Personeelshandboek

Parodontologie: handboek voor in de praktijk

Veel voorkomende gebitsproblemen vinden hun oorsprong in ziekten van de tandomgevende weefsels, het kaakbot en de orale mucosa. In Parodontologie is de meest actuele wetenschappelijke informatie op dit gebied samengebracht, met focus op de etiologie, de pathogenese en de behandeling van parodontale ontstekingen en de betekenis van deze aandoeningen voor mond- en algemene gezondheid.

Bruikbaar in de praktijk
Dit leerboek onderscheidt zich van andere uitgaven over parodontologie doordat de auteurs de wetenschappelijke informatie zo vertalen dat nieuw verworven kennis direct in de klinische praktijk kan worden toegepast. Daarbij laten de internationaal erkende auteurs ruimte voor discussie, indien over bepaalde zaken consensus ontbreekt. Het boek geeft een compleet overzicht van parodontologische aandoeningen door niet alleen plaque-gerelateerde maar ook de niet-plaquegerelateerde problemen te bespreken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan orale implantaten en hun omgevende weefsels.

Voor wie?
Parodontologie is een onmisbare uitgave voor alle professionals in de mondzorg en in het bijzonder ook voor studenten tandheelkunde en mondzorgkunde.

Parodontologie
Auteurs: W. Beertsen; M. Quirynen; D. van Steenberghe; U. van der VeldenISBN978903136886 Uitgever: BSL

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Tand - pijn

Rood haar? Meer pijn en angst bij tandarts.

Roodharige mensen zijn banger voor de tandarts en vermijden meer tandheelkundige hulp dan anderen met donker haar. Genetische variaties spelen hierbij een rol. Tenminste dat suggereert de Amerikaanse onderzoeker J.C.Binkley (Journal of the American Dental Association, 1 juli). Rood haar is het gevolg van verschillende vormen van het melanocortine-1-receptor MC1R-gen. Dit gen is in hersenweefsel gevonden en het is bekend dat het ook hormonen stimuleert die gerelateerd zijn aan ervaringen van angst en pijn. Omdat uit ander onderzoek bekend is dat roodharigen slecht kunnen reageren op verdovingen veronderstelden de onderzoekers dat mensen met rode haren met een MC1R-gen of een variant ook wel eens meer angst voor tandheelkundige behandelingen zouden hebben.

Onderzoek
Zij onderzochten 144 gezonde personen zonder herkenbare psychologische problemen tussen de 13 en 41 jaar van wie 67 met rode haren en 77 met donker haar. De twee groepen waren in allerlei opzichten goed vergelijkbaar. De deelnemers vulden verschillende vragenlijsten in over hum tandheelkundig gedrag en hun eventuele pijn en angst daarvoor tijdens tandartsbezoek. Verder werd bloed bij hen afgenomen om het genotype van iedere deelnemer te bepalen. Omdat het MC1R-gen vele typen kent, werden 12 vormen onderscheiden die een relatie hebben met rood haar. Uit de analyse bleek dat bij 65 van de 67 roodharigen een van deze vormen aanwezig was en bij 20 van de 77 donkerharigen. De deelnemers met de MC1R-genvarianten rapporteerden significant vaker het voorkomen van pijn bij en angst voor de tandarts dan de andere deelnemers. Bovendien bleek bij deze personen dat zij tandheelkundige zorg zoveel mogelijk vermeden.

Invloed genetische variaties
De auteurs stellen naar aanleiding van hun onderzoek vast dat het zeer waarschijnlijk is dat deze angsten worden beïnvloed door genetische variaties. Tandartsen en anesthesisten kunnen met deze onderzoeksgegevens hun voordeel doen en mogelijk beter begrip hebben voor de pijnen en angsten van mensen met rode haren.

Bron: M.A.J. Eijkman in NRC Handelsblad Wetenschap 17 oktober 2009

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
T-cellen mogelijk verantwoordelijk voor orale disfunctie bij hiv-patiënten

Genmutaties ondermijnen afweer tegen schimmelinfecties

Onderzoek in Engeland en Nijmegen
DNA-onderzoek bij een Nederlandse en een Iraanse familie waarin regelmatig gruwelijke schimmelinfecties voorkomen heeft geresulteerd in de vondst van twee genmutaties die de afweer ondermijnen. Alle familieleden leken normaal werkende afweersystemen te hebben. Van bacteriën en virussen hebben ze niet meer last dan andere mensen, maar sommige familieleden, met de genmutaties, hielden maar last van schimmelinfecties. Binnen de Iraanse familie waren er zelfs mensen aan overleden. Engelse en Nijmeegse onderzoekers ontdekten de mutaties onafhankelijk van elkaar (The New England Journal of Medicine, 29 oktober).

Immunologisch raadsel
Candidaschimmels veroorzaken soms hardnekkige infecties van huid en nagels en van het slijmvlies in de mond en geslachtsorganen. Patiënten met een zwak immuunsysteem, zoals hiv-patiënten, lopen vaak dit soort infecties op. Bij de patiënten uit beide onderzochte families was het echter een immunologisch raadsel waarom  zij steeds weer geinfecteerd raakten.

Afweersysteem
Het afweersysteem herkent eiwitten op de celwand van de schimmel Candida albicans. De herkenning gebeurt met een eiwit (dectine-1) op de buitenkant van afweercellen. Dectine-1 geeft signalen door aan CARD9, een eiwit in de afweercel. Deze signalering activeert afweercellen om schimmels op te ruimen. De ene mutatie zit in het CARD9 gen en de andere in het dectine-1 gen.

