Uitzending

Uitzending Kassa terugkijken: Ga jij nog naar de tandarts?

Kassa besteedde op 20 november in de uitzending aandacht aan de tandarts. Volwassenen moeten de meeste kosten zelf betalen omdat deze immers niet zijn opgenomen in de basisverzekering. In deze uitzending komt de vraag aan bod of de tandarts een luxeproduct is geworden en of dit in de basisverzekering zou moeten komen.

Ravin Raktoe, tandarts en bestuurslid KNMT, beantwoordde vragen hierover in deze uitzending. Ook de tarieven van aanvullende mondzorgverzekeringen komen aan bod. Peter Ruys van Zorgkiezer.nl zegt dat de kosten hiervoor steeds hoger worden.

Bekijk de uitzending van Kassa hier terug

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Parodontitisbacterie veroorzaakt mogelijk bacteriële vaginose

Een bacterie die wordt gelinkt aan tandvleesaandoeningen kan de groei bevorderen van een ziekteverwekker die bacteriële vaginose (BV) veroorzaakt. Aangezien deze bacterie veel voorkomt in de menselijke mond suggereert een recente studie dat vaginale dysbiose kan worden veroorzaakt door orale seks.

Disbalans van het vaginale microbioom

BV is een disbalans of dysbiose van het vaginale microbioom en komt bij ongeveer 29% van de Amerikaanse vrouwen voor. Deze vaak seksueel actieve vrouwen lopen een hoger risico op seksueel overdraagbare infecties. Daarnaast kunnen zwangere BV-positieve vrouwen vruchtwaterinfecties en vroegtijdige bevalling ervaren als gevolg van infectie met Fusobacterium nucleatum – een bacterie die wijdverspreid is in de mond en parodontitis veroorzaakt.

Mechanismen niet duidelijk

De mechanismen die ten grondslag van deze processen liggen worden slecht begrepen. Algemeen wordt aangenomen dat een gezond microbioom ervoor zorgt dat pathogenen niet kunnen intreden en dat het verlies van deze zogenoemde kolonisatieresistentie belangrijk is bij de ontwikkeling van vaginale dysbiose.

Experimenten met muizen en mensen

Amanda Lewis en collega’s van de afdeling moleculaire microbiologie aan Washington University School of Medicine in St. Louis analyseerden interacties tussen bacteriële gemeenschappen en hoe goed verschillende bacteriën aan de benodigde voedingstoffen komen in een microbioom dat al bezet is. Dit gebeurde door experimenten uit te voeren bij muizen en vaginale monsters van mensen.

Verhoogde biochemische activiteit na oculatie

De vaginale gemeenschappen van de muizen werden geënt met F. nucleatum waarna verhoogde biochemische activiteit van onder andere sialidase werd ontdekt. Dit werd eerder al in verband gebracht met bacteriële vaginose. Vervolgens werd de bacterie geïnoculeerd in menselijke vaginale microbiële gemeenschappen die waren gekweekt uit vaginale uitstrijkjes van 21 vrouwen.

F. nucleatum bevordert vaginale dysbiose

Uit de resultaten bleek dat monsters met de bacterie hogere niveaus van meerdere biomarkers van BV vertoonden dan samples zonder F. nucleatum. Dit suggereert dat de tandvleesaandoening veroorzakende bacterie en andere bacteriën elkaar helpen waardoor pathogenen worden aangemoedigd om de vagina te bezetten en kenmerken van vaginale dysbiose worden bevorderd.

Meer dan een gebrek aan gezonde bacteriën

Bovendien bevorderde F. nucleatum de groei van Gardnerella vaginalis welke bacteriële vaginose veroorzaakt. Dit ontkracht de overtuiging dat alleen een gebrek aan gezonde bacteriën verantwoordelijk is voor het creëren van een omgeving waarin een disbalans kan ontstaan. Ook ondersteunt het eerder bewijs dat orale seks in verband brengt met BV, aldus de auteurs.

Meer onderzoek nodig

“Deze bevindingen kunnen helpen verklaren waarom vrouwen met BV meer kans hebben om vaginaal gekoloniseerd te worden met mogelijke pathogenen die verband houden met intra-uteriene infectie en ongunstige gezondheidsresultaten,” schrijven Lewis en haar collega’s. Verder onderzoek is nodig om te bepalen hoe bacteriële vaginose kan worden voorkomen en behandeld bij vrouwen.

Bron:
PLOS Biology

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Twee operaties nodig bij zeldzaam geval van baby met meerdere dermoidcysten

Een baby die werd geboren met meerdere zeldzame dermoidcysten in de mond onderging twee operaties voordat ze één jaar oud was. De tweede operatie was nodig omdat artsen kleinere cysten eerst misten, volgens een recent casusrapport in het World Journal of Clinical Cases.

Zeldzaam geval

Het is erg zeldzaam om meerdere dermoidcysten op de bodem van de mond te vinden. Meestal wordt slechts één massa gevonden, en niet bij zuigelingen. Deze cysten zijn vaak goedaardig en worden afhankelijk van hun locatie verwijderd via intraorale of extraorale chirurgie.

Mondvullende cyste

In dit geval werd in week 24 van de moeders zwangerschap een laesie ontdekt tijdens prenatale onderzoeken. Bij de geboorte van het kind vulde de cyste bijna de gehele mondholte waardoor het ademen en slikken van het meisje negatief werden beïnvloed. Na een maand werd de patiënt naar het ziekenhuis gebracht voor zwelling en dysfasie. Een MRI-scan onthulde een cystische laesie van 3,3 x 2,8 x 2,9 cm waardoor de tong van de baby naar achteren werd geduwd, schrijven de auteurs van de afdeling stomatologie van het Shengjing Ziekenhuis van de China Medische Universiteit in Shenyang, China.

Intraorale operatie

Vanwege de locatie nabij de supramylohyoidspier werd gekozen voor een intraorale operatie om de cyste te verwijderen. Een onderzoek toonde aan dat de verwijderde cyste een verhoornde, gelaagde plaveiselepitheelbekleding was, met talgadnexa, wat bevestigde dat het een dermoidcyste was, zeggen de auteurs.

Gemiste cyste

Een week later waren twee kleine laesies zichtbaar onder de tong van het kind, een van 0,8 x 1 x 0,5 cm en een van 1,2 x 0,5 x 0,5 cm. Na het bekijken van de preoperatieve MRI identificeerden artsen een verdachte laesie van minuscule grootte. Ze denken dat ze deze hebben gemist omdat hij werd gecomprimeerd door de grotere cyste.

Tweede operatie nodig

Na de eerste operatie groeide de gemiste cyste snel en negen maanden later werd het kind weer naar het ziekenhuis gebracht. Tijdens de operatie vonden de dokters nog een cyste, diep ingebed in de mylohoidspier op de bodem van de mond, die ook verwijderd moest worden. Beide werden later gediagnosticeerd als dermoidcysten.

Vijf maanden na de tweede operatie werd een andere cyste op dezelfde locatie gevonden. Omdat deze het eten, slikken en ademen van het meisje niet beïnvloeden werd ervoor gekozen om deze niet te verwijderen. Het kind wordt goed in de gaten gehouden, schijven de auteurs.

Aangeboren

De artsen denken dat de cystes aangeboren zijn omdat ze werden gedetecteerd tijdens een prenataal onderzoek. Soms komen in een vroeg stadium van de embryonale ontwikkeling epitheelresten vast te zitten of kunnen er resten van vreemde knobbeltjes die de tong en mondbodem vormen blijven bestaan. Dit resulteert in dermoidcysten.

Zorgvuldig analyse nodig

Het casusrapport beschrijft een ongebruikelijk geval en laat het belang zien van het zorgvuldig analyseren van preoperatieve beelden. “Dit rapport toont het belang aan van een zorgvuldige analyse van preoperatieve beeldvorming om meerdere operaties voor een ogenschijnlijk geïsoleerde orale cyste te vermijden,” aldus de auteurs.

Bron:
World Journal of Clinical Cases 

 

 

Lees meer over: Onderzoek, Opmerkelijk, Thema A-Z
Belang preventieve mondzorg bij kinderen en de rol van de mondhygiënist op de kaart bij de gemeente

Belang preventieve mondzorg bij kinderen en de rol van de mondhygiënist op de kaart bij de gemeente

Op donderdag 19 november zette Lieneke Steverink-Jorna het belang van preventieve mondzorg bij kinderen en de rol van de mondhygiënist hierin op de kaart bij de Gemeente Oude IJsselstreek. Lieneke sprak online voor de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling over de mondhygiënist op het consultatiebureau.

Ze kreeg 5 minuten de tijd voor presentatie van dit onderwerp waar ze haar ingezonden brief besprak.

Na haar presentatie kreeg zij van de commissieleden vragen ter verdieping die zij uitgebreid beantwoordde. Wethouder Overduin zegde vervolgens toe dat dit onderwerp verder onderzocht gaat worden waarbij zij betrokken zal zijn.

