Investeren in gezondheid noodzakelijker dan ooit

Preventie en zorg leveren de samenleving veel op. Nederland moet blijven investeren in de gezondheid van burgers. Gezondheid is immers een groot goed. Bovendien is iedereen hard nodig in een vergrijzende economie. Het beleid moet zich meer richten op het terugdringen van lichamelijke en psychische beperkingen en vergt daadkracht en regie. Dit concludeert het RIVM in het rapport ‘Van gezond naar beter’.

Nederlanders leven steeds langer, en brengen die extra jaren ook in goede gezondheid door. Sinds het begin van deze eeuw nam de levensverwachting met twee jaar toe. Tot 2050 zal deze met nog eens zes jaar stijgen. Het is belangrijk dat dit gezonde jaren zijn, zonder beperkingen. Door de vergrijzing neemt de behoefte aan zorg hoe dan ook toe. In de toekomst zijn er alleen al in de zorgsector minimaal 450.000 extra zorgverleners nodig. Op elke twee werknemers in de zorg moet er één werknemer bij komen. En dat terwijl de beroepsbevolking met zeker een half miljoen mensen krimpt. Nederland heeft iedereen heel hard nodig.

Inzetten op langer leven zonder beperkingen
Er zijn in Nederland minimaal 4,5 miljoen mensen met een chronische ziekte. Daarvan hebben 1,3 miljoen mensen meerdere ziekten tegelijkertijd. Een groot deel van deze mensen voelt zich niet beperkt en is in staat goed mee te komen in de samenleving. Dat is belangrijk. In een vergrijzende economie zijn ook mensen met een ziekte of aandoening onmisbaar. Daarom is het van belang te investeren in betere zorg en hulpmiddelen en voldoende aandacht te besteden aan zelfredzaamheid, zodat mensen zo min mogelijk last hebben van hun beperking.

Gezondheidsachterstanden en ongezonde leefgewoonten hardnekkig
Er zijn grote gezondheidsverschillen binnen Nederland. Laag opgeleide Nederlanders leven gemiddeld zes tot zeven jaar korter dan hoogopgeleide Nederlanders. Daarnaast zijn er veel Nederlanders met ongezonde leefgewoonten. Ondanks voorlichtingscampagnes neemt het aantal probleemdrinkers en drugsmisbruikers niet af. Datzelfde geldt voor het aantal mensen met overgewicht. Nog steeds is 40 tot 50% van de Nederlanders te zwaar en meer dan 10% heeft ernstig overgewicht. Meer dan de helft van de Nederlanders voldoet niet aan de richtlijnen voor gezonde voeding en lichamelijke beweging. Het percentage rokers is licht gedaald, maar is met 27% nog steeds hoger dan in de ons omringende landen. De doelstelling van 20% rokers in 2010 wordt zeker niet gehaald.

Preventie moet anders
Het preventiebeleid was in de afgelopen jaren sterk gericht op de leefstijl van mensen. Dit beleid heeft geen wezenlijke veranderingen kunnen bewerkstelligen. Het moet daarom anders. Belangrijk is om het blikveld van preventie te verbreden en verder te kijken dan gezond gedrag. Preventie vraagt om veel meer aandacht voor de sociale en fysieke omgeving waarin mensen leven en werken, en daarmee om een samenhangend beleid op meerdere gebieden. Dat kan variëren van wettelijke, collectieve maatregelen zoals verboden en accijnsverhogingen tot individuele leefstijlinterventies. Samenhangend beleid vraagt ook om een gezamenlijke aanpak. Het RIVM pleit daarom voor een maatschappelijk actieprogramma, waarin alle relevante partijen vertegenwoordigd zijn. Deze partijen hebben een gedeelde visie, die uitgewerkt wordt in heldere doelen en verantwoordelijkheden op nationaal en lokaal niveau. Dit vergt investeringen, maar het maatschappelijk rendement daarvan is groot.

Bron:
RIVM.nl

 

 

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
website

Lancering website www.medalert.nl

Tijdens het symposium ‘Pillen voor de Geest?! is de website www.medalert.nl officieel onthuld aan alle aanwezigen. Deze website kunnen mensen vanaf nu gebruiken en helpt ze hun medicatie op tijd in te nemen.

Initiatief van GGZ Friesland
De website www.medalert.nl is een initiatief van de afdeling Communicatie van GGZ Friesland. Eind maart vond de Week van de Psychiatrie plaats. Deze week stond in het teken van medicatiegebruik. In verschillende workshops, maar ook tijdens een symposium werd stilgestaan bij de nut en noodzaak van medicatiegebruik, maar ook bij de risico’s.

Het op tijd innemen van medicatie, ook wel therapietrouw genoemd, is erg belangrijk voor het goed aanslaan van medicatie. Het is best lastig om op tijd medicatie te nemen en, zeker als iemand meerdere medicijnen naast elkaar gebruikt, bij te houden wanneer iemand deze in dient te nemen.

Om hierbij te ondersteunen is de website Medalert ontwikkeld. Op deze website kunnen mensen een eigen profiel aanmaken en daarin aangeven wanneer ze welk medicijn innemen. Ze maken een zogenaamde Alert aan. Als ze dan hun medicijn in moeten nemen, krijgen ze per sms en eventueel daarbij per mail een herinnering.

 

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Natuurlijke tandheelkunde

CZ eerste zorgverzekeraar met ISO-erkenning voor milieubeleid

CZ is voor haar structureel milieubeleid als eerste Nederlandse zorgverzekeraar gecertificeerd voor de internationale norm NEN ISO 14001.

Minder papierverbruik
CZ heeft de afgelopen jaren al veel maatregelen genomen om bij te dragen aan een beter milieu. Zo zag CZ bijvoorbeeld kans het verbruik van papier fors te beperken door verzekerden niet langer elk jaar brochures over de vergoedingsvoorwaarden te sturen, maar alleen nog op verzoek. CZ begint eind dit jaar met een proef om verzekerden -die dat willen- voortaan per email of sms te melden dat de nieuwe polis voor het volgend jaar klaar ligt en via internet ingezien kan worden. Verzekerden ontvangen dan niet langer een papieren versie. De besparing op verbruik van papier zal de komende jaren naar verwachting oplopen tot 6 miljoen kilo per jaar: dat is per jaar circa 9000 ton minder uitstoot van het broeikasgas CO².

CZ onderschrijft de doelstelling van de stad Tilburg (waar het hoofdkantoor van CZ is gevestigd) om in 2045 klimaatneutraal te zijn. Om daar toe bij te dragen zal CZ de komende jaren nog meer structurele energiemaatregelen treffen, ook voor de vestigingen van CZ in andere steden.

ISO 14001
ISO 14001 is een internationaal geaccepteerde norm die aangeeft waar een goed milieusysteem aan moet voldoen. Met behulp van een milieumanagementsysteem kunnen milieudoelstellingen en behaalde resultaten concreet en inzichtelijk worden gemaakt. De certificatie-instelling voor CZ is Lloyd’s Register Nederland, aangesloten bij de Stichting Coördinatie Certificatie Milieu- en arbomanagementsystemen(SCCM). SCCM is een initiatief van de Vereniging VNO-NCW, het ministerie van VROM, de Stichting Natuur & Milieu en de certificatie-instellingen. SCCM schept de randvoorwaarden voor een zodanig kwaliteitsniveau van gecertificeerde milieu- en arbomanagementsystemen dat de certificaten een betekenis kunnen hebben in de relatie van bedrijven met de omgeving, in het bijzonder de overheid.