Genmutaties
De groep van het University College Londen ontdekte de CARD9 mutatie. Dat bleek recessief: leden van de Iraanse familie die tegenover het gemuteerde gen ook een gaaf CARD9-gen bezaten, hadden nergens last van. De familieleden met twee gemuteerde CARD9-genen hadden vaak schimmelinfecties. Het effect van de dectine-1 genmutatie, ontdekt door een groep van de Radboud Universiteit Nijmegen, was complexer. Drie dochters uit een Nederlands gezin bezaten de mutatie op beide chromosomen en kregen al in hun jeugd last van infecties. Hun ouders hadden de mutatie slechts op één chromosoom. Zij kregen pas op latere leeftijd klachten. Die infecties waren bovendien minder ernstig.

Mogelijk nieuw medicijn
Patiënten met chronische schimmelinfecties zijn nu voortdurend afhankelijk van schimmeldodende medicijnen. De ontdekkking van de genmutaties kan leiden tot een nieuw medicijn dat dieper ingrijpt in het ziektemechanisme.

Bron: NRC handelsblad Wetenschap

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Vaccinatie hpv

Nog geen vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A voor mondzorg

Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A wordt aangeboden aan hulp- of zorgverleners die face to face contact hebben tijdens verpleging, verzorging, behandeling of onderzoek met patiënten uit de medische risicogroep en werkzaam zijn in 8 door  minister Klink benoemde sectoren:
1.Ziekenhuizen
2.Ambulancepersoneel
3.Huisartsen (incl. ondersteunend personeel) + huisartsenposten
4.Verpleeghuizen
5.Verzorgingshuizen
6.Instellingen voor gehandicapten
7.Thuiszorg
8.Verloskundigen

Argument voor gekozen afbakening
Het belangrijkste argument voor de gekozen afbakening van die 8 sectoren in de gezondheidszorg is dat de vaccins snel en efficiënt kunnen worden ingezet op de plaatsen waar de meeste patiënten uit de medische risicogroep en hun zorgverleners zich bevinden. Met andere woorden, naar verwachting zal met deze keuze de grootste gezondheidswinst te boeken zijn. Hoewel ook binnen andere instellingen, zoals bij voorbeeld in mondzorgpraktijken, contacten zullen zijn met patiënten uit de medische risicogroepen, worden deze momenteel nog niet onder de doelgroep voor vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A geschaard. Of dit nog wordt aangepast hangt af van de levering van vaccin, de logistieke haalbaarheid en het verloop van de epidemie. Binnenkort adviseert de Gezondheidsraad minister Klink over eventuele uitbreidingen van het aantal risicogroepen.

Maatregelen mondzorgpraktijken
De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) adviseert mondzorgverleners om zich op de hoogte te houden van actuele ontwikkelingen.  Zie onder aan pagina links naar websites met actuele informatie.
In mondzorgpraktijken moet men vooralsnog handelen alsof de Nieuwe Influenza A een normale griepepidemie is, waarbij de maatregelen uit de richtlijn infectiepreventie (WIP) moeten worden opgevolgd. Verder zijn maatregelen als de praktijk meer ventileren, de airco instellen op meer buitenlucht en minder recirculatie, de ramen een uur per dag openzetten en deurklinken, liftknoppen, trapleuningen, balie, computertoetsenbord met toebehoren frequent reinigen, wegwerphanddoeken en -zakdoeken gebruiken en groepsbijeenkomsten vermijden aan te bevelen.

Besmetting en besmettingsgevaar

Bij griepverschijnselen (hoesten, verkouden, spierpijn en koorts boven 38,5 º) na contact met een bevestigd geval van de Nieuwe Influenza A kan men ervan uitgaan de infectie te hebben opgelopen. Het advies is dan om de huisarts te bellen (er niet er heen te gaan) en thuis uit te zieken.
Er zijn nog onvoldoende evidence-based gegevens over de duur van de besmettelijke periode. Het is niet met zekerheid aan te geven wanneer het besmettingsgevaar voor anderen voorbij is. Daarom is besloten om het verdwijnen van koorts als criterium te hanteren om weer veilig aan het werk te gaan.

Websites met informatie over Nieuwe Influenza A epidemie:

http://www.rivm.nl/cib/themas/nieuwe-influenza/professionals.jsp
http://www.grieppandemie.nl/home/veelgestelde_vragen

Bronnen:
www.grieppandemie.nl
www.NTvT.nl

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Toetsenbord en muis bron van infectie

De recente uitbraak van de griep veroorzaakt door het virus H1N1 benadrukt de noodzaak van effectieve protocollen voor infectiepreventie.
Richtlijnen worden daarvoor gegeven in het WIPrapport (rapport van de werkgroep infectiepreventie van de gezondheidsraad).

Richtlijn desinfectie administratieve apparatuur
Als richtlijn voor desinfectie van toetsenborden wordt in het WIP rapport beschreven:

  • Administratieve apparatuur staat bij voorkeur buiten de spatzone
  • Computer, telefoon en andere kantoorbenodigdheden worden huishoudelijk gereinigd
  • Het toetsenbord en de muis kunnen het beste worden beschermd met een vlakke, gladde plastic bedekking, die gemakkelijk te reinigen en te desinfecteren dan wel te vervangen is
  • Indien de apparatuur tijdens de behandeling met vuile handen of handschoenen is aangeraakt, moet deze na de behandeling ook worden gedesinfecteerd.