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Mondzorgprofessionals moeten zich bewust zijn van Long COVID

Mondzorgprofessionals moeten zich bewust zijn van Long COVID

Mensen die herstellen van een eerste COVID-19-infectie ontwikkelen soms langdurige symptomen van een syndroom dat bekend staat als Long COVID. Volgens een onderzoek in het Journal of the American Dental Association moeten mondzorgprofessionals zich bewust zijn van de aandoening en deze beter begrijpen.

Literatuuronderzoek

Onderzoekers van de University of Pennsylvania van het artikel hebben een literatuuronderzoek uitgevoerd om te begrijpen hoe de mondgezondheid wordt beïnvloed door langdurige COVID en hoe professionals personen met deze aandoening kunnen behandelen. Ze onderzochten onderzoeksdatabases met de nadruk op hoe Long COVID de verstrekking van mondzorg kan beïnvloeden. Ook focusten ze op manieren waarop de behandeling mogelijk moet worden aangepast om de beste zorg voor deze kwetsbare patiëntenpopulatie te krijgen.

Aantal patiënten onbekend

De auteurs vonden het moeilijk in te schatten hoeveel mensen mogelijk langdurig COVID hebben. Schattingen lopen uiteen van 10% tot 87% vanwege een gebrek aan definitie van de aandoening. Ook komen de meeste gevallen voor bij patiënten die verder gezond waren en niet in het ziekenhuis waren opgenomen tijdens de initiële ziekte of die niet getest waren op het virus.

Verminderde kwaliteit van leven

Wel is het bekend dat Long COVID-patiënten een hoger risico lopen op het ontwikkelen van een trombo-embolie en trombocytopenie en verlaagde fibrinogeenspiegels kunnen hebben. Ongeveer 44% heeft volgens de auteurs een verminderde kwaliteit van leven.

Verscheidenheid aan symptomen

Omdat langdurige COVID meerdere orgaansystemen kan aantasten ervaren patiënten met de aandoening een verscheidenheid aan symptomen, waaronder vermoeidheid, ademhalingsmoeilijkheden, nier- en leverstoornissen en psychiatrische complicaties. Zowel de symptomen als behandelingen, zoals anticoagulantia, kunnen vereisen dat patiënten aangepaste routinematige mondzorginterventies krijgen, merkten de auteurs op.

Behandelingen aanpassen

Ze adviseren daarom om complicaties te verminderen op eenzelfde manier als bij patiënten met andere soorten medische complexe aandoeningen. Dit omvat het coördineren en samenwerken met het zorgteam van de patiënt, inclusief specialisten. Ook zouden mondzorgprofessionals voorzichtig te werk moeten gaan tijdens de behandeling en rekening moeten houden met korte afspraken en aanpassingen aan bijvoorbeeld de stoelpositie waardoor patiënten ondanks hun functionele beperkingen de behandeling kunnen doorstaan.

Groeiende prevalentie

“Deze patiënten zijn over het algemeen ambulant en kunnen naar verwachting in elke mondzorgomgeving verschijnen. Gezien de wijdverbreide en groeiende prevalentie van deze aandoening, is het de plicht dat alle mondzorgverleners bekend zijn met en klaar zijn om patiënten met langdurige COVID-19 te behandelen”, vinden de onderzoekers.

Bron:
Journal of the American Dental Association

 

 

Lees meer over: Corona, Mondhygiëne, Thema A-Z
Milou Schraverus wint NVvK Elmex scriptieprijs

Milou Schraverus wint NVvK- Elmex © scriptieprijs

Tijdens het lustrumcongres van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) congres is de NVvK- Elmex® scriptieprijs voor de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde uitgereikt aan Milou Schraverus.

Effect of GIC sealants

Milou Schraverus gaf tijdens het congres een presentatie over haar scriptie: ‘Preventive effect of GIC sealants in first permanent molars affected by molar-incisor-hypomineralization (MIH): preliminary results of randomized clinical trial’.
Volgens de resultaten van de scriptie hebben GIC sealants een preventieve werking op de ontwikkeling van cariës in MIH molaren. Helaas werd het preventieve en beschermende effect niet waargenomen bij post eruptief glazuurverlies (PEG). Het is belangrijk dat tandartsen zich bewust zijn van de kleur van MIH molaren. MIH molaren met een geelbruin gekleurde opaciteit hebben meer kans om PEG te ontwikkelen dan MIH molaren met een wit-roomkleurige opaciteit. Daarnaast lijkt er ook een associatie te zijn tussen MIH molaren met PEG en de kans op cariës laesies. GIC sealants appliceren kan een goed alternatief zijn wanneer het niet mogelijk is om een kunsthars sealant te vervaardigen.

Scriptieprijs

De NVvK- Elmex® scriptieprijs wordt jaarlijks alternerend uitgereikt aan de beste Masterscriptie van de opleidingen tandheelkunde en de beste Bachelorscriptie van de opleidingen mondzorgkunde. Dit jaar was tandheelkunde aan de beurt.
De prijs bestaat uit een bedrag van 1000 euro (beschikbaar gesteld door Elmex/Colgate) en een jaar gratis lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. Er waren inzendingen van alle opleidingen, volgens de jury allen van hoge kwaliteit. Milou Schraverus (ACTA, Amsterdam) heeft de eerste prijs gewonnen, de tweede prijs ging naar Kim Vlaanderen (ACTA, Amsterdam) en de derde prijs was voor Sofie van Dijk (Radboud, Nijmegen).

Inzenden scriptie voor deelname in 2021/2022

Dit studiejaar (2021/2022) kunnen scripties van studenten mondzorgkunde (afgerond na 9 juli 2020 en voor 10 juli 2022) meedingen naar de prijs! Meedoen? Stuur je scriptie naar secretariaat@nvvk.org.

Foto:
Monique Kooijmans

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z
slapen, vrouw, bed

Screenen op het OSA-risico bij parodontitis patiënten

Obstructief Slaap Apneu (OSA) heeft een behoorlijke impact op het welzijn van een individu. Parodontoloog Alexander Verhelst onderzocht een mogelijke associatie van parodontitis en het risico voor OSA in een pilotstudie. Samenvattend kan er gesteld worden dat parodontitis patiënten vaker in de ‘hoog risico’ categorie voor OSA vallen.

Parodontitis

Parodontitis is een multifactoriële chronische inflammatoire ziekte waarbij, indien adequate behandeling uitblijft, de tand-ondersteunende weefsels zoals het alveolaire bot, afgebroken worden. Dit kan uiteindelijk resulteren in tandverlies. Verschillende factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan/in stand houden van parodontitis. Een slechte mondhygiëne, roken, stress en een genetische predispositie zijn enkele van deze factoren. Ook de algemene gezondheidsstatus (immune fitness) van een patiënt is van invloed op parodontitis. Denk hierbij bijvoorbeeld aan diabetes, hart- en vaatziekten en obesitas. Bovendien hebben de zojuist beschreven factoren een wisselwerking met elkaar, waardoor parodontitis een uiterst complexe aandoening is. Zodoende wordt parodontitis gezien als een chronische immuun aandoening (chronic immune disorder, CID). Milde/matige parodontitis komt voor bij zo’n 46% van de volwassen bevolking, terwijl de ernstige variant bij ongeveer 10% van de volwassenen voorkomt.

Obstructief Slaap Apneu (OSA)

Obstructief slaap apneu (OSA) is een veel voorkomende aandoening en wordt veroorzaakt door een obstructie van de luchtweg tijdens de slaap. Een dergelijke obstructie lijdt tot een reductie van de hoeveelheid zuurstof in het bloed. Als gevolg wordt het sympathische zenuwstelsel geactiveerd, wat resulteert in een zogenaamd arousel. Dat wil zeggen, dat de persoon in kwestie ontwaakt om weer voldoende zuurstof binnen te krijgen door een ademteug te nemen.
Afhankelijk van het aantal ademstops dat een persoon per nacht heeft en de zuurstofreductie, kan een OSA-patiënt zich behoorlijk moe voelen. Bovendien vergroot OSA het risico op een aantal systemische aandoeningen, zoals hartfalen, hoge bloeddruk en diabetes. Anderzijds kunnen systemische factoren een negatieve invloed hebben op OSA. Obesitas is het meest gecorreleerd aan (de ernst van) OSA, maar ook andere chronische immuun aandoeningen, zoals diabetes en hart-en vaatziekten zijn van invloed op OSA. Voorts worden OSA-patiënten vaker geconfronteerd met depressies en verkeersongevallen.

In Nederland is de prevalentie van OSA 6,4% in de volwassen populatie, echter blijkt uit verschillende studies dat een aanzienlijk deel hiervan niet gediagnosticeerd is. In de literatuur is beschreven dat tot 82% van de mannen en 92% van de vrouwen met OSA niet gediagnosticeerd zijn.

