Patiënten met de ziekte van Parkinson kunnen ongewenst speekselverlies tegengaan. Het nieuwe medicijn glycopyrronium werkt volgens ziekenhuisapotheker Maurits Arbouw tegen het probleem.
Arbouw toont in zijn promotieonderzoek aan dat glycopyrronium geen bijwerkingen in de hersenen geeft. Dit in tegenstelling tot andere medicijnen die de speekselproductie remmen.
Hersenen Medicijnen die de speekselproductie remmen, geven vaak bijwerkingen in de hersenen. Daardoor kunnen mensen concentratiestoornissen krijgen of verward raken. Glycopyrronium geeft geen bijwerkingen in de hersenen omdat het de bloed-hersenbarrière niet passeert.
Speekselverlies
Ongeveer driekwart van de patiënten met de ziekte van Parkinson heeft last van ongewenst speekselverlies. Dat kan ingrijpende sociale gevolgen hebben omdat mensen zich erg onzeker voelen.
Medicijndrank
Arbouw gaf 23 Parkinsonpatiënten gedurende vier weken afwisselend drie maal daags een medicijndrank of een placebo. Het is voor het eerst dat deze toepassing van het middel onderzocht is.
De Nederlandse zorg is gemiddeld gezien het best op de gebieden van kwaliteit, efficiency, beschikbaarheid van de zorg, rechtvaardigheid en de mogelijkheid op een lang en gezond leven. Dat blijkt uit een Amerikaans onderzoek van het Commonwealth Fund.
Behalve naar Nederland keken onderzoekers naar Amerika, Australië, Canada, Duitsland, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk. De onderzoekers concludeerden dat Nederland op veel fronten beter presteerde dan Amerika. Het is teleurstellend, maar niet verrassend dat we achterliggen op andere landen, meent Karen Davis, president en onderzoeker van Commonwealth Fund. Maar met de goedkeuring van de Wet op betaalbare zorg, zijn we in een nieuw tijdperk terechtgekomen. Dit moet ervoor zorgen dat alle Amerikanen toegang krijgen tot hoogwaardige en efficiënte zorg.
Ruimte voor verbetering
Het onderzoek laat zien dat in elk land ruimte is voor verbeteringen, maar de bevolking in Amerika krijgt toch het minst waar voor hun geld. Ondanks dat per hoofd van de bevolking een som van 7.290 dollar wordt neergelegd, komt Amerika uit op de laatste plek van het onderzoek. Ter vergelijking: in Nederland komt dit bedrag per hoofd van de bevolking uit op 3.837 dollar.
Uitslag zorgonderzoek
Verschillen Amerika en Nederland
Grote verschillen tussen Amerika en Nederland zijn te vinden op het gebied van efficiency, toegankelijkheid van de zorg en rechtvaardigheid. Wat betreft efficiency scoort Nederland goed op de aanwezigheid van doktoren. De kans dat patiënten op de spoedeisende hulp terecht komen omdat er geen dokter beschikbaar was, is in Amerika drie keer hoger dan in Nederland. Burgers in Amerika hebben ook meer moeite met het betalen van de zorg. Ruim de helft van de volwassenen met chronische aandoeningen heeft moeite met het betalen van de zorg. In Nederland in dit percentage slechts zeven procent. Tot slot heeft slechts vier procent van de mensen in Nederland zorg laten schieten in verband met kosten. In Amerika ligt het percentage op 45 procent.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/Dit-is-de-beste-elektrische-tandenborstel-volgens-de-Consumentenbond.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2010-06-28 00:00:002022-11-18 11:30:16Nederlandse zorg gemiddeld de beste
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel dat rechten van consumenten in de zorg beter moet beschermen, controversieel verklaard. Een grote stap achteruit volgens de Consumentenbond, omdat de Kamer het wetsvoorstel pas wil bespreken als er een nieuwe regering is geïnstalleerd. De Consumentenbond geeft aan dat wettelijk geregelde betere rechtsbescherming van patiënten en consumenten dus nog langer op zich laat wachten.
Het wetsvoorstel Cliëntenrechten Zorg verbetert de positie van consumenten op een paar onderdelen: één centraal, laagdrempelig loket voor klachten (en afhandeling van klachten) in de zorg, kwaliteitsinformatie over geleverde zorgprestaties en de wet legt niet alleen vast dat zorg een recht is, maar garandeert ook het krijgen van zorg.
Basisrechten
De Consumentenbond zet zich al lange tijd in voor de verbetering van rechten van consumenten in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld door te onderhandelen over tweezijdige algemene voorwaarden. In het wetsvoorstel Cliëntenrechten Zorg wordt een aantal basisrechten nu wettelijk verankerd. De bond steunt dit wetsvoorstel omdat de regels gaan gelden voor alle partijen in de zorg.
Bereid uw vakantie goed voor en bouw hem rustig af.
Veel mensen moeten er blijkbaar elk jaar opnieuw aan herinnerd worden: u hoeft geen schuldgevoel te krijgen als u op vakantie gaat. Heeft u hier toch last van, doe dan uw voordeel met deze zes tips van 6minutes.be en geniet optimaal van die welverdiende break.
1. Bereid uw vertrek goed voor
Neem geen nieuwe taken op als u al genoeg te doen hebt tot de dag van het vertrek. Maak in de laatste twee dagen voor uw vakantie geen afspraken, helemaal niet als die gegarandeerd om follow-up vragen. Zorg dat iedereen weet wanneer u weg bent.
2. Filter uw e-mail
Verwijs terugkerende mails van niet-persoonlijke afzenders (nieuwsbrieven en dergelijke) tijdelijk automatisch naar de prullenmand. Anders moet u zich bij terugkeer door duizenden e-mails worstelen.
3. Wees echt onbereikbaar
Schakel uw gsm uit. Als het echt niet anders kan, check dan hooguit één keer per dag uw berichten maar beantwoord ze alleen in noodgevallen. Blijf weg uit internetcafé’s en neem uw laptop alleen mee als u die voor privédoeleinden wilt gebruiken.
4. Zoek de natuur op
Alleen al even naar bomen kijken is goed voor het hart. Dat bleek uit een studie door de Universiteit van Washington .
5. Zorg voor een rustige terugkeer
Ga niet meteen de dag na terugkomst weer aan het werk. zorg dat er één of meer dagen tussen uw thuiskomst en eerste werkdag zitten.
6. Begin verstandig Neem in de praktijk de tijd om bij te praten en om rustig in het ritme te komen. Maak u niet druk om dingen die een beetje fout zijn gegaan tijdens uw afwezigheid. Eén slechte dag kan het vakantie-effect volledig tenietdoen, stelde managementprof Dov Eden vast.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/05/Vervallen-wettelijke-vakantiedagen-automatisch-op-1-juli.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2010-06-28 00:00:002022-11-18 11:32:18Zes tips om écht vakantie te nemen
ZorgkaartNederland.nl van cliëntenorganisatie NPCF is uitgegroeid tot de grootste recensiewebsite voor de gezondheidszorg. De site heeft sinds de lancering in december vorig jaar al 750.000 unieke bezoekers gehad en ruim 10.000 ervaringen met artsen en instellingen geplaatst.
Op de website kan de bezoeker ruim 85.000 artsen, instellingen en organisaties zoeken, vinden en waarderen. Men vindt er ervaringen van bezoekers en kwaliteitsinformatie. Er zijn op de site inmiddels meer dan 10.000 waarderingen geplaatst over artsen, instellingen en therapeuten. Het gemiddelde cijfer dat wordt gegeven aan artsen en instellingen ligt hoog, zo rond de acht, zeg Jacqueline Baardman, manager bij de NPCF. We kunnen constateren dat de website niet wordt gebruikt als klaagmuur, maar dat mensen serieus en goed gemotiveerd hun waardering bij ons achterlaten. Niet alle ervaringen zijn geplaatst. De onafhankelijke redactie heeft meer dan driehonderd ervaringen vanwege onder andere onbehoorlijk taalgebruik niet geplaatst.
