T. Timmermans

Mark Timmerman benoemd tot bijzonder hoogleraar Parodontologie Radboudumc / Radboud Universiteit

Mark Timmerman werkt al sinds 1984 als tandarts en sinds 2000 als parodontoloog en heeft dus ruime ervaring in de praktijk. Met zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar wil hij de parodontologie ook in de academische wereld nog beter op de kaart zetten.

Beter harmoniseren

Timmerman zal zich met name richten op onderwijs. ‘Momenteel bieden de drie centra in Nederland in Amsterdam, Groningen en Nijmegen binnen hun opleiding tot tandarts onderwijs op het gebied van parodontologie. Ik wil dat graag beter harmoniseren tussen de centra’, vertelt Timmerman. ‘Daarnaast moet parodontologie ook sterker verankerd raken in de basisopleiding Tandheelkunde. In Nijmegen richten we daarom in samenwerking met de opleiding Mondzorgkunde van de HAN een expertisegroep op, die de docenten meer kennis gaat bijbrengen over dit vakgebied.’

De differentiatie Parodontologie omvat nu uit een fulltime programma van drie jaar aan het ACTA in Amsterdam. ‘Dat vergt een flinke investering van tijd en geld. We zien dat veel buitenlanders deze opleiding volgen, maar zij gaan daarna vaak terug naar het land van herkomst en zo verdwijnt de expertise uit ons land’, vertelt Timmerman toe. ‘Het zou mooi zijn als we de opleiding laagdrempeliger van opzet kunnen maken. Inmiddels wordt binnen Tandheelkunde Nijmegen hard gewerkt aan een tweejarig programma voor verdieping en verbreding op meerdere tandheelkundige vakgebieden, dat tandartsen naast hun praktijk kunnen volgen. We richten ons daarmee dus op een andere doelgroep. Hopelijk kunnen we op termijn vandaaruit een opleiding ontwikkelen, die de volledige erkenning van de European Federation of Periodontology krijgt.’

Onderzoek

Timmerman doet ook wetenschappelijk onderzoek. ‘Wij toonden aan dat het slikken van omega-3-vetzuren het resultaat van de behandeling van ontstoken tandvlees sterk verbetert. Ook bestudeert hij met collega’s de relatie tussen ontstekingen in de mond en elders in het lichaam, zoals reumatoïde artritis.

CV

Mark Timmerman (Amsterdam, 1961) studeerde in 1984 cum laude af in de Tandheelkunde aan de UvA. Daar promoveerde hij in 2001. Hij werkte in een algemene praktijk en later als parodontoloog en implantoloog bij diverse centra, waaronder sinds 2008 bij de Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Nijmegen / Horst. Daarnaast werkt hij sinds 2017 als docent Implantologie en Parodontologie bij het Radboudumc Tandheelkunde en is hij sinds 2021 voorzitter van de examencommissie Tandheelkunde. De benoeming geldt per 1 december 2022, voor drie jaar.

Bron:
RadboudUMC

De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) levert een vakinhoudelijke en financiële bijdrage aan deze leerstoel.

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z
tandheelkunde - tand - schoon

Wat de tandheelkunde in dertig jaar heeft geleerd over TMD’s en orthodontie

In de afgelopen dertig jaar heeft de tandheelkunde geleerd dat conventionele orthodontische behandelingen geen temporomandibulaire aandoeningen (TMD’s) genezen of veroorzaken, volgens een artikel is gepubliceerd in het American Journal of Orthodontics and Dentofacial Orthopedics. Sinds 1992 is veel meer bekend geworden over orthodontische behandeling en hoe deze zich verhoudt tot TMD’s, schreven de auteurs.

Relatie tussen orthodontie en TMD’s

Al bijna een eeuw heeft de behandeling van TMD’s geleid tot discussie en verschillende meningen onder orthodontisten en andere tandheelkundige specialistens. Bezorgdheid over de relatie tussen orthodontie en TMD’s bereikte volgens de auteurs een kantelpunt in 1987 met een rechtszaak in Michigan.

Kantelpunt door rechtzaak

Een orthodontist had een 16-jarige behandeld voor een malocclusie met vaste beugels en het trekken van twee maxillaire eerste premolaren. De patiënt had voor of tijdens de behandeling geen symptomen van TMD, maar klaagde erna over gewrichtspijn en hoofdpijn. Na doorverwijzing naar een kaakchirurg om haar mandibulaire derde molaren te laten verwijderen kreeg het meisje hevige pijn bij het klikken en vergrendelen van het gewricht.

Klacht en schikking

Er werd een klacht ingediend tegen de kaakchirurg omdat hij er niet in was geslaagd een TMD-probleem te diagnosticeren voordat haar kiezen werden getrokken, waardoor haar toestand verslechterde. De zaak werd geschikt voor $ 2.500.

Ondermaatse behandeling

Een andere klacht werd ingediend tegen de orthodontist voor het verstrekken van ondermaatse behandeling, resulterend in TMD-symptomen. Getuigendeskundigen getuigden dat de behandeling niet het verwijderen van de premolaren had mogen omvatten omdat dit uiteindelijk leidde tot de klachten. De eiser kreeg $ 850.000, schreven de auteurs.

Meer onderzoek

De zaak zorgde uiteindelijk voor meer onderzoek wat leidde tot een speciale uitgave van het American Journal of Orthodontics and Dentofacial Orthopaedics over het temporomandibulaire gewricht. De uitgave besprak met name de relatie tussen orthodontie, occlusie, condylusposities en temporomandibulaire aandoeningen.

Veel geleerd sinds 1992

Sinds 1992 heeft de tandheelkunde veel meer geleerd over orthodontische behandelingen en hoe deze zich verhouden tot TMD’s, schreven de auteurs. Er zijn aanwijzingen dat behandelingen met en zonder extracties, evenals het juiste gebruik van beugels, elastieken, kincups en diepe overbeetcorrectie, geen temporomandibulaire aandoeningen veroorzaken. Deze behandelingen kunnen ook veilig worden gebruikt om de snijtanden van de bovenkaak naar achter te halen. Bovendien hebben studies aangetoond dat het terugtrekken van de snijtanden de condylen niet distaal positioneert in de glenoid fossa, wat leidt tot een verplaatst temporomandibulair gewricht.

Niet minder risico op TMD’s na behandeling

De occlusie- of condyluspositie van een patiënt na orthodontische behandeling vermindert of verhoogt volgens de auteurs over het algemeen het risico op het ontwikkelen van TMD’s niet. Daarom mogen orthodontisten ouders van jonge kinderen niet adviseren dat een orthodontische behandeling het risico van een kind om deze aandoeningen in de toekomst te ontwikkelen zal verminderen of elimineren, merkten ze op.

Biopsychosociale zorgstandaard

Bovendien moeten clinici deze aandoeningen niet langer mogen behandelen met een al te simplistisch occlusaal en mechanisch gebaseerd zorgmodel. Ze moeten een medische, biopsychosociale zorgstandaard volgen en onder andere de genetica van pijngevoeligheid, chronische pijn en gedragsfactoren in overweging nemen. Ook moeten clinici verwijzen naar of overleggen met andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, waaronder psychologen, fysiotherapeuten en orofaciale pijnspecialisten.

Niet iedereen overtuigd

Zelfs na drie decennia van kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk onderzoek en overtuigend bewijs zullen sommige clinici bewijs dat hun overtuigingen tegenspreekt van de hand wijzen. Ook zullen ze praktijken zoals niet-extractie, expansie, kaakgroei en alternatieve orthodontie gebruiken om TMD’s te genezen of te voorkomen, voegden de auteurs eraan toe.

Patiënten in gevaar

“Clinici moeten zich echter realiseren dat het aannemen van deze niet-ondersteunde en ongegronde TMD-praktijken niet alleen het welzijn van hun patiënten in gevaar brengt, maar zeker zal resulteren in vermijdbare en onverdedigbare juridische claims”, concludeerden ze.

Bron:
American Journal of Orthodontics and Dentofacial Orthopedics

 

 

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
eten - groenten

Plantaardig dieet vermindert mogelijk kans op parodontitis

Patiënten die een dieet volgen dat rijk is aan plantaardig voedsel maar geraffineerde granen en toegevoegde suikers beperkt hebben mogelijk minder kans op parodontitis. Dit blijkt uit een publicatie in Nutrients die de relatie tussen specifieke bekende voedingspatronen en de prevalentie van parodontitis onderzocht.

Plantaardig dieet met weinig suiker

Het is aangetoond dat de vermindering van oxidatieve stress in combinatie met een verhoogde inname van antioxidanten via de voeding gunstige effecten heeft op gingivale en parodontale ontstekingen. Twee diëten die hier rekening mee houden en gericht zijn op het verminderen van ontstekingen zijn de Dietary Approach to Stop Hypertension (DASH) en het mediterrane dieet. Deze diëten bevatten veel fruit, groente en volkoren granen en beperken de consumptie van suiker.

Voedingspatronen en orale ontstekingen

Het effect van verschillende voedingspatronen op orale ontstekingen is niet vaak in grote epidemiologische settings onderzocht. Daarom voerden wetenschappers van het Universitaire Medisch Centrum Hamburg-Eppendorg een prospectieve cohortstudie uit om de relatie tussen parodontitis en de naleving van DASH- en mediterrane diëten te onderzoeken.

Ontwikkeling van chronische ziekten

Hiervoor gebruikten ze gegevens uit de Hamburg City Health Study, die tot doel heeft inzicht te krijgen in het ontstaan en de ontwikkeling van ernstige chronische ziekten. In totaal zijn de gegevens van 6.209 deelnemers geanalyseerd. De voedingsinname werd gemeten met de voedselfrequentievragenlijst. Parodontaal onderzoek omvatte sondeerdiepte, gingivarecessie, plaque-index en bloeding bij sonderen.

Lager risico op parodontitis

De resultaten suggereren dat het volgen van DASH- of mediterrane diëten het risico op het ontwikkelen van parodontitis verlaagt. Ongeveer 21% van de personen die het DASH-dieet niet goed volgden, had last van ernstige parodontitis versus ongeveer 13% van degenen die het eetplan strikt volgden. Ongeveer 20% van degenen die zich losjes aan het mediterrane dieet hielden, ervoer ernstiger tandvleesaandoeningen vergeleken met ongeveer 19% die het dieet nauwkeuriger volgden.
Ook vertoonden patiënten die zicht niet strikt aan een van de diëten hielde hogere bloedingen bij sonderen en plaque-indices. De waardes van het bloeden bij sonderen waren 7,1 en 8,93 bij degenen die zich wel aan het DASH- respectievelijk mediterrane dieet hielden vergeleken met 8,70 en 9,99 voor degenen die dat niet deden. Plaque-indexen waren 6,25 en 3,57 bij een strikt DASH en mediterrane dieet tegenover 10,71 en 10,42 bij de rest.

Significant verband

“De huidige cross-sectionele studie identificeerde een significant verband tussen hogere naleving van de DASH- en mediterrane diëten en een lagere kans om last te krijgen van parodontale aandoeningen”, concluderen de auteurs. Ze schrijven dat dit de tweede studie is die de relatie tussen het volgen van een dergelijk dieet en het voorkomen van parodontitis onderzocht heeft.

Klinisch onderzoek nodig

Studiebeperkingen omvatten dat de studiedeelnemers blank en van middelbare leeftijd waren. Daarom kunnen de bevindingen niet worden gegeneraliseerd naar jongere mensen of andere etniciteiten, merkten de auteurs op. In de toekomst zijn meer klinische onderzoeken nodig om beter te begrijpen in hoeverre macro- en micronutriënten de initiatie en progressie van tandvleesaandoeningen kunnen beïnvloeden, schreven ze.

Bron:
Nutrients

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Geautomatiseerde anesthesieapparatuur is beter dan traditionele, maar wordt niet aanbevolen

Geautomatiseerde anesthesieapparatuur is beter dan traditionele, maar wordt niet aanbevolen

Het gebruik van geautomatiseerde anesthesieapparatuur resulteert in minder pijn en angst voor volwassen tandheelkundige patiënten in vergelijking met traditionele anesthesietoediening, volgens een overzichtsartikel dat online is gepubliceerd in het Journal of Oral and Maxillofacial Surgery. Dit betekent echter niet dat de auteurs het aanbevelen om hierin te investeren.

Anesthesie kan leed veroorzaken

Tandheelkundige procedures gaan vaak gepaard met pijn of ongemak. Om erge pijn te voorkomen wordt vaak intraorale lokale anesthesie toegepast. Dit kan echter ook ongemak veroorzaken wanneer het zachte weefsel beschadigd wordt tijdens de naaldpenetratie of de vloeistofverspreiding druk uitoefent.

