbij wijkt de einduitkomst slechts marginaal af van wat wij hebben voorgesteld.
De ANT is naar de Nationale Ombudsman gestapt met een klacht over de NZa. Welke rol heeft dat gespeeld? Ons Milliman-rapport en de klacht bij de Ombudsman zijn nooit bedoeld geweest als pressiemiddel maar gaan voor ons om heel principiële zaken die de kern van onze democratie raken. De overheid, en dus ook de NZa, moet zich toetsbaar en transparant opstellen. Dat maakt kwetsbaar maar daaruit zou juist kracht geput moeten worden. En tot respect leiden. Dit was helaas ver te zoeken nadat wij het rapport-Milliman in december vorig jaar publiceerden. We hadden het graag anders gezien. Uiteindelijk was het Milliman rapport voor ons belangrijk om aan te tonen dat de tandartsen verantwoordelijk zijn omgegaan met de vrije tarieven. Ik denk dat geen enkele tandarts zich heeft herkend in de conclusies van de NZa. Het goede nieuws voor onze professie is dat we veel media hebben gehaald met een dergelijk goed onderbouwd rapport dat dit aantoont. We hebben als tandartsen eigenlijk onze naam grotendeels kunnen zuiveren en het opent weer de mogelijkheid tot vrijere tarieven in de nabije toekomst.
Wat was onder andere jullie kritiek op het kostenonderzoek? Er is een aantal zaken waarvan je kan afvragen of de wijze hoe daar mee omgegaan is, leidt tot eerlijke tarieven. Zo is een van de meest in het oog springende voorbeelden het gebruik van de gemiddelde praktijkwinst die ver afwijkt van de mediaan doordat er een aantal uitschieters zijn meegenomen. Helaas was het onbespreekbaar dat de mediaan gebruikt zou worden.
De zwarte lijn is het gemiddelde, de mediaan zou significant lager hebben gelegen in het midden van de Gausse curve.
Ook was een heikel punt de cap op een werkweek van max. 36 uur. Tandarts-praktijkeigenaren gaven bij Deloitte aan bijna 50 uur per week te werken, dit werd dus teruggebracht tot 36 uur. Zoals eerder gezegd krijg je hiermee effecten dat langere openingstijden tot lagere tarieven leiden.
Het norminkomen is nu met dit tariefbesluit op een niveau gezet dat beter past bij de tijdsbesteding en het ondernemerschap van de tandarts-eigenaar. Dit norminkomen kunnen we meenemen naar de toekomst en laten we hopen dat er alternatieven voor een kostenonderzoek komen.
Is dit het best mogelijke resultaat voor de sector? Er was in feite geen twijfel mogelijk dat er een korting zou komen. Daar moet je als belangenorganisatie op een gegeven moment realistisch in durven zijn. Natuurlijk kun je wel blijven dromen van geen enkele korting of proberen ijzer met handen te breken. Maar je kunt ook het lid op de neus krijgen. Het is onze taak een inschatting te maken van wat haalbaar zou moeten zijn waarbij je heel zorgvuldig het krachtenveld moet analyseren. Als je dan de indruk hebt dat de NZa over zijn eigen schaduw heen aan het springen is, moet je daarin meegaan en de uitgestoken hand durven schudden. Aandringen op verdere onderhandelingen leidt dan alleen maar tot irritatie en verlies aan goodwill. De NZa heeft zich in onze ogen de laatste tijd op dit dossier constructief opgesteld.
Er zou ook sprake zijn geweest van een convenant met VWS? Dat was een initiatief van de KNMT in 2013, waarschijnlijk geïnspireerd door het convenant bij de huisartsen. De KNMT probeerde via een convenant geregeld te krijgen dat er geen enkele korting zou komen, net als bij de huisartsen. Maar dan moet je wel duidelijke tegenprestaties kunnen bieden die zich tegenwoordig bijna alleen nog vertalen in harde cash. In iets anders is de politiek nauwelijks geïnteresseerd. Dat soort tegenprestaties kan de mondzorg amper bieden. En richtlijnen, visitatie en nascholing leveren wel goodwill, maar geen besparing op. Minister Schippers is nooit geïnteresseerd geweest in een convenant met tandartsen. En dat is maar goed ook, nu hebben we ook geen concessies hoeven te doen.
Kunnen we dat opvatten als kritiek op de KNMT? Zo is het niet bedoeld. Er is gewoon een verschil in stijl en werkwijze. De KNMT bestaat al 100 jaar en heeft de nodige tradities en gewoontes opgebouwd. Zij spelen een rol die mondzorgbreed is. Daar profiteren wij als ANT ook van. Maar de KNMT had wel de ambitie om het predicaat Koninklijk te krijgen in 2014. En dan moet je ontzettend op je tellen passen en degenen die daarover gaan niet tegen je in het harnas jagen. Dat verdraagt zich in onze ogen slecht met belangenbehartiging. Het lijkt mij ondenkbaar dat de KNMT naar de Nationale Ombudsman was gestapt of Wob-verzoeken tegen de NZa zou hebben ingediend. Laat staan om kritische brieven te schrijven aan de minister die het predicaat nog moet uitreiken.
