Checklijst

NPCF: Huishoudboekje van de zorg is niet op orde

Waarom moeten alle Nederlanders fors meer betalen voor de gezondheidszorg? Wat levert ons dat op? En waar gaat al dat geld naartoe? Aan de vooravond van het debat over de begroting van gezondheidszorg roept patiëntenfederatie NPCF de overheid en de zorgverzekeraars op om die vragen te beantwoorden.

In een brief aan de Tweede Kamer vraagt de NPCF zich af waarom we meer moeten betalen voor de zorg, en waar dat geld aan wordt besteed. De zorgpremie stijgt niet alleen in het komende jaar met ruim 100 euro, maar ook in de jaren daarna. We zullen in 2014 minimaal veertienhonderd euro per jaar kwijt zijn voor een basisverzekering.

Onnodig
De NPCF vindt het onnodig dat iedereen zo fors moet bijdragen aan de gezondheidszorg, terwijl niet alles wordt aangewend om de zorg beter te maken en daarmee gezondheidswinst te behalen. Er gaat nog teveel geld naar onnodige zorg, onnodig dure zorg, en slecht gecoördineerde zorg. De NPCF vindt dat deze ‘luchtbellen’ in de zorg beter moeten worden aangepakt. Zo komen dubbele behandelingen nog te vaak voor en kan de zorg vaak slimmer worden georganiseerd.

Onlangs bleek uit onderzoek van Volkskrant Banen en onderzoeksbureau Newcom dat ook zorgpersoneel denkt dat met een efficiëntere organisatie meer bespaard kan worden dan door te bezuinigen.

Diverse behandelingen niet vergoed
Naast een flinke stijging van de zorgpremie wil het kabinet een aantal zaken schrappen uit de basisverzekering. Zo worden straks behandelingen niet meer vergoed van aandoeningen als chronische voorhoofdsholteontsteking, lichte vormen van incontinentie, lichte vormen van angststoornissen, depressie, cholesterolverlagers en maagzuurremmers.

De NPCF vindt deze ingreep riskant, temeer omdat verwaarlozing van dit soort aandoeningen kan leiden tot meer schade aan de gezondheid en daarmee tot hogere kosten. De NPCF pleit dat een simpele en goedkope behandeling van deze aandoeningen met een lage ziektelast blijven behoren tot het basispakket.

Bron:
NPCF

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
bleken tanden

Tieners bleken tanden met keukenmiddeltjes

Tienermeisjes die doe-het-zelfkits of keukenmiddeltjes gebruiken om hun tanden te bleken lopen risico op permanente tand- en tandvleesschade. Britse tandartsen waarschuwen voor het groeiende aantal websites dat tieners aanraadt om tanden te bleken met bijvoorbeeld zeep, zout, bleekmiddel, soda-bicarbonaat of zelfs waterstofperoxide.

De doe-het-zelftechnieken worden volgens de Daily Mail steeds populairder als alternatief voor dure professionele behandelingen, zeker bij tienermeisjes omdat ze zich niet kunnen veroorloven.

Professor Anthony Eder zegt in de krant: “Steeds meer tieners maken zich zorgen over hun tanden, vooral wat de kleur betreft. Op het internet vind je tal van tips. Verschillende daarvan kunnen echter schade aanrichten aan gezonde tanden. Soda-bicarbonaat en zout haalt het glazuur van de tanden, waardoor ze bruiner en gevoeliger worden, zeker het gebruik van zure stoffen kan heel wat schade aanrichten.”

Bron:
Algemeen Dagblad

Lees meer over: Communicatie patiënt, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
Checklist

Checklist voor controles Inspectie Gezondheidszorg

De Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) controleert de laatste tijd intensief en vaak onaangekondigd dentale praktijken op infectiepreventie en röntgenstraling. Hierdoor ontstaat in veel praktijken enige onrust ten aanzien van deze praktijkscreening. De VGT heeft daarom een checklist samengesteld zodat u, voorafgaand aan deze controlebezoeken, een interne controle uit kunt voeren.

Cruciale punten

1. Richtlijn Infectiepreventie
Neem de Richtlijn Infectiepreventie in de Tandheelkundige Praktijk van de Werkgroep Infectiepreventie nauwgezet door.
Klik hier voor de richtlijn Of kijk op www.vgt.nl (hoofdgroep veiligheid).

Het bepaalde in deze richtlijn wordt gezien als de professionele standaard. Afwijken van deze richtlijn is toegestaan, maar dan dient u zich wel te realiseren dat u goed moet kunnen verklaren wat u dan wel doet en vooral waarom u van de richtlijn afwijkt. En dat is geen eenvoudige opgave.

2. Scheiding schoon en vuil instrumentarium
Houdt een goede fysieke scheiding aan tussen schoon en vuil instrumentarium. In een kleine ruimte of met een kleine werkplek zal deze fysieke scheiding op problemen stuiten. Toch dient u er voor te zorgen dat het onmogelijk is dat vuil in contact kan komen met schoon. Voor een optimale scheiding tussen vuil en schoon : zie pagina 18 van de WIP Richtlijn.

3. Thermodesinfector
De thermodesinfector wordt gezien als een cruciaal onderdeel van een goede praktijkhygiëne. Het ontbreken van een thermodesinfector is op zichzelf al verdacht genoeg om de hygiëneaspecten in de praktijk nader te analyseren.

4. Veiligheid
Werk veilig. Kijk naar loop- en werkroutes. Beoordeel handelingen en zet instructies over het juist handelen op papier in de vorm van een werkprotocol. Controleer met regelmaat of handelingen nog aanpassingen behoeven en goed worden nageleefd. Zorg hierbij ook voor systematische scholing en nascholing van uw personeel, zeker bij de komst van een nieuwe medewerker/ster.

5. Preventief onderhoud
Laat – aantoonbaar! – jaarlijks preventief onderhoud uitvoeren op (tenminste) uw röntgentoestel(len), sterilisator/autoclaaf en behandelunit.

Route vuil instrumentarium

1. Thermodesinfector
Vuil instrumentarium gaat eerst in de thermodesinfector, pas na desinfectie wordt nog aanwezig vuil verwijderd. Gebruik hiervoor goede handschoenen (P-kwaliteit) of een ultrasonisch reinigingsapparaat, daarna opnieuw desinfecteren in de thermodesinfector of steriliseren in een autoclaaf.

2. Ultrasonische reiniger
Bij gebruik van een ultrasonische reiniger moet u een deksel toepassen, de (eventuele) mengverhouding van de vloeistof goed bewaken en goed registreren wanneer de vloeistof is ververst of dient te worden ververst.

Gebruik desinfecterende middelen

1. Alcohol
Gebruik bij voorkeur alcohol 80% (70% alcohol bestaat vrijwel niet meer) als standaard desinfectans. Het werkt snel, goed en is uitermate effectief.

2. Geen schijnveiligheid
Bij het gebruik van desinfecterende middelen is de stelregel dat, als u desinfecterende middelen niet goed gebruikt of goed toepast, u daarmee voor uzelf, uw personeel én uw patiënten een schijnveiligheid creëert.

