De toekomst: Autologe mesenchymale cellen en synthetische grafts voor botvervanging bij mensen

Hoe virulent is H1N1 Influenza?

H1N1 Influenza
De WHO heeft fase 6 afgegeven voor de nieuwe Influenza A (H1N1). Er is sprake van een wereldwijde pandemie. Hoe besmettelijk is dit virus?

Besmettingsweg
Influenzavirussen worden van mens tot mens voornamelijk overgedragen via aerogene druppelinfectie: de geïnfecteerde persoon verspreidt door hoesten of niezen virushoudende druppeltjes in de omgevende lucht, die door een potentieel slachtoffer wordt ingeademd. Kleine deeltjes met een diameter van één tot vijf µm lijken het effectiefst. De minimale aerogene besmettingsdosis ligt zeer laag, waarschijnlijk in de orde van één of enkele virusdeeltjes. Voor experimentele infectie door indruppelen van virus in de neus is honderdmaal meer virus nodig, zodat infectie door besmette handen of voorwerpen (deurknoppen, telefoonhoorns, toetsenborden) waarschijnlijk een veel kleinere rol speelt. Besmetting vindt meestal plaats in besloten ruimten; in de open lucht wordt het geaerosoliseerde virus snel verdund waardoor de kans op besmetting afneemt.

Besmettelijke periode
De besmettelijke periode komt overeen met de duur van de virusreplicatie (één dag voor tot en met zes dagen na het begin van de ziekteverschijnselen). Besmette personen kunnen dus al infectieus zijn voordat ziekteverschijnselen zijn opgetreden.

Besmettelijkheid
Het aantal uitgescheiden virusdeeltjes per patiënt per dag is leeftijdsafhankelijk en bij kinderen en adolescenten het grootst. De virusuitscheiding neemt toe met de ernst van de ziekte. In de periode van de ernstigste symptomen worden in het neusvocht virusconcentraties van 104 tot 107 infectieuze virusdeeltjes per ml aangetroffen. Virushoudende druppeltjes blijven het langst besmettelijk in droge en koude lucht (uren tot dagen), maar worden snel inactief in natte en warme lucht evenals onder inwerking van zonlicht (ultraviolet licht).

 Risicogroepen
Iedereen met sociale contacten loopt tijdens een epidemie risico met het influenzavirus te worden geïnfecteerd. De kans hierop is het grootst in besloten, drukbezochte ruimten (kantoor, openbaar vervoer, school, werkplaats, et cetera). De hoogste incidentie wordt bij vijf- tot veertienjarigen gevonden. Een door deze kinderen opgelopen infectie kan vervolgens op de andere gezinsleden worden overgedragen.

Bron en meer informatie:
RIVM
dentalINFO richtlijnen: Richtlijn Preventie Infectieziekten WIP
Werkgroep Infectie Preventie

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
beker - prijs

Uitreiking eerste Hokwerda-award

Hokwerda Award
Tijdens het NMT Jaarcongres ontving Jurjen van Boheemen (TU Delft) de eerste Hokwerda-award voor een ontwerp voor een nieuwe generatie tandartslampen. De award is vernoemd naar prof.drs. O. Hokwerda die sinds 1965 ijvert voor gezondere arbeidsomstandigheden in de mondzorg.

Tweejaarlijkse prijs
De prijs bestaat uit een award en een bedrag van  € 15.000,- wordt één keer per twee jaar uitgereikt aan een persoon, instelling of organisatie die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van het verbeteren van de beroepsuitoefening en de arbeidsomstandigheden in de mondzorg.

Winnaar: Design Dental Operating Light
Er waren twee genomineerden. Winnaar Van Boheemen met een ontwerp voor een nieuwe generatie tandartslampen waarvan de lichtbundel evenwijdig met de blikrichting van de behandelaar kan worden opgesteld. Het ontwerp is uitgetest maar moet nog in productie worden genomen.

Eervolle vermelding:
Een eervolle vermelding ging naar De Bodytray®: een tablet voor een normtray met daaronder een vervormbaar kussen, gevuld met polystyreenkorrels waardoor het tablet op stabiele wijze horizontaal op de borst van de patiënt geplaatst kan worden zodat geen verschuiving van instrumenten kan optreden.

Ergonomische verbetering
Beide inzendingen zijn van belang voor een ergonomische verbetering van de werkwijze.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Ergonomie, Kennis, Thema A-Z
rolstoel

Rolstoel wordt tandartsstoel

Rolstoel wordt “kantelstoel”
Het Medisch Centrum Leeuwarden beschikt sinds kort over een ‘kantelstoel’. Het hulpmiddel maakt het mogelijk patiënten in een rolstoel op een gemakkelijke manier tandheelkundige zorg te verlenen. De patiënt blijft gewoon in de rolstoel zitten. De rolstoel wordt in de kantelstoel gezet; daarmee kan de patiënt gemakkelijk in een achteroverzittende positie worden geplaatst voor het verlenen van mondzorg.

Uitkomst
‘In het CBT krijgen we veel patiënten die rolstoelgebonden zijn, bijvoorbeeld verpleeghuisbewoners. Om zo’n patiënt in de gewone tandartsstoel te krijgen is vaak een hele opgave. En een patiënt in de eigen rolstoel te helpen is ook geen goede optie. Daarom zijn we blij dat deze stoel er nu is,’ vindt Gertrud Boelens, tandarts bij het CBT. ‘We zijn een van de weinige tandheelkundige centra in Nederlandse ziekenhuizen die over zo’n kantelstoel beschikken. Een uitkomst voor patiënt, tandarts en tandartsassistente.’

Mogelijke toepassingen groot
De kantelstoel is verplaatsbaar en kan in alle behandelkamers van het CBT worden gebruikt. ‘Je kunt je ook voorstellen dat andere poliklinieken in het MCL dit hulpmiddel willen toepassen voor bepaalde onderzoeken. De kantelstoel is ook geschikt voor mensen met overgewicht, want het draagvermogen is 500 kilo. Het aantal mogelijke toepassingen is dus groot.’

Bron: Medisch Centrum Leeuwarden

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
vast, depressie, hersenen

Slechte samenwerking leidt tot depressie

Weinig teamspirit en hoge werkdruk triggeren depressie
Een hoge werkdruk in combinatie met gebrekkig teamwerk leidt tot een hogere kans op depressie, zo blijkt uit Fins onderzoek. Door de recessie is de werkgerelateerde stress nog meer toegenomen: mensen zijn bang hun baan te verliezen en maken zich zorgen over hun economische toekomst.

