Chronische-en-pijnlijke-TMDs-gekoppeld-aan-slechtere-kwaliteit-van-leven

Chronische en pijnlijke TMD’s gekoppeld aan slechtere kwaliteit van leven

Temporomandibulaire aandoeningen kunnen (TMD’s) een impact hebben op de mondgezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (oral health related quality of life, OHRQoL) volgens een studie gepubliceerd in het Journal of the American Dental Association. Pijnlijke TMD’s waren geassocieerd met slechtere OHRQoL, chroniciteit beïnvloedde de score alleen bij pijnlijke aandoeningen.

Fysieke en psychosociale kwaliteit van leven

Eerder onderzoek heeft aangetoond dat pijn door TMD’s negatieve effecten op zowel de fysieke als psychosociale kwaliteit van leven kan hebben. Patiënten met chronische pijn hebben vaak psychische problemen, en psychische problemen kunnen de chronificatie van pijn beïnvloeden. Onderzoekers van het Centrum voor TMP en Orofaciale Pijn aan de Peking University School and Hospital of Stomatology in Beijing hebben nu de OHRQoL onderzocht van patiënten met acute en chronische TMD-subtypes.

830 patiënten

De onderzoekers nodigden 907 patiënten met TMD’s van hun ziekenhuis uit om deel te nemen aan de studie. Sommigen werden uitgesloten vanwege hun voorgeschiedenis van patiënten, waaronder een voorgeschiedenis van behandeling in de afgelopen maand en niet-medisch drugsmisbruik. Uiteindelijk deden 830 personen mee aan het onderzoek.

Oral Health Impact Profile

Patiënten werden geclassificeerd op basis van de duur en ernst van hun TMD-symptomen. Onderzoekers gebruikten het Oral Health Impact Profile (OHIP) om hun mondgezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven te beoordelen, waaronder ongemak, fysieke handicap en sociale handicap. Ook werd er rekening gehouden met het geslacht en de leeftijd van de patiënten.

Hogere OHIP-scores bij chronische, pijnlijke TMD’s

Patiënten met chronische TMD’s die langer dan drie maanden aanhielden hadden hogere OHIP-scores dan patiënten met acute TMD’s die drie maanden of korten optraden. Een hogere score duidt op een slechtere kwaliteit van leven. Ook waren pijnlijke TMD’s geassocieerd met een significant slechtere OHRQoL dan niet-pijnlijke TMD’s.

Voor de domeinen fysieke pijn, psychische handicap, sociale handicap en handicap vonden de auteurs een verband tussen TMD-chroniciteit en subtypes. Bij de domeinen functionele beperking, psychisch ongemak en fysieke handicap werd er geen significante correlatie gevonden.

Chroniciteit alleen invloed bij pijnlijke aandoeningen

Interessant is verder dat TMD-chroniciteit alleen de OHRQoL leek te beïnvloeden voor de pijnlijke TMD-aandoeningen, merkten de auteurs op. Ze waarschuwden echter dat een lage gevoeligheid kan leiden tot het niet diagnosticeren van patiënten en het aantal chronische patiënten kan vergroten. Andere orale aandoeningen kunnen ook een factor zijn in de relatie tussen TMD-duur en OHRQoL.

Longitudinale studies

Toekomstige studies zijn nodig om deze tekortkomingen aan te pakken, aldus de auteurs. Deze onderzoeken moeten longitudinaal zijn en rekening houden met orale aandoeningen, psychologische factoren, slaap en de pijn van een patiënt.

Vroege interventie belangrijk

“TMD-chroniciteit en subtypes beïnvloeden de impact van TMD’s op OHRQoL. Aangezien chronische pijnlijke TMD’s de kwaliteit van leven verminderen, is vroege biopsychosociale interventie van acute TMD-pijn belangrijk voor het minimaliseren van chronificatie en achteruitgang van OHRQoL”, schrijven de onderzoekers.

Bron:
Journal of the American Dental Association

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z
tanden - gele tanden

Tandheelkundige CBCT-scans kunnen mogelijk helpen bij preventie van beroertes

Kaakchirurgen kunnen mogelijk arterosclerose of plaque-opbouw in de halsslagader identificeren op tandheelkundige cone-beam computertomografie (CBCT)-scans. Het als bijkomstige bevinding detecteren van zo’n ernstige aandoening die een beroerte kan veroorzaken, kan mogelijk helpen bij de vroege diagnose en preventie van beroertes, staat in het European Journal of Radiology.

Veelvoorkomende procedure

Tandheelkundige professionals gebruiken CBCT-scans tegenwoordig regelmatig voor verschillende klinische toepassingen. Voorbeelden hiervan zijn de planning van tandheelkundige implantaten, visualisatie van abnormale tanden en endodontische diagnose. Bij het analyseren van de beelden zullen onderzoekers echter vaak afwijkingen detecteren buiten het specifieke interessegebied, zogenaamde incidentele bevindingen.

Incidentele vondst van verkalking

Volgens een ander onderzoek komt dit bij een kwart tot meer dan 90% van de CBCT-onderzoeken voor. De meest voorkomende bevindingen zijn periapicale, speekselklier-, cerebrale en vasculaire veranderingen. Onder vasculaire veranderingen is met name het detecteren van plaque in de interne halsslagader (ICA) als een incidentele bevinding van vitaal belang voor patiënten. Verkalking van de halsslagader is een bekende marker van atherosclerose en wordt geassocieerd met een hoge mate van morbiditeit en sterfte. De detectie hiervan kan dus de algemene gezondheid van patiënten beïnvloeden.

CBCT-scans voor implantaatplaatsing

Om de aanwezigheid en ernst van ICA in CBCT te evalueren bekeken onderzoekers van de Federal University of Rio Grande do Sul in Brazilië 248 scans van volwassen patiënten. De onderzoeken werden verkregen van een particuliere tandheelkundige kliniek en beoordeeld door waarnemers die blind waren voor eventuele patiëntkenmerken. De patiënten bestonden uit mannen en vrouwen van 40 jaar en ouder die ter voorbereiding op implantaatplaatsing CBCT-scans hadden ondergaan.

Verkalking bij 63% van onderzoeken

Verkalkingen werden gedetecteerd in 179 onderzoeken (63%), met respectievelijk 57 en 166 in de extracraniale en intracraniale paden. Van de 179 beelden had een kwart verkalkingen in beide wegen. De calcificaties in de extracraniale routes waren vaker ernstig dan die in de intracraniale (60% versus 19%).

Meerdere risicofactoren

Het aantal ontbrekende tanden hield direct verband met de aanwezigheid van verkalking en de ernst. Ook had de leeftijd van een patiënt een directe relatie met de aanwezigheid van de verkalkingen: de frequentie en ernst ervan nam in de loop van de jaren toe. Bovendien waren hypertensie en het gebruik van antihypertensica direct geassocieerd.

Tandheelkundige kan patiënt doorverwijzen

Studiebeperkingen omvatten het feit dat CBCT niet de voorkeursmethode is voor het beoordelen van hartaandoeningen. CBCT maakt echter detectie van calcificaties in de extracraniale en intracraniale routes van de interne halsslagader mogelijk, merkten de auteurs op.

“De kaakchirurg of de orale radioloog kan de eerste professional zijn die deze verandering detecteert en de patiënt eerder doorverwijst naar de arts voor verder onderzoek”, schreef de groep.

Bron:
European Journal of Radiology

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Onbegrepen pijnklachten in de mond

Onbegrepen pijnklachten in de mond

Iedereen heeft weleens een patiënt met een onbegrepen pijnklacht in de stoel gehad. Hierbij geldt altijd: eerst de juiste diagnose stellen voordat er goede therapie geboden kan worden.

Soms is de diagnose eenvoudig te stellen en wordt het je op een presenteerblaadje aangereikt. Bijvoorbeeld als iemand last heeft van een kies bij koude en zoet en men op de foto een flinke caviteit ziet. De vraag is dan; is de pulpitis reversibel of irreversibel? Wordt het een endo of gaat het vanzelf over? Op het moment dat de patiënt reageert met: “Oja, dit is het!” en een gegeven pijnprikkel na 3 seconden weg trekt, dan hebben we te maken met de reversibele variant. De behandeling bestaat dan uit het behandelen van de gecaviteerde cariëslaesie waarbij vermijden van een pulpa exponatie de hoogste prioriteit heeft.

Verslag van de lezing van drs. Aukje Bouwman en dr. James J.R. Huddleston Slater tijdens het congres Tandheelkunde Radboudumc: 60 jaar Verbinden en Verbonden, waarin zij casussen met pijnklachten bespreken.

Tunnelvisie

Als we de solo bekijken dan lijkt het vaak duidelijk of er parodontitis apicalis is of niet. Maar je ziet pas een lucentie op de röntgenfoto nadat er een perforatie van het corticale bot heeft plaatsgehad. Je helpt nu eenmaal graag en we hebben vaak het gevoel dat we daarvoor moeten doen wat we kunnen. Dat leidt ertoe dat we soms met een tunnelvisie naar de klacht van de patiënt kijken. Als een kanaalbehandeling wordt ingezet, registreer dan ook wat je aantrof in de pulpakamer en of dat klachten kan verklaren, en weet dat wanneer een behandeling geen enkel effect heeft op de klachten, je verder en breder moet kijken.
Ook de patiënt schuift de pijn vaak af op dit element. Want ook in haar hoofd zit dat er recent iets met die kies is gebeurd en dus moet het daar wel vandaan komen. Als u dan verder vraagt naar andere symptomen die bij parodontitis apicalis horen, dan kan er toch nog iets anders aan het licht komen. U vraagt bijvoorbeeld: “Is het rood geweest? Is het dik geweest? Had u het gevoel dat de tand uit de tandkas werd gedrukt?” De patiënt van deze casus zei van niet en zei dat het enige wat hielp, een slok koud water was. Dan weet je dat dit niet meer door deze kies met gevulde wortelkanaalbehandelingen kan komen. Het bleek een cariëslaesie te zijn in de andere kaak en in dit element werd de endo gestart in het goede element en de pijn nam duidelijk af.

Cracked tooth

Als er een klacht is en er geen lucentie te zien is, dan ga je twijfelen. Bij een onschuldige vulling moet je ook aan een pulpabedreigende crack denken. Als de klachten blijven bestaan bij bijvoorbeeld een 26 nadat deze endodontisch is behandeld dan kan men bedenken dat er nog een ongevuld vierde kanaal zit. Maar het is eigenlijk niet goed mogelijk dat een element nog vitaal reageert als er al drie kanalen gevuld zijn. Proefanesthesie kan een goede diagnostische methode zijn maar hierbij wordt het onderscheid tussen bijvoorbeeld een 26 en 27 lastig. Als er klachten blijven bij koud en bij warm dan kun je meerdere testen doen. In deze casus bleek de 27 te provoceren en gevoelig te reageren bij bijten, bij koude en deze patiënt herinnerde zich dat daar de knobbel een poos geleden was afgebroken. Dit is dus een typisch geval van een cracked tooth. De vulling werd eruit gehaald en de crack kwam daarbij in zicht. Dit element werd gerestaureerd maar de pijn hield niet op. Uiteindelijk werd er ook hier een endo gedaan.