Jullie hebben veel de publiciteit opgezocht. Is dat de enige manier om invloed uit te oefenen? Zeker niet. Het zou eigenlijk niet nodig moeten zijn om telkens de strijd in het openbaar te voeren. Goed overleg zou tot acceptabele uitkomsten moeten kunnen leiden. Alleen leven we inmiddels wel in de 21e eeuw en de tijden zijn veranderd. Het spel wordt gewoon veel harder gespeeld. Als je nog steeds de spelregels hanteert die 25 jaar geleden wel werkten, word je vandaag de dag onder tafel geveegd. Stil onderhandelen achter gesloten deuren is volstrekt uit de tijd. Je wordt dan gewoon onder de voet gelopen en niet meer serieus genomen. Blaffen op zijn tijd is aardig maar je moet ook durven bijten. Louter persoonlijke contacten leiden bovendien al snel tot achterkamerpolitiek. Je kunt dan moeilijk meer de publiciteit opzoeken. Daarmee beperk je je opties. En het grootste nadeel en risico is dat de betrokken personen opstappen. En dan sta je met lege handen en moet je van voren af aan beginnen.
Wij zijn er als ANT een aantal keren publicitair hard in gegaan, bewust overigens. Dat begon al met ons besluit om uit de klankbordgroep van de NZa te stappen. Wij hebben onze motieven destijds met brieven aan de Minister en de Tweede Kamer duidelijk gemaakt. Wij hebben met Milliman heel bewust de publiciteit gezocht en toen de NZa dit rapport weigerde serieus te nemen zijn we naar de Nationale ombudsman gestapt. Ook hebben we een aantal keren de Vaste Kamercommissie mondzorg benaderd dat tot vragen aan de Minister heeft geleid. En rond het KPMG-rapport over het norminkomen hebben wij een Wob-verzoek ingediend dat in feite een aantal schokkende feiten heeft blootgelegd. Bovendien hebben wij een bezwaarprocedure tegen de NZa gewonnen omdat bepaalde informatie niet spontaan werd vrijgegeven.
Waar heeft jullie aanpak toe geleid? Indien er geen voortgang in onderhandelingen zit dan moet je dat dus ook laten horen. Het zijn deze momenten dat de ANT als belangenbehartiger zn tanden laat zien en vanuit de beroepsgroep een vuist maakt voor een betere en sterkere positie voor tandartsen. Wederzijds respect moet worden opgebouwd. Maar het is daarna wel de basis voor slagvaardige besluitvorming. Daarom heeft de sector nu duidelijkheid voor de komende jaren zonder daarvoor tot ver in 2015 te moeten wachten.
Wat gaat de ANT in 2015 doen? Het belangrijkste is om het imago van de beroepsgroep als geheel te verbeteren. Daarnaast zijn wij bezig met het optimaliseren van ons pakket aan ledendiensten met o.a. de introductie van innovatieve digitale tools. Binnen ons pakket staat de klachtenregeling voorop, maar we bieden ook de mogelijkheid van visitatie aan, en organiseren workshops en congressen in het kader van het up-to-date houden van kennis. Daarbij richten we ons vooral op diensten en activiteiten met grote toegevoegde waarde. We zijn een relatief kleine organisatie en hebben daardoor ook een tamelijk lage overhead. Dat willen we graag zo houden. Tegelijk willen we onze contributie onder de 1000 houden. De tandartsen moeten volgend jaar een pas op de plaats maken en dan moeten wij daarin als ANT het goede voorbeeld geven. En het allerbelangrijkste is dat de ANT ook weer in 2015 een krachtig, onafhankelijk en publiek geluid laat horen over zaken die de belangen van tandartsen betreffen. VWS wil de mondhygiënist op de stoel van de tandarts zien. Het afknijpen van de tandartsopleidingen in Nederland hoort daar kennelijk bij. Maar de regierol hoort bij de tandarts en aan dat principe doen wij geen enkele concessie. Als er geen duidelijke visie en een volledig uitgewerkt plan aan taakherschikking ten grondslag ligt zijn wij daar op tegen. In het belang van de mondzorg en van onze patiënten. Dat gaat de komende jaren het belangrijkste thema worden, naast het toenemend tekort aan tandartsen.
Toch tevreden al met al? Tandartsen kunnen weer vooruit. Het kan altijd beter, maar dit was wel het moment dat je er moet staan als beroepsvereniging. Er is nog veel te verbeteren en nog veel onnodige bureaucratie tegen te houden. Bovendien helpen wij nog om volgens Europees recht aan te tonen dat maximumtarieven de consumentenrechten juist belemmeren. Tandartsen moeten nu toch wel wakker zijn geschud over wat hen boven het hoofd hangt. De ANT begrijpt als geen ander de mondzorg in de 21ste eeuw en volgt daarom een proactief beleid in het belang van de toekomst van de mondzorg in Nederland. Iedereen die zich daarin kan vinden roep ik op ons met volle inzet te steunen.
Bekijk de video Los in de mond over het besluit van de NZa over de tandartstarieven naar aanleiding van het kostenonderzoek onder tandartsen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/vaartjes-500-1.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-11-07 00:00:002018-10-11 12:59:37ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: De mondzorg kan weer vooruit
De NZa heeft de resultaten van het kostenonderzoek gepubliceerd en tegelijkertijd het tarievenbesluit vrijgegeven. De twee meest in het oog springende resultaten zijn het verhogen van het norminkomen (arbeidskostencomponent) naar 127.690 en een korting op de tarieven van 5,15 procent. Voor implantologie geldt een daling van ruim 19%. De orthodontietarieven dalen ongeveer 1,5%. De nieuwe tarieven gaan in op 1 juli 2015.