Pageviews
Het grote aantal ervaringen en pageviews, twee miljoen sinds de start, bevestigt ons idee dat patiënten belangstelling hebben voor en waarde hechten aan de verhalen van anderen, aldus Baardman. Persoonlijke verhalen zeggen vaak meer dan cijfers en onderzoeksresultaten. Zeker als het gaat om iets essentieels als gezondheidszorg. De tot nu toe behaalde resultaten laten zien dat we met deze website in een groeiende behoefte voorzien.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/11/Wat-kunnen-mondzorgwebsites-leren-van-internetgiganten.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2010-06-28 00:00:002022-11-18 11:29:29ZorgkaartNederland de grootste recensiewebsite voor zorg
In 2010 en de volgende jaren wordt er in de zorg 1,4 miljard meer uitgegeven dan begroot. Dit is veroorzaakt door onder meer een forse overschrijding bij de medisch specialisten, de tandartsenzorg, de ziekenhuizen, de paramedische zorg als ook de AWBZ. Het kabinet heeft op voorstel van minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) besloten tot de volgende maatregelen die in 2011 in zullen gaan.
Deze maatregelen moeten nu al aangekondigd worden, omdat er anders een enorm gat in de begroting ontstaat. Zo is de Tweede Kamer op tijd geïnformeerd en kunnen verzekeraars de maatregelen in hun polissen verwerken.
Mondzorg voor 18-21 jarigen uit basispakket
In lijn met het pakketadvies van het College voor zorgverzekeringen wordt vanaf 2011 een aantal maatregelen genomen dat in totaal 173 miljoen bespaart. Anti-conceptiemiddelen verdwijnen uit het basispakket ( 32 miljoen). Hiervoor worden meisjes en vrouwen jonger dan 21 jaar uitgezonderd. De mondzorg voor 18-21-jarigen verdwijnt uit het basispakket ( 100 miljoen). Verder is besloten om hulpmiddelen waaronder de rollator, krukken en looprekken uit het basispakket te halen ( 21 miljoen). Ten slotte mogen antidepressiva slechts in beperkte mate worden voorgeschreven ( 20 miljoen).
Overschrijdingen terughalen Ten eerste worden de overschrijdingen van honderden miljoenen euros bij de ziekenhuizen en medisch specialisten via kortingen teruggehaald. Het totale budget voor de langdurige zorg, de AWBZ, wordt verminderd met 287 miljoen.
Verbetering van de zorg
Ten tweede wordt ruim 100 miljoen bespaard door de zorg te verbeteren. Zo kan met werken volgens zorgstandaarden (nauwkeurig omschreven afspraken over de behandeling) 40 miljoen bespaard worden, door veiliger te werken in ziekenhuizen circa 15 miljoen en door de zogenaamde ‘stepped care’ circa 30 miljoen. Stepped care betekent letterlijk stapsgewijze zorg, dat wil zeggen onnodige operaties zoveel mogelijk voorkomen door eerst naar lichtere behandelmethoden te zoeken. Een voorbeeld hiervan is het uitstellen van dotterbehandelingen zolang hartfalen goed te behandelen is met medicijnen. Het is de eerste aanzet tot een kwaliteitsbeleid dat niet alleen onnodige schade bij mensen voorkomt (minder verwijzingen naar de IC bijvoorbeeld), maar in het verlengde daarvan kosten bespaart.
Uitbreiding eigen bijdrage
Ten derde is het onvermijdelijk dat mensen voor bepaalde vormen van zorg een eigen bijdrage gaan betalen. Dat gebeurt bij de paramedische zorg, omdat mensen daar steeds meer gebruik van maken. Voor logopedie, ergotherapie en dieetadvisering komt er een eigen bijdrage van 10 per behandeling. Voor fysiotherapie en oefentherapie komen meer behandelingen voor eigen rekening van de patiënt: nu nog negen, straks twaalf. Deze maatregelen leveren een besparing op van in totaal 60 miljoen. Bij deze vormen van zorg vinden grote overschrijdingen plaats. Sturen op prijs (kostprijzen vastgesteld door de NZa) en volume (budgettering) zijn hier buitengewoon lastig, terwijl tegelijkertijd sturen op indicatiestelling moeilijk is, omdat diagnose en behandeling minder eenduidig zijn en bovendien in één hand liggen.
Tegen die achtergrond wordt ook de eigen bijdrage voor de geestelijke gezondheidszorg uitgebreid. Tot nu toe gold al wel een eigen bijdrage voor de zogenaamde psychologische zorg eerste lijn, maar nog niet voor de duurdere tweede lijn. Hiervoor wordt in 2011 een eigen bijdrage van 175 euro per behandeling (van maximaal een jaar) ingevoerd. Voor goedkopere behandelingen geldt een lagere eigen bijdrage van 80 euro. De prikkel om te snel naar de tweede lijn door te verwijzen, omdat daar nu geen eigen bijdrage geldt, wordt zo weggenomen en bespaart 110 miljoen.
Verder gaan mensen die in een instelling voor langdurige zorg verblijven een minimale eigen bijdrage van 400 per maand betalen. Nu betalen nog ruim 30.000 mensen een lagere eigen bijdrage om de kosten van verblijf (kost en inwoning) te dekken. Deze minimale eigen bijdrage is niet hoger dan de bijdrage zoals die nu geldt voor mensen met een inkomen op sociaal minimum. Dit bespaart 80 miljoen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/09/10528472_s400x230.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2010-06-25 00:00:002022-11-18 11:32:53Mondzorg voor 18-21 jarigen verdwijnt uit basispakket
Tandartsen ontraden de Tweede Kamer om in te stemmen met het voorstel van minister Klink van VWS om de mondzorg voor jeugdigen van 18 tot 22 jaar niet langer op te nemen in het basispakket. Als deze maatregel doorgaat zullen meer mensen op latere leeftijd vaker gebitsproblemen krijgen en een grotere kans hebben op andere gezondheidsklachten zoals hartfalen. Bovendien zal de aard van die gebitsproblemen complexer zijn en ook een duurder type behandeling vergen. Omdat het jeugdgebit extra kwetsbaar is vanwege het tandglazuur dat nog niet geheel is uitgehard en jongeren financieel minder draagkrachtig zijn, draagt het wel vergoeden van de mondzorg voor jongeren van 18 tot 22 jaar fors bij aan het voorkomen van gebitsproblemen op latere leeftijd, aldus NMT-voorzitter en tandarts Barnasconi.
Jeugdgebit extra kwetsbaar
Uit onderzoek van TNO en het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam blijkt het aantal tanden en kiezen dat door cariës is aangetast tussen het 17e en 23e levensjaar met 51% stijgt . Daarnaast blijkt uit sociaal-wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaring van tandartsen dat jongeren van 18 tot 22 jaar vaak zelfstandig gaan wonen, dat deze jonge mensen tijdelijk ongezonder gaan leven, eten en drinken, nonchalanter omgaan met hun mondhygiëne en vanwege de financiële drempel (in het geval zij dit zelf zouden moeten betalen) minder snel preventief naar de tandarts komen.
Voorstel minister staat haaks op motie Juist om deze redenen aanvaarde de Tweede kamer aan het begin van de termijn van het Kabinet Balkenende IV de motie Van der Veen . Het huidige voorstel van de minister van VWS staat haaks op deze motie en het op die motie gebaseerde besluit van de regering van 29 augustus 2007 tot de beperkte uitbreiding van het basispakker per 1 januari 2008 . “Het is consequent en ook eerlijk om de rekening voor de budgetoverschrijdingen in de zorg niet bij de jeugd neer te leggen”, aldus Barnasconi tot slot. De Partij van de Arbeid liet twee weken geleden weten de mondzorg voor de jeugd in het basispakket te willen houden.