Bron:
Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Meerdere tandartsen in een gebouw: eerste groepspraktijk België

Mondhygiënische interventies beter afstemmen op doelgroepen

Preventie is de basis van mondhygiënische zorg, daar zijn mensen het wereldwijd over eens. Toch blijken programma’s en interventies van gezondheidsorganisaties minder effectief te zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Ze dragen bij aan het verlagen van het aantal mensen met mondgerelateerde ziekten, maar blijken niet alle doelgroepen te bereiken. Interventies moeten daarom beter afgestemd worden op de doelgroepen die men wil beïnvloeden, stelt Yvonne Buunk-Werkhoven. Zij promoveert 1 april 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hebben mensen last van hun gebit, dan lijdt hun psychisch welzijn daaronder. Hebben mensen een verzorgd en esthetisch gezien mooi gebit dan voelen ze zich daar juist goed bij. Toch staan mensen pas stil bij het belang van een goede mondverzorging als ze last krijgen van hun gebit.

Echt motiveren
Buunk-Werkhoven: “Vrijwel iedereen poetst zijn tanden en vindt een goede verzorging belangrijk, maar dat betekent niet per se dat iedereen het ook goed doet. Veel mensen moeten nog steeds leren hoe je eigenlijk moet poetsen. Je kunt het een beetje vergelijken met stoppen met roken. Iedereen weet dat het slecht is, maar toch blijf je het doen. Zo weet iedereen dat tanden poetsen goed is, maar om mensen écht te motiveren is het belangrijk om ze voor te lichten op een manier die hen aanspreekt.’

Interventie afstemmen
In haar proefschrift beschrijft Buunk-Werkhoven enkele interventiestudies die gericht zijn op de verbetering van persoonlijk mondhygiënegedrag, onder meer in Spanje en Uruguay. De effecten van een positieve motiverende boodschap blijken af te hangen van het land, het opleidingsniveau en van het belang dat mensen hechten aan gezondheid. Stem de interventie af op dat wat mensen belangrijk vinden, aldus Buunk-Werkhoven.

Positief motiverende boodschap
Zo blijken bij de volwassen Nederlandse bevolking een positieve houding, sociale druk, het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering en kennis over mondverzorging de belangrijkste voorspellers van mondhygiënegedrag. Buunk-Werkhoven: ’Een positief motiverende boodschap blijkt bij deze doelgroep het beste te werken.’

Bevorderen gedragscontrole
Bij landmachtmilitairen, een andere groep die Buunk-Werkhoven opnam in haar onderzoek, is het vooral belangrijk om te focussen op het bevorderen van waargenomen gedragscontrole, opdat ze een adequate mondhygiëne kunnen uitvoeren. Onder militairen blijken namelijk alleen een positieve houding en het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering ertoe te doen. ’Dental fitness is binnen defensie heel belangrijk, al ligt de focus vooral op opknappen, niet op preventie. Als iemand uitgezonden wordt, moet het gebit helemaal in orde zijn. Wil je een goed interventieprogramma ontwikkelen voor militairen dan is het dus vooral belangrijk om een positieve houding tegenover mondhygiëne te bevorderen.’

Cultureel bepaald
Om ook culturele verschillen mee te nemen, deed Buunk-Werkhoven ook onderzoek buiten Nederland. ‘Het is vaak cultureel bepaald wat belangrijk is. Iemand in Nepal die één of twee tanden mist, vindt dat niet leuk, maar het speelt geen grote rol in zijn of haar leven. Op de Nederlandse Antillen en in Uruguay speelt naast een positieve houding, vooral de sociale druk een belangrijke rol. Hiërarchie is daar heel belangrijk, terwijl in Nepal juist het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering van belang blijkt. De gemiddelde leeftijd waarop mensen in Nepal voor het eerst bij de tandarts komen is 36 jaar en tandenborstels zijn er lang niet overal verkrijgbaar. Op zo’n plek moet je voorlichting dus heel anders aanpakken dan in een westers land als Nederland.’

Curriculum vitae
Yvonne Buunk-Werkhoven (Gieten, 1967) werkte als mondhygiëniste en hogeschooldocent Centrum Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG en was van 2003 tot 2009 gedetacheerd bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen. Daarnaast studeerde ze sociale psychologie aan de RUG. Ze promoveert in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. A. Dijkstra en dr. C.P. van der Schans. De titel van haar proefschrift is World White Teeth: Determinants and promotion of oral hygiene behavior in diverse contexts. Momenteel werkt Buunk-Werkhoven als docent bij de opleiding Toegepaste Psychologie van de Hanzehogeschool Groningen. Zij zit in de redactieraad van het NTvM en is als kandidaat bestuurslid zeer betrokken bij de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten. Op 16 april wordt een congres over dit onderwerp gehouden in Hoorn, waarbij Buunk-Werkhoven dagvoorzitter is.

Bron:
www.rug.nl

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
geld

NZa onderzoekt weekendtoeslagen tandartsen

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is een onderzoek gestart naar weekendtoeslagen van tandartsen. De NZa heeft signalen ontvangen dat een aantal tandartsen teveel in rekening brengt voor een behandeling in het weekend. Hiermee zouden de tandartsen de wet* overtreden en patiënten duperen. De NZa onderzoekt nu de administratie van deze tandartsen.

Hoogte weekendtoeslag
Op de antwoordapparaten van verschillende tandartsen is expliciet vermeld dat patiënten tijdens het weekend een toeslag bovenop het normale tarief zijn verschuldigd. Die toeslag varieert van 80 tot 100 euro. Volgens de Wet marktordening gezondheidszorg* mag een tandarts in het weekend overdag € 19,50 aan toeslag rekenen. Vindt de behandeling plaats tussen 18:00 uur en 08:00 uur in het weekend, dan mag een tandarts twee keer deze toeslag in rekening brengen. Als hij van dit bedrag afwijkt, is hij in overtreding en dupeert hij patiënten. Zij krijgen de extra toeslag namelijk niet vergoed van hun verzekeraar.

NZa roept patiënten op zich te melden
Het is mogelijk dat meer tandartsen te hoge weekendtoeslagen vragen. De NZa roept patiënten met vergelijkbare ervaringen op zich bij hen te melden.

* Wmg, artikel 35, lid 1

Bron:
NZa

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
geld

Laag socio-economisch profiel: 14% meer kans op tandbederf

Mensen met een laag socio-economisch profiel hebben 14 keer meer kans op tandbederf. Dit is één van de meest opvallende resultaten uit de nieuwe studie van de Belgische Onafhankelijke Ziekenfondsen “Naar een gerichte preventiestrategie in de mondzorg”. Zij lanceren dan ook een vernieuwend voorstel: “het individueel aangepast preventief zorgtraject.”

Meer preventie
De conserverende verzorging vertegenwoordigt 52% van de uitgaven voor tandverzorging in de verplichte ziekteverzekering, terwijl slechts 19% van diezelfde uitgaven naar preventie (verzorging en raadplegingen) gaat. Volgens de Onafhankelijke Ziekenfondsen is het mogelijk om deze curatieve uitgaven aan te pakken dankzij een uitgekiende preventieve benadering en een efficiënter gebruik van de middelen.

Resultaten baren zorgen
Uit het onderzoek, onder leiding van Professor Dr. J. Vanobbergen (UGent) en Dr. Ann Ceuppens van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, blijkt dat:

  • Het risico op cariës zeer variabel is: tussen 3 en 96%.
  • Mensen met een laag socio-economisch profiel 14 keer meer kans hebben om te behoren tot de hoge risicogroep op cariës en 6 maal meer kans tot de middenrisicogroep.
  • Het mogelijk is om een risicoprofiel op te stellen per patiënt, op basis van 4 parameters (oorzaken van tandbederf) die variabel zijn naar gelang het individu: het dieet, de bacteriën, de gevoeligheid van de tanden en de individuele omstandigheden (voorgeschiedenis qua cariës en de algemene gezondheidstoestand).