3. Beoordelen
U dient de desinfecterende middelen goed te beoordelen op punten als:

  • Het toepassingsgebied, is het gebruikte middel wel toepasbaar voor het doel waarvoor u het wilt gebruiken?
  • De mengverhouding, wordt de vereiste mengverhouding wel goed gedoseerd?
  • Wat is de inwerktijd van het middel, is deze inwerktijd niet veel te lang voor het beoogde doel?
  • Effectiviteitsduur, hoe lang kan ik het middel (eventueel in verdunde vorm) gebruiken, waar staat wanneer het middel de laatste keer is aangemaakt?

4. Werkplekinstructiekaart
Desinfecterende middelen bevatten vaak gevaarlijke stoffen met een verhoogd risico. Print van de door u gebruikte middelen een werkplekinstructiekaart (WIK) over deze gevaren en houdt deze beschikbaar op de locatie waar deze middelen worden gebruikt. TIP: plak deze WIK aan de binnenkant van een kastdeurtje.
Print hier de gebruikershandleiding van Dental Stoffenmanager

5. Vermijd spuitbus
Om dezelfde reden als genoemd onder punt 4 is het sterk af te raden om desinfecterende middelen middels een spray- of spuitbus te vernevelen. Gebruik bij voorkeur alcoholtissues.

Autoclaven

1. Indeling autoclaven
Autoclaven zijn ingedeeld in 3 klassen, t.w. klasse N, B of S.

  • Klasse N (normal) is alleen geschikt voor onverpakt massief instrumentarium
  • Klasse B (big), is geschikt voor verpakt instrumentarium en hol instrumentarium (bijvoorbeeld hand- en hoekstukken en steriliseerbare afzuigbuizen)
  • Klasse S (special) is alleen geschikt voor de toepassingsgebieden (en beperkingen!) die door de fabrikant zijn aangegeven. Bij een klasse S moet u zich dus eerst er van overtuigen of de autoclaaf wel aan uw behoefte voldoet.

2. Heteluchtsterilisator of chemiclaaf niet toegestaan
Het gebruik van een heteluchtsterilisator of chemiclaaf is (al lang) niet meer toegestaan. Onderhoud ten aanzien van autoclaven dient (conform de WIP Richtlijn bladzijde 12) periodiek onderhoud te worden uitgevoerd, gevolgd door een controlemeting. Dit onderhoud dient te worden uitgevoerd conform de instructies van de fabrikant en dient schriftelijk te worden vastgelegd.
Voor een klasse B geldt dat de printgegevens van de autoclaaf kunnen worden gezien als een eenvoudige controlemeting. De klasse B autoclaaf moet dan wel voorzien zijn van een printer. Andere controlemetingen zijn uit te voeren met een Bowie-Dick test en/of een Helix test.

3. Validatie sterilisatoren
Uitgebreide validatie van sterilisatoren is niet noodzakelijk zolang de gebruiker de sterilisator alleen gebruikt voor de toepassing die door de fabrikant wordt aangegeven (bladzijde 12 WIP Richtlijn).

4. Laminaatzakjes
Voor instrumenten in de risicocategorie A (zie WIP Richtlijn bladzijde 9) is het gebruik van laminaatzakjes verplicht.
5. Als u laminaatzakjes gebruikt in een klasse B of (eventueel) een klasse S autoclaaf mag u deze zakjes niet dichtvouwen of beschrijven! U moet de zakjes dichtsealen of dichtplakken.

Gebruik röntgentoestellen

1. Toepassing

De NMT Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie geeft een duidelijk beeld over de toepassing van röntgentoestellen in een tandheelkundige praktijk.

Klik hier voor de Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie

2. Kaders röntgentoestellen
Voor het gebruik van röntgentoestellen bestaan verschillende wettelijke kaders:

  • Het deskundigheidsvereiste
    Tandartsen dienen in het bezit te zijn een afdoende stralingsdeskundigheid. De in Nederland na 1985 afgestudeerde tandartsen worden geacht deze deskundigheid te hebben. Tandartsen die voor 1985 of buitenlandse tandartsen dienen een nascholingscursus te volgen teneinde deze deskundigheid te verkrijgen.
  • KEW-dossier
    In het Besluit Stralingsbescherming is bepaald dat een röntgentoestel pas in gebruik genomen mag worden NADAT er een KEW-dossier is samengesteld. Op de website van de VGT  kunt u onder de hoofdgroep ‘wetgeving praktijk’ de informatie over een dergelijke KEW-dossier en wat hiervoor noodzakelijk is teruglezen.
    Leden van de VGT kunnen u behulpzaam zijn in het opstellen en samenstellen van een KEW-dossier.
  • Voorbehouden behandeling
    In de Wet BIG (artikel 36 lid 8) is bepaald dat het doen van een röntgenopname een voorbehouden handeling is die alleen maar gedelegeerd mag worden als de tandarts in de praktijk aanwezig is.

3. Badges persoonsdosimetrie
Badges voor persoonsdosimetrie zijn niet verplicht als er een KEW-dossier aanwezig is, omdat de werkplekbelasting dan bekend is.

4. Onderhoud
Het onderhoud van een röntgentoestel dient schriftelijk vastgelegd te worden. In bijlage 4 van de NMT Richtlijn Radiologie staat het onderhoud aan röntgentoestellen beschreven.

Verdere punten van aandacht

  • Volg voor het gebruik van en het wisselen van handschoenen en mond/neusmakers het bepaalde in de WIP Richtlijn.
  • Gebruik ALTIJD een naaldencontainer, ook voor scalpelmesjes.
  • Gebruik voor het reinigen of desinfecteren van het afzuigsysteem GEEN middelen die schuim kunnen vormen, omdat dit schuim de afzuigmotor (onherstelbaar!) kan beschadigen.
  • Zorg dat u voldoende hand- en hoekstukken in de praktijk heeft.
  • Gebruik geen zeep of middelen met zeepbestanddelen voor het schoonmaken van afdrukken. Zeep kan de afdruk vervormen.
  • Hanteer voor al uw producten, maar speciaal voor geneesmiddelen, altijd het First-In-First-Out principe en controleer de expiratiedatum van de door u gebruikte producten regelmatig, vooral van de producten die u minder vaak gebruikt.
  • Maak van belangrijke punten een gedegen werkinstructie of werkprotocol waarin beschreven staat wie verantwoordelijk is voor welke handeling en hoe deze handeling ten uitvoer gebracht moet worden.
  • Hou een logboek bij waarin onderwerpen zoals verversen desinfecterende middelen, onderhouds-gegevens van apparatuur (met name desinfector, autoclaaf en röntgentoestel), verwisselen milieubox etc. bijgehouden kunnen worden. Dan heeft u zelf ook een veel beter overzicht van de periodieke handelingen.

Andere controlepunten IGZ
In deze checklist worden een aantal punten niet toegelicht omdat deze geen directe relatie hebben met de groothandelsactiviteiten van de VGT. Deze punten zijn wel onderwerp van controle tijdens de visitatie van IGZ.