Kostenonderzoek In de afgelopen periode is een kostenonderzoek uitgevoerd in de mondzorg. Dit onderzoek heeft veel inzet gevraagd van de betrokken praktijken omdat zij gedetailleerde informatie moesten opleveren over kosten, opbrengsten en tijdsbesteding van hun praktijk. Het onderzoek is in de zomer van 2014 afgerond en heeft de gegevens opgeleverd die nodig zijn voor het opnieuw berekenen van de tarieven. Op grond van deze resultaten dalen de tarieven.
Arbeidscomponent De NZa heeft eind 2013 een advies gevraagd aan onderzoeksbureau KPMG om de arbeidskostencomponent te herijken. De tarieven zijn – naast kosten – namelijk ook gebaseerd op een vergoeding voor de eigenaar, arbeidskostencomponent genoemd. Met de brancheorganisaties in de mondzorg is verschillende keren overlegd over het KPMG-advies en de gevolgen voor het tarief. Naar aanleiding van de genoemde argumenten heeft de NZa besloten voor de mondzorg geen gevolg te geven aan dit advies. De arbeidskostencomponent van de tandarts en orthodontist wordt nu op een alternatieve wijze herijkt en stijgt met bijna 13% naar 127.690. De arbeidskostencomponent van de tandartsen is daarmee gelijk getrokken met de huisartsen.
De NZa onderzoekt de komende tijd op verzoek van deze partijen of het tariefsysteem zodanig veranderd kan worden dat meer zorg op maat geboden kan worden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/prijs-5001.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-11-07 00:00:002022-12-14 12:09:08NZa tarievenbesluit: Verhoging norminkomen en 5,15% korting op tarieven
Wereld Diabetes Dag vindt elk jaar plaats op 14 november ter gelegenheid van de verjaardag van Frederick Banting die, samen met Charles Best, aan de basis stond van de ontdekking van insuline in 1922. Wereld Diabetes Dag werd in 1991 geïntroduceerd door de Internationale Diabetes Federatie (IDF) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als reactie op de alarmerende toename van diabetes over de hele wereld. Het is de belangrijkste wereldwijde bewustwording campagne voor diabetes.
Slechtere mondgezondheid Bij patiënten met diabetes blijft de bloedsuikerspiegel niet meer binnen de normale grenzen. Als gevolg van diabetes kan de mondgezondheid verslechteren. Mensen met diabetes hebben ook vaker last van tandvleesontsteking.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/diabetes.gif480480https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2014-11-05 00:00:002014-11-05 00:00:00Wereld Diabetes Dag - 14 november
Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de zorg in 2014, en wat zijn de uitdagingen voor het komende jaar voor zorgverzekeraars, zorgaanbieders, de wetgever en de NZa? Lees de Stand van de zorgmarkten 2014.
Van verbod naar gebod: minder regels Als uitdaging voor 2015 geeft de NZa aan te kijken naar mogelijkheden om zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer vrijheid te geven. In enkele sectoren zoals de farmacie en geboortezorg gelden de afgelopen jaren minder regels. ‘Soms is ook weer een stap terug gedaan, zoals in de mondzorg’, zegt de NZa in het rapport. Per zorgsector zal de NZa de komende tijd een visie opstellen en bekijken of een zorgsector klaar is voor een verdere stap naar minder regels door de overheid. Lees verder op pagina 42 van de Stand van de Zorgmarkten 2014
Bestrijding van zorgfraude De bestrijding van zorgfraude is een prioriteit van het Openbaar Ministerie. Vincent Leenders: “Strafrecht is daarbij één schakel, maar wel een onmisbare schakel. In de zorgsector zijn veel instanties betrokken bij toezicht, handhaving en opsporing. Iedereen moet zijn rol pakken.” Lees verder op pagina 21 van de Stand van de Zorgmarkten 2014
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg00https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2014-11-04 00:00:002014-11-04 00:00:00NZa publicatie Stand van de zorgmarkten 2014
Sinds oktober vorig jaar is Ivoclar Vivadent verwikkeld in een octrooigeschil in de USA en Duitsland tegen Dentsply International Inc., Dentsply International Inc., Dentsply Prosthetics U.S. LLC en Degudent GmbH (Dentsply).
Octrooirecht Met het aanspannen van deze rechtszaken, wil Ivoclar Vivadent de verkoop en/of import door Dentsply van bepaalde lithium silicaat discs voor dental gebruik stoppen, waarvan Ivoclar Vivadent stelt dat deze producten van Dentsply inbreuk maken op het verkregen octrooirecht van Ivoclar Vivadent.
Geen verdere juridische stappen Ivoclar Vivadent laat nu weten dat er overeenstemming is bereikt met Dentsply omtrent het octrooigeschil, waarbij Ivoclar Vivadent afziet van verdere gerechtelijke stappen tegen Dentsply, met dien verstande dat Dentsply de licentieovereenkomst op het wereldwijde patent van Ivoclar Vivadent op de juiste manier toepast.
Van 3 tot en met 6 november 2014 wordt de Check je werkstress week georganiseerd. Er wordt dan op allerlei manieren aandacht besteed aan werkdruk en werkstress. Werkgevers, werknemers en kerndeskundigen worden opgeroepen in actie te komen om met het thema actief aan de slag te gaan. Tijdens de conferentie die in deze week plaatsvindt, worden onder andere de Goede Praktijken Awards uitgereikt.