Ook in goede tijden
Maar ook in goede tijden kan de werkomgeving negatieve psychische gevolgen hebben. “Depressie komt meer voor onder werkenden en leidt tot hoge kosten voor de werkgever in de vorm van verzuim en ziektekosten,” zegt Marjo Sinokki van het Finse Institute of Occupational Health. “Het is daarom in alle tijden van belang om aandacht te besteden aan het welzijn op de werkvloer, met name aan het samenwerkingsklimaat.”

Vier soorten werkplekken
Voor het onderzoek werden 3.347 Finse werkenden tussen de 30 en 64 jaar onderzocht. Hen werd gevraagd naar hun werkplek, met name over teamspirit, interne communicatie en werkdruk. De deelnemers werd gevraagd in hoeverre hun werkplek overeen kwam met een van de volgende vier beschrijvingen: ‘bemoedigend en nieuwe ideeën worden positief ontvangen’, ‘bevooroordeeld en conservatief’, ‘leuk en ontspannen’ en ‘vol conflicten en onenigheid’. Ook werd hen gevraagd naar hun privéleven en sociale leven.
De gemeenschappelijke factor van de werkplekken die bevooroordeeld of vol conflicten genoemd werden, bleek gebrek aan samenwerking. Van de testpersonen die vonden dat de teamspirit op het werk slecht was, was de kans op depressie 60 procent hoger en de kans op het gebruik van antidepressiva 50 procent hoger.

Waarschuwingssignalen
Hoewel het een Fins onderzoek betreft, menen de onderzoekers dat de bevindingen gelden voor werknemers overal ter wereld. Ze stellen dat er meer aandacht besteed zou moeten worden aan de psychosociale factoren op het werk. “Omdat mensen het grootste deel van hun dag op het werk doorbrengen, heeft de werkomgeving een grote invloed op het psychisch welzijn,” stelt Jopsh Klapow, professor gezondheidszorg aan de de University of Alabama. “Mensen die zich zenuwachtig, angstig, verdrietig of prikkelbaar voelen op het werk en merken dat die gevoelens hun prestaties negatief beïnvloeden, moeten deze symptomen serieus nemen. Het zijn vaak waarschuwingssignalen voor een dieperliggende, maar behandelbare, psychische aandoening. Worden ze niet behandeld, dan kunnen ze leiden tot zeer ontwrichtende problemen.”

Bron: Managersonline.nl
5 juni 2009

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Peri implantitis

Peri-implantaire infecties

Peri-implantaire infecties
Peri-implantaire infecties (mucositis en peri-implantitis) komen steeds meer voor. Uit de literatuur blijkt dat peri-implantitis een steeds belangrijkere factor wordt voor verlies van implantaten. Gezien de invloed van aanwezige paropathogenen is het ontstekingsvrij maken van het parodontium voordat de implantaten worden geplaatst een essentiële stap in het implantologieprotocol. Daarnaast dient een strikt protocol te worden gevolgd in de behandeling van peri-implantitis.

Mucositis
Belangrijkste kenmerken:
• Verdiepte pockets (tot 5 mm)
• Bloeding na sonderen
• Zwelling

Peri-implantitis
Belangrijkste kenmerken:
• verticaal en/of angulair botverlies rond het implantaat
• toename van de sondeerdiepte
• bloeding na sonderen
• pusformatie
• roodheid en zwelling van de peri-implantaire mucosa
• pijn en mobiliteit (In een laat stadium)

Peri-implantitis: multifactoriële aandoening
Peri-implantitis is net als parodontitis een multifactoriële aandoening waarbij bacteriën essentieel zijn, maar wellicht niet voldoende om de ziekte te veroorzaken. De bacteriën aangetroffen in peri-implantaire laesies kunnen ook worden aangetroffen bij stabiele implantaten.

Risicofactoren:
• Roken
• Parodontitis
• Genetische gevoeligheid voor beide aandoeningen
• Ongecontroleerde diabetes mellitus

Samenstelling subgingivale plaque:
Anaerobe, door gramnegatieve bacteriën gedomineerde bacterieflora met belangrijke paropathogene bacteriën zoals Porphyromonas gingivalis, Tannerella Forsythensis en spirocheten. Voor zover nu bekend is de microflora bij peri-implantitis niet anders dan bij parodontitis.

Belangrijke parameters voor diagnostiek en evaluatie van behandeling van peri-implantaire infecties:
> sonderen van pockets ( ≥5mm)
> sonderen van aanhechtingsniveau (verlies van aanhechting)
> bloeden na sonderen
> pusvorming
> meten van recessie
> mobiliteit
> meten van botverlies (röntgendiagnostiek)
> bepalen van pathogenen (microbiologische diagnostiek)

Behandeling mucositis:
Mucositis bij implantaten kan op dezelfde manier worden behandeld als gingivitis bij natuurlijke gebitselementen. Met behulp van een adequate mondhygiëne, mechanische plaque- en tandsteenverwijdering in combinatie met antibacteriële spoelmiddelen is de ontsteking meestal weg te krijgen.

Behandeling peri-implantitis:
> reduceren van de bacteriële belasting in de peri-implantaire pocket(s);
> decontamineren en het conditioneren van het implantaatoppervlak;
> reduceren/elimineren van plaatsen die niet plaquevrij kunnen worden gehouden door adequate mondhygiëne-
maatregelen;
> instellen van een effectief mondhygiëneregime om mucositis en herinfectie van de restpockets te voorkomen;
> opvullen van de ontstane botkraters (botregeneratie).

Technieken, instrumenten en materialen:
Gesloten techniek: bij ondiepe pockets en beperkte botafbraak: reiniging worteloppervlak met kunststof curettes in combinatie met antibacteriële spoelmiddelen
Open techniek: Openklappen peri-implantaire weefsel met behulp van een flapoperatie: verwijdering granulatieweefsel uit botdefecten en met direct zicht reinigen van het implantaatoppervlak.
Mechanische en chemische reiniging kan o.a. met: air abrasion, citroenzuur, etsgel, waterstofperoxide en chloorhexidine.

Antibioticumtherapie:
Het gebruik van een systemische antibioticumtherapie na mechanische reiniging van het peri-implantaire gebied kan een klinische verbetering geven van de conditie van de peri-implantaire weefsels en tevens de progressie van botafbraak stoppen of vertragen. Dit geldt niet in geval van peri-implantair botverlies bij afwezigheid van ontstekingsverschijnselen.

Afbeelding: Mogelijke behandelstrategiëen bij peri-implantaire infecties.