Voorstel: het individueel aangepast preventief zorgtraject voor tandzorg
De Onafhankelijke Ziekenfondsen pleiten, gezien de nauwe relatie tussen het risicoprofiel en de sociale en economische context van de patiënt voor de invoering van een preventief zorgtraject, toegespitst op duidelijk identificeerbare risicogroepen. Zij zijn tevens voorstander van het afstemmen van de terugbetalingniveaus op de inspanningen waarmee de verzekerde de preventieve maatregelen opvolgt. Dit sluit aan bij de ideeën van de Onafhankelijke Ziekenfondsen rond empowerment van de patiënt (de patiënt neemt zijn eigen gezondheid in handen door het verhogen van zijn kennis en actievermogen).

Bron:
Onafhankelijke Ziekenfondsen-Mutualités Libres /verspreid door Belga Media Support
Express.be

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Meer duidelijkheid over invulling nieuwe beroepsgroep “mondhygiënist” in België

Belgische tandarts laat patiënt betalen voor gemiste afspraak

Een rechtbank in Antwerpen heeft een patiënt veroordeeld tot het betalen van 720 euro omdat hij zonder zich af te melden niet kwam opdagen bij de tandarts. Het is de eerste maal dat zoiets in België gebeurt, aldus het vakblad Artsenkrant.

De patiënt had afspraken gemaakt voor vier gebitsbehandelingen van telkens vier uur, maar liet het tot tweemaal toe afweten. De tandarts stapte daarop naar de rechter. Die stelde hem in het gelijk en kende de tandheelkundige een vergoeding van 90 euro per uur toe. Voor twee behandelingen van vier uur gaat het dus om 720 euro.

De volgende twee afspraken hoeft de patiënt niet te vergoeden, omdat de overeenkomst volgens de rechter toen als beëindigd kon worden beschouwd.

De tandarts had ook geëist dat de patiënt de behandeling van duizenden euro’s zou betalen, maar dat vond de rechter te ver gaan.

Bron:
Algemeen Dagblad

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
caries - tandarts

Mondhygiëne adviezen oncologiepatiënt na de therapie

Na kankertherapie is de preventie van cariës en parodontale aandoeningen belangrijk. Vooral na radiotherapie in het hoofd-halsgebied blijft de kans op het ontwikkelen van cariës en parodontale problemen sterk verhoogd voor de rest van het leven.  Optimale mondzorg is een vereiste voor deze patiëntengroep. Maar ook edentate patiënten moeten problemen, zoals een slecht passende prothese, voorkomen in verband met het ontstaan van osteoradionecrose.

Na radiotherapie
Voor patiënten die radiotherapie hebben ondergaan of een autologe stamceltransplantatie geldt een recall van 3 maanden gedurende het eerste jaar. Het gebruik van een neutrale fluoride geappliceerd in op maat gemaakte lepels blijft levenslang geïndiceerd bij dentate patiënten. De fluoride dient 3 x per week te worden gebruikt. Het is belangrijk om de patiënt een voedingsadvies te geven, dit ten aanzien van de zuren, kruiden en het suikergebruik. Bij diepe pockets gedurende het eerste jaar wordt er soms een Ab profylaxe gegeven, dit gaat in overleg met de behandelend arts/radiotherapeut. Ook is het belangrijk – indien aan de orde – de patiënt advies te geven over speekselstimulatie. Indien er een trismus is onstaan kan men de patiënt verwijzen naar een fysiotherapeut. Er zijn fysiotherapeuten die gespecialiseerd zijn in hoofd-halsgebied.

Na het eerste jaar kan men de controlefrequentie van 3 maanden verlengen naar 4 – 6 maanden. Dit is afhankelijk van individuele factoren, zoals de mate van xerostomie en het mondhygiëne niveau.

Na chemotherapie
Voor patiënten die chemotherapie hebben gehad, geldt ook het eerste jaar een controle frequentie van 3 maanden. Ook deze patiënten kunnen een verhoogd cariësrisico hebben. Men dient goed te kijken en te adviseren of er xerostomie is. Indien de patiënt wisselende bloedwaarden heeft dan heeft deze Ab profylaxe nodig tijdens bloederige ingrepen. Dit gaat in overleg met de behandelend arts. Deze patiënten krijgen een individueel fluorideadvies.

Vergoeding
Wat verder van belang is, is dat de tandheelkundige behandeling van oncologiepatiënten voor volledige vergoeding in aanmerking kan komen. Dan dient wel sprake te zijn van een causaal verband op basis van een medisch gecompromitteerde relatie: dat de medische behandeling (oorzaak) met het oogmerk tot genezing van de ziekte als nevenwerking (gevolg) nadelige effecten heeft op het gebit. De behandelaar kan hiervoor een aanvraag indienen bij de zorgverzekeraar in het kader van de bijzondere tandheelkunde. Dit geldt zowel voor tandartsen als mondhygiënisten.

Bronnen:
Focusonderzoek bij patiënten met kanker Ned tijdschr thk 115 april 2008
CBO richtlijn mondholte-/Orofarynxcarcinoom
Advies droge mond Ivoren kruis2007
Posterpresentatie It groep Voorschoten Leiden Nov 2009

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

Casus: wat ziet u?

Bij een gezonde man van middelbare leeftijd kwam er pus van de 32-33. Bij de 32 was er distaal een pocket van 12 mm en bij de 32 mesiaal een pocket van 10 mm. Bij de man was nooit eerder parodontitis vastgesteld. Er werd een parostatus afgenomen, waaruit bleek dat er geen verdere verdiepte pockets aanwezig waren. Er werd de onderstaande foto gemaakt. De elementen zijn vitaal. Hoe handelt men verder?

Het besluit van de behandelaar
Opvallend is de vreemde ovale radiolucentie op de foto. Dit zie je normaliter niet bij parodontitis.
Zoals gezegd zijn de elementen vitaal. Toch heeft de behandelaar ervoor gekozen om deze patiënt te verwijzen naar de endontoloog. Ook deze constateerde dat de elementen vitaal zijn, eveneens is er geen radiolucentie aan de wortelpunt te zien. Bij percussie was er geen pijn. De patiënt was er nooit op gevallen, is er niet op geslagen en heeft er ook niks tegen aan gekregen. Kortom; geen acuut traumatisch verleden. Zoals men ziet, zitten er in beide elementen geen restauraties.
De behandelaar en endodontoloog vonden: Als het niet kwaakt, niet waggelt en niet lijkt op een eend, dan is het in de meeste gevallen geen eend! Of hadden ze het toch verkeerd?

De behandelaar besloot een flap te doen met een biopsie. Zie de foto. Er werd een cyste verwijderd.

Het verlossende antwoord
Uit de biopsie bleek het te gaan om een laterale parodontale cyste. Dit is een dentogene goedaardige ontwikkelingscyste. Het is typerend dat deze voorkomt tussen twee vitale wortels.

En dat is?
Deze cyste komt zeer weinig voor. De geschatte incidentie bedraagt 1 per miljoen inwoners per jaar. Het komt voornamelijk voor in de cuspidaat- premolaarstreek van de onderkaak. Het geeft zelden klachten. Röntgenologisch ziet men een goedbegrensde radiolucentie die zelden groter is dan 1 cm. In de literatuur worden uiteenlopende suggesties gedaan over de oorsprong van het cyste-epitheel, variërend van gereduceerd glazuurepitheel, resten van de tandlijst tot epitheelresten van Malassez (Rasmussen et al, 1991; Shear, 1992). Verondersteld wordt dat de zeldzame gingivacyste bij volwassenen de extraossale evenknie is van de intraossaal gelegen laterale parodontale cyste.
De laterale parodontale cyste wordt histopathologisch gekenmerkt door enkele lagen brede epitheelbekleding waarin verdikkingen (‘plaques’) voorkomen. Tevens kunnen glycogeenrijke heldere cellen worden aangetroffen. Een bijzondere variant van de laterale parodontale cyste is de botryoïde odontogene cyste. Laatstgenoemde cyste heeft macroscopisch een multilobulair aspect, maar toont dezelfde histopathologische kenmerken (Van der Waal, 1992). De meeste van deze gediagnosticeerde cystes komen voor bij patiënten tussen de 20 en 40 jaar.

