Stappenplan Legionella beheersing

In veel praktijken voldoet de waterkwaliteit niet aan de in de WIP-richtlijn gestelde norm, blijkt uit een onderzoek uit 2012 onder 211 tandartspraktijken*. Tweederde van de praktijken had een waterkwaliteit boven de norm. Uit het verleden zijn weinig aantoonbare schadelijke gevolgen hiervan bekend, maar de gevolgen van een matige waterkwaliteit kunnen voor zowel behandelaar als patiënt groot zijn.

In dit artikel vindt u een geadviseerd stappenplan om controle te krijgen over de waterkwaliteit binnen de praktijk.

Norm
In de WIP-richtlijn is de gewenste norm beschreven van < 200 KVE/ml (kolonievormende eenheden per ml) en zijn spoelmaatregelen opgenomen. Zo moeten alle unitleidingen ‘s morgens voorafgaand aan de eerste behandeling worden doorgespoeld (tenminste 30 seconden) en tussen twee patiënten in worden de gebruikte leidingen, zonder hand- en hoekstukken, eveneens doorgespoeld (tenminste 10 seconden).

Oorzaken slechte waterkwaliteit
Met het doorspoelen van de unit wordt het effect van stilstaand water op de groei van bacteriën grotendeels tegengegaan. Uit praktijkverhalen blijkt echter dat stilstaand water niet de enige oorzaak kan zijn voor een slechte waterkwaliteit. Andere oorzaken zijn:

  • Doorlevering van bacteriën vanuit een voorgeschakeld systeem.
  • Lussen in leidingen, waardoor water minder goed doorspoelt.
  • ‘Dode’ leidingen binnen de praktijk die voor stilstaand water zorgen.
  • UV systemen in behandelstoelen die onnodig permanent en voor water opwarming zorgen.
  • UV systemen die een te gering doordringingsvermogen hebben.
  • Lekkend terugslagventiel.
  • Warme en koude leidingen die te dicht bij elkaar zijn aangelegd.

Met onderstaand stappenplan kunnen praktijken deze risico’s goed beheersen en hun waterkwaliteit laten voldoen aan de geldende norm.

Stappenplan

  1. Meten is weten
    De eerste stap in het voorkomen van vervuiling van het unitwater, is weten hoe het gesteld is met de waterkwaliteit. Meten dus. Advies daarbij is om zowel te testen op het totaal aantal kolonievormende eenheden als ook op de aanwezigheid van Legionella en Pseudomonas. Bij de meeste tests kan de praktijk zelf een monstername doen en deze opsturen aan het lab.
  2. Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E)
    Bij een waterkwaliteit boven de gestelde norm gaan praktijken soms direct over tot het desinfecteren van de unit en leidingen. Echter, de aanleiding kan zeer divers zijn, dus is het van belang allereerst de risico’s van het waterleidingnet te identificeren. BRL 6010 gecertificeerde bureau’s kunnen een dergelijke RI&E uitvoeren (niet te verwarren dus met de Arbo RI&E).
  3. Gericht maatregelen nemen
    Het RI&E rapport brengt alle risico’s van het waterleidingnet binnen de praktijk in kaart en schrijft beheersmaatregelen voor. Vervolgens kan de praktijk gericht verbetermaatregelen doorvoeren, waarmee de waterkwaliteit wordt verbeterd. Na enige tijd dient opnieuw een monstername gedaan te worden om het resultaat van de genomen maatregelen te beoordelen.
  4. Onderhoud uitvoeren
    Alleen door regelmatig te testen houdt de praktijk ook daadwerkelijk grip op de waterkwaliteit. Advies is om bij elke unit 1 tot 2 keer per jaar een watertest uit te voeren.

* Onderzoek door ACTA-onderzoekers Wim Crielaard en Rob Exterkate, zie NT Blad 13/2013, p. 32.

Door: Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement
Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen (HKZ / ISO), wet- en regelgeving en het verbeteren van de praktijkvoering.

Lees meer over: Bedrijven, Kennis, Onderzoek, Praktijkhygiëne, Praktijkorganisatie, Thema A-Z, Veiligheid

Winnaars Mail & Win – Stoppen met foppen boek

Afgelopen weken kon u meedoen aan de Mail & Win aktie voor het boek Stoppen met foppen. Uit alle deelnemers hebben wij 3 winnaars geloot, dit zijn:

  • Judi Hiwat, mondhygiënist, Mondhygiënepraktijk G. Gemin
  • Chris Beld, praktijkmanager, Amaliakliniek
  • Katelijne Maes, tandarts, tandartspraktijk Gageldonk

Wij feliciteren de winnaars met hun prijs! De winnaars ontvangen het boek per post op het praktijkadres.

Stoppen met foppen
Stoppen met de vertrouwde fopspeen is best moeilijk. Het 15 dagen stopplan is zorgvuldig opgebouwd en biedt voor elke dag een verhaaltje en een opdracht of spelletje. Ondertussen geeft Soe Soe de fopspenenfee nog tips voor ouders en wordt het programma duidelijk toegelicht. Geadviseerd door een kinderarts en een kinderlogopediste is zo een boek ontstaan dat zowel voor ouder en kind verantwoord, leerzaam en plezierig is. Op de 15de dag kan de laatste fopspeen worden toegestuurd aan Soe Soe de fopspenenfee en zal Fopmuis, de troost muis (die ook in het verhaal een rol speelt) worden opgestuurd naar het kind.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Bijna helft Nederlanders wil tandarts in het basispakket

Bijna de helft van de Nederlanders (49%) ziet zorgkosten voor tandarts en fysiotherapeut liefst zo snel mogelijk terug in het basispakket, ook al wordt de zorgverzekering hierdoor duurder. Een derde zegt deze zorg nu te mijden door de hoge kosten. Slechts 18% vindt dat het basispakket klein en betaalbaar moet blijven. Dit blijkt uit eigen onderzoek van Zorgwijzer.nl onder 1709 respondenten.

Bron:
Zorgwijzer.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Tatoeage in mond

Tatoeage in mond: kans op infecties bij nieuwe trend

Een tatoeage aan de binnenkant van de onderlip; het is de laatste mode onder sterren zoals Ke$ha en Miley Cyrus, schrijven IN  en N-TV . Zo’’n tatoeage kan de mondgezondheid echter in gevaar brengen, meldt Excite.

Wie mooi wil zijn moet pijn lijden: dat geldt ook voor een tatoeage in de mond. Een tatoeage zetten in het mondslijmvlies is namelijk erg pijnlijk.

Infecties
Voor sommigen is het leed na het zetten van de tatoeage nog niet geleden. De tatoeage kan gaan ontsteken, omdat de mondholte veel bacteriën bevat.

Wie gevoelig is voor een koortslip kan de nieuwe trend misschien beter aan zich voorbij laten gaan. De tatoeage-inkt kan infecties van de lippen namelijk verergeren.

Bron:
IN
Excite
N-TV

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Minder overstappers zorgverzekering

Het aantal mensen dat van zorgverzekering wisselde daalde van 7,2% in 2013 naar 6,5% in 2014. Dit blijkt uit de Zorgthermometer ‘Verzekerden in beweging 2014’ van Vektis. Dit betekent dat 1,1 miljoen mensen wisselden van zorgverzekeraar. Daarnaast kiezen meer mensen voor een vrijwillig eigen risico en minder mensen voor een aanvullende verzekering.

Wie stapt over?
Sinds 2006 is minder dan driekwart van de verzekerden nog nooit van verzekeraar veranderd. Deze mensen hebben relatief hoge zorgkosten, zijn ouder en wonen vaak in de meer dunbevolkte gebieden van het land.

Meer dan 300.000 verzekerden zijn drie keer of vaker overgestapt. Deze groep heeft 40% lagere verzekeringstarieven dan honkvaste verzekerden maar hebben juist relatief hoge kosten op het gebied van kraamzorg, verloskunde en GGZ. Ze zijn relatief jong, iets vaker vrouw en wonen vaker in stedelijke gebieden.

Aanvullende verzekering, basisverzekering, eigen risico
Het percentage verzekerden zonder aanvullende verzekering neemt toe van 14,3% in 2013 naar 15,5% in 2014.

De premie voor de basisverzekering daalde gemiddeld met 9,7%.
11% van de verzekerden koos in 2014 voor een vrijwillig eigen risico, waarvan tweederde voor het maximale eigen risico.

Bron:
Vektis

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Petitie: red de vrije artsenkeuze

De vrije (tand)artsenkeuze is straks voorbij. Tenminste als het aan de NZa ligt. De zorgverzekeraar bepaalt dan welke zorgverlener een patiënt kan bezoeken, de patiënt kan niet meer zelf kiezen. De VvAA startte daarom de aktie Steun de vrije artsenkeuze. Met petitie voor zorgverleners en Facebook pagina Red de patiënt, voor verzekerden.

Afzien van fundamenteel recht
Volgens de NZa levert afschaffing van de vrije artsenkeuze € 100,- per jaar voordeel op voor verzekerden. Dit wordt niet onderbouwd. Half maart publiceerde de NZa de Monitor Zorginkoop waarin zij concludeert dat de zorgverzekeraars “nog beter zorg kunnen inkopen als zij mogen kiezen om niets te vergoeden voor zorg geleverd door aanbieders waar geen contract mee is”.

Voordeel patiënt niet duidelijk
In de wet is nu geregeld dat de zorgverzekeraar in deze situaties wel een vergoeding moet betalen. Deze vergoeding ligt tussen de 70 en 80 procent van de kosten die de zorgverzekeraar betaalt in geval van gecontracteerde zorg, meldt de VvAA. Veel goedkoper dus. Het is duidelijk dat de winst van de zorgverzekeraar omhoog gaat als deze niets meer hoeft te vergoeden voor gecontracteerde zorg, maar het voordeel voor de patiënt is niet duidelijk. ‘Een echte besparing op de kosten is echter feitelijk pas mogelijk als de aanbieders die gecontracteerd worden nog verder worden uitgeknepen. Want alleen door zorgaanbieders van vergoeding uit te sluiten neemt de zorgvraag natuurlijk niet af’, zegt de VvAA.

Tweede Kamer
Als het NZa voorstel wordt aangenomen in de Tweede Kamer bepaalt de zorgverzekeraar naar welke arts of instelling een patiënt mag gaan: de patiënt mag dus niet meer kiezen. De behandeling van het NZa voorstel in de Tweede Kamer vindt mogelijk al begin juni plaats.

Aktie: Steun de vrije artsenkeuze
Verzekerden kunnen hun stem laten horen via de Facebookpagina Red de patiënt

Bron:
VvAA

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
M3 inferior: wel of niet verwijderen?

M3 inferior: wel of niet verwijderen?

Wat is het juiste moment om een verstandskies in de onderkaak te verwijderen?
Lees de adviezen aan de hand van literatuur en casuïstiek. Verslag van de lezing van kaakchirurg Jacques Baart.

Bij voorkeur wordt een verstandskies verwijderd op jonge leeftijd, tussen de 20-25 jaar. Maar waarom niet nog eerder? Het verwijderen van alleen een tandkiem (germectomie) is namelijk een eenvoudige ingreep.

Citaten uit een aantal met name retrospectieve studies

Uit een onderzoek waarbij in de onderzoeksgroep preventief de M3 inferior verwijderd werd, bleek dat bij 6% van de controlegroep (waar niets werd gedaan) per jaar toch een indicatie ontstond om de M3 inferior te verwijderen. Preventieve verwijdering is dus niet per se nodig. Tussen deze groepen bestaan verder geen verschillen in nabezwaren en kosten. Een afwachtende strategie met betrekking tot het verwijderen van de M3inferior is dus in het algemeen verstandig.

In een andere studie werd gekeken naar de frequenties van vroeg-operatieve complicaties zoals pijn, zwelling, trismus, alveolitis en foetor ex ore en laat post-operatieve complicaties (> 10 dg) zoals pijn, zwelling en zenuwuitval bij 1282 M3 verwijderingen.
Conclusies uit dit onderzoek:

  • 60% van de behandelde patiënten valt in de leeftijdscategorie 20-25 jaar.
  • In 16-20% van de gevallen treden er complicaties op, hiervan is een klein aantal blijvend.
  • Bij vrouwen treden er meer complicaties op dan bij mannen (man:vrouw = 40%:55%)
  • Er moet een reden zijn om de kies te verwijderen. Indicaties voor het verwijderen van de M3inferior zijn: cariës, beperkte mondhygiëne, pericoronitis, parodontitis, ruimtegebrek, aanwezigheid van een abces, pulpitis, aanwezigheid van een cyste, het ontbreken van een antagonist, parodontitis apicalis, focus, prothetische redenen, orthodontische reden en een wortel- of kaakfractuur.

Adviezen aan de hand van casuïstiek

M3 inferior deels zichtbaar
Wanneer een M3inferior scheef doorkomt en deels zichtbaar is dan is dit een indicatie voor extractie. Het element is namelijk onbereikbaar voor goede mondhygiëne en bereikbaar voor bacteriën.

M3 inferior niet zichtbaar, wel sondeerbaar
Wanneer de verstandskies niet zichtbaar maar wel sondeerbaar is en er geen sprake is van pockets en pus dan kan in overleg met de (vooral oudere) patiënt gekozen worden het element in eerste instantie te laten zitten. Bij elke controle moet opnieuw gekeken worden of er geen pockets ontwikkelen. Een goede mondhygiëne is belangrijk.

Crowding onderfront
Het is bewezen dat een verstandskies in de onderkaak niet bijdraagt aan crowding in onderfront. Dit is dus geen indicatie.

Röntgenologische controle
Het kan voorkomen dat zich ter plaatse van nog geïmpacteerde M3inferior een cyste ontwikkelt of dat het element zorgt voor resorptie van de tweede molaar. Wanneer zich geen klachten voordoen en er lokaal geen pathologie is (pocket, ontsteking, BOP-) is het maken van een OPT eens in de 3-5 jaar voldoende om dit in de gaten te houden.

Cyste
In de onderkaak kan er ontwikkeling plaatsvinden van een folliculaire cyste, keratocyste of ameloblastoom. Het is belangrijk om hier op tijd bij te zijn, bijvoorbeeld door eens in de 3-5 jaar een OPT te maken van een tot dan toe asymptomatische verstandskies. Het is echter niet juist om een verstandskies om deze reden preventief te verwijderen. De frequenties van deze pathologie is veel lager dan het ontstaan van serieuze complicaties bij preventieve M3 verwijdering.

Twijfel
Wanneer er twijfel bestaat bij de tandarts of het verwijderen van de M3 inferior wel of niet de beste keuze is, dan is het beter om wat ruimte te bewaren voor de kaakchirurg. Vraag een kaakchirurg wat zijn/haar behandeladvies is. Een kaakchirurg kan beter de risico’s inschatten van een dergelijke behandeling en hierdoor weet een patiënt ook beter waar hij/zij aan toe is. Bij een klacht van de patiënt is de kaakchirurg aansprakelijk en niet de tandarts.

Decapiteren (of coronectomie)
Wanneer de M3 inferior tegen de nervus alveolaris inferior is gelegen, is decapiteren van het element ook een mogelijkheid. In deze gevallen wordt alleen de kroon verwijderd. In 80% van de gevallen krijgt de patiënt nooit last van de wortelrest. Indien de patiënt wel last krijgt dan is de kans groot dat de wortelrest niet meer op de nervus ligt.

Samenvatting

  • De M3 inferior mag alleen op indicatie verwijderd worden.
  • Baseer de keuze niet op een uitzonderlijke casus waarin het fout is gegaan.
  • Bij verwijzing: laat ruimte over voor de kaakchirurg en vraag om advies en eventuele behandeling.
  • De behandelkeuze is afhankelijke van de volgende criteria: anamnese, klinisch onderzoek, röntgenologisch onderzoek (3-5 jaar mag er tussen zitten).
  • Overweeg decaputatie in geval van een nauwe relatie met de nervus.

Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij vervult daar de rol van afwisselend chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager en docent. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij is (mede) auteur van meer dan 125 wetenschappelijke artikelen en van enkele leerboeken, waaronder Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie en Lokale Anesthesie in de Tandheelkunde.

Verslag door:
Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT  NVvE  NVVRT  NVvK  VvO  NVMKA  RTV  NVM

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
E-sigaret bedreigt mondgezondheid jongeren

E-sigaret bedreigt mondgezondheid jongeren

Elektronische sigaretten zijn schadelijker voor jongeren dan voorheen werd gedacht, schrijft Dentistry. De British Dental Health Foundation waarschuwt dat e-sigaretten jongeren misschien aanzetten tot roken en daardoor bijdragen aan de toename van mondkankerpatiënten.

De e-sigaret wordt vaak gezien als een onschuldig alternatief voor de sigaret. E-sigaretten bevatten namelijk weinig tot geen kankerverwekkende stoffen, in tegenstelling tot echte sigaretten.

Echt roken door e-roken
Toch heeft de e-sigaret mogelijk een onbedoeld effect, blijkt uit een studie onder bijna 40.000 Amerikaanse middelbare scholieren. De onderzoekers concluderen dat echt roken niet vermindert door elektronisch roken en mogelijk zelfs toeneemt.
Tussen 2011 en 2012 verdubbelde het aantal jongeren dat e-roken probeerde: van 3,1 naar 6,5%. Het aantal jonge e-rokers dat ook sigaretten rookt steeg nog sterker: van 1,7% naar 2,6%.

Mondkanker
Roken is een voorname oorzaak voor mondkanker. Het aantal gevallen van mondkanker stijgt, ook onder jongeren. Daarom adviseert de British Dental Health Foundation rokers én e-rokers om zo snel mogelijk te stoppen.

Bronnen:
Dentistry
Electronic Cigarettes and Conventional Cigarette Use Among US Adolescents: A Cross-sectional Study

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
roker

Link tussen cariës en roken

Roken is sterk geassocieerd met parodontitis maar de link met cariës is nog maar weinig onderzocht. Onderzoek van Huang en zijn collega’s, gepubliceerd in de European Journal of Oral Science, laat zien dat roken mogelijk leidt tot ontwikkeling van cariës. Zij onderzochten het effect van nicotine op de biofilmgroei en het metabolisme (stofwisseling) van Streptococcus mutans. Meer onderzoek is echter nodig naar de relatie met melkzuurproductie en hoe deze genen worden gereguleerd.

Nicotine
Nicotine is een alkaloïde en voor 0.6 – 3.0% aanwezig in tabak. Het remt fibroblasten via nicotine acetylcholine receptoren en faciliteert de invasie van Porphyromonas gingivalis in epitheliale cellen. In dit onderzoek werd gekeken naar het effect van nicotine op S. mutans. Zeven S. mutans stammen werden verkregen en geïsoleerd uit patiënten met ernstige cariës. De S. mutans werden gekweekt op platen bij 37°C. De zeven stammen: AU159, UA130, 10449, A32-2, NG8, LM7 en OMZ175.

Biofilmgroei
In vergelijking met de biofilm waar geen nicotine werd gebruikt werd een verhoogde biofilmgroei gezien bij concentraties van 0.5-4.0 mg/ml-1 nicotine.

Gemiddelde concentratie nicotine in speeksel:
0-1.3 mg/ ml-1: licht en gemiddelde rokers (1-15 sigaretten per dag)
0-2.3 mg/ml-1: zware rokers (meer dan 15 sigaretten per dag)

De nicotineconcentratie in speeksel van rokers varieert als gevolg van de verschillende volumes speeksel in individuen. De concentraties zijn hoger in ongestimuleerd speeksel.

Biofilm metabolisme
Door de aanwezigheid van 0.5-2.0 mg/ml-1 nicotine was het metabolisme van alle zeven S. mutans stammen verhoogd.

Microscopisch
Met een scanning elektronische microscoop werd gezien dat zonder nicotine de S. mutans cellen meer verdeeld waren over de plaat en kortere lengten hadden dan S. mutans die blootgesteld waren aan nicotine. Morfologische veranderingen van de S. mutans waren ook zichtbaar, de cellen ontwikkelden een bolvorm in plaats van hun normale ellipsvorm.


Scanning elektron microscopische foto’s van Streptococcus mutans UA159 behandeld met 0, 0.25, 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, en 8.0 mg ml_1 nicotine voor 24 uur. Foto’s zijn gemaakt met een vergroting van 500X (A1-G1), 1,500X (A2-G2) en 20,000X (A3-G3). Groepen behandeld met hoge concentraties nicotine hadden een dikkere biofilm met meer bolvormige bacteriële cellen dan groepen die met lage concentraties nicotine waren behandeld. Meer bacteriële cellen waren aanwezig in de open plekken (witte pijlen) tussen de biofilm (zwarte pijlen) in groepen behandeld met 0–1.0 mg ml_1 nicotine dan in groepen behandeld met 2.0–8.0 mg ml_1 nicotine.

Originele artikel: Huang R, Li M, Gregory RL. Effect of nicotine on growth and metabolism of Streptococcus mutans. Eur J Oral Sci 2012; 120: 319-325.

Door:
Joyce van der Horst, mondhygiënist

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z

Bewuster communiceren

Samenwerking en communicatie zijn bepalend voor het goed functioneren van iedere organisatie en zo ook elke praktijk. Iedere organisatie heeft wel eens te maken met uitdagingen en problemen op de werkvloer. Verschillen tussen mensen, of het nu gaat om patiënten, relaties of collega’s, leiden soms tot onbegrip en wrijving en kunnen een optimale werksfeer en klantgerichtheid in de weg staan. Hoe kunt u hier het beste mee omgaan?

DiSC-methode
Vanuit Ordentall Institute houdt Mariëtte Ham zich bezig met begeleiding van (tandheelkundige) organisaties en hun medewerkers bij hun persoonlijke ontwikkeling en het verbeteren van hun communicatie en klantgerichtheid. Door een samenwerking met een Amerikaanse coach deed Ham ervaring op met het gebruik van DiSC, een beproefde methode om, in korte tijd, een duidelijk beeld te krijgen het eigen gedrags- en persoonlijkheidsprofiel. Vanuit een verhoogd bewustzijn van uw eigen gedrag en gedragsvoorkeuren en door ook de profielen van collega’s inzichtelijk te maken, ontstaat een veel scherper beeld van de eigen organisatie. Vanuit zelfkennis en kennis over elkaar wordt al snel duidelijk waar u bij anderen tegenaan loopt en hoe u door communicatie de samenwerking kunt verbeteren. Het belang van bewuste communicatie.

Als u communiceert maar weinig respons krijgt, neemt u wellicht een houding aan die niet helemaal overeenstemt met wat een ander verwacht of doet. Oorzaak hiervan is dat wij allen verschillende types zijn: iedereen heeft een eigen gedragsstijl. De DiSC-methode geeft inzicht in de manier waarop u communiceert, wat u wilt en verwacht en hoe u met relaties omgaat. De methode verklaart op zekere wijze hoe we denken, beslissingen maken, woorden kiezen en de wereld om ons heen ervaren. Met een DiSC-analyse kunt u uw eigen gedragsstijl benoemen. Vervolgens kunt u ook de gedragsstijlen van anderen herkennen. Wanneer dit bekend is, weet u hoe u op een effectieve manier kunt communiceren, om de beste resultaten te boeken binnen uw organisatie.

Hoe werkt de DiSC-methode?
Er zijn, simpel gezegd, twee factoren die in belangrijke mate bepalend zijn voor uw persoonlijkheidstype:

  1. Bent u extravert of introvert? Doet u snel een stap naar voren of bent u terughoudend
  2. Bent u taakgericht of persoonsgericht? Wilt u eerst uw werk afmaken/komt u meteen to the point, of kan een beleefdheidspraatje altijd?

Op basis van deze twee vragen en bijbehorende eigenschappen, kunnen vier verschillende persoonlijkheidsstijlen onderscheiden worden:

D – Dominantie
Bent u extravert en taakgericht? Dan behoort u tot de D Dominantie, direct en resultaatgericht zijn woorden die passen bij uw persoonlijkheid. Bij deze stijl ligt de nadruk op het vormen van de omgeving door weerstand te overwinnen voor het bereiken van resultaat. De D wil graag beknopt en ter zake communiceren, heeft behoefte aan duidelijkheid over regels en verwachtingen, wil zelf initiatief nemen, vindt bekwaamheid van groot belang. Personen met deze stijl hanteren vaak een botte en veeleisende benadering, hebben gebrek aan empathie en weinig sociaal contact.

I – Invloed
Bent u extravert en persoonsgericht? Dan behoort u tot de I. Invloed. Enthousiasme en contact zijn woorden die passen bij uw persoonlijkheid. Bij deze stijl ligt de nadruk op het vormen van de omgeving door anderen te beïnvloeden of te overtuigen. Personen met deze stijl willen graag dat anderen vriendelijk en emotioneel oprecht zijn en zoeken erkenning van persoonlijke prestaties. Ze hanteren zelf een informele benadering, ze zijn prettig in omgang, enthousiast en ietwat gevoelig voor een vermeende afwijzing.

S – Stabiliteit
Bent u introvert en persoonsgericht? Dan behoort u tot de S. Stabiliteit, kalmte, en inschikkelijk zijn woorden die passen bij uw persoonlijkheid. Bij deze stijl ligt de nadruk op het samenwerken met anderen om de taak uit te voeren. Personen met deze stijl willen graag werken in een voorspelbare en veilige omgeving en zijn altijd op zoek naar structuur en betrokkenheid.

C – Consciëntieus
Bent u introvert en taakgericht? Dan behoort u tot de C. Consciëntieus, methodisch en sceptisch zijn woorden die passen bij uw persoonlijkheid. Bij deze stijl ligt de nadruk op het consciëntieus werken binnen bestaande omstandigheden om kwaliteit en accuratesse te garanderen. Details en nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en loyaliteit zijn belangrijk, vaagheid en dubbelzinnigheid worden door mensen met een hoge C niet gewaardeerd.

Verschillende stijlen
In de praktijk bent u nooit enkel een D, I, S of C. Vaak bestaat uw stijl uit een combinatie van verschillende stijlen, met één of meerdere voorkeursstijlen die sterk aanwezig zijn. Door de verschillende eigenschappen, kunnen de verschillende gedragstypes elkaar versterken en bijdragen aan het succes. Voor een gezonde en effectieve organisatie zijn alle gedragstypen nodig. Daarom is het belangrijk te weten welke gedragstypes binnen uw organisatie werkzaam zijn.

Bron: Verslag door Iris Markus voor dental INFO van de lezing van Mariëtte Ham, directeur Ordentall Institute

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Acute medische situaties

Wat te doen bij acute medische situaties?

De overheid stelt dat tandartsen bij acute medische problemen hulp moeten kunnen bieden totdat de ambulance voorrijdt of andere professionele hulp arriveert. Dit heet tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. In veel groepspraktijken zijn er al kastjes met een AED. De reanimatie slaagkans met een AED is 60 %. Een handmatige reanimatie heeft slechts 20 % kans van slagen.

Wat kunt u doen bij acute medische situaties? Verslag van de ACTA-cursus gegeven door mevrouw D. van Diermen, arts-docent bij de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie en de heer dr. H.S. Brand, medisch bioloog.

Ademhalingsmoeilijkheden
Een normale ademhaling is 10 tot 12 maal per minuut. Er wordt een case behandeld van iemand met een astma bronchiale aanval. Vraag vooral bij lange (endo)behandelingen of deze patiënten een Ventolin spray mee willen nemen. Als de patiënt een aanval krijgt, is de spray dichtbij.

Wat ook nog wel eens voorkomt is een hyperventilatieaanval. Kenmerkend is de oppervlakkige ademhaling, lichtheid in het hoofd, tintelingen in vingers en rondom mond. De goede actie is de patiënt rechtop te laten zitten en in een plastic zakje te laten ademen totdat de patiënt rustiger wordt.

Controleer bij een ernstige cyanose (benauwdheid) met blauwe tong, neus en handen het bewustzijn en de hartslag en bel de ambulance. Ga reanimeren en als u een zuurstoftank heeft met een masker, sluit deze direct aan.

Allergische reactie
Een anafylactische reactie vindt plaats als iemand ernstig allergisch is. Dit heet het type I reactiepatroon. Deze reactie kan onder andere optreden bij contact met latex, gutta percha en anesthetica. De patiënt krijgt een rood gezwollen gezicht, klamme huid, zwakke snelle pols en lage bloeddruk. De patiënt kan ook duizelig worden en het bewustzijn verliezen. Het is slim als de tandarts een medische urgentiekoffer in zijn bezit heeft. Er moeten drie injecties gegeven worden met adrenaline, dexamethason en clemastine. Bel ook de ambulance.

Er zijn ook nog andere types overgevoeligheidsreacties: type II, III en IV . Deze zijn over het algemeen minder ernstig en gaan gepaard met huidreacties. Een overgevoeligheidsreactie van het type II is meer lokaal en gaat gepaard met weefselschade. Kenmerkend is dat een aantal allergenen zich aan het membraan van bepaalde lichaamscellen kunnen binden. Hierdoor verandert het membraan van structuur. Het type III kenmerkt zich door allergenen die met circulerende antilichamen in het bloed reageren waardoor immuuncomplexen ontstaan. Hierdoor ontstaat een lokale ontstekingsreactie. Ongeveer 6 uur na contact met het allergeen is de Type III overgevoeligheidsreactie maximaal. Het klassieke voorbeeld van het Type IV is de zogenaamde contactallergie. Hierbij passeren vetoplosbare stoffen (haptenen) de buitenste laag van de epidermis. Hierdoor ontstaan Th1 lymfocyten gericht tegen het allergeen. Bij een herhaald contact worden deze Th1 lymfocyten weer geactiveerd en er ontstaat weefselschade. Een type IV overgevoeligheidsreactie heeft aanzienlijk meer tijd nodig om zich te ontwikkelen, met een maximum van 24 tot 72 uur.

Hartinfarct
De patiënt krijgt pijn op de borst, uitstralend naar hals en kaakhoeken en/of naar linker schouder, arm en hand. Vaak is de patiënt misselijk en moet hij/zij braken.

De patiënt ziet bleek, transpireert, heeft een weinig krachtige polsslag en de bloeddruk is laag. Nitroglycerine kan uit de medische urgentiekoffer gehaald worden en sublinguaal toegediend worden. Als dit begint te werken dan is er sprake van angina pectoris.

In ernstige gevallen werkt dit niet en kan er een hartinfarct met circulatiestilstand ontstaan: in dit geval dient u onmiddellijk de ambulance te bellen en te starten met basale reanimatie. Geef een Aspirine 500 mg om het bloed te verdunnen en eventueel zuurstof uit de fles.

Hypoglykemie bij diabetes mellitus
Er is sprake van sufheid of motorische onrust, of verward of agressief gedrag. Er kunnen ook buikklachten zijn met een bleek gezicht en transpireren. De goede actie is om druivensuiker te geven en bji bewustzijnsverlies eventueel glucagon intramusculair 1 mg/ml in te spuiten.

CVA Herseninfarct
Hierbij is sprake van een halfzijdige verlamming, dwangstand van de ogen, een taal/spraakstoornis en eventueel bewustzijnsverlies. De te nemen actie is het controleren van bewustzijn, pols en ademhaling en zo nodig basale reanimatie uitvoeren. Het is belangrijk dat de patiënt zo snel als mogelijk naar het ziekenhuis vervoerd wordt.

Nieuwste reanimatietechniek
Het middagprogramma bestaat uit het oefenen van de reanimatie op poppen. Dit is een goede oefening en vooral het ritme van de reanimatie is zwaar.

De huidige reanimatietechniek is dertig maal met beide handen op elkaar op het borstbeen drukken 5-6 cm diep en daarna twee maal te beademen. Vervolgens weer dertig keer drukken. Bij voorkeur wordt dit na enkele minuten overgenomen door iemand anders. En hopelijk is de ambulance er dan al.

Urgentiekoffer
Zowel mevrouw Van Diermen als de heer Brand benadrukken dat het handig is om een medische urgentiekoffer in de praktijk te hebben met medicijnen die in acute situaties nodig zijn. Een urgentiekoffer bevat meestal: : Druivensuiker, glucagon-injectieset, adrenaline noodpen, dexamethason injectie, antihistaminicum injectie, antihistaminicum tabletten, zuurstof, nitroglycerine spray en Ventolin inhaler.

Informatie en cursussen over reanimeren
Op de site van de Nederlandse Reanimatie Raad kunt u posters over reanimatie downloaden. Cursussen reanimeren kunt u volgen bij:
Oranje Kruis
Rode Kruis
BHV Nederland

De Nederlandse Hartstichting heeft een app over reanimeren ontwikkelt die u gratis kunt downloaden.

Mevrouw D. Van Diermen is arts-docent bij de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziekteleer en Medisch Tandheelkundige Interactie bij het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Tevens doet zij onderzoek op dit gebied. Daarnaast was Van Diermen bestuurslid van de Vereniging voor Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI).

De heer dr. H.S. Brand is medische bioloog en als universitair docent werkzaam bij de afdeling Parodontologie en Orale Biochemie en de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, bij het ACTA.

Verslag door Marian Vrolijk van de ACTA-cursus gegeven door mevrouw D. van Diermen en de heer dr. H.S. Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

Kaakbot groeit beter door nieuwe eiwitgel bij implantaat

Een nieuwe gel met een speciaal eiwit kan afstoting van implantaten voorkomen. Dat blijkt uit recent onderzoek, schrijft Medical News Today. Eiwitten in de gel binden calcium, waardoor het bot beter groeit.

Calciumbinding
De speciale gelcoating werd aangebracht op titanium implantaten in een laag van slechts enkele millimeters dik. Onderzoekers toonden vervolgens aan dat de gel eiwitmoleculen bindt die botgroei bevorderen. Deze moleculen komen langzaam vrij bij contact met calciumionen. Dit proces bevordert de botgroei. Op deze manier wordt afstoting van het implantaat voorkomen.

Bron:
Medical News Today





Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z

Nieuwe NVM-voorzitter Eveline Haisma: samen vooruit

Tijdens het NVM-congres op 5 april werd de nieuwe NVM-voorzitter bekendgemaakt: Eveline Haisma – van Rossum du Chattel. Zij volgt Corrie Jongbloed op die zes jaar voorzitter was. dental INFO interviewde de nieuwe voorzitter.

Ambities
Gevraagd naar haar ambities als voorzitter, zegt Haisma: ‘Het bestuur bepaalt de koers en visie van de NVM. Ik hoop daar positief aan te kunnen meewerken. Ik hoop dat we als bestuur een goed team blijven dat zich richt op onze leden en op de mondzorg in het algemeen.’

Enthousiast
Oud-voorzitter Corrie Jongbloed wakkerde Haisma’s enthousiasme voor het voorzitterschap aan. ‘Bij de NVM zijn ongelofelijk veel dossiers die zeer professioneel worden benaderd.’

Veelzijdige werkervaring
Haisma kan als voorzitter steunen op haar zeer brede werkervaring. Zij werkt als mondhygiënist bij diverse praktijken.

De nieuwe voorzitter is ook bekend met andere vakgebieden binnen de gezondheidszorg. ‘Ik heb afwisselend gewerkt als mondhygiënist en in diverse functies binnen het ziekenhuis. Zowel op operationeel, management als op beleids- en bestuurlijk niveau.’ Haisma was onder andere manager van een operatiecentrum. Ook had zij zitting in de ondernemingsraad van een groot perifeer ziekenhuis.

Naast mondhygiënist is Haisma ook operatieassistent met chirurgische vaardigheden, met als specialisatie cardio-thoracale chirurgie. Verder is zij gastdocent Cardiopumonale chirurgie bij het Wenckebach Instituut en trainingsacteur voor studenten geneeskunde.


Interview door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Koning Willem-Alexander bij NMT jubileumcongres

Koning Willem-Alexander is op vrijdag 16 mei aanwezig bij het jubileumcongres van de NMT in de Beurs van Berlage.

Het NMT-jubileumcongres heeft als thema ‘Lang leve een gezonde mond’, waarbij de relatie tussen mondgezondheid en algemene gezondheid centraal staat.

In 2014 viert de NMT haar 100-jarig bestaan. Op 16 mei, tijdens het lustrumcongres, richt de beroepsvereniging het NMT Fonds Mondgezondheid op waarmee zij de bewustwording en voorlichting over het belang van een gezonde mond in relatie tot de algemene gezondheid wil vergroten.

Bron:
NMT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Bevoegdheden voor mondhygiënist

Meer bevoegdheden voor mondhygiënist

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kondigde tijdens het NVM-congres aan dat mondhygiënisten vanaf 2017 zelf mogen boren, vullen en verdoven. Ook mogen zij dan röntgenfoto’s maken. Nu mag dat alleen na een opdracht van een tandarts.

Het beroep van mondhygiënist zal worden geregeld in art. 3 van de Wet BIG. Op dit moment is het beroep mondhygiënist geregeld bij Algemene Maatregel van Bestuur ex. art. 34 wet BIG, wat betekent dat de mondhygiënist voor bepaalde handelingen, de zgn. voorbehouden handelingen, opdracht nodig heeft van de tandarts (geven van verdoving, boren en vullen van de eerst ontstane gaatjes en het maken van röntgenfoto’s). Na de wetswijziging is voor het uitvoeren van deze voorbehouden handelingen geen opdracht meer vereist.

Taakherschikking
Deze wetswijziging wordt ingezet vanwege de wens vanuit de overheid de taakherschikking in de mondzorg een impuls te geven. Dit leidt ertoe dat de mondhygiënist volledig zelfstandig bevoegd wordt voor de preventieve mondzorg.

Reacties beroepsorganisaties
De NVM is blij met deze ontwikkeling, meldt zij op haar website.

De ANT vindt dat de kwaliteit en patiëntveiligheid in het geding komt door deze taakherschikking. De beroepsvereniging meldt op haar website: ‘De ANT is ervan overtuigd dat deze verkapte bezuiniging op de mondzorg voor patiënten meer nadelen dan voordelen oplevert. De maatregel is niet doelmatig en leidt tot organisatorische chaos. “Mondhygiënisten vervullen een belangrijk taak in de mondzorg als het om preventie gaat”, stelt Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. Maar het is onmogelijk dat zij de noodzakelijke spoedbehandeling bij pijnklachten uitvoeren of complicaties kunnen behandelen. Niemand zit te wachten op extra loketten in de zorg. Dit zal dan ook leiden tot grote verwarring bij patiënten. Het is feitelijk misleiding, een fopspeen. Bovendien is het met deze maatregel niet mogelijk om de kwaliteit en patiëntveiligheid te waarborgen.” Volgens de ANT zouden patiënten bij wie extra behandeling nodig is, bijvoorbeeld een wortelkanaalbehandeling, alsnog op zoek moeten naar een tandarts omdat de mondhygiënist deze behandeling niet mag doen.

Beluister ook het interview met ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes op BNR.

De NMT vindt de berichtgeving over de vergroting van de bevoegdheden van de mondhygiënist voorbarig. Volgens de beroepsvereniging heeft het ministerie van VWS nog geen wetsvoorstel hiervoor voorbereid. De NMT is van mening dat taakherschikking moet plaatsvinden in een praktijksetting, ‘onder 1 dak’. Ook moet de gehele eerstelijnsberoepskolom worden bekeken bij taakherschikking. Het deskundigheidsgebied van de tandarts moet volgens de beroepsverenging beter beschreven worden waarbij de tandarts de regie behoudt.
BIG-registratie, tuchtrecht en een nauwkeurige omschrijving van opleidingseisen en deskundigheid zijn voor de NMT belangrijke items om de patiëntveiligheid te waarborgen bij de uitbreiding van de bevoegdheden van mondhygiënisten.

Bron:
NVM
ANT
NMT

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Geen straf van Tuchtcollege voor verdwenen tandarts

De IGZ straft tandarts Omer niet die in de zomer van 2012 plotseling vertrok uit Oostburg, schrijft De Gelderlander. De IGZ liet deze krant weten dat de werkwijze van Omar berispelijk zijn maar dat er geen redenen zijn om de tandarts een sanctie op te leggen.

De tandarts was eigenaar van een praktijk in Oostburg. In augustus 2012 haalde hij de praktijk leeg en vertrok met de noorderzon.

Bron:
De Gelderlander

 

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Meldcode kindermishandeling op orde? 6 punten waar de inspectie naar kijkt

Laatst hoorde een deelneemster van een training van Bureau Bespreekbaar dat de inspectie was langs geweest bij haar in de organisatie. Er waren dossiers van patiënten, waarover zorgen waren, onderzocht. Er werd bekeken in hoeverre de stappen van de Meldcode kindermishandeling hierin herkenbaar aanwezig waren. Hieruit blijkt maar weer dat de implementatie van de Meldcode een serieuze zaak is.

Toch blijken veel organisaties de Meldcode nog niet op orde te hebben. Hieronder vindt u de noodzakelijke elementen die in de praktijk ingevoerd moeten zijn. Het zijn eisen die gelden voor alle organisaties en praktijken in gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie.

1. Aanwezigheid van een stappenplan

Elke organisatie moet een meldcode hebben die in ieder geval de volgende 5 stappen bevat:
1. Signalen in kaart brengen
2. Collegiale consultatie
3. Gesprek met betrokkene(n)
4. Wegen van het risico op geweld of verwaarlozing
5. Hulp organiseren of melden

2. Voldoende deskundigheid

De professionals binnen de organisaties moeten gefaciliteerd worden in scholing en ondersteuning om adequaat te kunnen signaleren, te kunnen handelen volgens het protocol en om vermoedens bespreekbaar te kunnen maken.

3. Ondersteuning

De aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld vraagt om een veilig werkklimaat. Alleen dan kan op zorgvuldige wijze op deze kwetsbare problematiek worden gereageerd. Verder moeten professionals begeleid worden in het omgaan met dilemma’s bij vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld. Aandacht voor en ondersteuning van medewerkers zijn dan ook een essentiële onderdelen van de implementatie.

4. Verdeling van taken en verantwoordelijkheden

Het moet duidelijk zijn wie welke stappen dient te zetten. Wie kan worden geraadpleegd in stap ‘collegiale consultatie’? Wie is eindverantwoordelijk bij het doen van een melding? En met welke organisaties kan worden samengewerkt?

5. Handelen volgens het stappenplan

De Meldcode wordt gezien als toetssteen voor zorgvuldig handelen. Uit dossiervorming moet blijken dat bij zorgelijke signalen over het welzijn van de veiligheid van patiënten, cliënten of leerlingen, de stappen van de Meldcode worden gevolgd.

6. Rapportage en gegevensuitwisseling

De signalen en de afwegingen en besluiten die worden genomen in het kader van de Meldcode moeten zorgvuldig worden vastgelegd. Daarnaast moet duidelijk zijn op welke wijze, met inachtneming van het beroepsgeheim, privacy-gevoelige informatie wordt gedeeld met samenwerkend instanties.

Door:
Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Medische gegevens niet veilig bij NZa: minister start onderzoek

Medische gegevens en concurrentiegevoelige informatie van zorgverleners en zorgverzekeraars zijn niet in veilige handen bij de NZa, meldt NRC. Zo waren voor het complete personeel, vakantiekrachten en uitzendkrachten jarenlang vertrouwelijke documenten te bekijken op de centrale computer, in de Outlook agenda en in het digitale postsysteem. Dit blijkt uit een dossier van een NZa-medewerker die hierover de klok luidde bij zijn werkgever. De medewerker pleegde enkele dagen later zelfmoord.

Na publicatie hierover in het NRC,  informeerde minister Schippers de Tweede Kamer over haar besluit een onafhankelijk commissie in stellen die het interne functioneren van de NZa gaat onderzoeken. Het onderzoek richt zich op het borgen van ICT-veiligheid, vertrouwelijkheid van dossiers en beoordeling van de inmiddels getroffen maatregelen.

Bron:
NRC
Rijksoverheid

Lees meer over: Actueel, Kennis, Patiëntendossier, Tarieven, Thema A-Z

ANT maant NZa: transparante dialoog of Nationale ombudsman

De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) roept de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor de laatste keer op tot een transparante dialoog over het rapport Milliman. De vereniging voor tandartsen verwijt de NZa dat deze organisatie er alles aan doet om het kritische rapport Milliman over de Markscans vrije tarieven in de doofpot te stoppen.

Feiten
De NZa krijgt nog één kans om de dialoog aan te gaan met de experts van Milliman, voordat de ANT een procedure start bij de Nationale ombudsman. De ANT doet tegelijkertijd een beroep op de Tweede Kamer om gepaste maatregelen te nemen. Reden is dat de Tweede Kamer verkeerd is geïnformeerd op basis van misleidende informatie van de NZa. Minister Schippers van VWS heeft begin van dit jaar haar antwoorden op Kamervragen over het rapport Milliman gebaseerd op informatie van de NZa, die aantoonbaar onjuist is. De ANT vraagt de Kamer om de Algemene Rekenkamer deze kwestie te laten uitzoeken om de feiten boven tafel te krijgen. De mondzorgsector en consumenten hebben recht op de feiten in belang van de toekomst van de mondzorg.

Verkeerde been
Op basis van uitgebreid onderzoek heeft Milliman aangetoond dat de Marktscans van de NZa ondeugdelijk en onbetrouwbaar zijn. Mede daardoor zijn beleidsmakers en politiek op het verkeerde been gezet en was de besluitvorming om het experiment met de vrije prijzen te stoppen op drijfzand gebaseerd. De ANT heeft een uitgebreid feitenrelaas gemaakt van de kwestie en hierover een openbare brief gestuurd aan de NZa. Deze brief is inmiddels gedeeld met de Tweede Kamer.

Teleurgesteld
De ANT is ernstig teleurgesteld in de reactie van de NZa op het onderzoeksrapport Milliman, waarbij niet inhoudelijk wordt gereageerd. De ANT heeft inmiddels het vertrouwen in de objectiviteit en werkwijze van de NZa verloren. Volgens de tandartsenorganisatie maakt de NZa zich schuldig aan inkomenspolitiek, misleiding van politiek en beleidsmakers en gebrekkige onderzoeksmethoden. De ANT baseert deze conclusies op recente NZa-rapportages en -onderzoeken in de mondzorgsector, waaronder de Marktscans vrije tarieven en het kostenonderzoek mondzorg (Deloitte). De ANT heeft dit meerdere keren aangekaart bij de NZa en aangedrongen op een transparante dialoog met de sector zelf. Deze oproep is tot heden steeds door de NZa genegeerd.

Kwaliteit en toegankelijkheid
De grieven van de ANT zijn gebaseerd op de gevolgen van de werkwijze van de NZa voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de mondzorg en de vrije keuze voor consumenten. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: “Ons bezwaar richt zich op de ongenuanceerde en vaak speculatieve conclusies, die de NZa onder het mom van ‘feitelijkheid’ aan de publieke opinie verkoopt. Deze conclusies zijn misleidend en hebben behalve de beleidsmakers van VWS ook de politiek meerdere keren op het verkeerde been gezet. Mede daardoor worden besluiten genomen, die op termijn grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van de mondzorg. Ook is de Kamer een definitieve Marktscan onthouden over de effecten van het experiment met vrije tarieven, terwijl deze wel was toegezegd. Uiteindelijk is niet alleen de tandarts de dupe, maar is vooral de consument de grote verliezer.”

Misleiding politiek en consument
Voor de ANT en haar leden is de maat nu vol. De mondzorg heeft recht op de waarheid en kan niet langer accepteren dat deze zaak telkenmale in de doofpot wordt gestopt. Met een laatste beroep op de NZa wil de ANT een transparante dialoog afdwingen, met het beroep op de Tweede Kamer een onderzoek van de Algemene Rekenkamer om objectief over de feiten te oordelen. Vaartjes: “De Kamer, maar ook de mondzorgsector en de consument hebben er niettemin recht op te weten wat er aan de hand is.”

Bron:
ANT


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

NMT: berichtgeving uitbreiding bevoegdheden mondhygiënist is voorbarig

De NMT vindt de berichtgeving over de vergroting van de bevoegdheden van de mondhygiënist voorbarig. Volgens de NMT heeft het ministerie van VWS nog geen wetsvoorstel hiervoor voorbereid. De NMT zal op korte termijn met het departement overleggen.

De beroepsvereniging is van mening dat taakherschikking moet plaatsvinden in een praktijksetting, ‘onder 1 dak’. Daarnaast vindt de NMT dat de gehele eerstelijnsberoepskolom moet worden bekeken bij taakherschikking. Het deskundigheidsgebied van de tandarts moet volgens de NMT beter beschreven worden waarbij de tandarts de regie behoudt.

BIG-registratie, tuchtrecht en een nauwkeurige omschrijving van opleidingseisen en deskundigheid zijn voor de NMT belangrijke items om de patiëntveiligheid te waarborgen bij de uitbreiding van de bevoegdheden van mondhygiënisten.

Bron:
NMT

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z