Wall of Shame

Nog een casus: een lieve, intelligente vrouw die je goed kunt meenemen in al je overwegingen heeft aanhoudende klachten aan de 25. De 25 was afgebroken en werd bekroond. Sindsdien heeft mevrouw deze aanhoudende klachten. De zeurende pijn werd erger bij kauwgom en bij hard voedsel kauwen. Temperatuur had er geen invloed op. ‘s Nachts wordt ze er niet wakker van. Zou het bruxisme zijn? Er werd een endo gedaan maar de klacht blijft bestaan. Percussie en palpatie doen bij de 25 pijn. Zou er een beginnende verticale wortelfractuur zijn? Dit zou kunnen want de 14 is verloren gegaan aan een verticale wortelfractuur. Deze premolaren breken nogal makkelijk, dus ook bij de 25 zou sprake kunnen zijn van een beginnende fractuur. Zou het aan de diepe kroonrand liggen? Het tandvlees was namelijk geïrriteerd. Er was thermafill gebruikt en deze kan fraai lijken op de foto maar in werkelijkheid kan het niet zo goed zijn. Maar de verwijzer is echt super in endo’s. Toch werd besloten het vulmateriaal te verwijderen en dat was zichtbaar pijnlijk voor mevrouw. Het passeren van het foramen apicale geeft ook pijn. Hierbij werd geen bloed en geen pus gezien dus documenteerde ik zorgvuldig dat er twijfel was over de diagnose. Een week later volgt de evaluatie. De kroon werd eraf gelaten en een maand later lijkt het wat beter te gaan. Maar weer een maand daarna gaat het niet goed. Ze wijst heel duidelijk die kies aan. Moet er een CBCT-opname gemaakt worden? Mevrouw zegt dat ze de kies eruit wil hebben en zo geschiede. Aukje heeft de kies lang bestudeerd om een crack te vinden of een granuloom, maar nee. Een week later heeft mevrouw nog steeds pijn die almaar erger wordt. Het bleek een niet-dentogene pijnklacht die opgelost is door een collega. Deze komt op de wall of shame. De extractie had namelijk totaal niet gehoeven…

Vervelend van de pijn

Een van de belangrijkste dingen om in je achterhoofd te houden is dat er bij acute pijn sprake is van pijnprikkels maar naar mate de tijd verloopt zijn er geen pijnprikkels meer. Je hebt dan te maken met lijden en pijngedrag. De patiënt kan zich dan bijzonder presenteren en zich zelfs raar gedragen. Als pijn lang aanhoudt, wordt men namelijk letterlijk vervelend van de pijn en dat lijkt tot een toename van het lijden, fysiek, maar vooral steeds meer mentaal. De grootste groep van pijnklachten in het aangezicht heeft een dentogene oorzaak, ongeveer 10% is myogeen te verklaren en een hele kleine groep heeft neurologische aandoeningen. Een voorbeeld van neurolonische aandoening die sterkt op een tand of kiespijn lijkt, is een Trigemenius Neuralgie. Hierbij heeft men steeds afwisselend een korte en een hele heftige pijnscheut. Patiënten willen dan alles doen om geholpen te worden, zo heftig is het. Deze pijn wordt binnen het zenuwstelsel zelf veroorzaakt en komt 1 op de 3000 keer per jaar voor. De huisarts kan dit met medicatie oplossen. Ook zal deze een MRI aanvragen wegens risico op een hersentumor en MS.

Geïrriteerde processus coronoideus

De volgende casus werd door James Huddleston Slater gepresenteerd. Er was sprake van kiespijn aan de 27. De 24 t/m de 27 zijn gaaf en de 28 werd lang geleden gerestaureerd. Zou het een blootliggende tandhals zijn? Er werd Duraphat geappliceerd maar de klachten gaan niet over. Uiteindelijk kwam er een extractie van de 28 en deze verloopt moeizaam. De klachten nemen juist toe. Palpatie van de aanhechting processus coronoideus bleek heel pijnlijk. De patiënt voelt haar wang, de aanhechting van musculus temporalis aan de processus coronoideus. Deze pijnklacht lijkt ontzettend op ordinaire kiespijn, maar op deze plek komen heel veel spiervezels van de grote muscuslus temporalis samen in een dikke pees die aan de processus coronideus hecht. Een proefverdoving op de processus coronoideus geeft uitsluitsel of de klachten dentogeen of vanuit de pees afkomstig zijn. Deze verdoving kan gewoon intraoraal gegeven worden en hierbij injecteert u iets hoger dan dat u bij een mandibulair blok zou doen met de naald op het bot van de processus coronoideus. De processus kunt u vinden door de mond maximaal te openen en langs de opstijgende tak te tasten. Een kwart carpule anesthesie is voldoende om te bekijken of de klacht afneemt. Als de pijn inderdaad afneemt is de diagnose rond. Vaak worden de klachten met corticosteroïden of via een orofaciaal therapeut behandeld.
Terugkijkend vertelde de patiënte zelf wat de diagnose was. Zij vertelde dat bij de extractie van de 28 de klachten heel erg waren toegenomen. Aangezien deze extractie moeizaam verliep had de patiënte bewust heel lang haar mond opengehouden, waardoor de al wat pijnlijke pees fors werd uitgerekt. Door de irritatie van de pees namen de klachten zo fors toe.

Goed luisteren loont dus de moeite!

drs. Aukje Bouwman, MSc was in februari 2000 de eerste die in Nijmegen als tandarts afstudeerde in het nieuwe millenium. Daarna werkte zij als medewerker en waarnemer in verschillende algemene praktijken. Van september 2002 tot oktober 2005 volgde ze de MSc opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA. Sinds het afronden van de opleiding is zij werkzaam bij de vakgroep Preventieve en Curatieve tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen en verzorgt zij studentenonderwijs en post academisch onderwijs op het gebied van de endodontologie. Daarnaast is zij werkzaam in haar verwijspraktijk voor endodontologie te Nijmegen.

Dr. James J.R. Huddleston Slater is tandarts-gnatholoog en heeft een eigen praktijk in het centrum van Groningen. Hij houdt zich naast de algemene tandheelkunde bezig met de diagnostiek en behandeling van patiënten met chronische aangezichtspijn. Naast de algemene praktijk is James gastdocent aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij geeft daar regelmatig college aan tandartsen en MKA chirurgen in opleiding over diagnostiek en behandeling van patiënten met aangezichtspijnen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van drs. Aukje Bouwman, MSc en dr. James JR Huddleston Slater tijdens het congres Tandheelkunde Radboudumc: 60 jaar Verbinden en Verbonden.

 

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Stadium

Verslag internationale conferentie sporttandheelkunde, UCL Sports Dentistry

In oktober vond in het Twickenheim Stoop Stadion in Londen een tweedaagse internationale conferentie plaats voor tandartsen die onderzoek doen bij topsporters en hierover hun resultaten bespreken. Er waren sprekers uit verschillende landen waaronder Amerika, Brazilie, India, Frankrijk, Duitsland en Spanje. Jolanda Gortzak, gespecialiseerd in mondgezondheid bij (top)sporters, reisde af naar dit evenement. Lees haar verslag.

Wat is UCL Sport Dentistry?

UCL Sport Dentistry is een onderdeel van UCL Eastman Dental Institute Centre of Oral-Health and Performances. Zij promoten de mondgezondheid in de sport om de prestaties, de algehele gezondheid en het welzijn van atleten te verbeteren. Als onderdeel van het UCL (University College Londen) werken zij samen met een breed scala aan klinische en academische disciplines en in het bijzonder met het Institute of Sport, Exercise and Health (ISEH). Microbiologie en materiaalwetenschappelijk onderzoek aan de UCL Eastman is toonaangevend in de wereld. De vaardigheden worden gebruikt om de problemen van mondgezondheid te onderzoeken en om effectieve interventies te ontwikkelen. UCL Sport Dentistry heeft voor de komende vier jaar de erkenning gekregen van het Internationaal Olympisch Comité als IOC-onderzoekscentrum voor de preventie van letsel en de bescherming van de gezondheid van atleten.

Sporttandheelkunde – een waardevolle aanvulling

Naarmate recreatieve sport populairder wordt en de eisen die aan professionele atleten worden gesteld toenemen, wordt het belang van een goede mondgezondheid erkend als essentieel voor prestaties. Verschillende onderzoeken tonen aan dat topsporters vaak meer mondaandoeningen, tandbederf en tandvleesontsteking hebben dan de gewone bevolking. Veel atleten hebben gemeld dat hun mondgezondheid een negatief effect heeft op hun prestaties, evenals op hun vermogen om te eten, te ontspannen, te slapen en zelfs te glimlachen. Ook worden veel atleten blootgesteld aan een verhoogd risico op trauma tijdens training en wedstrijden. Dan hebben wij het nog niet over wat trauma en mondgezondheid mentaal doet met een atleet. Dr. Umair Mohammed – MSc-student sporttandheelkunde -zei:

“Onderwijs en preventie voor atleten is van het grootste belang. Als we willen dat ze slagen, moeten we de fysieke en mentale processen begrijpen die ze doormaken tijdens voorbereiding en de competitie”.

Samenwerking tussen atleten en hun medische staf is dan ook nog steeds een grote uitdaging. Onderzoek toont aan dat de sporttandarts een waardevolle aanvulling zou kunnen zijn binnen het medisch team van de atleet. Echter zijn er nog twijfels over de vaardigheden/deskundigheden om volledig te kunnen integreren binnen het medisch team van de atleten. Een “pitch side role” binnen sporten waarbij het risico op aangezichtstrauma en blessures groot is, wordt eerder geaccepteerd als deskundige aanvulling. Er is nog een lange weg te gaan als het gaat over preventie. Meer bewustwording , kennisoverdracht, onderzoek en publicatie is de horde die wij als tandheelkundig professional nog moeten nemen.

Verslag van de conferentie

De conferentie werd geopend door dr. Peter Fine, één van de organisatoren, en directeur sporttandheelkunde MSc-programma via UCL Eastman Dental Institute. Er waren 4 keynote speakers en 12 seminar speakers uitgenodigd. De conferentie was onderverdeeld in 3 thema’s: “Mond- en aangezichtstrauma bij topsport, Mondgezondheid en topsport en De rol van de sporttandarts binnen de topsport”. Diverse onderwerpen passeerden de revue zoals sporttandheelkunde en endodontische overwegingen, screening van atleten, de ervaring van een psycholoog en de eisen binnen de topsport. De clubarts en een speler van de Harlequins (Rugby Footbal Club, gehuisvest in de Stoop) waren uitgenodigd om hun ervaringen te delen over mond- en aangezichtstrauma en het dragen van een mondbeschermer. Dit werd geïllustreerd door middel van video’s.