Computergestuurde apparaten

Bij conventionele anesthesie kan vanwege de individuele variaties van handmatige injectie het moeilijk zijn om een pijnloze injectie te bereiken. Tegenwoordig zijn er innovaties die mogelijk wel een langzame en constante afzetting van de anesthesieoplossing kunnen bieden met drukregeling onder de pijngrens. Onderzoekers uit Brazilië hebben beoordeel of het gebruik van dergelijke computergestuurde apparaten voor lokale anesthesie (CLAD’s) daadwerkelijk resulteren in minder pijn bij tandheelkundige ingrepen bij volwassenen.

Review vergelijkt conventionele anesthesie en CLAD’s

De review van de auteurs omvatte tien onderzoeken die een systematische vergelijking tussen conventionele anesthesie en CLAD uitvoerden. Van de tien onderzoeken waren er negen gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken en één was een niet-gerandomiseerde gecontroleerde klinische studie.

Pijn tijdens vier behandelingsfasen

Bij de beoordeling werd pijn gemeten bij volwassen tandheelkundige patiënten tijdens het inbrengen van de naald, injectie of afzetting van het anestheticum, na de injectie en tijdens de procedure. In totaal werden 506 patiënten geëvalueerd.

Minder pijn en angst met CLAD

Alle tien van de onderzochte studies registreerden lagere pijnscores voor CLAD in vergelijking met conventionele toediening in alle vier de behandelingsfasen. CLAD leverde ook superieure resultaten op wat betreft beoordeelde angst, patiëntvoorkeur en snelheid van toediening van anesthesie, volgens de auteurs.

Grote verschillen tussen studies

Ze waarschuwden wel voor het trekken van harde conclusies uit de onderzoeken wegens de grote verschillen tussen de studies. Deze verschillen omvatten variaties in tandheelkundige procedures, lokale anesthetica, doseringsvolumes en de plaats van intraorale anesthesie.

Laat conventionele methoden niet vallen

Ook moedigden de onderzoekers het niet aan om conventionele anesthesiemethoden te laten vallen en te investeren in CLAD’s. Dit heeft te maken met de hogere kosten, logistiek en leertijd voor het beheer ervan door de operator. Daarnaast wordt conventionele anesthesie veel gebruikt en is het veilig en effectief. “Conventionele injectie kan vergelijkbare klinische resultaten opleveren, naast dat het minder duur en gemakkelijker te hanteren en te leren is”, schreven de auteurs.

Bron:
Oral and Maxillofacial Surgery 

 

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
tand - poetsen

Nieuw apparaat kan tandheelkundige instrumenten goedkoop, snel en milieuvriendelijk steriliseren

Een radicale dampreactor (RDR) kan tandheelkundige instrumenten op een snelle, goedkope en energiezuinige manier steriliseren door hoge concentraties reactieve zuurstofsoorten te produceren, volgens bevindingen in Process Biochemistry. Het apparaat kan verpakte tandheelkundige instrumenten volledig steriliseren in 10 minuten tijd.

Gronding reinigen

Veel soorten tandheelkundige instrumenten die worden gebruikt moeten regelmatig grondig worden gereinigd. Wanneer dit niet goed gebeurt kan het leiden tot bacteriële overdracht naar andere patiënten en ernstige infecties veroorzaken.

Huidige methodes

Over het algemeen worden tandheelkundige instrumenten gesteriliseerd door autoclaveren, ethyleenoxidegas of een ontsmettingsmiddel. Deze methodes hebben echter verschillende nadelen ten opzichte van een radicale dampreactor. Autoclaveren duurt meer dan een uur, de andere twee opties bevatten giftige chemische resten.

Reactieve zuurstof

Een radicale dampreactor is een apparaat dat een reactieve soort zuurstof kan produceren uit zuurstofgas en water. Dit gebeurt bij kamertemperatuur en onder normale luchtdruk, waardoor het de milieubelasting kan verminderen en minder energie verbruikt.
Eerder gebruikt voor oppervlaktereiniging
De RDR die in het onderzoek uit Japan werd getest is op andere gebieden gebruikt voor oppervlaktereiniging en polymeerafbraak. Het apparaat is volgens de auteurs veelbelovend gebleken als een krachtig hulpmiddel voor sterilisatie van de micro-organismen Escherichia coli en Bacillus subtilis in eerder biochemisch onderzoek.

Getest op verschillende instrumenten

Om de effectiviteit van de radicale dampreactor te bevestigen voor tandheelkundige doeleinden hebben de auteurs het apparaat getest op diamantboren, endodontische vijlen, scalers en vacuümtips. De instrumenten werden gedurende 15 minuten in Streptococcus mutans gedrenkt, de meest voorkomende bacteriële oorzaak van tandbederf.
Verschillende tijdsintervallen
Alle instrumenten werden vervolgens gedurende 10 minuten in gedestilleerd water geweekt en bij 25°C gedroogd. Ten slotte werden de instrumenten in de RDR-kamer geplaatst en met verschillende tijdsintervallen tot 10 minuten behandeld.

Met en zonder verpakkingszakken

Na behandeling werd elk instrument opgepakt met behulp van een bacterievrije pincet en in 14 ml kweekbuizen met 5 ml BHI-voedingsbodem geplaatst. De instrumenten werden 24 uur geïncubeerd. De onderzoekers bevestigden sterilisatie op basis van de aan- of afwezigheid van groei. De groep herhaalde het proces ook met instrumenten die in verpakkingszakken waren geplaatst.

Sterilisatie binnen 10 minuten

Alle tandheelkundige instrumenten waring in 10 minuten of minder gesteriliseerd, zelfs met het gebruik van verpakkingszakken. Ook toonden de onderzoekers aan dat RDR-behandeling kan voldoen aan het steriliteitsniveau (SAL).

Effectief in de tandheelkunde

“De sterilisatietechniek die RDR gebruikt is effectief in de tandheelkunde, omdat tandheelkundige instrumenten die sterilisatie vereisen elke dag in grote hoeveelheden worden geproduceerd. RDR heeft het potentieel om een nieuwe sterilisatietechniek voor tandheelkundige instrumenten te worden”, schreven de auteurs.

Bron:
Process Biochemistry 

 

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
Dental Union vanaf 1 januari 2023 verder onder de naam Plandent

Dental Union vanaf 1 februari 2023 verder onder de naam Plandent

Dental Union maakt al bijna 20 jaar deel uit van de Plandent Divisie. Tot nu toe gebruikte het bedrijf zijn eigen traditionele naam, die in Nederland zeer bekend is. Per 1 februari 2023 verandert de naam in Plandent. Lees het interview met Heikki Kyöstilä, eigenaar en oprichter van de Plandent Divisie, en Marc Kastermans, Directeur Dental Union.

Waarom voert u deze verandering nu door?

Heikki Kyöstilä: Plandent werd opgericht in 1972. Vandaag de dag is het één van de grootste tandheelkundige toeleverings- en servicebedrijven in Europa en marktleider in de Scandinavische landen.

Dental Union vertegenwoordigt Planmeca in Nederland al sinds begin jaren ’80 en maakt nu al bijna 20 jaar deel uit van de Plandent Divisie als onze dochteronderneming in Nederland. Aangezien Plandent dit jaar haar 50e verjaardag viert, zien wij dit jubileum als een mooie gelegenheid om onze affiliatie duidelijker te benadrukken. De Plandent Divisie is in feite een familie van bedrijven en daarom willen we een gemeenschappelijke naam delen, een “familienaam”, zoals we dat zowel in het Fins als in het Nederlands noemen.

Marc Kastermans: De vraag “waarom nu” is begrijpelijk als je al zo lang bij elkaar hoort als Plandent en Dental Union. Het antwoord is heel eenvoudig: in het verleden was een naamsverandering voor ons niet relevant. Maar nu de Nederlandse tandheelkundige markt met een ongekende snelheid verandert en er op alle terreinen consolidatieprocessen plaatsvinden, zijn omvang en kracht nodig om in deze omgeving mee te groeien.

De viering van de 50ste verjaardag van Plandent is de perfecte gelegenheid om onze verbondenheid op een meer prominente manier te laten zien via een gemeenschappelijke naam.

Wat is de Plandent Divisie precies?

Heikki Kyöstilä: De Plandent Divisie is een keten van tandheelkundige toeleveringsbedrijven, actief in 12 Europese landen. In elk land zorgen onze lokale medewerkers ervoor dat de dagelijkse behoeften van tandartspraktijken betrouwbaar en snel worden vervuld met producten van hoge kwaliteit. Wij bieden ook hoogwaardige technische service en geavanceerde technologische oplossingen voor tandartspraktijken en laboratoria. De Plandent Divisie is marktleider in veel landen in Noord-Europa en een belangrijk onderdeel van het bedrijf Planmeca.

Plandent is een 100% dochteronderneming van Planmeca. Waarom heeft een tandheelkundig productiebedrijf een Divisie met distributeurs?

Heikki Kyöstilä: Het begon allemaal met Planmeca in 1971, dat klopt. Plandent werd echter al een jaar later opgericht om tandartspraktijken alles te bieden wat ze nodig hebben, van verbruiksartikelen van toonaangevende merken tot technische service en training.

Tegenwoordig bestaat Planmeca uit verschillende bedrijven in de gezondheidstechnologie, zoals de bekende fabrikanten van premium tandheelkundige apparatuur Planmeca en KaVo Dental en natuurlijk de Plandent-Divisie.

De bedrijven van de Planmeca Group hebben wereldwijd in totaal 4.500 werknemers en behaalden vorig jaar een gecombineerde pro forma omzet van 1,2 miljard euro. Onze omvang en veelzijdige expertise vormen samen een enorme kracht voor ons. Dat is ook wat Planmeca en KaVo Dental bedoelen met de uitspraak dat we “samen sterker” zijn.

Wat Plandent en de tandheelkundige groothandel betreft, is het essentieel te begrijpen dat onze focus in Europa ligt. Vooral bij Dental Depots betekent grootte stabiliteit en zekerheid. Dat geldt vandaag meer dan ooit, nu verschillende crises de wereldwijde toeleveringsketens door elkaar schudden. De afgelopen twee jaar hebben we gezien hoe het coronavirus het vermogen van tandheelkundige depots en fabrikanten aantastte om producten wereldwijd aan hun klanten te leveren, en nu hebben de recente ontwikkelingen in Azië en Oekraïne dezelfde impact.

Als Plandent zijn we in staat om deze uitdagingen in Europa te overwinnen. Samen is Plandent een veel sterkere speler dan onze bedrijven afzonderlijk zouden zijn. Die stabiliteit helpt ons op de markten waarop we actief zijn. Toch zijn we in staat om rekening te houden met de specifieke dynamiek van elk land.

Het is voor ons namelijk belangrijk dat elk Plandent-bedrijf zich altijd kan aanpassen aan de lokale omstandigheden. Zelfs naburige markten in Europa kunnen zeer verschillende marktstructuren hebben. Er kunnen sterke tandheelkundige ketens zijn of een groot aantal onafhankelijke individuele klanten, grote of kleine praktijken en laboratoria, verschillende gezondheidszorgsystemen evenals verschillende wettelijke en medische kaders en bevolkingsdichtheden. Al deze factoren, en niet te vergeten het verschil in marktomvang, leiden tot grote operationele verschillen. Onze lokale dochterondernemingen kunnen zich echter altijd optimaal en veel flexibeler aan de desbetreffende markt aanpassen dan een wereldwijd opererende onderneming dat zou kunnen.

Het waarborgen van stabiele voorwaarden voor handel en dienstverlening op onze markten is in het belang van de hele Planmeca-familie. Planmeca en KaVo Dental zetten zich daarom beide in voor een pluralistische handelsaanpak in Nederland, die ook een hoog serviceniveau voor onze klanten garandeert. We geloven ook dat stabiliteit de voorwaarde is voor een hoge kwaliteit van de klantenservice – en kwaliteit is de kern van al onze inspanningen.

Verandert er naast de nieuwe naam nog iets voor de Nederlandse klanten van Dental Union?

Marc Kastermans: Nee, alleen de naam verandert: Dental Union B.V. wordt Plandent B.V. In de komende weken zullen we de naam geleidelijk veranderen en we zullen de verandering voltooien per 1 februari 2023.

Onze mensen, contactpersonen en onze organisatiestructuur blijven hetzelfde. Wij zullen ons bedrijf blijven ontwikkelen en ons aanpassen aan de behoeften van de Nederlandse markt zoals wij dat tot nu toe hebben gedaan. Groei en ontwikkeling zijn normale processen voor succesvolle bedrijven.

We veranderen onze naam om duidelijker te laten zien dat we deel uitmaken van Plandent en om ons marktaandeel verder te versterken. Dental Union maakt al bijna 20 jaar deel uit van de Plandent Divisie, wat voor ons en onze klanten jaren van stabiliteit, zekerheid en innovatieve producten en diensten heeft betekend. Wij zijn er trots op deel uit te maken van deze grote en succesvolle familie van bedrijven.