Extracties door de kaakchirurg
De kaakchirurgen hebben, in het kader van de bezuinigingsnoodzaak, begrip voor het voorstel van de minister om het trekken van gebitselementen door de kaakchirurg uit het basispakket te schrappen. Daarnaast ondersteunen zij de ambitie van de minister om onterechte verwijzingen naar de kaakchirurg zoveel mogelijk te voorkomen. Kaakchirurgen willen hier graag nog meer dan nu het geval is over mee denken met het Ministerie van VWS.
De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) vindt het overbodig om te schrappen in het basispakket, zoals demissionair minister Klink voorstelt. De patiëntenkoepel vindt dat met deze maatregelen het accent verkeerd komt te liggen; om de stijgende zorgkosten te beteugelen moeten eerst de onnodige uitgaven in de zorg worden aangepakt.
Niet doelmatig werken Onlangs toonde een meldactie van de NPCF nog aan dat patiënten ervaren dat er niet altijd doelmatig gewerkt wordt in de gezondheidszorg. Veertien procent van de deelnemers zei vaak mee te maken dat de zorg onnodig of inefficiënt is. Het gaat dan om bijvoorbeeld onderzoeken die dubbel wordt uitgevoerd, inefficiënte doorverwijzing, slechte samenwerking of zorgverleners die hen zonder noodzaak laten terugkomen.
“Er zitten veel luchtbellen in het systeem van de gezondheidszorg”, aldus Jan Coolen, manager bij de NPCF. “Wij willen dat er eerst stevig wordt ingezet om de zorg veel slimmer te organiseren, om de dubbelingen eruit te halen en om efficiënter te werken. Vooral de zorg voor mensen met een chronische aandoening kan veel samenhangender. Al met al kunnen zo meerdere miljarden worden bespaard. Dan zijn de maatregelen om het verzekerde pakket te verkleinen en de eigen bijdrage te verhogen onnodig.”, zegt Coolen.
Marginale besparing
De maatregel om rollators, looprekjes en krukken uit het basispakket te halen levert slechts een marginale besparing op, maar deze hulpmiddelen zijn in het dagelijks leven van mensen van grote waarde. “Een rollator kost relatief weinig. Wij vinden het niet zinnig om het te schrappen uit het verzekerde pakket.”
Eigen bijdrage
Ook ziet de NPCF bezwaar in het vragen van een eigen bijdrage van 10 euro aan mensen die een beroep doen op de logopedist, ergotherapeut of diëtiste. “Voor een patiënt die een dure heupoperatie heeft ondergaan is het van groot belang dat hij vervolgens ook fysiotherapie krijgt. We vinden het onwenselijk dat de toegankelijkheid tot die therapie nu beperkt wordt.” Bovendien staan deze zaken haaks op het beleid rond de aanpak van veel voorkomende chronische aandoeningen zoals COPD of hartfalen, waarbij deze paramedische zorg een belangrijke rol speelt.
De patiëntenkoepel roept op tot een zorgbeleid dat een stevige lange termijnvisie heeft. Er is méér mogelijk met het geld dat we opbrengen met de huidige zorgpremie, en patiëntenorganisaties willen en kunnen dat bevorderen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/07/Brief-KNMT-aan-Tweede-Kamer-los-nu-eindelijk-eens-het-tandartsentekort-op.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2010-06-23 00:00:002022-11-18 11:34:47Reactie NPCF op voorstel demissionair minister Klink
Het komt vaak voor dat tijdens de ontwikkeling van melk- naar blijvend gebit bij een tandheelkundig onderzoek wordt vastgesteld dat één of meer blijvende elementen niet zijn aangelegd. Dit wordt ook wel agenesie of agenesiën genoemd. Wanneer veel elementen niet zijn aangelegd, spreekt men van oligodontie.
Tandheelkundig herstel van de ontbrekende elementen kan pas plaatsvinden indien het kind tot een volwassene is uitgegroeid, zeker als men voor implantaten kiest. Vaak speelt bij de ouders niet alleen de vraag wat de tandheelkundige oplossing is, maar ook de vraag of de verzekering het herstel vergoedt.
Vergoeding
Als één of meerdere elementen niet zijn aangelegd, is het mogelijk een vergoeding uit de basisverzekering aan te vragen. Deze wordt echter niet in alle gevallen toegekend. Vergoedingen worden geregeld in het Besluit Zorgverzekering Mondzorg van de basisverzekering onder de noemer Bijzondere tandheelkunde. Aan de hand van drie stappen, kunt u bekijken of de casus voldoet aan de criteria voor vergoeding.
Stap 1 Is er sprake van een verzekerde prestatie?
In de wet is daar sprake van indien:
een zodanige ernstige ontwikkelingsstoornis, groeistoornis of verworven afwijking van het tand-kaak-mondstelsel dat zonder die zorg geen tandheelkundige functie behouden of verworven kan worden, gelijkwaardig aan de functie die er zou zijn als er geen aandoening was
Bij de beoordeling of sprake is van een ernstige casus bij het ontbreken van elementen die bij de geboorte niet zijn aangelegd, worden ontbrekende verstandskiezen niet betrokken.
Wanneer één of twee andere elementen ontbreken, kan men – in het algemeen – stellen dat geen sprake is van een ernstige functionele stoornis zoals bedoeld onder stap 1. Bepaalde omstandigheden kunnen in dit geval toch tot een vergoeding leiden, zoals:
►De plaats van het ontbrekende element in de kaak
Indien twee elementen in één kwadrant naast elkaar ontbreken doordat ze niet zijn aangelegd, kan sprake zijn van een ernstige functionele stoornis.
►Een combinatie van plaats van het element in de kaak en leeftijd Als de verzekerde jonger is dan 21 jaar en de ontbrekende niet aangelegde elementen gelokaliseerd zijn in het front ter plaatse van 13 t/m 23 en 33 t/m 43 is sprake van een recht op vergoeding uit de basis verzekering onder de noemer Tandheelkunde in Bijzondere gevallen voor de jeugd. Vanaf 22 jaar bestaat in die situatie geen recht meer op een verzekerde prestatie.
Stap 2 Voldoet de verzekerde aan de voorwaarden?
De zorgverzekeraar moet kunnen vaststellen of er sprake is van een ernstige ontwikkelingsstoornis, groeistoornis of verworven afwijking.
De zorgverlener dient zijn/haar aanvraag voor een machtiging voor vergoeding deugdelijk te motiveren ondersteund door röntgeninformatie in de vorm van een OPG.
Stap 3 Is de verzekerde naar inhoud en omvang redelijkerwijs op de zorg aangewezen?
Aan de hand van het ingediende behandelplan en de begroting dient de zorgverzekeraar deze vraag te kunnen beoordelen. Hierbij bekijkt de zorgverzekeraar of er sprake is van een doelmatige en niet onnodig kostbare behandeling.
Door Rien van der Horst
Voor advies en hulp bij vergoedingsaanvragen voor Bijzondere tandheelkunde kunt u contact opnemen met: Rien van der Horst, oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars, tandheelkundig adviseur Verzekeraars, Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail, Tel: 06 51332391.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/10/100445199-geld-350.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2010-06-21 00:00:002022-11-18 11:35:51Wanneer vergoeding uit basisverzekering bij agenesiën en oligodontie?
Veel patiënten vinden teruggetrokken tandvlees een lelijk gezicht. Helaas herstelt het niet vanzelf, ook niet als de poetsmethode wordt aangepast. Wat kan er dan nog gedaan worden?
Prognoses
Een goede anamnese en uitgebreid onderzoek zijn onmisbaar bij het onderscheid maken van recessies door parodontitis en recessies die door andere oorzaken zijn ontstaan. Zowel de lengte als de breedte van de recessie zijn belangrijke parameters.