Mondbeschermers

Ook was er een interessante bijdrage over een onderzoek gericht op de impact van mondbeschermers op de Vo2maxx van de atleet, gemeten in twee posities van de mandibula. De reden om dit te onderzoeken was dat atleten zelf aangeven dat het dragen van een mondbeschermer een negatieve invloed heeft op de aerobe prestaties. De resultaten van dit onderzoek toonden aan dat de mondbeschermers – gemeten in de twee verschillende kaakposities – de aerobe prestaties niet lijken te verbeteren, maar ze ook niet in gevaar lijken te brengen in vergelijking met de resultaten van de controlegroep zonder mondbeschermers.
Deze resultaten kunnen worden gebruikt om het dragen van mondbeschermers bij contactsporten aan te moedigen.

Relatie tussen sporten en verandering van cortisol en pH-levels in speeksel
Een ander interessant onderzoek ging over de relatie tussen sporten en verandering van cortisol en pH-levels in speeksel bij gezonde sporters. Dit onderzoek is interessant omdat aan de hand van de cortisollevels in speeksel ook de vrije cortisol levels – die in je lichaam circuleren – gemeten kunnen worden en tevens een index is om het stresslevel te meten na fysieke activiteit/inspanning. (Gatti en De Palo, 2011 *)

Mondgezondheid van atleten

De tweede dag van de conferentie ging meer over de mondgezondheid van atleten, de impact van de orale bacteriën op de atletische prestaties en blessures. 20%-30% van de atleten geven zelf aan last te hebben van mondproblemen en dat dit hun training en prestatie beïnvloedt.

Prof. Ian Needleman showde een conceptueel model vanuit het welbevinden van de atleet. Ook werd er gesproken over hoe de kansen van gedragsverandering te vergroten aan de hand van een gedragsverandering model (Michie et all, 2011**).

Niveau’s van interventies

We moeten op meer niveau’s inzetten wat betreft interventies. Er werd gesproken over twee levels delivery intervention.

– Level 1:

Aan Wie?

Antwoord: Het gehele team , bestaande uit atleten, coaches, performance directors, fysiotherapeuten, voedingsdeskundigen etc.

Wat moet je vertellen?

Een 10 minuten (niet langer) presentatie gefocust op motivatie en drie 90 seconden video’s over kennisoverdracht en vaardigheden om mondgezondheidsgedrag uit te voeren.

– Level 2

Aan Wie? Aan de atleet zelf (individueel)

Wat te doen?

Een mondgezondheid screening en persoonlijk advies. Geef een toolkit of een mondverzorgingsset mee. Als laatste wordt geadviseerd om twee keer per jaar een check-up te doen bij de tandarts /mondhygiënist. Poets twee keer per dag de tanden met een tandpasta waarin een hoge dosis fluoride aanwezig is ( >1,350 ppm). Tandpasta met een dosis van 5000 ppm wordt niet geadviseerd. Wel is het advies om nog elke dag extra te spoelen met een fluoridemondspoeling. Adviseer om niet na te spoelen met water. Reinig dagelijks tussen de tanden met een rager, floss of tape voorafgaande aan het poetsen. Eet gezond want dat is niet alleen goed voor je mondgezondheid, maar ook voor je algehele gezondheid. Vermijd suikergebruik, alleen indien nodig voor training en prestaties.

Voeding in topsport is essentieel voor een topsporter. Onderzoek toont aan dat glycogeen de voorkeurs brandstof is van een topsporter. 60-70% van het dagelijks dieet moet uit koolhydraten bestaan, aldus Prof. John Brewer. Frequente maaltijden en snacks worden geadviseerd. Een topsporter verliest door zweten 2-3 liter per uur. Hydratatie en rehydratatie is dan ook van essentieel belang om de prestaties te behouden. Isotobe dranken, proteïne myth, vitaminen en mineralen worden hiervoor ingezet. Ook werd ingegaan hoe het leven van een topsporter eruit ziet. Topsport is een fulltime baan en verbruikt dagelijks 6000-8000 calorieën per dag aan energie. Altijd aan het trainen en competitief. Regelmatig moeten reizen, slapen in hotels, soms met een jet lag, om zich vervolgens weer op te laden en te herstellen.

Tot Slot

Het waren twee interessante dagen die weer meer inzicht hebben gegeven in de lifestyle van de topsporter en zijn medisch team. De rol van de tandarts wordt op dit moment nog gezien als curatief. Alhoewel de atleten zelf zeggen dat er met preventie winst te behalen valt, is er nog een lange weg te gaan. Bewustwording en kennisoverdracht aan het gehele team rondom de sporter is dan ook van essentieel belang om te participeren binnen het medisch team. Samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten die bezig zijn met topsport zou wellicht een oplossing kunnen zijn. Onderzoek en publiceren is the sleutel om de deur te openen.

References:
*Gatti R, De Palo EF. An update: salivary hormones and physical exercise. Scand J Med Sci Sports. 2011;21(2):157-169. doi:10.1111/j.1600-0838.2010.01252.x
**Michie, Susan, Maartje M. Van Stralen, and Robert West. “The behaviour change wheel: a new method for characterising and designing behaviour change interventions.” Implementation science 6.1 (2011): 1-12.

Door: Jolanda Gortzak, mondhygiënist en eigenaar van Oral-Vision.

Lees ook:
E-magazine: mondgezondheid bij (top)sporters
Het e-magazine “Mondgezondheid bij (top)sporters” is samengesteld voor amateur- en (top)sporters om bewustwording te creëren en kennis over te dragen over het belang van een gezonde mond in relatie tot de algehele gezondheid en de sportprestaties. Het unieke online magazine is als een professionele interventie ontwikkeld door Jolanda Gortzak en Yvonne Buunk-Werkhoven. Doneer 5 euro aan de Cruyff Foundation en ontvang het e-magazine gratis. Lees meer

Poster op ISDH 2022: Sport fit met een gezond gebit

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Sporttandheelkunde, Thema A-Z
landen

Dit zijn de 5 landen waar je het goedkoopst tandheelkunde studeert

Tandheelkunde is een dure studie. Zeker wanneer je naar het buitenland gaat kunnen de kosten hoog oplopen. Maar er zijn grote verschillen. Sommige landen zijn relatief goedkoop, zonder dat ze inleveren op de kwaliteit van het onderwijs. Dit zijn de vijf goedkoopste landen om tandheelkunde te studeren (en Nederland is er één van).

Een opleiding tandheelkunde is vaak duurder dan veel andere opleidingen. Iemand opleiden om levens te redden veel kost namelijk veel geld. Universiteiten moeten betalen voor dure hoogleraren, en investeren in ultramoderne faciliteiten, simulatiecentra en klinische wetenschappelijke gebouwen.

Maar er zijn grote verschillen in kosten. Amerika is bijvoorbeeld een bijzonder duur land, onder andere omdat daar enkele van de meest prestigieuze universiteiten gevestigd zijn. De gemiddelde jaarlijkse kosten van het eerste jaar van de tandheelkundige school variëren daar van zo’n €11.000 voor een publieke opleiding (state university) tot ruim €80.000 voor studenten die naar particuliere of externe tandheelkundige scholen gaan.

Aan de andere kant zijn er ook goedkopere tandartsscholen waar je naar toe kunt gaan om een goed diploma te halen. Je hoeft alleen maar het juiste land te kiezen. Hier zijn vijf van de goedkoopste landen om tandheelkunde te studeren:

1. België

België is de thuisbasis van een van de meest betaalbare tandheelkundige scholen ter wereld voor internationale studenten. De universiteit van KU Leuven is de hoogst gerangschikte universiteit van België.

De afdeling Mondgezondheidswetenschappen staat op de 11e plaats in de QS World University Ranking for Dentistry. Waar voor je geld, want de meeste bachelor- en masteropleidingen volg je als vanaf zo’n €900 per jaar.

2. Zwitserland

Studenten van over de hele wereld voelen zich aangetrokken tot Zwitserland vanwege het toenemende aantal tandheelkundige scholen die programma’s in het Engels aanbieden. Ondanks dat het een klein land is, staan Zwitserse universiteiten bekend als een van de beste ter wereld. Universiteiten in Zwitserland staan wereldwijd bekend om hun inzet voor onderwijs en onderzoek van hoge kwaliteit.

De Universiteit van Zürich is de grootste universiteit van Zwitserland. Het Center of Dental Medicine, verbonden aan deze universiteit, staat op de 12e plaats in de QS World University Rankings voor tandheelkunde. Het is ook een van de goedkoopste tandheelkundige scholen die er zijn, met een collegegeld vanaf zo’n €2.370 per jaar.

3. Japan

Ook aan de andere kant van de wereld kun je relatief goedkoop tandheelkunde studeren. Gelegen in Yushima Bunkyo-Ku is de Tokyo Medical and Dental University – een van de goedkoopste in het land met een jaarlijks collegegeld van zo’n €3.200 per jaar.

De universiteit is trots op afgestudeerde wetenschappers die intellectueel nieuwsgierig zijn in hun poging om nieuwe informatie over reeds bestaande procedures te zoeken en nieuwe te vinden. De faculteit Tandheelkunde van de Tokyo Medical and Dental University staat daarmee op de zesde plaats in de wereld en is de eerste in Japan volgens de QS World University Rankings 2022.

4. Nederland

Nederland heeft een van de beste tandheelkundige opleidingen ter wereld in huis. De Faculteit der Tandheelkunde aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) staat op nummer twee in de QS World University Rankings voor tandheelkunde.

En het is dus ook een van de goedkoopste opleidingen tandheelkunde ter wereld. Een buitenlandse student aan de ACTA betaalt gemiddeld tussen de €8.200 en €9.130 per jaar. Natuurlijk betaal je als Nederlandse student normaal gesproken gewoon het collegegeld van €2.209 per jaar. Waarom zou je eigenlijk weggaan?

5. Puerto Rico

Hoewel het geen gebruikelijke keuze is, is Puerto Rico de thuisbasis van een van de best gerangschikte tandheelkundige universiteiten ter wereld. De University of Puerto Rico School of Dental Medicine is de enige tandheelkundige school in Puerto Rico. Het is gelegen aan de Universiteit van Puerto Rico, Medical Sciences Campus in San Juan.

Geaccrediteerd door de American Dental Association, biedt de School of Dental Medicine van de universiteit een Advanced Placement Program voor internationaal opgeleide tandartsen en na voltooiing zullen ze een doctoraat in de tandheelkundige geneeskunde behalen.

Deze universiteit verwelkomt al ongeveer 40 jaar studenten en de kosten zijn veel lager dan die van andere tandheelkundescholen. Behalve dat het de oudste en grootste universiteit van het land is, is het ook de goedkoopste. Het schoolgeld dat door de universiteit in rekening wordt gebracht voor internationale studenten ligt ongeveer tussen de €9.750 en €12.00 per jaar.

Kijk naar meer dan kosten
Natuurlijk is het belangrijk dat je je opleiding kunt betalen. Zeker als je in het buitenland wilt studeren. Maar laat je studiekeuze niet alleen maar afhangen van de kosten. Kijk bijvoorbeeld ook wat jij een fijne plek vindt om te studeren, waar ze interessante masters aanbieden, of waar ze bijzondere studiefaciliteiten hebben. Kies wat bij jou past, dan maak je de juiste keuze!

Bron:
Study International

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Tonsillectomie verhoogt mogelijk het risico op parodontitis

Tonsillectomie verhoogt mogelijk het risico op parodontitis

Het risico op parodontitis is mogelijk significant hoger voor personen die hun amandelen hebben laten verwijderen, volgens een studie die gepubliceerd is in het Journal of Periodontology. Het risico is nog groter voor kinderen jonger dan 12 jaar.

Veelvoorkomende procedure

Parodontitis treedt op als gevolg van een complexe relatie tussen parodontale pathogenen en het immuunsysteem, die kan worden beïnvloed door factoren zoals peritonsillaire infectie en slaapapneu. Beide factoren kunnen worden behandeld met tonsillectomie, een van de meest voorkomende procedures bij kinderen in de VS.

Gevolgen op de lange termijn

Een groep onderzoekers uit Amerika en Taiwan vermoedde dat een dergelijke behandeling inderdaad op korte termijn tonsillaire infecties en slaapapneu kunnen verlichten. Echter zou het verwijderen van lymfoïde organen het systemische en orale immuunsystemen op de lange termijn veranderen, wat uiteindelijk kan leiden tot parodontitis.

Cohortonderzoek

Om de langetermijngevolgen van het verwijderen van de amandelen op het risico op parodontitis te beoordelen voerden de auteurs een populatie-gebaseerd cohortonderzoek uit. Ze verzamelden hiervoor gegevens uit de periode tussen 1999 en 2013 van de Taiwan Longitudinal Health Insurance Database. De gegevens omvatten gevallen van nieuw ontstane slaapapneu, parodontitis en chronische ziekten die de amandelen en adenoïden aantasten. In totaal werden 648 patiënten die tonsillectomieën ondergingen en 648 die geen operatie ondergingen opgenomen in de analyse.

Vaker parodontitis na tonsillectomie

Van de 648 patiënten die tonsillectomie ondergingen, waren 230 gevallen geassocieerd met postoperatieve parodontitis. De incidentiedichtheid van tandvleesaandoeningen was ook significant hoger bij patiënten die tonsillectomie hadden ondergaan dan in het algemene cohort (61 versus 49 per 1.000 persoonsjaren), schreven de auteurs.

Hoogste risico bij jongere kinderen

Het risico op parodontitis was vooral hoog bij tonsillectomiepatiënten jonger dan 12 jaar. Er waren namelijk 73 gevallen van parodontitis bij de 264 patiënten in deze groep. De associaties tussen tandvleesaandoeningen en tonsillectomie in andere leeftijdsgroepen waren niet significant, merkten de auteurs op. Verder concludeerden ze dat het risico op parodontitis vier jaar na de behandeling toe nam. Tenslotte bleek de meerderheid van de periodontitis na tonsillectomie agressieve en acute parodontitis te zijn.

Eerste studie over langetermijngevolgen

De studie had verschillende beperkingen. Zo waren specifieke metingen van de ernst van parodontitis bijvoorbeeld niet beschikbaar. Bovendien moeten prospectieve studies worden uitgevoerd om de noodzaak van regelmatige follow-ups vast te stellen bij pediatrische patiënten die grote operaties hebben ondergaan die op de lange termijn complicaties kunnen hebben. De auteurs geloven dat de studie de eerste is die langetermijneffecten van tonsillectomie op de mondgezondheid suggereert.

Bron:
Journal of Periodontology

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Nanodeeltjes kunnen mogelijk biofilms onderdrukken die tandbederf veroorzaken

Nanodeeltjes kunnen mogelijk biofilms onderdrukken die tandbederf veroorzaken

Een nanodeeltjesbevattende oplossing die wordt gebruikt om bloedarmoede te behandelen verminderde de opbouw van tandplak aanzienlijk en onderdrukte tandbederf in een studie die in Nano Letters werd gepubliceerd. Het is de eerste menselijke studie die het therapeutische potentieel van het nanodeeltje voor cariës aantoont, aldus de auteurs.

Beperkte effectiviteit

De huidige antimicrobiële en klinische benaderingen hebben een beperkte effectiviteit tegen de biofilms die cariës veroorzaken en orale infectieziektes. Dit heeft ertoe geleid dat onderzoekers op zoek zijn gegaan naar therapieën om orale pathogenen aan te pakken zonder het normale weefsel te beschadigen.

Nanodeeltjes zijn veelbelovend

Bioactieve nanodeeltjes lijken een veelbelovende optie voor het aanpakken van microben in biofilms. Wetenschappers uit Amerika en Korea hebben met een eerder onderzoek aangetoond dat een behandeling met ferumoxytol-ijzeroxide-nanodeeltjes en waterperoxide biofilmophoping en tandbederf in experimentele en diermodellen zou kunnen voorkomen. Ferumoxytol is een door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) goedgekeurde formulering voor de behandeling van bloedarmoede.

Kunstgebitachtige apparaten

Om het effect van deze behandeling op cariës bij mensen te onderzoeken lieten de auteurs vijftien deelnemers uitneembare, kunstgebitachtige apparaten dragen met echt tandglazuur eraan bevestigd. Daarna werden de deelnemers in drie groepen verdeeld. De ene groep bracht twee keer per dag ferumoxytol aan, gevolgd door een mondspoeling met waterstofperoxide. De nanodeeltjes werken als enzymen en activeren het waterstofperoxide. De tweede groep bracht een oplossing aan met inactief ferumocytol en de derde groep gebruikte alleen water. De deelnemers brachten ook vier keer per dag een suikeroplossing op het apparaat aan. Ze kregen de instructie om het apparaat twee keer per dag af te spoelen, maar niet om het te poetsen.

Verminderde groei van S. mutans

Na veertien dagen werden de biofilms die zich op de glazuurmonsters hadden opgehoopt geanalyseerd. De auteurs ontdekten dat de combinatie van ferumoxytol en waterstofperoxide de groei van biofilms met daarin Streptococcus mutans (een cariogene ziekteverwekker) aanzienlijk verminderde en de bacteriën met hoge specificiteit doodde.

Vermindering van demineralisatie

De behandeling had geen invloed op andere bacteriën in de mond. Dit resulteerde in een significante vermindering van demineralisatie van glazuur. Bovendien had de behandeling met ferumoxytol-waterstofperoxide geen invloed op andere bacteriën in de mond. Er waren volgens de onderzoekers geen gemelde complicaties of bijwerkingen geassocieerd met de therapie.

Klinisch potentieel

Beperkingen van de studie waren de korte klinische duur en de beperkte karakterisering van de microbiële samenstelling. De bevindingen ondersteunen echter het klinische potentieel van de behandeling, wat belangrijk is gezien de ontoereikendheid van de huidige cariëspreventiestrategieën voor kwetsbare populaties, schreven de auteurs. “Onze bevindingen leveren klinisch bewijs en het theranostische potentieel van katalytische nanodeeltjes als een gericht anti-infectieus nanomedicijn.”

Bron:
Nano Letters

 

 

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z
NVM-scriptieprijs

NVM Colgate Studieprijs 2022

Op 17 november is de jaarlijkse NVM Colgate Studieprijs weer uitgereikt. Het delen van kennis op het vlak van preventieve en innovatieve mondzorg is één van de doelstellingen van NVM-mondhygiënisten. Om meer mondhygiënisten te laten delen in de interessante inhoud van scripties, organiseert NVM-mondhygiënisten elk jaar samen met het NTvM (Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne) en, sinds 2022, met Colgate, de NVM Colgate Studieprijs. De NVM Colgate Studieprijs is dé prijs voor de beste en meest originele scriptie die is afgeleverd aan de opleiding Mondzorgkunde. Ook dit jaar heeft weer uitstekende inzendingen opgeleverd, waaruit een mooie top drie van winnaars is gekozen.

Relevante thema’s voor de preventieve mondzorg

De drie winnende scripties bestrijken onderwerpen als duurzaamheid, passende zorg en consumentenvoorlichting. De eerste prijs is gewonnen door HU-studenten Tatevic Azarjan en Anahita Poorkyanizadeh met hun scriptie ‘Duurzaamheid binnen de interne kliniek van Mondzorgkunde op de Hogeschool Utrecht: een verkenning van het probleem, oplossing en implementatie’. In deze scriptie wordt ingegaan op waarom er nu niet duurzaam gehandeld wordt in de interne kliniek en hoe deze weerstanden overwonnen kunnen worden. Een mooi actueel thema omdat de gezondheidszorg in Nederland een CO2-voetafdruk heeft van zeven procent door overmatige inkoop en verspilling van materiaal.

Tweede prijs

De tweede prijs is gewonnen door HAN-studenten Constance Vonck en Manon van Okkeburg met hun scriptie ‘Abrasiviteit van houtskoolbevattende tandpoeders – in Vitro studie’. Deze scriptie gaat in op de rage, door bekende influencers sterk aanbevolen, om ‘houtskoolbevattende tandpoeder’ te gebruiken om zelf je tanden te bleken. Eenduidige conclusies kunnen op het vlak van consumentbescherming nog niet getrokken worden gezien de omvang van de steekproef. Maar toch is de voorzichtige conclusie gerechtvaardigd dat mondhygiënisten hun patiënten mogen waarschuwen om voorzichtig met houtskoolbevattende tandpoeder om te gaan.

Derde prijs

De derde prijs is gewonnen door HAN-studenten Sophie Beckers en Annelotte Konings met hun scriptie ‘Patiëntervaring binnen de Academische Kliniek Mondzorg Arnhem (AKMA)’. In de scriptie wordt besproken dat er binnen de mondzorg steeds meer aandacht voor de behoefte en feedback van de patiënt is. Mondzorgverleners worden steeds meer, door bijvoorbeeld de overheid, aangemoedigd om regelmatig naar feedback van patiënten te vragen om de kwaliteit van de geleverde zorg te blijven waarborgen. Naast de algemene mondzorgpraktijken is het ook belangrijk om op tandheelkundige onderwijspraktijken de patiëntervaring te onderzoeken. Dit zal studenten en scholen bewuster maken welke aspecten samenhangen met betrekking tot de ervaringen van patiënten, waardoor de kwaliteit van de zorg die binnen de opleiding wordt geleverd aan patiënten kan worden verbeterd.

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
T-cellen mogelijk verantwoordelijk voor orale disfunctie bij hiv-patiënten

T-cellen mogelijk verantwoordelijk voor orale disfunctie bij hiv-patiënten

Mensen die hiv-positief zijn kunnen ernstige gezondheidsproblemen krijgen omdat hun immuniteit verzwakt is. Dit geldt ook voor de mondgezondheid. Een recent onderzoek gepubliceerd in Nature Communications concludeert dat de orale disfunctie deels wordt veroorzaakt door disfunctionele regulerende T-cellen.

Ontsteking blijft na hiv-behandeling

Orale complicaties als parodontitis en orofarynxcarcinoom komen ook bij gezonde, niet-geïnfecteerde volwassenen voor. Meestal zijn ze dan echter mild, zelflimiterend en van korte duur. Bij hiv-patiënten hebben de complicaties een verhoogde incidentie en ernst. De systemische ontsteking en mucosale immuundisfunctie blijven bestaan bij mensen met hiv ondanks behandeling met antiretrovirale therapie. Dit zijn geneesmiddelen die voorkomen dat hiv zich door het lichaam verspreidt.

Veranderingen in immuuncellen

Pushpa Pandiyan, assistent-professor biomedische wetenschappen aan de School of Dental Medicine in Cleveland, Verenigde Staten, werkte met een groep wetenschappers om erachter te komen wat de aanhoudende ontsteking van het mondslijmvlies bij hiv-patiënten veroorzaakt. Dit deden ze door met behulp van RNA-sequencing immuuncelveranderingen in mondslijmvlies te onderzoeken. Hiervoor werden bloedcellen en speeksel- en slijmmonsters vergeleken bij 78 deelnemers, zowel gezonde mensen als behandelde hiv+-patiënten.

Regulerende T-cellen zijn disfunctioneel

Het onderzoeksteam ontdekte dat een deel van de orale disfunctie bij hiv-positieve mensen die antiretrovirale geneesmiddelen gebruiken te wijten is aan het feit dat bepaalde cellen in het immuunsysteem disfunctioneel zijn.

Normaal gesproken dempen deze zogenoemde regulerende T-cellen (Tregs) juist ontstekingen, maar nu kunnen ze de ontsteking niet in bedwang houden. Ook maakt de aanhoudende disfunctie deze patiënten vatbaarder voor andere ziekten als parodontitis. Mogelijk geldt dit ook voor virale en schimmelinfecties.

Gevolg van hiv en behandeling

Pandiyan hoopt dat haar onderzoek haar zal helpen meer te weten te komen over de oorzaken van orale disfunctie, inclusief of deze wordt veroorzaakt door een aanhoudende hiv-infectie en/of langdurig gebruik van antivirale middelen.

Volgens de auteur van het onderzoek zouden verdere bevindingen extra licht kunnen werpen op de gevolgen van de behandeling van hiv-patiënten en andere benadeelde groepen met uitgebreide tandheelkundige diensten.

Bron:
Nature Communications 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Video Preparatie sleutel

Video: Preparatie sleutel

In deze video wordt gedemonstreerd hoe je eenvoudig een preparatie sleutel kan maken voor de vervaardiging van facings. Met behulp van deze putty sleutel kan nauwkeurig bepaald worden wat de preparatie dikte is en zo helpt het ervoor te zorgen dat er niet over- of onder geprepareerd wordt.

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z, Video
Implantaten

Patiënten tevredener met digitale workflow voor implantaten dan met conventioneel afdrukproces

Patiënten rapporteerden een hogere tevredenheid over een digitale workflow voor een implantaat-ondersteunende posterieure kroon dan een conventionele workflow in een studie gepubliceerd in het Journal of Dentistry. Hoewel de patiënttevredenheid hoog was voor beide methodes blonk de digitale variant uit in het voorkomen van een irritante smaak.

Verschillende soorten protocollen

Prothetische klinische en technische protocollen kunnen worden onderverdeeld in conventionele, digitale en gemengde workflows. Bij de conventionele benadering zijn verschillende gecompliceerde stappen nodig die vaak fysiek gebeuren, bijvoorbeeld het maken van afdrukken van het gebit. Digitale workflows kunnen intraoraal optisch scannen (IOS) combineren met zogenoemd computer-aided design en computer-aided manufacturing (CAD/CAM). Hiervoor zijn geen fysieke modellen nodig.

Patiënttevredenheid

Tot op heden is er geen consensus over welke workflow beter is voor de patiënt. Verschillende onderzoeken tonen geen consensus over patiëntgerelateerde uitkomstmaten (patient-related outcomes measures, PROMs). Daarom analyseerden onderzoekers uit Thailand en Zwitserland met behulp van een gerandomiseerde gecontroleerde studie PROMs van prothetische therapie met een monolithische implantaatkroon voor digitale en conventionele workflows. Het doel was om de tevredenheid van de patiënt wat betreft het afdrukproces en het uiteindelijke resultaat een week na de procedure te evalueren.

Digitaal versus conventioneel

In totaal namen veertig gezonden patiënten deel die ieder één posterieure implantaat-ondersteunende kroon nodig hadden. De helft onderging een digitale workflow met intraorale scanner, de andere helft kreeg te maken met conventionele afdruktechnieken. De intraorale scan omvatte kwadrantachtige scanning van implantaatplaatsen, inclusief tegenoverliggende plaatsen en beten.

Een tandprotheticus voerde alle afdrukken uit voor de patiënten, en een tweede tandprotheticus probeerde en plaatste de definitieve implantaatrestauraties. Een ervaren technicus ontwierp en vervaardigde de implantaatgedragen vaste tandprothesen. Het team gebruikte een CAD/CAM-proces om alle kronen die in het onderzoek werden gebruikt te ontwerpen en te vervaardigen. Artsen gebruikten twee soorten restauratiematerialen voor patiënten, die beide aan de stoel kunnen worden vervaardigd.

Hoge patiënttevredenheid

Patiënten in alle groepen rapporteerden een hoge tevredenheid over het afdrukproces en de behandelingsresultaten. Ze gaven hoge scores voor de duur van de afdruk, comfort, angst, misselijkheid en pijn, evenals de functionaliteit, esthetiek en reinigbaarheid van het implantaat. De digitale groep had echter significant minder last van smaakirritatie tijdens het afdrukproces. Ook kwam het alleen bij twee patiënten in de conventionele groep voor dat een kroon opnieuw moest worden gemaakt.

Digitaal proces iets beter

Een tandprotheticus evalueerde ook de uiteindelijke implantaatrestauraties en beoordeelde het uiteindelijke resultaat als hoog voor alle patiënten. De kronen vervaardigd met het digitale proces scoorden iets hoger dan die vervaardigd met de conventionele. Het restauratiemateriaal had geen invloed op de tevredenheid van de patiënt over hun behandeling.

Langdurige follow-up vereist

De studie evalueerde de patiënttevredenheid alleen één week na de behandeling. Een langdurige follow-up is vereist om de tevredenheid van de patiënt met de restauraties te garanderen. Desalniettemin zijn de resultaten volgens de auteurs alsnog belangrijk aangezien de tevredenheid van de patiënt een van de meest cruciale factoren is voor het bepalen van het succes van de behandeling.

Meer dan functioneel

“Tegenwoordig gaat de verwachting in reconstructieve tandheelkunde verder dan functionele rehabilitatie van ontbrekende tanden met een natuurlijke look-a-like esthetiek en mondgezondheid plus gemak tijdens elke behandelingsfase”, schreven ze.

Bron:
Journal of Dentistry

 

 

Lees meer over: Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Kindergebit

Mondzorg voor kinderen moet terug in de publieke gezondheidszorg

Op 1 november 2022 is in de Tweede Kamer de motie over het inzetten van mondzorgcoaches op de consultatiebureaus in risicowijken aangenomen. En inmiddels heeft de minister toegezegd dat mondhygiënisten een betaaltitel krijgen om aan de slag te gaan op consultatiebureaus. Dit betekent meer aandacht voor mondzorg op jonge leeftijd door kinderen te benaderen via de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Hoogleraar Publieke Gezondheid en Mondzorg Katarina Jerković-Ćosić zet uiteen wat dit voor kinderen kan betekenen.

Consultatiebureaus

In 2020 ging twee derde van de kinderen tussen de twee en vier jaar niet naar een tandarts of mondhygiënist. Dit is vooral het geval bij kinderen van ouders met een lage sociaaleconomische positie (SEP). Volgens de Tweede Kamer is het consultatiebureau daarom de aangewezen plaats om mondzorg onder de aandacht van de risicogroepen te brengen. Met de inzet van mondzorgcoaches is tijdens het project Gezonde Peutermonden al positieve ervaring opgedaan. Daarom wil de landelijke politiek dit uitbreiden naar alle consultatiebureaus in achterstandswijken.

Jeugdgezondheidzorg

Deze ontwikkeling kunnen we zien als de eerste stap naar de terugkeer van de mondzorg binnen de publieke gezondheid. Mondzorg was ook na het verdwijnen van de Tandheelkundig Preventief Medewerker binnen de GGD nog steeds opgenomen in de basistaken van de Jeugdgezondheidzorg (JGZ). De JGZ is echter niet in staat om deze taak op zich te nemen. Mondzorg staat niet op de prioriteitenlijst en de JGZ-medewerkers geven aan onvoldoende kennis en expertise te hebben om ouders te ondersteunen in het aanleren van goed mondzorggedrag bij hun kinderen. Daarnaast zijn de consulten bij de JGZ tegenwoordig vaak vraaggericht. Als ouders geen vragen stellen over mondgezondheid, dan komt het onderwerp meestal niet aan bod.

Infrastructuur

Een intensieve samenwerking met en inzet vanuit organisaties die zich bezig houden met de publieke gezondheid in het verleden zorgden voor een verbetering van de mondgezondheid. Tandheelkundig Preventief Medewerkers ondersteunden ouders, kinderen en leerkrachten. In de afgelopen decennia is vrijwel de gehele infrastructuur met structurele samenwerking tussen publieke en curatieve mondzorg verloren gegaan. Nu is de tijd om die infrastructuur opnieuw op te bouwen. Een eerste logische stap is om bij de jongste groep te beginnen.

Onwetendheid bij ouders

Over het algemeen blijven vooral jonge kinderen uit lage SEP-wijken lang uit het zicht van de mondzorgprofessional. Enkele acties van de zorgverzekeraars om de ouders van deze kinderen op te roepen om de mondzorgprofessional te bezoeken, gaven een licht positief effect. Ouders van deze kinderen ervaren echter nog steeds een drempel om de mondzorgpraktijk te bezoeken. Onwetendheid speelt hierbij een rol. Veel ouders denken dat cariës niet te voorkomen is en dat het goed komt als kind een blijvend gebit krijgt. Schaamte en de angst om zelf in de stoel van de tandarts of mondhygiënist te belanden, met alle kosten van dien, spelen eveneens een rol. Veel ouders weten ook niet dat mondzorg voor kinderen geen extra kosten met zich mee brengt. ‘Gratis’ is niet het juiste woord in deze context, maar juist dit woord moeten we gebruiken bij deze ouders. Voor een deel van de bevolking is mondzorg simpelweg onbetaalbaar geworden. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden, ongeletterden, migranten en vluchtelingen. Dus mensen voor wie de woorden als kosteloos etc. niet veel betekenen.

Mondzorgprofessional op consultatiebureau

Ongeveer 98% van de kinderen bezoekt een consultatiebureau. Dit contact is intensief tot vierjarige leeftijd. Juist deze periode is cruciaal om gezond eet- en mondzorggedrag aan te leren. De mondhygiënisten die op het consultatiebureau begeleiding en coaching geven doen juist dát. Ze zorgen dat het gezonde gedrag vanaf het begin aangeleerd wordt, voordat een ongezonde leefstijl is ontstaan. Daarnaast brengen deze mondzorgprofessionals de kinderen voordat ze vier worden in contact met een mondzorgpraktijk in de buurt.
De mondhygiënisten zullen voornamelijk ingezet worden in de risicowijken en -gebieden waar veel kinderen met cariës zijn en kinderen die niet tijdig een mondzorgprofessional bezoeken. Voor de regio’s waar de nood minder hoog is, zou de samenwerking met JGZ door middel van doorverwijzing naar de mondzorgpraktijk, zoals in het project Giga Gaaf, voldoende kunnen zijn.

Preventieprogramma’s

Met een mondhygiënist op consultatiebureaus zijn we er nog niet. Mondzorg moet een plek krijgen in het nationale en regionale preventiebeleid en in preventieprogramma’s. Hiervoor is het nodig om deze taak te expliciteren en de verantwoordelijkheid ergens te onderbrengen. De mondzorgpartijen hebben zich afgelopen tijd volop ingezet om de mondzorg voor jeugdigen op een hoger plan te tillen. Dit lukt echter niet zonder partners uit de publieke gezondheid en nationaal en lokaal beleid.
Een optimaal scenario is dat mondzorg bij de GGD GHOR op de agenda komt met de gedragen verantwoordelijkheid om mondzorg in te bedden in het landelijke preventiebeleid en landelijke programma’s. Daarnaast is per GGD-regio een medewerker mondzorg nodig die het nationaal beleid vertaalt naar de regionale behoefte en uitwerking.

Inspanning GGD/JGZ

De inzet van de mondhygiënisten op consultatiebureaus zoals voorgesteld in de aangenomen motie vraagt nogal wat inspanning van de JGZ. GGD/JGZ moet bepalen welke wijken te maken hebben met slechte mondgezondheid van kinderen, welke acties nodig zijn en op welk niveau, individueel en/of collectief. Ook moeten zij het contact leggen met de regionale mondzorgprofessionals. Een medewerker mondzorg binnen de GGD zou de uitvoering van dit beleid kunnen coördineren. In het meest ideale scenario kan een mondhygiënist als preventiespecialist een coördinerende en een uitvoerende rol binnen de GGD combineren om de individuele en collectieve preventieve mondzorg te leveren en zodoende bij te dragen aan de betere mondgezondheid van kinderen in Nederland.

Door: Katarina Jerković-Ćosić, Lector Innovaties in de Preventieve Zorg bij Hogeschool Utrecht en Hoogleraar Publieke Gezondheid en Mondzorg bij ACTA, Universiteit van Amsterdam.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
bot

Botregeneratie: de mogelijkheden van nu en in de toekomst

In de afgelopen 20 jaar is er vaker sprake van grotere  bot defecten en is de patiënt gemiddeld jonger geworden. Guided Bone Regeneration (GBR) kan worden toegepast middels verschillende membranen en verschillende materialen.  Deze worden geselecteerd op grond van persoonlijke voorkeur van de behandelaar en aan de hand van de beschikbare literatuur.

Bij GBR wordt gebruik gemaakt van autogeen materiaal en biomaterialen. Het feit dat materialen resorberen over tijd is een van de lange termijn problemen.

Recent is GBR herzien en er zijn verbetering gemaakt in de techniek:

– Verbeterde bot maturatie en mineralisatie met een membraan

– Verbeterde vascularisatie

Het is klinisch bewezen dat de botkwaliteit beter is geworden.

Micro dosering

Een nieuwe aanpak die recent is geïntroduceerd binnen GBR is ‘micro dosering’: minder dan 100 gr bot substitutie. Voorheen werd er geprobeerd om zoveel mogelijk bot te gebruiken, waardoor er te veel zwelling optreedt en de kosten hoger zijn. Met micro dosering wordt er een dun laagje bot onder het periost aangebracht.

Bot morfogeen eiwit

Naast de micro dosering is ook een bot morfogeen eiwit geïntroduceerd en hiermee is de kwaliteit van het bot toegenomen. Ook lijkt de heling sneller te gaan, dus dit is mogelijk waar de toekomst naartoe gaat.

Het heden

Bij GBR wordt gebruik gemaakt van autogeen bot met een mix van ABBM (anorganic bovine bone mineral) in een 50/50 mix. Uit onderzoek hiervan is gebleken dat materiaal tot goede lange termijn resultaten leidt, zowel op histologisch als op klinisch vlak.

GBR is het meest toegepast in de posterior mandibula.

Er zijn twee verschillende membranen die gebruikt worden, namelijk de oplosbare membranen (meestal collageen) en de niet-oplosbare membranen (dienen verwijderd te worden).

Wanneer een niet oplosbaar membraan verwijderd wordt, moet extra worden opgelet op de volgende weefsels:

  1. Native (aangeboren) weefsel: Type I rondom de nervus mentalis
  2. Fibrotische periost: Type II
  3. Littekenweefsel: Type III

Conclusie

Bot augmentatie met GBR is veilig en voorspelbaar. Behandelingen zijn eenvoudig, herhaalbaar en biologisch stabiel. Het zijn eenvoudige behandelstrategieën (voor een ervaren behandelaar) met weinig complicaties en het is voorspelbaar ten opzichte van 20 jaar geleden.

Discussie

Voor horizontale defecten gebruikt Dr. Urban collageen membranen omdat volgens hem een titanium membraan het gecompliceerder maakt. Doordat een titanium membraan een tweede ingreep nodig heeft (verwijdering van het membraan), heeft het een hoger risico op complicaties. Eenvoudigere defecten moeten eenvoudiger worden opgelost. In GBR zijn het chirurgische uitgangspunt en de materiaalkeuze even belangrijk voor een goed eindresultaat.

Dr. Urban teaches implant dentistry in the graduate program at Loma Linda University. He is licensed in the state of California (USA) and has a private practice in Budapest, Hungary. Dr. Urban received his PhD degree in Periodontlogy in 2012 at the University of Szeged, Hungary. He is currently an honorary professor at the University of Szeged. Dr. Urban has published scientific articles and text book chapters on bone regeneration and soft tissue reconstructive surgery around dental implants.

Verslag door Nika Koolwijk, tandarts, van de lezing van Dr. Urban tijdens de EuroPerio Series van de European Federation of Periodontology (EFP).

 

 

Lees meer over: Implantologie, Parodontologie, Thema A-Z
Kunnen-we-gepersonaliseerde-zorg-gebruiken

Kunnen we gepersonaliseerde zorg gebruiken bij de behandeling van parodontale problemen?

De traditionele manier om ziekte te behandelen is niet-gepersonaliseerd. Onze huidige methode is evidence based. Deze is gebaseerd op gerandomiseerde klinische onderzoeken. Gepersonaliseerde zorg is precies het tegenovergestelde van de evidence based methode. Prof. Mariano Sanz vertelde tijdens zijn online lezing over de vraag of we gepersonaliseerde zorg bij parodontale problemen kunnen inzetten.

De eerste vraag die we hiervoor moeten beantwoorden is: ‘Wat is de gepersonaliseerde zorg?’

De traditionele manier om ziekte te behandelen is niet-gepersonaliseerd. Onze huidige methode is evidence based. Deze is gebaseerd op gerandomiseerde klinische onderzoeken, waarbij gerandomiseerd al aangeeft dat het niet gepersonaliseerd is. Middels de randomisatie worden juist de verschillen binnen een populatie gemaskeerd. Binnen deze studies wordt gekeken naar de effectiviteit van een behandeling op de gehele groep. Waarbij er dus vanuit gegaan wordt dat de behandeling hetzelfde effect heeft op alle personen van deze groep.

Gepersonaliseerde zorg is precies het tegenovergestelde van de evidence based methode.

Preventie

Preventie kan ook gepersonaliseerd worden. Hierbij willen we in een vroeg stadium de personen opsporen die vatbaar zijn voor een aandoening, voordat er sprake is van enige ziekte. Risicofactoren kunnen helpen deze personen op te sporen.

Diagnose

Het tweede aspect is het stellen van de diagnose. Hierbij moet bepaald worden wat deze persoon uniek maakt. Hierop kan de behandeling aangepast worden. Het stellen van de diagnose en bepalen van de juiste behandeling is sterk met elkaar verbonden.

Etiologische factoren en risicofactoren

Voor het bepalen van etiologische factoren en risicofactoren, is het van belang om te begrijpen hoe parodontitis zich ontwikkelt. Één van de manieren om parodontitis gepersonaliseerd te benaderen is door de samenstelling het microbioom van een patiënt te analyseren en hierop de behandeling te baseren. Het probleem van het bestuderen van het microbioom is dat we heel veel verschillende bacteriën vinden in de mond, waarvan we de rol en etiologie nog niet volledig kennen. Het hele microbioom is veel complexer dan we vroeger dachten.

Er zijn een aantal genetische risicofactoren bekend. In 1997 vonden we een interleukine-1beta genotype wat het risico op het ontstaan van parodontitis leek te verhogen. Helaas was slechts één afwijkend genotype niet voldoende om de vatbaarheid voor parodontitis te verklaren. Tegenwoordig hebben we de technologie om naar het hele genoom te kijken om hierbinnen genetische risicofactoren op te sporen. In een recent onderzoek werden acht risicogenen geïdentificeerd met een suggestieve associatie met vatbaarheid voor parodontitis.

Er zijn andere ziektes, zoals borstkanker, waarbij er een hogere polygene risico score is. Deze is samengesteld uit zowel genetische markers als de familiegeschiedenis en de klinische historie. Bij borstkanker kunnen we aan de hand van genetisch informatie redelijk goed bepalen of iemand een groter risico heeft op het krijgen van borstkanker. Bij parodontitis hebben we nog niet zo’n score. Bij de pathogenese van parodontitis lijkt de heftigheid van de ontstekingsreactie belangrijker dan de samenstelling van de biofilm.
Biomarkers zijn veelbelovende stofjes die ons een aanwijzingen geven dat de ziekte aan het ontstaan is, voordat de klinische symptomen zichtbaar zijn. Voorbeelden van biomarkers zijn MMP-8, IL-1b, ICTP. Vandaag de dag hebben we nog niet voldoende informatie om een gepersonaliseerde aanpak te maken aan de hand van deze biomarkers. Het is nodig om een combinatie te maken tussen deze biomarkers. Hiervoor is waarschijnlijk een algoritme nodig om alle informatie te bundelen.

De nieuwe classificatie

We hebben recent een nieuwe classificatie gekregen voor de behandeling van parodontitis met daarbij een nieuw stapsgewijs behandelprotocol. Dit protocol is nog steeds evidence based.

Aan de hand van de classificatie proberen we de behandeling wel meer gepersonaliseerd te maken. Er is op dit moment geen bewijs dat biomarkers kunnen helpen een meer gepersonaliseerde aanpak te creëren. Daarom is de mate van progressie leidend geworden in het opdelen van de patiënten. Dit maakt het individualiseren makkelijker. In de toekomst kunnen we met behulp van ‘big data acquisition’ en algoritmes nog verder personaliseren. Hiervoor hebben we klinische en radiologische informatie nodig die we samen voegen. Een voorbeeld waarbij al in enige mate gepersonaliseerd wordt, is bij het bepalen van de nazorg termijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een hoog, gemiddeld en laag risico met de daarbij behorende nazorg periode.

Niet alleen onze manier van benaderen verandert, ook de patiënt verandert. Vroeger werd de patiënt met name door de professional van informatie voorzien, maar tegenwoordig zijn ze veel meer actief betrokken. Ze zoeken zelf informatie op het internet en zijn actief betrokken bij de behandeling.

Gepersonaliseerde zorg voor de behandeling van kanker

Tegenwoordig kunnen we zeer gerichte therapie voor kankercellen toepassen. Hierbij richt het medicijn zich op eiwitten op de celwand van de kankercel om ze op te sporen en te vernietigen. Helaas zijn deze eiwitten zijn soms ook aanwezig op de celwand van gezonde cellen. Er zullen hierbij dus ook eigen cellen aangevallen en opgeruimd worden met de daar bijbehorende bijwerkingen. Deze therapie is gepersonaliseerd: het is aangepast op het soort kankercel. Helaas is deze alleen niet precies genoeg, want ook onze eigen cellen worden vernietigd. Tegenwoordig is het mogelijk bij de behandeling van leukemie om de eigen cellen zo te modificeren dat zij het specifieke eiwit niet meer op hun celwand tot expressie brengen, waardoor de behandeling veel preciezer is en er minder bijwerkingen zijn.

Meer informatie nodig

Om goede algoritmes te maken voor gepersonaliseerde zorg is er meer informatie nodig. En niet zoals nu alleen informatie uit de universiteitsklinieken, maar juist ook informatie uit de reguliere praktijk.

Prof. Mariano Sanz is hoofd Parodontologie aan de Universiteit Complutense in Madrid. Ook is hij werkzaam bij de faculteit Odontologie aan de Universiteit van Oslo.

Verslag van de lezing van Prof dr. Mariano Sanz door Paulien Buijs, tandarts, tijdens de EuroPerio Series Single Session van de EFP.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Video Management van Bisfosfonaatgerelateerde osteonecrose van de kaak

Video: Management van Bisfosfonaatgerelateerde osteonecrose van de kaak

In deze video wordt kort het management besproken van patiënten die behandeld worden met bisfosfonaten.

Het belang van preventieve tandheelkunde voor patiënten die gaan starten met bisfosfonaten wordt benadrukt. Ook wordt kort de therapie van beginnende en verder gevorderde osteonecrose van de kaak uitgelicht.

 

 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z, Video
Casus Debridementbehandeling introduceert lucht in schedel van peri-implantitispatiënt

Casus: Debridementbehandeling introduceert lucht in schedel van peri-implantitispatiënt

Een submucosaal debridement met een luchtpolijstapparaat veroorzaakte de levensbedreigende aanwezigheid van lucht in het schedel van een 62-jarige vrouw, volgens een casusrapport in Clinical and Experimental Dental Research. Wegens het risico op meningitis werd ze onmiddellijk opgenomen in het ziekenhuis, waar de patiënt herstelde na een antibioticabehandeling.

Zeldzaam maar levensbedreigend

Een subcutaan emfyseem is een zeldzame maar potentieel levensbedreigende complicatie waarbij er lucht in onderhuids weefsel komt. Dit kan optreden na een tandheelkundige behandeling met instrumenten die werken met perslucht. Introductie van lucht die waarschijnlijk besmet is met orale bacteriën in de intracraniale ruimte brengt het risico op het ontwikkelen van meningitis met zich mee.

Lucht in intracraniale ruimte

Sinds 1960 zijn er ongeveer 150 gevallen gemeld van patiënten die door een tandheelkundige procedure subcutaan emfyseem ontwikkelden. Volgens de auteurs is dit echter het eerste geval van directe ontwikkeling van pneumocephalus, het hebben van lucht in de intracraniale ruimte, tijdens submucosaal debridement van een peri-implantitis laesie met een luchtpolijstapparaat.

Implantaten met peri-implantitis

Het casusrapport beschrijft een vrouw met twee implantaten die deelnam aan een routineprogramma voor de behandeling van peri-implantitis aan de Medische Universiteit van Wenen. Bij het eerste onderzoek in 2019 had de vrouw pocketdieptes van 6-7 mm, bloeding bij sonderen en pusafscheiding in het gebied van de implantaten. In de daaropvolgende maanden ontving ze twee ronden niet-chirurgische peri-implantitistherapie, naast aanvullende systemische en lokale antibiotica.

Luchtpolijstapparaat

Na een onderbreking die werd veroorzaakt door de COVID-19-pandemie keerde ze in maart 2021 terug naar het programma. Bij een van de implantaten was haar pocketdiepte opnieuw 7 mm. De kliniek koos ervoor om haar supragingivale en subgingivale biofilm te verwijderen met een luchtpolijstapparaat met een supragingivaal handstuk en een poeder op erythritolbasis.

Extreem ongemak aan het gezicht

Twee seconden na het inbrengen en activeren van het apparaat meldde de patiënt extreem ongemak aan de linkerkant van haar gezicht en hoofd en werd de behandeling stopgezet. De patiënt werd rechtop gezet. Ze was wakker en georiënteerd, meldde minimale kortademigheid, pijn achter het linkeroog en moeite met slikken. Haar bloeddruk, hartslag en lichte pupilreactie waren normaal. Extraorale en intraorale onderzoeken brachten niets ongewoons aan het licht.

Onderhuis emfyseem

Vanwege de vreemde gewaarwordingen die door de patiënt werden gemeld en onduidelijke klinische symptomen, onderging de patiënt een CT-scan. Hierop was de ontwikkeling van een onderhuids emfyseem te zien. De lucht verspreidde zich vanuit het gezicht in caudale en craniale richtingen. Volgens het rapport werd ook lucht gedetecteerd in het linker halskanaal en intracraniaal.

Risico op meningitis

Door het risico op meningitis werd de vrouw direct opgenomen in het ziekenhuis. Ze werd nauwlettend gevolgd en kreeg driemaal daags intraveneuze antibiotica. Een CT-scan wees uit dat de pneumocephalus was verdwenen en het emfyseem van de weke delen was afgenomen. Drie dagen na opname werd ze ontslagen met een vijfdaags recept voor orale antibiotica. Haar herstel was onopvallend, schreven auteurs. Ze vermoeden dat botdefecten bij het implantaat en de sinuswand een rol hebben gespeeld bij het verspreiden van de lucht.

Steeds meer implantaten

Aangezien steeds meer patiënten implantaten krijgen, komen peri-implantaatcomplicaties steeds vaker voor. Wanneer luchtpolijstapparaten worden gebruikt om deze aandoeningen te beheersen, moeten clinici verwachten dat emfyseem vaker voorkomt.

Uitgebreidere beeldvorming

Meer studies zijn nodig om aanbevelingen te kunnen doen voor het gebruik van luchtpolijstapparaten bij de behandeling van peri-implantitis. Verder moet uitgebreidere beeldvorming worden overwogen wanneer een subcutaan emfyseem wordt vastgesteld, zodat het risico op complicaties kan worden beoordeeld, volgens de auteurs.
“In het geval van uitgebreid subcutaan emfyseem als gevolg van een tandheelkundige ingreep, moet een uitgebreider radiografisch onderzoek worden overwogen, inclusief de mediastinale en craniale ruimte, om het risico op mogelijk levensbedreigende complicaties te beoordelen,” schreven ze.

Bron:
Clinical and Experimental Dental Research

 

 

Lees meer over: Casus, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Microbieel DNA onthult informatie over mensen uit de prehistorie en evolutie

Microbieel DNA onthult informatie over mensen uit de prehistorie en evolutie

Microbieel DNA uit de tanden van prehistorische menselijke resten brengt details aan het licht over hun gezondheid, dieet en levensstijl. Ook onthullen de oude orale bacteriën informatie over de evolutie van de mens, staat in een recent artikel in Nature Outlook: Oral health.

Microben in tandsteen

Harvard University-onderzoeker Christina Warinner, PhD, en collega’s hebben de microben in tandsteen bestudeerd van mensen die in de late paleolithische periode leefden, zo’n 25.000 tot 12.000 jaar geleden. Ook hebben ze tandsteenmicrobiomen onderzocht bij Neanderthalers en primaten zoals apen en chimpansees.

Lagen tandplak als boomringen

De onderzoekers kunnen menselijke orale microbiomen betrouwbaar bestuderen doordat de lagen tandplak opbouwen als boomringen – als je tandplak niet verwijdert door middel van tandenpoetsen natuurlijk. Tanden verstenen dus terwijl je nog leeft en bevatten daarom veel informatie dat uit het DNA van bacteriën die worden opgenomen in zo’n tandplakring kan worden gehaald. Door het DNA te vergelijken met een database van bekende microbiële genomen kon worden geleerd wat er aanwezig is.

Etensresten geven levensstijl prijs

Naast het DNA zijn er ook allerlei etensresten te vinden in de tanden. Op basis van geconserveerde voedingseiwitten is het begrip van de opkomst en verspreiding van zuivel en de handel in sesam in de bronstijd verbeterd. Verder zijn de seizoenspollen te zien, en zelfs resten van iemands levensstijl. Zo werd in een vrouw uit de elfde eeuw na Christus lapis lazuli-pigmenten gevonden die alleen werden gebruikt door de meest bekwame kunstenaars van die tijd.

Microbiële kerngeslachten

Vergeleken met de microbiële gemeenschappen in de huidige mens, Neanderthalers en apen valt op dat de soorten uit de prehistorie en het heden een basis delen van tien microbiële kerngeslachten. De verschillen zitten in de in details. Sommige van die kernbacteriën zijn slechts in geringe mate bestudeerd. “Om deze microben zo lang te behouden, moeten ze een zeer belangrijke rol spelen in het orale microbioom. Door uit te zoeken wat ze doen, kunnen we de mondgezondheid en -ziekte echt beter begrijpen”, zegt Warinner hierover.

Specifieke bacteriesoorten

Tenslotte onthullen de oude orale bacteriën dat in de evolutie mogelijk niet vlees de mens heeft gemaakt, maar dat zetmeelrijke diëten een belangrijk rol speelden. Het was al bekend dat moderne mensen een grote hoeveelheid specifieke Streptococcus-soorten hebben die zetmeel kunnen verteren, terwijl chimpansees ze niet hebben. Met behulp van oud DNA is nu ontdekt dat deze streptokokken al minstens 600.000 jaar geleden in Afrika voorkwamen. Dit voert ons terug tot onze laatste gemeenschappelijke voorouder met chimpansees, in een tijd waarin significante hersengroei plaatsvond in het geslacht Homo.

Zetmeel maakte de mens?

“Onze grote hersenen zijn zeer energetisch veeleisend, dus de gedachte is dat er een verschuiving moet zijn geweest naar een dieet dat veel energierijker en energierijker was dan voorheen. Dit kan het gevolg zijn van een verhoogde vleesconsumptie of een betere toegang tot zetmeelrijke voedingsmiddelen zoals wortels en knollen. In oude tanden zien we het bewijs van het soort zetmeelrijke diëten dat mensen had kunnen maken tot wat ze nu zijn”, besluit de onderzoeker.

Bron:
Nature Outlook: Oral health 

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
camera - foto

Compactcamera’s zijn het meest geschikt voor het maken van tandheelkundige foto’s

Een tandheelkundige behandeling begint met goede beeldvorming van de mond. Digitale spiegelreflexcamera’s (DSLR), compact- en smartphonecamera’s worden vaak gebruikt, maar zijn volgens een onderzoek dat in Heliyon is gepubliceerd niet allemaal even geschikt. Compactcamera’s bleken de meest consistente kwaliteitsresultaten te produceren voor foto’s van tandheelkundige afgietsels en occlusie van patiënten.

Fotografie is belangrijk

Kwalitatieve, nauwkeurige fotografie is nodig om diagnostische uitdagingen in de tandheelkunde aan te gaan en om een effectieve behandeling voor patiënten te bereiken. Naarmate de technologie verandert, blijft het echter een uitdaging om de juiste apparatuur te vinden om de beste beelden te leveren. De nieuwe studie stelde populaire, zij het enigszins gedateerde, technologie voor tandheelkundige fotografie op de proef.

Gipsafgietsels

Onderzoekers uit India vergeleken daarom de beeldkwaliteit en kleurnauwkeurigheid van een DSLR, compactcamera en smartphonecamera. Eerst werden gipsafgietsels met klasse I-occlusie verkregen en beschilderd om tanden, tandvlees en alveolair slijmvlies na te bootsen. Met elke camera werden gedurende zes achtereenvolgende dagen 10 foto’s per dag genomen van verschillende aanzichten voor een zwarte achtergrond.

Foto’s van gebitten

Vervolgens nam een auteur die was opgeleid in tandheelkundige fotografie en die bekend was met alle drie de soorten camera’s 192 foto’s van 16 deelnemers met een volledig gebit. De deelnemers hadden een deel van hun mond ontdaan van vuil en speeksel. Vervolgens fotografeerde de onderzoeker met behulp van een wangretractor de tanden in occlusie. Per camera werden 32 foto’s door een andere auteur uitgezocht voor de beoordeling van kwaliteit en kleurnauwkeurigheid.

Analyse met computerprogramma’s

Om de kwaliteit te evalueren gebruikten de onderzoekers het computerprogramma no-reference matrix-algoritme dat volgens de auteurs vergelijkbare evaluatiecapaciteiten heeft als mensen. Ze gebruikten een tweede programma om de kleurnauwkeurigheid te analyseren.

Compactcamera het beste

Voor de foto’s van de gipsafgietsel bleek dat de mobiele telefoon en DSLR camera een slechtere beeldkwaliteit hadden dan de compactcamera. Het kleurverschil tussen de mobiele camera en de andere twee was relatief groot; de mobiele telefoon produceerde lichtere kleurscores.
Voor de foto’s van de deelnemers vond het onderzoek geen verschil in kwaliteit tussen de drie camera’s. Uit kleuranalyse bleek echter dat de mobiele camera helderdere en meer gele tinten afbeeldde dan de DSLR en de compactcamera. Deze laatste leek in het algemeen de beste resultaten te produceren in beide situaties.

Gedateerde modellen

Het is belangrijk op te merken dat de modellen van camera’s die in het onderzoek zijn gebruikt, nu enigszins gedateerd zijn. Nieuwere cameramodellen kunnen vooral in mobiele telefoons andere resultaten opleveren.

Gecomprimeerde afbeeldingen

De studie maakte ook gebruik van gecomprimeerde JPEG-afbeeldingen. Hoewel dit type bestandsformaat standaard is, kan het sommige afbeeldingsgegevens in gevaar brengen. Het analyseren van de foto’s met een onbewerkt bestandsformaat zou mogelijk een betere kwaliteit en kleurnauwkeurigheid hebben opgeleverd, merkten de auteurs op. Verder gebruikten de onderzoekers alle camera’s in de automatische modus.

Optimalisatie

De auteurs riepen op tot meer studies, waaronder studies die gebruik maken van ideale omgevingsinstellingen. “Het onderzoeken van de kwaliteit van tandheelkundige foto’s een integraal onderdeel van het verlenen van waarde aan de mondgezondheid. […] Deze observaties benadrukken de noodzaak om de camera’s te kalibreren en de omgevingsomstandigheden te optimaliseren, wat waarschijnlijk de variatie in het geproduceerde beeld zou verminderen en de beeldkwaliteit zou verbeteren.”, schreven de auteurs.

Bron:
Heliyon

 

 

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z
ia - toekomst

Liever zonder social media dan een wortelkanaalbehandeling

Patiënten melden dat ze tot het uiterste zouden gaan om een wortelkanaalbehandeling te vermijden. Zo zouden ze social media opgeven. Of slapen op een vluchthaven na een geannuleerde vlucht. Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd door tandtechnisch bedrijf Sonendo.

Meer dan 67% van de respondenten van de enquête is het volledig eens of eens met de stelling “Ik ben doodsbang om een wortelkanaalbehandeling te ondergaan.” Als ze de procedure nodig hadden, beschreef meer dan 80% van de respondenten hun gevoelens als angstig of bang, volgens de resultaten.

“Als we ons bewust zijn van de angst van consumenten ten opzichte van wortelkanaalbehandelingen, kunnen we de werkelijke en ervaren pijnpunten van traditionele therapie beter begrijpen”, schrijft Michael Smith, Chief Commercial Officer van Sonendo, in een persbericht.

Wat liever dan een wortelkanaalbehandeling?

Om de gevoelens van patiënten over wortelkanalen beter te begrijpen, liet Sonendo Pollfish in augustus 2022 een onderzoek uitvoeren onder Amerikaanse volwassenen van 35 jaar en ouder. Van degenen die reageerden, had 60% eerder een wortelkanaalbehandeling ondergaan.

Op de vraag wat ze liever zouden verdragen dan een wortelkanaalbehandeling, was het meest voorkomende antwoord het opgeven van sociale media. Bijna 80% stopt liever twee weken met social media dan dat ze een wortelkanaalbehandeling ondergaan.

77% van de respondenten geeft aan liever op een luchthaven te slapen na een geannuleerde vlucht dan dat ze een wortelkanaalbehandeling kregen. 54% van de respondenten zou liever een colonoscopie ondergaan dan een wortelkanaalbehandeling.

Waarom zijn mensen bang?

Maar wat drijft de angst van patiënten? Het is de pijn. Van de respondenten zegt 58% dat de pijn tijdens en na de procedure hen het meest bang maakt.

“Op basis van deze bevindingen is het veilig om te zeggen dat veel mensen nog steeds huiveren als ze aan wortelkanalen denken,” zegt Smith. “Hoewel wij en de endodontische gemeenschap erkennen dat er veel misvattingen zijn over wortelkanaaltherapie, verandert dat niets aan hoe een deel van de bevolking over de behandeling denkt. Het is aan ons, samen met de artsen die de behandeling geven, om toekomstige patiënten te helpen en voorlichting te geven.”

Bron:
Business Wire

 

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Speeksel, van diagnostische waarde!

Studie gaat verband tussen medicatie en droge mond onderzoeken

Het hebben van een droge mond is de meest voorkomende bijwerking van medicatie bij volwassenen. De evaluatie van de correlatie tussen deze twee parameters is het doel van een nieuwe studie in de VS.

Impact op gezondheid

“Verlaagde speekselproductie en een droge mond kunnen variëren van hinderlijk zijn tot iets dat een grote impact heeft op de algemene gezondheid, mondgezondheid, eetlust en eetgenot van patiënten”, zegt Dr. Szilvia Arany, assistent-professor aan het Eastman Institute for Oral Health en leidster van de nieuwe studie. “Een droge mond, of xerostomie, kan ook leiden tot beschadiging van de weke delen, problemen met spreken en slikken, agressieve bacteriële kolonisatie en infecties van de bovenste luchtwegen.”

Weinig informatie over speekselbijwerkingen

Er zijn ongeveer 500 verschillende medicijnen die de normale functie van de speekselklieren blokkeren en 20 procent van de volwassen Amerikaanse neemt nu vijf of meer medicijnen. “Hoewel speekselafscheiding erg gevoelig is voor deze medicijnen, is de informatie over de bijwerkingen op de mondgezondheid minimaal. Speeksel is van fundamenteel belang voor de mondgezondheid en is een belangrijke bepalende factor voor de kwaliteit van leven”, legt Dr. Arany uit.

Genetische markers

De studie zal vijf jaar duren en wordt gefinancierd door het National Institute of Dental & Cranofacial Research. De focus ligt op het onderzoeken van potentiële genetische markers voor een droge mond. Dit zal gebeuren door bepaalde leverenzymen te genotyperen om schade aan de mondgezondheid en verminderd speeksel te voorspellen.

Risicopatiënten op tijd identificeren

Dr. Arany hoopt de kloof te overbruggen bij het identificeren van patiënten van middelbare leeftijd met een hoog risico op xerostomie, voordat ze de hoge leeftijd bereiken waar de schade onomkeerbaar is. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met complexe medisch-socio-psychologische problemen die vaak meerdere medicijnen nodig hebben.

Preventie en behandeling

“Patiënten met een hoog risico zouden kunnen worden geselecteerd voor preventie en gerichte behandeling”, zegt de arts. Bovendien zou een beter begrip patiënten kunnen helpen die lijden aan een droge mond als gevolg van andere ziekten en aandoeningen, zoals de ziekte van Sjögren, auto-immuunaandoeningen en diabetes.

Bron:
University of Rochester Medical Center

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z