Als Plandent blijven we ons richten op onze klanten en hun behoeften. Dit heeft bijgedragen aan ons succes in het verleden en zal ons ook in de toekomst leiden. Wat onze klanten van ons verwachten is een betrouwbare technische service, toekomstgerichte ondersteuning bij investeringen in hun praktijken en laboratoria en een snelle en ongecompliceerde levering van verbruiksmaterialen tegen eerlijke marktprijzen. Dat is ons concurrentievoordeel – nu meer dan ooit.

Foto:
Links: Plandent oprichter en eigenaar Heikki Kyöstilä   
Rechts: Directeur Dental Union Marc Kastermans

 

Lees meer over: Markttrends, Materialen, Partnernieuws, Partnernieuws, Praktijkinrichting, Producten, Thema A-Z
belastingtarieven

‘Vrije tarieven voor cosmetisch mondzorg is een belangrijke stap’

Vanaf 1 januari 2023 zijn voor een proefperiode van vijf jaar de maximumtarieven voor facings en het bleken van tanden losgelaten. Jan Willem Vaartjes, tandarts-implantoloog en voormalig voorzitter van de ANT, vindt dat een goede zaak. Aan dental INFO legt hij uit waarom.

Wat vind jij van het loslaten van vaste tarieven?

“In 2012 ben ik na het afschaffen van de vrije tarieven gevraagd om voorzitter te worden van de ANT. Mijn achterban kon tot die tijd tandheelkunde beoefenen op een wijze die met gereguleerde gemiddelde tarieven niet meer mogelijk was. Vanaf dat moment heb ik met veel inzet laten zien dat er in de tandheelkunde vaak ook iets te kiezen is, waarbij het dan ook niet nodig is om alles te reguleren. Dat er nu een klein begin is gemaakt met het loslaten van tarieven vind ik een goede zaak. Mijn ideaal is een hybride-systeem, met een sociale basis van goede basistandheelkunde en daarnaast een vrij systeem waarin alle innovatieve oplossingen en maximale deskundigheid mogelijk zijn.”

Voor welke praktijken is het loslaten van de maximumtarieven voor facings en bleken interessant?

“Voor bleken bestaat er momenteel een tarief dat volstaat. Hierdoor zal er voornamelijk dynamiek ontstaan rondom de facing-behandelingen. Ik denk dat veel praktijken wel patiënten hebben met een normaal gebit, die esthetische wensen hebben. Bij hen moet dan bijvoorbeeld toch veel tijd in een voortand gestoken worden. Vorm en alle kleurlagen kosten zo veel tijd dat een gemiddeld tarief geen recht meer doet. Als je elke maand een dergelijke patiënt behandelt, dan is het experiment al interessant. Natuurlijk zijn er ook tandartsen bij wie dit dagelijks voorbijkomt en het echt een uitkomst gaat worden.”

Hoe bepaal je als praktijk het tarief dat je gaat hanteren?

“Ik kan me voorstellen dat je verschillende versies van de tarieven gaat hanteren. Want je hebt situaties met of zonder een digital smile-design en mock-up, met een foto- of videoshoot of meerdere pasfases. In je softwarepakket kan je verschillende versies aanmaken van de prestatiecode en ook op je website is het aan te raden om de meest voorkomende varianten te publiceren. De basis voor het tarief is hoeveel tijd je aan een dergelijke component kwijt bent en welke techniekkosten er mee gemoeid zijn. Deze techniekkosten moeten apart worden vermeld op de begroting en de rekening, waarbij overigens de 1-op-1-regel niet geldt.”

Verwacht je dat er praktijken zijn die de huidige tarieven en declaratiecodes blijven hanteren?

“Ik denk dat net als in 2012 iedereen in eerste instantie dicht bij hun huidige werkwijze en de bijbehorende tarieven zal blijven en dat het even tijd nodig heeft om de nodige variatie te krijgen.
Er blijven, op bleken na, altijd reguliere prestaties voor de behandelingen. Dit gaat nu om niet-medisch noodzakelijke cosmetische mondzorg, waardoor het helemaal niet nodig is om mee te doen. Je kunt gewoon dezelfde werkwijze blijven hanteren.”

Hoe moet je de tarieven bekendmaken bij patiënten?

“In de Regeling experiment cosmetische mondzorg staat letterlijk: ‘Zorgaanbieders dienen de patiënt tijdig en zorgvuldig te informeren over de tarieven die zij voor prestaties in rekening brengen.’ Dit komt er op neer, dat je digitaal of schriftelijk een vrijblijvende begroting voorafgaand aan de behandeling moet verstrekken. Door ook op je website de tarieven van veel voorkomende situaties te plaatsen, is het voor de cliënt voorafgaand aan het consult al duidelijk is of de cosmetische behandeling haalbaar is. Op dit moment wordt deze cosmetische zorg niet vergoed uit de basis- of aanvullende verzekering.”

Hoe organiseer je het intern: ga je een aparte behandelaar hiervoor aanwijzen?

“Als je meedoet aan het experiment, dan moet je ook verplicht een door de KNMT geschreven stuk tekst plaatsen op je praktijkwebsite. Een onderdeel daarvan is, dat je degenen benoemt die de cosmetische mondzorgbehandelingen uitvoeren. Wie dat zijn, is echt aan de praktijk. Het kan iemand met affiniteit met cosmetisch mondzorg zijn, maar dat hoeft niet.”

Hoe regel je het administratief?

“Omdat het in dit geval gaat om medisch niet-noodzakelijke cosmetische mondzorg, is het in beginsel btw-plichtig. Als een praktijk onder de 20.000 euro omzet voor deze behandelingen blijft, dan kan de Kleine Onderneming Regeling (KOR) gebruikt worden. Er mag dan ook geen btw op de tarieven gerekend worden. Ga je daar overheen, dan moet je wel btw rekenen. De praktijksoftware is daar al op ingericht en de boekhouder of accountant zal dan elk kwartaal btw-aangifte doen.
Het tarief is een zorgtraject dat bestaat uit consultaties, maken, plaatsen en nazorg. Maar pas bij het plaatsen mag het tarief in rekening gebracht worden. Als er veel externe kosten gemaakt worden, is het voor te stellen dat om een aanbetaling gevraagd wordt.”

Wat verwacht je dat de gevolgen van deze vrije tarieven zullen zijn voor tandartspraktijken?

“De komende jaren verwacht ik veel uitdagingen voor de beroepsgroep. Herijking van het norminkomen, een kostenonderzoek, passende zorg, verschraling van het basispakket en verdere administratieve lastenverzwaring. Dat we eindelijk net als onze Europese collega’s een deel van onze behandelingen zelf kunnen reguleren, lijkt mij een belangrijke stap.”

De KNMT hield op 14 december het webinar Experiment Vrije tarieven facings en bleken.
Bekijk dit webinar hier terug:

 

 

Lees meer over: Kennis, Opinie, Tarieven, Thema A-Z
goed, slecht, vinger, wijzen

Is je klachtenregeling op orde?

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) constateert soms, dat patiënten geen gehoor kunnen vinden met hun klacht bij de tandartspraktijk. Dit is dan ook een punt, dat door IGJ wordt getoetst bij praktijken. Wat dien je als praktijk dan ook te regelen? De belangrijkste zaken vind je hier op een rij.

WKKGZ

Op dit punt is de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg (WKKGZ) van toepassing. In deze wet zijn de volgende punten van belang:

– Elke tandarts heeft zich aangesloten bij een klachtenregeling.
– De eigenaar van een tandartspraktijk met meerdere behandelaars moet daarnaast een overkoepelende klachtenregeling hebben.
– De patiënt moet duidelijke informatie krijgen over de klachtenregeling.
– Klachten dienen correct door de praktijk te worden afgehandeld.

Verplichtingen voor de praktijk

Bovenstaande punten kennen de volgende vertaalslag naar de praktijk:

  • Bij een klacht van een patiënt moet de tandarts in beginsel binnen 6 weken een beslissing nemen over deze klacht.
  • De patiënt en de tandarts kunnen hulp en bemiddeling vragen aan de klachtenfunctionaris.
  • Indien de patiënt ontevreden is met het besluit van de tandarts, dan kan hij of zij naar een onafhankelijke geschillencommissie gaan die bindende uitspraken doet en schadevergoeding kan toekennen.
  • Bij de afhandeling van klachten die zijn ingediend tegen tandartsen die niet meer werkzaam zijn in de praktijk, is het de verantwoordelijkheid van de praktijkeigenaar om de klacht af te handelen. Dat betekent dat hij de beklaagde tandarts moet benaderen om mee te werken aan de afhandeling van de klacht.

Klachtenregelingen

Praktijken kunnen zich bij één van de volgende klachtenregeling aanmelden om aan de eisen vanuit de WKKGZ te voldoen:

Door:
Sjoerd Kuiken eigenaar van Kuiken Praktijkmanagement. Voor objectieve praktijkanalyses en intensieve begeleidingstrajecten voor praktijkhouders en -managers.

Lees meer over: Klachten, Thema A-Z
De toekomst: Autologe mesenchymale cellen en synthetische grafts voor botvervanging bij mensen

De toekomst: Autologe mesenchymale cellen en synthetische grafts voor botvervanging bij mensen

Naast eigen weefsel kunnen we middels tissue-engineering verschillende soorten weefsel creëren. Wat is hiervoor nodig en welke conclusies volgen uit klinisch onderzoek over botregeneratie? Verslag van de lezing van Dr. Cecilie Gjerde

Problemen met autoloog bot

  • Chirurgie is nodig.

Wat tot gevolg heeft >>

  • Langere operatietijd.

Wat tot gevolg heeft >>

  • Hogere patiënt morbiditeit.
  • Beperkte hoeveelheden zijn beschikbaar.
  • Onvoorspelbare resorptie: tot 50 % van het getransplanteerde bot kan resorberen tijdens de heling.

Naast eigen weefsel kunnen we middels tissue-engineering verschillende soorten weefsel creëren. Hiervoor hebben we drie bronnen nodig namelijk:

  1. Stamcellen (SC)
  2. ‘Scaffolds’ om de cellen aan te laten hechten en groeien.
  3. GF (groei factor): hormonen en signalen vanuit het lichaam om de stamcellen te kunnen aansturen.

Soorten Stamcellen

  1. Embryonale SC; Deze zijn ethisch gelimiteerd. Deze cellen zijn zeer potent en kunnen zich tot elke cel in het lichaam ontwikkelen. Vaak is het lastig om de groei te controleren, waardoor er teratoma’s kunnen ontstaan (oncontroleerbare weefselgroei).
  2. IPS (induced pluripotent SC): Kan tot oncontroleerbare weefselgroei leiden. Deze SC worden gebruikt voor medische trials en om medicijnen te testen.
  3. Adult SC (multipotent)

Verschillende soorten stamcellen

Embryonale SC ontwikkelen zich tot adulte stamcellen in 6 weken. Adulte SC ontwikkelen zich tot verschillende cellen. Ze zijn multipotent en afhankelijk van de signalen die het lichaam geeft.

Adulte mesenchymale SC:

  1. Hematopoëtisch SC: zijn de actieve cellen van het immuunsysteem en bloedvorming en deze cellen circuleren.
  2. Mesenchymale SC: zijn passieve cellen die wachten tot ze een signaal krijgen en gaan dan naar de plek waar ze nodig zijn voor actie.

De klinische uitdaging ligt vooral bij behandeling van de mandibula. Er is minimaal een diameter van 4 mm nodig en bij voorkeur 1,5 mm bot rondom het implantaat. Samen komt dit uit op minimaal 7 mm bot wat nodig is en dit kan soms uitdagend kan zijn. De andere uitdaging is de vaak gelimiteerde hoeveelheid gekeratiniseerde gingiva.

In verschillende preklinische onderzoeken is gebleken dat stamcellen graag aan biomateriaal hechten.

Stamcellen en biomateriaal moeten minimaal een uur van tevoren samenkomen, zodat alle stamcellen zich kunnen hechten aan het biomateriaal. Sterk gevasculariseerd bot wordt zo gevormd. Het implantaat heeft twee maanden nodig om te genezen voordat het abutment geplaatst kan worden.

Het ultieme doel in de toekomst is het 3D printen van een botdefect en dit te kunnen vervangen met biomateriaal en mesenchymale stamcellen.

Conclusies uit verschillende publicaties:

Transplantatie van cellen in combinatie met biomateriële scaffolds is superieur ten opzichte van alleen biomaterialen (de scaffolds) bij sinus augmentatie en horizontale augmentatie en is vergelijkbaar met autogeen bot bij een alveolaire cleft reparatie.

De beperkingen van deze studies zijn vooral de hoge kosten. Hopelijk kan er in de toekomst gebruik gemaakt worden van allogene stamcellen.

Dr. Cecilie Gjerde works at the Department of Clinical Dentistry, University of Bergen. Cecilie does research Tissue Engineering and Bone Regeneration using MSC. Their current project is ‘Reborne and Maxibone’.

Verslag door Nika Koolwijk, tandarts, van de lezing van Dr. Cecilie Gjerde tijdens de EuroPerio Series van de European Federation of Periodontology (EFP).