Bron:
Winkelhoff AJ van, Avoort PGGL van der, Wismeijer D. Infectieuze complicaties bij implantaten
Ned Tijdschr Tandheelkd 2009; 116: 193197

Voor meer informatie:
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie
Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
slaapproblemen - snurken

Nooit meer snurken

Wat is OSAS?
Bij het obstructief slaapapneusyndroom sluit een teveel aan weefsel bovenin de keel of bij de huig de luchtweg af tijdens het slapen. Als dat meer dan 10 seconden duurt spreekt men van apneu of hypo-pneu. Dan onstaat een tekort aan zuurstof in het bloed met als gevolg dat mensen vaak kortstondig wakker worden. Dit kan leiden tot overmatige slaperigheid overdag, onoplettendheid in het verkeer en hoge bloeddruk. OSAS verhoogt de kans op hart- en vaatafwijkingen en op vroeg overlijden.
Vooral te dikke mannen die veel roken en alcohol gebruiken, of keel-neus-oorafwijkingen hebben, lopen een risico op OSAS.

Behandeling met mandibulaire repositieapparaten (MRA’s)
Mandibulaire repositieapparaten (MRA’s) worden tegenwoordig als behandeling van eerste keus aanbevolen voor de behandeling van lichte en matige OSAS. Inmiddels zijn er enige duizenden bij patiënten geplaatst. Met name het gedegen en uitgebreide promotie-onderzoek van de kaakchirurg dr. A. Hoekema, waarin het therapeutisch effect van de MRA vergeleken werd met het slaapmasker met luchtpompje, de continuous positive airway pressure (CPAP), heeft vanaf 2007 voor een doorbraak gezorgd in acceptatie van de MRA als volwaardige therapie naast de CPAP voor een belangrijk deel van de OSAS-patiënten in Nederland.  Op diverse tandheelkundige faculteiten vindt thans vanuit de gnathologie in dit verband wetenschappelijk onderzoek plaats.

Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde
Tandartsen en tandarts-specialisten spelen een steeds grotere rol bij de behandeling van snurken en het obstructieve slaapapneusyndroom (OSAS).  Onlangs werd de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde opgericht (NVTS). Doel van de vereniging is het verbreiden van kennis van de tandheelkundige mogelijkheden bij slaapafhankelijke ademhalingsstoornissen en het stimuleren van de kwaliteit van deze behandelingen.

Bronnen: www.nvts.nl   / apneumagazine september 2008 / NRC Handelsblad 21/3 M.A.J. Eijkman / Consumed.nl 30/3

Meer info
Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde
ApneuVereniging

Lees meer over: Kennis, Scholing, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
tanden bleken

Consumentengids: “Thuis bleken tanden meest effectief”

Consumentengids (mei 2009): “Thuis bleken van tanden is meest effectief”

Bleken onder professionele begeleiding
Volgens een artikel in de Consumentengids van mei 2009 is het thuis bleken van de tanden onder begeleiding van de tandarts of mondhygiënist het meest effectief. Dat blijkt uit een onderzoek van Joost Roeters, universitair hoofddocent tandheelkunde. Volgens Roeters blijkt uit het onderzoek bovendien dat het bleken van tanden geen kwaad kan, al zijn de effecten van de behandeling niet overal hetzelfde.

Effectief en goedkoper
De Consumentengids vermeldt verder: “Er zijn meerdere manieren om tanden te `bleken`: whitening tandpasta, zelf een middeltje bij de drogist kopen, thuis bleken met een bleekmal (`lepel`) die de tandarts op maat maakt, bleken bij de tandarts en bleken in een bleekkliniek. De effectiviteit van thuisbleken met de bleekmal heeft te maken met het feit dat deze methode niet heel erg duur is en de mal ook na de behandeling weer te gebruiken is. Bovendien kun je zelf het bleekmiddel kopen. De tarieven voor een dergelijke bleekbehandeling liggen rond de 150 euro. In vergelijking met een behandeling in een bleekkliniek is dit goedkoop. In de kliniek liggen de tarieven tussen de 500 en 1.000 euro voor een complete behandeling. Volgens Roeters heeft een whitening tandpasta weinig effect. De pasta`s voorkomen wel nieuwe aanslag maar daar blijft het ook bij. De snellere bleekmethodes zijn vaak minder goed omdat ze te hoge peroxideconcentraties gebruiken”.

Bron: © Profnews 2009

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Orale-piercings-moeten-worden-verwijderd

Nieuwe patiëntenfolder mondpiercings

Tijdens het NVM congres “Evidence Based Mondhygiëne” is de nieuwe patiëntenfolder “Mondpiercings” van het Ivoren Kruis gepresenteerd. De folder is tot stand gekomen met aanbevelingen van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten.

Steeds populairder
Mondpiercings worden steeds populairder. Bij een mondpiercing is de keuze van materiaal, de plaats in de mond, de kwaliteit van het aanbrengen en het onderhoud van groot belang. Niet alleen voor de mondgezondheid, maar voor de totale gezondheid.

Meestal tongpiercing
Van de mondpiercings komt de tongpiercing het meeste voor. Daarna de piercing in de lip. Andere plaatsen zijn de wang, het lipbandje en het tongriempje.

Materialen
Omdat piercings vaak gemaakt zijn van chirurgisch staal of titanium is de kans op allergische reacties (eczeem of huidontstekingen) uiterst klein.

Hygiëne
Als het aanbrengen van de piercing volgens de algemene hygiëneregels gebeurt, is de kans op complicaties gering. Piercers zijn verplicht de richtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid na te leven.

Genezing
De genezingstijd varieert per piercing en per persoon en is afhankelijk van eventuele complicaties die ontstaan. Ook de eigen wond- en mondverzorging is van invloed op de genezingstijd. Bij tongpiercings kan dit proces tussen de vier en zes weken duren, bij piercings in de lip zeven tot negen weken.

Nazorg
Nazorg voor tongpiercings is gecompliceerder dan voor andere mondpiercings. Aangeraden wordt tijdens het genezingsproces niet te roken. Bij infectie wordt aangeraden te spoelen met chloorhexidine (0,05% tot 0,2%). De kans op een infectie is verwaarloosbaar bij de juiste nazorg.

Problemen door mondpiercings
Complicaties die zich direct bij het plaatsen kunnen voordoen zijn: flauwvallen, ademhalingsproblemen, langdurige nabloeding, infecties, ontstekingen en abcessen. Tongpiercings worden vaak als bron van infectie gevonden bij endocarditis. Na de genezing op langere termijn zijn ingroeien, tandvleesontsteking, terugtrekkend tandvlees, tandbreuk, afbraak van tandbot, inslikken van piercings, aangezichtspijn en tetanusinfectie de problemen.

Tandbreuk
Mondpiercings kunnen tandbreuk veroorzaken. Bij tongpiercings lopen in de meeste gevallen de molaren schade op, gevolgd door de incisieven en de premolaren. De meeste schade aan de gebitselementen wordt veroorzaakt door het spelen met de tongpiercing (wrijven, bijten, tikken).

Meer informatie
De folder Mondpiercings is te bestellen bij het Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Folders, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
roken

Blowen onschuldig?