Werkdruk vormt naast beeldschermwerk een van de grootste arbeidsrisico’s in de verzekeringssector. Van ongezond hoge werkdruk is sprake als werknemers:
Structureel niet kunnen voldoen aan de gestelde eisen
Niets kunnen veranderen aan de achterliggende problemen van de werkdruk
Ook een te lage werkdruk kan voor werknemers ongezond zijn. Werknemers gaan zich ergeren en vervelen. De motivatie daalt sterk, omdat de balans tussen werkaanbod (kwalitatief en kwantitatief) en kennis en kunde is verstoord. Ook hierdoor kunnen stressklachten en verzuim ontstaan.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/check-werkstress.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-10-30 00:00:002019-05-29 11:40:11Check je werkstress week - 3 t/m 6 november
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft tandarts Leithuijser in Amsterdam onder verscherpt toezicht gesteld voor een periode van maximaal 3 maanden.
In oktober 2012 kreeg de tandarts al een bevel BIG opgelegd van de IGZ. Dit bevel werd opgeheven toen bleek dat de tandarts voldoende aan de voorwaarden van het bevel (infectiepreventie, radiologie, patiëntendossier en spoedgevallendienst) voldeed.
In 2013 en 2014 zag de IGZ tijdens bezoeken wel verbeteringen, maar werden de noodzakelijke verbeteringen onvoldoende uitgevoerd. De tandarts kreeg volgens de IGZ wel herhaaldelijk kansen om verbetermaatregelen te treffen. De inspectie heeft de praktijk om deze reden onder verscherpt toezicht gesteld.
Henry Schein Inc. maakte vandaag bekend dat zij, samen met leveranciers, meer dan 1 miljoen dollar aan persoonlijke beschermingsmiddelen zal schenken om de verspreiding van ebola te helpen voorkomen.
Het bedrijf werkt nauw samen met de CDC Foundation en met partner-hulpverleningsorganisaties waaronder AmeriCares, Direct Relief, International Medical Corps en MedShare om voortdurend de behoefte aan medische goederen te monitoren en vast te stellen teneinde de uitbraak van ebola in West-Afrika te bestrijden, de grootste, ernstigste en meest complexe epidemie in de geschiedenis van de regio. Het virus heeft in de meer dan 8.400 gevallen al bijna 4.000 levens geëist, wat de Wereldgezondheidsorganisatie ertoe bracht de uitbraak tot een ‘bedreiging voor de volksgezondheid van internationaal belang’ uit te roepen.
Donaties De donaties van Henry Schein zullen onder andere bestaan uit meer dan USD 1 miljoen aan maskers, handschoenen en schorten, samen met desinfecterende handzeep, overalls en andere PBM. De CDC Foundation ontvangt hiervan 500.000 dollar en de rest zal worden geschonken aan Henry Schein’s strategische NGO (niet-gouvernementele organisatie)-partners die voor hulpverlening zorgen, waaronder AmeriCares, Direct Relief, International Medical Corps en Medshare. Het antwoord van Henry Schein op de ebola-uitbraak bestaat ook uit ondersteuning door haar leveranciers, zoals Crosstex International Inc., KaVo Kerr Group, Medicom LLC en PDI Healthcare.
De landen die door Ebola zijn getroffen zien zich geconfronteerd met een escalerende gezondheidscrisis en Henry Schein zet zich in voor de ondersteuning van hulpverlening teneinde het virus onder controle te krijgen, aldus Stanley M. Bergman, bestuursvoorzitter en Chief Executive Officer van Henry Schein. Het is van essentieel belang dat werkers in de gezondheidszorg de beschermende middelen ontvangen die ze nodig hebben om veilig door te kunnen gaan met hun heldhaftige werk: levens redden. Via privaat-publieke partnerschappen, waaronder ons netwerk van leveranciers en hulpverleningsorganisaties, doen we ons best deze essentiële goederen te leveren in de strijd tegen deze dodelijke epidemie.
Ebola Relief Fund De noodrespons op de ebola-uitbraak weerspiegelt een kernaspect van Henry Schein Cares. Om de respons op noodgevallen waar ook ter wereld te helpen versnellen, verstuurt Henry Schein Cares regelmatig producten naar internationale hulporganisaties om ervoor te zorgen dat hun magazijnen bevoorraad zijn wanneer zich plots een ramp voordoet.
Naast de donaties van gezondheidsproducten aan hulpverlening bij de ebola-uitbraak, heeft de Henry Schein Cares Foundation een organisatie die over de hele wereld helpt met betere toegang tot gezondheidszorg een Ebola Relief Fund in het leven geroepen. Het geld dat door de Foundation wordt opgehaald, zal worden geschonken aan de hulpverlenende organisaties. Leden van Team Schein en anderen die geïnteresseerd zijn in ondersteuning van de hulpverlening kunnen bijdragen aan het fonds. Donaties van leden van Team Schein aan het fonds zullen door Henry Schein worden verdubbeld, waarbij alle opbrengsten rechtstreeks en geheel voor de ebola-hulpverlening zullen worden ingezet via de CDC Foundation en andere hulporganisaties. Zolang het fonds openstaat, kunnen personen en bedrijven die een bijdrage willen leveren dat doen in geld of natura. Donaties per creditcard kunnen worden gedaan via de Henry Schein Cares Foundation website, klik op de ‘donate’ knop om te worden doorgestuurd naar een online creditcardverwerkingspagina, en selecteer het fonds ‘Ebola Relief Fund’ voor het toewijzen van uw gift.