 

Lees meer over: Implantologie, Parodontologie, Thema A-Z

Retrospectief 2022 & prospectief 2023

Als gedragswetenschappelijk docent (GW-docent) is dr. Yvonne Buunk-Werkhoven (psycholoog en mondhygiënist) sinds april 2021 parttime werkzaam bij de Huisartsopleiding Amsterdam UMC, locatie VUmc, in een vestiging in Hengelo. Daarnaast continueert ze -intrinsiek gemotiveerd- als onafhankelijk onderzoeker en adviseur diverse publieke (mond) gezondheidszorg projecten in het binnen en buitenland. Aan het begin van dit nieuwe jaar blikt zij terug en vooruit over het toepassen van theorieën, long-life learning en onderzoek en onderwijs.

Het toepassen van theorieën

De uitspraak: “There is nothing so practical as a good theory” (Kurt Lewin, 1951, grondlegger van de sociale psychologie) onderschrijf ik van harte. En als ik eerlijk ben, vind ik dat het toepassen van theorieën voor het oplossen van praktijkproblemen een must is! Met een optimale onderbouwing en om maximale effectiviteit te behalen, dient de aanpak van sociaal-maatschappelijke en gezondheidsproblemen idealiter gebaseerd te zijn op een gedegen theorie en onderzoek uit de sociale psychologie. In het merendeel van mijn onderzoeken heb ik het model van beredeneerd gedrag toegepast. Wereldwijd is en wordt mijn onderzoek nog steeds opgepakt, gerepliceerd en/of geciteerd. Dit gedragsmodel is onder de (mond)zorgprofessionals ook bekend als de theorie van gepland gedrag (Theory of Planned Behavior – TPB; Ajzen, 1988, 1991). Bovendien is het TPB-model -hoewel enkele onwetenden in mondzorg Nederland beter menen te weten- het meest gebruikte model en biedt het een bruikbaar kader voor toegepast onderzoek op sociaal en gedragswetenschappelijk gebied (Bosnjak, Ajzen, Schmidt, 2020). Eveneens is het model van beredeneerd gedrag duidelijk en eenvoudig toepasbaar om de psychologische oorzaken van gezondheidsgedrag in kaart te brengen, inclusief mondhygiënegedrag (Index for Oral Hygiene Behavior – OHB; Buunk-Werkhoven, et al., 2011). Valorisatie in optima forma van mijn basisonderzoek is te lezen in een Amerikaanse studie, waarin de onderzoekers van drie gerenommeerde universiteiten: Department of Computer Science, Harvard University; Institute for Social Research, University of Michigan; Schools of Dentistry & Engineering, University of California, Los Angeles (Anna Trella, et al., 2022) aan mijn TPB en OHB onderzoek refereerden met: “New approaches from behavioral sciences have potential for modifying individual oral health behaviors” ofwel vertaald: “Nieuwe benaderingen uit de gedragswetenschappen hebben de potentie om individueel mondgezondheidsgedrag aan te passen.”

M.i. is het des te meer opmerkelijk dat er in nationaal mondzorgonderzoek hardnekkig wordt ingezet op het Health Action Process Approach – HAPA-model (Schwarzer, 1992), dat volgens enkele mondhygiënist-onderzoekers veelbelovend lijkt… Echter, recente uitkomsten van een systematic review over mondzorginterventie studies met dit HAPA-model tonen aan, dat het gebruikte model, inclusief de bijbehorende constructen en doelgroepen, niet of nauwelijks op een correcte wijze wordt toegepast (van Nes, et al., 2022).

Overeenkomstig met hetgeen Festinger (1957) stelde, “dat mensen naar het verkleinen van dissonantie streven en daarvoor hun opvattingen of gedrag aanpassen”, observeer ik hier een interessante casus: “het niet juist kunnen/weten toepassen van het HAPA-model, plus het niet uitkomen van verwachtte resultaten, zouden bij de onderzoekers een sterk en pijnlijk gevoel, een cognitieve dissonantie, kunnen veroorzaken. Het zou voor de mondhygiënist-onderzoekers moeilijk zijn de ideeën waarmee alles begonnen was helemaal los te laten. Daarbij zou het mogelijk kunnen zijn dat deze onderzoekersgroep zo diep in hun eigen gelijk en benadering betrokken is, dat deze onderzoekers aanzienlijke moeite zouden blijven doen om het in stand te houden.”

Long-life Learning

Met het oog op een leven lang leren, en dat je nooit te oud bent om te leren, is een belangrijke motivatietheorie, de zelfbeschikkingstheorie – Self Determination Theory (SDT; Deci en Ryan, 2000). Deze theorie is helpend bij het begrijpen van leerprocessen en is ondersteunend aan onderwijsprocessen. De SDT stelt namelijk dat mensen uit zichzelf intrinsiek gemotiveerd zijn om zich te ontwikkelen. Echter, voor het behoud van intrinsieke motivatie dient er wel aan drie psychologische basisbehoeften worden voldaan.

  • Autonomie
    De eerste is het gevoel van autonomie (ik leer op mijn eigen wijze en ik heb voldoende eigen regie)
  • Competentie
    De tweede is het gevoel van competentie (ik kan het leren en ik ervaar voldoende mogelijkheid tot leren)
  •  Verbondenheid
    De derde is het gevoel van verbondenheid (ik hoor erbij en ik heb goede relaties met relevante anderen).

Deze 3 psychologische basisbehoeften zijn niet enkel van belang voor het leren, het blijkt ook dat als iemand intrinsiek gemotiveerd is, het zelfsturend leren wel degelijk tot hoger welbevinden en tot betere prestaties leidt. Bovendien kan het (werk)overbelasting voorkomen.

Relatief veel van mezelf herken ik in bovengenoemde en als een heuse toegepaste sociaal psycholoog vind ik dat deze SDT motivatietheorie ook van toepassing kan zijn op (mond)zorgprofessionals. Immers, binnen mijn huidige werk bij de huisartsopleiding – waar ik samen met een huisartsdocent een vast duo vorm en wij gezamenlijk zowel het onderwijs voor artsen in opleiding tot huisarts (AIOS) als het ondersteunend onderwijs voor hun huisartsopleiders (HAO) verzorgen – is de motivatie voor een blijvende ontwikkeling van de eigen professionaliteit van de huisartsen die worden opgeleid, heel kenmerkend (zie opleidingsvisie).

Er zijn meerdere theorieën en modellen toe te passen op diverse (sociale) problemen om tot inzichten en oplossingen te komen (Buunk, Dijkstra, van Vugt, 2021). Zowel in mijn onderzoeksprojecten als in het (mond)gezondheidszorg onderwijs vind ik de stapsgewijze PATHS methode (Probleem-Analyse-Test-Hulp-Succes) een transparante aanpak en een erg handige kapstok voor het oplossen van ‘(mond)gezondheidszorg-problemen’ door middel van gedragsbeïnvloeding.

Onderzoek en Onderwijs

Onderwijs- en onderzoeksactiviteiten

In het afgelopen jaar heb ik in meerdere onderwijs- en onderzoeksactiviteiten geparticipeerd. Naast de reguliere aanstelling van twee dagen binnen de Huisartsopleiding Amsterdam UMC, waarin het begeleiden/coachen van de AIOS tijdens hun TerugKomDagen (TKD) met cursorisch onderwijs centraal staat, werkte ik als GW-docent zes maanden binnen een module Huisartsgeneeskunde, die de AMA’s als onderdeel van hun opleiding tot Algemeen Militair Arts volgen. Om mijn pedagogische en didactische competenties als docent te verbeteren volgde ik de Landelijke Educatie Docenten (LED) opleiding.

Online lezingen en gastcolleges

Op persoonlijke titel en ook vanuit mijn rol als zelfstandig onderzoeker/adviseur heb ik op locatie en soms online lezingen en gastcolleges gegeven. Op een Tandheelkundig congres voor mondzorgprofessionals in Litouwen, tijdens een Pelita Landelijke Naoorlogse Generatie dag in Bronbeek te Arnhem, en ook tijdens een Benefiet diner van de Stichting TitanE, die de nootmuskaatboeren op de Molukken steunt. Omdat mijn portret in het boek Rolemodels, 70 Molukse succesverhalen van fotograaf Ed Leatemia meereist in één van de 6 zeecontainers, was ik aanwezig bij de opening van de “Reizende Tentoonstelling | In 2 werelden | Molukkers in Nederland” in Assen, de woonplaats waar ik ben opgegroeid totdat ik op kamers ging wonen in Utrecht. En vlak voordat ik zelf naar Indonesië vertrok werd ik gevraagd om online een college te geven aan de studenten van de faculteit tandheelkunde (Fakultas Kedokteran Gigi) aan de Universitas Brawijaya in Malang, Indonesië. Onverwacht en tijdens mijn verblijf op het eiland Bandaneira (geboorteplaats van mijn opa) werd ik uitgenodigd om een gastcollege te geven aan de studenten en de staf van de Universitas Banda Naira op de Molukken. Als je me vraagt om één hoogtepunt van het jaar 2022, of zelfs van mijn carrière te noemen, dan is het wel dat de rector Dr. M. Farid schreef: “…when I heard you are a scientist, I did not think long to immediately invite you. We are very happy if you want to share your knowledge with our students. Moreover, you are also a Bandanes, we are very happy to meet our sister.”

Publicaties

Wederom werd ik spontaan letterlijk en ‘on the spot’ geconfronteerd met mijzelf. Naast het vele op afstand én online werken stond ik werkelijk even stil bij het momentum: waar ik sta in het echte leven, inclusief mijn gedragswetenschappelijk onderzoek- en onderwijs leven. Opnieuw realiseerde ik me wat ik allemaal heb bereikt. Als co-auteur publiceerde ik in 2022 niet enkel een Engelstalige publicatie over hoe effectief tandenpoetsen in het onderwijs voor Indonesische basisschoolkinderen is, al dan niet door beïnvloeding van omgevingsfactoren. Ook was ik als coördinerende auteur betrokken bij de Spaanstalige publicatie over de uitgebreide theorie van gepland gedrag toegepast op mondhygiëne bij Peruaanse studenten, waarvan overigens een Engelstalige versie als open access publicatie beschikbaar is.

Gastdocent

Zeer kort dag en eveneens vrij onverwacht, aan het einde van het jaar, werd ik uitgenodigd om online als gastdocent mijn programma ‘Oral Health Psychology and Communication’ aan eerstejaars mondhygiëne studenten, eerstejaars tandartsassistenten en aan derdejaars studenten tandtechnici van de Kauno Kolegija in Litouwen te geven. Dit programma is overeenkomstig met het Visiting Professor ‘3 in One programma 2020’ aan de tandheelkunde faculteit van de Universitas Brawijaya, zie het eerdere artikel hierover op dentalinfo.nl

E-magazine mondgezondheid bij topsporters

Creatieve interventies in de mondzorg en met name de ontwikkeling van goed onderbouwde, effectieve en efficiënte interventies is als een belangrijk onderwerp aan de orde gekomen. Te meer, omdat door collega-mondhygiënist Jolanda Gortzak samen met mij een uniek e-magazine over sport en mondgezondheid is ontwikkeld en gelanceerd als onderdeel van het project ‘Sport Fit met een Gezond Gebit’. We schrijven hierover een wetenschappelijk manuscript en dit project wordt vervolgd in 2023. Op de laatste ochtend van de lesweek presenteerden samengestelde groepjes studenten van de verschillende opleidingen hun ‘rapid fire’ (5 minuten presentatie).

Peer-reviews

Als klap op de vuurpijl, voelde ik me zeer vereerd en erkentelijk dat ik eind december de doctoraatsverdediging van Dr. Gitana Rederiene in de Medische en Gezondheidswetenschappen, Volksgezondheid (PhD in Public Health) aan de Vilniaus universitetas / Vilnius University in Litouwen mocht bijwonen. Als belangrijk onderdeel van haar proefschrift hebben we gezamenlijk 2 internationale peer-reviewed publicaties geschreven. Ook kon ik nog een kennismakings- en evaluatiegesprek met de directeur regelen, waarin we tegelijk de plannen voor het jaar 2023, inclusief het programma -een intensieve tiendaagse cursus- over het onderwerp “Mondgezondheidspsychologie en communicatie” aan de Kauno Kolegija (Kaunas University of Applied Sciences) als gastdocent konden bespreken.

2023

Het nieuwe jaar 2023 is aangevangen en allerlei lopende projecten worden vervolgd. Er zijn initiatieven en plannen in de maak… Wie weet waar het allemaal toe zal leiden en wat het zal opbrengen? Mijn voornemens zijn positief gestemd met aandacht voor een inspirerend, gezond en gelukkig leven. Én dat wens ik iedereen – in het persoonlijk en werk leven- van harte toe!