Gevolgen blowen in de mond?
Roken is een risicofactor voor het ontstaan en de progressie van parodontitis. Is blowen dat ook? Tijdens het NVM congres “Evidence Based Mondhygiëne” op 17 april 2009 besprak Paula Versteeg (mondhygiënist) de uitkomst van een systematic review op ACTA (Versteeg et al. 2008) waarbij onderzocht werd of het gebruik van cannabis een risicofactor is voor het ontstaan van aandoeningen en afwijkingen in de mond.

Blowen en parodontitis
Cannabisgebruik lijkt een risicofactor voor het ontstaan van parodontitis. Onderzoek uit Nieuw-Zeeland suggereert dat het werkingsmechanisme net als bij roken systemisch is (Thomson et al. 2008). Het is mogelijk dat mensen die vaak blowen andere leef- en voedingsgewoonten hebben die een rol spelen bij het ontstaan van parodontitis.

Slechtere mondgezondheid
Uit onderzoek blijkt dat langdurig gebruikers van cannabis een slechtere mondgezondheid hebben (hogere DMF-S score, plaque- en gingivitisscore).  Mogelijk is dit een weerspiegeling van de verwaarlozing van de algemene gezondheid (Silverstein et al. 1978).

Xerostomie, leukoedeem en Candida albicans
Het belangrijkste effect dat in de literatuur werd beschreven was een afname van de speekselvloed als systemisch effect. Dit kan de beschermende rol die speeksel heeft binnen de mondholte negatief beïnvloeden.
Xerostomie (droge mond) en leukoedeem (melkachtige grijswitte verkleuring op de mucosa) komt vaker voor bij het roken van cannabis dan bij het roken van sigaretten (Darling & Arendorf 1993). Candida albicans (schimmelinfectie) komt bij cannabisgebruikers vaker voor dan bij tabakrokers (Darling et al. 1990). Dit laatste zou ook kunnen komen door de aanwezigheid van hydrocarbonaten in de rook van cannabis, een verzwakte afweer door het chronisch gebruik, een slechtere mondhygiëne of slechtere voeding.
Bij toename van het cannabisgebruik (Cohen & Sas 1997) moet de tandheelkundige professional zich ervan bewust zijn dat er mondafwijkingen (xerostomie, leukoedeem en een toename in de prevalentie van Candida albicans) kunnen optreden.

Blowen en mondkanker
Carcinogene stoffen komen voor 50% meer voor in de rook van cannabis dan in die van gewone tabak (Tashkin et al. 2002). Er is echter geen verband gevonden tussen het ontwikkelen van mondkanker (plaveiselcelcarcinoom) en het ooit gebruikt hebben van cannabis (Llewellyn et al. 2004, Rosenblatt et al. 2004).

Blowen in het kort:
Wat is het?
Hasj en weed zijn afkomstig van de plant Cannabis Sativa, kortweg cannabis. In het Nederlands: hennep. Als je de vrouwelijke bloemtoppen ervan droogt en verkruimelt, krijg je marihuana. Marihuana is groen-bruin van kleur en wordt meestal weed of wiet genoemd. Als je de hars van de plant tot blokken of plakjes perst, krijg je hasj. De kleur daarvan varieert van lichtbruin tot zwart. Via een speciale bewerking kan een sterk geconcentreerde stof uit de plant worden gemaakt: hasjolie. Weed, hasj en hasjolie verspreiden een heel karakteristieke geur. Wie die eens heeft geroken, herkent hem in het vervolg onmiddellijk.

Wat zit er in?
Het bestanddeel waar het om gaat, wordt kortweg THC genoemd (voluit: delta-9-tetrahydrocannabinol). Hoe warmer het klimaat waarin de hennep groeit, hoe meer THC er in zit. Ook Nederlandse wiet die onder vrijwel ideale omstandigheden in kassen is gekweekt, bevat vaak veel THC. Hasjolie kan zelfs voor meer dan de helft uit THC bestaan.

Wie gebruiken het?
Hasj en weed zijn in Nederland vrij gemakkelijk te krijgen. De prijs die ervoor betaald wordt, varieert van 2 tot 7 euro per gram. Mensen gebruiken het om zich er lekker en ontspannen door te voelen of om de werkelijkheid te ontvluchten.
De interesse is vooral groot in de puberteit omdat dan de behoefte om te experimenteren het grootst is. Verder komt het gebruik van hasj en weed voor onder alle leeftijdsgroepen, rangen en standen. Geschat wordt dat het aantal actuele gebruikers in Nederland 363.000 is.

Bronnen en meer informatie:
Ivoren Kruis
folder: Hasj en Weed, de antwoorden. Uitgave: Drugs Infolijn 
Trimbos-instituut

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
prijzen

Vrije prijzen mondzorg

NZa: vrije prijzen mondzorg 2011
De prijzen voor mondzorg kunnen worden vrijgegeven per uiterlijk 1 januari 2011 in de vorm van een 5-jarig experiment. Randvoorwaarde is dat de prestatiebeschrijvingen tijdig zijn aangepast en de daarbij behorende kwaliteit en prijs transparant zijn voor de consument. Deze moet bovendien tijdig zijn voorbereid op zijn nieuwe rol op een markt met vrije prijzen. Dit schrijft de NZa in haar advies aan de minister van VWS over de bekostigingstructuur mondzorg.

Onderzoek
De NZa onderzocht op verzoek van de minister of aanpassing van de bestaande structuur van bekostiging van mondzorg voordelen kan opleveren voor de consument op het gebied van kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van mondzorg. De vraag of vrije prijzen daarbij wenselijk zijn, is eveneens in het onderzoek meegenomen. Na uitgebreide consultatie van marktpartijen is de NZa tot de conclusie gekomen dat vrije prijsvorming voordelen voor de consument kan opleveren. Zo kan marktwerking leiden tot een betere prijs/kwaliteitverhouding en biedt een markt met vrije prijzen meer ruimte voor innovatieve zorg.

Transparantie
De NZa stelt wel belangrijke randvoorwaarden aan het vrijgeven van de prijzen voor mondzorg op het gebied van transparantie. Zo moeten onder meer stappen zijn gezet om kwaliteitsindicatoren voor mondzorg te ontwikkelen en moeten deze beschikbaar en toegankelijk zijn voor de consument. Ook moeten behandelingen voor de consument in begrijpelijke prestaties zijn beschreven. Behandelaars moeten daarnaast hun standaardprijslijst openbaar maken en deze op een landelijke website publiceren. Ook dient de behandelaar voorafgaand aan de behandeling een prijsopgave te verstrekken voor behandelingen vanaf € 150 of wanneer de consument hier uitdrukkelijk om vraagt.