Over Henry Schein Cares Henry Schein Cares, Henry Schein’s wereldwijde bedrijfsprogramma voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, steunt op vier pilaren: de leden van Team Schein stimuleren om hun volledige potentieel te ontwikkelen, zorgen voor verantwoordingsplicht door ethische bedrijfspraktijken uit te breiden naar alle niveaus binnen Henry Schein, ecologische duurzaamheid promoten, en over de hele wereld een betere toegang tot de gezondheidszorg uitbreiden voor misdeelde bevolkingsgroepen en groepen met een hoog risico. De activiteiten voor de gezondheidszorg die door Henry Schein Cares worden ondersteund richten zich op drie hoofdaspecten: welzijn bevorderen, capaciteit opbouwen voor het leveren van diensten voor de gezondheidszorg, en helpen bij rampenvoorbereiding en hulpverlening.
Over De Henry Schein Cares Foundation De Henry Schein Cares Foundation, een organisatie opgericht in 2008 spant zich in om tandheelkundige, medische en diergeneeskundige gezondheid te bevorderen, te ondersteunen en te promoten, door gemeenschappen overal ter wereld betere toegang tot zorg te bieden. De Henry Schein Cares Foundation voert deze missie uit via financiële donaties en de donatie van gezondheidszorgproducten die werkers in de gezondheidszorg en gemeenschapsprogramma’s ondersteunen, die zijn gericht op preventie, welzijn en behandeling, op rampenparaatheid en hulpverlening, en op capaciteitsontwikkeling van gezondheidsinstellingen die training en zorg bieden. Ga voor meer informatie over de Henry Schein Cares Foundation naar: www.hscaresfoundation.org
Buitenlandse tandartsen die in Nederland willen werken, moeten verplicht Nederlands leren. Dat zeggen ANT en KNMT in het Radio 1 programma ‘De Ochtend’ en in het NCRV tv-programma ‘Altijd Wat Monitor’. Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt het plan van de beroepsverenigingen voor een taaltoets.
In het Radio 1 programma ‘De Ochtend’ pleit ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes voor een verplichte taaltoets voor buitenlandse tandartsen en meer opleidingsplaatsen Tandheelkunde.
Controle BIG-register Het NCRV tv-programma ‘Altijd Wat Monitor’ ontdekte dat meerdere buitenlandse tandartsen zich in Nederland konden registreren, ondanks een schorsing of beroepsverbod in eigen land. De controle op het BIG-register bleek niet goed te functioneren. Op maandagavond 27 oktober liet het programma een vervolg zien over dit onderwerp.
Taaltoets Tijmen Hiep, vice-voorzitter en penningmeester van de KNMT: “Wij denken dat het van belang is dat er getoetst wordt op het moment dat tandartsen hier geregistreerd worden, dat ze het Nederlands machtig zijn.”
Vaartjes: “Het is vreemd dat het mogelijk is dat je in Nederland je BIG-registratie kunt krijgen terwijl je in het buitenland bent berispt. De overheid moet randvoorwaarden scheppen zodat er veilige tandhulp wordt gegeven.”
Taal is een essentieel onderdeel van je beroep als tandarts. Wij zijn in Nederland heel erg gericht op preventie en we werken in teams. En als je de taal niet beheerst dan kan je hier niet de tandheelkunde uitoefenen zoals je dat zou willen in Nederland.
“Met een verplichte taaltoets moet een tandarts zich meer committeren aan het land en daardoor kan je de ergste uitwassen verminderden”, aldus Vaartjes.
Ik vind het echt een interessant voorstel en ik zal de minister ook vragen of ze samen met de tandartsenorganisaties om de tafel wil gaan zitten om te kijken of zon taaltoets mogelijk is, zegt Hanke Bruins Slot, Tweede Kamerlid voor het CDA.
Meer opleidingsplaatsen Volgens Vaartjes moeten er ook meer opleidingsplaatsen voor Tandheelkunde komen: Al jarenlang leiden we te weinig tandartsen op in Nederland. De afgelopen jaren stromen er meer buitenlandse tandartsen Nederland in dan dat er hier afstuderen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/taaltoets.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-10-27 00:00:002021-03-22 11:26:11ANT en KNMT pleiten voor taaltoets buitenlandse tandartsen
Zaterdag 25 oktober jl. ontving scheidend Ivoren Kruis bestuurslid Bart Fledderus, tandarts, uit handen van voorzitter Teun Rietmeijer de Dr. Carl Witthaus Medaille. Dat gebeurde in de jaarlijks gehouden Algemene Ledenvergadering van de vereniging die plaatshad bij ACTA te Amsterdam. Fledderus kreeg de onderscheiding voor zijn jarenlange inzet voor het bevorderen van mondgezondheid door middel van preventie. Fledderus heeft zich in het bijzonder onderscheiden door zijn beschouwende en nuchtere visie op de mogelijkheden voor samenwerking met organisaties voor bijzondere tandheelkunde en kwetsbare groepen. Daarmee heeft hij belangrijke bijdragen geleverd voor het realiseren van de doelstellingen van het Ivoren Kruis.
Witthaus Dr. Carl Witthaus wordt beschouwd als de grondlegger van de sociale tandheelkunde in Nederland. Hij was de stuwende kracht achter de oprichting van het Ivoren Kruis in het begin van de vorige eeuw. Witthaus werd in 1868 in Osnabrück geboren en studeerde tandheelkunde in Berlijn. Op 19-jarige leeftijd behaalde hij het diploma Zahnartzt. Hij kwam naar Nederland en haalde er met succes het tandmeesterexamen. Vervolgens vertrok hij naar Amerika en verwierf aan de universiteit van Pennsylvania de titel Doctor of Dental Surgery. Maar hij kwam ook weer terug naar ons land en vestigde zich als tandmeester in Rotterdam. In 1896 houdt Witthaus voor het Nederlands Tandheelkundig Genootschap een lezing over cariëspredispositie en cariësprofylaxe. Hij betoogt dat levensgewoonten bij het optreden van cariës een grote rol spelen. Hij noemt voeding en roken als belangrijke factoren. Roken zou volgens Witthaus het cariësproces remmen, maar mocht vanwege de schadelijke gevolgen voor de algemene gezondheid, niet worden aangeraden. Cariës zou kunnen worden voorkomen door het gebit te reinigen met een borstel, tandenstokers en zijden of elastieken draadjes. Een man met belangrijke wetenschappelijke visie. Zo belangrijk, dat het Ivoren Kruis zijn waardering voor personen die een zeer belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het werk van de vereniging, kan onderscheiden met de Dr. Carl Witthaus Medaille.