Vaak over het hoofd gezien
Sterilisatie- en desinfectieprocedures in tandartspraktijken zijn gericht op het voorkomen van overdracht van ziekteverwekkers van patiënt op patiënt of tussen behandelaar en patiënten.  Sterilisatie en desinfectie wordt zorgvuldig toegepast maar toetsenborden, computermuizen en telefoons worden vaak over het hoofd gezien. Uit onderzoek van Pegasus Lab bleek dat er op een gemiddeld computertoetsenbord (dus niet in de tandartspraktijk) meer bacteriën leven dan op een normale toiletbril. Een toetsenbord heeft maar liefst 265 keer meer bacteriën per vierkante centimeter. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Zweedse tijdschrift PC För alla. Op een gemiddeld computertoetsenbord leven 33.000 bacteriën per vierkante centimeter. Op een normale toiletbril leven ongeveer 130 bacteriën per vierkante centimeter.

Onderzoek
In een artikel in Dimensions of Dental Hygiene wordt een onderzoek beschreven naar het vóórkomen van microorganismen op o.a. toetsenborden in de tandartspraktijk.  Doel van dit onderzoek was te laten zien dat contaminatie van computertoetsenborden (met  Staphylococcus aureus, enterokokken en Gram-negative bacillen) zoals beschreven in de medische literatuur ook plaatsvindt in de tandartspraktijk.

Conclusies artikel

  • Wanneer conventionele en verzegelde toetsenborden en  muizen 3 x daags werden ontsmet vond wel een reductie plaats van het aantal microorganismen maar werden potentiële ziekteverwekkers zoals enterokokken en Staphylococcus aureus nog steeds aangetroffen.
  • Desinfectie veroorzaakt geen zichtbare schade aan het toetsenbord
  • Gladde toetsenborden zijn gemakkelijker te desinfecteren dan conventionele toetsenborden
  • Desinfectie van toetsenbord, muis, bureaublad, pennen en telefoon helpt het aantal microorganismen te reduceren.

Bronnen en meer informatie:

WIP rapport Gezondheidsraad
www.pcmweb.nl/nieuws.jsp?id=1081036

Contaminated Surfaces:A look at multidrug-resistant organisms and computer keyboard/mouse devices in the dental office.
By Roger Stambaugh, DMD, MS, MSEd, FACD, and Leanne Elson, MS, M(ASCP) Dimensions of Dental Hygiene. June 2009; 7(6): 42-45.

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
k

Erosieve gebitsslijtage: bent u alert?

Als dental professional speelt u een belangrijke rol bij de diagnose en preventie van erosieve slijtage.
Erosie komt vaak voor in combinatie met andere vormen van slijtage. Herkent u de oorzaken?

Oorzaken:
A) Extrinsieke zuren
(Uit omgeving of uit voeding)
Erosieve voedings- en leefgewoonten:

  • Frequent gebruik van frisdranken
  • Frequent gebruik van alcohol
  • Frequent gebruik van fruit en groente
  • Medicijnen, drugs en mondhygiëne producten
  • Aspirine, vitamine C tabletten, ijzerpreparaten
  • Sommige mondwaters
  • Sommige asthma-inhalers en drugs (ecstasy)

B) Intrinsieke zuren:

  • Eetstoornissen
  • Frequent overgeven door sporters
  • Herkauwen

Modificerende factoren:

  • Poetsen na iedere consumptie
  • Speekselfactoren
  • Individuele factoren

Advies Preventie Erosieve Gebitsslijtage Ivoren Kruis:
Een vroegtijdige diagnose en identificatie van de etiologische factoren is van belang. Daarnaast is het vastleggen van de gegevens en het monitoren van de voortgang en het evalueren van het effect van preventieve maatregelen belangrijk.
(Zie onderstaand schema)

A) Bij extrinsieke oorzaken:

• Voeding en dranken
– Frequentie verminderen
– Duur consumptie verminderen
– Geen zure consumpties: ’s nachts en vóór het naar bed gaan
– Geen zure consumpties een uur voor het tandenpoetsen
– Spoel direct met water of melk na consumptie zuur product,
voedingssupplementen en medicijnen

• Tandenpoetsen
– Niet binnen uur na consumptie van zuur product
– Gebruik zachte tandenborstel en laag-abrasieve tandpasta
– Borstelgreep en poetsvolgorde aanpassen

•  Patientenfolder Erosie meegeven

• Fluoride
– Klinische effectiviteit van extra fluoride is (nog) niet bewezen
– Extra fluoride kan

B) Bij intrinsieke oorzaken:

• Overgeven en oprispingen
– Naspoelen met water
– Verwijzen naar huisarts

Aandachtspunten bij observatie
• Locatie en mate slijtage
• Verschijningsvorm slijtage
• Betrokkenheid van restauraties
• Mondhygiëne
• Frequentie en methode tandenpoetsen
• Soort tandpasta
• Speekselvloed
• pH, buffercapaciteit
• Vergrote speekselklieren (auto-immuunziekte,anorexia
of alcoholisme?)
• Vergrote kauwspieren
• Frequentie gebruik zure voedingsmiddelen en
dranken, fruit, alcoholgebruik
• Lacto-ovo-vegetarisch dieet
• Methode kauwen, doorslikken etc.
• Wijnproeven
• Laag lichaamsgewicht (anorexia)
• Bruxisme (tandenknarsen/klemmen)
• Overbelasting gebitselementen tijdens articulatie
• Tandenknarsen tijdens slaap
• Ochtend spierpijn in de kaken
• Gebruik van een occlusal guard
• Veel overgeven
• Eetstoornis
• Gastro oesophagale reflux disease
• Oprispingen
• Gebruik antimaagzuurtabletten
• Auto-immuunziekte
• Bestraling  hoofd/halsgebied
• Droge mond / droge ogen
• Medicijnen die speekselvloed beïnvloeden
• Zure geneesmiddelen