Voorbereiding consument
Een randvoorwaarde voor vrije prijsvorming is daarnaast dat consumenten goed voorbereid moeten zijn op de nieuwe situatie waarin zij worden geacht zelfstandiger keuzes te maken. Dit kan bijvoorbeeld via een publiekscampagne. Ook aanbieders en verzekeraars moeten goed worden voorbereid op hun nieuwe rol. Als het veld in staat is versneld aan de door de NZa gestelde randvoorwaarden te voldoen, is invoering van vrije prijzen eerder dan 2011 een mogelijkheid.

Experiment 5 jaar
De NZa adviseert vrije prijsvorming in te voeren in de vorm van een experiment voor de duur van 5 jaar. Dit maakt het mogelijk om bij ongewenste ontwikkelingen waarbij het consumentenbelang geschaad wordt weer tot regulering van de markt over te gaan. Ook kan de NZa maatregelen treffen om een goede werking van de markt te bevorderen. Ingrijpen door de NZa kan nodig zijn als er bijvoorbeeld onverklaarbare prijsstijgingen optreden, de toegankelijkheid in gevaar komt of de kwaliteit van de zorg verslechtert.
Om deze ontwikkelingen nauwgezet te kunnen volgen, stelt de NZa voor de markt de komende jaren intensief te monitoren. Mocht uit deze monitor blijken dat de markt in evenwicht is en vrije prijzen vooral voordelen voor de consument opleveren, dan kan ook worden besloten eerder tot definitieve liberalisering van de markt over te gaan.

Meer informatie
Visiedocument Bekostigingsstructuur mondzorg (maart 2009)
TNS NIPO onderzoek naar transparantie in de mondzorg (januari 2009)

Bron:
allepersberichten.nl
www.nza.nl

Lees meer over: Actueel, Communicatie, Financieel, Management, Ondernemen, Thema A-Z
Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Bloeddrukverlagers werken niet bij kwart patiënten

Erfelijke eigenschappen bepalend
De erfelijke eigenschappen van een patiënt bepalen of bloeddrukverlagende ACE-remmers effect hebben. Bij een kwart van de patiënten werken ze niet. Bij driekwart verlagen ze de kans op een hartinfarct of overlijden door een hartaanval juist extra goed. Dit blijkt uit een grootschalige studie die is gesteund door de Nederlandse Hartstichting.

De Rotterdamse onderzoeker Jasper Brugts heeft de resultaten gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van het American College of Cardiology. De onderzoekers bestudeerden de werking van een bepaalde ACE-remmer, Perindopril, bij 9.000 hartpatiënten. Ze ontdekten dat patiënten met bepaalde erfelijke variaties geen baat hadden bij het geneesmiddel, ook niet als ze het medicijn 4 jaar slikken.

Kostenbesparing?
Artsen schrijven deze medicijnen voor aan patiënten met hartfalen, mensen die een hartinfarct hebben gehad en aan mensen met een hoge bloeddruk. Het gaat om honderdduizenden mensen in Nederland. Deze mensen gebruiken deze medicijnen langdurig, zo’n 10 tot 15 jaar of langer. Het gebruik van de medicijnen zou bij een kwart van hen dus nutteloos zijn. Toekomstige screening op erfelijke variaties kan bepalen of iemand ACE-remmers voorgeschreven moet krijgen. Volgens de onderzoekers zou dat op jaarbasis een kostenbesparing van 20 à 30 miljoen euro kunnen opleveren.

Bron: ANP/nu.nl

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
De-samenstelling-van-het-darmmicrobioom-kan-mogelijk-diabetes-type-2-voorspellen

Meer Nederlanders met diabetes

Toename:
Het aantal inwoners van Nederland met diabetes is in vijf jaar tijd van drie naar vier procent gestegen. Diabetes komt relatief vaak voor bij ouderen en niet-westerse allochtonen. Dat laatste hangt deels samen met ernstig overgewicht. Met deze risicofactor hebben niet-westerse allochtonen vaker te kampen dan autochtonen.
In 2007/2008 gaf vier procent van de Nederlanders aan diabetes te hebben. Dat is ruim één procent meer dan in de periode 2001/2002. Deze toename hangt samen met de vergrijzing van de bevolking en het gestegen aandeel mensen met ernstig overgewicht. Diabetes komt meer voor bij ouderen en mensen met obesitas.

Actieve opsporing
Ook actievere opsporing door huisartsen en een grotere alertheid bij mensen door voorlichtingscampagnes hebben bijgedragen aan de toename van het aantal mensen dat weet dat ze suikerziekte hebben. Van de diabetespatiënten gebruikt ruim twintig procent insuline vanaf kort na de constatering van de ziekte.

Niet-westerse allochtonen
Onder niet-westerse allochtonen komt suikerziekte vaker voor dan onder autochtonen. Het meest komt de ziekte voor bij Surinamers, Antillianen, Arubanen, Turken en Marokkanen. Gecorrigeerd voor leeftijdsverschillen komt diabetes bij deze twee groepen twee tot drie keer vaker voor dan bij autochtonen. Daarbij is gekeken naar mensen van 25 jaar of ouder omdat de ziekte bij jongeren nauwelijks voorkomt.
Waarom sommige groepen niet-westerse allochtonen vaker aan diabetes lijden is niet exact aan te geven. De plotselinge overgang van een niet-geïndustrialiseerde samenleving in het land van herkomst naar een westers geïndustrialiseerd land wordt wel gezien als een mogelijke oorzaak. Diabetes komt inderdaad meer voor onder eerste generatie niet-westerse allochtone 25-plussers dan onder de tweede generatie.

Bron: CBS

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
vraagteken

‘Gezonde crisis’ in Week van de Gezondheid

Week van de Gezondheid:
Gezonde crisis was het thema tijdens de Week van de Gezondheid die van 6 tot en met 12 april werd gehouden. Zo wilde de organisatie benadrukken dat ook in tijden van crisis mensen moeten blijven investeren in hun gezondheid.
De Week van de Gezondheid wordt georganiseerd door de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF). ,,De financiële en economische crisis is een feit en manifesteert zich maatschappijbreed. Overheden nemen allerlei maatregelen om de effecten te verzachten. Van diverse kanten is al aangegeven dat economisch herstel moet komen door onder meer te investeren in duurzaamheid en het versterken van de kenniseconomie. De NPHF wil over het voetlicht brengen dat in dit rijtje ook de volksgezondheid thuishoort.”

(ANP)

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
kindertandarts - kind

GGD’s bezuinigen flink op jeugdmondzorg

Bezuiniging:

Bijna 70% van de 29 GGD’s heeft de afgelopen jaren bezuinigd op kindertandheelkunde. Een op de drie GGD’s heeft niemand meer in dienst die zich bezighoudt met preventieve jeugdmondzorg en is er gemiddeld nog geen halve baan beschikbaar voor de jeugdmondzorg. De melkgebitten van kinderen worden echter steeds slechter . Dit meldde RTL Nieuws na eigen onderzoek. Onderzoek van TNS Nipo wees in juli nog uit dat bijna de helft van de 5-jarige kinderen cariës in het melkgebit heeft.