  • Taakdelegatie
  • Patiëntendossiers
  • Klachtenregeling
  • Informatieverstrekking
  • Waarneemregeling
  • Spoedgevallen

Andere zorginhoudelijke- en ondernemerspunten
Naast de punten zoals genoemd in deze checklist zijn er nog meer punten die, naast de zorginhoudelijke en ondernemersinhoudelijke punten, aandacht behoeven. Klik hier voor een overzicht.

Bron:
VGT
E. Kolsteeg

Nov 2010

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Kindergebit

Evidence-based preventie en bestrijding van cariës in het kindergebit

Presentatie van Prof. dr. Svente Twetman tijdens het lustrumcongres – 100 jaar voor een gezonde mond – van het Ivoren Kruis.

Prof. dr. Svente Twetman

Het bewaren van evenwicht en diversiteit is van groot belang binnen de preventieve tandheelkunde. Als de balans tussen de diverse mondbacteriën wordt verstoord, dreigt er cariës te ontstaan. Het evenwicht kan bijvoorbeeld worden verstoord door suikerinname die de pH van het mondmilieu verlaagd. Hierdoor sterven zwakke bacteriën af. De overlevende bacteriën zijn wel bestand tegen dit zuur en zo ontstaat een reductie van de diversiteit.

Het bewaren van het evenwicht en de diversiteit zou als methodiek moeten worden aangehouden binnen de preventieve tandheelkunde. Dit kan door de pathologische factoren te verlagen en protectie factoren toe te voegen. Wat is de beste werkwijze?

Niveaus evidence-based practice
Er zijn vier niveaus binnen de evidence-based practice. Dit wil zeggen: Wat zegt de wetenschap, wat is de ervaring en wat wenst de patiënt. De niveaus:

  1. Sterk wetenschappelijk bewijs
    Bijvoorbeeld: gebruik van een tandenborstel en tandpasta.
  2. Gematigd wetenschappelijk bewijs
    Bijvoorbeeld: gebruik van fluoridelak.
  3. Gelimiteerd wetenschappelijk bewijs
    Bijvoorbeeld: gebruik van fluoridegel, spoelmiddelen, xylitol.
  4. Te weinig of geen wetenschappelijk bewijs

Altijd fluoride
Er mag absoluut geen preventief programma bestaan zonder het gebruik van fluoride. De concentratie van de fluoride is hierbij van ondergeschikt belang ten opzichte van de frequentie. Hoe vaker, hoe beter. Penetratie van fluoride gaat traag door een dikke plaklaag. Dus moet er goed gepoetst worden. Bij een hoog cariësrisico dient fluoridevernis twee keer per jaar te worden geappliceerd. Dit geeft een sterke reductie van de cariës. Bij een laag risico patiënt kan er geen tot nauwelijks reductie worden verwacht.

CPP-ACP als plan B
De werking van CPP-ACP lijkt op die van fluoride. Het werkt slechter, maar kan als plan B worden ingezet bij mensen die etische problemen hebben met fluoride of de alcohol in spoelmiddelen. Als er niet goed drooggelegd kan worden bij sealents is fluoridelak een alternatief. Op de derde plaats vinden we de zoetstof xylitol.

Geen chloorhexidine
Het inzetten van chloorhexidine bij cariës werd afgeraden. Na enkele weken bleken de aantallen streptococcen juist vele malen hoger te zijn.

Probiotica veelbelovend
Tot slot zou het dagelijks innemen van probiotica veelbelovend zijn. Kinderen die probiotica kregen, hadden 6% nieuwe leasies tegenover 15% nieuwe leasies bij kinderen zonder probiotica gebruik.

Prof. dr. Svante Twetman is professor in de Cariologie aan de Universiteit van Kopenhagen, Denemarken.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
onderzoek

VvAA: NZa bedreigt kwaliteit en toegankelijkheid zorg

Zelfstandige zorgverleners vinden dat het beleid van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een gevaar is voor de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg. Dat blijkt uit een enquête van de VvAA, een ledenorganisatie van honderdduizend zorgprofessionals.

Enquête TNS NIPO
TNS NIPO hield de enquête in opdracht van de VvAA onder vijftienhonderd fysiotherapeuten, huisartsen, verloskundigen, apothekers, tandartsen, orthodontisten en medisch specialisten. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgestelde beleidsregel van de NZa om de tarieven in de eerstelijnszorg te baseren op kostprijsonderzoek.

Tandartsen stoppen
In de mondzorg leidt deze NZa-koers tot forse tariefverlagingen. De NZa wil de tarieven voor orthodontiebehandelingen per 1 januari voor tandartsen met 40 procent verlagen en voor orthodontisten met 34 procent. Vrijwel alle tandartsen en orthodontisten vrezen dat zij hun praktijk hierdoor niet meer kostendekkend kunnen runnen. Een vijfde geeft zelfs aan voortijdig te zullen stoppen. Dat betreft grotendeels zelfstandigen van 55 jaar of ouder. Hierdoor zullen orthodontische behandelingen een schaars goed worden, stelt Edwin Brugman, directeur Kennismanagement VvAA. Hij wijst erop dat dit haaks staat op het streven van het nieuwe kabinet om de basiszorg dichter bij huis te verbeteren. “Als de consequenties van deze beleidsregel in de mondzorg exemplarisch zijn voor de overige beroepsgroepen in de eerste lijn, is te verwachten dat de dokter om de hoek op den duur verdwijnt.”

Bereikbaarheid
Een ruime meerderheid (67 procent) van alle zorgverleners vindt dat het beleid van de NZa niet leidt tot een betere positie van de patiënt. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van zorg voor patiënten is een van de speerpunten van het nieuwe kabinet. 71 procent van de huisartsen, 45 procent van de verloskundigen, 85 procent van de apothekers, 75 procent van de tandartsen en 96 procent van de orthodontisten is van mening dat het NZa-beleid geen of een zeer geringe bijdrage levert aan het vergroten van de toegankelijkheid van de zorg.

NZa frustreert innovatie
Naast bereikbare zorg legt het nieuwe kabinet sterk de nadruk op zorginnovatie. Ook daar sluit de koers van de NZa niet bij aan. Een meerderheid van de huisartsen (56 procent), apothekers (82 procent), tandartsen (83 procent), orthodontisten (97 procent) en medisch specialisten (81 procent) vindt dat de NZa met haar beleid het ondernemersklimaat niet stimuleert. 68 procent van de zorgprofessionals geeft aan dat de huidige tarieven nauwelijks toereikend zijn om te investeren in innovatie.

NZa als marktmeester
Verder zijn zorgprofessionals zeer ontevreden over de manier waarop de NZa haar taak als ‘marktmeester’ in de zorgsector uitoefent. 78 procent van de huisartsen is ontevreden tot zeer ontevreden. Hetzelfde geldt voor 94 procent van de apothekers, 91 procent van de medisch specialisten en voor alle orthodontisten (100 procent).