Bron en meer informatie: Advies Preventie Erosieve gebitsslijtage Ivoren Kruis

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Nieuwe risicofactoren voor HPV-gerelateerde orale kanker ontdekt

Humane Papillomavirus ook oorzaak hoofd-halskanker

Humane Papillomavirus belangrijke verwekker hoofd-halskanker
In 10%-20% van de gevallen blijkt het Humane Papillomavirus (HPV) de oorzaak van het ontstaan van tumoren in het hoofd-halsgebied. HPV is bekend als de veroorzaker van baarmoederhalskanker bij vrouwen. Tot nog toe werd aangenomen dat roken en overmatig alcohol gebruik de hoofd oorzaken van hoofd-halskanker waren. HPV was al wel eerder gevonden in deze tumoren, maar het was tot op heden onduidelijk of het ook daadwerkelijk een rol speelde in het ontstaan van deze tumoren.

Voor de eerste keer aangetoond
Onderzoeker Serge Smeets promoveerde onlangs op dit onderwerp en toonde als eerste zeer overtuigend aan dat dit virus inderdaad leidt tot de ontwikkeling van tumoren in het hoofd-halsgebied. Smeets vond deze resultaten na DNA onderzoek uit tumor weefsel van 51 patiënten en bootste het effect van een HPV-infectie na in een speciaal modelsysteem voor hoofd-halskanker. Smeets ontwikkelde ook een nieuwe detectiemethode, waarmee met een stukje weefsel dat uit de tumor wordt genomen, met 100% zekerheid vastgesteld kan worden of HPV de veroorzaker is. Uit literatuuronderzoek bleek namelijk dat er geen goede detectiemethode bestond om te bepalen of de tumor veroorzaakt wordt door HPV.

Relevant voor keuze behandeling
Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 2.500 mensen te maken met kanker in het hoofd- en/of halsgebied. Het blijkt nu dat in 250 tot 500 van de gevallen van hoofd-halskanker een besmetting met het HPV-virus de oorzaak is. Voor de behandeling van patiënten is het belangrijk om te weten of de tumor wordt veroorzaakt door HPV. Uit het literatuuronderzoek blijkt namelijk dat HPV-tumoren beter reageren op therapieën, zoals chemotherapie en bestraling. In de toekomst zou het mogelijk kunnen zijn patiënten met een door HPV veroorzaakte tumor minder belastende behandelingen te geven. Ook wordt nu onderzoek gedaan naar behandelingen die precies gericht zijn op het virus.

Orale seks verantwoordelijk?
Hoe HPV in het hoofd-halsgebied terecht komt heeft Smeets niet onderzocht. Wel is in de Verenigde Staten een aantal onderzoeken gedaan, die allemaal een relatie leggen met wisselende sekspartners en orale seksuele activiteiten. Ook zal nog meer onderzoek gedaan moeten worden naar de consequenties voor bijvoorbeeld vaccinatie voor HPV. Nu worden meisjes gevaccineerd voor HPV om baarmoederhalskanker te voorkomen.Het is nog onduidelijk of door deze vaccinatie ook hoofd-halskanker voorkomen kan worden.

Bron: Persbericht VU Medisch centrum

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
website

Voorlichtingswebsite voor kinderen en hun ouders

Toothie
Op de website www.toothie.nl kunnen kinderen en hun ouders informatie vinden over het gebit en mondverzorging.
Het leuke kiesje Toothie is de hoofdpersoon op de site, waar o.a. instructiefilmpjes op staan over (elektrisch) poetsen, flossen en stokeren.

Spreekbeurten en vragen stellen
Ook voor de voorbereiding van spreekbeurten is van alles op de site te vinden. Kinderen of hun ouders kunnen vragen  mailen die dan door de tandarts worden beantwoord.

Bijdrage mondgezondheid kinderen
De site werd ontwikkeld door tandarts Edwin van den Broek i.s.m. een communicatiedeskundige. Met de site willen de bedenkers bijdragen aan de promotie van mondgezondheid van kinderen op scholen en bij GGD-en, tandartsen, huisartsen en consultatiebureaus.

Meer informatie: Toothie

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Obesitas risicofactor parodontitis?

Is obesitas een risicofactor voor parodontitis?
Obesitas is wereldwijd in toenemende mate een gezondheidsprobleem. In 2006 was in de Verenigde Staten 34% van de volwassenen ouder dan 20 jaar obees. Obesitas wordt geassocieerd met levensbedreigende aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, kanker en diabetes. Verschillende recente publicaties laten zien dat obesitas ook geassocieerd wordt met een verhoogd risico voor parodontale aandoeningen.

Onderzoek
Wetenschappers van de afdeling Parodontologie van het Forsyth Institute in Boston onderzochten in totaal 745 personen die deelnamen aan 15 verschillende studies. Doelstelling was vast te stellen of overgewicht of obesitas geassocieerd kon worden met een verhoogd risico voor parodontitis. Ook werd de samenstelling van de subgingivale biofilm vergeleken van personen met obesitas met die van personen met een gezond gewicht.

Meer parodontitis
Tweederde van de groep als gezond/gingivitis geclassificeerde personen had een normale BMI. Van de groep personen met parodontitis had daarentegen slechts eenderde een normale BMI. Personen met overgewicht of met obesitas hadden drie tot vijf maal vaker parodontitis. Bij personen jonger dan 45 jaar met obesitas werd meer parodontitis vastgesteld dan bij dezelfde leeftijdsgroep zonder obesitas. Bij personen jonger dan 47 jaar met overgewicht en obesitas werd bijna vier keer meer parodontitis vastgesteld dan bij personen met een normale BMI.