Wetswijziging?

Tweede Kamerleden van CDA, PvdA, ChristenUnie, SP en PVV willen dat de ministers voor Jeugd en Gezin André Rouvoet (ChristenUnie) en Volksgezondheid en Welzijn Ab Klink (CDA) kijken of een wetswijziging de oplossing kan bieden. CDA-Kamerlid Mirjam Sterk zegt te willen weten hoe erg het probleem op dit moment is. “De oorzaken moeten boven tafel komen en dan moet er gewoon iets aan worden gedaan”

Prioriteit:

Haar collega van de PvdA Kadhija Arib spreekt van een ‘ernstig signaal’. “Het heeft met het beleid van de gemeenten te maken en dat verschilt enorm. De ene gemeente vindt het een hoge priotriteit en geeft dan ook genoeg geld aan de jeugdmondzorg uit. Bij andere gemeenten is het een sluitstuk van hun budget en dat vind ik heel erg. Daar moet wat aan gebeuren.”

Bron: www.nieuws.nl
Novum 29/3/2009

 

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Gesprek - sollicitatiegesprek - functioneringsgesprek, praten

Zo voert u een gesprek over privéproblemen

Tips voor een gesprek met een personeelslid over privéproblemen:

Algemeen:

  • • Zorg dat werknemers het gevoel hebben dat ze altijd bij u terecht kunnen
  • • Houd contact met leidinggevenden om signalen op te vangen
  • • Probeer zelf signalen op te vangen door regelmatig met personeelsleden te praten
  • • Ga het gesprek aan met de werknemer en sta open voor hem als hij daarom vraagt

Tips voor het gesprek:

Zorg voor privacy

Privéproblemen zijn en blijven privéproblemen. Ze zijn geen zaak van andere personeelsleden. Vanzelfsprekend voert u het gesprek in een aparte ruimte. De werknemer moet kunnen rekenen op uw discrete behandeling van zijn probleem.

Creëer een vertrouwensband

Het is van belang dat de werknemer het gevoel heeft dat hij vrijuit tegen u kan praten. Creëer daarom een informele sfeer in het gesprek, zodat er een vertrouwensband ontstaat.

Vrolijk hem of haar een beetje op

Niemand zit voor zijn plezier in de problemen, een grapje of vriendelijke opmerking kan het ijs breken, de persoon een beter gevoel geven en de relatie tussen u en hem verbeteren.

Luister

Toon interesse en luister naar wat de werknemer te vertellen heeft.

Probeer het op te lossen
Probeer om eerst zelf het probleem op te lossen, voor zover dat van u verwacht kan worden.

Geef advies

Als buitenstaander heeft u soms een beter overzicht over het probleem en mede vanuit uw ervaring is de kans groot dat u goed advies kunt geven.

Stel grenzen

Waak ervoor dat het privéprobleem het werk niet of zo min mogelijk beïnvloedt. Ook mogen andere werknemers er niet in meegesleurd worden.

Wijs op de arbo-arts

Als ziekteverzuim dreigt en u denkt het probleem niet te kunnen oplossen, kunt u verwijzen naar het preventieve spreekuur van de arbo-arts.

Meer of minder werken

De werknemer kan in het gesprek naar voren brengen dat hij minder of juist meer wil gaan werken. Meer werken kan de werknemer helpen omdat dit afleiding geeft.  Als de werknemer minder wil werken, gaat dit ten koste van zijn verlofuren. Als die op zijn, gaat het over in onbetaald verlof.

Maak een vervolgafspraak

Soms is een probleem in één keer opgelost, maar vaak duurt dit langer. Het is dan raadzaam een vervolgafspraak te maken zodat u de vinger aan de pols kunt houden en indien gewenst verder kunt helpen.

Wat als een werknemer niet wil praten?

Soms merkt u dat een werknemer privéproblemen heeft, maar wil hij daar niet over praten. In dit geval kunt u zeggen, dat het prima is als hij er niet over wil praten, maar dat het probleem geen invloed mag hebben op het werk of de werksfeer. Heeft het toch invloed, dan kunt u de werknemer er alsnog op attenderen dat er nodig gesproken moet worden.

Bron: Businesscompleet.nl

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
glas, water

Droge mond?

Droge mond?

Een chronisch droge mond kan ernstige gevolgen hebben voor de mondgezondheid en de kwaliteit van leven. Wat zijn de oorzaken en wat kun je er aan doen? Het is de verantwoordelijkheid van de tandarts en mondhygiënist om tijdig, liefst voordat de mondgezondheid verslechtert, te diagnosticeren dat er onvoldoende speeksel is. Bij medicatie, stress, systeemziekten, zoals de auto-immuunziekten en het syndoorm van Sjörgen en na hoofd-halsbestraling kan er te weinig speeksel zijn. Speekselonderzoek maakt adequaat reageren met aanvullende preventieve maatregelen mogelijk om zo cariës, erosie of ontstekingen te voorkomen.

Oorzaken van hyposalivatie

Geneesmiddelen

Bètablokkers, plaspillen, pijnstillers, kalmerende middelen, antidepressiva, en tranquillizers.

Systemische ziekten

Syndroom van Sjögren, lupus erythematosus, reumatoïde artritis, type 1 diabetes, multiple sclerose,sarcoïdose, Raynaud-fenomeen en cystische fibrose.

Hoofd-halsbestraling

Vaak ook mucositis

Overig

Speekselklieraandoeningen, smaakstoornissen, stress, dragen van een gebitsprothese, verminderde kauwfunctie, hormonale veranderingen zoals tijdens de menopauze, (herhaalde) behandeling met radioactief jodium, allergie voor metalen, nieraandoeningen, HIV, hepatitis C en graft versus host disease.

Symptomen droge mond

Droge mond of keel, vieze smaak, slechte adem en dorst. Soms ook moeite met spreken, kauwen en slikken, slijmaccumulatie en een brandend gevoel in de mond. Soms blijven voedselresten zichtbaar aan gebit en mucosa plakken. Vaak is ondanks frequent tandenpoetsen toch plaque aanwezig. Cariësactiviteit: onverwacht veel cariëslaesies, soms op ongewone locaties. Gevoelige tandhalzen, tanderosie. Soms ook problemen met het dragen van een gebitsprothese. Mondhoek-raghaden, een droge gladde tong of een droge tong met groeven, droge slijmvliezen en Candida-infectie.

Advies bij droge mond?