Betrokken bij NZa-beleid
Zorgprofessionals willen meer worden betrokken bij de ontwikkeling van het beleid van de NZa. 97 procent van de zorgverleners vindt dat zij door de NZa niet of nauwelijks worden betrokken bij de ontwikkeling van beleid voor hun beroepsgroep. Edwin Brugman: “Als de NZa beter zou luisteren naar argumenten en meer aandacht zou besteden aan het toelichten van haar beleid zou dit bijdragen aan een betere balans tussen zorgverzekeraars, zorgverlener en consument.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Contract

NZa dwingt apotheek tot tekenen contract zorgverzekeraar

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verplicht zorgaanbieders om contracten van zorgverzekeraars te ondertekenen. Dit blijkt uit het voorgenomen NZa-besluit inzake Apotheek Breskens. Deze apotheek was het niet eens met de inhoud van een contract dat werd aangeboden door zorgverzekeraar Menzis. De rechter concludeerde eerder dat Apotheek Breskens de overeenkomst niet hoefde te ondertekenen. De NZa heeft nu toch anders beslist.

Contracten van zorgverzekeraars ‘altijd redelijk’
De NZa concludeert dat de inkoopmodellen die zorgverzekeraars in contracten opnemen altijd redelijk zijn. Het gaat dan om zogenaamde pakjesmodellen, om preferentiebeleid (al dan niet onder couvert) of een laagste prijs garantie. Om deze reden mag een zorgaanbieder volgens de marktmeester nooit een contract weigeren. Volgens de KNMP blijkt uit het voorgenomen NZa besluit dat van een gelijk speelveld in de contractverhoudingen tussen zorgaanbieders en verzekeraars geen sprake is.

Vervolg
Tot en met 26 november kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen de beslissing van de NZa. De KNMP zal van deze mogelijkheid gebruik maken.

Bron:
KNMP

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Stijging - verzekering

Forse premiestijging zorgverzekeringen zet consument niet aan tot overstappen

Slechts 4,6% van alle zorgverzekerden is van plan om naar een andere zorgverzekeraar over te stappen per 1 januari 2011. Dat percentage komt neer op 760.000 consumenten. Dit blijkt uit recent onderzoek van TNS NIPO in opdracht van vergelijkingssite Independer.nl.

Bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006 stapte 19% van de verzekerden over. In de jaren erna liep het percentage overstappers terug naar 3,6% in 2008. Eind 2009 steeg dit percentage licht naar 4,3%. Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit.

Uitkomsten
TNS NIPO vraagt voor Independer.nl elke week 100 zorgverzekerden naar hun wens om van zorgverzekeraar te wisselen per 1 januari. Het onderzoek loopt tot en met half december. Independer.nl werkt elke week de uitkomsten van het onderzoek bij op zie Independer.nl

Marktwerking blijft uit
Het nieuwe zorgstelsel werd 5 jaar geleden ingevoerd om de marktwerking in de zorg te stimuleren. Maar daar is tot nu toe weinig van terecht gekomen. Alleen op 1 januari 2006 stapte een groot aantal verzekerden over. Hoewel de premies voor de zorgverzekering jaarlijks (fors) stijgen, heeft de consument zijn belangstelling voor overstappen verloren. Verzekeraars kunnen vrijwel ongestraft de premies verhogen en de pakketten uitkleden. Independer.nl heeft geen echte verklaring voor het uitblijven van de marktwerking. Een reden kan zijn dat de consument denkt dat het vergelijken van zorgverzekeringen een lastige klus is. Maar de vele vergelijkingssites op internet kunnen de consument er snel en eenvoudig bij helpen.

Een andere verklaring kan zijn dat consumenten denken dat zorgverzekeringen weinig van elkaar verschillen. Ook dat is niet zo. Door het goed kiezen van juiste dekking kunnen consumenten een zorgverzekering kiezen die goed aansluit op hun zorgbehoeften en persoonlijke situatie. Gezinnen kunnen daarmee tientallen tot wel honderden euro’s per jaar besparen.

Bron:
Independer.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
bacterie1

Bacteriën kunnen staan en lopen

Amerikaanse onderzoeker Joshua Shrout toont aan dat bacteriën in het beginstadium van de kolonisatie van een nieuw gebied in staat zijn om zich op te richten en voort te bewegen. Het onderzoek is belangrijk, want de bacterie in kwestie veroorzaakt akelige longinfecties die dankzij de studie wellicht behandeld kunnen worden.

Mobiliteit
Een kind die zijn eerste stapjes doet is aandoenlijk. Bibberend staat hij op en gaat met onvaste stapjes op verkenning uit. Bij een bacterie is dit aanzicht een stuk minder schattig, maar vormt het een belangrijke ontdekking voor de medische wereld. Eerst ligt de pilvormige bacterie nog gewoon op zijn kant. Dan, opeens, richt hij zich op en wandelt met de zwalkende tred van een dronkeman.
Shrout doet al lang onderzoek naar bacteriën en hun mobiliteit. Hij stuitte op een aantal interessante patronen en liet deze analyseren. Een aantal van deze patronen ontstonden doordat bacteriën ‘wandelden’. “We tonen aan dat bacteriën in staat zijn om recht overeind te staan en zich in verticale positie voort te bewegen,” vertelt Shrout aan de website scientas.nl.

Schild
De Amerikaanse onderzoeker denkt dat bacteriën aan de wandel gaan als ze een biofilm vormen. Een biofilm is een structuur die de kolonie bacteriën bedekt nadat deze een nieuw gebied is binnengetrokken. Een biofilm werkt als een soort beschermend schild dat ervoor zorgt dat de bacteriën onaantastbaar zijn. Het gedrag van de bacteriën verklaart mogelijk waarom biofilms zich sterk zijn.

Berucht
De bacterie Pseudomonas aeruginosa is berucht om zijn biofilms. Hij veroorzaakt infecties in onder meer de longen, ogen en huid. Bij een longinfectie raken de longen bedekt met een laag bacteriën waar antibiotica maar weinig vat op krijgen. Voor de vorming van zo’n biofilm moeten de bacteriën hun normale, vrij zwemmende leven (status) opgeven en zich aan een vast oppervlak hechten. Microbiologen verwachtten al dat de bacteriën zich daarbij actief rangschikken.

Tentakels
Daarop is deze Pseudomonas nu betrapt. Op het moment dat de bacteriën zich hechten aan een oppervlak, veranderen ze van gedrag. Ze worden bewegelijk met hulp van hun ‘pili’, een soort tentakels. De meeste schuiven ‘op hun buik’ recht vooruit, maar een deel richt zich op en gaat aan de wandel. Waar zij vervolgens naartoe bewegen, is willekeurig. De onderzoekers interpreteren het wandelen als een vorm van ‘lokale verkenning’. De bacteriën halen een flink tempo – wandelen gaat sneller dan schuiven – maar gaan alle kanten op.