Tannerella forsythia
Tannerella forsythia is een bacterie die doorgaans geassocieerd wordt met de aanwezigheid van verdiepte pockets. In de groep als gezond/gingivitis geclassificeerde personen werden grotere aantallen Tannerella forsythia aangetroffen bij personen met obesitas dan bij personen met een gezond gewicht.

Bron:  Hygienetown.com Perioreports vol. 21 no. 4
Haffajee, A., Socransky, S.: Relation of Body Mass Index, Periodontitis and Tannerella Forsythia. J Clin Perio 36: 89-99, 2009

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
infectiepreventie

Nieuwe namen paropathogenen

Bacteriologie parodontitis
De bacteriologie van parodontitis wordt steeds complexer; het aantal bacteriesoorten in de verdiepte parodontale pocket op op basis van moleculaire technieken wordt geschat op enkele duizenden soorten.

Nieuwe namen
Enkele van de de bekende paropathogene bacteriën hebben een andere naam gekregen. Dit gebeurt op basis van nieuw inzicht van de taxonomische status van deze bacteriën.

Oude naam Nieuwe naam
Actinobacillus actinomycetemcomitans Aggregatibacter actinomycetemcomitans
Bacteroides forsythus Tannerella forsythia
Peptostreptococcus micros Parvimonas micra

Indicatorbacteriën
Bacteriën zoals Aggregatibacter actinomycetemcomitans (Aa), Porphyromonas gingivalis (Pg), Tannerella forsythia (Tf) zijn belangrijke indicatorbacteriën die bepalend zijn voor het soort behandeling dat de patiënt dient te krijgen.

Bron: Van Winkelhoff, A.J., Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne 2009, nr. 6, 22-25

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
eten - groenten

Eén logo voor gezonde voeding

Eén logo voor gezonde voeding
Minister Klink ondersteunt het advies van de Gezondheidsraad om te komen tot één gemeenschappelijk logo voor gezonde voeding. Zo’n logo kan in twee vormen verschijnen.

Vertrouwen
Klink schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. Hij zegt ‘er op te vertrouwen dat de betrokken partijen zullen komen tot een gemeenschappelijke set van criteria op basis waarvan de logo’s op producten gevoerd mogen worden’.

Effectiviteit onderzocht
In november van dit jaar verschijnen de resultaten van een onderzoek naar de effectiviteit van een logo voor gezonde voeding. De verwachting is dat dit vanaf 2011 in gebruik kan worden genomen. Hierdoor kan de consument sneller een keuze voor gezonde voeding maken.

Bron: Min. VWS

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Prijs - beker

Onderscheidinging prof. dr. Ubele van der Velden

Op 18 september j.l. vond het afscheidssymposium plaats van prof. dr.Ubele van der Velden. Ter gelegenheid van zijn afscheid ontving  Van der Velden zowel een koninklijke onderscheiding als de Gouden Molaar voor zijn brede inzet en professionele en maatschappelijke betekenis voor de ontwikkeling van de klinische parodontologie. Van der Velden was 40 jaar verbonden aan de UvA en het latere ACTA en kan terugblikken op een indrukwekkende wetenschappelijke carrière. Aan de NVvP vertelde hij wat voor hem de drie belangrijkse hoogtepunten waren uit deze periode.

Aa risicofactor parodontitis
Van der Velden noemt als eerste hoogtepunt het 20 jaar durende Indonesië-onderzoek waarin kon worden aangetoond dat de bacterie Aggregatibacter actinomycetumcomitans (Aa) een echte risicofactor is voor het ontstaan van parodontitis: een belangrijke mijlpaal op het gebied van wetenschappelijk onderzoek.

Basis voor kwaliteit
De introductie in Nederland van het begrip “parodontoloog” met erkenning van de NVvP op basis van opleidingscriteria en criteria voor de herbenoeming. Als lid van het Consilium Parodontologicum was Van der Velden nauw betrokken bij de strikte controle op het systeem van herbenoeming na elke 5 jaar dat een onmisbare basis vormt voor de kwaliteit van het beroep.

Erelidmaatschap

De toekenning van het erelidmaatschap van de Britse vereniging voor parodontologie vindt Van der Velden een grote eer.
Hij dankt deze benoeming aan het door hem verrichte onderzoek en zijn betrokkenheid bij de oprichting en de uitbouw van de Europese Federatie voor Parodontologie (EFP).

Vitamine C en parodontitis
Onderzoek naar de rol van voeding en vitamine C op parodontitis en het versterken van de afweerreactie van de gastheer blijft de bijzondere belangstelling van Van der Velden houden. Als gastonderzoeker bij het ACTA zal Van der Velden hier voorlopig nauw betrokken bij blijven.

Bron: NVvP

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Vrouwen in VS zorgen beter voor hun mond

Ruim kwart Nederlandse tandartsen is vrouw

Steeds meer vrouwelijke tandartsen
Van de 6.622 Nederlandse tandartsen van 64 jaar en jonger met een bij de NMT bekend praktijkadres in 2009 is 26,8% vrouw. In 2006 was dat nog 20,7%.

Meeste vrouwelijke tandartsen in het westen
In het westen zijn relatief meer vrouwelijke tandartsen dan in de overige delen van Nederland. De regio Amsterdam-Haarlem e.o. heeft het met 36,3% het grootste aandeel vrouwelijke tandartsen. Regio Oost scoort met 20,4% het laagst.