Voor speekselonderzoek en individueel advies kunt u de patiënt verwijzen naar het Nederlands speekselcentrum. Als professional kunt u er terecht voor advies en kennis. Als de speekselklieren nog speeksel kunnen uitscheiden kan de speekselsecretie mechanisch worden gestimuleerd door te kauwen op o.a. suikervrije kauwgom en chemisch met een smaak zoals zuur, zoet of menthol.
Als de hoeveelheid speeksel niet meer te stimuleren is, kunnen speekselsubstituten verlichting bieden.

Bronnen en meer informatie
Advies Droge Mond Ivoren Kruis
Nederlands speekselcentrum
Patiëntenfolder Droge mond van het Ivoren Kruis
http://xerostomia.researchtoday.net/

 

 


Download brochure Advies_Droge_mond_2007.pdf
Download brochure 1_Droge_mond1.pdf
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
flossen

Floss, stokers of ragers?

Wanneer adviseer je welk interdentaal hulpmiddel? Waar baseer je die keuze op en hoe effectief zijn die hulpmiddelen eigenlijk?

Is deze keuze wetenschappelijk te onderbouwen?
In het kader van evidence based handelen verscheen onlangs in het International Journal of Dental Hygiene een aantal systematische reviews over interdentale reiniging. De belangrijkste conclusies:

Floss: Een significant toegevoegde waarde van floss op plaque en gingivitis blijkt niet te zijn aangetoond. Een routineinstructie voor floss wordt door de wetenschap niet bekrachtigd (Berchier et al. 2008). Hoge kwaliteit (professioneel) flossen bleek wél een significant effect op cariës te hebben.(Hujoul et al. 2006)

Stokers: Van stokers is geen aantoonbaar effect op interdentale plaque en de Gingival Index aan te wijzen. Wel zal de interdentale bloedingsneiging van de gingiva, als gevolg van het gebruik van stokers, verminderen (Hoenderdos et al. 2008)

Ragers: Ragers hebben een significant effect op interdentale plaque en laten een reductie van de pocketdiepte zien. Het gebruik van de rager heeft echter geen significant effect op de bloedingsneiging en de gingivitisindex (Slot et al. 2008)

Wat betekent dit voor de praktijk?
Elke mond en elke patiënt is anders. Het beste “evidence based” advies wordt bepaald door wetenschappelijk bewijs maar ook door factoren als klinische ervaring, de individuele mogelijkheden en wensen van de patiënt en de beschikbare interdentale hulpmiddelen.

NVM congres: “Evidence based Mondhygiëne”
Tijdens het voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten op 17 april a.s. met als thema “Evidence based Mondhygiëne” worden de uitkomsten van deze en andere systematische reviews gepresenteerd.

Referenties:
CE. Berchier, DE Slot, S Haps, GA Van der Weijden. The efficacy of dental floss in addition to a toothbrush on plaque and parameters of gingival inflammation: a systematic review. Int. J. Dent Hygiene 6, 2008
Hujoel PP, Cunha-Cruz J, Banting DW, Loesche WJ. Dental flossing and interproximal caries: a systematic review. J Dent Res 2006; 85: 298-305
NL Hoenderdos, DE Slot, S Paraskevas, GA Van der Weijden. The efficacy of woodsticks on plaque and gingival inflammation: a systematic review. Int J Dent Hygiene 6, 2008
DE Slot, CE Dörfer, GA Van der Weijden. The efficacy of interdental brushes on plaque and parameters of periodontal inflammation: a  systematic review. Int J Dent Hygiene 6, 2008

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Kindergebit

Mondzorg bij het kind

Wie kent ze niet, kinderen die ogenschijnlijk niets mankeren maar die eenmaal in een behandelsetting toch een medische aandoening blijken te hebben die invloed heeft op de tandheelkundige behandeling.

Symposium “Mondzorg bij het kind”
Tijdens het symposium “Mondzorg bij het kind” dat onlangs door SCEM werd georganiseerd voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten, maar ook voor kinder- en JGZ-artsen, passeerden aan de hand van herkenbare casuïstiek een aantal veel voorkomende aandoeningen bij (jonge) kinderen de revue.
Van het kind met astma, het overgevoelige kind, het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap en het kind met kanker, werden op interactieve wijze steeds eerst de algemeen medische aspecten belicht door kinderarts mevrouw drs. J.G.M. Rijntjes en vervolgens de kindertandheelkundige door tandarts-pedodontoloog dr. G. Stel. De nadruk lag hierbij op de vraag hoe voorkomen kan worden dat de aandoening verslechtert.

Tijdens het ochtendprogramma gaf dagvoorzitter R.J.M. Knevel, mondhygiënist B health, volop ruimte voor vragen en interactieve discussie. In de workshops van het middagprogramma werden de aanwezigen nader geïnformeerd over middelen en materialen die van belang kunnen zijn bij de behandeling van kinderen met een rugzakje. Zo kwamen lokale anesthesie, de toepassing van een adrenaline auto-injector, cariëspreventieve maatregelen en de droge mond aan de orde.

Beknopte samenvatting van de behandelde casus:

Het benauwde kind – het kind met COPD klachten/astma
Bij het kind met astma is het belangrijk stress, één van de oorzaken van een astma-aanval, te beperken door een goede uitleg van de behandeling. Ook het laten innemen en bij zich hebben van de medicatie (verstuiver: bijvoorbeeld salbutamol) is belangrijk. Het gebruik van vernevelende luchtwegverwijdende inhalatiemedicatie kan leiden tot een verminderde speekselvloed. Ook worden daarbij lagere concentraties eiwitten waargenomen. Het aantal potentieel pathogene micro-organismen – met name S. Mutans – zou daarbij ook verhoogd kunnen zijn.
De vaak gebruikte ontstekingsremmers (inhalatie steroïden) zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor een daling van de pH met aantasting van de harde tandweefsels als gevolg. Welke rol de speekselvloed- en samenstelling daarbij heeft wordt nog volop onderzocht. Wel kan bij kinderen die inhalatiemedicatie gebruiken en die een niet met het medicatiegebruik en de mondhygiëne samenhangend cariësbeeld vertonen een speekseltest worden uitgevoerd. Als een verhoogd cariësrisico blijkt is preventie belangrijk, zie voor meer informatie de adviezen van het Adviescollege Preventie Tand- en Mondziekten van het Ivoren Kruis.
Het Advies Fluoride is momenteel in bewerking. Kijk op de websitye van het Ivoren Kruis (www.ivorenkruis.nl) voor de laatste stand van zaken.
Het innemen van een pijnstiller (doorgaans Paracetamol) een uur voor de behandeling kan het effect van de lokale anesthesie versterken en een gunstig effect hebben op de wondgenezing. Een goed overzicht van geschikte orale analgetica biedt het Farmacotherapeutisch Kompas (www.fkcvz.nl)
Het gebruik van adrenalinehoudende anesthesievloeistof kan in zeldzame gevallen een allergische reactie uitlokken. Bij twijfel over de ernst van de astma of de mate van overgevoeligheid is het raadzaam de behandelend (kinder)arts te raadplegen.

