dossier, map

Werkt u volgens de praktijkrichtlijn Patiëntendossier?

Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Welke gegevens moet het patiëntendossier bevatten en waarom? Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Infectiepreventie draait om het voorkomen van infectieuze ziekten, ook binnen het tandheelkundige team. Ziektekiemen zoals legionella, tuberculose bacteriën, herpes en MRSA. Een patiënt kan het team besmetten, het team de patiënt en door kruisbesmetting kan zelfs de ene patiënt de andere besmetten. Misschien is zelfs een tandartspraktijk verantwoordelijk geweest voor de verspreiding van EHEC. Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Bovendien bevordert het de transparantie.

Verloop van infectie
Eerst is er sprake van transmissie: De bacterie verhuist van de bron, zoals unitwater of de vorige patiënt, naar de volgende patiënt. Hier vestigt de bacterie zich en wordt de kolonisatie gestart. De bacterie past zich aan aan het ecosysteem en weerstaat (of niet) de gastheerreactie. Een mens bestaat uit zo ontzettend veel bacteriën dat men zich kan afvragen of een mens een ‘mens’ is of een kolonie bacteriën. Een mens bevat namelijk minder cellen dan bacteriën. We leven dan ook in een dynamisch evenwicht met onze microflora.

Waarom is de tandartspraktijk nu zo gevaarlijk?
Waarom wordt er ineens zo streng geïnspecteerd in de tandartspraktijk terwijl voetballers straffeloos op het veld spugen er hier vervolgens doorheen sliden? Het verschil is dat voetballers uitgebreid getest zijn op hun gezondheid. Onze patiënten zijn dit vaak niet. Ze kunnen van alles onder de leden hebben en dit verspreiden via tandheelkundige instrumenten. Bovendien mogen onze patiënten van ons verwachten dat ze niet ziek worden van een tandheelkundige behandeling

Zijn pathogenen gevaarlijker dan vroeger?
De pathogenen van vroeger, zoals veroorzakers van de pest, de vliegende tering, cholera en de Spaanse griep hebben we aardig onder controle. Dit komt door de invoering van hygiëne maatregelen en antibiotica. Maar dit heeft een keerzijde. Nu hebben we te maken met MRSA, EHEC en noem het maar op. Antibitiotica-resistentie is een groot probleem. We moeten zorgen dat we weer goed gaan letten op die hygiëne. In 1995 is hiervoor de richtlijn van de werkgroep Infectie Preventie (WIP) in het leven geroepen voor de tandheelkundige praktijk, welke in 2007 herzien is. De aanbevelingen voor mondzorgers zijn gebaseerd op zorgvuldige analyse van de literatuur en de expertise van professionals.

De cijfers
Dat infectiepreventie echt nodig is, blijkt wel uit de cijfers. Op zich is de kans van het oplopen van HIV bij een prikaccident met bloed van een HIV-positieve patiënt niet zo hoog (0,3-0,6%), maar dit is bij een prikaccident met bloed van een hepatitispatiënt veel hoger. Oké, gelukkig hoort het hele team wel gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B (37-62% kans), maar steeds frequenter heeft een hepatitis-B patiënt ook hepatitis C. Vooral bij verslaafden moet men hier verdacht op zijn. Tegen Hepatitis-C zijn we niet gevaccineerd. Hepatitis is via bloed en via slijmvliezen (!) overdraagbaar, dus een stuk gemakkelijker dan HIV wat enkel via bloed overdraagbaar is.

De kans op overdracht van het Herpes Simplex Virus (HSV) is hoog. Het leidt niet frequent tot ziekte, maar bedenkt u zich wel dat de aerosol 2 meter hoog kan komen…Het komt op uw armen en gezicht.

Ook komt overdracht van de griep voor binnen de tandheelkundige praktijk. De spreker vond het aan te raden om het team de griepprik te laten halen. Primair ter preventie van overdracht, maar een spin-off is natuurlijk de continuering van de praktijkvoering tijdens zo een epidemische periode. Uiteraard is gevaccineerd zijn geen vrijbrief voor onhygiënisch handelen en moeten dan nog steeds de overige hygiëne maatregelen getroffen worden.

Tuberculose, komt dat nog voor?

Tuberculose (TBC) komt weinig voor onder autochtonen Nederlanders. Onder allochtonen komt het echter wel regelmatig voor. En deze mensen krijgen wij ook in de stoel. Gelukkig is er niet vaak sprake van open TBC, maar het is wel degelijk iets om rekening mee te houden. Er is immers een stijgende incidentie van TBC in Nederland. Bovendien is er resistentievorming tegen gangbare antibiotica.

In de USA is daarom een richtlijn opgesteld waarin patiënten met de volgende symptomen apart behandeld moeten worden:

  • Meer dan 3 weken hoesten
  • Gebrekkige eetlust
  • Gewichtsverlies
  • En andere symptomen op een TB-lijst

Hoe kun je nu zien of de patiënt wellicht een ziekte onder de leden heeft, zoals tuberculose?

Het patiëntendossier
En hier komt het patiëntendossier te voorschijn: Laat duidelijk op de kaart naar voren komen dat er sprake is van een (besmettelijke) ziekte. Het dossier moet op zijn minst het volgende bevatten:

  • Medische anamnese
    Denk daarbij aan:
    – Gegevens over allergie, diabetes, reuma, hartafwijkingen, bloedafwijkingen, epilepsie
    – Orale en dentale afwijkingen
    – Systemische aandoeningen, waaronder besmettelijke ziektes
    – Ziekenhuisverleden
    –  Medicatie
    – Reactie op anesthesie
    – Genetische aandoeningen
  • Tandheelkundige historie en anamnese
  • Status praesens
  • Röntgenfoto’s
  • De gegevens die de tandarts met instemming van de patiënt van zijn voorganger heeft overgenomen
  • Gegevens betreffende informed consent inzake voor de patiënt ingrijpende verrichtingen/behandelingen met aanzienlijke kostenconsequenties
  • Tandheelkundige gegevens:
    1.  De verslaglegging van de tandarts-patiënt contacten (consulten)
    Het verdient aanbeveling de volgende gegevens op te nemen:
    – De data waarop de contacten hebben plaatsgevonden (ook geannuleerde afspraken en afspraken die niet zijn nagekomen)
    – De klacht/hulpvraag/wens
    – Het uitgevoerde onderzoek, diagnose en indicatiestelling

    2. Het behandelplan
    – Tot op het moment van voltooiing van de behandeling
    – Met aantekeningen van essentiële afwijkingen van het plan
    – Bij plannen voor langere termijn, rekening houdend met informatie over de redenen waarom die termijn in acht genomen wordt. Tussentijds kunnen hierin immers wijzingen voorkomen

    3. Verder:
    – Verrichtingen (besteed extra aandacht aan het noteren van deels of volledig mislukte verrichtingen) en de naam van de behandelaar
    – Verstrekte tandheelkundige adviezen en behandelvoorstellen, inclusief reacties van de patiënt/mate van medewerking van patiënt
    – Rapportages van bacteriologische onderzoeken
    – Modelanalyse
    – Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    – Recepturen

Als u netjes het patiëntendossier bijhoudt, is er zicht op het welbevinden van de patiënt en kan er gemakkelijk worden geconstateerd of de patiënt ziek is. Bij een (kans op) besmettelijke ziekte dient u een risico inschatting te maken hoe groot de kans is dat u uzelf of uw volgende patiënten besmet.