Enkele eerstejaars masterstudenten van ACTA testten onlangs een stabilisatie-opbeetplaat (splint) vervaardigd door een 3D-printer. De test is een initiatief van dr. Visscher, prof. dr. Lobbezoo en prof. dr. Wismeyer in samenwerking met de heer Oosterwijk van het Tandtechnisch Laboratorium Oosterwijk, meldt ACTA.
De resultaten van de test worden later bekendgemaakt.
3D-printen is één van de snelst opkomende technologieën in de wereld. De techniek wordt steeds meer bereikbaar voor tandartsen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/3d-printen-acta.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-10-27 00:00:002018-10-11 12:48:00ACTA studenten testen splint uit 3D-printer
Naar de mondhygiënist gaan is voor sommige ouderen bijna onmogelijk. Sommige patiënten zijn namelijk aan hun bed gekluisterd of komen het huis niet meer uit. Voor Canadezen in Ontario is de mondhygiënist aan huis daarom een uitkomst, schrijft CBC.
Zorg aan huis
Een mondhygiënist die aan huis komt is ideaal voor ouderen. Zo kunnen zij de mondzorg krijgen die zij nodig hebben. Ouderen met Alzheimer bijvoorbeeld kunnen soms niet meer aangeven dat zij last van hun gebit hebben. Bovendien maakt een nieuwe omgeving Alzheimerpatiënten onrustig.
Mobiele mondhygiënist
In de Canadese provincie Ontario komen ongeveer 25 mondhygiënisten thuis of aan huis met een mobiele kliniek. Deze provincie telt meer dan 12 miljoen inwoners. De behandeling wordt vergoed, afhankelijk van de zorgverzekeraar van de patiënt.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/ouderen2.jpg450450Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-10-27 00:00:002018-09-13 12:52:30Mondhygiënist aan-huis uitkomst voor ouderen
TADs, oftewel Tempory Anchorage Devices, bieden veel mogelijkheden in de orthodontie. Wat zijn de eisen voor het werken met TADs? Minischroeven versus botankers: de voordelen, werkwijze en mogelijke complicaties.
Eisen
Om te kunnen werken met TADs worden er een aantal eisen gesteld:
De TAD moet een mechanische verbinding aangaan met kaakbot.
Aan de TAD moet een bevestigpunt zitten voor een draad, elastiek of veer.
De TAD mag geen weefselschade veroorzaken.
Een TAD moet meerdere jaren kunnen worden gedragen.
Het toepassingsgebied moet veelzijdig zijn.
Minischroeven versus botankers
Zowel minischroeven als botankers kunnen geïndiceerd worden voor onder andere het intruderen, oprichten, protraheren of distaliseren van elementen. Botankers kunnen daarnaast nog ingezet worden voor protractie van de maxilla.
In de begintijd waren botankers populairder. Momenteel wordt er steeds vaker gekozen voor minischroeven. Het voordeel van minischroeven is dat ze makkelijker aan te brengen zijn.
Bone Anchored Maxillary Protaction (BAMP)
Het doel van BAMP is het voorwaarts bewegen van de maxilla bij een groeiend individu met een omgekeerde beet of dreigende omgekeerde beet. Deze behandeling werkt het beste als de omgekeerde beet vooral wordt veroorzaakt door de bovenkaak en niet te uitgesproken is. Bij het uitvoeren van deze protractie is het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de volgende punten:
Goede documentatie.
Op zo jong mogelijke leeftijd beginnen (rond 10 jaar), er moet wel gewacht worden totdat de cuspidaten in de onderkaak doorgebroken zijn.
Bij voorkeur wordt er onder lokale anesthesie gewerkt.
Er een antibioticakuur meegegeven.
Zorg voor adequate pijnstilling.
Goede mondhygiëne is belangrijk.
Twee weken na plaatsen kunnen er elastieken (lichte tractie) aangebracht worden.
BAMP is minder goed uit te voeren wanneer er sprake is van een klasse III relatie die veroorzaakt wordt door een mandibulaire hyperplasie. Ook wanneer er sprake is van een forse omgekeerde overjet of als de patiënt ouder dan 12 is, kan dit een negatieve invloed hebben op het behandelresultaat.
Botankers
Mandibula
Botankers in de onderkaak (Bollard; lengte 16 mm) worden bevestigd met 2 schroefjes. Het botanker wordt geplaatst tussen de laterale incisief en cuspidaat. Het botanker mag niet in de buurt van de uitgang van de nervus mentalis geplaatst worden.
Maxilla
Het botanker in de bovenkaak (lengte 21 mm) wordt met 3 schroefjes bevestigd. De botankers worden geplaatst op de crista zygomatica-alveolaris. Het bot tussen de eerste en tweede molaar is niet heel erg dik, er moet rekening gehouden worden met de sinus maxillaris. Indien een (pre)molaar gedistaliseerd wordt, moet het onderste schroefje zodanig geplaatst worden dat distalisatie onder het schroefje mogelijk is.