Het gevoelige kind – het kind met een atopische constitutie
Latexallergie komt niet veel voor. Bij kinderen < 5 jaar is nog nooit een latexallergie beschreven. Patiënten met een latexallergie behandelen kan alleen wanneer de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. Deze zijn afhankelijk van het specifieke type allergie en de ernst van de reactie. De werkruimte en de handschoenen van de operateur moeten latexvrij zijn (vynil of nitrile). Eventueel is verwijzing naar een gespecialiseerd centrum wenselijk. Als behandeling in de eigen praktijk plaatsvindt is het raadzaam een EpiPen® of Anapen® paraat te hebben. Dit is een auto-injecterende “pen” die bij een voorkomende anafylactische reactie de verschijnselen van bloeddrukdaling bij een allergische reactie snel kan behandelen.

Het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap – schisis
Kinderen met een schisis hebben een verhoogde kans op cariës. Het voorkómen van cariës door een goede mondverzorging is dus een belangrijk onderdeel van de preventieve behandeling van een kindje met schisis. Een goede mondreiniging en het gebruik van fluoridehoudende tandpasta is essentieel.
Als het niet goed mogelijk is het fluoride basis-advies (Advies Fluoride) te volgen kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn zoals fluoridelakken of -vernissen (bijvoorbeeld Duraphat® van Colgate) of chloorhexidinegels of -vernissen.
De middelen waarin chloorhexidine is verwerkt hebben voor kinderen een minder aantrekkelijke smaak en zijn minder eenvoudig aan te brengen dan fluoridelakken of – vernissen. Fluoride zal daarom eerder middel van eerste voorkeur zijn.

Klik hier voor meer informatie over schisis en mondverzorging: www.schisis.nl en www.umcutrecht.nl/subsite/Schisis

Het kind met een oncologische aandoening
Leukemie, verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker wordt in Nederland in zeven kinderkankercentra behandeld.  Acute leukemie komt vooral voor bij kinderen en jonge volwassenen. Leukemie wordt behandeld met cytostatica, bestraling van het hoofd-halsgebied soms gecombineerd met stamceltransplantatie. Afhankelijk van de leeftijd van het kind kunnen meer of minder uitgesproken effecten op de mondweefsels optreden. Bestraling in het hoofd-halsgebied kan effect hebben op de werking van de in het bestralingsgebied gelegen speekselklieren maar ook de zich ontwikkelende gebitselementen in hun groei remmen. Soms is door behandeling op erg jeugdige leeftijd de gebitsontwikkeling zo verstoord dat multidisciplinaire behandeling in een gespecialiseerd centrum moet plaatsvinden.
Preventie van tandheelkundige problemen is tijdens de behandeling van acute leukemie van groot belang. Mondhygiëne en behandeling van de effecten van een eventuele droge mond staan centraal. Naast de verminderde speekselvloed en het effect daarvan op het ontstaan van cariës kan mucositis optreden. Om slijmvliesproblemen te voorkomen is tenminste 4 keer per dag spoelen met een 0,9% NaCL oplossing aan te raden. Richtlijnen voor tandheelkundige professionals zijn onder meer te vinden op www.oncoline.nl; de landelijke richtlijn met betrekking tot de preventie van orale mucositis (evidence based) is eveneens via deze website te vinden.
De behandeling van effecten van een verminderde speekselvloed is mede afhankelijk van de oorzaak van de droge mond. Over de verschillende oorzaken en de behandelmogelijkheden is recent het Advies Droge Mond uitgebracht door het Ivoren Kruis. Het speekselcentrum biedt nuttige informatie voor professionals én patiënten over oorzaken en behandelingen van droge mond

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Slechte adem

Slechte adem

Een frisse adem. Dat wil iedereen. De meeste mensen met een slechte adem, ook wel halitose genoemd, merken het zelf niet. In de folder is te lezen dat halitose geen zeldzaam verschijnsel is en niet vanzelf voorbij gaat. Hoe het probleem kan worden verholpen wordt bovendien helder toegelicht.

Bestellen bij Ivoren Kruis

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Patiëntenfolders volwassenen, Thema A-Z
Angst

Tandartsangst meest voorkomende fobie

De fobie voor tandheelkundige behandelingen is de meest voorkomende fobie in Nederland blijkt uit recent onderzoek.

Angst en fobie
Veel angsten zijn functioneel en beschermen de mens tegen gevaar. Als een in feite ongevaarlijke situatie of object wordt vermeden, en het dagelijks leven hierdoor negatief wordt beïnvloed, gaat het om een zogeheten specifieke fobie. Hier kampt ongeveer 12% van de Nederlandse bevolking mee. Daarmee is het een van de meest voorkomende psychiatrische stoornissen. De fobie voor de tandheelkundige behandeling komt het meest voor (3.7%), gevolgd door een fobie voor hoogten (3.1%) en spinnen (2.7%).

Onderzoek
Eerder onderzoek naar angsten en fobieën dateert uit de jaren zeventig en tachtig en is afkomstig uit de Verenigde Staten. Er was echter weinig bekend over de verschillende soorten angsten en fobieën in Nederland. Door het ACTA is hier voor het eerst onderzoek naar gedaan.

Tandartsangst moeilijk te vermijden
Het onderzoek toont ook aan dat angst voor de tandheelkundige behandeling door Nederlanders als de meest ernstige angst wordt ervaren. Dat tandartsangst als de meest ernstige angst naar voren komt – en een fobie voor de tandheelkundige behandeling zo vaak voorkomt – wordt waarschijnlijk verklaard door het feit dat het de angst is die het meest moeilijk is om te vermijden. Angst voor de tandheelkundige behandeling leidt namelijk vaak automatisch tot een spiraal van vermijding, tandbederf, pijn, schaamte en een verdere toename van angst.

Publicatie
Voor het ACTA-onderzoek zijn ongeveer tweeduizend mensen in Nederland (18-93 jaar) ondervraagd. De bevindingen worden in het aprilnummer van het wetenschappelijk tijdschrift European Journal of Oral Sciences gepubliceerd.
Publicatiegegevens:
F.M.D. Oosterink-Wubbe, A. de Jongh, J. Hoogstraten: Prevalence of dental fear and phobia relative to other fear and phobia subtypes. European Journal of Oral Sciences, 31 maart 2009.

Bron: UvA Persvoorlichting
Foto: RTL

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z