Los van de overdracht van patiënt op patiënt is er ook nog de overdracht van behandelunit naar patiënt.

Hoe vaak controleert u het water van uw unit(s)?
Ondanks het feit dat ACTA zijn waterkwaliteit in de tandartsunits goed op orde heeft dankzij een actief test en decontaminatie beleid, kampt ACTA momenteel met een grote contaminatie met legionella (non-pneumophila) dankzij een fout in de waterleiding aansluitingen van de nieuwbouw van ACTA.

Wist u dat meer dan 80% van de waterleidingen in units in Nederland meer dan 5.000 KVE/ml bacteriën bevatten? Terwijl de norm 200 KVE/ml is?

Ook veel (Gram-negatieve) bacteriën in water kan COPD veroorzaken bij behandelaars en maakt behandelaars gevoeliger voor andere infecties! In sommige praktijken is het water uit de unit zelfs te vergelijken met urine van een urineweginfectiepatiënt. We hebben als behandelaars een inspanningsverplichting dus zorg ervoor dat uw water wordt gecontroleerd. Legionella-controle is elke 6 maanden nodig. Uit de reacties vanuit de zaal bleek dat er maar enkelen dit wel eens lieten controleren.

Conclusie
Concluderend stelde de heer Soet dat men een reëel risico loopt op infectieziekten bij de tandarts. Door hygiëneregels kan men deze risico’s inperken. Door transparant te zijn kunnen we zorgen voor veiligheid van het team en de patiënt.

Bron:
Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Hans de Soet is microbioloog en werkzaam als Ass. Professor Preventieve Tandheelkunde bij ACTA. Ook hij is Voorzitter van de adviescommissie Infectie Preventie ACTA.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Praktijkhygiëne, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
kronen

Patiënten stellen behandeling voor kronen, bruggen en implantaten uit

Door hoge tandartskosten en magere verzekeringen laten mensen steeds vaker de behandelingen voor kronen, bruggen en implantaten schieten.

Dat meldt de branchevereniging van tandtechnici (VLHT). Een ingreep met meerdere implantaten of kronen kost al gauw duizenden euro’s. Zorgverzekeraars herkennen de geluiden.

„De behandelingen met kronen en bruggen zijn zeer conjunctuurgevoelig”, erkent zorgverzekeraar Uvit (o.a. Univé en VGZ). „In mindere tijden kiezen mensen er voor een dergelijke behandeling uit te stellen”, aldus een woordvoerder.

„Het aantal porseleinen en gouden kronen dat wordt besteld, wordt steeds minder. Mensen hebben er geen geld voor”, aldus Wolter Jagt van de VLHT.

Bron:
De Telegraaf

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
boren

Tandartsboor verleden tijd?

Gaatjes in tanden en kiezen hoeven straks niet meer geboord. Britse onderzoekers gaan ze met een eiwitzalfje te lijf.

Zenuwslopend en pijnlijk geboor in het gebit behoort straks tot het verleden. Tandheelkundigen van de universiteit van Leeds hebben namelijk een compleet andere manier ontdekt om gaatjes te verwijderen. Ze hebben een eiwitmengsel ontwikkeld dat het tandbeen aanzet om het gaatje zélf te dichten.

Dat mengsel hoeft alleen maar op de aangetaste tand te worden gesmeerd. Het eigenlijke wonderingrediënt (verder voorzien van enkele hulpstoffen) is het eiwit P 11-4. Dat dringt door in de scheurtjes veroorzaakt door het zuur, en vormt daar een draderig netwerk dat calcium vasthoudt en daarbij een uitstekende steiger vormt voor nieuw tandbeenweefsel. Net dat steuntje in de rug dat de aangetaste tand nodig heeft. Een eerste test, uitgevoerd bij een kleine groep volwassenen met een begin van een gaatje, was zeer positief.

Bron:
De Pers

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Producten
Antibiotica

GGD Nederland adviseert Kamerleden over antibioticaresistentie

Antibioticaresistentie vormt een groeiende bedreiging voor de hele volksgezondheid. GGD Nederland heeft de vaste Kamercommissie voor VWS per brief geïnformeerd over de risico’s die zij constateert en heeft daarbij aanbevelingen gedaan voor te ondernemen stappen. Centraal in deze aanbevelingen staan: de naleving van de meldingsplicht van zorginstellingen, verbetering van monitoring en communicatie, en landelijk inzicht in uitbraken in ziekenhuizen.

Nog geen 100 jaar geleden kwamen er in Nederland epidemieën met hoge sterftecijfers voor. Dankzij de basis van de publieke gezondheid: sanitair, riolering, schoon drinkwater, vaccinaties en antibiotica is daar een einde aan gemaakt. Inmiddels lijkt goede openbare gezondheid van de Nederlandse bevolking een gegeven. Toch is een nieuwe epidemie met een hoog sterftecijfer niet ondenkbaar. Door veelvuldig gebruik van antibiotica in de veterinaire en humane sector dreigen steeds meer bacteriën resistent te worden. Een bijkomend probleem is dat er weinig nieuwe antibiotica op de markt komen.

Sterfteoorzaak
Antibioticaresistentie is een wereldwijd probleem. Jaarlijks sterven in Europa alleen al 25.000 patiënten als gevolg van antibioticaresistente bacteriën. In de afgelopen jaren is in Nederland een alarmerende toename van resistentie opgemerkt die wordt veroorzaakt door de ESBL-bacterie, waarbij de meest gangbare en veilige antibiotica niet meer voor behandeling van infecties gebruikt kunnen worden.