Tandartsdichtheid
In januari 2009 bedroeg het totale aantal geregistreerde tandartsen van 64 jaar of jonger met woon- en/of werkadres in Nederland 8.357. Bij de berekening van de tandartsendichtheid is uitgegaan van het aantal tandartsen met een bij de NMT bekend praktijkadres in januari 2009 (6.622 tandartsen). Van de overige geregistreerde tandartsen van 64 jaar en jonger is de locatie waar zij zorg verlenen niet bekend. Ze zijn veelal wel werkzaam, doorgaans als tandarts-praktijkmedewerker en/of -waarnemer in de praktijk van een collega en/of in dienstverband.

Bron: RIVM/ NMT

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
oogkasreconstructie met 3D

Anatomie in 3D

Interactieve anatomie
Het internetprogramma Visible Body maakt het mogelijk om achter je eigen computer op een leuke en spannende manier je inzicht in de anatomie van het menselijke lichaam te vergroten.  Functies, systemen en organen in het menselijk lichaam inzichtelijk worden gemaakt. Alle anatomische structuren en organen kunnen in 3 dimensies worden gevisualiseerd.

10 lichaamssystemen
Visible Body voert om te beginnen de verschillende lichaamssystemen in die u kunt tonen en verbergen. Met behulp van de groene Add-knop kunt u ieder lichaamssysteem klaarzetten om op commando tevoorschijn laten komen.

Virtuele joystick
Met behulp van een virtuele joystick laat u het lichaam  in om het even welke richting bewegen. Met vier pijltjes verschuift u de indrukwekkende, grafische voorstelling totdat ze perfect in beeld staat. Het is mogelijk om de 3D-afbeelding van het lichaam met behulp van de muis en de spatiebalk in de juiste hoek te draaien en met het ideale zoompercentage in beeld te brengen.

Samenhang tussen de systemen
Aan de hand van een systeem van kubusjes, dat erg overeenkomt met het navigatiesysteem van de Windows Verkenner is het mogelijk om de verschillende lichaamssystemen open te klappen in sub- en subsubgroepen.
Hierdoor zien we de samenhang tussen de verschillende lichaamssystemen.

Lichaamsobjecten zoeken
Heel bijzonder is het zoekvak waar u bepaalde lichaamsonderdelen opvraagt. Klik op het vergrootglas en meteen zoomt het gevraagde lichaamsdeel in beeld. In het vak verschijnen naast de naam van het object twee knoppen: Go en Isolate. De eerste brengt het bewuste lichaamsdeel schermvullend in beeld en de tweede knop zorgt dat alle andere onderdelen uit het zicht verdwijnen. De grafische kwaliteit van Visible Body is extreem goed. Er is echter wel een recent krachtig systeem voor nodig.

Registratie en kosten
Ontwikkelaar Argosy is gespecialiseerd in multimediale voorstellingen voor wetenschappelijk, medische en farmaceutische doeleinden. Het mooie aan het programma is dat ook de samenhang tussen de verschillende onderdelen en funties van het lichaam zichtbaar zijn. Na het invoeren van een geldig e-mailadres en een wachtwoord ontvangt men automatisch een e-mail met een link om te registreren. Het programma kan kosteloos worden uitgeprobeerd. Een abonnement op  het programma was tot voor kort gratis  maar nu worden abonnementskosten in rekening gebracht.

Technische gegevens:
Visible Body
Free trial/ Bij abonnement worden kosten in rekening gebracht
Taal Engels
OS XP/2000/Vista
Systeemeisen Minimum 1 gHz Pentium 3 processor, 512 MB RAM; aanbevolen 2 gHz Pentium 4 processor met 2 GB RAM, alleen op Internet Explorer 6 of 7 die voorzien is van Adobe Flash Player plug-in 8.0 of hoger.

Bron en meer info
:
Visible Body

Zie ook: Liem SL. Interactief driedimensionaal model van het lichaam van de mens
Ned Tijdschr Tandheelkd 2009; 116: 38-40

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Thema A-Z
Kruk-onder-tandartsstoel-helpt-bij-reanimatie

Reanimatie: bent u bekwaam?

Reanimatierichtlijnen
De European Resuscitation Council is een samenwerkingsverband van de nationale reanimatieraden van 25 Europese landen, waaronder de Nederlandse reanimatieraad. Elke 5 jaar vindt een internationale consensusbijeenkomst plaats, waar wetenschappelijk gefundeerd onderzoek op het terrein van reanimatie wordt beoordeeld en eventueel wordt verwerkt in de richtlijnen voor het verrichten van reanimatiehandelingen.

Kennis én vaardigheden up to date
Alleen kennis hebben van de reanimatierichtlijnen is niet voldoende. De reanimatiehandelingen moeten ook jaarlijks worden geoefend op een speciaal ontworpen reanimatiepop, bij voorkeur aangevuld met een training in het gebruik van een automatische externe defibrillator (AED). Er is een groot aanbod aan cursussen.

Richtlijnen primaire reanimatie volwassenen
De belangrijkste wijzigingen in 2006 waren:

  • reanimatiepoging beginnen als slachtoffer bewusteloos is, niet reageert en geen normale ademhaling heeft
  • beginnen met verrichten van hartmassage
  • beademingen ongeveer 1 seconde te laten duren
  • bij hartmassages  ‘muis’ van de hand direct op het midden van de borst van het slachtoffer plaatsen
  • verhouding 30 hartmassages / 2 beademingen

Bronnen en meer informatie:
Nederlandse Reanimatieraad
Nederlandse Hartstichting
Brand HS, Nieuwe richtlijnen voor het verrichten van primaire reanimatie bij volwassenen. Ned. Tijdschr Tandheelkd 2006; 113: 243-246

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
website

Informatiebronnen tandheelkunde op internet

Evidence based handelen in de dagelijkse praktijk


Om evidence based te kunnen handelen in de dagelijkse praktijk moet je over de kennis en vaardigheden beschikken om:
– de juiste vraagstelling over klinische onderwerpen te kunnen opstellen
– de verkregen antwoorden te kunnen toetsen aan de validiteit voor de praktijk.