De Miller-classificatie verdeelt recessies in vier groepen. Op basis hiervan kunnen uitspraken gemaakt worden over wat mag verwacht worden van recessiebehandelingen.
Recessie niet voorbij mucogingivale grens Geen verlies van interdentaal bot of weke weefsels
Recessie tot voorbij mucogingivale grens Wel verlies van interdentaal bot of weke delen
Slechte prognose, 100% bedekking = onmogelijk
Recessie tot voorbij mucogingivale grens Weke weefsels interdentaal op gelijke hoogte recessie
Geen bedekking te verwachten
Er dient ook gekeken te worden naar factoren als mondhygiëne, frenula, anatomische positie van de elementen, rookgedrag, lachlijn, gingivaal biotype, traumata, poetsmethode, orthodontische geschiedenis enzovoort. Al deze factoren dragen bij tot het inschatten van risicofactoren en medewerking van de patiënt.
De esthetische oplossingen
Non-chirurgische oplossingen
Siliconepithese
Als er geen chirurgische behandeling mogelijk is, kan het vervaardigen van een siliconenepithese een bevredigende oplossing bieden. Dit kan enkel als de patiënt in staat is om er een perfecte mondhygiëne op na te houden.
Kronen en veneers Kronen en veneers kunnen gebruikt worden om de klinische kroonlengte en breedte te vergroten in relatie tot de reduceerde gingiva rand. Hierdoor kan het vrijliggende worteloppervlak gecamoufleerd worden.
Roze vulmateriaal Een geheel alternatieve en minder bekende methode is het gebruiken van roze vulmateriaal. Eigenlijk een heel simpel lijkende oplossing. Maar de juiste tint krijgen, is nog niet zo eenvoudig!
Chirurgische oplossingen
Bij chirurgie is een samenspel van indicatiestelling, techniekselectie, realistische verwachtingen en ervaring essentieel omdat bij mislukking de esthetiek zelfs verslechtert. Chirurgie kan enkel gedaan worden bij zeer goede mondhygiëne.
Gesteeldelaptechnieken
Hierbij wordt de recessie bedekt door de naburige gingiva en alveolaire mucosa te verschuiven. Deze technieken zijn alleen bruikbaar bij enkelvoudige recessies. Gemiddeld wordt 64% wortelbedekking bereikt en een volledige bedekking in 40-50% van de gevallen.
Enkelvoudige recessies
1. Lateraalwaarts verplaatste lap
Een stuk gingiva rondom de recessie wordt weggesneden. Na rootplaning wordt er een weefsellap van het buurelement verplaatst naar de recessie en wordt aan de wond (receptorbed) rondom de recessie gehecht. Men verkrijgt hierbij een febrinebinding tussen lap en receptorbed.
2. Bipolaire lap
Gingiva van de 2 naastliggende papillen worden naar elkaar toe getrokken. Eerst wordt er weefsel weggehaald boven (respectievelijk onder) de recessie. Na rootplaning worden er twee incisies gemaakt: een incisie bij de mesiale papil en een incisie bij de distale papil. Het weggehaalde weefsel ligt dan dus tussen de twee incisies in. De twee weefselflappen worden vervolgens met elkaar gehecht en bedekken zo de recessie.
Ondiepe recessies (< 3 mm)
1. Coronaalwaarts verplaatste lap
Men maakt hierbij gebruik van de elasticiteit van de gingiva. Hierbij worden er incisies gemaakt die uitlopen over de mucogingivale grens. Vervolgens wordt de gingiva naar coronaal getrokken over de recessie heen en weer vastgehecht.
2. Semilunaire lap
Er wordt apicaal van de recessie een flapje gemaakt. Deze flap wordt naar beneden verplaatst om vervolgens de recessie te bedekken.
Vrije transplantaten
Voor vrije transplantaten bestaan er diverse methodes:
Vrije ge-epithelialiseerde transplantaten bij matig diepe recessies (3-5 mm)
Vrije bindweefseltransplantaten bij diepe recessies (> 5 mm)
Bronnen:
NTvT 109, november 2002
Handboek Parodontologie F14, klinisch problemen oplossen in de tandheelkunde, hoofdstuk 3, ‘recessie van de gingiva.
Een op de vier Engelse consumenten gebruikt een lucifer als tandenstoker. Dit is één van de uitkomsten van een Brits onderzoek van de Dental Health Foundation. Het onderzoek werd gehouden onder 1.000 consumenten in het kader van de National Smile Month.
Andere bizarre materialen
Andere bizarre materialen die als gebitsreiniger gebruikt werden waren bankbiljetten, punaises, naalden, cocktail prikkers en de achterkant van oorbellen. Slechts 6 procent gaf aan een tandenstoker of floss te gebruiken.
Een schokkende uitkomst, volgens voorzitter Carter van de Britse Dental Health Foundation. ‘Het onderzoek geeft aan dat mensen elk dicht bij de hand liggend instrument gebruiken waarbij ze zich niet realiseren dat ze hun gebit zo kunnen beschadigen’, zegt Carter.
Meest gebruikt Een op de drie consumenten gaf aan dat zij hun nagel gebruikte voor reiniging.
Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie over forensische odontologie: identificatie van onbekende doden aan het hand van het gebit.
Forensische odontologie Forensische odontologie is het deel van de tandheelkunde dat zich – in het belang van justitie – bezighoudt met de professionele behandeling en onderzoek van tandheelkundig bewijsmateriaal, en met de deskundige interpretatie en documentatie van de gedane bevindingen. Identificatie van onbekende stoffelijke overschotten aan de hand van het gebit is het grootste werkterrein van de forensische odontologie. Ook bij massarampen, waarbij vele slachtoffers zijn, is gebleken dat identificatie aan de hand van het gebit zeer goed toepasbaar is. Hoewel er op dit terrein geen speciale bevoegdheid bestaat, kan de identificatie aan de hand van het gebit niet aan iedere tandarts worden overgelaten. Men dient over de benodigde kennis, vaardigheden, materialen en ervaring te beschikken. In deze presentatie stond de gebitsidentificatie centraal.
Het belang van identificatie Doreth van de Heuvel besprak samen met haar partner Frithjof Kroon het indrukwekkende onderwerp Vermist is erger dan dood. Steeds vaker worden onbekende doden aangetroffen. We reizen steeds meer en gaan verder weg. Als er bij een vliegtuig iets fout gaat, gaat het meestal goed fout. Ook kennen we tegenwoordig vaak niet eens meer onze buren, waardoor iemand niet gemist wordt en lijken in huis pas na lange tijd worden gevonden. Forensische tandheelkunde komt om de hoek kijken als slachtoffers niet meer aan nabestaanden kunnen worden getoond voor identificatie. Van de Heuvel waarschuwt het publiek voor de lugubere fotos tijdens de presentatie. Eigenlijk was er tot voor kort wettelijk niets geregeld bij het identificeren van slachtoffers. Gelukkig zijn er wetten gewijzigd. Ieder mens heeft een juridische persoonlijkheid. Iemand bestaat officieel pas nadat een geboorteakte is opgemaakt. Een overlijdensakte maakt uiteindelijk duidelijk dat iemand dood is. Maar wat als je niet weet wie de dode is? Daarvoor is dus identificatie nodig. Niet alleen om het voor de nabestaanden mogelijk te maken over hun dierbare te rouwen, maar ook voor de afwikkeling van allerlei persoonlijke en juridische zaken van zowel slachtoffer als nabestaande.