Lepeltje-lepeltje
Nog een opvallende ontdekking was dat wanneer bacteriën zich delen, een van de dochtercellen op zijn plaats blijft. De andere gaat op verkenning. Uiteindelijk rangschikken de bacteriën zich lepeltje-lepeltje tegen elkaar en vormen een ondoordringbare laag.
Het onderzoek is zeer belangrijk voor de medische wereld. De bacterie Pseudomonas veroorzaakt infecties die vaak dodelijk zijn voor mensen met taaislijmziekte. Door te achterhalen hoe de bacterie een nieuw gebied betrekt, kan wellicht een effectieve behandeling worden ontwikkeld.

Bronnen:
Scientias.nl
NRC

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Geld

Rijden voor het goede doel succesvol

Het sponsorevenement Rijden voor Malawi werd zondag 19 september jl. gehouden. Het evenement was een succes. Al de equipes hebben meegereden voor het goede doel: Stichting vrienden van St John’s, Mzuzu. Het was een zeer mooie dag ondanks de slechte voorspellingen van het weer. De vele klassieke en moderne auto’s reden een prachtige route door het mooie Limburgse landschap.

Stichting Vrienden van St. John’s
Stichting Vrienden van St. John’s, Mzuzu ondersteunt sinds 1987 projecten in Mzuzu, Malawi. De Stichting, waarvan het bestuur geheel uit tandartsen bestaat, richt zich momenteel op het Sonda Youth and Community Development Centrum net buiten Mzuzu. In Sonda worden kinderen van 0-18 jaar begeleid naar een verantwoorde toekomst. Daarnaast betaalt de Stichting de specialistenopleiding van Dr. Vincent Luhanga in Johannsburg tot kinderarts. In 2012-2013 zal Dr. Luhanga terugkeren naar Mzuzu, Malawi om daar als eerste kinderarts werkzaam te zijn in een gebied zo groot als Nederland.

De heer Richard Reinders van de Amalia kliniek en de heer Ralph Dankers van Arseus Dental Nederland overhandigden aan de heer Ben de Ponti een cheque ter waarde van € 3.350,-.

Bron:
Arseus Dental Nederland

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
medaille

Koninklijke Onderscheiding voor de heer Rietmeijer, voorzitter Ivoren Kruis

De heer A.G.M. Rietmeijer is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij ontving zijn onderscheiding uit handen van de Larense burgemeester Elbert Roest, tijdens het congres ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Ivoren Kruis. De heer Rietmeijer is voorzitter van deze vereniging die zich richt op het bevorderen van de mondgezondheid.

De heer Rietmeijer heeft van 1974 tot begin 2010 zijn eigen tandartsenpraktijk gehad in Laren. Daarnaast heeft hij zich op vele manieren ingezet binnen de mondverzorging, onder andere op het gebied van opleidingen, voorlichting en preventie. Ook heeft hij verschillende bestuursfunctie vervuld en vervult hij deze nog steeds.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Tandarts

Gesjoemel met goudpercentage Chinese import-kronen

Deens testrapport toont sporen van lood aan. Opnieuw zijn Chinese importkronen in opspraak geraakt. Uit testresultaten blijkt dat het door het Chinese tandtechnisch lab opgegeven goudpercentage niet correct is. Het gaat hierbij om significante afwijkingen: niet de beloofde 75 procent maar slechts 27 tot 54 procent. Ook werden er tijdens het onderzoek sporen van nikkel en lood aangetroffen. Dit blijkt uit een publicatie in het Tandtechnisch Magazine dat volgende week verschijnt.

De Branchevereniging Tandtechniek ziet in de Deense fraudezaak met Chinese importkronen aanleiding om het pleidooi om import van tandtechnisch werk uit lage lonen landen te limiteren te herhalen. Tandarts en patiënt kunnen er kennelijk niet altijd van op aan dat de geleverde producten voldoen aan de opgegeven specificaties. Concurrentie is goed, maar dan wel op een eerlijke manier waarbij alle marktpartijen zich aan dezelfde kwaliteits- en arboregels dienen te houden.

Het Deense televisieprogramma ‘21 Sontag’ heeft in samenwerking met een tandarts 5 ‘hoogwaardige kronen’ besteld bij het Deense bedrijf PTL/Oversea in Silkeborg. Deze kronen zijn getest in het onafhankelijke laboratorium Force Technology. In de bij de geleverde kronen bijgesloten Verklaring van Overeenstemming staat dat de kronen 75% goud bevatten.

Schokkende testresultaten
Ole Bundaard van Force Technology: ‘we troffen circa 27 tot 54 procent goud aan in deze kronen. Dit is een significant verschil van de opgegeven specificatie. De kronen zouden 75% goud moeten bevatten.’ De beste kroon bevatte niet meer dan 54% goud, de slechtste kroon zelfs maar 27%. Geen enkele kroon voldeed aan de specificatie. Ulla Palesen, (Head Dentist, Dental School, Copenhagen University):’ik snap nu misschien beter waarom deze kronen zo goedkoop verkocht kunnen worden. Als je vals speelt met het goudpercentage kun je het ook goedkoper verkopen. Maar ik maak me ook zorgen om wat de waarde is van de beloften met betrekking tot andere metalen in de geleverde producten.’

Specificaties niet betrouwbaar
PTL/Oversea labs heeft ondermeer goud vervangen door zilver en palladium. Maar er zijn ook sporen aangetroffen van nikkel en zelfs lood. Dr. Russel Giordano, een onderzoeker verbonden aan de Boston Universiteit en gespecialiseerd in dentale materialen stelde in een reactie naar aanleiding van testresultaten van een Amerikaanse tv-reportage over Chinese importkronen dat lood er helemaal niet dient te zijn.Tandarts Per Raedkajaer die al tien jaar samenwerkt met PTL/Oversea lab is onaangenaam verrast. ‘Ik kan het niet geloven. Dit zal gevolgen hebben. Uiteraard zullen wij onze samenwerking met PTL stoppen omdat we niet op hun specificaties kunnen vertrouwen.’

De uitzending op de Deense nationale televisie leidde ondermeer tot Kamervragen over het toezicht op bedrijven die geïmporteerd tandtechnisch werk aan tandartsen aanbieden.

Bron:
ANT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Onderzoek - microscoop

Wetenschappers ontdekken hoe herpesvirus in slaap raakt

Onderzoekers hebben ontdekt dat het immuunsysteem herpesvirussen ‘in slaap’ kan krijgen. Herpesvirussen blijven levenslang slapend aanwezig in het lichaam, maar de infectie flakkert soms op.

Levenslang herpes
Herpesvirussen hebben de unieke eigenschap dat ze levenslang aanwezig blijven in de mens of het dier die ze infecteren. Ze doen dit onder een slapende vorm die latentie wordt genoemd. Soms kunnen herpesvirussen uit deze slapende toestand opflakkeren, wat bijvoorbeeld leidt tot steeds terugkerende koortsblaasjes en genitale letsels bij het herpes simplex virus.
Bij veel herpesvirussen bevindt het slapende virus zich in zenuwcellen maar hoe het virus ‘in slaap raakt’ was tot nog toe niet gekend. UGent-onderzoekers van de Vakgroep Virologie, Parasitologie en Immunologie (faculteit Diergeneeskunde) hebben nu ontdekt dat een deel van ons eigen immuunsysteem het virus in slaap kan krijgen.

Interferon als tweesnijdend zwaard
Interferon is een zeer belangrijke antivirale molecule die door ons immuunsysteem zeer snel wordt aangemaakt wanneer we een virale infectie doormaken. Zonder interferon kan het immuunsysteem een virale infectie zeer moeilijk onder controle krijgen.
In het onderzoek van de UGent, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PLoS ONE, tonen de onderzoekers aan dat het samenbrengen van zenuwcellen, herpesvirus en interferon in een cultuurschaal in het laboratorium voldoende is om het virus in slaap te brengen.

De huidige bevindingen tonen voor de eerste keer aan dat interferon bij herpesvirusinfecties een tweesnijdend zwaard kan zijn. Enerzijds is interferon nodig om ervoor te zorgen dat de herpesvirusinfectie niet uit de hand loopt, maar anderzijds kan datzelfde interferon ervoor zorgen dat het virus overgaat naar zijn slapende toestand en zo levenslang aanwezig blijft in de gastheer.

Op basis van deze bevindingen kunnen nieuwe inzichten verkregen worden in het mechanisme van latentie bij herpesvirussen, om op die manier nieuwe antivirale middelen te ontwikkelen die kunnen ingrijpen op de levenslang terugkerende symptomen zoals koortsblaasjes en genitale letsels.

Bron:
Universiteit van Gent

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
gaatjes vullen

UMC St Radboud onderzoekt ontstaan van gaatjes naast vulling

De afdeling Tandheelkunde van het UMC St Radboud start met een onderzoek naar secundaire cariës, het ontstaan van nieuwe gaatjes naast vullingen. Prof. dr. Marie-Charlotte Huysmans en dr. Niek Opdam willen meer te weten komen over de factoren die bepalen of er gaatjes naast vullingen ontstaan.

Onderzoek
Prof. Huysmans: ‘In de Verenigde Staten wordt, net als in Nederland, tegenwoordig vooral wit vulmateriaal gebruikt (composiet). De indruk bestaat dat die vullingen nog steeds niet zo lang meegaan als de bekende, grijze amalgaamvullingen. Er lijkt meer secundaire cariës op te treden. Dat zou aan het materiaal kunnen liggen, maar ook aan de manier van aanbrengen, waarbij de aansluiting op de tand misschien niet goed is. Tijdens het onderzoek verzamelen we onder meer tandplaque van gezonde en aangetaste gebitselementen, met en zonder vullingen, en analyseren we de bacteriesamenstelling. Ook kijken we naar de diepte van cariës, als we verschillende tandvullingen en manieren van aanbrengen toepassen.’

De National Institutes of Health (NIH) uit de Verenigde Staten heeft ruim 700.000 euro beschikbaar gesteld voor het onderzoek naar secundaire cariës.

Het onderzoek wordt samen met onderzoeksgroepen uit Amsterdam (ACTA) en het Braziliaanse Pelotas uitgevoerd en duurt vier jaar. Het grootste deel van het onderzoek vindt plaats in het UMC St Radboud.

Bron:
UMC St Radboud

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Hart - gezondheid

Sleutel tot link ’tandvlees en hart-en vaatziekten’ gevonden

Medische deskundigen hebben een reden gevonden waarom tandvleesaandoeningen kunnen leiden tot een verhoogde kans op hart-en vaatziekten.

Streptococcus
De deskundigen zeggen dat het de schuld kan zijn van de Streptococcus bacteriën. Deze bacterie veroorzaakt tandplak en tandvleesontsteking.

Het onderzoeksteam van de Universiteit van Bristol heeft in samenwerking met the Royal College of Surgeons in Ierland ontdenkt dat bacteriën uit de mond in de bloedbaan kunnen komen waar ze het eiwit, PadA, kunnen loslaten. PadA veroorzaakt samengeklonterde bloedplaatjes in de bloedbaan wat het risico tot een hartaanval verhoogd.

Samengeklonte bloedplaatjes
Wanneer de bloedplaatjes samenklonteren, omsluiten ze de bacterie volledig, aldus hoofdauteur Professor Howard Jenkinson. Dit biedt een beschermkap tegen het immuunsysteem, maar ook tegen antibiotica die gebruikt kunnen worden om de infectie te behandelen.

“Bloedplaatjes die samenklonteren helpen niet alleen de bacterie, maar veroorzaken ook kleine bloedstolsels, gezwellen op de hartkleppen of een ontsteking van de bloedvaten die de bloedtoevoer naar het hart en de hersenen kan blokkeren.”
De bacteriën zijn meestal beperkt tot ‘biofilm’ gemeenschappen in de mond, die tandvleesontsteking en tandplak veroorzaken.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Angst, bang, vrouw

Angst voor tandarts is goed te behandelen

25% van de Nederlanders heeft angst voor de tandarts en 4% heeft een tandartsfobie. Hoe gaat u om met angstpatiënten? Verschillende manieren van angstbehandeling in de huispraktijk.

Manieren angstbehandeling

Veel mensen zien op tegen een tandheelkundige behandeling. Omdat het aantal tandartsen dat zich tot nu toe in Nederland in angstbegeleiding heeft gespecialiseerd niet meer dan enkele tientallen bedraagt, zullen veel angstpatiënten zich door een reguliere tandarts laten behandelen. Dat kan voor het tandheelkundig team soms een uitdaging zijn en het is tegelijkertijd een dankbare taak om patiënten zo te behandelen dat hun angst afneemt. Maar hoe doet u dat? Hier zijn verschillende manieren voor.

  1. Beheersbaar en voorspelbaar behandelen
    Misschien wel de belangrijkste is: voor de patiënt zo beheersbaar en voorspelbaar mogelijk behandelen. Dit kan door een stopteken af te spreken, waardoor de patiënt de behandeling kan onderbreken, door bij een mogelijk pijnlijke behandeling goed te verdoven en door voortdurend uitleg te geven. Bijvoorbeeld over wat de patiënt kan merken tijdens de behandeling en over hoe lang het duurt.
  2. Graduele exposure in vivo
    Ook de angstreducerende techniek ‘graduele exposure in vivo’ is goed in de huispraktijk toe te passen. Hierbij wordt de patiënt in kleine stappen blootgesteld aan datgene waar hij bang voor is – bijvoorbeeld het geluid van de boor of een injectie – zonder dat de door hem gevreesde ‘ramp’ optreedt. Op die manier worden de negatieve (en vaak irreële) ideeën van de patiënt over de tandheelkundige behandeling bijgesteld, waardoor de angst blijvend afneemt.

Behalve voor het verminderen van angst, is een angstreducerende behandelstijl ook waardevol voor het voorkomen van angst.

Cursussen en opleiding
Er zijn inmiddels in het hele land cursussen te volgen op het gebied van de angsttandheelkunde, zowel voor tandartsen, mondhygiënisten als tandartsassistenten. Zie de website van Acta Dental Education.

Tandartsen die zich willen specialiseren, kunnen een postdoctorale opleiding volgen. Het opleidingsplan is te vinden op

www.cobijt.nl
www.vbtgg.nl
www.sbt.nl

Informatie over de opleiding kunt u krijgen bij:
Dyonne Broers
Secretaris onderwijscommissie tandarts angstbegeleiding
Stichting Bijzondere Tandheelkunde
Gustav Mahlerlaan 3004
1081 LA Amsterdam
d.broers@sbt.acta.nl
Tel. 020-5980541 of 5980451

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Gezond eten - groenten en fruit

Het kant-en-klare voedingsdagboek

Voor gebruik bij patiënten met gebitsslijtage en cariës. Met korte uitleg en vragen voor de patiënt, inclusief een schema voor registratie van het voedings- en poetsgedrag.

Voedingsdagboek
Het voedingsdagboek bestaat uit een:

  • Korte uitleg waarom de patiënt dit moet invullen en hoe.
  • Vragenlijst waardoor u (andere) invloeden op gebitsslijtage en/of cariës kunt achterhalen of uitsluiten. De vragen gaan  over abrasie, erosie en attritie.
  • Schema waarin de patiënt gemakkelijk zijn dagelijkse voedings- en poetsgedrag kan bijhouden.

Het voedingsschema is geschreven voor volwassenen. U kunt het eventueel zelf omvormen voor kinderen. Ook kunt u plaatjes en/of foto’s toevoegen.

Het voedingsdagboekje is opgenomen in de Patiëntcommunicatie Toolkit

Dit voedingsdagboek kwam tot stand tijdens het samenwerkingsverband van Lieneke Steverink-Jorna met Niek Opdam, carioloog en esthetisch tandarts.

Geïnspireerd door:
Cursus Voeding en Mondgezondheid van Louise Witteman
Preventieve Tandheelkunde, hoofdstuk 8
Kindertandheelkunde, hoofdstuk 15


Download brochure Voedingsdagboek - vragenlijst.pdf
Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Tandarts materialen

Onderzoek suggereert risico sealings

Een nieuwe studie laat zien dat een sealings, gebruikt voor het afdekken en voorkomen van holtes in tanden, kinderen kan blootstellen aan een oestrogeen-achtige stof genaamd BPA.

Gezondheidsproblemen
BPA, of bisphenol A, is gekoppeld aan een verscheidenheid van gezondheidsproblemen bij mens en dier volgens studies, zegt directeur Philip Landrigan, van het Environmental Health Children’s Center bij de Mount Sinai School of Medicine in New York en co-auteur van een studie in Pediatrics.

Verschillende studies hebben BPA gekoppeld aan veranderde hormoonniveaus bij mannen en een verhoogd risico van diabetes en hart ziektes bij volwassenen.

Volgens de studie, heeft 20-41% van de kinderen, afhankelijk van de leeftijd, zijn tanden geseald.

De sealings kunnen oplossen tot BPA nadat het in contact is gekomen met speeksel, zegt co auteur Abby Fleisch, een kinderarts bij het Kinderziekenhuis in Boston.

Drie uur aanwezig in speeksel
Volgens tests kan het BPA niveau in speeksel 88 keer hoger liggen dan normaal na een sealing, aldus Fleisch. BPA kan nog drie uur na de procedure in het speeksel ontdekt worden, daarna daalt het niveau erg snel.

Fleisch: Dokters weten nog niet hoeveel BPA door het lichaam wordt geabsorbeerd en wat het effect kan zijn.
Waarschijnlijk veroorzaken tandheelkundige materialen veel minder blootstelling van BPA dan andere consumenten producten zoals plastic flessen of de voeringen van metalen blikjes.

Voordelen wegen op tegen risico’s
Over het geheel genomen wegen de voordelen van sealings op tegen de mogelijke risico’s van een korte blootstelling aan BPA, zegt mede-auteur Burton Edelstein, voorzitter van het Children’s Dental Health Project. Hij blijf de procedures aanbevelen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z
Implantologie

Vergoeding implantaten tandeloze kaak uit basisverzekering?

Een overzicht van de indicaties en stappen die een rol spelen bij beoordeling van de verzekeringsaanvraag via de basisverzekering.

Wanneer vergoeding?

  • Onbetwiste indicatie
    Bij recht op vergoeding uit de basisverzekering van implantaten in een tandeloze kaak dient er sprake te zijn van een onbetwiste indicatie. Het gaat dan om een situatie waarbij vastgesteld kan worden, dat we te maken hebben met een zeer ernstige resorptie van een tandeloze kaak.
  • Ter bevestiging van uitneembare prothese
    Bovendien wordt vereist dat de implantaten moeten dienen ter bevestiging van een uitneembare prothese.
  • Andere afwegingen
    Andere afwegingen, zoals de omstandigheden van het individuele geval, kunnen bij de beoordeling van belang zijn. Met name de anatomische verhoudingen, bijzondere medische aspecten en contra-indicaties kunnen een belangrijke rol spelen.
    Daarnaast spelen ook de kwalitatieve aspecten en de financiële consequenties mee.

Stappen 
Stappen voor beoordeling van een aangevraagde verzekerde prestatie:

Stap 1
Is het een verzekerde prestatie ?
Is er sprake van een aanvraag voor tandheelkundige hulp uit de Zorgverzekeringswet (Zvw)?

In het Besluit zorgverzekering (Bzv) is het recht op implantaten ten laste van de Basisverzekering beperkt tot een zeer ernstig geslonken tandeloze kaak én onder de voorwaarde dat de implantaten moeten dienen ter bevestiging van een uitneembare prothese.

Stap 2
Voldoet de verzekerde aan de voorwaarden?
Wanneer is er nu sprake van een ernstige geslonken kaak, zoals in het Besluitzorgverzekering als voorwaarde wordt gesteld?
In het algemeen wordt de grens bij 12 mm gelegd indien het een edentate (tandeloze) onderkaak betreft. In de edentate bovenkaak wordt in het algemeen de grens mede bepaald door de ligging en grootte van de beide sinussen en de geringe ruimte van het kaakbot.
In het algemeen, omdat ook de omstandigheden van het individuele geval een niet onbelangrijke rol spelen bij de beoordeling voor het toekennen van implantaten in een tandeloze kaak.

Zo sprak de Cie van Beroep in 2003 :
‘na totale extractie van een kaak en indien een ‘normale’ volledige conventionele prothese geen oplossing biedt, deskundigen deze problemen onderschrijven en een juiste indicatie menen te moeten stellen in de vorm van het plaatsen van implantaten met de nodige supra—structuur, is goedkeuring hiervoor niet te onthouden’.
Uitspraak Cie van Beroep d.d. 2003, RZA 2003, nr.237

Ook de anatomische verhoudingen in de mond spelen als omstandigheden in het individuele geval een belangrijke rol.
Zo oordeelde CVZ in 2002:
‘dat het niet goed mogelijk is om op grond van alleen een röntgenbeeld een oordeel te geven over de anatomische situatie in de mond die zo sterk afwijkt van de mede op klinisch onderzoek gebaseerde diagnose van de aanvragende zorgverlener. De afwijzing van de aanvraag zonder dat de adviserend tandarts de anatomische verhoudingen in de mond heeft gezien, getuigt mijns inziens van een niet voldoende zorgvuldige besluitvorming door het Ziekenfonds’.
Zie: CVZ Zaaknummer 22049662 d.d.: 24-10-2002

Om te zorgen voor een deugdelijke gemotiveerde aanvraag is benodigd:

  • Een goed leesbare OPG en RSP, die een indicatie kunnen geven over:
    a. De ernst van de resorptie in verticale zin
    b. De Cawood klassificatie
    c. Hoog gelegen foramina mentalis
    d. Onregelmatige vorm van de procesuus alveolaris
  • Een deugdelijke beschrijving van de klinische /anatomische bevindingen en de omstandigheden in het individuele geval.
    Hierbij kunnen o.a.een rol spelen:
    a. Mucosa intolerantie
    b. Grootte van de tong
    c. Puilende mondbodem
    d. Extreme kokhalsreflex
    e. Ernstige vorm van xerostomie
    f. Syndroom van Kelly
    g. Horizontale resorptie

Op grond van die informatie en de mogelijkheid van een deugdelijke klinische beoordeling door de adviserend tandarts, kan de zorgverzekeraar antwoord geven op de vraag in stap 2.

Stap 3
Is de verzekerde naar inhoud en omvang redelijkerwijs op de zorg aangewezen?
Het gaat dan om de afweging of er sprake is van een behandeling die doelmatig, niet onnodig kostbaar en niet onnodig gecompliceerd is. Mede op basis van de aangeleverde informatie dient de zorgverzekeraar, aangevuld met een klinische beoordeling als de casus daarom vraagt, vast te stellen of het behandelplan en de begroting in redelijkheid voldoet aan deze vraag.

Onderdeel van deze beoordeling is ook of 2, 4, of 6 implantaten geïndiceerd zijn dan wel een andere combinatie en welke meso- en supra-structuur in redelijkheid geboden is. Leidraad daarbij is ook een redelijke afweging van de techniekkosten kosten en het gebruik van de toegepaste codes.

Toegepaste codes

  • Voor het aanbrengen van 2, 3, dan wel 4 implantaten in de edentate onderkaak kan 1x code J 20 in combinatie met 1x, 2x, dan wel 3x code J 21 worden opgevoerd. Bij het plaatsen van de implantaten wordt uitgegaan van dezelfde wond.
  • Het plaatsen van een healing-abutment bij een éénfase techniek is inbegrepen in code J 20. Wel kunnen de materiaalkosten in rekening worden gebracht.
  • Code J27, vervanging implantaat mag niet in rekening worden gebracht binnen twee maande na het plaatsen.
  • Een tomografisch onderzoek kan worden gedeclareerd op basis 3x code X21 dan wel 3x code X22.

Door Rien van der Horst

Voor advies en hulp bij vergoedingsaanvragen voor Bijzondere tandheelkunde kunt u contact opnemen met: Rien van der Horst, oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars, tandheelkundig adviseur Verzekeraars, Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail, tel: 06 51332391.

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Medicatie

Elektronisch voorschrijven van medicijnen verplicht

Prof. dr. Gerrit van der Wal, inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg, kondigt aan dat alle voorschrijvers van geneesmiddelen vóór 1 januari 2012 gebruik moeten maken van een elektronisch voorschrijfsysteem. ‘Het is zeer risicovol om een geneesmiddel voor te schrijven zonder hulp van een geautomatiseerd systeem, dat direct de interacties met andere geneesmiddelen en mogelijke overgevoeligheidsreacties signaleert. Dat is onnodig gevaarlijk en niet langer verantwoord. Daarom gaat de inspectie vanaf 1 januari 2012 handhaven.’

Dat is één van de uitkomsten van de conferentie Medicatieveiligheid en ICT op 27 september 2010 in Nieuwegein. Nu nog worden er teveel fouten gemaakt bij de medicatieoverdracht, stellen meerdere sprekers vast. De richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens – opgesteld door het zorgveld – moet fouten bij de overdracht voorkomen en wordt van kracht per 1 januari 2011.

Implementatie
Apothekers in Nederland zijn al druk bezig om de richtlijn te implementeren in hun informatiesystemen. Uit de presentatie van Anne de Roos (beleidsmedewerker NVZA) blijkt dat er behoefte is aan eenduidige, landelijke, afspraken over de inhoud van het medicatieoverzicht en toedienlijsten. KNMP en NVZA nemen het voortouw om hier standaard formats voor te ontwikkelen. Haar onderzoek onder verschillende apothekers en ziekenhuisapothekers toont aan dat er op dit moment nog veel en grote verschillen bestaan tussen verschillende softwaresystemen.

Informatie delen
ICT kan helpen om medicatiefouten te voorkomen, maar een medicatieoverzicht is natuurlijk niet compleet zonder de informatie van de voorschrijvende artsen. Daarom is het belangrijk dat ook de huisartsen en specialisten deze informatie gaan delen. Als het gaat om ICT moet er met name in de ziekenhuizen nog een flinke inhaalslag gemaakt worden. Tijdens de afsluitende discussie riepen zorgverleners op tot een gefaseerde invoering van de richtlijn, om te voorkomen dat men teveel wil bereiken en er uiteindelijk niets gebeurt. ‘Niet frustreren maar faciliteren: doe wat kan en maak een plan voor wat nog moet’.

Bron:
Nictiz

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Naald

Botox helpt tegen kwijlen

Botoxinjecties kunnen ervoor zorgen dat kinderen met een ernstige hersenbeschadeging minder gaan kwijlen. De injecties voorkomen een te grote speekselproductie, waardoor overmatig kwijlen wordt tegengegaan.

Dit blijkt uit een onderzoek van Arthur Scheffer, KNO-arts van het UMC St Radboud in Nijmegen.

Buitengesloten
Veel kinderen met een hersenaandoening hebben last van een te grote speekselproductie. Het kwijlen kan huiduitslag rond de mond veroorzaken.

Overmatig kwijlen wordt in veel gevallen verholpen door een operatie. De botoxinjecties, die door veel mensen worden gebruikt om rimpels te verminderen, zijn voor de kinderen minder ingrijpend.

Verdoving
Voor het onderzoek injecteerde Scheffer botox in de speekselklieren in de onderkaak van 131 patiënten tussen de 3 en 27 jaar. De patiënten waren tijdens de behandeling onder algehele verdoving.

Na twee maanden nam de speekselproductie bij 61 kinderen met meer dan de helft af. Bij enkele patiënten verdween de uitslag rond de mond en vier patiënten konden beter praten.

Bron:
Elsevier

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z