Waar en hoe?
Wetenschappers zijn bedreven in het zoeken naar literatuur in databanken zoals PubMed in MEDLINE. Maar als je als dental professional in de dagelijkse praktijk evidence based wilt handelen en betrouwbare informatie wilt zoeken, waar en hoe doe je dat dan?

Training voor het hele team
Intute, een website opgezet door een aantal Britse universiteiten en wetenschappelijke organisaties, biedt betrouwbare informatie voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, o.a. over tandheelkunde.
Op de website is ook een “internet training” te volgen. De “Virtual Training Suite” is een zeer toegankelijk instructieprogramma om doelgericht informatie op internet te leren zoeken met een maximaal resultaat.

Meer informatie:
Intute
Intute Virtual Training Suite

Overzicht overige websites 

 

Cochrane Collaboration
Cochrane Collaboration (Nederlands)
Centre for Evidencebased Dentistry
Journal of Evidencebased Dentistry
MEDLINE PubMed

Bronnen en meer informatie:
Themanummer “Evidence based tandheelkunde” Ned. Tijdschr Tandheelkd 2007, april
Liem SL. Online zoeken in een databank over tandheelkunde Ned Tijdschr Tandheelkd 2009; 116; 266-267
Liem SL. Evidence-based literatuurbronnen op internet Ned Tijdschr Tandheelkd 2007;114 mei  231-232

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Spontaan lachen in de stoel

Wie lacht, laat wat van zichzelf zien. Ook letterlijk: lachen trekt onwillekeurig de aandacht naar mond en tanden. Voor dental professionals is het belangrijk te weten wat als een mooie lach gezien wordt. Pieter van der Geld, tandarts in Vught, promoveert op 15 september aan de Radboud Universiteit op zijn onderzoek naar de lach, tandheelkundig en psychologisch beschouwd.

Nieuw: ook spontane lach
Eerder onderzoek naar aantrekkelijke gezichtskenmerken wijst erop dat tussen de opvatting van tandheelkundigen en patiënten een verschil kan bestaan over wat mooi is. Pieter van der Geld onderzocht daarom onder gewone mensen wat zij een mooie lach vinden. Hij betrok daar niet alleen beelden bij van de lach op verzoek, maar ook van de spontane lach. Dit laatste is nieuw in de tandheelkunde. Het onderzoek van Van der Geld laat zien dat de spontane en geposeerde lach er duidelijk anders uit zien. Hij laat zien hoe de lachlijn in elkaar steekt.

Lachlijn
Van der Geld formuleert de lachlijn of smile line als de onderrand van de bovenlip tijdens het lachen. Voor een mooie lach, spontaan of geposeerd, is een goed evenwicht tussen tanden en lippen van belang. Daarbij speelt de mate van het optrekken van de lippen tijdens het lachen een rol. Die bepaalt de zichtbaarheid van tanden en kiezen en daarmee de hoogte van de lachlijn. Een lage lachlijn bijvoorbeeld, laat weinig tanden zien en wordt geassocieerd met een ouder aandoend uiterlijk. Een hoge lachlijn laat meer tanden en tandvlees zien – echter, dan kunnen eventuele schoonheidsfouten aan het licht treden. Kortom: aandacht voor de lachlijn is onontbeerlijk in de tandheelkunde. Maar over de lachlijn bij spontaan lachen en spreken was tot nog toe weinig bekend.

Video
De huidige methoden, waarbij bijvoorbeeld een foto van het gezicht van de patiënt gemaakt wordt, zijn niet geschikt om de lachlijn bij spontaan lachen vast te stellen. Om de spontane lach vast te leggen en te meten is videotechniek nodig. Van der Geld ontwikkelde hiervoor de digitale videografische meetmethode. Hij verzamelde beelden van het spontane lachen van proefpersonen die naar een komische film keken. De lachlijn bij de tanden en kiezen werd vervolgens met een computersysteem gemeten.

Digitale meting van de tandlengte en hoogte van de lachlijn
Daarnaast filmde hij ‘lachen op verzoek’ en, als vergelijkingsmateriaal, beelden van sprekende, niet lachende mensen. Op die manier kon hij vaststellen hoe de lachlijn er uitziet bij spontaan lachen, lachen op verzoek en bij spreken. Ook kon hij zo bepalen hoe betrouwbaar de digitale videografische meetmethode is. Van der Geld liet vervolgens 122 proefpersonen de aantrekkelijkheid van en de tevredenheid met de spontane lach op hun eigen foto beoordelen. Hiermee wilde hij de zelfbeleving van de lach onderzoeken en de tandheelkundige factoren die hierop van invloed zijn.

Aantrekkelijkste spontane lachlijn
De spontane lachlijn die als het aantrekkelijkst wordt ervaren, is er een die de tanden helemaal laat zien en twee tot vier millimeter tandvlees. Veel meer zichtbaar tandvlees werd als negatief beoordeeld. De lach op verzoek ziet er heel anders uit: bij een spontane lach komt de bovenlip hoger uit en is 30 procent meer gebit te zien dan bij een geposeerde lach. Ook de onderlip bedekt de tanden minder bij een spontane lach. En de spontane lach is breder.