En dan?
Na onvolledige verwijdering kan een laterale parodontale cyste recidiveren. Maar ook dit komt zelden voor. Maligne ontaarding van het cyste-epitheel is nooit beschreven. Het is dus zaak dat het goed gevolgd wordt. In eerste instantie door de kaakchirurg en later door de tandarts.

Bronnen:
DentalTown.com
www.MondhygienistenForum.nl
Pathologie van de Mondholte 2002
NTVT

Mrt 2010

Lees meer over: Casus, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Sterkere relatie tussen parodontitis en diabetes bij mannen

Het verband tussen diabetes en parodontitis

U heeft vast al een spotje op televisie gezien, iets op de radio gehoord of wat gelezen in een (vak) tijdschrift: ‘Het toenemende aantal diabetespatiënten type II moet multidisciplinair worden aangepakt”.

Helaas zien we tot op heden dat zowel binnen onze beroepsgroep,als bij andere professionals , de relatie tussen diabetes en parodontitis vaak onderbelicht is.

Diabetes risicofactor voor parodontitis
Inmiddels zijn er verschillende onderzoeken waarin diabetes type II beschreven wordt als een risicofactor voor parodontitis. Mensen met diabetes type II hebben vaker parodontitis. Type II is essentieel anders dan type I. Waar men bij type I de bloedsuikerspiegel op peil houdt door het toedienen van insuline, wordt er bij behandeling van type II voornamelijk gebruik gemaakt van aangepaste voeding, behandelen van neveneffecten van de aandoening en medicatie slikken.

Onderzoek ACTA
Beide aandoeningen, diabetes type II en parodontitis, worden veel gezien bij mensen die overgewicht hebben, ongezond eten, roken en weinig bewegen. Ook de leeftijd speelt een rol. Naarmate men ouder wordt, zie je dat parodontitis meer voorkomt. In de Diabetes nieuwsbrief van enkele maanden geleden wordt aangegeven dat er een onderzoek op de ACTA en in het Slotervaartziekenhuis start waarin de relatie tussen diabetes, parodontitis en hart- en vaatziekten onderzocht wordt. In dit onderzoek wil men bekijken of bij het ontstaan van diabetes en parodontitis dezelfde risicofactoren een rol spelen. Verder wil men onderzoeken of het hebben van diabetes type II ook een risicofactor is voor het krijgen van parodontitis. De onderzoekers Teeuw en Gerdes verwachten dat het lijstje met diabetes complicaties in de toekomst zal worden aangevuld met parodontitis.

Meer parodontale afbraak
Uit een aantal andere wetenschappelijke studies komt naar voren dat er ook meer parodontale afbraak is bij diabetespatiënten, dan bij niet diabetespatiënten. Er zijn echter ook studies die geen verschil aantonen. Dit verschil kan gevolg zijn van de tijd dat iemand al diabetespatiënt is, de mate waarop de diabetes onder controle is en ook de mix van type I en II patiënten.

Zelfde pathogenesis
Onderzoeken laten zien dat zowel bij diabetes mellitus type II als bij parodontitis dezelfde pathogenesis een rol speelt. De ontstekingsreactie wordt voornamelijk veroorzaakt door het chronisch effect van hyperglycemie.

Glucosewaarden moeilijker stabiel te krijgen
Bij mensen met diabetes die ook parodontitis hebben zie je dat de glucosewaarden moeilijker stabiel te krijgen en te houden zijn. Zo blijkt dat diabeten met ernstige parodontitis een 6 maal zo grote kans hebben op problemen met het instellen van de bloedsuikerspiegel dan bij patiënten met geringe parodontitis (Taylor et al, 1996). Bij een patiënt die niet goed ingesteld is, zie je dat de parodontitis moeilijk of niet stabiel te krijgen is. Patiënten die ergens een sluimerende ontsteking hebben zijn sowieso moeilijker te reguleren, dus een goede reden om parodontitis ook niet jaren te laten sluimeren!

Rol dental professional
Hier ligt een belangrijke rol voor ons als professional. Wees alert op patiënten die diabetes melden in de anamnese. Bij het voorkomen en behandelen van parodontitis is een goede mondhygiëne van groot belang. Ook is het van belang dat bij de halfjaarlijkse controle niet alleen de dentitie bekeken wordt, maar ook het parodontium. Bij een ASA-score, die geen O scoort, meteen gaan handelen.
Patiënten die slecht reageren op de behandeling en regelmatig parodontale abcessen vertonen zouden mogelijk een ongediagnosticeerde diabetes kunnen hebben. Vraag de huisarts om deze patiënt te testen op diabetes. Vaak gebruikt men om de mate van diabetes te meten een bepaling van het geglycosyleerde hemoglobinegehalte(HbA1c) en een glucosetolerantietest.

Bronnen:
Diabetes nieuwsbriefuitgave 02-2009, jaargang 24
The relationship between Oral health and diabetus mellitus I Am Dent Assoc 2008 : 139:19s-24S
Parodontitis en algemene gezondheid, Ned. tijschrift voor tandheelkunde mei 2006

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z

Risico gezondheid bewaren tandenborstel bij toilet

Mensen riskeren hun gezondheid door hun tandenborstel te bewaren in de badkamer waar ook een toilet is. Zo kunnen deze namelijk besmet raken met tal van gevaarlijke bacteriën, dat beweren onderzoekers althans.

Bacteriën kunnen namellijk tot bijna twee meter reizen nadat er werd doorgespoeld. Als je weet dat drie op de vier tandenborstels open en bloot bewaard worden en één op de twee op 1 meter van het toilet staat, dan is de kans groot dat deze beestjes die hier huizen uiteindelijk in je mond belanden.

Onderzoekers aan de universiteit van Manchester ontdekten dat meer dan 100 miljoen bacteriën kunnen leven op een tandenborstel, waaronder de E.coli, stafylokokken, streptokokken en candida. Onderzoeker Louise Baglole: ,,Het is onrustwekkend als je nadenkt welke bacteriën huizen op tandenborstels van heel wat gezinnen.”

Bron:
Algemeen Dagblad

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Geld

Ongeregistreerde orthodontist voert titel illegaal om hoger tarief

Orthodontisten overtreden op grote schaal de wet aldus het Financieele Dagblad. Ze noemen zich orthodontist terwijl ze volgens het BIG-register tandarts zijn.

De VVD, SP en PvdA vinden dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en justitie moeten optreden. PvdA heeft een spoeddebat aangevraagd. Per 1 januari 2007 hebben ruim honderd orthodontisten hun orthodontiespecialisme laten schrappen uit het specialistenregister en daarmee ook uit het register Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Zo kunnen ze voor bijvoorbeeld het plaatsen van beugels het hogere tarief vragen dat tandartsen in rekening mogen brengen. Ondertussen blijven deze orthodontisten zichzelf tegenover klanten presenteren als orthodontist. De titel orthodontist is beschermd.

De daling van het aantal orthodontisten blijkt onder meer uit het jaarverslag over 2008 van de Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Tandheelkunde (NMT), de belangenbehartiger van orthodontisten en tandartsen.

De orthodontisten lieten zich uitschrijven, nadat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) had aangekondigd de orthodontietarieven met 29% te zullen verlagen.

Strafbaar
Het Financieele Dagblad hield een steekproef onder 70 orthodontisten. Van hen staat een meerderheid van 39 op dit moment niet in het BIG-register vermeld als orthodontist. Maar uit de naam van hun bedrijf, uit hun websites en de manier waarop ze de telefoon opnemen, blijkt dat ze zich wel degelijk uitgeven als orthodontist. En dat is volgens artikel 17 tweede lid wet BIG strafbaar. Er staat een boete op van maximaal euro 3750.