Emotionele motieven Forensische tandheelkundigen worden gedreven door emotionele motieven. Vermist is nu eenmaal erger dan dood. Nabestaanden die in onzekerheid verkeren worden gek van angst en zorg. Bovendien is er een slachtoffer nodig voor de rouwverwerking. Dit is de drijfveer voor hulpverleners. Hiervoor worden verschillende identificatiemethoden toegepast. Allereerst wordt gekeken naar persoonlijke eigendommen. Nadeel hierbij is dat die vaak niet aan het slachtoffer vastzitten. Ze worden soms ver van het lichaam gevonden en worden daardoor niet direct in relatie met de persoon gebracht. Daarna worden lichaamskenmerken bekeken: totaal uiterlijk, operaties, tatoeages, voeten, vingerafdrukken en het gebit, waarbij de laatste twee de belangrijkste informatie leveren. Tandheelkundigen die worden gevraagd patiëntgegevens te leveren, kunnen zich vaak beroepen op veronderstelde toestemming (alsof het slachtoffer toestemming zou hebben gegeven). De gegevens over behandelingen aan het gebit zijn in het onderzoek natuurlijk erg belangrijk. Sinds januari 2010 is vastgelegd dat er ook materiaal van het slachtoffer mag worden afgenomen. Er bestaat een databank met daarin DNA-gegevens van vermisten.
Identificatieproces
Dan neemt Kroon de microfoon over. Hij legt uit dat de wang en tong als het ware als een natte deken over het gebit heen liggen. Het gebit is bestand tegen zowel hoge als lage temperaturen en geeft betrouwbare informatie. Aan de hand van de ramp met de tsunami in Thailand beschrijft hij het identificatieproces dat daar werd gevolgd. Het identificeren van alle slachtoffers was een enorme klus. Eerst werden de persoonlijke eigendommen (denk aan sieraden) bekeken, daarna de kleding en namen ze vingerafdrukken af. Het grondige onderzoek werd tijdens de presentatie met indrukwekkende fotos verduidelijkt. Om de gebitstatus vast te stellen, halen de onderzoekers de onderkaak in zijn geheel uit het lichaam. Hierdoor is er ook beter zicht op de bovenkaak. De onderzoekers maken fotos en röntgenfotos van het gebit en er wordt op drie manieren DNA-onderzoek gedaan: materiaal uit een rib, uit het bovenbeen (bot) en uit twee gave gebitselementen. Alle gegevens worden zeer nauwkeurig en volgens
vaste protocollen vastgelegd. Per lichaam wordt een post mortem dossier aangemaakt.
Gebitsgegevens uit patiëntendossier
Gelukkig worden behandelingen die in de tandheelkundige praktijk zijn uitgevoerd tegenwoordig goed vastgelegd. Dit zijn de zogenoemde ante mortem gegevens. De post mortem en de ante mortem gegevens worden met behulp van computers vergeleken. In westerse landen waar veel tandheelkundige gegevens worden geregistreerd, wordt met identificatie aan de hand van gebitsgegevens de beste resultaten bereikt. Hier is natuurlijk voor de tandarts en mondhygiënist een rol weggelegd. Familie- inspecteurs van het Forensisch Identificatie Team nemen contact op met de tandheelkundig zorgverleners met de vraag om een kopie van het patiënten dossier af te staan. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen wordt er een oproep worden geplaatst in dentale vakbladen om een slachtoffer te traceren. Te allen tijde kunnen tandarts en mondhygiënist overleg plegen met een forensisch odontoloog. In ieder geval is het zorgverleners niet aan te raden zelf aan de slag te gaan. Laat dat werk maar aan het forensisch instituut over, legt Kroon uit. Wij zijn gewend te puzzelen met gebitsgegevens, maar vaak zijn daarbij de gegevens die tandheelkundig zorgverlener aanlevert van wezenlijk belang!
Lees ook de andere verslagen
Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam
Presentatie “Vermist is erger dan dood” door Frithjof Kroon en Doreth van den Heuvel.
Frithjof Kroon voltooide zijn studie tandheelkunde in 1984 en zijn studie geneeskunde in 1990 in Utrecht, waarna hij van 1990 tot 1994 werd opgeleid tot specialist Mondziekten en Kaakchirurgie aan het VU medisch centrum te Amsterdam. Vanaf 1 september 1996 is hij als kaakchirurg verbonden aan het Ruwaard van Putten Ziekenhuis te Spijkenisse. Sinds 1993 houdt hij zich ook bezig met forensische werkzaamheden. Hij heeft van april 1994 tot en met maart 2004 gewerkt als forensisch geneeskundige bij de GG & GD te Utrecht. Vanaf 1993 tot heden voert hij tevens werkzaamheden uit als forensisch odontoloog voor politie, justitie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Rampen Identificatie Team (RIT). Daarnaast is hij sinds juli 1994 verbonden aan het VU medisch centrum / ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam i.v.m. onderzoek en onderwijs aan studenten Tandheelkunde.
Doreth van den Heuvel voltooide haar studie fysiotherapie in 1983, waarna zij tot 1 januari 1997 als fysiotherapeute werkzaam is geweest. Van 1993 tot 1998 heeft zij in de avonduren rechten gestudeerd. Haar afstudeerscriptie draagt de titel Onbekende dode, wat dan? Hierin beschrijft zij wat er dient te gebeuren en hoe een en ander is geregeld indien er een stoffelijk overschot wordt aangetroffen waarvan de identiteit onbekend is. Sinds 1 september 1996 is Doreth in een deeltijdaanstelling als praktijkmanager van de afdeling kaakchirurgie bij Frithjof Kroon werkzaam en is zij verantwoordelijk voor alles wat niet direct met de patiëntenzorg te maken heeft. Vanaf 1 juni 2007 is zij tevens directeur van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD).
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/11/Vraagteken-roze-400.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2010-06-17 00:00:002022-11-18 11:43:04'Vermist is erger dan dood'
Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie over droge mond door professor Michael A.O. Lewis.
Professor Michael A.O. Lewis, werkzaam aan de Cardiff Universiteit in Engeland ontrafelt het publiek alle speekselgeheimen. Allereerst beschrijft hij de drie belangrijkste speekselklieren. De grootste leverancier is de parotis, verantwoordelijk voor 60% van het vooral waterig speeksel. De submandibularis produceert 30% en de sublingualis 5% wat taaier, plakkerig speeksel. De overige 5% van de speekselsecretie (ook dikker en plakkerig van samenstelling) is afkomstig van de ongeveer zeshonderd kleine klieren in onder andere de lip en het verhemelte. De samenstelling van het speeksel (dunner of dikker) is afhankelijk van de speekselvloed, die wordt aangestuurd door de hersenen. Als je iets lekkers ruikt bijvoorbeeld, geven de hersenen aan dat er speeksel nodig is. Het water loopt letterlijk in je mond. Daarnaast kan door middel van mechanische stimuli (kauwen) de speekselvloed worden gestimuleerd. Angst is juist een rem voor de speekselproductie. Ook is de periode van de dag van invloed op de speekselvloed. De top van de productie ligt midden op de dag. s Nachts ligt de productie juist stil. Ongestimuleerd produceert een volwassene gemiddeld 0,3 ml speeksel minuut. Gestimuleerd loopt de productie op naar 2 ml/minuut. In 24 uur produceert iemand gemiddeld 700 ml speeksel.
Functies van speeksel Speeksel bestaat voor 99,4% uit water. Die laatste 0,6% geeft speeksel zijn belangrijke functies en eigenschappen. Met een pH tussen de 6,5 en de 7 heeft speeksel een belangrijke onderhoudsfunctie voor de mond. Er zitten allerlei belangrijke organische en niet-organische stoffen in die aan dat onderhoud bijdragen, variërend van bicarbonaat, calcium, eiwitten, hormonen etc. Speeksel zorgt er niet alleen voor dat we kunnen spreken en slikken, maar ook dat de mond wordt schoongespoeld nadat we iets hebben gegeten. Zonder speeksel proef je bovendien niets. We hebben vocht nodig om ons eten te laten smaken. Verder heeft speeksel een antibacteriële werking, waardoor het onze mond kan beschermen tegen bacteriën en heeft het remineralisatiecapaciteiten. Het bicarbonaat in het speeksel zorgt voor een bufferfunctie waarmee het de pH in tandplak kan neutraliseren.