Plaatsen
Voor het bevestigen van de botankers worden schroefjes gebruikt met een lengte van 7 of 5 mm. Bot bij een volwassen persoon is veel steviger dan bij een kind, hier moet rekening mee worden gehouden. Het is belangrijk dat het anker op de goede plek vastgehouden wordt tijdens het vastdraaien van de schroeven. Het plaatje moet contact met het bot hebben en het uiteinde moet uitkomen in de aangehechte gingiva omdat hierdoor de kans op ontsteking kleiner is. Tot slot wordt er gehecht met een oplosbaar materiaal.
Minischroeven Er bestaan zelftappende en zelfborende minischroeven, de laatsten worden als prettiger ervaren. Er bestaan variaties in de kop en in de diameter van de minischroef. Voordelen van de minischroef zijn dat deze eenvoudig geplaatst kan worden en relatief goedkoop is. Een nadeel is dat de schroef los kan komen. Een minischroef kan echter makkelijk herplaatst worden en dit kan eventueel gebeuren in de tandarts- of orthodontiepraktijk.
Minischroeven kunnen op tal van lokaties in zowel onder- als bovenkaak worden geplaatst. De stevigste verankering wordt vooral in de molaar- en premolaarregio gevonden.
De minischroef moet uitkomen in de niet-mobiele aangehechte gingiva. Om te voorkomen dat de radix geraakt wordt, moet de minischroef daarom soms met een scherpere hoek ingedraaid worden. Minischroeven kunnen geplaatst worden onder lokale verdoving, het is niet nodig om voor te boren. Bij het plaatsen van een minschroef kun je goed voelen of je wel of niet tegen de radix aankomt, hierdoor is het risico op beschadiging klein.
Complicaties Voor botankers gelden de volgende complicaties:
Ontsteking
Hyperplasie
Breuk anker
Los gaan
Devitalisatie elementen
Nervusschade
Radixschade
De grootste complicatie voor minischroeven is het loskomen van de mini-schroef. Dit gebeurt in 20-25% van de gevallen. Een andere complicatie is migratie van de minischroef.
Failures
Oorzaken van het loskomen van botankers/minischroeven zijn:
Schroeven/positie/contact
Primaire retentie
Locatie
Slechte mondhygiëne
Spelen met tong
Excessieve krachten
Protocol bij een losgekomen botankers
Elastieken herplaatsen
Mondhygiëne verbeteren
Eventueel antibiotica voorschrijven
Afwachten
Controle
Indien het niet anders is dan wordt het botanker verwijderd en na 2 maanden herplaatst.
Verwijderen botankers
Botankers worden in principe verwijderd bij klachten of mobiliteit en na actieve behandeling. Zeker bij jonge patiënten kan het lastig zijn om ze om oudere leeftijd te verwijderen. Daarom wordt er in sommige gevallen gekozen om het botanker gedeeltelijk te laten zitten, mits er geen klachten zijn.
Conclusie
Een minischroef is eenvoudig te plaatsen.
De failure-rate bij minischroeven is relatief hoog maar ze zijn gemakkelijk te herplaatsen.
Botankers hebben een hogere morbiditeit.
Botankers worden de laatste jaren vooral toegepast bij klasse III.
Het verwijderen van botankers is onderwerp van discussie.
Lezing door:
Dr Johan Jansma, MKA chirurg, afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, UMCG.
Verslag door:
Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met de afdeling MKA-chirurgie, de afdeling Orthodontie, de Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut en de Stichting PAOT-NN.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/11533614-svk.jpg450450Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-10-13 00:00:002018-04-03 10:35:41Chirurgische aspecten bij het plaatsen van TADs
In Wales is onlangs een meisje geboren met 2 voortanden. Normaal gesproken krijgen kinderen pas tanden omstreeks de leeftijd van 6 maanden. Volgens artsen wordt 1 op de 3000 babys geboren met tanden. Het kan blijkbaar erfelijk bepaald zijn, want de oma van baby Rose werd ook met een voortand geboren.
Omdat de tandjes loszaten zijn ze een paar dagen na haar geboorte verwijderd. Dit werd gedaan voor de veiligheid van baby Rose. De verwachting is echter dat ze alsnog een volledige set melktanden zal ontwikkelen.
Hoe een EHBO-cursus en de aanwezigheid van een defibrillator in uw tandartsenpraktijk het leven van een patiënt kan redden, blijkt uit het relaas van een tandarts en haar receptioniste uit Manchester.
Tandarts redt leven patiënt met defibrillator In de wachtkamer van een tandartsenpraktijk in de Britse stad Manchester is een 53-jarige man gered, die plotseling een hartstilstand kreeg. Nadat een ambulance was gebeld, hebben de tandarts en de receptioniste de man een kwartier lang handmatig gereanimeerd. Daarna werd tweemaal de defibrillator ingezet, waarna de hartslag weer op gang kwam.
EHBO-cursus Het tandartsenteam, dat een EHBO-cursus had gevolgd, verwachtte niet dat ze dit ooit in praktijk hoefden te brengen. De man en zijn familie zijn blij dat hij de hartstilstand heeft overleefd.