Handhaving is een taak voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar die heeft tot nu toe geen aangifte gedaan. Het Openbaar Ministerie laat weten dat het nog nooit een orthodontist voor titelmisbruik heeft beboet.

NMT geschrokken
De NMT erkent dat veel leden zich als orthodontist hebben laten uitschrijven. De vereniging reageert ‘geschrokken’ op het bericht dat veel orthodontisten die zich hebben uitgeschreven, zich toch orthodontist blijven noemen. ‘Wij hebben onze leden meerdere malen gewezen op het feit dat uitschrijving uit het specialistenregister ook betekent dat de titel “orthodontist” niet meer gevoerd mag worden’, aldus René Noverraz, bestuurslid van de NMT.

Hoger tarief voor tandarts
In de tarieven van de NZa is bepaald dat een tandarts die een beugel plaatst per behandeling meer krijgt vergoed dan een orthodontist, omdat een tandarts voor deze behandeling meer tijd nodig heeft. In 2007 lagen de orthodontietarieven voor tandartsen zo’n 13% hoger. In 2010 is dit, volgens de NZa, nog 2,5%.

De belangenvereniging ontkent dat haar leden zich hebben uitgeschreven om financieel gewin. Volgens Noverraz zijn veel ‘ex-orthodontisten’ gewoon de lagere tarieven blijven declareren. Maar hij erkent wel dat sommige orthodontisten zich hebben laten uitschrijven omdat ze door de kortingen ‘niet meer kostendekkend’ konden werken.

Bron:
www.fd.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Geld, pot

Inkomen orthodontisten hoger dan normtarief

Orthodontisten verdienen vermoedelijk veel meer dan het gemiddelde norminkomen van euro 140.000, dat de overheid heeft vastgesteld. Het is voor de PvdA aanleiding om een spoeddebat te vragen in de Tweede Kamer.

Het Financieele Dagblad meldt na eigen onderzoek dat orthodontisten vermoedelijk veel meer dan het norminkomen verdienen. Toezichthouder de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft onderzoeksbureau Conquaestor ingeschakeld om te achterhalen hoeveel orthodontisten precies verdienen.

Kamervragen PvdA
De Tweede-Kamerfractie van de Partij van de Arbeid heeft om een spoeddebat in de Tweede Kamer gevraagd.
Eelke van der Veen, woordvoerder Zorg van de PvdA, noemt de winsten die orthodontisten maken ‘schandalig.’ ‘Dit is echt onaanvaardbaar. En dat in een tijd dat we elke euro om moeten draaien in de zorg.’ De PvdA maakt zich al langer grote zorgen over de hoge inkomens die worden verdiend door sommige medisch specialisten. ‘Er kan niet genoeg onderzoek worden gedaan naar de inkomens van specialisten,’ aldus Van der Veen.

Kamervragen SP
Ook de Socialistische Partij (SP) gaat mondelinge vragen stellen aan demissionair minister Klink. SP-Tweede-Kamerlid Henk van Gerven: ‘Wij staan op het standpunt dat in de publieke sector niemand meer mag verdienen dan de minister-president behoort te verdienen. Dat geldt ook voor orthodontisten die verzekerde zorg bieden. Inmiddels heb ik mondelinge vragen aangemeld voor morgen voor minister Klink. Hij moet zo snel mogelijk ingrijpen om dergelijke zelfverrijkingspraktijken tegen te gaan.’

Balanstotaal
De meesten van de naar schatting 250 orthodontisten hebben hun praktijk ondergebracht in een besloten vennootschap(bv). Daarboven staat vaak een holding. Het FD bekeek van 130 orthodontisten de jaarverslagen van hun bv’s en holdings.
Het gemiddelde balanstotaal bedroeg bijna euro 2 mln. Vijfentwintig bv’s hebben een totaalbalans van meer dan euro 3 mln. Dat vermogen kan deels worden gebruikt voor de pensioenopbouw; er zijn echter ook orthodontisten met een aparte pensioenbv.

Uit gesprekken met enkele (ex)orthodontisten blijkt dat in de sector veel meer wordt verdiend dan het gemiddelde norminkomen van euro 140.000. Volgens de NZa en de Nederlandse Maatschappij voor Tandheelkunde kan dat inkomen inderdaad substantieel stijgen door efficiënter te werken in grotere praktijken met meer dan drie stoelen, waarbij een groot deel van de handelingen wordt verricht door assistenten. Volgens (ex)orthodontisten zijn inkomens van euro 250.000 tot euro 600.000 niet uitzonderlijk.

Algemene reserves
Naast die reguliere inkomsten groeien de algemene reserves van de onderzochte bv’s met bedragen die jaarlijks kunnen oplopen van euro 50.000 tot wel euro 200.000 en meer. Een aantal vennootschappen keert bovendien dividend uit. FD onderzocht de jaarrekeningen van zeventien van die bv’s. Die keerden de afgelopen drie jaar hun grootaandeelhouder (de orthodontist) jaarlijks gemiddeld een kleine euro 200.000 uit.

De Wet Marktordening Gezondheidszorg, sinds 2006 van kracht, biedt de NZa voor het eerst de bevoegdheid om het aanleveren van gegevens door orthodontisten af te dwingen. Orthodontisten die niet aan het onderzoek van de NZa en Conquaestor willen meewerken kunnen een dwangsom opgelegd krijgen die kan oplopen tot een maximum van euro 500.000. De NZa verwacht in april het onderzoek af te ronden.

Bron:
fd.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Beugel

Gezond gebit belangrijk voor Nederlanders

Nederlanders vinden een mooi, gezond gebit van groot belang. Maar liefst 94% onderschrijft de waarde van het hebben van gave tanden. Toch is men maar matig tevreden met het eigen gebit: gemiddeld krijgt het slechts een 6,9 als cijfer. Een derde van de Nederlanders is ronduit ontevreden met het gebit en is bereid voor mooie tanden te investeren. Na vakantie, beslaat een gezond en gaaf gebit de tweede plaats van de wensenlijst, nog vóór nieuwe kleding of het aanschaffen van gadgets. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit online onderzoek verricht door bureau Multiscope in opdracht van CDC Kliniek. Het betreft hier een representatieve steekproef onder ruim 500 respondenten.

Van groot belang
Voor velen is een stralend gebit representatief voor een goede mondgezondheid en draagt het bij aan een krachtige uitstraling en een zelfverzekerd gevoel. Bijna 95% van de Nederlanders vindt het hebben van een gezond en mooi gebit dan ook van belang. Overigens neemt dit belang toe met het ouder worden: vindt 34% van de jongeren (25 jaar of jonger) het heel belangrijk, zo is dat 67% bij de groep 65-plus. Onder een mooi gebit wordt verstaan dat de tanden wit zijn en natuurlijk van vorm.

Tevredenheid kan beter
Op het gebied van het gebit, laat de tevredenheid bij Nederlanders te wensen over. Ruim 32% geeft aan niet blij te zijn, omdat het gebit ongezond of in slechte staat zou zijn. Jongeren onder de 25 jaar en 65-plussers zijn het meest tevreden, 46-55 jarigen het minst. Vragend naar een cijfer, wordt gemiddeld een magere 7 gegeven aan de tanden (6,9).

Geld? Dan op vakantie én mooie tanden!
Het oplossen van gebitsproblemen staat hoog op de verlanglijst van de Nederlander. Maar liefst 86% van de mensen met een gebitsprobleem, zoekt naar een oplossing. Daarbij speelt de eigen tandarts een grote rol: maar liefst driekwart gaat te raden bij zijn eigen specialist. Voor een verzorgd, mooi gebit is men bereid (eenmalig) te investeren.