Eerst oorzaak xerostomie achterhalen
Tandheelkundigen zouden allereerst moeten achterhalen waardoor xerostomie bij de patiënt wordt veroorzaakt. Wat ziet u in de mond? Door goed te letten op klinische symptomen als een dikke laag plakkerig, taaie vloeistof, een bobbelige droge tong, schimmels, rode slijmvliezen, en wel of geen vocht op de bodem van de mond kun je al veel te weten komen. Zo is het mogelijk al gedeeltelijk te achterhalen waar het probleem van droge mond vandaan komt. De kwaliteit van leven van een patiënt met een droge mond wordt zeer nadelig beïnvloed. Zo gaan vullingen en andere reparaties in de mond in kwaliteit achteruit, is er een veel groter kans op het ontstaan van gaatjes, vooral langs de tandvleesrand en meer kans op schimmelvorming in de mond (candida). Om nog maar niet te spreken over het slecht(er) kunnen proeven, spreken en slikken.
Mogelijke oorzaken
Veel medicijnen hebben als bijwerking dat de speekselklieren worden geremd in de afgifte van speeksel. Vooral antidepressiva en β-blokkers zijn boosdoeners. Het syndroom van Sjögren (chronische ontsteking van de traan- en speekselklieren) kan een veroorzaker zijn, evenals patiënten die zijn bestraald in het hoofd-halsgebied. Vaak is een nog niet gediagnosticeerde suikerziekte een vergeten oorzaak voor de klachten. Daarnaast zijn uitdroging en angst aanstichters van een droge mond.
Xerostomie komt veel voor. Tussen 17-29% van de populaties in westerse landen hebben er mee te maken. Eerst zijn er de klinische waarnemingen: Wat voor soort speeksel wordt aangetroffen? Plakt de spiegel aan de slijmvliezen? Kijk goed naar uw patiënt als die de praktijk binnenkomt. Loopt iemand bijvoorbeeld moeilijk? Heeft iemand uitslag in het gezicht? Waar kan dat op wijzen? Naast de klinische waarnemingen kan de speekselvloed worden gemeten door gestimuleerd speeksel op te vangen voor nader onderzoek. Doorgaans is het aanbrengen van zuur op de tong een goed middel om speekselsecretie te stimuleren voor onderzoeken. In extremere gevallen kan een bloedtest nodig zijn of is verdergaand onderzoek nodig. Er passeren enkele methoden als röntgen, biopsie van de kleine speekselklieren en traanproductiemeting zoals onder meer nodig voor het diagnosticeren van het Sjögren Syndroom.
Behandeling
Patiënten met een droge mond kunnen baat hebben bij speekselsubstituten (bijvoorbeeld Glandosane, Saliva Orthana, BiotèneOralbalance) in geval de speekselklieren niet meer werken. Deze middelen verlichten de klachten tijdelijk. Lewis adviseert patiënten om regelmatig slokjes water te nemen. Als de speekselklieren nog gedeeltelijk werken kunnen ze worden gestimuleerd door kauw- of smaakstimuli, bijvoorbeeld met suikervrije snoepjes of suikervrije kauwgom. De professor merkt hierbij op dat bij patiënten met eigen dentitie het gebruik van zure snoepjes of het gebruik van glycerine-lemon swaps moet worden ontraden. Er zijn ook medicijnen, zoals pilocarpine, op de markt die de speekselproductie kunnen stimuleren. Maar een neveneffect hiervan is dat de patiënt (overmatig) gaat transpireren, wat doorgaans als zeer onplezierig wordt ervaren.
Preventie
Preventie is bij droge mondpatiënten erg belangrijk. Adviseer uw patiënten tweemaal daags te poetsen en dagelijks interdentaal te reiniging bij voorkeur met een rager. Raad daarnaast aan dagelijks een fluoridespoelmiddel met 0,05% NaF te gebruiken. Adviseer patiënten verder niet te roken, matig te zijn met alcohol en koffie te vermijden. De professor heeft tot slot nog een (onbewezen) middel, waarmee hij goede patiëntervaringen heeft: laat uw patiënt 1 gram Teunisbloemolie per dag gebruiken. Zo besluit professor Lewis zijn, naar hij hoopt niet al te droge betoog.
Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam
Presentatie “Droge mond” door Professor Lewis.
Professor Lewis is Professor of Oral Medicine and Associate Dean for Postgraduate Studies in the School of Dentistry at Cardiff University, UK. He is also Dean of the Dental Faculty and a Vice-President of the Royal College of Physicians and Surgeons of Glasgow. He has published over 200 scientific articles and co-authored six medical textbooks. In addition Professor Lewis has delivered more than 500 postgraduate lectures worldwide. He is the immediate-past President of the British Society for Oral Medicine and past Dental Member of the Advisory Council for Misuse of Drugs (Home Office). He is presently the Dental Member of the Scientific Advisory Committee on Antimicrobial Resistance and Healthcare Associated Infection (Department of Health). His research interests include candidal and bacterial pathogenicity, antimicrobial susceptibility, orofacial herpetic infection, therapeutic use of antimicrobial agents and prevention of infection.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/01/Waterkwaliteit-mondzorgpraktijk-in-coronatijd.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2010-06-17 00:00:002022-11-18 11:44:54Droge mond: oorzaak en behandeling
Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie van Stephen Hancocks over “Motiveren stoppen met roken: is het onze taak?”
Deze uit Engeland afkomstige tandarts is uitgever, hoofdredacteur van de British Dental Journal en schrijver van dentale artikelen. Daarnaast is hij eigenaar van een eigen theater, waar hij de producties voor schrijft en zelf optreedt. Het publiek wacht dan ook een humoristische voordracht. Nadat hij het publiek via een vraag- en antwoordspel beter heeft leren kennen, gaat hij in op het onderwerp stoppen met roken en geeft hij antwoord op de vraag of het motiveren van patiënten te stoppen met roken eigenlijk wel tot het werkterrein van het tandheelkundig team behoort. De goedgebekte Hancocks heeft het publiek op zijn hand. Ondanks dat er in de zaal heel wat wordt afgelachen, is zijn boodschap serieus.
Werkterrein tandheelkundig team ? Het publiek wacht dan ook een humoristische voordracht. Nadat hij het publiek via een vraag- en antwoordspel beter heeft leren kennen, gaat hij in op het onderwerp stoppen met roken en geeft hij antwoord op de vraag of het motiveren van patiënten om te stoppen met roken eigenlijk wel tot het werkterrein van het tandheelkundig team behoort. De goedgebekte Hancocks heeft het publiek op zijn hand. Ondanks dat er in de zaal heel wat wordt afgelachen, is zijn boodschap serieus.
Nadelige effecten roken Roken heeft natuurlijk een nadelig effect op de algemene en mondgezondheid. Bovendien worden de links tussen deze gezondheidsgebieden steeds duidelijker. Alleen al in Nederland sterven per jaar 26.000 mensen aan de (indirecte) gevolgen van roken. Dat is per jaar 18% van de sterfgevallen in heel Nederland! Wereldwijd zijn 5,4 miljoen doden te betreuren, veroorzaakt door roken. De ernstige ziekten hiv en aids veroorzaken minder dodelijke slachtoffers. Over hiv en aids wordt veel meer voorlichting gegeven dan over de gevolgen van roken merkt Hancocks op, terwijl door stoppen met roken de grootste winst valt te behalen. Dat stoppen met roken veel (gemeenschaps)geld bespaart zou een extra reden zijn patiënten te bewegen te stoppen met hun gewoonte.