Integrale aanpak
Om antibioticaresistentie als volksgezondheidsprobleem het hoofd te bieden is een integrale aanpak nodig. Daarvoor doet GGD Nederland onder andere de volgende aanbevelingen:

  • Wettelijke basis voor de meldingsplicht bij antibioticaresistente stammen in ziekenhuizen en andere zorginstellingen bij de GGD
  • Strikte toepassing van hygiënemaatregelen in ziekenhuizen en andere zorginstellingen
  • Een betere monitoring van de resistentieproblematiek
  • Onderzoek naar cruciale factoren bij verspreiding van resistente (ziekenhuis) bacteriën

Bron:
GGD Nederland

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
inspectie - vergrootglas

Verscherpt toezicht Accres Tandartsenpraktijken opgeheven

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft per 26 augustus het verscherpt toezicht op Accres Tandartspraktijken locaties Anna Paulowna, Den Helder, Hippolytushoef, Medemblik en Purmerend opgeheven. De inspectie constateerde dat het bestuur van de Accres Tandartspraktijken B.V. haar verantwoordelijkheid heeft genomen en dat medewerkers zich bewust zijn van het belang van kwaliteit en veiligheid als onderdeel van het dagelijks handelen.

Verbetering in gang gezet
Afgelopen maanden bracht de inspectie onaangekondigde bezoeken aan de locaties. Uit deze bezoeken bleek dat Accres Tandartspraktijken de nodige verbeteringen in gang had gezet. De inspectie constateerde dat kwaliteitsdoelstellingen zijn vastgesteld en gecommuniceerd. Bovendien zijn verantwoordelijkheden toebedeeld aan vaste personen. Tot slot zijn de medewerkers zich bewust van het belang van kwaliteit en veiligheid in het dagelijks handelen. Dit is voor de inspectie reden om het verscherpt toezicht op te heffen.

Historie
Op 31 januari 2011 gaf de inspectie Accres Tandartsenpraktijken in Den Helder, Medemblik en Purmerend het bevel om met ingang van 2 februari 2011 de praktijk te sluiten. Aanleiding voor deze bevelen waren inspectiebezoeken waaruit onder andere bleek dat niet werd voldaan aan de richtlijnen voor infectiepreventie. Op 25 februari 2011 zijn de bevelen voor de locatie Den Helder en Medemblik opgeheven en op 8 april is het bevel voor de praktijk in Purmerend opgeheven aangezien de Accres Tandartspraktijken aan de randvoorwaarden voldeden. Toch constateerde de inspectie dat de bestuurlijke verantwoordelijkheid nog onvoldoende werd genomen. Ook waren kwaliteit en veiligheid onvoldoende geïntegreerd in het dagelijks handelen. Om deze redenen stelde de inspectie alle locaties van Accres Tandartsenpraktijken vanaf 25 februari onder verscherpt toezicht.

Blijven volgen
De inspectie zal de ontwikkelingen bij Accres Tandartspraktijken blijven volgen. Binnen drie maanden zal zij de diverse locaties bezoeken om te kijken of de stijgende lijn van verbeteringen wordt vastgehouden.

Bron:
IGZ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
ouderen

Wetsvoorstel flexwerk 65-plussers in de maak

Met een aantal voor werkgevers en 65-plussers aantrekkelijke maatregelen wil minister Kamp van Sociale Zaken een ‘lichter arbeidsrechtelijk regime’ regelen voor mensen die willen doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd. Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer.

De minister wil doorwerken gemakkelijker maken. Hij streeft ernaar begin volgend jaar een wetsvoorstel hierover in te dienen.

Voorgestelde aanpassingen

Door Kamp voorgestelde aanpassingen:

  • Meer tijdelijke arbeidsovereenkomsten (arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd) achter elkaar bij dezelfde werkgever dan normaal is toegestaan.
  • Werkgevers met personeel van 65 jaar en ouder dat ziek wordt, krijgen ontheffing van de verplichting om 104 weken het loon door te betalen.
  • De leeftijdsgrens van 65 jaar in het minimumloon schrappen om doorwerken aantrekkelijker te maken.

Door 65-plussers net als hun jongere collega’s recht te geven op ten minste het minimumloon hoopt Kamp verdringing te voorkomen. Er zou anders het risico zijn dat werkgevers jonger personeel inwisselen voor ouderen, omdat zij goedkoper zijn.

Keten van arbeidscontracten
Kamp wil de keten van arbeidscontracten voor bepaalde tijd voor werknemers van 65 jaar en ouder doorbreken. De regel is nu dat als in een periode van 36 maanden meer dan drie arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met een tussenpoos van niet meer dan drie maanden, de laatste arbeidsovereenkomst geldt als arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
diploma - geslaagd

Noors eredoctoraat voor UvA-tandheelkundige Bob ten Cate

Prof. dr. Bob ten Cate, hoogleraar Experimentele preventieve tandheelkunde aan de UvA, ontvangt op 1 september het eredoctoraat van de Universiteit van Oslo (Noorwegen). Het eredocoraat wordt aan hem toegekend vanwege zijn leidende rol in het internationaal tandheelkundig onderzoek. De toekenning vindt plaats ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Universiteit van Oslo.

Verdiensten
Ten Cate (1949) studeerde Scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en promoveerde in 1979-– eveneens aan de RUG – op onderzoek naar remineralisatie van het glazuur. Hij bracht als een van de eersten in kaart hoe het gebruik van fluoride werkt tegen tandbederf, een van de belangrijkste ontdekkingen in de preventieve tandheelkunde. Tandbederf onder de bevolking is hierdoor sterk afgenomen.

Publicaties en veel aanzien
Ten Cate heeft een indrukwekkend aantal publicaties in toptijdschriften op zijn naam staan en geniet internationaal veel aanzien onder vakgenoten. Hij ontving verschillende prijzen voor zijn werkzaamheden. Ten Cate was actief als hoofdredacteur van Caries Research, en hij was president van de European Organization for Caries Research en van de International Association for Dental Research. In 2007 werd hij door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) benoemd tot Akademiehoogleraar. Daarnaast is hij prorector van de Universiteit van Amsterdam.

Bron:
UvA Persvoorlichting / ACTA

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
vakantie

Meerderheid werknemers wil na vakantie niet aan het werk

59 procent van de medewerkers ziet er tegenop om na de vakantie weer aan de slag te gaan.

Een kwart (25 procent) van de werknemers heeft hierdoor zelfs moeite om van de vakantie genieten. Dit blijkt uit een opiniepeiling op Monsterboard.nl onder 451 bezoekers.

Ruim een derde (34 procent) van de vakantiegangers zegt er tegenop te zien om weer aan het werk te gaan, maar geeft aan wel te kunnen genieten van de vakantie.