Yvonne Buunk-Werkhoven

 

 

Lees meer over: Kennis, Opinie, Scholing
Casus-non-prep---Beekmans-hoofdafb

Casus: Non-prep facings, een non-invasive esthetische behandeling

Het veranderen van de vorm en de kleur van de frontelementen kan door middel van een non-invasive behandeling. In deze casus laat ik zien hoe dat gedaan kan worden. Het is een delicate behandeling omdat de facings die op de tanden bevestigd worden zeer kwetsbaar zijn. Eenmaal geplaatst zijn ze erg sterk door de hechting aan het glazuur. Uit onderzoek is zelfs gebleken dat de elementen in zijn geheel nog sterker zijn dan daarvoor.

De randaansluiting kan erg mooi zijn, maar dat is geheel afhankelijk van de precisie van de tandtechnicus. Dat geldt natuurlijk ook voor de vorm en de kleur. Het is beslist geen makkelijke restauratie voor een technicus omdat er met heel weinig ruimte toch veel moet gebeuren. Klaus Mueterthies begon in de jaren 90 met het maken van dit soort restauraties, in Nederland volgden Derk-Jan de Haan en Benno van Wering zijn ontwikkeling op de voet en zijn ook bijzonder goed in deze tak van sport.

De casus

Elke had problemen met de grootte van haar tanden, ze vond ze iets te klein en ze had ook een spleetje tussen haar voortanden dat eerder was gesloten met composiet.

dia12voorhetpassen

Voor het passen

dia2 begin model

Begin model

dia10afdruk

Afdruk

Nadat we studiemodellen hadden gemaakt kon Benno de wax-up maken om een idee te krijgen van de nieuwe vorm, met deze wax-up maakten we een mock-up om de vorm te beoordelen. Hierbij bleek dat er ook iets teveel gingiva aanwezig was. De elementen waren nooit helemaal uit de gingiva vandaan gekomen en daardoor leken ze ook iets te klein.

dia3 wax up

Wax up

dia4mockup

Mock-up

dia5mockupgingiva

Mock-up gingiva

Mock-up gingivaMet een zwarte stift over de tand van de mock-up en de gingiva kon je precies zien waar de mock-up eindigde en hoeveel van de gingiva moest verdwijnen.

Dia6zwartestreep

Zwarte streep

dia7gingivacorrectie

Gingiva correctie

dia8nacorrectieginigiva

Na correctie gingiva

Meteen na het verwijderen van de gingiva en het composiet dat approximaal was aangebracht kon ik de retractie draden aanbrengen, dikte 0 van Gingibraid met retractievloeistof van Viscostat. Dit was voldoende om te bloeding te stoppen en ruimte te maken voor twee goede rubber afdrukken. De technicus heeft die nodig omdat hij zijn vuurvaste stompen moet kunnen terugplaatsen in een model.

Met behulp van gezichtsfoto’s, de foto’s van de mock-up en de wax-up kon Benno aan de gang om de facings te maken. In zijn lab heeft hij die samen met Elke gepast en kleine correcties gedaan om het ieder naar de zin te maken.

Plaatsen van de facings

Toen konden de facings geplaatst worden. Dat moet echt onder rubberdam gebeuren omdat het een tijdrovende en nauwkeurige behandeling is waar vocht zeer onwenselijk is.

dia11facings

Facings

Eerst komt het passen van de facings in de stoel alvorens de facings geplaatst kunnen worden. Eerst stuk voor stuk en dan allemaal samen, dit om de individuele pasvorm te kunnen controleren en ook het geheel, voor de vorm en de kleur.

dia13tryin

Tryin

dia14tryingeheel

Tryin geheel

dia15kleurpasta

Kleurpasta

Fasen

Als dat allemaal bepaald is, maak ik per element een notitie van de te gebruiken kleur cement. Later onder rubberdam is dat niet meer te checken, door uitdroging van de elementen.

  • Fase 1.  Plaatsing rubberdam, in dit geval gebruik ik de Optradam, zodat de gingiva zichtbaar blijft en er voldoende ruimte is voor de randen.
  • Fase 2. Plaatsen van de retractie draden dikte 0 met Viscostat vloeistof tegen de bloeding.
  • Fase 3. Schoonmaken van de 11, die als eerste geplaatst wordt. Ik werk altijd vanuit de centrale incisieven en dan naar de laterale elementen. Kleine discrepanties bij de centrale incisieven komen dan niet opeens naar boven als die volgorde anders wordt gekozen. Schoonmaken houdt in: plak verwijderen, licht opschuren met een diamant stripje approximaal en zandstralen met AlOxide poeder 27mu.
dia17diamantstrip

Diamantstrip

  • Fase 4. Zandstralen van de binnenkant van de facing met 27 mu AlOx en daarna 180 seconden in ultrasoon 30 % H2O2.

    dia18zandstralen

    Zandstralen

  • Fase 5. HFl zuur etsen van de facings gedurende 5 minuten en daarna afspoelen en weer 180 sec in het ultrasone bad met 30% H2O2.

    dia19fluorzuur

    Fluorzuur

  • Fase 6. Drogen van de facing en silaniseren.
  • Fase 7. Etsen van het element met fosforzuur 20 seconden en minimaal 30 seconden afspoelen met water, drogen.
  • Fase 8. Scotch bond bonding op de facing en het element.
  • Fase 9. Rely-X light cure only cement in de facing en voorzichtig plaatsen, zoveel mogelijk overmaat verwijderen en de seat heel goed checken.
  • Fase 10. Uitharden met licht. Belangrijk hierbij is het uitharden van een afstand te starten, ongeveer drie centimeter en dan langzaam dichterbij, NOOIT tegen het element aanhouden, dat geeft teveel spanning in het composiet en op de facings, die kan daardoor barsten!
  • Fase 11. Afwerken van de restauratie met een scherp scalpel mesje nr 12 schuurschijfjes en een scherpe H6H7.
    dia22afwerkenmesje12

    Afwerken mesje 12

    dia23afwerkenschijfje

    Afwerkenschijfje

Daarna komt de volgende facing, belangrijk is om weer goed te passen, contactpunt controleren, aanpassen en soms is het nodig om kleine correcties aan de facing te doen om te zorgen voor een echt goede seating. De cementkleur is al bepaald, zorg ervoor dat dat duidelijk is genoteerd!

Om de buurelementen te beschermen gebruik ik Shimstock folie en geen teflon. De Shimstock geeft nog de mogelijkheid bij het plaatsen de folie aan te trekken bij het uitharden zodat het cement goed tegen de approximale wanden aanligt.

dia20etsenshimstock

Etsen Shimstock

Bij het zandstralen gebruik is een kunststof stripje, dat is steviger en zorgt ervoor dat het straalmiddel niet tegen de buurelementen aanligt.

Het voorbereiden, plaatsen en afwerken van één facing neemt ongeveer 45 minuten tijd, neem dus vooral de tijd voor het plaatsen van 6 facings, zodat het geen haastwerk hoeft te worden. Zo worden er hele mooie restauraties geplaatst die een life time mee kunnen gaan.

dia21plaatsen

Plaatsen

dia24weeknaplaatsen

Week na plaatsen

dia25na2 jaar

Na 2 jaar

dia25na2 jaar

Resultaat

Door:
Hans Beekmans, tandarts en auteur van het boek Esthetische tandheelkunde, met casuïstiek en tips.

 

 

Lees meer over: Casus, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
geld

NZa verhoogt de tarieven: werkt dat automatisch door in de tarieven van de verzekeraars?

De NZa heeft eind september 2022 via een nieuwsbericht medegedeeld dat de maximumtarieven voor 2023 nogmaals zullen worden geïndexeerd. Goed nieuws, zou je zeggen. Maar is dat wel altijd zo? Worden de tarieven van de zorgverzekeraars door de NZa-indexering ook automatisch aangepast?

Verhoging tarieven door de NZa

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de NZa in een brief van 20 september 2022 verzocht de door de NZa gereguleerde vergoedingsbedragen en tarieven voor de Zvw en de Wlz voor 2023 te herzien. Dit als gevolg van, zoals VWS dat omschrijft, de ‘uitzonderlijke inflatie en de uitzonderlijke maatregelen die daarop genomen zijn’.

De NZa heeft aan dat verzoek gehoor gegeven en vervolgens de maximale NZa-tarieven verhoogd. Normaliter indexeert de NZa jaarlijks vóór 1 juli de tarieven om deze te laten aansluiten bij de prijzen in een volgend jaar. Gezien de inflatie heeft de NZa er nu dus in overleg met VWS voor gekozen een tweede maal te indexeren, nog vóór 2023 is begonnen.

Inmiddels heeft de NZa ook de nieuwe tariefbeschikkingen gepubliceerd voor de mondzorg:

Doorwerking in afspraken verzekeraars

In de mondzorg bieden veel verzekeraars overeenkomsten aan, voor een gedeelte van de mondzorg. Veelal gaat het om tandprothetische zorg en implantologische zorg. Ook voor bijzondere tandheelkunde wordt door verzekeraars gecontracteerd. En sommige verzekeraars bieden praktijken voor mondhygiëne een contract.
De vraag die hierbij opkomt, is of deze tariefsaanpassingen die de NZa heeft gepubliceerd, ook automatisch worden doorgevoerd in de tarieven die de zorgverzekeraars hanteren. Een aantal situaties kan daarbij worden onderscheiden.

  1. Overeenkomst is al aangeboden vóór tariefsaanpassing NZa

    Zorgverzekeraars bieden in de mondzorg steeds eerder hun overeenkomsten aan, soms zelfs al in augustus of begin september. Indien de overeenkomst is aangeboden vóór het nieuws vanuit VWS en de NZa dat de tarieven worden verhoogd, kan de zorgverzekeraar daar bij het aanbieden van de overeenkomsten geen rekening hebben gehouden.

    Dat is echter niet altijd erg. Indien in de overeenkomst een automatische koppeling met de NZa-tarieven is opgenomen, zullen de gecontracteerde tarieven automatisch meestijgen met de verhoogde NZa-tarieven in de tariefbeschikkingen. Doorgaans staat dan in de overeenkomst dat het tarief is gekoppeld aan het vigerende NZa-maximumtarief; het van kracht zijnde NZa-maximumtarief. Dit is vaak het geval voor de honorariumtarieven die zijn opgenomen in bijvoorbeeld de Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg en orthodontische zorg.

    Indien in de overeenkomst wordt gewerkt met vaste tariefbedragen, die niet gekoppeld zijn aan de NZa-maximumtarieven maar door de verzekeraar zelf zijn vastgesteld, werkt deze systematiek echter niet. In dat geval zullen de tarieven zijn vastgesteld vóór de verzekeraar rekening kon houden met de tariefsaanpassingen door de NZa. De verzekeraar zal dan dus – indien de overeenkomst al is aangeboden – de reeds aangeboden tarieven moeten vervangen door nieuwe tarieven, indien hij alsnog rekening wil houden met deze berichtgeving vanuit de NZa.

    Dit is veelal het geval bij de materiaal- en techniekkosten, waarbij de meeste zorgverzekeraars de tarieven zelf hebben vastgesteld. Indien de materiaal- en techniekkosten door de verzekeraars – net zoals bij de honoraria – zouden worden gekoppeld aan de Prestatie- en tariefbeschikking Tandtechniek in eigen beheer, zou deze problematiek zich niet voordoen. Dit is evenwel maar bij een enkele verzekeraar het geval.

  2. Er is sprake van een meerjarenovereenkomst

    Het is ook mogelijk dat sprake is van een meerjarenovereenkomst, die bijvoorbeeld reeds in 2021 is getekend en ook in 2022 en 2023 nog doorloopt. In dat geval hangt het van de inhoud van de overeenkomst af, of de tariefsaanpassingen zullen worden doorgevoerd. Opnieuw geldt dat een koppeling met de vigerende NZa-tarieven ervoor zal zorgen dat de nieuwe NZa-tarieven automatisch zullen doorwerken in de gecontracteerde tarieven. Ook bij een meerjarige overeenkomst geldt echter dat vaste, door de verzekeraar vastgestelde tarieven niet automatisch mee zullen stijgen met de NZa-tarieven.
    Van belang hierbij is of de overeenkomst een bepaling kent over indexering van de tarieven. Een deel van de verzekeraars heeft in de overeenkomst opgenomen dat de tarieven bij een meerjarige overeenkomst tussentijds zullen worden geïndexeerd. Dat gebeurt veelal in november of december; in dit geval zou dat dan betekenen dat de zorgverzekeraar nog rekening kan houden met het nieuws vanuit de NZa en VWS. Het is wel aan te raden goed na te gaan op welke wijze de indexering uitwerkt en met welke percentages er wordt geïndexeerd.

Tariefbedragen, zoals bij techniekkosten, zouden ook verhoogd moeten worden

Indien in de overeenkomst vastgestelde tariefbedragen zijn opgenomen die niet gekoppeld zijn aan de vigerende NZa-tarieven, stijgen deze tariefbedragen dus niet automatisch mee. De NZa heeft over dit type tarieven echter het volgende aangegeven:

De NZa vertrouwt erop dat zorgverzekeraar en zorgaanbieder ook voor deze zorgvormen de stijging van de prijsindexcijfers op een passende manier vertalen in hun afspraken.