Rokers hebben vaak last van een slechte adem en tandsteen. Daarnaast zijn er natuurlijk verborgen gevaren zoals het ontstaan van mondkanker, leukoplakie, parodontale ziekten en slechte wondgenezing. De kans dat een implantaat goed in het bot verankert, is bij rokers veel kleiner. Tandheelkundig zorgverleners moeten er tegenwoordig attent op zijn dat ze rokers over de slechte slagingskans van implantaten en over slechte wondgenezing na extracties informeren. Voor u het weet klaagt een patiënt u aan als hij vindt dat de zorgverlener hem niet goed heeft geïnformeerd.
Wat kan het tandheelkundig team doen? Het tandheelkundig team kan veel doen om patiënten te motiveren op te houden met roken. Zo kan men vragen stellen, adviezen gegeven, hulp om te stoppen organiseren en ondersteuning bieden. Vraag iedere patiënt naar zijn rookgewoonten en leg uw bevindingen vast. Vraag ook of ze gemotiveerd zijn te stoppen en herhaal die vraag bij vervolgbezoeken. Als zorgverlener is het best lastig dergelijke persoonlijke vragen te stellen, maar 81% van de patiënten verwacht die vraag wel! Laat zien dat u begaan bent met uw patiënt. Stel vragen en vraag door. U kunt met behulp van een 30 seconden benadering al veel goed werk verrichten. Stel drie korte vragen waarop u een ja/nee antwoord krijgt: Rookt u? Wilt u stoppen? Zou u hulp bij het stoppen willen krijgen? Vraag door als u meer tijd heeft. Hoeveel sigaretten rookt u per dag? Hoe snel na het ontwaken steekt u er een op? Als iemand 15-20 sigaretten per dag rookt en binnen 30 minuten na ontwaken de eerste opsteekt, is er een hoge nicotine afhankelijkheid.
Zorg ervoor dat de adviezen die u aan uw patiënt geeft duidelijk zijn en aansluiten bij zijn of haar persoonlijke omstandigheden. Waarmee kunt u uw patiënt raken? De een is geïnteresseerd in kostenbesparing en ziet zich al in de nieuwe auto rondrijden, de ander wil er alles aan doen mooi en aantrekkelijk te zijn. Bij zwangere vrouwen is het een absolute must ze te informeren over stoppen met roken, zo benadrukt Hancocks. Zorg voor concrete afspraken en kom er bij uw patiënt op terug. Kijk ook naar het verleden. Is uw patiënt al eerder gestopt? Wat hielp, wat hinderde hem of haar om door te zetten? Attendeer rokers op nicotinevervangers, zoals kauwgoms en pleisters. Hancocks belichtte de verschillende taken binnen het tandheelkundig team om patiënten van het roken af te krijgen. Het hele team kan een steentje bijdragen. 66% van de Europese tandartsen denkt dat het motiveren van patiënten om te stoppen met roken een onderdeel van hun werk is.
Onderdeel patiëntzorg Ter afsluiting stelt Hancocks dat het motiveren van patiënten om te stoppen met roken wel degelijk onderdeel is van de patiëntzorg. Simpelweg omdat u zich bekommert om uw patiënt. Via vragen, adviseren, motiveren en ondersteunen kunt u ook werkelijk uw patiënt motiveren te stoppen. Op de vraag of het verschil maakt dat u zich als tandheelkundig team druk maakt over het rookgedrag van uw patiënt en hem aanzet tot stoppen is het antwoord simpel en eensluidend: ja! Als iedere tandarts per patiënt 3 minuten aandacht zou besteden aan het stoppen met roken zou 2% langer dan zes maanden niet roken, wat neerkomt op 520 minder doden in Nederland. Als het advies tien minuten zou duren en u zou daarbij nog nicotinevervanging aanraden, loopt de succeskans zelfs op tot 5-8%. Dat komt neer op 2.080 mensen.
Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam
Presentatie stoppen met roken door Stephen Hancocks
A qualified dentist, Stephen is also a writer, editor and performer currently working in dentistry and the performing arts. He left clinical practice after fourteen years, preferring to work in dental writing, editing, publishing and public relations. Currently Editor-in-Chief of the British Dental Journal and Editor of the International Dental Journal, Stephen also owns his own publishing company, Stephen Hancocks Limited (www.shancocksltd.com). Having gained an MA at the Central School of Speech and Drama, London, he owns Outlaw Theatre Company (www.outlaw-theatre.com) which he founded and for which he writes, performs and produces. Stephen is also well known for chairing, lecturing and after-dinner speaking. He was appointed Officer of the Order of the British Empire (OBE) by Her Majesty Queen Elizabeth II in the Birthday Honours 1997 for services to the dental profession.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/stoppen-met-roken.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2010-06-17 00:00:002022-11-18 11:45:36Patiënt motiveren te stoppen met roken?
Veel patiënten die aan mondkanker leiden, ontkennen de eerste symptomen en bezoeken niet direct een arts.
Dit is de uitkomst van een Schotse studie, gepubliceerd in de Britsh Dental Journal van mei. De onderzoekers interviewden mensen die sinds kort aan mondkanker leden en concludeerden dat de meeste deelnemers bekend hiermee waren maar dat zij hun eigen eerste sypmtomen niet in verband brachten met deze ziekte.
Enkele resultaten
Van de deelnemers aan het onderzoek kocht 40% eerst zelf medicatie bij de apotheek alvorens een arts te bezoeken.
Een derde van de deelnemers gaf als eerste symptoom een soort brok in de keel aan, enkelen noemden een `witte plek` en twee bescheven een abces. Precies 40% noemde een pijnlijke mond terwijl bijna 30% aangaf geen pijn te hebben gevoeld.
De periode tussen het aandienen van de eerste sypmtomen en een bezoek aan een arts varieerde van enkele dagen tot een jaar. Tweederde bezocht een arts binnen acht weken.
Kinderen die regelmatig yoghurt eten zouden minder kans op cariës hebben volgens een recent Japans onderzoek.
Een driejarig kind dat vier keer per week yoghurt eet, heeft volgens de onderzoekers 22% minder kans op cariës. Dit vergeleken met kinderen die minder dan één keer per week yoghurt eten. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in de Journal of Dentistry.
Werkzame proteïnen Sommige wetenschappers denken dat yoghurt werkzaam is doordat de proteïnen hierin aan het tandoppervlak hechten en de tanden zo beschermen tegen schadelijke zuren.
Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door de Fukuoaka Universiteit en de Universiteit van Tokyo. Zij onderzochten het verband tussen het eten van zuivelproducten en het ontstaan van cariës bij jonge kinderen. Aan het onderzoek deden 2.058 drie-jarige kinderen mee. De consumptie van zuivelproducten werd in drie categorieën gedeeld en via een visueel onderzoek werd de aanwezigheid van cariës bij de kinderen vastgesteld.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/10/Sommige-yoghurts-meer-suiker-dan-cola.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2010-06-17 00:00:002022-11-18 11:49:48Yoghurt vermindert kans op cariës bij kinderen
In Groot-Brittannië is de eerste duimzuig kliniek geopend. Deze is opgezet door een groep orthodontisten die al heel vaak slechte gebitten voorbij hebben zien gaan als gevolg van duimzuigen.
Het ziet er altijd zo schattig uit, een jong meisje met een duim in haar mond, echt een perfect beeld van onschuld. Maar dat is het echter totaal niet het geval, het kan je tanden en kaken flink beschadigen. Iets wat later dan weer opgelost moet worden door een orthodontist en tandarts.
Orthodontist Orthodontisten zijn zo goed als altijd in staat om deze problemen op te lossen maar dit kost wel veel tijd. Daarom is nu deze kliniek geopend om het niet meer zo ver te laten komen. Moeders kunnen met hun duimende kinderen hier heen komen om te leren over de verschillende methodes die het gedrag kunnen stoppen.