Spontane lach als  ijkpunt
De spontane lach blijkt de verhoudingen tussen de lippen en het gebit beter weer te geven, waardoor tandheelkundigen meer en betere informatie krijgen ten behoeve van hun behandelingen. De spontane lach zou dus voor tandheelkundigen bij hun behandeling van patiënten eerder het ijkpunt moeten zijn dan de geposeerde lach, die dat nu bijna altijd is. Om deze spontane lach te bepalen zou volgens Van der Geld de digitale videografische meetmethode toegepast moet worden voorafgaand aan alle tandheelkundige ingrepen waarbij de gezichtsuitdrukking en de lachlijn in het geding zijn zoals bij behandelingen met kronen en implantaten, beugelbehandelingen en kaakoperaties.

Bron: UMC St Radboud

P.A.A.M. van der Geld, ‘Smiling and speaking in a dental perspective. A dental and psychological approach to the smile line, tooth display, and smile attractiveness’

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Welke-afwijkingen-van-het-mondslijmvlies-zijn-er

Gehemelteplaatje bij schisis geen meerwaarde

Gehemelteplaatje bij schisis
In Europa krijgt ongeveer de helft van de baby’s met een complete schisis direct na de geboorte al een gehemelteplaatje. Aan deze behandeling worden allerlei voordelen toegeschreven zoals het vergemakkelijken van de voeding, een betere groei van de kaken en een betere spraak.

Effect gehemelplaatje
Het effect op de korte en langere termijn van deze behandeling is nooit goed onderzocht. Orthodontist Katja van Oort-Bongaarts van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht het langetermijneffect op de esthetiek van het gelaat, de ontwikkeling van het melkgebit en de groei van de kaken. Baby’s met een complete enkelzijdige schisis, die onder behandeling kwamen in de schisiscentra van Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam werden willekeurig verdeeld over twee groepen: één met en één zonder gehemelteplaatje.

Geen meerwaarde

Kinderen met en zonder plaatje blijken op 4- en 6-jarige leeftijd niet van elkaar te verschillen. Het gehemelteplaatje heeft dus geen meerwaarde.

Bron: Radboud Universiteit Nijmegen 6 juli 2009
Meer informatie over schisis: www.schisis.nl

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Cannabis veroorzaakt mogelijk droge mond door nieuw ontdekt mechanisme

Koortslip onder de duim?

Herpes simplex (HSV):
Herpesvirussen veroorzaken een breed scala van aandoeningen. HSV-1 is de veroorzaker van de koortslip en oogontstekingen. HSV-2 veroorzaakt genitale herpes. Na besmetting verschuilt het Herpes simplex virus type 1 zich in een tak van de aangezichtszenuw van de drager om bij zonnebrand, verminderde weerstand of koorts weer de kop op te steken. Ongeveer 80% van de bevolking heeft antistoffen tegen HSV-1 en 20% tegen HSV-2.

Missende schakel:
Onderzoekers uit Cincinnati en Glasgow hebben nu in het virus een eiwit (VP16) gevonden dat de schakel vormt tussen de latente en actieve toestand. In hun onderzoek werden muizen besmet met mutanten van het virus waarin een dergelijk eiwit ontbrak. Virusstammen zonder dit eiwit bleven latent als bij de dragermuis koorts werd opgewekt. Een middel dat VP16 definitief uitschakelt, zou de wederopstanding van het latente virus kunnen voorkomen.

Doorbraak:
Deze ontdekking is van groot belang voor de ontwikkeling van methoden om het virus voorgoed onder de duim te houden (PLoS Pathogens). De ontwikkeling van een herpesvaccin lijkt hiermee mogelijk te worden.

Bron: NRC Handelsblad Wetenschap

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
T-cellen mogelijk verantwoordelijk voor orale disfunctie bij hiv-patiënten

Hiv past zich aan

Hiv
Hiv heeft zich sinds het begin van de epidemie zodanig aangepast dat het nu minder goed door de relatief beschermende HLA-eiwitten kan worden gepresenteerd aan het immuunsysteem. Dat stelt Ingrid Schellens van de Universiteit Utrecht in haar proefschrift.
HLA-eiwitten zijn gespecialiseerd in het presenteren van stukjes virus aan CD8+ T-cellen. Er zijn veel verschillen HLA-eiwitten en we weten dat mensen die bepaalde HLA-eiwitten hebben, bijvoorbeeld HLA-B27 of HLA-B57, vaker dan gemiddeld een relatief langzaam ziektebeloop hebben. Een hypothese is dat HLA-B27 en HLA-B57 geassocieerd zijn met langzame ziekteprogressie omdat ze niet zo veel vóórkomen in de menselijke populatie.

Aanpassing
Omdat hiv zich aan kan passen aan de CD8+ T-cellen in een patiënt (door het maken van escape mutaties) zou het kunnen zijn dat HIV beter is aangepast aan de veel voorkomende HLA-eiwitten, dan aan HLA-eiwitten die maar weinig voorkomen. Schellens vergeleek daarom patiënten die in het begin van de hiv-epidemie (rond 1985) besmet zijn geraakt met patiënten die recentelijk (in 2005 of 2006) besmet zijn geraakt, om te kijken of escape mutaties ook op populatie niveau aanwezig blijven.
Het blijkt dat hiv zich niet zozeer heeft aangepast aan de HLA-eiwitten die veel voorkomen in de populatie, maar juist aan de (relatief zeldzame) HLA-eiwitten die een sterke selectiedruk geven.

Bron
: Artsennet.nl

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z