Op de vraag waar men geld aan zou uitgeven, als het voorhanden zou zijn, nam het gebit een verrassende tweede plaats in. De top 3:
1) Vakantie
2) Gebit
3) Nieuwe kleding

Zowel mannen als vrouwen zijn desgevraagds bereid eenmalig nieuwe kleding op te geven in ruil voor een gezond en mooi gebit.

Bron:
www.cdckliniek.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Sociaal isolement gelinkt aan minder resterende tanden en versneld tandverlies

Gratis tandarts voor sociaal-economisch zwakkeren

Vanwege haar 5-jarig bestaan heeft Vallei Tandartsen zaterdag 27 februari jl. met zeven tandartsen belangeloos de gebitten behandeld van een dertigtal sociaal-economisch zwakkeren uit Veenendaal en omgeving. Vallei Tandartsen werkte in dit project samen met Tandprothetische Praktijk Veenendaal en Kwintes Zuid-Oost Utrecht, een organisatie die sociaal-economisch zwakkeren opvangt en begeleidt.

Enkele weken geleden al inventariseerde Vallei Tandartsen de gebitsproblemen van de door Kwintes geselecteerde groep, waardoor het team afgelopen zaterdag gericht aan de slag kon. Johan Oost, teamleider van Vallei Tandartsen en initiatiefnemer van het project: “Vanwege ons 5-jarig jubileum wilden we iets doen voor de gemeenschap in Veenendaal. Vandaar de belangeloze behandeling van sociaal-economisch zwakkeren met echt grote gebitsproblemen. Om die doelgroep ook daadwerkelijk in onze stoelen te krijgen, hebben wij de selectie overgelaten aan Kwintes.”
Dat de tandartsen van Vallei Tandartsen niet de gezondste gebitten zouden aantreffen, was wel te verwachten. Maar van wat zij te zien kregen tijdens de inventarisatie, zijn zij toch wel geschrokken. Johan Oost: “Een aantal gebitten was er zo slecht aan toe, dat we nu niet meer konden doen dan het trekken van tanden en kiezen en prothesen plaatsen. Daarvoor werkten we samen met Tandprothetische Praktijk Veenendaal, waar men de afgelopen weken al druk bezig is geweest met het maken van de prothesen. Van de geselecteerde groep waren tijdens de inventarisatie al gebitsafdrukken gemaakt, zodat we de prothesen op 27 februari klaar hadden. Daardoor hoefden we die dag alleen maar te trekken en konden we direct daarna de prothesen plaatsen, zodat bijna iedereen met een verzorgd gebit de deur weer uit is gegaan. Maar er zijn ook mensen die verdere behandeling nodig hebben en nog een keer terug moeten komen.”

Voldoening
Dat de gebitten van de groep sociaal-economisch zwakkeren zo slecht zijn, komt volgens Johan Oost doordat de meeste tandheelkundige behandelingen niet meer in het basispakket zitten. Hij legt uit: “Veel mensen, en zeker de groep die wij in het kader van ons jubileum behandelen, sluiten geen aanvullende verzekering voor tandheelkunde af. Vaak omdat voor hen de kosten voor de basisverzekering al te hoog zijn. Ze kiezen dan bijvoorbeeld eerder voor het laten trekken van tanden dan voor de duurdere wortelkanaalbehandeling. Of men gaat helemaal maar niet meer naar de tandarts. Met de gevolgen zoals wij die nu hebben kunnen zien. Dat we nu als Vallei Tandartsen iets voor deze groep hebben kunnen doen geeft dan ook veel voldoening.”

Bron:
Medical Facts
Jeronimus & Company

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

‘Zwangere carrièrevrouwen moeten oppassen’

Carrièrevrouwen die zwanger zijn, moeten zichzelf zeer in acht nemen. Ze moeten stress voorkomen en veel rusten, zeker tijdens de eerste twaalf weken van de zwangerschap, maar ook daarna.

Dat heeft hoogleraar public health Koos van der Velden van het Nijmeegse UMC St Radboud gezegd tijdens een gesprek met leden van de Tweede Kamer.

Hij is ook voorzitter van de stuurgroep die onderzocht heeft waarom in Nederland meer baby’s vlak voor, tijdens en vlak na de geboorte sterven dan in andere Europese landen.

Stress net zo slecht als roken
Recent onderzoek heeft volgens hem uitgewezen dat ongeboren kinderen juist in de eerste drie maanden van de zwangerschap schade kunnen oplopen, als de moeder veel stress heeft, bijvoorbeeld op het werk.

Ook in de overige maanden is stress bij de moeder zeer slecht voor de ontwikkeling van het kind. De gevolgen voor het kind kunnen volgens Van der Velden net zo erg zijn als roken tijdens de zwangerschap.

Zwangerschapsverlof krap
De nieuwe inzichten kunnen naar zijn mening gevolgen hebben voor de regelingen voor zwangerschapsverlof. Nederlandse vrouwen krijgen nu veertien weken. De hoogleraar noemt dat ‘aan de krappe kant’.

Er zijn carrièrevrouwen die de veertien weken niet eens volmaken, en eerder weer aan het werk gaan. ‘Die vrouwen moeten zich goed realiseren wat ze doen’, vindt de hoogleraar.

Andere risicogroepen
Hij wees de Tweede Kamer op andere risicogroepen die slecht bereikbaar blijken voor hulpverleners die voorlichting willen geven over gezond gedrag tijdens de zwangerschap. Volgens hem zijn dat niet alleen de traditionele groepen zoals bijvoorbeeld Turken en Marokkanen, maar ook migranten uit Oost-Europa, en autochtone vrouwen met een lage sociaal-economische positie.

Het Tweede Kamerlid Khadija Arib (PvdA) noemt die laatste groep een ‘vergeten groep’. ‘De vrouwen vinden dat ze genoeg kennis hebben over zwangerschap en zijn moeilijk te benaderen voor hulpverleners.’ Arib wil dat er extra aandacht komt voor deze vrouwen.

Bron:
Zibb.nl

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

Dr. Gert Meijer hoogleraar Orale implantologie

Dr. G.J. (Gert) Meijer (Coevorden, 1955) is met ingang van 1 maart 2010 benoemd tot hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen met als leeropdracht Orale Implantologie. De leerstoel richt zich op toepassing van orale implantaten in brede zin: als houvast voor prothetische voorzieningen, maar ook voor gelaatsprotheses. Ook de pre-implantologische chirurgie behoort tot het werkterrein.

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtchirurgie
Gert Meijer (1955) studeerde tandheelkunde aan de Universiteit Utrecht waar hij in 1979 cum laude afstudeerde. In 1996 voltooide hij de specialisatie Mondziekten, Kaak- en Aangezicht (MKA)-chirurgie. In datzelfde jaar promoveerde Meijer aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar tandwortelimplantaten met als titel Flexibel Bone Bonding Implants.

Parodontologie en Biomaterialen
Dr. Meijer werkt sinds 2006 als universitair hoofddocent bij de vakgroep Parodontologie en Biomaterialen van de afdeling Tandheelkunde van het UMC St Radboud. Hij is tevens senior staflid van de afdeling MKA-chirurgie en verantwoordelijk voor het organiseren van patiëntenzorg met betrekking tot reconstructieve chirurgie en implantologie.