Het zou derhalve rechtvaardig en juist zijn indien zorgverzekeraars, die werken met dergelijke tariefssystematieken – zoals gezegd veelal voor de materiaal- en techniekkosten –, deze tarieven alsnog zullen verhogen zowel als de overeenkomst al was aangeboden, het een meerjarenovereenkomst betreft als het geval dat de overeenkomst nog moet worden aangeboden.
Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de, zoals VWS het noemt, uitzonderlijke inflatie en ook aan de oproep die de NZa heeft gedaan. De eerste zorgverzekeraars hebben inmiddels laten weten hiertoe voor de mondzorg over te zullen gaan: dat is een positieve ontwikkeling.

Door:
Daniël Post, Advocaat bij Eldermans|Geerts Advocaten in de zorg

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Voorbehouden handelingen in de mondzorg. Wie mag wat doen en wanneer?

Voorbehouden handelingen in de mondzorg. Wie mag wat doen en wanneer?

Wie mag nu wat doen in de mondzorg en onder welke voorwaarden? Een verheldering van de wet BIG en de zelfstandige bevoegdheid. Dit al eerder geplaatste artikel is ge-update met de nieuwe regels voor geregistreerd-mondhygiënisten.

Voorbehouden handelingen binnen de tandheelkunde

  • Vervaardigen van röntgenfoto’s
  • Geven van anesthesie
  • Prepareren
  • Hechten
  • Parodontale chirurgie
  • Extracties
  • Voorschrijven van medicatie

En wat dus niet: diagnostiek. Men gaat er vanuit dat bij verkeerde diagnose (en dus behandeling) de patiënt een klacht kan indienen en zo het juridische systeem in gang gezet zou kunnen worden.

Regels

Regels bij het uitvoeren van voorbehouden handelingen door een niet-tandarts of niet-geregistreerd-mondhygiënist zelfstandige bevoegdheid:

  • Fysiek aanwezig

    De tandarts of geregistreerd-mondhygiënist moet fysiek aanwezig zijn in de praktijk voor overleg, advies en de mogelijkheid tot tussenkomst. Telefonische bereikbaarheid is niet voldoende.

  • Bekwaam

    De tandarts of geregistreerd-mondhygiënist moet overtuigd zijn van de bekwaamheid van de niet-tandarts / niet-geregistreerd-mondhygiënist. De niet-tandarts / niet-geregistreerd-mondhygiënist moet zich tegelijkertijd ook bekwaam achten.

  • Relevante docent

    Opleiding van een niet-tandarts / niet-geregistreerd-mondhygiënist door de tandarts of geregistreerd-mondhygiënist voor voorbehouden handelingen is alleen acceptabel als er toezicht op de opleiding is door professionals. Dit betekent dat dit onder toezicht moet staan van een relevante docent en die uiteraard zelf bekwaam en bevoegd is voor de relevante voorbehouden handeling. Een docent staat tenminste in het Centraal Register Kort BeroepsOnderwijs (CKRBO).

  • Opdracht per patiënt

    De tandarts geeft opdracht per patiënt en indien nodig aanwijzingen en evalueert de uitvoering: de opdrachtbeschrijving wordt schriftelijk vastgelegd in een protocol.

  • Toestemming patiënt vragen

    De niet-tandarts of niet-geregistreerd-mondhygiënist informeert de patiënt dat hij of zij de voorbehouden handeling uitvoert in opdracht van de tandarts en vraagt de patiënt toestemming hiervoor.

Deze regels gelden dus altijd voor (preventie)assistenten en studenten.

Let op: Diagnose stellen geen voorbehouden handeling

Een diagnose stellen is niet opgenomen binnen de voorbehouden handelingen. Op dit moment geldt als uitgangspunt voor de diagnostiek: wie bekwaam is, is bevoegd. Binnen het eigen terrein van deskundigheid en verantwoordelijkheid is voor een inhoudelijke eindverantwoordelijkheid van andere beroepsbeoefenaren, bijvoorbeeld de arts, geen ruimte. Zie: Legemaate in zijn annotatie bij het arrest van de Rechtbank Almelo van 23 september 2003:

Voorbehouden handelingen door tandartsen
Tandartsen mogen alle genoemde voorbehouden handelingen doen, mits hij/zij zichzelf hierin bekwaam acht.

Voorbehouden handelingen door mondhygiënisten
Voor mondhygiënisten zonder speciale aantekening binnen de röntgenologie gelden de bovenstaande regels voor het vervaardigen van röntgenfoto’s. De mondhygiënist mag dus geen röntgenapparatuur hebben in een eigen praktijk waarin geen tandarts aanwezig is.

In de post-HBO opleiding Kindertandverzorgende (die niet meer bestaat) heeft de mondhygiënist kunnen leren om te extraheren in het melkgebit. Hiervoor heeft de mondhygiënist geen zelfstandige bevoegdheid.

De geregistreerd-mondhygiënist heeft de TMS-opleiding gedaan; dit is een eis ter registratie. Dat betekent dat voor de geregistreerd-mondhygiënist dezelfde regel geldt als voor de tandarts en dat hij wel röntgenapparatuur in eigen beheer mag hebben na afronding van de TMS-opleiding. De solo’s moeten gedeeld worden met de tandarts mits de patiënt hiertoe toestemming geeft. De behandeling door de geregistreerd-mondhygiënist kan wel worden voorgezet zonder dat de tandarts de foto heeft beoordeeld.

Een mondhygiënist mag zonder tussenkomst het volgende doen (mits opgeleid hiervoor):

  • Het toepassen van lokale anesthesie door het geven van injecties
  • Het behandelen van primaire caviteiten

De mondhygiënist heeft hiervoor een functionele bevoegdheid. De vereisten van opdracht, bekwaamheid en – indien nodig – aanwijzingen blijven overeind staan. Uitzondering vormt de geregistreerd-mondhygiënist die hier bovengenoemde eisen als opdracht en aanwijzingen niet nodig heeft.

Prepareren/restaureren door de mondhygiënist

De mondhygiënist krijgt tijdens de 4-jarige opleiding de volgende preventieve en eenvoudige restauratieve behandelingen in de permanente dentitie en/of in de melkdentitie met behulp van composiet, compomeer en glasionomeer (plastische materialen):

– Klasse 1 (O)
– Klasse 2 (MO, DO)
– Klasse 4 (Frontrestauratie zonder hoekopbouw)
– Klasse 5 (B)
– RVS-kronen in de melkdentitie

Behandeling primaire cariës

Er staat in de omschrijving dat de mondhygiënist enkel primaire cariës mag behandelen. Men kan zich afvragen wanneer precies cariës in een caviteit secundair is. Is een laesie naast een restauratie altijd secundair? De mondhygiënist moet de opdracht afslaan als hij denkt deze niet aan te kunnen. De opleiding raadt de mondhygiënist af om erg grote en diepe restauraties te repareren/restaureren om exponaties te voorkomen. In het algemeen geldt dit voor cariës dat verder is voortgeschreden dan tweederde vanaf de glazuur-dentinegrens richting de pulpa.
De geregistreerd-mondhygiënist hoeft geen opdracht te ontvangen om primaire cariës te behandelen. Ook kan er tijdens cursussen en andere opleidingen na het afronden van de opleiding Mondzorgkunde geleerd worden om grotere vullingen (bijvoorbeeld MOD of klasse 3) te prepareren/restaureren en zich zodoende hierin te bekwamen. De omlijning van de klassen wordt namelijk niet specifiek genoemd in artikel 36A van de Wet op de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) voor het experiment zelfstandige bevoegdheid geregistreerd mondhygiënisten. Ook worden facings niet genoemd waarbij er ook geen sprake hoeft te zijn van cariës.

Opdracht tandarts-mondhygiënist

Protocol

NVM-Mondhygiënisten heeft de Richtlijn opdrachtrelatie voorbehouden handelingen tandarts – mondhygiënist ontwikkeld. Dit kan u worden aanbevolen:

De tandarts en mondhygiënist sluiten een overeenkomst inzake de opdrachtrelatie waarin in elk geval afspraken worden vastgelegd over:

  • Intentie
  • Duur van de overeenkomst
  • Begrippen
  • Opdrachtprocedure
  • Communicatie, overleg
  • Bijzondere situaties
  • Bereikbaarheid
  • Spoedgevallenzorg
  • Klachtenregeling
  • Verantwoordelijkheden
  • Informatie aan en documentatie over patiënten
  • Rapportage en evaluatie

De tandarts en mondhygiënist ondertekenen deze schriftelijke overeenkomst opdrachtrelatie. Deze overeenkomst beoogt een optimale zorgverlening te bevorderen en de kwaliteit van de opdrachtrelatie voor een langere tijdsperiode te borgen.

De opdracht per patiënt: de kern
De tandarts legt een opdracht aan een mondhygiënist schriftelijk of digitaal vast.
In deze opdracht staat in elk geval:

  • Gegevens van de patiënt
  • De opdracht (voorgestelde behandeling)
  • Documentatie (zoals röntgenfoto’s, statussen)
  • Bijzonderheden, belangrijke aandachtspunten

De geregistreerd-mondhygiënist heeft in principe geen opdracht nodig maar deze is vaak wel welkom vanwege de informatie. Ook moeten er afspraken gemaakt worden met de tandartsen als er spoedgevallen worden verwacht.

Weigeren

Wanneer de opdrachtnemer zichzelf niet bekwaam acht, is deze verplicht de opdracht te weigeren. Dit geeft echter in loondienst regelmatig problemen vanwege het statusverschil van de opdrachtnemer (de werknemer) en opdrachtgever (in dit geval de werkgever). De opdrachtnemer durft weleens de opdracht niet te weigeren. Soms wordt er zelfs door de werkgever gedreigd met ontslag wegens werkweigering. En wat als de opdrachtnemer exact de aanwijzingen van de werkgever moet opvolgen en de opdrachtnemer het niet verantwoord vindt om dit op die manier te doen? De mondhygiënist blijft namelijk altijd zelf verantwoordelijk voor zijn eigen handelen, ook in loondienst. De opdrachtnemer moet dus een opdracht weigeren als hij deze onjuist vindt. Ook moet de opdracht geweigerd worden als hij deze onnodig vindt.

Voorbehouden handelingen door assistenten
Assistenten kunnen de volgende vaardigheden leren via cursussen:

  • Het vervaardigen van röntgenfoto’s
  • Toepassing van oppervlakte-anesthesie, infiltratie-anesthesie en geleidingsanesthesie
  • Composiet-fisuurlak; restaureren van de eerste blijvende molaren op het occlusale vlak
  • Klasse 1 restauraties in het blijvende gebit met plastische materialen.
  • 2 vlaks restauraties in (pre)molaren bij primaire cariës met adhesieve restauratie materialen

Assistenten hebben geen zelfstandige bevoegdheid, alle bovenstaande regels gelden dus hiervoor.

Anesthesie
Volgens de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening mogen tandheelkundige groothandelaren geen vloeistoffen voor lokale anesthesie leveren aan mondhygiënisten of tandartsen. Dat betekent dat je de vloeistoffen die voor de behandelingen nodig hebt, niet via de groothandel kan bestellen. Groothandelaren mogen op rond van de Geneesmiddelenwet en Europese regelgeving alleen afleveren aan terhandstellers. Dit zijn onder andere apothekers, apotheekhoudende huisartsen en ziekenhuisapotheken. Mondhygiënisten en tandartsen zijn geen terhandstellers, hooguit toedieners. In theorie zou u de vloeistoffen dus moeten bestellen bij de apotheker of apotheekhoudende arts. In de praktijk blijkt dit niet nodig te zijn….

Bronnen:
GeneesmiddelenWet
Wet BIG
NVM-mondhygiënisten
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Medische diagnose; kiezen voor deskundigheid (advies RvZ)
Post-BHO Restauratieve Zorg door de Mondhygiënist
Overheid.nl

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Laatste update: september 2020

Lees ook een update: Voorbehouden handelingen en taakdelegatie in de mondzorg: hoe zit het ook alweer?

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Elektrische tandenborstel meest effectieve borstel tegen tandplak

Elektrische tandenborstel meest effectieve borstel tegen tandplak

Als je een patiënt een tandenborstel aanbeveelt, zou dit een elektrisch model moeten zijn volgens een review in het International Journal of Dental Hygiene. Onderzoekers van het Academisch Centrum voor Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA) beoordeelden de gegevens van 28 studies.

Poetsen tegen tandplak

Het is van cruciaal belang dat patiënten de hoeveelheid gingivitis-veroorzakende tandplak in hun mond verminderen. Tandenpoetsen is de beproefde strategie om gingivitis en andere tandziekten te voorkomen. Patiënten kunnen dit doen met een handtandenborstel of een elektrische tandenborstel.