Alle tandartsenpraktijken een defibrillator In Schotland zijn alle 1.000 tandartspraktijken uitgerust met een defibrillator. De Schotse overheid heeft de kosten daarvoor betaald: zon 1 miljoen pond.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/9243146-l.jpg480480https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2014-10-13 00:00:002014-10-13 00:00:00Red het leven van uw patiënt met een defibrillator
De patiënt moet niet teveel leunen op de mondhygiënist maar vooral veel zelf gaan doen, vindt mondhygiënist Lisa Bakker-Ruggieri. Daarom werkt zij vanuit het doel dat ze samen met de patiënt stelt. Een interview over haar werkwijze: Patient-driven Dentistry.
Lisa Bakker-Ruggieri komt oorspronkelijk uit de VS. Ze heeft de tweejarige opleiding aan de VU gevolgd. Waarom mondhygiënist? “Tandheelkunde is een mooi vak! Het biedt je een levenslange leercurve. Mijn uitdaging is een evidence based behandeling aan te bieden die in overeenstemming is met de wens van mijn patiënt. Treat the disease, work with the patient”!
Gezamenlijke doel stellen
“When you know better, you do better.” Daarmee bedoel ik dat je jouw behandelwijze regelmatig onder de loep legt en waar nodig verbetert. Ik neem ook mijn patiënten mee in de ontwikkelingen in de tandheelkunde door voorlichting aan te bieden die up to date is. De kernvraag voor mij is altijd: wat is het doel? Welk doel dient mijn handelen vandaag en welk doel wil ik bereiken in de toekomst? Het is belangrijk dát eerst samen met de patiënt in beeld te brengen. Het verkleint de kans op teleurstelling en vergroot de kans op succes als je sámen een gedeelde streven hebt. De mondhygiënist kan de patiënt hiervan bewust maken. Vaak heeft hij er niet bij stilgestaan. Ik leg uit hoeveel er te halen is uit een behandeling bij de mondhygiënist, en dat we sàmen de mondgezondheid sturen. Dat is voor velen een nieuwe gedachte. Ik streef ernaar me flexibel op te stellen en de patiënt geen doelen op te dringen.
Patient-driven Dentistry
Hoe komt Lisa Bakker aan deze filosofie? “Ik ben me erin gaan verdiepen toen ik merkte dat ik niet verder kwam met mijn patiënten. Ik heb kritisch naar mezelf gekeken. De bahandelkamer is niet de beste plek voor mijn ego! Het is belangrijk dat de patiënt onafhankelijk blijft en dat hij meer vertrouwt op zijn eigen inbreng. De behandeling van de mondhygiënist blijft dan ondersteunend. De patiënt centraal stellen is iets anders dan de patiënt “aan het stuur”. Voor mij een belangrijk verschil. Patient-driven noem ik dat. Hij vertelt mij wat hij nodig heeft en niet andersom. Het is mijn werk om de behandelopties duidelijk uit te leggen. Het draait per slot van rekening niet om de mondhygiënist maar om de patiënt.
Verbinden
Wat levert Patient-driven Dentistry de mondhygiënist of de tandarts op? Als de patiënt de tandarts minder nodig heeft, hoe zit dat dan met rendement? “De kans bestaat dat een patiënt zich onderdeel voelt van de team, en dan voelt hij zich mogelijk ook iets meer verbonden aan de praktijk. Hij of zij wordt een patiënt die zich thuisvoelt in de praktijk en minder “gast”. Een prima basis voor een langdurige vertrouwensrelatie”.
Casus: paroprotocol
Sinds 2012 verdiept Lisa zich in iets wat ‘de parkeerfase heet. Deze fase begint als het pad van het paroprotocol wordt afgebroken. Bijvoorbeeld als de conditie van het parodontium vraagt om chirurgie, maar de patiënt wenst dit niet. De patiënt wil wel graag zorg blijven ontvangen van de mondhygiënist, maar de zorgvraag is nu veranderd. Eerst werd er eliminatie van de ontsteking gevraagd en in de parkeerfase verandert dat in vertraging van de ontsteking. Het niet bereiken van het doel van het paroprotocol geeft te denken.
Bakker wil eerst even een stapje terug doen: Goede timing is belangrijk. Daarmee vergroot je de kans dat het protocol zonder onderbreking wordt doorlopen. Volgens Bakker kan er ook zeker te vroeg begonnen worden: Je kunt je patiënt ermee overvallen. Als je het doel niet bereikt, dan ligt het soms aan het startpunt. Bied het niet te vroeg aan, zo progressief is parodontitis vaak niet. Het is goed om eerst samen aan het verbeteren van de zelfzorg te werken en regelmatig de profylaxe uit te voeren. De patiënt groeit ernaar toe en kiest goed voorbereid voor het protocol. Daar nemen we soms een jaar de tijd voor”.
Daar bedoelt ze niet mee dat tandartsen dan maar moeten wachten met verwijzen. Dat moet wèl in een heel vroeg stadium. “De mondhygiënist moet de patiënt wel in een vroege stadium van parodontitis in behandeling krijgen. Het paroprotocol kan, indien nodig, rustig besproken worden. Gun je patiënt de tijd om volledig geïnformeerd te worden, en stap er niet te snel in”.
Eerst moeten alle neuzen dezelfde kant op. Het gezamenlijk doel moet helemaal duidelijk zijn. Vooral het belang van de nazorg moet benoemd worden. Ook de reservebanken zoals antibiotica en chirurgie moeten aan de orde komen. Het is immers een jarenlang protocol, daar moet je niet luchtig over doen. “Blijf altijd dichtbij de kernvraag: wat is het doel?”
Interview door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2014/10/Patient-driven-dentistry.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-10-13 00:00:002020-04-14 09:48:50Patient-driven Dentistry: behandel de ziekte, werk samen met de patiënt
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.