Leerboek Implantologie
Meijer is auteur van Implantologie in Partiële Edentate Situaties, een leerboek voor MKA-chirurgen, tandartsen en studenten. Samen met prof. dr. J. Jansen verwierf hij in 2007 een SmartMix subsidie van ruim twee miljoen euro voor translationeel onderzoek gericht op bot en kraakbeen. Smart Mix is een subsidieprogramma van de ministeries van EZ en OCW, bedoeld om economische, sociaal-maatschappelijke en culturele innovatie te stimuleren

Bron:
www.ru.nl

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Student mondzorgkunde naar Lombok voor poetslessen

Mevrouw dr. Carine Carels hoogleraar Orthodontie

Mevrouw prof. dr. C.E.L. (Carine) Carels (1957) is met ingang van 1 maart 2010 benoemd tot hoogleraar bij de Faculteit der Medische Wetenschappen/UMC St Radboud met als leeropdracht Orthodontie, in het bijzonder congenitale afwijkingen van gelaat en dentitie. Het gaat hier om onderzoek, diagnostiek, preventie en behandeling van aangeboren gelaatsafwijkingen voor zover de aandoening gevolgen heeft voor de groei van het gelaat en de ontwikkeling van het gebit.

Carine Carels studeerde van 1975 -1980 tandheelkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) en specialiseerde zich vervolgens van 1980 – 1985 in de orthodontie. In 1985 promoveerde ze aan de Katholieke Universiteit Leuven tot Doctor in de Medische Wetenschappen en werkte daarna twee jaar als postdoctoraal onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 1987 werd mevrouw Carels erkend als specialist in de Dento-Maxillaire Orthopedie door de Nederlandse Specialisten Registratie Commissie.

Genetica aangeboren aandoeningen
Mevrouw Carels is sinds 1987 hoogleraar Orthodontie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ze was ook 21 jaar hoofd van de afdeling Orthodontie van de Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Vanaf juli 2008 verbleef zij voor een jaar aan de Radboud Universiteit Nijmegen voor een sabbatical waar ze zich vooral heeft toegelegd op de genetica van aangeboren aandoeningen van het gelaat en het gebit. Ook was ze gasthoogleraar bij de vakgroep Orthodontie en Orale Biologie.

Schisis
Prof. Carels zal de leidende rol van het UMC St Radboud en de Radboud Universiteit op het gebied van de Bijzondere Orthodontie internationaal versterken en uitbreiden. De Radboud Universiteit is toonaangevend in topzorg op het gebied van schisis en aangeboren schedel- en gelaatsafwijkingen.
Prof. Carels zal meewerken aan de centralisering van de zorg voor deze patiënten in Nederland. Verder zal ze onder meer onderzoek doen naar de moleculair genetische oorzaken van hypodontie, een aangeboren tekort in aantal aangelegde tanden. Voorts zal ze een rol hebben in het opleiden van toekomstig mondartsen en orthodontisten.

Bron:
www.ru.nl

 

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
onderzoek, microscoop

Odontogeen onderzoek. Wanneer en wat daarna?

Wat is een odontogeen onderzoek?
Bij het odontogeen focusonderzoek worden ontstekingshaarden opgespeurd in de dentitie. Een ontsteking kan namelijk onder sommige omstandigheden tot zowel lokale als algemene lichamelijke aandoeningen leiden (Jansma en Vissink, 1998). Het wordt veelvuldig uitgevoerd als preventieve maatregel voorafgaand aan bepaalde medische behandelingen.

Indicatie
Er bestaat nogal wat onenigheid over wanneer een endontogeen focusonderzoek nuttig zou zijn. Bij de volgende patiënten is het in elk geval heel belangrijk om dit onderzoek af te laten nemen bij de kaakchirurg of ziekenhuistandarts en eventueel in samenwerking met de mondhygiënist:

  • Patiënten die radiotherapie moeten ondergaan in het hoofd- halsgebied
  • Patiënten die een orgaantransplantatie ondergaan
  • Patiënten die een openhartoperatie moeten ondergaan
  • Patiënten die chemotherapie krijgen
  • Patiënten die zijn opgenomen met onbegrepen koorts

Dit is geen officieel protocol; het wordt niet door onomstotelijk wetenschappelijk bewijs ondersteund. (bron; oncoline.nl)

Voor een patiënt die curatieve radiotherapie in het hoofdhalsgebied moet ondergaan, betekent dit niet alleen dat hij gedurende de behandeling focusvrij moet zijn, maar ook nog jaren na deze behandeling. Feitelijk zou een dergelijke patiënt levenslang focusvrij moeten zijn vanwege het ook op de lange termijn bestaande risico van osteoradionecrose van het bot in de kaken. Bij een patiënt die wordt behandeld met een hoge dosis chemotherapie kan worden volstaan met het focusvrij zijn tijdens de oncologische behandeling. Immers, na het herstel van de bloedwaarden is het risico van complicaties door orale foci weer genormaliseerd tot het niveau van gezonde individuen.

Intake

  • Huisarts, tandarts en specialist(en) van de patiënt
  • Medische en dentale historie
  • Kanker- en kankertherapie gerelateerde factoren: locatie, stadium, therapie type, dosis, veld van radiatie, wanneer wordt er behandeld etc etc
  • Patiënt gerelateerde factoren (leeftijd, wensen etc)

Essentiële onderzoeken

  • Het mondonderzoek
  • Parodontiumstatus
  • Röntgenonderzoek
  • Vitalititeitstest

Naar aanleiding hiervan kan nader onderzoek geïndiceerd zijn.

En dan?
Bij chemotherapie en bestraling van het hoofd-halsbebied wordt er gebruik gemaakt van de Dental Risk factors en Malignancy Related Risk Factors:

  • Dental Risk Factors (DRF):

    Parodontale ontstekingen
    Pocketdiepte > 6 mm
    Gingiva recessie > 6 mm
    Spontane gingiva bloeding
    Furcaties
    Mobiliteit > 2 mm
    Diepe cariës
    Wortelcariës ≥ 0,5 van de wortelomtrek
    Periapicale granulomen
    Interne en externe wortelresorptie
    A-functionele elementen
    Gedeeltelijk geïmpacteerde elementen
    Wortelresten
    Volledig geïmpacteerde elementen met folliculaire cyste
    Slechte mondhygiëne
    Slechte motivatie
    Patiënt niet coöperatief
  • Malignancy Related Risk Factors (MRRF):

    Bestralingsdosis > 55 Gy
    Molaren in het bestralingsveld
    Gebitselementen dicht bij de tumor
    Tijd tot de radiotherapie < 14 dagen

Op basis van de DRF en de MRRF, de aanwezigheid van strategische gebitselementen en de algehele indruk, wordt besloten welke foci verwijderd worden.

Het verwijderen van de foci
Over het algemeen zal dit gebeuren bij:

  • gemiddelde tot vergevorderde parodontitis
  • extensieve peri-apicale laesies
  • extensieve cariës
  • partieel geïmpacteerde of half doorgebroken elementen
  • wortelresten waarbij translucenties waarneembaar zijn op de röntgenfoto

Dental Conditions to assign Dental Risk Factor (DRF) Score
Wat is nu de beste oplossing? Extraheren of een tandheelkundige behandeling? Het volgende schema helpt bij maken van de uiteindelijke beslissing per element.

Clinical and Radiographic Findings (CFR) Afwegingszwaarte voor extractie
Parodontitis
Pocketdiepte Medium
Pocketdiepte: > 6 mm Hoog
Recessie: 3 t/m 6 mm Medium
Recessie > 6 mm Hoog
Bloeding bij sonderen Medium
Spontane bloeding Hoog
Furcatie Hoog
Horizontale mobiliteit < 2 mm Medium
Horizontale mobiliteit > 2 mm of/en 1 mm verticaal Hoog
Endodontisch
Abnormale responsie op testen, geen endodontische
behandelingen gehad, geen osteitis
Medium
Abnormale responsie op testen, geen endodontische
behandelingen gehad, osteitis
Hoog
Zwelling en/of sinus tract Hoog
Osteitis, < 3mm, met adequate wortelkanaalvulling,
zonder pijn
Laag/Medium
Osteitis, < 3mm, met inadequate wortelkanaalvulling,
met pijn
Hoog
Osteitis > 3 mm Hoog
Condenserende osteitis f/hypercementosis
met normale reacties op testen
Laag
Condenserende osteitis
met abnormale reacties op testen
Medium
Interne en/of externe wortelresorptie Hoog
Extensieve caries
Primair < 2/3 van de klinische kroon Medium
Primair> 2/3 van de klinische kroon
/pulpa betrokken
Hoog
Defecte restauratie met secundaire caries,
geen pulpa betrokken
Medium
Wortelcaries< 1/2 van de wortelomtrek,
pulpa niet betrokken
Medium
Wortelcaries> 1/2 van de wortelomtrek Hoog
Niet-functionele elementen
Partieel geimpacteerde elementen
of permucusale wortelresten
Hoog
Wortelresten met botverlies Hoog
Volledig geimpacteerde elementen zonder botverlies
zonder folliculaire cyste
Laag
Volledig geimpacteerde elementen met botverlies
Met follliculaire cyste
Hoog
Mondhygiëne, ingangsniveau en co-operatie Hoog

Bron:
NTVT
Oncoline.nl
Pretherapy dental decisions in patients with head and neck cancer:
a proposed model for dental decision support
Hubert H. Bruins, Ron Koole, and Daniel E. Jolly,
Utrecht, the Netherlands, and Columbus, Ohio
UNIVERSITY OF UTRECHT AND THE OHIO STATE UNIVERSITY

Voor u gelezen en vertaald door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Persoonlijke hygiëne en beschermingsmiddelen (Word bestand)

Probiotica. Het nieuwe wondermiddel voor mond en darmen?

Probiotoca zou tegen candida, xerostomie, gingivitis, halitose en cariës kunnen werken en de darmklachten kunnen reduceren tijden antibioticagebruik.

Wat zijn probiotica?
Probiotica zijn levende micro-organismen, die na consumptie de darmflora van de gebruiker gunstig beïnvloeden en daarmee een gezondheidsbevorderend effect hebben. Probiotische bacteriën overleven grotendeels de inwerking van het maagzuur en de galzuren. Hierdoor komen ze levend in de darmen en kunnen daar hun werk doen. De ontwikkelingen op het gebied van probiotica gaan razendsnel. Steeds meer onderzoeken onderbouwen positieve gezondheidseffecten van probiotische bacteriën.

Antibioticagebruik
In de tandheelkunde wordt veelvuldig gebruik gemaakt van antibiotica. Helaas kan dat voor nare bijwerkingen zorgen. Antibiotica hebben niet alleen invloed op de ziekmakende bacteriën (pathogenen) maar kunnen ook effect hebben op de bacteriën die van nature in de darm voorkomen. Aantasting van deze darmflora kan diarree tot gevolg hebben. Wanneer dit zich voordoet spreken we van een Antibioticum -Geassocieerde Diarree (AGD). In zeldzame gevallen kan ook één bepaalde darmbacterie als gevolg van antibioticumgebruik uitgroeien (Clostridium difficile) en een darminfectie veroorzaken. Ook dan treedt er (ernstige) diarree op.
Het innemen van probiotica, zoals in Yakult en Plusbiotics zit, kan bijdragen aan het onderhouden van een gezonde darmflora. Geadviseerd wordt om dit tijdens en na (tot 1 week) het gebruik van antibiotica voor het slapen gaan in te nemen.

Candida en xerostomie
Probiotica kunnen mogelijk worden gebruikt als preventie of behandeling van schimmelinfecties in de mond. Daarnaast hebben ze een gunstige invloed op de speekselproductie en het gevoel van een droge mond. Sommige probiotica zijn bijvoorbeeld lactobacillen die waterstofperoxide of fungicide stoffen produceren, waardoor de groei van schimmels
wordt geremd.

In het volgende onderzoek is nagegaan of kaas verrijkt met speciale lactobacillen (probiotica) bij ouderen een werking heeft tegen de groei van Candida in de mond. Een eerste constatering was dat het percentage patiënten met grote aantallen gisten in de mond (voornamelijk Candida albicans) na 16 weken in de probioticagroep was gedaald, terwijl dit in de controlegroep was toegenomen. Deze toename is waarschijnlijk het gevolg van het gedurende het onderzoek niet gebruiken van melkzuurhoudende producten, die ook een anti-Candidawerking hebben. Een tweede constatering was dat de ongestimuleerde speekselvloed in de probioticagroep toenam. Het percentage mensen met hyposalivatie nam af in de probioticagroep, terwijl dit percentage in de controlegroep juist toenam. Er was in de probioticagroep echter geen
significante afname in het aantal klachten over een droge mond. De buffercapaciteit, de aanwezige laesies in de mond en de klachten over een pijnlijke mucosa vertoonden een tendens tot verbetering, maar deze kon niet statistisch worden onderbouwd.

Gingivitis
Op PubMed zijn slechts 2 onderzoeken te vinden waarbij het effect werd bekeken van probiotica op gingivitis. Zo werd bij een gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd, dubbelblind onderzoek tijdens 2 weken onderzocht of Lactobacillus Reuteri invloed had op de mate van bloeding van de gingiva. Lactobacillus Reuteri was significant effectief in het reduceren van gingivitis en plak.

Verder werden de Russische probiotica Acilact en Bifidumbacterin bij behandeling van gingivitis en verschillende niveau’s van parodontitis getest. Het effect van Acilact en Bifidumbacterin om de microflora te normaliseren waren hoger in vergelijking met de Tantum-Verde (dit is voor symptomatische behandeling van pijn en irritaties in de mond en keel, werkzame stof: Benzydamine), vooral bij oppervlakkige gingivitis and parodontitis.

Halitose
Bij mensen die geen halitose hebben, blijkt vooral Streptococcus salivarius op de tong voor te komen. Deze bacteriestam is nu onderwerp van de eerste onderzoeken naar een verdringend effect van halitose-veroorzakende bacteriën. Uit een placebogecontroleerd onderzoek onder 23 mensen met halitose komen bemoedigende resultaten. Een zuigtablet met deze bacteriestam blijkt de hoeveelheid vluchtige zwavelverbindingen in de adem te kunnen verminderen (Burton, 2006).

Cariës
Volgens een review op PubMed: 6 van de 7 onderzoeken bevestigen dat probiotica een verlaging gaf op de mutans streptococcen. Of dit daadwerkelijk een reductie betekent op de ontwikkeling van cariësleasies, is niet duidelijk. Consumptie van probiotica bleek de kans op cariës significant te verlagen met bijna 50% (Näse, 2001). Het effect was vooral duidelijk bij 3 en 4 jarige kinderen.

Als u dit leest zal u het onderstaande bevreemden: De Bifidobacterie zit regelmatig in probiotica. Maar niet alle soorten van de Bifidobacterie verbeteren de gezondheid. Sterker nog, de Bifidobacterie Dentium is een opportunistische pathogeen en kan juist cariës veroorzaken. Deze bacterie is zuurbestandig en heeft een verdedigingssysteem tegen antibacteriële substanties en is erg sterk.

Conclusie
Probiotica kunnen helpen de mondflora in balans te houden. Het idee is dat grote aantallen van deze goede bacteriën de schadelijke bacteriën in de mond verdringen. Het onderzoek naar de rol van probiotica bij mondgezondheid staat, zeker in vergelijking met darmgezondheid, nog in de kinderschoenen. Toch zijn de eerste resultaten erg bemoedigend (Meurman, 2007). Het kan in ieder geval als ondersteuning worden gebruikt voor de darmen tijdens antibioticagebruik. In Amerika wordt er zelfs al een ‘wonderpil’ op de markt gebracht om gingivitis en cariës te lijf te gaan.

Bron
Public Library of Science
PubMed
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17251510
Laboral
Gut Flora Foundation
Twetman, 2008

Door Lieneke Steverink-Jorna

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z