Elektrische borstel is effectiever

Over het algemeen is de conclusie dat een elektrische tandenborstel effectiever is dan een handmatige bij het verminderen van tandplak, gingivitis en bloedingen. Er is echter geen consensus over welk type borstel het werk het beste doet. Dit komt met name doordat er steeds nieuwe soorten borstels met nieuwe technologie op de markt komen.

Oscillerend-roterend versus sonisch

Om de effectiviteit van oscillerend-roterende en sonische elektrische tandenborstels te bepalen vergeleken met handtandenborstels hebben onderzoekers van het Academisch Centrum voor Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA) de gegevens van 28 studies beoordeeld. De onderzoeken vergeleken de werkzaamheid van de tandenborstels op het verwijderen van tandplak na een enkele poetsbeurt bij gezonde volwassen patiënten.

Elektrisch inderdaad beter dan handmatig

De groep vond een statistisch significant verschil in de gemiddelde score na het poetsen bij het vergelijken van OR elektrische tandenborstels en handtandenborstels. Dit ondersteunt de aanbeveling om een elektrische tandborstel te gebruiken in plaats van een handtandenborstel.

OR- iets beter dan HSF-tandenborstel

Ook was er een significant verschil in de verandering in plaquescore tussen het gebruik van een OR tandenborstel vergeleken met een HFS type. Hoewel het verschil klein is, lijkt een oscillerend-roterende elektrische tandenborstel, die snel heen en weer draait om tandplak los te maken, iets beter te werken dan de sonische versie, die trillingstechnologie gebruikt.

Niet het beste voor elke patiënt

Hoewel elektrische tandenborstels tandplak beter kunnen verwijderen zijn ze misschien niet de beste optie voor alle patiënten, merkten de auteurs op. Aanbevelingen mogen niet uitsluitend gebaseerd zijn op de werkzaamheid van plaqueverwijdering. Andere factoren, zoals kosten, moeten ook worden overwogen, waarschuwden ze.

Mogelijk taalvooroordeel

Beperkingen van het onderzoek omvatten het beperken van publicaties tot die in het Engels. Deze voorwaarde heeft mogelijk een taalvooroordeel geïntroduceerd, schreven de auteurs. Desalniettemin ondersteunt de recensie “de aanbeveling om een elektrische tandenborstel te gebruiken voor dagelijkse tandplakverwijdering”, schreven de onderzoekers.

Bron:
International Journal of Dental Hygiene

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Bestuur KNMT nieuw

Twee nieuwe bestuursleden KNMT

De KNMT gaat met 2 nieuwe bestuursleden 2023 in. Rinke Rinke Blok is aangetreden als penningmeester en Ellemieke Hin als bestuurslid.

Volop inzetten voor tandartsen en mondzorg

Samen met voorzitter Hans de Vries en bestuurslid Joke Kwakman gaan zij zich volop inzetten voor de tandartsen, orthodontisten en kaakchirurgen en daarmee voor de mondzorg in ons land.

Rinke Rinke Blok: “Er valt nog veel te ontzorgen”

Rinke Rinke Blok (38) is tandarts-praktijkhouder in Den Haag. Hij is jarenlang penningmeester geweest van de regio Zuid-Holland Midden van de KNMT en was voorzitter van de Haagse spoedgevallendienst. De laatste jaren was hij lid van de ledenraad van de KNMT. Het penningmeesterschap van de beroepsvereniging beschouwt hij als een mooie vervolgstap. “Er valt nog een hoop te ontzorgen en ik wil meer werkgemak en plezier realiseren voor tandartsen.”

Hin: “KNMT toekomstproof maken”

Ook tandarts-endodontoloog Hin (44) ziet haar benoeming tot bestuurslid als een kans om direct betrokken te zijn bij de KNMT. “Ik wil me er voor inzetten de KNMT toekomstproof te maken en te houden. Dat geldt overigens ook voor de mondzorg; die moet bereikbaar, betaalbaar en werkbaar blijven.” Naast haar werk in haar verwijspraktijk voor endodontologie in Heemstede verricht zij commissie- en bestuurswerk bij de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (NVvE) en neemt zij deel aan de Richtlijn Advies Commissie (RAC) van het KIMO.

Voorzitter kijkt uit naar samenwerking

Ook Hin was lid van de ledenraad van de KNMT, die vorige maand instemde met hun benoeming. Penningmeester Richard Kohsiek en bestuursleden Richard Suy en Wilfred Kniese maakten plaats voor de nieuwe lichting. Hans de Vries, die 1 juli 2022 aantrad als voorzitter, kijkt uit naar de samenwerking met de 2 nieuwe bestuursleden.

Foto v.l.n.r:
Hans de Vries, Ellemieke Hin, Joke Kwakman, Rinke Rinke Blok

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
‘Mondslot’ stimuleert gewichtsverlies door calorieën te verminderen

‘Mondslot’ stimuleert gewichtsverlies door calorieën te verminderen

De DentalSlim Diet Control, een soort slot voor op je mond, is ontworpen voor diegenen die hopen hun reis naar gewichtsverlies een kickstart te geven en patiënten een paar kilo te laten verliezen voordat ze algemene anesthesie moeten ondergaan, volgens een verklaring die op 28 juni is uitgegeven door de Universiteit van Otago in Nieuw-Zeeland. De resultaten van de klinische proef werden op 25 juni gepubliceerd in het British Dental Journal.

“De deelnemers tolereerden het apparaat gedurende een periode van twee weken met bevredigend gewichtsverlies en waren verder gemotiveerd om hun reis naar gewichtsverlies voort te zetten”, schreven de BDJ-auteurs, geleid door Dr. Paul Brunton van de Universiteit van Otago.

Verschillende afvalmethodes

Obesitas is wereldwijd in een alarmerend tempo toegenomen. Ongeveer een derde van de wereldbevolking wordt momenteel geclassificeerd als overgewicht of obesitas. Tegen 2030 zal naar schatting 57% van de volwassen wereldbevolking overgewicht of obesitas hebben.

Hoewel caloriebeperking en een regelmatig bewegen de sleutel zijn tot gewichtsverlies, zijn de effecten vaak verwaarloosbaar of van korte duur omdat mensen snel weer terugvallen in oude gewoonten. Anderen wenden zich tot voorgeschreven medicatie, die resultaten op middellange termijn kan opleveren, maar bijwerkingen heeft en duur kan zijn. Bariatrische chirurgie is de meest populaire optie geworden omdat het superieure resultaten biedt, maar het is invasief, duur en niet geschikt voor alle patiënten.

Dan is er maxillomandibulaire fixatie. In de jaren tachtig sloten tandartsen en artsen de kaken van mensen chirurgisch dicht als hulpmiddel bij het afvallen, waardoor patiënten beperkt werden tot een vloeibaar dieet. Na zes maanden verliezen patiënten 20 tot 30 kilogram, volgens eerder gepubliceerd onderzoek.

Ondanks het gewichtsverlies ging de procedure gepaard met het risico van braken en verstikking, en patiënten ontwikkelden parodontitis na negen tot twaalf maanden. Sommige patiënten ontwikkelden angst en psychiatrische aandoeningen, en toen de fixatie werd verwijderd, bleven sommigen achter met beperkte kaakbeweging.

DentalSlim Diet Control

Omdat de meeste opties voor gewichtsverlies risico’s en andere negatieve factoren met zich meebrengen, zochten de onderzoekers in de huidige studie naar alternatieven en ontwikkelden ze de DentalSlim Diet Control. Het apparaat bestaat uit gesloten-veldmagneten met op maat gemaakte borgbouten en orthodontische banden die aan de kiezen van een patiënt worden bevestigd. DentalSlim Diet Control beperkt de mondopening van een persoon tot ongeveer 2 mm, wat hem of haar beperkt tot een vloeibaar dieet.

De onderzoekers evalueerden het apparaat bij zes gezonde vrouwen met een BMI van meer dan 30. Een tandarts gebruikte cement om DentalSlim Diet Control te bevestigen en de proefpersonen kregen de opdracht om gedurende twee weken 1200 calorieën per dag te drinken van een algemeen verkrijgbaar vloeibaar dieet. Ze werden ook geïnstrueerd om hun mondhygiëne te onderhouden en kregen een mondspoeling om te gebruiken. In geval van nood, zoals verstikking of een paniekaanval, werd de deelnemers geleerd hoe ze het apparaat konden uitschakelen. Ze kregen te horen dat ze de noodontgrendelingstool van het apparaat bij zich moesten houden, aldus de auteurs.

Om het comfort en de verdraagbaarheid van het apparaat te beoordelen, vulden de vrouwen een onderzoek in naar de kwaliteit van leven bij afspraken op dag 1, 7 en 14, evenals twee weken na verwijdering van het apparaat.

Effecten

Gemiddeld verloren de deelnemers ongeveer 5% van hun lichaamsgewicht. Het gemiddelde gewichtsverlies was 6,36 kg (14 pond), met een standaarddeviatie van 3,79 kg (8,4 pond), schreven de auteurs.

Bovendien vonden de deelnemers het apparaat “draaglijk” en waren ze blij met het gewichtsverlies. Sommigen hadden echter lichte moeite met praten en vonden dat hun leven minder bevredigend was als ze het apparaat droegen.

De opmerkingen van de deelnemers omvatten uitspraken als “Begon met een gezond dieet en begon te trainen” en “gemotiveerd om door te gaan met afvallen” nadat ze wat kilo’s waren kwijtgeraakt en het apparaat was verwijderd. Ten slotte hoefde geen van de vrouwen het noodontgrendelingsapparaat te gebruiken, merken de onderzoekers op.

Desalniettemin had de proef beperkingen, waaronder de kleine steekproefomvang en de korte draagperiode van twee weken, schreven ze.

Mondslot op korte termijn, mogelijke effecten op lange termijn

In tegenstelling tot chirurgie voor gewichtsverlies of kaakbedrading, heeft DentalSlim Diet Control verschillende voordelen. Het kan een paar weken per keer worden gedragen en vervolgens worden verwijderd om mogelijke nadelige tandheelkundige gebeurtenissen te voorkomen, en de pauze stelt patiënten in staat om afspraken voor mondhygiëne te maken. Ook kan het in ongeveer 20 minuten door een tandarts worden aangebracht, schreven de auteurs.

Hoewel toekomstige studies het effect van episodische slijtage op de parodontale ondersteuning van de ankertanden moeten onderzoeken, tonen de onderzoeksresultaten aan dat “gewichtsverlies geleidelijk kan worden bereikt met episodische toepassingen afgewisseld met rustperiodes”, schrijven de onderzoekers.

Bron:
Nature

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Vapen

Tabaksindustrie zet influencers in voor promotie vapen

KWF maakt zich zorgen om de populariteit van vapen onder jongeren. De tabaksindustrie zet zelfs influencers in om vapen te promoten onder jongeren, zegt Carla van Gils, directeur KWF kankerbestrijding. Tiktokker Jacey vertelt erover in deze video van RTL Nieuws.

Om meer bewustwording over vapen te creëren is KWF een campagne gestart. Deze campagne heet ‘Doei Tabaksindustrie‘ en jongeren kunnen ‘m vinden op Instagram. Zij kunnen zo vragen stellen en informatie krijgen over de misstanden van de tabaksindustrie.

Bekijk de video:

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Stress

Als je op je tandvlees loopt: invloed van chronische stress op parodontium

We staan allemaal weleens onder spanning. Stress is een breder begrip dan we denken. We weten allemaal dat het negatieve gevolgen kan hebben. Niet alleen emotionele of psychische stress maar ook gewoonweg druk zijn kan teveel zijn. Zoals zestien ballen in de lucht houden, teveel tegelijk moeten doen of ziek zijn. Spierspanning en overbelasting zijn hierbij een uiting van stress. Door continue druk op het gebit kan er verval optreden.

Stress

Er bestaat verschil tussen de structuur van een brein dat onder stress staat en de structuur van een brein dat niet onder stress staat. Er is namelijk veel meer activiteit in het brein bij chronische stress. Dit heeft vooral met de hypofyse en de bijnieren te maken. Hierin ligt het mechanisme waarom stress in het lijf gevolgen heeft. Het begint allemaal bij een signaal in het brein naar de hypothalamus die signalen afgeeft aan de hypofyse en deze geeft signalen af aan de bijnier. Vervolgens komen de stresshormonen vrij: adrenaline, noradrenaline, cortisol. Deze stresshormonen hebben allerlei gevolgen zoals het activeren van het angstcentrum in het brein. Hierbij wordt het leercentrum aangetast en ook het centrum voor beslisvorming en sociale interactie. Dingen gaan dus minder makkelijk, zoals beslissingen nemen. Dit vormt een negatieve spiraal zodat stress op een gegeven moment alles in de war schopt. Zo gaat de hartslag omhoog, de bloeddruk, het cholesterol en ook kunnen er maag- en darmklachten zijn. Bij piekstress kunnen we dat meteen voelen opkomen, maar bij chronische stress komt het langzaam op. Daarnaast werkt het in op het immuunsysteem. Men wordt zo vatbaarder voor infectie, de genezing wordt vertraagd en ontstaat er toegenomen belasting door opgebouwde spierspanning. Iedereen zal dat op een andere manier uiten, zoals optrekken van de schouders, vuisten ballen, billen aanspannen of door bruxisme. Zelfs zonder kiescontact kunnen spieren aanspannen en spannen veel spieren boven de borst zich aan.