Trucjes Er zijn natuurlijk al vele trucjes bekend over het stoppen van duimen. Zoals bijvoorbeeld iets op de duim doen dat niet lekker smaakt of een dop eroverheen zetten. Maar niet bij alle kinderen werkt dit, daarom heeft de kliniek nu verschillende producten ontwikkeld waardoor de kinderen echt niet meer kunnen sabbelen op hun duim. Ze hebben bijvoorbeeld een makkelijk verwijderbaar metaal apparaatje dat om je tanden past, die zorgt ervoor dat het zuigen op de duim niet meer hetzelfde comfort geeft en tegelijkertijd trekt het langzaam de tanden weer recht.
Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentaties over forensische odontologie, droge mond en stoppen met roken.
Zaterdagochtend 5 juni verkozen zon vierhonderd tandheelkundig zorgverleners de Beurs van Berlage in Amsterdam boven een dagje strand. Het prachtige weer weerhield ze er niet van in de zaal plaats te nemen voor al weer de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Marketing manager Noord Europa bij GlaxoSmithKline en moderator Ineke van den Bemt opende het congres met een uitstapje naar motivatie: datgene wat ons beweegt om ons doel te bereiken. Motivatie is een term om uit te drukken dat iemand iets, een zeker doel, tracht te bereiken. Het concept motivatie ontstond pas na de uitvinding van de mechanische klok. Door de veer op te winden, blijft het uurwerk met een gelijkmatig tempo lopen. Om te zorgen dat de klok blijft lopen moet wel de veer regelmatig opgedraaid worden. Gezien deze achtergrond is het dan ook niet verwonderlijk dat drijfveer een synoniem is voor motivatie. Met ons congres proberen wij u te motiveren met nieuwe inzichten voor u, uw team en uw patiënten.
Verslag presentaties ‘ Vermist is erger dan dood’
Droge mond: oorzaak en behandeling
Patiënt motiveren te stoppen met roken?
Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/06/Samenwerken-in-een-maatschap.jpg230420Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2010-06-17 00:00:002022-11-18 11:39:59GSK motiveert dental team bij Talking Points in Dentistry
Het voorgenomen NZa besluit voor verlaging tarieven orthodontie zal leiden tot vermindering van het aantal aanbieders van orthodontische zorg waardoor de wachttijden snel oplopen, aldus de NMT en de VVO.
Ieder jaar zullen 40.000 mensen, hoofdzakelijk kinderen, geen orthodontist of tandarts kunnen vinden voor een noodzakelijke orthodontische behandeling. De wachttijd voor orthodontische zorg zal in enkele jaren snel oplopen naar meerdere jaren als gevolg van een scherpe terugval in het aantal orthodontische zorgaanbieders. Daar komt bij dat de vraag naar orthodontische zorg tegelijkertijd toeneemt. Als gevolg hiervan zullen meer kindergebitten in Nederland langer scheef groeien. Voor veel kinderen is het dan te laat om nog op eenvoudige wijze hun gebit te laten corrigeren. Dat heeft met de groei te maken.
Verwachte terugval aantal orthodontische zorgaanbieders
Dit is het gevolg van een voorgenomen besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit om de tarieven voor orthodontische zorg met 34% te verlagen (bron: FD). Voor tandartsen die orthodontische zorg leveren, ca. 1/3 van de tandartsen doet dit, komt de verlaging neer op bijna een halvering van hun tarief. Uit een interne rondgang binnen de wetenschappelijke vereniging van orthodontisten (VvO) en binnen de beroepsorganisatie van tandartsen blijkt dat 1/5 van de orthodontisten stopt en de helft van de tandartsen die orthodontische zorg doen als het voorgenomen NZa-besluit per 1 januari 2011 in werking treedt.
Orthodontist werkt ruim 10 uur meer dan de norm De NZa heeft bekeken of een orthodontist per jaar meer verdient dan het norminkomen. Bij de berekening van het norminkomen ging de NZa tot nu uit van een werkweek van gemiddeld 43 uur. In de praktijk besteden orthodontisten echter per week veel meer dan 43 uren aan het verlenen van orthodontische zorg en het leiding geven aan de praktijkvoering (gemiddeld 50-55 uur). Dit maakt enerzijds dat er in Nederland geen wachtlijsten voor orthodontische zorg zijn, maar betekent anderzijds ook dat orthodontisten per saldo, meer verdienen dan het norminkomen. Orthodontisten verdienen dus meer dan de norm, omdat zij ook meer patiënten helpen dan de norm. De NZa laat dit feit echter buiten beschouwing bij het beoordelen van de verdiensten van orthodontisten. Het norminkomen van een orthodontist bedraagt 140.000 inclusief werkgeversbijdragen voor pensioen en premie voor arbeidsongeschiktheidsverzekering).
Daarnaast stellen de voorzitter van de wetenschappelijke beroepsvereniging voor orthodontisten Ted Bennitt VvO en NMT- voorzitter Rob Barnasconi in een gezamenlijke reactie:
“Hoe kan het in het belang van de consument zijn dat de NZa het er op laat aankomen dat een vijfde van de orthodontisten en de helft van de tandartsen die aan orthodontie doen stoppen? Hierdoor raken jaarlijks bijna 40.000 kinderen gedupeerd. De NZa heeft dergelijke dreigementen van andere beroepsgroepen kennelijk zo vaak gehoord zodat de NZa dit signaal van de orthodontische zorgaanbieders, dat niet als dreigement maar alleen als waarschuwing is bedoeld, nu niet meer gelooft. Dat is tragisch, want juist orthodontische zorg hebben kinderen op tijd nodig. Hoe de NZa dit rijmt met de wettelijke plicht van de NZa om het consumentenbelang te dienen is de NMT en VvO een raadsel.”
Zie de factsheet over de orthodontische zorg in Nederland op Tandartsennet
Er is groeiend bewijs dat keelkanker die veroorzaakt is door het humaan papillomavirus (HPV) anders is dan keelkanker waar het virus geen rol speelt.
Uit een studie van Kian Ang c.s. in The New England Journal of Medicine blijkt dat de patiënten met squameus celcarcinoom in de keel in twee categorieën zijn te verdelen: HPV-positieven en HPV-negatieven. Als de tumor HPV-positief is, dan is de prognose voor de patiënten beter. In vergelijking met HPV-negatieve keelkankerpatiënten is het risico om binnen drie jaar te overlijden 58 procent lager.
Twee verschillende ziekten In een begeleidend commentaar zeggen Douglas Lowy en Karl Munger dat het erop lijkt dat er sprake is van twee verschillende ziekten. HPV-negatieve keelkanker staat vooral in verband met (overmatig) alcohol- en tabakgebruik. HPV-positieve keelkanker lijkt een seksueel overdraagbare aandoening met een sterke relatie tussen het optreden van de kanker en het hebben van orogenitaal contact.
Nu we dit weten, is het denkbaar om voor beide ziekten verschillende strategieën in te zetten, aldus Lowy en Munger. Bij HPV-positieve tumoren moet de aanpak vooral gericht zijn op het uitschakelen van de oncoproteïnen E6 en E7. Bij HPV-negatieve tumoren zou de strijd zich kunnen richten op de pathogene biomarker BCL2. Bij de preventie van keelkanker is een andere aanpak nodig voor de rokers en de drinkers dan voor degenen die via seksueel contact risico lopen. Bovendien is het te overwegen om die laatste risicogroep met een vaccinatie te beschermen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/01/Nieuwe-risicofactoren-voor-HPV-gerelateerde-orale-kanker-ontdekt.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2010-06-08 00:00:002022-11-18 11:06:40Keelkanker door humaan papillomavirus is anders
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.