Werkstress
Een kwart van de respondenten zegt tijdens de vakantie geen last te hebben van werkstress. Voor hen is het geen probleem om tijdens de vakantie het werk los te laten. Voor 7 procent draagt het vooruitzicht om na de vakantie weer aan de slag te gaan juist bij aan het vakantieplezier. Eén op de tien werknemers (10 procent) zegt tijdens de vakantie af en toe door te werken.

Bron:
NU

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
berekenen - premie

Marktwerking zorgverzekeraars nog ver te zoeken

Van marktwerking door zorgverzekeraars is nog weinig sprake. Dat stelt huisarts Glenn Mitrasing van De Vogelvrije Huisarts naar aanleiding van de Marktscan Zorgverzekeringsmarkt van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Mitrasing, die strijdt tegen de onverantwoordelijke kostenexplosie van zorgpremies, vraagt zich af of de NZa haar eigen marktscan wel begrijpt. “De NZa schrijft aan de minister dat er voor verzekerden ‘voldoende keuzevrijheid en concurrentie onder zorgverzekeraars’ bestaat. Ook meent de autoriteit dat de relatief geringe winst die overstappers kunnen behalen in combinatie met de nagenoeg gelijk gebleven opslagpremie ‘lijkt te wijzen op een concurrerende markt’. Uit de HH-index blijkt echter dat er van marktwerking in de zorg nergens in Nederland sprake is.”

Herfindahl-Hirschman-index
De huisarts wijst op de Herfindahl-Hirschman-index (HHI) in de marktscan. De HHI is een maatstaf voor marktconcentratie waarbij zowel het aantal aanbieders als hun relatieve omvang een rol speelt. De hoogte van deze index wordt bepaald door de marktaandelen van alle partijen – in dit geval zorgverzekeraars – te kwadrateren en bij elkaar op te tellen. Hoe hoger deze index is, des te hoger de concentratie in de markt is. Wanneer de HHI hoger is dan 1800 is er een reëel risico dat effectieve mededinging door eenzijdige machtsposities wordt belemmerd. Dan gaan mededingingsautoriteiten doorgaans kritisch kijken naar fusies en eventueel misbruik van machtsposities. Pas onder de 1000 kan gesproken worden van een niet-geconcentreerde markt. In de marktscan van de NZa komt naar voren dat het HHI-cijfer van Nederland neerkomt op 2105. Provinciaal gezien ligt het cijfer tussen de 1886 en 4508. “En dat is dan nog voor de door de NMa inmiddels goedgekeurde fusie van De Friesland met Achmea. De markt is sinds 2007 nagenoeg geheel verdeeld onder vier grote verzekeraars die gezamenlijk een onaantastbaar oligopolie vormen”, aldus Mitrasing.


Herfindahl-Hirschman-index uit de NZa-marktscan

‘Ruime keuze voor patiënt’
Volgens de NZa betekent een hoge HHI niet per se dat er geen concurrentie is. “Er zijn weliswaar een beperkt aantal spelers op de markt, maar er vindt wel degelijk een onderlinge concurrentiestrijd plaats”, legt NZa-woordvoerder Jaco van Lambalgen uit. “Uit de marktscan blijkt dat verzekerden voldoende mogelijkheden hebben om over te stappen en dat zij kunnen kiezen voor verschillende partijen. Regionaal valt er weliswaar weinig te kiezen, maar met de komst van internet en internetpolissen hebben verzekerden landelijk gezien ruime keuze.” Van Lambalgen stelt verder dat de inkoopmacht van zorgverzekeraars juist kan zorgen voor lagere prijzen voor de patiënt. Zij merkt daarbij op dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit gaat over oneerlijke concurrentie. “Wij kijken met name naar de belangen van de patiënt, daarom voeren wij ook deze marktscan uit.”

Oplettendheid blijft geboden
De HH-index zegt inderdaad niet alles over concurrentie volgens Erik Schut, hoogleraar gezondheidseconomie en beleid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Maar een hoge marktconcentratie betekent wel dat er extra oplettendheid geboden is. Het is daarom belangrijk dat de NZa goed te blijft kijken wat consumenten betalen en wat zij daarvoor terugkrijgen en of verzekeraars geen excessieve winsten maken”. Zo kunnen hoge winstcijfers duiden op prijsafspraken. “Maar tot aan 2009 maakten de zorgverzekeraars nog verlies op de basispremie, wat duidt op stevige prijsconcurrentie. Pas in 2009 zijn de verzekeraars voor het eerst sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet op de basisverzekering winst gaan maken.”
Schut merkt tot slot op dat keuzevrijheid geen garantie is voor goede marktwerking. “Als verzekerden kunnen kiezen uit verschillende verzekeraars die de prijzen en voorwaarden onderling op elkaar afstemmen, dan schieten zij met keuzevrijheid niet veel op. Daarom is het ook zo belangrijk dat er naast de vier grote, nog vijf kleine zorgverzekeraars zijn die kunnen fungeren als luis in de pels. Neem bijvoorbeeld DSW die elk jaar als eerste de basispremie bekendmaakt. Zij komen met een lage premie en dat houdt de grote partijen ook weer scherp.” De overname van De Friesland is daarom een kwalijke zaak, vindt de hoogleraar, die van oordeel is dat de NMa deze fusie niet had moeten goedkeuren. “Als alle kleintjes dadelijk opgegeten zijn door de grote spelers, dan komt de marktwerking steeds meer in het geding.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
zorg - geld

Zorgpremie mogelijk omhoog vanwege solvabiliteitseis

De Nederlandsche Bank (DNB) wil dat zorgverzekeraars vanaf volgend jaar meer eigen vermogen aanhouden. Dat kan tot een verhoging van de premie leiden, aldus het Financieele Dagblad.

Meer buffers
De solvabiliteitseis gaat, als het aan de centrale bank ligt, omhoog van 9 naar 11 procent voor de basisverzekering. De verhoging betekent dat de zorgverzekeraars gezamenlijk vijfhonderd miljoen euro meer aan buffers moeten aanhouden dan nu, zo schrijft het FD. Als de verzekeraars de hogere kapitaaleis van DNB helemaal doorberekenen in de premie, dan zou die volgend jaar per verzekerde met zo’n veertig euro stijgen.

DNB bestrijdt dat de nieuwe eis consequenties voor de premies zal hebben. Volgens de toezichthouder hebben alle zorgverzekeraars nu al genoeg geld op de plank om aan de 11-procent-eis te voldoen. Zorgverzekeraars Nederland denkt daar anders over. Woordvoerder Wouter Kniest in de krant: “DNB verwacht dat verzekeraars een veiligheidsmarge boven op de verplichte solvabiliteit aanhouden. Hoe hoger de solvabiliteitseis, hoe dichter verzekeraars in de buurt van het minimum komen. Bij een eis van 11 procent is, als je uitgaat van een verplichting van anderhalf keer het minimum, een totale buffer van ruim zes miljard euro nodig, tegen vijf miljard euro nu.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
tandenborstels

Jaarabonnement tandenborstels nu ook in Nederland en België

Via de website Wittere-tanden.com kunnen consumenten een tandenborstelabonnement nemen. Zij krijgen zo elke 3 maanden een nieuwe tandenborstel opgestuurd.

Initiatief uit België
Recent onderzoek van Test-Aankoop liet zien dat slechts de helft van de consumenten z’n tandenborstel elke drie maanden vervangt. Koen Claes en Michel Demoor, die elkaar al kennen uit hun studententijd, zagen hier een kans en ontwikkelden het tandenborstelabonnement. Dit abonnement bieden zij aan via de website wittere-tanden.com. Het abonnement wordt zowel in België als in Nederland aangeboden.

Het abonnement
De klanten van Wittere-tanden.com krijgen elke 3 maanden een nieuwe ecologische tandenborstel opgestuurd. De tandenborstel werd ontwikkeld door tandartsen en is gerecycleerd uit het plastic van o.a. yoghurtpotjes. Telkens gaat ook een deel van de opbrengst naar een goed doel.

Bron:
Wittere-Tanden.com

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
beoordeling - emoji - verdriet

Waardering voor arts die fout open bespreekt

Een arts uit het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem heeft in het personeelsblad erkend dat hij een fout heeft gemaakt bij de diagnostiek van een patiënte. De KNMG vindt dit een heel moedige stap. ‘Openheid over een fout verdient enorme waardering’, aldus KNMG-directeur beleid Lode Wigersma op radio Gelderland.

De patiënte was een oud-medewerkster van het ziekenhuis. Zij deed haar verhaal voor haar overlijden in het blad, waarop de arts reageerde, zo meldde De Gelderlander.

Fout
‘Er worden fouten gemaakt en er zullen nog fouten worden gemaakt. In plaats van ontkenning is het beter om je fouten te erkennen,’ aldus de arts. Hij had de diagnose prikkelbare darm bij de vrouw gesteld. Achteraf bleek er sprake te zijn van kanker. De arts zegt dat hij een inschattingsfout heeft gemaakt: ‘Ik heb nooit één moment getwijfeld aan de door mij gestelde diagnose. Totdat ik de scan zag.’ De patiënt is overleden. De IGZ onderzoekt de zaak.

Moed
In het blad steunt de ziekenhuisdirecteur het idee dat zijn personeel van de situatie kan leren. Het vergt moed je eigen fouten onder ogen te durven zien, aldus de directeur. Ook KNMG-directeur beleid Lode Wigersma onderstreept het belang van deze stap: ‘Dit is een goed voorbeeld om artsen ervan bewust te maken dat ze een fout kunnen maken en er open over moeten zijn. Een fout bespreken is iets anders dan aansprakelijkheid erkennen, wat soms nog wordt gevreesd. De Gedragscode Openheid over medische incidenten en betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid, de GOMA, is hierover duidelijk. Het gaat er echt om dat je je geweten ontlast en dat je je patiënt achteraf recht doet. Dat is de betekenis van een fout open bespreken. Dat mag en moet.’

Bron:
KNMG

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
werk - bureau

Flirten op het werk: wat mag wel en niet?

De helft van de Nederlanders flirt op het werk. Dit doen ze omdat het hun werk leuker maakt (38%), maar ook om iets voor elkaar te krijgen bij hun werkgever (11%). Zo blijkt uit onderzoek van vacaturesite JobTrack.nl onder 609 bezoekers.

Generaties
Er is echter een groot verschil tussen 45-plussers en jongeren: tweederde van de 45-plussers vindt flirten op de werkvloer echt niet kunnen, terwijl ruim 70 procent van de jongere generatie dit geen enkel probleem vindt.

“Wellicht denkt de jongere generatie minder in protocollen en hiërarchie, waardoor zij gemakkelijker flirten op het werk,” vertelt Marco de Weerd van JobTrack.nl. “Bij oudere werknemers staan hun principes hen waarschijnlijk wat meer in de weg.”

Mannen flirten liever dan vrouwen
Mannen flirten liever dan vrouwen: bijna de helft van de mannen vindt dat flirten het werk leuker maakt, tegenover een derde van de vrouwen. “Vrouwen blijken veel terughoudender te zijn als het gaat om flirten op het werk. Maar liefst 56 pro van de vrouwen bestempelt het zelfs als onprofessioneel,” aldus De Weerd.

Van de mannen vindt slechts iets meer dan een kwart van de ondervraagden flirten onprofessioneel. Met name jonge mannen hebben er geen moeite mee hun charmes in de strijd te gooien op de werkvloer.

Relaties op de werkvloer
Wanneer flirten uitloopt op echte relaties tussen collega’s moet u als werkgever gaan opletten. Met een speciale gedragscode voor relaties op het werk voorkomt u mogelijke amoureuze perikelen op de werkvloer. Een dergelijke gedragscode kan inhouden dat de betrokken werknemers hun relatie zo snel mogelijk melden, zodat u maatregelen kunt nemen om de werksfeer niet te verstoren.

Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat u met beide collega’s afspreekt dat ze niet in teveel projecten samenwerken. U moet daar ook niet te verkrampt mee omgaan, maar het kan ten koste gaan van het teamwerk en de productiviteit als een verliefd stelletje voortdurend meer met elkaar dan met het werk bezig is.

Gedragscode

 

  • Openheid en eerlijkheid over relaties.
  • Het te allen tijde melden van relaties bij de leidinggevende.
  • Het doorbreken – in overleg met het management – van hiërarchische lijn om de schijn van bevooroordeling te voorkomen.

Randgevallen

 

  • Het op het werk bespreken van privézaken die direct verband houden met de relatie.
  • Fysieke intimiteiten buiten werktijd wanneer collega’s herkenbaar zijn als medewerker van het bedrijf.

No go

  • Fysieke intimiteiten tijdens het werk.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Tand - gaatje - tandarts

CVZ: Grootste deel van Nederlandse jeugd heeft cariës

In het op 9 augustus gepubliceerde Signalement Mondzorg 2011 gaat het CVZ in op de ontwikkeling van de mondgezondheid van jeugdige verzekerden.

Vier op 10 van 21-jarigen poetst niet twee keer per dag met fluoride tandpasta
Uit onderzoek blijkt dat het grootste deel van de Nederlandse jeugd met cariës heeft te maken, ondanks het feit dat de maatregelen om cariës te voorkomen bewezen effectief zijn. Zo is tweemaal daags poetsen met fluoride tandpasta wetenschappelijk onomstreden maar bleek bijna vier op de 10 van de 21-jarigen uit de lage SES groep dit advies niet op te volgen.

Algemene tendens laat wel positieve lijn zien
De algemene tendens is dat de mondgezondheid bij jeugdigen ten opzichte van 2003, een positieve lijn laat zien, zowel bij de jeugdige in de hoge als in de lage SES groep. Wel blijken er aanzienlijke verschillen te bestaan tussen beide SES groepen. Deze ontstaan op jeugdige leeftijd en blijven voortbestaan in de volwassen leeftijd. Het probleem van de gebitsslijtage neemt in de loop der tijd echter wel toe. Het CVZ doet op het moment onderzoek naar de vraag wanneer er als gevolg van gebitsslijtage recht bestaat op bijzondere tandheelkunde. De resultaten van het onderzoek naar de mondgezondheid van jeugdige verzekerden geven het CVZ geen aanleiding om de minister nu te adviseren pakketmaatregelen te treffen.

Bron:
VAGZ

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
samenwerken - connectie - netwerk

Tandarts wil betere samenwerking met huisarts

Tandartsen, masseurs, kappers en schoonheidsspecialisten willen een betere samenwerking met huisartsen. Ze stuiten tijdens hun werk soms op ziekten of aandoeningen bij klanten en willen daarom ook meer aandacht voor medische aspecten in hun opleiding. Dat schrijft het Nederlands Dagblad.

Verslechteren
“Wij zien onze patiënten jaarlijks, dus we zien het ook als mensen verslechteren”, zegt tandarts en voorzitter van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde Rob Barnasconi in de krant. “Mensen worden bovendien ouder en houden langer hun eigen gebit. Dus kom je vaker in aanraking met patiënten die medisch belast zijn.” Barnasconi pleit daarom voor een betere onderlinge afstemming met de huisarts. “Dat gebeurt nu nog niet genoeg.”

Schoonheidsspecialisten
Voorzitter van de branchevereniging voor schoonheidsspecialisten Herman van Venetië herkent zich hierin. “In ons geval willen we nauwer gaan samenwerken met dermatologen”, zegt hij in de krant. “We willen beter kijken naar de rol die schoonheidsspecialisten kunnen vervullen als het om vroegsignalering gaat.” Het aantal huidaandoeningen stijgt volgens hem explosief door de vergrijzing en buitenlandse vakanties.

Ook de Nederlandse Brancheorganisatie van Sportverzorgers en Masseurs zegt regelmatig mensen tegen te komen met klachten waarmee ze naar een dokter zouden moeten gaan. “Denk aan rugklachten die op een beginnende hernia duiden, of vreemdvormige moedervlekken met haren”, legt secretaris Andy van der Hoeven uit.

Bron:
NU

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Werk - deal

VGT en dental INFO gaan partnership aan

De VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche) en dental INFO starten een samenwerking voor communicatie van mededelingen, informatie en adviezen voor en aan de dentale professie.

Expertise en breed netwerk
De VGT heeft veel expertise en een breed netwerk als het gaat over aspecten zoals kwaliteit, veiligheid en gezondheid. De regelgeving in de tandheelkunde wordt steeds stringenter waardoor een eenduidige, heldere en snelle communicatie hierover o.a. richting tandartsen, mondhygiënisten en assistentes steeds belangrijker wordt. dental INFO heeft een website www.dentalinfo.nl en een e-mailnieuwsbrief over alle aspecten van de praktijk voor het hele tandheelkundig team. dental INFO kan in een korte tijd en op een kwalitatieve manier dental professionals informeren over deze onderwerpen aan de hand van de expertise van de VGT. Bovendien kunnen tandartsen en mondhygiënisten de informatie op elk gewenst moment raadplegen via www.dentalinfo.nl. De VGT en dental INFO kunnen elkaar op deze manier goed aanvullen. Reden voor Ed Kolsteeg van de VGT en Anita de Klerk van dental INFO om een actief partnership aan te gaan.

Informatie over onderhoud, veiligheid en hygiëne van (röntgen) apparatuur
Ed Kolsteeg: “De VGT had steeds meer behoefte om de dentale professie snel te kunnen voorzien van informatie. Met name de ontwikkelingen ten aanzien van de controles door IGZ is daar een goed voorbeeld van. Met dental INFO hebben we een jaar lang in een testfase invulling aan deze vraagstelling proberen te geven en de resultaten zijn opmerkelijk. Wij zijn erg verheugd deze samenwerking nu formeel verder te kunnen uitwerken zodat mededelingen snel ter beschikking kunnen komen voor de professie. De komende tijd zal vooral veel aandacht besteed gaan worden aan zaken als over onderhoud, veiligheid en hygiëne van (röntgen)apparatuur in de dentale branche. Via dental INFO zullen wij staat zijn deze complexe materie snel over te kunnen brengen naar de gebruikers van deze apparatuur.”

Inhoud verder versterken
Ook Anita de Klerk van dental INFO is erg blij met de samenwerking. “Afgelopen jaar hebben we al diverse keren op ad hoc basis succesvol met elkaar samengewerkt. In november vorig jaar plaatsten we de “Checklist voor controles Inspectie Gezondheidszorg van de VGT die zeer gewaardeerd werd door tandartsen, mondhygiënisten en assistenten. En dat is waar we het uiteindelijk voor doen. Ons doel is het aanbieden van interessante en actuele informatie waarmee dental professionals op de hoogte blijven van dentale ontwikkelingen. Met het partnership met de VGT kunnen we de inhoud nog verder versterken om dentale praktijken optimaal te informeren.”

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Aanwijzing VWS voor ontbreken klachtenregeling

Op advies van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft de minister van VWS aanwijzingen gegeven aan tandarts J.W. Stofkoper te Amsterdam. De tandarts moet ervoor zorgen dat hij binnen vier weken beschikt over een klachtenregeling en aangesloten is bij een klachtencommissie om te voldoen aan de eisen die in de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) aan een zorgaanbieders worden gesteld.

Aanleiding advies tot aanwijzing
Na uitgebreide correspondentie constateerde inspecteurs dat de de heer Stofkoper geen uitsluitsel gaf over zijn klachtenregeling en de klachtencommissie waarbij hij aangesloten zou moeten zijn. Als tandarts is de heer Stofkoper wettelijk verplicht om over een klachtenregeling te beschikken en aangesloten te zijn bij een klachtencommissie. Hij moet voldoen aan de eisen die in de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) aan zorgaanbieders worden gesteld.

De IGZ verzocht de heer Stofkoper meer malen om aan zijn wettelijke plicht te voldoen. Omdat de heer Stofkoper ook na herhaaldelijke verzoeken verzuimt om de IGZ te informeren over of hij voldoet aan deze wettelijke plicht, heeft de inspectie de minister van VWS op 4 juli jl. geadviseerd om tandarts Stofkoper een aanwijzing te geven.

Als de heer Stofkoper na vier weken niet heeft voldaan aan de uit de aanwijzing voortvloeiende verplichtingen, legt de minister een last onder dwangsom op.

Bron:
IGZ

Lees meer over: Klachten, Thema A-Z
Apps - social media

Verzekeraars ontdekken social media

Ruim de helft van verzekeraars heeft een Twitter-account, driekwart zit op Hyves en zeven op de tien verzekeraars zijn actief op Facebook. Verzekeraars zijn daarmee niet de meest actieve gebruikers van social media, maar beginnen wel de kansen te zien.

Social Media Monitor
De cijfers komen uit de derde editie van de Social Media Monitor, die Social Embassy heeft gepubliceerd. Het gaat om een onderzoek naar de inzet van social media door de top 100 lijst van Nederlandse adverteerders. Social Embassy ziet een duidelijk stijgende lijn: in de vorige editie had nog maar een derde van de bedrijven social media geadopteerd; nu is dat maar liefst twee derde. De top drie van bedrijven die het meest actief zijn, wordt gevormd door Bol.com (1), Rabobank (2) en Hema (3).

Drie verzekeraars in top 100
Hoewel verzekeraars in vergelijking met andere merken nog niet heel actief zijn op social media, staan er toch drie verzekeraars in de top 100. ASR presteert daarbij het beste en staat maar liefst op nummer 4. Ook Delta Lloyd (20) en OHRA (39) doen het niet verkeerd. De meeste verzekeraars zijn echter nog niet heel actief op social media en gebruiken ze vooral om te zenden; de dialoog aangaan gebeurt nog weinig, terwijl dáár volgens de Social Embassy nou juist kansen liggen. Social media kunnen namelijk worden gebruikt om nieuwe producten te ontwikkelen, productinformatie te verspreiden en uiteindelijk het imago te verbeteren.

OHRA
OHRA heeft om die reden flink geïnvesteerd in social media. “Klanttevredenheid is zo ongeveer ons bestaansrecht, dus we vinden het heel belangrijk om te weten wat er leeft bij de klant”, vertelt Maikel Egging, service manager online bij OHRA. “In 2010 hebben we daarom een uitgebreid onderzoek gedaan om erachter te komen wat er op sociale media over ons wordt gezegd, door wie en waar. Vervolgens hebben we een strategie ontwikkeld, die zich kort gezegd richt op luisteren naar wat de klant zegt en daar vervolgens adequaat op inspelen.”

Uit het onderzoek kwam naar voren dat online discussies over OHRA zich voor zeventig procent op Twitter afspelen. Om die reden zet OHRA daar het stevigst op in – al blijven ook andere social media in beeld. “We hebben een webcareteam van vijf mensen dat zich richt op twee facetten: aan de ene kant beantwoorden zij servicevragen van klanten die zich rechtstreeks tot onze eigen Twitter-account richten. Daarnaast monitoren de webcare medewerkers wat er op andere Twitter-accounts en andere sociale media over ons wordt gezegd, zowel in positieve als negatieve zin. We vinden het heel belangrijk de dialoog met onze klanten en consumenten aan te gaan. Doe je dat goed, dan kan een negatief geluid ineens in een positief geluid worden omgebogen en ook worden opgepakt door andere consumenten – dat is de kracht van social media.”
Egging geeft aan dat OHRA in die zin ook trots is op haar merkcampagne ‘Direct geregeld’, waarin alle kanalen, van tv-commercial tot Twitter, Facebook en YouTube zijn geïntegreerd.

Initiatieven
Naast OHRA, Delta Lloyd en ASR worden er volgens Egging meer goede initiatieven genomen. “Niet iedere verzekeraar is misschien even actief, maar ik merk om me heen dat er echt een ontwikkeling gaande is.
Voorbeelden zijn er genoeg: neem internetverzekeraar De Nederlanden van Nu, die sinds 1 juli acht schadeverzekeringen aanbiedt. De producten zijn ontwikkeld op basis van 25.000 reacties die de verzekeraar crowdsourcend verzamelde.
Een ander voorbeeld is de social media zorgverzekering van UVIT, waarbij de consument via social media ideeën kan spuien over de dienstverlening die hij van een moderne zorgverzekering verwacht. Mensen kunnen op alle suggesties stemmen, zodat de beste ideeën vanzelf komen bovendrijven.

Bron:
Verbond van Verzekeraars

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
film, video

Hoe zien anderen je in je dagelijkse werk?

Heb je enig idee hoe je overkomt op anderen? Hoe ze jou zien in je dagelijkse werk? Durf je dat wel eens te vragen? Of ben je bang voor wat ze zouden kunnen zeggen? Of erger nog: denk je een perfect beeld van jezelf te hebben en is die vraag in jouw ogen overbodig? Misschien helpt het als je met je eigen ogen zou zien hoe anderen jou ervaren!

Blaffen en bijten
Het probleem is dat we onszelf doorgaans niet goed horen praten. Dat we onszelf zelden op de werkvloer “van buitenaf” in actie zien. Konden we dat maar eens ondervinden, dan zouden we zien dat we best stevig tekeer kunnen gaan. We blaffen, bijten, krabben, duwen en trekken, vooral als we het druk hebben. Moeten we dat maar accepteren als onvermijdelijk? Ik denk het niet!

Zelf horen
Er is veel onderzoek gedaan naar zelfperceptie en zelfbeeld. Wat vinden we van onszelf en hoe denken we over te komen op anderen? Al onze zintuigen (horen, zien, ruiken, proeven, voelen) worden aangestuurd vanuit onze hersenen en die halen dagelijks trucjes met ons uit.

We horen onze eigen stem bijvoorbeeld altijd gemixt: het is een combinatie van de stem in ons hoofd en wat er door onze oren wordt opgevangen. Daarom vinden we onszelf altijd zo raar klinken op geluidsopnames.

Verder zijn er talloze voorbeelden van visueel bedrog (Google maar eens!) die ons op het verkeerde been kunnen zetten. Zie je wel wat je denkt dat je ziet? Weet je het zeker?

Zelf zien
Maar het kan ook eenvoudiger. Als we naar onszelf kijken (in de spiegel bijvoorbeeld) is dat bijna altijd recht van voren, zelden driekwart, laat staan van achteren of van boven. Dat verklaart waarom we als kalende mannen altijd zo intensief bezig zijn om ons frontale haar op een volle dos te laten lijken.

Onze omgeving ziet ons echter wél op driekwart, van achteren en van boven. Dus die kalende plek op onze kruin is alláng bekend bij iedereen, dat frunniken aan die kuif kan dat niet meer verdoezelen. Met ons ego werkt het een beetje op dezelfde manier: het geeft ons een beperkt en vertekenend beeld van onszelf.

Zelf toetsen
Dat we onszelf zelden van buitenaf zien hindert ons ego echter niet in het vormen van een prachtig zelfbeeld. Dat is de manier waarop we dénken dat we er uit zien (goed!) en hoe we veronderstéllen dat we overkomen op anderen (fantástisch!). Als we dat niet regelmatig toetsen met de buitenwereld kan er zomaar een verstoord zelfbeeld ontstaan.

We denken dan dat het met ons eigen gedrag wel meevalt, dat we altijd heel eh, constructief-kritisch bezig zijn op de werkvloer. Maar is dat wel zo? En hoe weten we dat als we ons zelfbeeld zelden of nooit toetsen? Wellicht zijn we bang voor wat er uit zou kunnen komen. Ons ego wordt niet graag teleurgesteld.

Geheime camera
Zou het een aardig idee zijn om ons eens een tijdje door een geheime camera te laten volgen? Gewoon, tijdens ons dagelijkse werk? Vanaf het eerste “goedemorgen” tot het laatste “fijne avond”? Uiteraard onaangekondigd en goed verborgen zodat we zelf en de collega’s om ons heen ‘natuurlijk werkgedrag’ blijven vertonen.

We zouden dan aan het einde van deze representatieve werkdag, tijdens het vertonen van de samenvatting, eens goed kunnen zien hoe we ‘acteren’, hoe we overkomen op onze omgeving, hoe we onze doelen bereiken. Kortom: we zouden met onze eigen ogen zien hoe ánderen ons zien.

Replay en rewind
Een interessant experiment lijkt me. Omdat de (miniatuur)camera voor onszelf én onze omgeving verborgen is (niemand in het experiment weet dat er wordt gefilmd) doen we ons niet beter voor dan we zijn. We zien onszelf achter de pc, praten in onszelf (doe jij dat ook?), interacteren met anderen, vergaderen, roddelen bij de koffiemachine, omgaan met klanten, collega’s en bazen.

Maar we zien ook de reacties van anderen, de gelaatsuitdrukkingen, de non-verbale signalen. En we hebben de mogelijkheid, al dan niet onder professionele begeleiding stel ik mij zo voor, beelden stil te zetten, terug te spoelen en vertraagd af te spelen. De frontale confrontatie met onszelf!

Oei! Oeps! Help!
Het zou zomaar tot een intensieve golf van zelfreflectie kunnen leiden. Of tot een enorme schok. Mijn zelfbeeld spoort niet met de werkelijkheid. Oei! Ik dacht dat ik zo geweldig was maar het valt tegen. Oeps! Ze vinden me helemaal niet aardig! Help!

Maar wat ga je er aan doen? Dát is de vraag die gesteld moet worden. Wat ga je doen met die waardevolle feedback, dat realistische beeld van je werkende zelf, gezien door je eigen ogen en daarmee door die van anderen? Het zou een geweldig middel kunnen zijn om individuen te laten groeien en de samenwerking te verbeteren.

Gedachtenexperiment
Het is maar een gedachtenexperiment, he? De praktische invulling en de implicaties inzake privacy en informatiebeveiliging maken het waarschijnlijk onmogelijk om dit in de praktijk uit te voeren. Maar het idee alleen al zou best mogen aanmoedigen jezelf bewust te zijn van je gedrag op de werkvloer.

Het kan namelijk helemaal geen kwaad je af te vragen hoe je in werkelijkheid overkomt. Integendeel, het getuigt van moed om aan je omgeving te vragen hoe je het doet en wat je zou kunnen doen om je gedrag te verbeteren. Zo zijn er wel meer prikkelende vragen om te stellen maar daar kom ik een volgend weblog op terug.

Zelfbewust ego
Ik zou zeggen, probeer het eens tijdens de eerstvolgende werkdag. Stel je die verborgen camera maar heimelijk voor en wees je bewust van je acties (en de reacties). Film jezelf virtueel en vraag je aan het einde van de dag af of je wel bereikt hebt wat je wilde bereiken met de manier waarop je je ego uitdraagt. Het kon je nog wel eens verrassen!

Bron:
Manageronline
Bart Flos

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
Voorbeeld protocol Vergewisplicht WKKGZ

KNMG keert zich tegen versoepelen beroepsgeheim

Artsenorganisatie KNMG vindt niet dat er soepeler met het medisch beroepsgeheim moet worden omgegaan.

Aanleiding voor het commentaar zijn de vragen die gerezen zijn over de handelwijze van GGZ Rijnstreek, onderdeel van ggz-aanbieder Rivierduinen. De ggz-hulpverlener verstrekte het dossier van Tristan van der Vlis niet aan justitie. Dat is geen kwestie van niet willen, maar van niet mogen, aldus woordvoerder Aart Hendriks. Anders zouden de behandelaars tuchtrechtelijke stappen kunnen verwachten. Er zijn nu enkele uitzonderingen waarbij artsen uit de school mogen klappen. Wat ons betreft hoeven er geen nieuwe uitzonderingen bij, vindt Hendriks.

Zorgplicht
Een uitzondering is bijvoorbeeld dat een hulpverlener in gewetensconflict komt, bijvoorbeeld wanneer een patiënt aangeeft iemand te willen doden. Dan bestaat er ook zorgplicht jegens het potentiële slachtoffer. In de zaak van Tristan was de schade al aangericht. Versoepeling van het beroepsgeheim is onverstandig, vindt Hendriks: “Het is niet alleen ter bescherming van de individuele patiënt. Het is ook bedoeld om de toegankelijkheid van de zorg te waarborgen.

Bron:
Skipr
ANP

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z