Screening

Idealiter wordt er bij het vermoeden van OSA een slaaponderzoek, een zogenaamde polysomnografie (PSG) uitgevoerd. Tezamen met een beschrijving van eventuele klachten, kan er aan de hand van een PSG de diagnose ‘OSA’ gesteld worden. Zo’n slaaponderzoek is echter kostbaar en arbeidsintensief. Zodoende wordt er naarstig naar mogelijkheden gezocht om te screenen op de ‘hoog-risico’ patiënten. Eén van de beschikbare screeningtools is een gevalideerde vragenlijst die het risico op OSA aangeeft, zoals beschreven door Eijsvogel et al., 2016. Op deze manier zou er gerichter naar de tweedelijns zorgverleners verwezen kunnen worden voor een aanvullend slaaponderzoek.

Voor parodontitis bestaat er reeds een dergelijke screeningstool: de Periodieke Parodontale Screening, afgekort als ‘PPS,’ welke de opvolger is van de ‘DPSI.’ Tandartsen en mondhygiënisten scoren de PPS-waarde tijdens het periodiek controlebezoek van een patiënt.

Doel van het onderzoek

Aangezien OSA een behoorlijke impact op het welzijn van een individu kan hebben en veel factoren zowel bij OSA als parodontitis gezien worden, zou er verondersteld kunnen worden dat parodontitis patiënten automatisch vaker een ‘hoog risico’ voor OSA hebben. Daar is in de wetenschappelijke literatuur echter nog nauwelijks onderzoek naar gedaan. Zodoende hebben wij besloten hier onderzoek naar te doen. Dit is de eerste studie waarin een mogelijke associatie met parodontitis en het risico voor OSA met de door Eijsvogel beschreven vragenlijst onderzocht wordt, waardoor dit onderzoek geclassificeerd is als een pilot studie.

Materiaal en methode

Patiënten selectie

Voor ons onderzoek hebben we in een cross-sectionele setting parodontitis patiënten en controle patiënten van de tandheelkundige universiteit in Amsterdam (ACTA) gerekruteerd. Beide groepen waren minimaal 40 jaar oud. De controle individuen hadden een PPS-score van 2 of minder en op de maximaal één jaar oude bitewings, was geen approximaal botverlies zichtbaar. Parodontitis werd gediagnosticeerd op de parodontologie afdeling van ACTA bij patiënten die voor een parodontitis behandeling waren ingestuurd naar deze afdeling.

Vragenlijst

Beide groepen vulden een gevalideerde vragenlijst in, waarmee het risico op het hebben van OSA berekend kon worden. Nadien werden deze scores onderverdeeld in een ‘laag risico’ (<35%), een ‘matig risico’ (35%-55%) en een ‘hoog risico’ (>55%) op het hebben van OSA. Alle deelnemers kregen de uitslag toegestuurd, eventueel voorzien van het advies om contact met de huisarts op te nemen voor eventuele aanvullende diagnostiek. De studie is goedgekeurd door de medisch ethische commissie.

Resultaten

Achtergrond informatie van de studiepopulatie

Uiteindelijk waren er 77 niet-parodontitis patiënten en 70 parodontitis patiënten beschikbaar voor data-analyse. Beide groepen hadden een gemiddelde leeftijd van 54 jaar. Zowel in de controle- als in de parodontitis groep lag de gemiddelde BMI rond de 26 kg/m2 en had ruim de helft van de deelnemers een BMI van 25 kg/m2. Twaalf procent van de controles en 34% van de parodontitis patiënten waren actieve rokers. In beide groepen had 1/3 van de individuen een hoge bloeddruk.

Het risico op het hebben van OSA

Het totale risico op het hebben van OSA was 34% voor de controles en 39% voor de parodontitis patiënten. Wanneer er onderscheid werd gemaakt op basis van de OSA risico categorieën, zagen we dat van zowel de controles als de parodontitis patiënten, ongeveer de helft in het ‘lage risicoprofiel’ voor OSA viel. Echter, daar waar slechts 9% van de controle individuen terug te vinden was in de ‘hoog risicogroep’ voor OSA, bleek 21% van de parodontitis patiënten in de ‘hoog risicogroep’ te vallen. Dit was een significant verschil.

Conclusie

Samenvattend kan er gesteld worden dat parodontitis patiënten vaker in de ‘hoog risico’ categorie voor OSA vallen. Uiteraard is dit slechts een pilot studie met beperkte aantallen. Aanvullend onderzoek is wenselijk om hier robuustere uitspraken over te doen en om mogelijk een causaal verband te achterhalen.

Klinische relevantie

Aangezien de tandarts en mondhygiënist regelmatig patiënten ziet voor reguliere controles, zou er in een tandheelkundige setting een rol weggelegd kunnen zijn voor de tandheelkundig professional om preventief te screenen op OSA bij parodontitis patiënten. Hiermee zouden een hoop (onnodige) comborbiditeiten voorkomen kunnen worden en kan de kwaliteit van leven van de OSA-patiënt aanzienlijk verbeteren.

Het onderzoek is ingestuurd naar Oral Health and Preventive Dentistry voor publicatie;
Screening for the risk of OSA in periodontitis patients. A pilot study. Verhelst et al., 2021, manuscript.

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Poster: Mondzorggedrag van vluchtelingen in Nederland

Poster: Mondzorggedrag van vluchtelingen in Nederland

Hoe is het gesteld met het mondzorggedrag van volwassen vluchtelingen in Nederland? Aryana Hamdard & Siemaf Hasan, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht, onderzochten dit.

Materiaal en methode

Dit kwantitatieve onderzoek had een prospectief cross-sectioneel ontwerp (survey). Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met NCB Opleidingen Utrecht waarbij de steekproef (n=91) select werd getrokken op basis van de volgende inclusiecriteria: vluchtelingen vanaf 18 jaar die korter dan 3 jaar in Nederland verbleven en de Arabische taal beheersen.

Er is gebruik gemaakt van een sneeuwbalsteekproef om voldoende respondenten te vinden. De data is anoniem verzameld door middel van een online Arabische enquête via Microsoft Forms waarbij de volgende variabelen zijn onderzocht: dagelijkse mondverzorging, zelfbekwaamheid in het verzorgen van het gebit, gebruik van tandheelkundige zorg en de mondzorggeletterdheid.

Voor de data-analyse is het computerprogramma IBM SPSS Statistics 24 gebruikt. Hierbij is beschrijvende statistiek toegepast en zijn centrum- en spreidingsmaten gebruikt om de uitkomsten weer te geven.

Resultaten

In totaal hebben 91 vluchtelingen deelgenomen aan het surveyonderzoek. Het merendeel was vrouw (n=62) en de gemiddelde leeftijd was 32 jaar. Een groot deel van de respondenten kwam uit Syrië (n=55).

Uit de resultaten met betrekking tot de dagelijkse mondverzorging is naar voren gekomen dat één derde (n=31) één keer per dag poetst en ongeveer twee derde (n=57) minder dan 2 minuten poetst. Bijna een kwart maakt geen gebruik van fluoridetandpasta (n=22).

Bij de tweede variabele over de zelf-bekwaamheid in het verzorgen van het gebit is ongeveer de helft van de respondenten zelfverzekerd over het gebruik van interdentale hulpmiddelen (n=45), fluoridetandpasta/mondspoeling (n=52) of hun poetstechniek (n=58).

Bij de derde variabele omtrent het gebruik van tandheelkundige zorg in Nederland is naar voren gekomen dat het merendeel van de respondenten in de afgelopen twee jaar bij de tandarts is geweest (n=78) en één derde alleen bij pijnklachten naar de tandarts gaat (n=30).

Wat betreft de vierde variabele (mondzorggeletterdheid) kunnen de meeste respondenten met weinig moeite de instructies van de tandarts begrijpen (n=56), verkregen informatie gebruiken om beslissingen te nemen over de eigen mondgezondheid (n=51), benodigde informatie verkrijgen (n=57), een tandartspraktijk bezoeken (n=63) en een tandartsafspraak maken (n=63). Ongeveer een kwart lukt het niet om verkregen informatie van de tandarts te lezen (n=22) of om tandheelkundige formulieren in te vullen (n=20).

Poster: Mondzorggedrag van vluchtelingen in Nederland

Klik hier voor een vergrote versie

Conclusie

We kunnen voorzichtig concluderen dat het mondzorggedrag van de meeste volwassen vluchtelingen in Nederland redelijk is. Maar er is nog ruimte voor verbetering, met name wat betreft de dagelijkse mondverzorging en de zelfbekwaamheid in het verzorgen van het gebit.

Poster ontwikkeld door:

Aryana Hamdard & Siemaf Hasan, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Casus: Beeldvorming en labonderzoek essentieel bij diagnose reuzencelgranuloom bij 17-jarige

Casus: Beeldvorming en labonderzoek essentieel bij diagnose reuzencelgranuloom bij 17-jarige

Beeldvorming en laboratoriumwerk hielpen bij de diagnose van een centraal reuzencelgranuloom (CGCC) bij een 17-jarige met kaakpijn en zwelling. De zeldzame, goedaardige, agressieve tumor werd onthuld door een computertomografie (CT)-scan en histopathologische resultaten. Na een kaakoperatie herstelde de patiënt volledig, volgens een artikel in het Cureus Journal of Medical Science.

Veel mogelijke oorzaken van zwelling

Een bezoek aan de spoedeisende hulp voor kaakpijn geassocieerd met zwelling is niet ongebruikelijk. Deze symptomen kunnen echter worden veroorzaakt door tal van aandoeningen, waaronder de ziekte van Lyme, trauma, gebitsproblemen, auto-immuunziekte, infectie en tumoren.

Centraal reuzencelgranuloom

Een soort tumor die dergelijke pijn kan veroorzaken is een centraal reuzencelgranuloom, een intraossale laesie gemaakt van cellulair fibreus weefsel. De incidentie ervan is ongeveer 0,0001%, en CGCC is goed voor rond de 7% van de goedaardige tumoren van de onderkaak. Volgens de auteurs moeten beeldvorming en laboratoriumtests worden gebruikt om een juiste diagnose te stellen.

17-jarige met kaakpijn

Een groep pediatrische artsen van het Brooklyn Hospital Center beschrijft het geval van een 17-jarig meisje dat naar de spoedeisende hulp ging na drie dagen van verergerende rechterkaakpijn. Ze schatte haar pijnintensiteit op negen uit tien en beschreef het als een doffe pijn die erger werd tijdens het poetsen of kauwen. Ibuprofen gaf enige verlichting en er werden geen andere symptomen gemeld.

Botachtige zwelling

Drie weken eerder was haar premolaar rechtsonder getrokken. Bij onderzoek van de mondholte bleek er echter een 1 x 1 cm gevoelige verharde botachtige vestibulaire buccale zwelling naast deze plek te zitten. Volgens de auteurs werd ook een niet-fluctuerende roze tandvleesovergroei-laesie van 5 x 5 mm gezien op de eerste premolaarplaats rechtsonder.

Laesie met erosie

Een team voor kaakchirurgie werd geraadpleegd en een CT-scan toonde een laesie in het midden van de rechterkaak van de patiënt met ongeveer 2,2 x 1,7 x 1,7 cm erosie die door de binnenste en buitenste cortex van de onderkaak ging. De locatie van de erosie duidde op een reuzencelgranuloom, en laboratoriumresultaten van een biopsiemonster bevestigden dit.

Herstel zonder complicaties

Het chirurgische team verwijderde de onderste tweede premolaar van de patiënt en verwijderde de laesie met debridement van de onderkaak, gevolgd door een bottransplantaat. Ze kreeg antibiotica en herstelde zonder complicaties. “Vroege diagnose, snelle interventie en volledige verwijdering van CGCG-laesies resulteren in een uitstekende prognose en lage herhalingspercentages”, schreef de groep.

Bron:
Cureus Journal of Medical Science

 

 

Lees meer over: Casus, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Vaker parodontitis bij mensen die derde molaren behouden

Volwassenen die de derde molaren behouden hebben vaker parodontitis ook al hebben ze geen hogere waardes C-reacties proteïne. Het komt vaker voor bij zwarte mensen, Iberiërs en mensen met sociaaleconomische nadelen, volgens een recente studie gepubliceerd in Public Health.

Verband derde molaren en tandvleesaandoeningen

Er is bewijs dat asymptomatische derde molaren (M3) kunnen bijdragen aan tandvleesaandoeningen. Op zijn beurt wordt parodontitis, dat bij ongeveer de helft van de Amerikaanse bevolking voorkomt, steeds meer in verband gebracht met systemische ziekten als hartaandoeningen, diabetes en obesitas. Het is dus belangrijk om dergelijke verbanden te onderzoeken.

Wetenschappers aan het College of Nursing and Health Sciences aan de University of Massachusetts Boston evalueerden daarom de verbanden tussen de aanwezigheid van verstandskiezen, parodontitis en serum C-reactief proteïne (CRP) in de volwassen Amerikaanse bevolking. CRP is een indicator van systemische ontsteking die wordt geassocieerd met parodontitis en mogelijk een aanpasbare risicofactor is voor hart- en vaatziekten.

Grotere kans op parodontitis met minstens een verstandskies

De studie bestond uit een secundaire data-analyse van de National Health and Nutrition Examination Survey 2009-2010. In totaal deden 3752 mensen van 30 jaar en ouder deel aan het parodontale onderzoek. Hiervan hadden 39% minstens een van hun derde molaren behouden, en 41% had parodontitis. De kans op parodontitis was 61% groter wanneer iemand minstens een verstandskies nog had.

Geen relatie M3-aanwezigheid en CRP-waardes

De aanwezigheid van derde molaren was het hoogst bij mannen, jongvolwassenen, Afro-Amerikanen, Iberiërs, lager-opgeleiden en deelnemers met een laag inkomen. Gecorrigeerd voor sociodemografische en gezondheidskenmerken werd M3-aanwezigheid onafhankelijk geassocieerd met parodontitis met een odds ratio (OR) van 1,61. Ook was er een onafhankelijk verband tussen parodontitis en verhoogde CRP-waardes (OR 1,35), maar niet tussen M3-aanwezigheid en verhoogde CRP-waardes (OR 1,02).

Cross-sectionele studie

Een limitatie van het onderzoek is dat er geen oorzakelijke verbanden kunnen worden geclaimd doordat het cross-sectionele studie is. Desondanks is het aannemelijk dat het behouden van verstandskiezen voorafgaat aan de ontwikkeling van tandvleesaandoeningen, schrijven de onderzoekers.

Verder onderzoek nodig

De verwachte associaties tussen M3-aanwezigheid en parodontitis werden gevonden maar het is nog niet duidelijk waarom het zo is. “Longitudinaal onderzoek is nodig om te bepalen of de retentie van derde molaren bijdraagt aan parodontitis en andere mogelijke gevolgen voor de gezondheid, en verder om te onderzoeken of deze relaties worden verzacht door gezondheidsgedrag en andere factoren”, schreven ze.

Bron:
Public Health

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Implantaatafdruk maken? Gebruik aluminiumfolie!

Implantaatafdruk maken? Gebruik aluminiumfolie!

Bij het maken van een conventionele implantaatafdruk met een open tray is het tijdens het vullen van de tray vaak moeilijk om te voorkomen dat het materiaal door de opening ontsnapt. Volgens een artikel uit het Journal of Prosthetic Dentistry kan aluminiumfolie als tijdelijke afdichting fungeren en daarmee de procedure vereenvoudigen.

Open tray

Wanneer clinici ervoor kiezen om de conventionele afdrukmethode te gebruiken in plaats van digitaal optisch scannen bij patiënten met minstens vier tandheelkundige implantaten, wordt aanbevolen dat ze een afdruk maken met open tray. Deze heeft een grote opening voor de volledige complete-arch impression copings. De grote opening maakt het echter moeilijk om te voorkomen dat het afdrukmateriaal tijdens het laden lekt.

Was of plastic bakjes

Door de jaren heen zijn verschillende methoden of materialen voorgesteld om de opening tijdens het laden tijdelijk af te dichten. Voorbeelden hiervan zijn was of plastic vellen met zelf geperforeerde bakjes. Deze oplossingen zijn echter geen van beide ideaal. Het gebruiken van was kan rommeling zijn en de abutmentschroef kan er niet altijd doorheen dringen, en de plastic vellen leiden tot minder nauwkeurige afdrukken, volgens de auteurs.

Aluminium folie

Ze stellen voor om in plaats van de minder ideale oplossingen standaard huishoudelijk aluminiumfolie van 0,016 mm dik te gebruiken. Dit materiaal is voldoende stijf om het afdrukmateriaal in de bak te houden terwijl het gemakkelijk kan worden gepenetreerd.

De techniek

De techniek om het open-tray-proces te verbeteren en te vereenvoudigen bestaat uit de volgende vijf stappen:

  1. Creëer een persoonlijke tray met gaten die groot genoeg zijn voor de impression copings.
  2. Plaats de tray in de mond van de patiënt en evalueer hoe deze eruitziet met de gespalkte impression copings op hun plaats. Breng de nodige aanpassingen aan om ervoor te zorgen dat de copings tot verder dan de tray uitsteken.
  3. Breng lijm aan op de tray en breng het aluminiumfolie aan op het trayoppervlak om het gat te bedekken. Breng vervolgens nog een laag lijm aan over de folie.
  4. Vul de tray met het afdrukmateriaal.
  5. Maak een gebitsafdruk. De copings doorboren automatisch de aluminiumfolie.

Tijdelijke afdichting

Deze methode zorgt voor een adequate tijdelijke afdichting van het gat. De operator kan vervolgens gemakkelijk de impression copings zien en de schroeven vinden wanneer de afdruk wordt verwijderd.

Bron:
The Journal of Prosthetic Dentistry 

 

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Mondgezondheid

Slechte mondgezondheid veroorzaakt mogelijk aderverkalking bij dialysepatiënten

Een slechte mondgezondheid kan in verband worden gebracht met een slechtere hartgezondheid bij nierdialysepatiënten. Uit een Japans onderzoek blijkt dat deze patiënten een slechtere mondgezondheid hebben dan gezonde leeftijdsgenoten en dat ze mogelijk ook risico lopen op aderverkalking.

Geen tijd voor de tandarts?

Patiënten met IgA-nefropathie moeten drie keer per week dialyse ondergaan in het ziekenhuis. De auteurs onder leiding van Taro Misaki van de afdeling nefrologie van het Seirei Hamamatsu General Hospital schrijven dat deze patiënten mogelijk geen tijd hebben om een tandarts te kunnen bezoeken. Daarnaast twijfelen tandartsen misschien om ze te behandelen omdat ze door hun medicijnen snel bloeden, vatbaar zijn voor bacteriële infecties en ongebruikelijke reacties op medicatie kunnen hebben.

Mondgezondheid en klinische gegevens vergelijken

De onderzoekers vroegen zich af of als gevolg hiervan dialysepatiënten een slechtere mondgezondheid hebben dan hun leeftijdsgenoten zonder nierziekte in het eindstadium. Ze vergeleken daarom de status van cariës en parodontale aandoeningen, en klinische gegevens bij 80 dialysepatiënten en 76 gezonde personen. Hiervoor werden het aantal vergane, ontbrekende of gevulde tanden (de DMFT-index), aantal C4-tanden (vernietiging van de gehele tandkroon) en parodontale pocketdiepte bepaald.

Dialysepatiënten missen meer tanden

Uit de resultaten bleek dat het aantal C4-tanden en missende tanden, en de DMFT-indexscore significant hoger zijn in dialysepatiënten dan de controlegroep. Ze hadden echter geen slechtere parodontale gezondheid.

Hoge DMFT-score correleert met hoge bloeddruk

Verder hadden uit de groep dialysepatiënten mensen met een DMFT-score van 24 of hoger significant vaker een hoge bloeddruk. Dit suggereert dat dialysepatiënten met ernstiger tandbederf een groter risico lopen op verharding van de bloedvaten, scherven de auteurs. Dit wordt in verband gebracht met hart- en vaatziekten.

Extra orale zorg en behandeling nodig

“Deze resultaten geven aan dat [hemodialyse]patiënten onvoldoende orale zorg en behandeling krijgen”, zeggen de onderzoekers. Ze vragen om extra ondersteuning en zorg voor deze patiënten. Tot slot geven de auteurs aan dat er meer onderzoek nodig is om te bevestigen dat cariës arteriosclerose kunnen veroorzaken.

Bron:
Plos One

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
medaille

Prof. dr. C. van Loveren ontvangt van NWVT de Dr. Th. Dentz medaille

Het bestuur van de NWVT heeft de Dr. Th. Dentz medaille uitgereikt op 3 november aan prof.dr. C. van Loveren op grond van wetenschappelijke prestaties en uitzonderlijke kwaliteiten, die vooral betekenis hebben voor de beroepsuitoefening door de algemeen practicus en die de patiënt ten goede komen.

Cor van Loveren

Cor van Loveren, Hoogleraar Preventieve Tandheelkunde namens het Ivoren Kruis aan het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam – ACTA, waar hij in 2018 zijn afscheidscollege gaf.

Afgestudeerd in 1976 als tandarts aan de Universiteit van Utrecht werd hij kort daarna aldaar aangesteld als docent en onderzoeker op de afdeling Sociale en Preventieve Tandheelkunde.

In 1986 kreeg hij een aanstelling bij ACTA Amsterdam op de afdeling Cariologie, Endodontologie en Pedodontologie.

Meerdere publicaties in nationale en internationale tijdschriften over preventieve tandheelkundige onderwerpen verschenen van zijn hand. Tevens werd hij regelmatig uitgenodigd te spreken tijdens nationale en internationale bijeenkomsten over preventieve tandheelkundige onderwerpen. Zoals voeding in relatie tot cariës, fluoride, erosie en evidence based tandheelkunde.

Visie op preventie en toekomst

Momenteel is hij Voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Prof.dr. Van Loveren heeft deze avond een lezing verzorgd: Nooit meer gaatjes? Visie op preventie en toekomst

Onder de titel “Nooit meer gaatjes?” reflecteert Van Loveren op de resultaten van de preventieve mondzorg in de afgelopen decennia. Hij concludeert dat gemiddeld de preventie erg succesvol is geweest, maar dat er risicogroepen zijn waar het preventieprotocol niet aanslaat. Hij concludeert dat voor deze personen gaatjes niet alleen niet gezien moet worden als het resultaat van een medisch-biologisch proces maar ook als een symptoom van onderliggende problematiek, zoals dat ook geldt voor andere gedragsgerelateerde gezondheidsproblematiek zoals overgewicht, ongezonde voeding, roken, alcoholmisbruik.

Dit betekent dat mondzorgpreventie zich niet alleen moet afspelen in de mondzorgpraktijk maar ook daarbuiten op het consultatiebureau, in projecten als de gezonde school en de gezonde wijk. Maar ook op landelijk beleidsniveau verdient preventie t.b.v. een gezonde mond een plaats om “ïllness factories” en “manufacturers” te beteugelen. Besef van achterliggende problematiek zal ook de preventie in de praktijk veranderen. Niet meer stapelen van preventieve behandelingen, maar coachen van de patiënt om zelfzorg mogelijk te maken. Volharding zal nodig zijn omdat dit lastige problematiek is.

Wat is de dr Th Dentz medaille

De Dentz medaille is de oudste en hoogste tandheelkundige onderscheiding in Nederland. De medaille werd in 1927 voor het eerst uitgereikt aan Dr. Theodore Dentz zelf door de NVT – de voorloper van de NWVT.

De Dentz medaille wordt toegekend op grond van wetenschappelijke prestaties en uitzonderlijke kwaliteiten, die vooral betekenis hebben voor de beroepsuitoefening door de algemeen practicus en die de patiënt ten goede komen.

Een medaille die altijd is uitgereikt door de NWVT – voorheen NVT – een vereniging, die kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan en zich richt op de tandarts algemeen practicus.

Wie was Dr. Theodore Dentz?

Hij leefde van 1840 tot 1933 en stamde uit een geslacht van tandmeesters. Dentz ging medicijnen studeren. Na zijn studie begreep hij het belang van tandheelkunde en goede tandheelkundige hulp voor de algemene gezondheid. Daardoor ging hij zich oa bij Sir John Tomes in Londen bekwamen in de tandheelkunde en zo werd hij in Nederland de eerste arts die uitsluitend de tandheelkunst beoefende.

Dentz stelde zich als ideaal de tandheelkunst een wetenschappelijke basis te verschaffen. Zo werd hij in 1877 benoemd tot lector in de tandheelkunde aan de universiteit van Utrecht. Dit was het begin van de wetenschappelijke opleiding tot tandarts in Nederland. 30 jaar later in 1927 kreeg Dr. Dentz voor al zijn inzet de Dentz medaille uitgereikt. Hij werd gezien als de grondlegger van de universitaire, tandheelkundige opleiding in Nederland.

Overzicht van personen die de Dentz-medaille ontvingen tot en met heden;

Jaar uitreiking medaille:

Dr. Th. Dentz 1927*
J.M. Klinkhamer Sr. 1927*
Dr. Ch.F.L. Nord 1929*
B.R. Bakker 1934*
L.M. Willemse 1934*

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

Deze dentale items werden achtergelaten in Uber taxi’s

Uber, het platform waarmee mensen hun auto als goedkope taxi kunnen inzetten voor wat bijverdiensten, heeft de afgelopen jaren sterk aan populariteit gewonnen. Vooral onder drukke, zakelijke gebruikers en feestgangers is de dienst erg populair. Niet zo gek dus dat er tussen meetings of na een lange avond stappen wel eens wat achtergelaten wordt in de taxi’s.

Uit data van Uber blijkt dat de Telefoon, Portemonnee en Sleutels het vaakst het slachtoffer zijn, maar er worden ook gekkere dingen achtergelaten. Wat dacht je bijvoorbeeld van een zuurstoftank, een tas vol pruiken, of een plastic zakje met $12 aan kwartjes? Zelfs dingen die normaal gesproken in iemands mond thuishoren blijven wel eens liggen in de taxi’s van Uber.

Neptanden en grillz

De verhalen van verloren dentale items roepen vooral veel vragen op en zijn goud voor mensen met een rijke fantasie. Zo werd er “één cosmetische neptand en een huidkleurige  beugel” als verloren opgegeven. Dat je na een nacht stevig uitgaan (of als vergeetachtige senior) je beugel even uitdoet en vervolgens in je taxi laat liggen, dat is misschien nog te begrijpen. Maar hoe verlies je één cosmetische neptand? Is de eigenaar in een gevecht geraakt waar zijn tand loskwam? Moest de tand er uit voor een zoenpartij? We zullen het waarschijnlijk nooit weten.

Hetzelfde geldt voor het “kleine, paarse doosje met gouden grillz” dat iemand achterliet. De tandversiering is voornamelijk populair onder de Amerikaanse hip-hop gemeenschap en straatcultuur. Maar waarom zou je die vergeten? Was iemand zo blij dat hij eindelijk zijn eerste grillz kon betalen, dat hij ze in zijn roes vergat? Moest de blingbling even uit voor een zakelijke afspraak? Of is er gewoon weer iets te diep in het glaasje gekeken?

Top 50 meest vreemde verloren voorwerpen

Zo heeft Uber een lijst opgesteld met de 50 meest vreemde verloren items. Elk item heeft waarschijnlijk een heel uniek verhaal. Ze geven in ieder geval genoeg mogelijkheden om de gekste verhalen erbij te verzinnen. Ben je benieuwd naar de rest van de lijst? Dan kun je terecht op de website van Uber. Daar vindt je bijvoorbeeld ook in welke stad de meeste dingen vergeten worden en rond welke tijden gebruikers van Uber het vergeetachtigst zijn.

Bron:
Uber

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Promotieactiviteiten Goed Gebekt gepubliceerd in Journal of Dental Hygiene

Promotieactiviteiten Goed Gebekt gepubliceerd in Journal of Dental Hygiene Science

Luid roepend dat de mondhygiënist onder het grote publiek niet bekend genoeg was, startte de stichting Goed Gebekt in 2014. In september publiceerde het Journal of Dental Hygiene Science (JDHS) een artikel over de promotieactiviteiten van Goed Gebekt op consumentenbeurzen voor het verkrijgen van bekendheid over de mondhygiënist bij vrouwen.

Mondhygiënist meer in de kijker spelen

De stichting Goed Gebekt is opgericht door vier ondernemende mondhygiënisten: Fenne Hoogteijling, Tiffany Claus, Maja Koster en Annemarie Frederiks. “Wij wilden de mondhygiënist meer in de kijker spelen. Dat vonden, en vinden wij nog steeds, nodig omdat uit een hele kleine random enquête bleek dat 98% niet wist wat een mondhygiënist nu eigenlijk was én omdat een even groot percentage niet wist dat je zonder verwijzing naar een mondhygiënist kan gaan.”

“Wij ontwikkelden posters om buiten de praktijk, bijvoorbeeld bij de supermarkt, te verspreiden om zodoende een groter publiek bewust te maken van het bestaan van ons mooie vak. En we maakten een consumenten site: www.tandvleescijfer.nl. Momenteel wordt de site vernieuwd en uitgerust met een zoekmachine waardoor onze donateurs makkelijk te vinden zijn voor de consument.
Langzaam werd onze Stichting Goed Gebekt geboren en voor we het wisten maakten we plannen om in één klap nog meer mensen te bereiken en tegelijkertijd data te verzamelen om ons geluid te onderbouwen. Waar vind je een divers publiek en veel mensen bij elkaar? Waar vind je groepen moeders en vrouwen in grote getale?”

Huishoudbeurs

“Ineens stonden we in 2018 tussen de Luizenmiddelen en Easy Toys. Letterlijk. Met een eigen stand op de huishoudbeurs in de RAI in Amsterdam. We namen enquêtes af, gaven voorlichting en voerden dpsi-metingen uit. Dit alles dankzij onze donateurs, die ons financieel en in persoon hielpen. En dankzij de man van Tiffany Claus, Ed Claus, die een prachtige stand voor ons bouwde. Ook sponsoren lieten zich niet onbetuigd en zorgden ervoor dat we een goed gevulde goodie bag konden meegeven als dank voor het mogen meten van hun tandvleescijfer. Na 6 volle, gezellige en hectische dagen hadden we data verzameld van zo’n 1765 respondenten.”

Negen maanden beurs

“In 2020 stonden we midden op de negen maanden-beursvloer ten tijden van de huishoudbeurs, vlak voor corona alles op slot zette. Deze keer kozen we bewust voor zwangere vrouwen en jonge moeders inspelend op de actualiteit dat te weinig kinderen gebruik maken van de gratis mondzorg in Nederland.  Ook daar spraken we actief bezoekers aan en namen we de enquêtes af. Minder dan de voorgaande keer, want met de uitbrekende pandemie waren er veel minder bezoekers.                                                                                                                                    Tijdens deze dagen legden wij vooral focus op het feit dat behandelingen door de mondhygiënist gratis is voor kinderen en jeugd tot 18 jaar. We deelden lijsten met adressen van donateurs uit per provincie en we benadrukten, uiteraard, dat de mondhygiënist vrij toegankelijk is.”

Wetenschappelijk artikel in Journal of Dental Hygiene Science

“Yvonne Buunk-Werkhoven nam ons bij de hand en hielp ons samen met Jolanda Gortzak en Judith Sjoerts de data te interpreteren en te verwerken tot een wetenschappelijk artikel.

Inmiddels is het artikel  ‘open access’ gepubliceerd in Journal of Dental Hygiene Science met de toepasselijke titel: ‘Outspoken’ Oral Hygienists Promote Oral Health Care Awarenes at Public Events for (pregnant) Woman and Young Mothers.

De verzamelde data zijn geanalyseerd. Tijdens de Huishoudbeurs in 2018 was de leeftijd van iets meer dan de helft (53,5%) van de 1.742 bezoekers (85,7% vrouw) jonger dan 45 jaar. In 2020 deden 210 bezoekers met een gemiddelde leeftijd van 30,7 jaar uiteindelijk mee aan het onderzoek. De meeste vrouwen evalueerden hun eigen mondgezondheid als ‘goed’.”

Gekwalificeerde (zelf)standige mondhygiënisten lijken wel bekend bij de bezoekers, maar ze worden nog steeds alleen bezocht ‘op verwijzing van de tandartsen. Ook de vergoeding door de basisverzekering tot 18 jaar is nog steeds onbekend bij het publiek.

Promotie door andere mondhygiënisten

Concluderend stimuleert Stichting Goed Gebekt andere mondhygiënisten om hun eigen initiatieven en ervaringen transparant te maken en openlijk te delen. Voorbeelden van promotie-activiteiten voor andere mondhygiënisten zijn:
– Aanwezig zijn op een lokale markt

– Een stukje schrijven in de schoolkrant

– Voorlichting geven bij ouderavonden

Donateurs kunnen gebruik maken van het promotiemateriaal van de stichting. En op www.goedgebekt.net/gratis kan iedereen promotiemateriaal downloaden.

Door:
Annemarie Frederiks en Maja Koster, mondhygiënisten

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Tanden

Minstens elke 24 uur tandenpoetsen vaak genoeg voor parodontale patiënten

Het zelf uitvoeren van mechanische plaquecontroles (Engels: self‐performed mechanical plaque control, SPC) met een frequentie van 12 of 24 uur lijkt voldoende om tandvleesontsteking onder controle te houden, in tegenstelling tot een frequentie van 48 uur. Dit blijkt uit een onderzoek met proefpersonen met een voorgeschiedenis van parodontitis en staat beschreven in een recente JCP Digest.

Mondhygiëneroutines om parodontitis te voorkomen

Het onderhouden van effectieve mondhygiëneroutines is belangrijk om gingivitis en daarmee parodontitis te voorkomen, waaronder het regelmatig verstoren van tandplak door zelf uitgevoerde mechanische plaquecontroles met behulp van tandenborstels en aanvullende interdentale apparaten. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat dit elke 12 of 24 uur moet gebeuren om het tandvlees gezond te houden.

Doeltreffendheid van SPC bij mensen met parodontitisverleden

Er is echter geen bewijs met betrekking tot de doeltreffendheid van SPC bij mensen met een geschiedenis van parodontitis die deelnemen aan een periodiek parodontaal onderhoudsprogramma. Onderzoekers uit Brazilië en de VS hebben daarom met een gerandomiseerde klinische proef het effect van SPC op tandvleesgezondheid bij 42 proefpersonen uit deze groep mensen onderzocht.

Tussenpozen van 12, 24 en 48 uur

De deelnemers werden in drie groepen verdeeld en moesten SPC uitvoeren met tussenpozen van 12, 24 of 48 uur. De plaque-index (PI) en gingivale index (GI) werden bij aanvang van de studie en na 15, 30 en 90 dagen geëvalueerd. Daarnaast werden sonderingsdieptes, klinische aanhechtingsniveaus en bloeden bij sonderen aan het begin en na dagen 30 en 90 beoordeeld.

Significant verschil tussen 48-uurs- en andere groepen

Na 90 dagen was de gemiddelde GI significant hoger bij de 48-uursgroep in vergelijking met de 12- en 24-uursgroepen. Deze groep was ook als enige niet in staat om het tandvlees gezond te houden wanneer GI = 2 scores werden overwogen. Verder nam de gemiddelde PI bij patiënten die SPC om de twee dagen uitvoerden meer toe dan bij de andere patiënten. Hoewel de gemiddelde PI bij de 12- en 24-uursgroepen toenam tijdens de eerste 15 dagen bleef de score daarna stabiel. Dit was niet het geval bij de 48-uursgroep, die daarnaast ook tweemaal zoveel plaatsen met tandvleesontsteking en -bloeding vertoonde.

Beoordelen naleving protocol lastig

Een limitatie van het onderzoek is dat het beoordelen van de naleving van het studieprotocol door deelnemers moeilijk is in dit type RCT-setting. Ook was het gebruik van interdentale apparaten niet gestandaardiseerd tussen alle groepen. Daarnaast schrijven de auteurs dat hun conclusies alleen gelden voor proefpersonen met een voorgeschiedenis van parodontitis met een hoge standaard mondhygiëne.

De resultaten suggereren volgens de onderzoekers desondanks dat SPC met een frequentie van 12 of 24 uur, samen met consistente parodontale onderhoudsbezoeken, “voldoende lijkt om gingivale ontsteking te beheersen”.

Bron:
JCP Digest

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Tand - pijn

Het verhaal van een vrouw (en honderden anderen) met vele jaren pijn door een TMJ-implantaat

Een vrouw heeft 35 jaar last gehad van hevige pijn door het laten plaatsen van een Proplast-Teflon-prothese voor het kaakgewricht. Haar geval illustreert waarom deze implantaten waren voorbestemd om in 1991 teruggeroepen te worden, volgens een perspectiefartikel in het Journal of Pain Research.

Meerdere TMJ-operaties

De auteurs beschreven het verhaal van een 55-jarige vrouw met een geschiedenis van meerdere temporalmandibular joint (TMJ)-operaties. Omdat ze moeite had met het openen van haar mond en het bij elkaar brengen van haar tanden kreeg ze in de jaren tachtig bilaterale Proplast-Teflon interpositionele implantaten (PTIPI’s). Dit werd gevolgd door bilaterale totale gewrichtsvervanging met TMJ-prothesen en vervolgens verwijdering van haar rechter totale gewrichtsprothese.

Chronische onsteking

Dit leidde echter alleen maar tot verergerde pijn en de vernietiging en ankylose van haar TMJ’s. Waarschijnlijk was dit het gevolg van chronische ontsteking veroorzaakt door Proplast-Teflon-deeltjes die uiteenvielen in nabijgelegen weefsels, schreven de auteurs.

Langdurige pijn

Hoewel de procedure om de ankylose te verlichten voor fysieke verbeteringen zorgde bleef haar pijn met dezelfde intensiteit aanhouden. Aangenomen wordt dat haar aanhoudende pijn te wijten is aan perifere en centrale neurologische veranderingen die gepaard gaan met chronische ontsteking en zenuwbeschadiging, samen met de psychologische gevolgen van de langdurige pijn, schreven ze.

Therapieën helpen niet

De vrouw heeft in de loop der jaren verschillende pijnstillers en injecties gekregen en is (gedrags)therapieën en neurochirurgie ondergaan. Desondanks blijft ze hevige pijn in haar hoofd en nek ervaren.

Honderden andere patiënten

Dergelijke chronische pijn, disfunctie en invaliditeit na het ontvangen van PTIPI’s om temporomandibulaire gewrichtspijn te behandelen is honderden andere patiënten overkomen, voornamelijk jonge vrouwen. De auteurs schrijven dat de gevallen mislukkingen op federaal, professioneel en individueel niveau aantonen.

Implantaten van Proplast en Teflon

In 1968 ontwikkelde biochemicus Dr. Charles Homsy Proplast, een poreuze vorm van polytetrafluoroethyleen. Later richtte hij het bedrijf Vitek op om implantaten van Proplast en Teflon te ontwikkelen, produceren en vermarkten. Er waren echter waarschuwingen dat Teflon niet in het lichaam mag worden geïmplanteerd, en het gecombineerde materiaal was eerder veroordeeld voor gebruik bij orthopedische patiënten.

Niet getest

Desondanks beweerde Vitek in 1983 dat het implantaat in wezen gelijk was aan siliconenfolie, dat werd gebruikt als TMJ-implantaat, en dat het materiaal biocompatibel was. Dit laatste was echter niet gebaseerd op dier- of biomechanische studies. Toen het bedrijf het implantaat op de markt wilden brengen als een behandeling voor TMJ-stoornis stond de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) dat toe.

Negatieve gevolgen

Aanvankelijk waren er bemoedigende patiëntenrapporten over het gebruik van de TMJ-implantaten. Kort daarna waren er meldingen van onder andere pijn, beperkte kaakbeweging en verplaatsing van de implantaten. Uiteindelijk begon de FDA de zaken te inspecteren en wonnen patiënten in 1989 de eerste rechtszaken tegen Vitek, dat een jaar later failliet ging. Uiteindelijk nam de FDA in 1991 alle implantaten in beslag, schrijven de auteurs.

Wie is verantwoordelijk?

De vraag rijst dan wie er verantwoordelijk is voor het fiasco. Homsy zelf heeft orale en maxillofaciale chirurgen en patiënten de schuld gegeven voor het falen van het materiaal. Anderen vinden dat de FDA de implantaten kritisch hadden moeten beoordelen, wat niet gebeurde omdat de regulatie onder een bepaald programma viel. Ook werden de implantaten niet gevolgd. Inmiddels heeft de FDA afgelopen juni haar regelgevings- en toezichtproces strenger gemaakt als reactie op aanhoudende meldingen van bijwerkingen die verband houden met alle soorten TMJ-implantaten.

Meerdere faalfactoren

Verder faalden de ontwikkelaars van het implantaat door niet te (h)erkennen dat TMJ unieke kenmerken heeft, evenals het bewijs dat het implantaatmateriaal zou bezwijken onder belastingskrachten in het gewricht. Tenslotte waren professionele organisaties zoals de American Association of Oral and Maxillofacial Surgeons (AAOMS) traag om zich uit te spreken en het publiek te beschermen, schreven de auteurs.

Niet vergeten

De “TMJ PTIPI-affaire is een voorbeeld dat niet mag worden vergeten”, concludeerden ze. Want er treedt schade aan de patiënt op wanneer klinisch en wetenschappelijk onderzoek, zorgstandaarden en de gezondheidszorg en regelgeving die gericht zijn op het verbeteren van chirurgische vooruitgang worden genegeerd of verminderd, en dit moet natuurlijk worden voorkomen.

Bron:
Journal of Pain Research 

 

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Onderzoek De invloed van omgevingslicht op het opsporen van glazuurcariës op röntgenfoto’s

Onderzoek: De invloed van omgevingslicht op het opsporen van glazuurcariës op röntgenfoto’s

Heeft omgevingslicht invloed op het beoordelen van röntgenfoto’s? Dat vroeg Julia Maijer, student Mondzorgkunde aan de Hogeschool Utrecht, zich af. Ze wijdde er haar afstudeeronderzoek aan.

Studenten Mondzorgkunde stellen soms andere diagnoses dan medestudenten of docenten. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Op de HU-kliniek Mondzorgkunde is er sprake van 2 ruimtes waar röntgenfoto’s worden beoordeeld: op de radiologieafdeling en op zaal. Een mogelijke verklaring voor het verschil in diagnoses is het omgevingslicht dat per ruimte verschilt.

Het onderzoek van Maijer heeft als doel het verkrijgen van kennis en inzicht in de invloed van omgevingslicht op de diagnostische waarde van approximale glazuurcariës, zodat een evidence based advies aan de docenten van de HU-kliniek Mondzorgkunde kan worden gegeven over de invloed die omgevingslicht heeft op het beoordelen van röntgenfoto’s.

Twee examinatoren

Voor dit onderzoek zijn twee examinatoren geselecteerd die praktiserende zaalstudenten zijn van de opleiding Mondzorgkunde te Utrecht. De examinatoren hebben op twee meetmomenten binnen twee settings een serie van negen bitewings beoordeeld waarop wel of geen approximale glazuurcariës te zien was. Aan de hand van dezelfde serie is een Gouden Standaard opgesteld door een tandarts. De beoordelingen van de examinatoren zijn daarmee geverifieerd. Aan de hand hiervan kon de sensitiviteit en de specificiteit bij verschillende omgevingslichten worden bepaald.

Tevens heeft Maijer middels een ROC-curve de accuraatheid geïllustreerd en middels Cohens Kappa de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid getoetst. De verschillen tussen de sensitiviteit en specificiteit van beide settings zijn op significantie berekend met behulp van de McNemar-toets. Een verschil is significant wanneer p<0,05.

Geen significante verschillen

Met een interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van 0,52 is bepaald dat bij setting 1, op zaal, sprake is van een sensitiviteit en specificiteit van respectievelijk 88% en 79%. Voor setting 2, op de radiologieafdeling, was sprake van 88% sensitiviteit en 81% specificiteit. Deze verschillen waren niet significant (p=1).

De accuraatheid van de tweede- en derdejaarsstudent was bij setting 1 respectievelijk “eerlijk” en “goed”. Bij setting 2 bleek respectievelijk “goed” en “excellent”. Zowel de verschillen tussen de examinatoren (p=0,34 voor setting 1 en p=0,06 voor setting 2) als het verschil in accuraatheid tussen de settings (p=1) bleek niet significant.

Conclusie

Op basis van dit onderzoek kan volgens Maijer worden geconcludeerd dat het verschil in omgevingslicht op zaal en op de radiologieafdeling geen invloed heeft op de diagnostische waarde van approximale glazuurcariës. Uitgaande van dit onderzoek wordt de discrepantie in diagnostiek dus niet verklaard door het verschil in omgevingslicht tussen zaal en de radiologieafdeling.

 

 

Lees meer over: Cariës, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
eten - bietensap

Gezond ouder worden? Drink bietensap om goede mondbacteriën te stimuleren

Het drinken van bietensap kan leiden tot hogere niveaus van orale bacteriën die worden geassocieerd met goede vasculaire en cognitieve gezondheid, blijkt uit een onderzoek onder ouderen dat is gepubliceerd in Redox Biology. Daarnaast leidt het nuttigen van het sap tot minder bacteriën die verband houden met ziekte en ontsteking.

Ook goed bacteriën in de mond

Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de gemeenschap van bacteriën en andere micro-organismen die in de darmen leven, de darmmicrobiota, onze gezondheid op veel verschillende manieren beïnvloeden, waarvan vele positief. Veel van de informatie over orale bacteriën focust echter op tandvleesaandoeningen en de systemische gevolgen daarvan. Maar niet alle bacteriën in de mond zijn slecht voor ons.

Omzetten van nitraat in nitriet

Bieten en ander voedsel zoals sla en spinazie zijn rijk aan anorganisch nitraat, dat door orale bacteriën wordt omgezet in nitriet. Dit is een precursor van stikstofmonoxide, een signaalmolecuul dat bloedvaten verwijdt en berichten overbrengt tussen neuronen in de hersenen. Bij oudere mensen kan een verminderde beschikbaarheid van stikstofmonoxide bijdragen aan een hoge bloeddruk en achteruitgang van cognitieve vaardigheden.

Nitraatrijk voedsel

De orale bacteriën zijn dus essentieel voor cardiovasculaire en cognitieve gezondheid. Een nieuwe studie suggereert dat het toevoegen van nitraatrijk voedsel als bietensap aan het dieet gedurende slechts tien dagen het orale microbioom aanzienlijk ten goede kan veranderen.

Bietensap bij ouderen

Dit was de conclusie van een onderzoeksteam onder leiding van Anni Vanhatalo, PhD, van de University of Exeter in het VK. Het team vergeleek de effecten van bietensap met een placebo in 26 gezonde volwassenen met een leeftijd tussen de 70 en 80 jaar. De deelnemers dronken het sap tweemaal daags gedurende tien dagen.

Hoeveelheid bacteriën verandert per soort

De onderzoekers voerden tests uit om modules van orale bacteriën te identificeren die de neiging hebben om samen te gedijen onder vergelijkbare omstandigheden. Ze ontdekten dat de relatieve hoeveelheden van Proteobacteriën toenamen na nitraatsuppletie, terwijl Bacteroideten, Firmicuten en Fusobacteriën juist afnamen. Prevotella-Veillonella – geassocieerd met ontsteking – en Clostridium difficile, dat de darm kan infecteren en diarree kan veroorzaken, zijn twee specifieke voorbeelden van ‘slechte’ bacteriën die verminderden.

Gezond ouder worden

Daarnaast daalde de systolische bloeddruk van de bietensapdeelnemers met gemiddeld 5 mmHg. Volgens Vanhaltalo hebben de bevindingen belangrijke implicaties voor gezond ouder worden: “het op lange termijn behouden van dit gezonde orale microbioom zou de negatieve vasculaire en cognitieve veranderingen die gepaard gaan met veroudering kunnen vertragen”.

Invloed van nitraatrijk voedsel

Dit is de eerste keer dat niet alleen de orale bacteriën van jonge en oude mensen zijn vergeleken maar dat echt de invloed van een nitraatrijk dieet is getest. Toekomstig onderzoek zal de resultaten moeten bevestigen omdat de huidige deelnemers gezonde, actieve ouderen waren met in het algemeen een goede bloeddruk. Ook is niet bekend wat er zou gebeuren in andere leeftijdsgroepen en bij mensen met een slechtere gezondheid.

Cognitieve achteruitgang vertragen

“We werken samen met collega’s van de University of Exeter Medical School om de interacties tussen de orale bacteriën en cognitie te onderzoeken om beter te begrijpen hoe voeding kan worden gebruikt om cognitieve achteruitgang op oudere leeftijd te vertragen”, aldus Vanhatalo.

Bron:
Redox Biology

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Goede mondgezondheid beter dan antibiotica om endocarditis te voorkomen; geen herziening AHA-richtlijnen nodig

Goede mondgezondheid beter dan antibiotica om endocarditis te voorkomen; geen herziening AHA-richtlijnen nodig

Een goede mondgezondheid is beter dan antibiotica als het gaat om het voorkomen van een type hartinfectie veroorzaakt door orale bacteriën. De American Heart Association (AHA) heeft het bewijsmateriaal rond antibioticarichtlijnen uit 2007 opnieuw beoordeeld en komt nog steeds tot de conclusie dat tandartsen antibioticaprofylaxe (AP) zouden moeten beperken tot slechts vier soorten patiënten, schrijven ze in Circulation.

Richtlijnen antibioticaprofylaxe

In 2007 publiceerde de American Heart Association bijgewerkte richtlijnen over het aanbevolen gebruik van antibioticaprofylaxe om infectieuze endocarditis (IE) van viridans-groep streptokokken  (VGS) te voorkomen bij hartpatiënten die invasieve procedures ondergaan. Deze richtlijnen verminderden het aantal patiënten dat in aanmerking kwam voor AP met ongeveer 90%.

Vier categorieën

Er bleven vier categorieën van onderliggende aandoeningen over waarvoor AP nog wel werd aanbevolen. Mensen met een prothetische hartklep of andere implanteerbare hartapparaten, met aangeboren afwijkingen, en ontvangers van harttransplantaten lopen volgens de AHA dusdanig groot risico op IE om wel antibiotische profylaxe te gebruiken. Dit geldt ook voor mensen die eerder of terugkerende infectieuze endocarditis hebben (gehad).

Beter begrip langetermijngevolgen

De nieuwe beoordeling was bedoeld om een beter begrip te krijgen van enkele van de langetermijnimplicaties van de beslissing met betrekking tot acceptatie en impact, en indien nodig om herzieningen aan te brengen.  Sommige beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg zagen de richtlijnen destijds als controversieel, en tot op de dag van vandaag wordt er nog steeds over gedebatteerd.

Multidisciplinaire schrijfgroep: herzieningen niet nodig

Er werd een schrijfgroep gevormd die bestond uit experts op het gebied van preventie en behandeling van infectieuze endocarditis uit verschillende medische specialismen. Ze kwamen na een literatuuronderzoek tot de conclusie dat het niet nodig was om herzieningen aan te brengen.

Niet meer endocarditisgevallen

De voorzitter van de groep schrijft in een persbericht dat de “wetenschappelijke gegevens sinds de AHA-richtlijnen van 2007 de opvatting ondersteunen dat het beperkte gebruik van preventieve antibiotica voor tandheelkundige ingrepen niet het aantal gevallen van endocarditis heeft verhoogd en een belangrijke stap is in het bestrijden van overmatig gebruik van antibiotica bij de bevolking”.

Wisselende naleving

Wel zeggen de auteurs dat gerandomiseerde gecontroleerde studies nodig zijn om te bepalen of antibioticaprofylaxe effectief is tegen VGS IE en de aanbevelingen verder te verfijnen. Verder merkte de commissie op dat tandartsen in het algemeen goed bekend waren met de richtlijnen, maar dat de naleving van de aanbeveling wisselde.

Hoewel de overgrote meerderheid aangaf tevreden te zijn met de richtlijnen schreef een deel van de tandartsen nog steeds AP voor aan patiënten met een matig risico. Anderen schreven AP juist helemaal niet voor aan hoogrisicopatiënten.

Het belang van goede tandgezondheid

Tenslotte bevestigde de review opnieuw het belang van een goede tandgezondheid voor het voorkomen van IE. “Omdat routinematige dagelijkse activiteiten resulteren in transiënte VGS-bacteriëmie met een veel hogere frequentie dan een enkele tandheelkundige ingreep heeft het optimaliseren van de mondgezondheid een grote invloed op het voorkomen van VGS IE”, schrijven de auteurs.

Bron:

Circulation

Bekijk ook de Nederlandse richtlijn Bloedige ingrepen in de mondzorg, bij patiënten die antitrombotica gebruiken

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z