Wat is bruxisme?

Bruxisme is een kauwspieractiviteit. Er bestaat verschil tussen tussen slaap- en waakbruxisme. Er is vooral spieractiviteit bij waakbruxisme maar dat kan komen omdat men het in de slaap vaak niet in de gaten heeft en overdag wel. Niet iedereen krijgt er last van. De prevalentie onder mannen en vrouwen is gelijk. Bruxisme kan een functie hebben maar bij klachten is het belangrijk om het wel te behandelen. Knarsen kan een gewoonte worden terwijl de stress allang voorbij is. De risicofactoren zijn stress, angst, boosheid, frustratie, leefstijlfactoren (drugs, cafeïne, alcohol), en ADHD medicatie.
Juist als je stress bespreekbaar wilt maken met patiënten kunnen zij op hun achterste poten gaan staan. Ze hebben lichamelijk klachten en daar willen ze aan geholpen worden en niet aan een mentaal probleem. Uitleg over ‘verbijten’ en ‘doorbijten’ en ‘op je tandvlees lopen’ kunnen dan helpen. We kennen nu ook coronaknarsers: In coronatijd werden meer klachten op basis van tandenknarsen gerapporteerd. Was dit werkelijk zo of kwam er een focus op te liggen?

Wat kan je als tandheelkundige als eerste doen bij bruxisme?

Er zijn 5 stappen die we kunnen nemen voordat we aan echte therapie beginnen

1. Luisteren

En dat is moeilijker dat het klinkt. Namelijk oprecht luisteren zonder oordeel en tussen de regels door luisteren. Vraag de risicofactoren uit en vergeet niet te vragen of de partner er soms wat van gezegd heeft.

2. Kijken

Dit kan tijdens het luisteren. Wat gebeurt er met de kaken? Bekijk alles van de borst af omhoog voordat intra oraal wordt bekeken. De tandheelkundige kan het mondgedrag nadoen en dan hebben mensen vaak pas in de gaten wat ze doen. Dan worden ze er zich bewust van. Let op of er ‘spierballen’ te zien zijn. Intra oraal let men op slijtage, op de linea alba en op recessies. Er kan ook juist sprake zijn van botaanmaak. Let ook op de lichaamshouding. Spanning in de nekspieren geven ook spanning in de kaakspieren en vice versa.

3. Voelen

Zijn de spieren hard, geeft het pijn? Wees ook verdacht op uitstralende pijn bij kiespijn Dit kan ook pijn vanuit de spieren zijn. Dus wees waakzaam om geen endo na endo te doen.

4. Meten

Dit kan in de praktijk met zelfrapportage of met een apparaat (EMG) maar deze is vaak te duur voor de praktijk. Er is nu een app voor de zelfrapportage (zie hieronder). Er zijn wat kleine apparaten ontworpen maar die slaan vaak aan bij iets simpels als slikken en dat levert dus teveel meetfouten op. Wellicht komt er nog een doorontwikkeling.

Google Play download BruxApp
App Store download BruxApp

5. Uitleggen

Je neemt de patiënt mee hoe stress en de spieren verlopen en wat de relatie is tot het klachtenbeeld. Hierna bespreek je de behandelmethodes: “keuze” uit de verschillende strategieën van het multiple-P beleid, te weten:

  • Peptalk: counseling en risicomanagement
  • Physiotherapy: adviezen en oefeningen, veelal gericht op gewoonteverandering en spieontspanning, eventueel aanvullende fysieke behandeling of ontspanningstherapie
  • Psychology: stressmanagement
  • Plates: splinttherapie
  • Pills: medicamenteus beleid, zoals botox

Dr. Simone Gouw is in 2009 afgestudeerd als fysiotherapeut, waarna zij zich verder specialiseerde in de orofaciale en psychosomatische fysiotherapie. Na het afronden van beide opleidingen in 2012 kreeg zij de mogelijkheid om als fysiotherapeut de opleiding Gnathologie op de afdeling Tandheelkunde van het Radboudumc te starten. Vanuit het wetenschappelijke deel van deze opleiding startte zij met haar promotieonderzoek naar bruxisme. In 2015 studeerde zij af als fysiotherapeut-gnatholoog en op 8 mei 2019 volgde haar promotie. Zij werkt momenteel als orofaciaal en psychosomatisch fysiotherapeut op de het Academie Instituut en als wetenschappelijk docent binnen de opleiding Gnathologie. In haar onderzoek werkte zij onder andere met polysomnografisch onderzoek in samenwerking met de afdeling Klinische Neurofysiologie. Zij is tevens betrokken bij het masteronderwijs op verschillende hogescholen in Nederland en Belgie. Zij is een van de schrijvers van het herziene beroepsprofiel van de orofaciaal fysiotherapeut.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Simone Gouw tijdens het congres Paro: multifactorieel.

 

 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Afstudeeronderzoek-Het-effect-van-koudetherapie

Afstudeeronderzoek: Het effect van koudetherapie en ademhalingstechnieken op mondgezondheid en meer

Koudetherapie is ‘hot’, maar is het ook goed voor je? Babs Cabrita en Max van Damen deden een pre-experimenteel, kwantitatief pilotonderzoek naar het effect van koudetherapie, door middel van koud afdouchen, in combinatie met ademhalingstechnieken op de lichaamssamenstelling, de mondgezondheid en biomarkers in het speeksel bij gezonde volwassenen.

Methode

In het pre-experimentele kwantitatieve pilotonderzoek is er gebruik gemaakt van een pretest-posttest design bij één onderzoeksgroep bestaande uit studenten tussen de 19 en 27 jaar (n = 16). Deze groep moest gedurende vier weken, dagelijks drie minuten lang koud afdouchen (10-15°C) en de ademhalingstechnieken van de Wim Hof Methode beoefenen.

Vervolgens is de lichaamssamenstelling gemeten middels de Body Mass Index (BMI), de buikomtrek, de vetmassa (VM), vetvrije massa (VVM), vetvrij massa index (VVMI) en de vetmassa index (VMI). De mondgezondheid werd gemeten middels de Bleeding On Marginal Probing (BOMP) en gecontroleerd op tandplaque middels de Plaque Control Record (PCR). De biomarkers Interleukine-6 (IL-6) werd gemeten met een spectrometer volgens ELISA in ongestimuleerde speekselsamples.

Na een interventieperiode van vier weken is een nameting gedaan. Alle verzamelde gegevens zijn in SPSS beschrijvend (n/N en mediaan) met elkaar vergeleken en de verschillen tussen de metingen zijn getoetst op significantie (p < .05) middels de Wilcoxon test.

Resultaten

De statistische analyse leverde de volgende resultaten op: bij de buikomtrek was geen significant verschil aantoonbaar tussen de twee metingen (p = .72). Ook de BMI (p = .72), de VM (p = .90), de VVM (p = .47), VVMI (p = .58) en de VMI (p = > .99) lieten geen significant verschil zien. Hetzelfde geldt voor de IL-6 waarden van de T0 en T1 (p = .74).

Het BOMP-percentage had wel een statisch significante toename na vier weken interventie (p = .03), net zoals de PCR-score (p = .03).

Afstudeeronderzoek-Het-effect-van-koudetherapie
Klik hier voor de vergrote versie

Conclusie

Vier weken koudetherapie en ademhalingstechnieken brengen volgens dit onderzoek geen overtuigende verandering teweeg in de lichaamssamenstelling en de biomarker IL-6 in het ongestimuleerde speeksel bij gezonde volwassenen. Wel lijkt de interventie voor de verslechtering van de mondgezondheid te zorgen, maar deze bevinding dient kritisch benaderd te worden vanwege de eveneens significante toename in tandplaque. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of koudetherapie in combinatie met ademhalingstechnieken van meerwaarde kan zijn in de strijd tegen (ernstig) overgewicht.

Afstudeeronderzoek | poster door:
Babs Cabrita en Max van Damen, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere afstudeerprojecten van studenten Mondzorgkunde

Deze afstudeerprojecten werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de onderzoeken die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
burn-out, handen voor gezicht

Waarom ervaren tandartsen een burn-out?

Burn-out is een veel voorkomend fenomeen onder zorgverleners, met name tandartsen, en de gevolgen kunnen schadelijk zijn voor de werkplek. Een nieuwe studie gepubliceerd in de juni-editie van het Journal of Dentistry onderzocht de werkgerelateerde factoren die bijdragen aan burn-out bij tandartsen.

“Het syndroom heeft negatieve gevolgen voor organisaties, klinieken en bedrijven, resulterend in slechte service aan patiënten, verhoogd ziekteverzuim, klinische fouten en financiële verliezen, evenals negatieve gevolgen voor het individu in kwestie die sterk lijken op de symptomen van depressie , mogelijk zelfs leidend tot zelfmoord”, schrijven de auteurs, geleid door Cristina Gómez-Polo van de Salamanca Universiteit in Spanje.

Welke factoren maken tandartsen vatbaarder voor burn-out?

Burn-out wordt gekarakteriseerd als een extreem negatieve reactie op chronische stress, vaak afkomstig uit de werkomgeving. Burn-out veroorzaakt nadelige gevolgen voor individuen, organisaties, klinieken en bedrijven.

Het doel van het onderzoek was om te beoordelen welke sociodemografische en werkgerelateerde factoren verband houden met het burn-outsyndroom bij tandartsen. Ongeveer 1.300 tandartsen in Spanje namen deel aan een online-enquête om hun mate van burn-out te kwantificeren. De relatie tussen de werkgerelateerde en sociodemografische factoren werd waargenomen voor elk van de drie dimensies van burn-out: emotionele uitputting, depersonalisatie en persoonlijke bekwaamheid.

Bijna 10% van de geëvalueerde tandartsen gaf aan een hoge mate van burn-out te ervaren. Binnen de onderzochte populatie hadden omgeving, leeftijd en werkuren per week een significante invloed op de emotionele uitputting die tandartsen ervoeren. Het percentage tandartsen met tekenen van burn-out geclassificeerd als emotionele uitputting was hoger voor de volgende groepen:

  • Vrouwen
  • Degenen die in een landelijke omgeving werken
  • Niet-eigenaren van praktijken
  • Degenen die altijd of vaak alleen werken

Eigendom van de praktijk, jarenlange ervaring en het aantal werkuren per week hadden een significante invloed op depersonalisatie. Alleen werken bleek een hoog risico te creëren op het lijden aan een laag gevoel van persoonlijke bekwaamheid.

“Het burn-outsyndroom treft vaker jonge tandartsen die geen praktijk hebben en elke week veel uren werken”, aldus de auteurs van het onderzoek.

Hoe het burn-outsyndroom ontstaat

De Wereldgezondheidsorganisatie heeft het burn-outsyndroom als een ziekte erkend. Hoewel er onderliggende persoonlijke oorzaken kunnen zijn, wordt burn-out vaak geassocieerd met externe factoren die specifiek verband houden met de werkplek. Burn-out is vaak onderzocht in beroepen die veel interactie met anderen met zich meebrengen.

Burn-out neemt in ernst toe naarmate het zich ontwikkelt door drie dimensies: emotionele uitputting, depersonalisatie en lage persoonlijke bekwaamheid. Emotionele uitputting wordt gekenmerkt door verlies van energie, mentale en fysieke uitputting, vermoeidheid en gebrek aan kracht.

Burn-out bij tandartsen

Elementen van stress gerelateerd aan zorg maken tandartsen vatbaarder voor het burn-outsyndroom. Werkgerelateerde, fysieke, management- en persoonlijke variabelen dragen allemaal bij aan de vatbaarheid van tandartsen voor burn-out.

Omdat het vaak voorkomt in de tandheelkunde, leidt het ervaren van hoge niveaus van angst en het verzorgen van een patiënt met pijn tot overbelaste tandartsen. Deze druk kan het moeilijk maken om tandheelkundige behandelingen te geven.

Verder onderzoek

De auteurs van het onderzoek wijzen op het belang voor verder onderzoek. Ze dringen er bij andere onderzoekers op aan om verder onderzoek te doen naar persoonlijke variabelen, werkgerelateerde variabelen van de tandartspraktijk en de beschikbaarheid van behandelingen voor tandartsen om de druk te verminderen.

De onderzoekers vinden het nodig om op alle drie de niveaus in te grijpen en het bewustzijn over burn-out bij tandartsen te vergroten. Op organisatorisch niveau “is het raadzaam om de nadelige organisatorische of werkgerelateerde variabelen te identificeren die de kans op een burn-out vergroten, om ze aan te passen of te minimaliseren”, concludeerden de auteurs van het onderzoek.

Bron:
Journal of Dentistry

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier