Video: van periodontitis naar atheromatose

Video: van parodontitis naar atheromatose

Parodontitis kan uiteindelijk leiden tot atheromatose. Hoe dat werkt? Daar gaat deze animatievideo van de European Federation of Periodontology (EFP) over.

De video is onderdeel van een langere animatievideo van de EFP, getiteld ‘Oral health and general health: the links between periodontitis, atherosclerosis, and diabetes’. In de video wordt het verband tussen parodontitis, atheromatose en diabetes uiteengezet. Wederom wordt het duidelijk dat een gezond gebit een veel grotere impact heeft op de algemene gezondheid dan ooit werd gedacht.

Bron:
EFP

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Oud, rolstoel

Nieuwe KIMO-richtlijn Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen gepubliceerd

Bij KIMO verscheen onlangs de Klinische praktijkrichtlijn Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen. Hierin wordt beschreven hoe mondzorg thuis georganiseerd zou moeten worden voor ouderen die niet meer naar de praktijk kunnen komen. dental INFO vroeg prof. dr. Anita Visser, voorzitter van de Richtlijn Ontwikkel Commissie, naar het wat en hoe van deze richtlijn.

Waarom is deze richtlijn ontwikkeld?

“Veel kwetsbare ouderen die nog thuis wonen blijven verstoten van mondzorg. Zij weten vaak niet dat de mondzorgverleners ook aan huis kunnen komen. Daarnaast willen veel mondzorgverleners wel mondzorg aan huis leveren, maar weten niet goed hoe ze dat zouden moeten organiseren. Hierdoor is er een drempel voor het verkrijgen en leveren van mondzorg aan huis. Met deze richtlijn hopen we mondzorgverleners handvatten te geven om mondzorg aan huis goed te kunnen organiseren. Het gaat veelal om eerstelijnsmondzorgverleners, zoals tandartsen, tandartsspecialisten, mondhygiënisten en tandprothetici. Maar ook andere zorgverleners in de mondzorgpraktijk of zorgverleners die op een andere manier betrokken zijn bij de zorg voor kwetsbare ouderen kunnen hun voordeel doen met deze richtlijn, zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en verpleegkundigen thuiszorg.”

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

“KIMO heeft een invitational conference georganiseerd waarbij veel deskundigen aanwezig waren. Op deze bijeenkomst werd het belang voor het ontwikkelen van deze richtlijn onderschreven. Daarna is er een Richtlijn Ontwikkel Commissie (ROC) samengesteld, die gezamenlijk bepaald heeft wat de uitgangsvragen voor de richtlijn zouden moeten zijn. Vervolgens is geprobeerd om deze vragen met behulp van PICO’s te beantwoorden. Al snel bleek dat er voor de gekozen uitgangsvragen geen noemenswaardige literatuur beschikbaar was. KIMO heeft toen besloten dat de richtlijn ontwikkeld zou worden op basis van de meningen van de experts in de ontwikkelcommissie. Uitgangspunt hierbij is dat de ervaringen en meningen van de experts veel waard zijn.”

Hoe ben jij betrokken geraakt bij de richtlijn?

“KIMO-voorzitter Maarten Jansen heeft ruim twee jaar geleden gevraagd of ik voorzitter wilde worden van de te ontwikkelen richtlijn. Ik zei echter meteen nee. Ik had het druk en zag het niet zitten om veel te moeten reizen en veel tijd te steken in iets waar zo’n negatieve sfeer om heen hing en wat mogelijk alleen maar gedoe zou opleveren. In die tijd was er namelijk veel discussie over het feit dat er richtlijnen moesten komen. Maarten was even stil, maar liet zich niet afschepen. Hij vond dat ik het eigenlijk niet kon weigeren en dat ik een verkeerd beeld had van het geheel. Hij meende dat ik de expertise in huis had om de klus te kunnen klaren en als kersverse hoogleraar gerodontologie ook de aangewezen persoon was. Hij meende dat ik de uitdaging gewoon moest aangaan. Omdat hij een goed betoog had waarin duidelijk werd dat de beroepsgroep de richtlijnen moet maken en ik ook wel van uitdagingen houd, ging ik toch overstag. Ik realiseerde mij dat als wij als beroepsgroep zelf geen richtlijnen maken, VWS het voor ons gaat doen en dat moeten we denk ik vooral niet willen.”

En hoe was het vervolgens om voorzitter te zijn?

“Ik heb avonden in de auto gezeten op weg van Groningen naar Utrecht en weer terug om met de door KIMO samengestelde Richtlijn Ontwikkel Commissie aan de richtlijn te werken. Vanaf dag 1 kreeg ik lol in mijn nieuwe taak. Ik had een leuke commissie toebedeeld gekregen en een heel goede richtlijnmethodoloog. De bijeenkomsten waren behalve nuttig ook erg gezellig. Samen met de mensen uit het team voelde het niet meer als een klus, maar als een mooi project. We stelden mooie uitgangsvragen op en iedereen kreeg de kans om zijn expertise in te zetten. Zo hadden we bijvoorbeeld Ilona Persoon aan boord voor hygiëneaspecten in het kader van de infectiepreventie en Erwin Berkhout voor de vraag over mobiele röntgen. Alle commissieleden hadden zo hun eigen specifieke inbreng. Het werk werd goed verdeeld. Ik heb het als een mooi en vooral leerzaam project ervaren en ben blij dat Maarten mij gevraagd en overtuigd heeft. Het is goed dat de richtlijn er is en niet door VWS is opgesteld. Ik denk oprecht dat het een richtlijn is die algemeen practici handvatten geeft om zorg aan huis te kunnen bieden. En hopelijk ook bijdraagt aan het verlagen van de drempel om zorg aan huis te gaan verzorgen.”

Kun je iets vertellen over de inhoud van de richtlijn?

“De belangrijkste uitgangspunten zijn: hoe kan ik de zorg veilig leveren en hoe zit het met de wet- en regelgeving hierbij? De richtlijn beschrijft niet hoe er vakinhoudelijk gehandeld moet worden, maar is puur bedoeld voor de organisatie rondom het huisbezoek en de mondzorg die geleverd wordt.

Veel mensen denken overigens dat richtlijnen dikke pakken papier met tekst zijn waar je niet door komt, maar niets is minder waar. Het enige wat je moet doen is de uitgangsvragen en de aanbevelingen lezen. Dat past op een handjevol A4-tjes. De rest van de tekst bevat achtergrondinformatie, verantwoording voor de richtlijn, uitgangsvragen en aanbevelingen.”

Hoe komt mondzorg in de thuissituatie tot stand?

“Het begint veelal met mondproblemen bij een zorgafhankelijke aan huis gebonden oudere, waarbij deze oudere of iemand uit zijn omgeving van mening is dat de zorg van een mondzorgprofessional noodzakelijk is. Het gaat dan bijvoorbeeld om pijnklachten, kauwproblemen, een slecht passende prothese of een droge mond. Als die oudere daadwerkelijk niet in staat blijkt te zijn om naar een mondzorgpraktijk te gaan, dan kan er contact opgenomen worden met een mondzorgverlener.

De mondzorgverlener zal met de richtlijn in de hand een aantal vragen stellen over bijvoorbeeld de noodzaak van een bezoek aan huis en de reden van de zorgvraag. Wanneer de oudere en mondzorgverlener overeengekomen zijn dat mondzorg aan huis gerechtvaardigd is, dan kan een mondzorgverlener voor een eerste consult naar de oudere thuis gaan.”

Kunnen álle behandelingen in een thuissituatie verricht worden?

“Nee. Mondzorg is in principe thuis mogelijk als het huis toegankelijk is en er schoon en veilig gewerkt kan worden. De beste mondzorg kan echter alleen plaatsvinden in de mondzorgpraktijk. Mondzorg aan huis beperkt zich veelal tot basale mondzorg zoals het opheffen van pijnklachten, bijvoorbeeld door het verwijderen van een tand of kies, of het aanpassen of vervaardigen van prothetische voorzieningen. Ook preventie van slechte mondgezondheid is belangrijk. Het gaat in deze situatie vaak niet meer om uitgebreid restauratief handelen, maar mochten restauraties noodzakelijk zijn, dan zijn daar tot op zekere hoogte wel mogelijkheden voor. Maar duidelijk moet zijn, dat de beste mondzorg in de praktijk geleverd kan worden.”

Hoe is mondzorg aan huis financieel geregeld?

“Mondzorg valt niet onder de basiszorg, tenzij er voldaan wordt aan een aantal voorwaarden zoals gesteld is onder de regeling bijzondere tandheelkunde. In de meeste gevallen wordt hier niet aan voldaan, dus zijn de kosten voor eigen rekening. Dit zou wel vergoed kunnen worden vanuit een aanvullende tandartsverzekering.”

Heb je nog tips voor mondzorgverleners?

“Veel mondzorgverleners ervaren een hoge drempel om naar ouderen toe te gaan. Het verlenen van basale mondzorg is echter niet zo ingewikkeld als dat sommigen denken. Het kan veel voldoening geven als je mensen die het al moeilijk hebben omdat ze zo aan huis gebonden zijn, kunt helpen met het behoud of herstellen van de mondgezondheid. Een goede mondgezondheid is immers belangrijk voor de kwaliteit van leven. “

Cruijf zei ooit:

‘Je ziet het pas als je het doorhebt.’ En dat is hier zeker van toepassing.

Interview door Yvette in ’t Velt met prof. dr. Anita Visser, hoogleraar gerodontologie en voorzitter van de Richtlijn Ontwikkel Commissie Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen.

Bekijk de richtlijn Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen op de website van KIMO 

Op de website van KIMO vind je ook een samenvatting, patiëntenversie, implementatieplan, schema indicatie en zorgverlening, schema Röntgenologisch onderzoek in de thuissituatie en schema Oncöperatieve en/of wilsonbekwame kwetsbare ouderen.

 

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Ouderentandheelkunde, Richtlijnen, Thema A-Z
‘Potts puffy tumor’ mogelijk gelinkt aan tandheelkundige ziekten

‘Potts puffy tumor’ mogelijk gelinkt aan tandheelkundige ziekten

Bij patiënten met ‘Potts puffy tumor’ (PPT) zonder voorgeschiedenis van frontaal bottrauma of een frontale sinusoperatie moeten artsen onderliggende tandheelkundige aandoeningen vermoeden. Uitgebreid onderzoek is nodig wanneer eerste beeldvorming geen tandheelkundige aandoening constateert, volgens een studie gepubliceerd in het Journal of Oral and Maxillofacial Surgery.

Zeldzaam en levensbedreigend

Osteomyelitis met subperiostaal abces van het frontale bot, ofwel Potts puffy tumor, is een zeldzame maar levensbedreigende aandoening. Het uit zich als een zwelling over het voorhoofdsbeen en kan leiden tot compressie van structuren en neurologische, gastro-intestinale en andere symptomen. PPT is een zeldzame bijwerking van bacteriële sinusitis of complicatie van gezichtstrauma. Sommige onderzoeken hebben echter aangetoond dat het ook het gevolg kan zijn van plastische chirurgie in het gezicht, intranasaal drugsmisbruik en odontogene aandoeningen.

Verband slecht beschreven

Het verband tussen tandheelkundige aandoeningen en de tumorvorming is niet goed beschreven. Onderzoekers van onder andere de afdeling otolaryngologie hoofd- en nekchirurgie van de University of Kansas Medical Center hebben daarom onderzoek gedaan naar de incidentie van odontogene ziekte bij PPT. Ze focusten zich op gevallen waarin er geen geschiedenis van gezichtstrauma of eerdere frontale sinusoperatie.

Retrospectief onderzoek

De studie bestond uit een retrospectief onderzoek naar patiënten bij wie Potts puffy tumor was vastgesteld tussen 2010 en 2019. In totaal werd van 17 patiënten de demografie, medische geschiedenis, procedures, microbiële culturen en ingenomen antibiotica geanalyseerd. Ook werden maxillofaciale computertomografie (CT)-scans beoordeeld om erachter te komen of de patiënten tandheelkundige aandoeningen hadden.

Odontogene ziekte bij 94%

Maar liefst 94% van de patiënten bleek odontogene ziekte te hebben die zichtbaar was op de CT-scans. Driekwart van dit deel had geen eerdere frontale sinustrauma of -operatie. Een groot deel van de odontogene ziekte was niet in de eerste radiologische rapporten genoemd, bij zeven patiënten was dit wel het geval. De CT-scans lieten echter verschillende pathologieën zien bij 16 patiënten na beoordeling door de tandarts.

Patiëntendossiers

Enkele beperkingen van het onderzoek zijn dat de gegevens werden verzameld uit patiëntendossiers. Hierdoor was er variatie in de beschrijving van bevindingen en de terminologie van de procedure, wat voor onzekerheden zorgt. Dit was met name het geval wanneer patiënten meerdere artsen zagen.

Denk aan tandaandoening als oorzaak PPT

Desondanks schrijven de auteurs dat men moet denken aan een tandaandoening als oorzaak van PPT wanneer er geen geschiedenis van frontale bottrauma of sinusoperatie is. Bij deze patiënten “kan odontogene ziekte, vooral van de maxillaire tanden, een factor zijn die bijdraagt aan frontale bot-osteomyelitis”, schreven ze.

Uitgebreid onderzoek

Omdat de eerste radiologierapporten mogelijk niet alle tandpathologieën rapporteren moeten patiënten met PPT een uitgebreid onderzoek ondergaan. Dit houdt in dat de mondholte en tanden moeten worden onderzocht, verdere beeldvorming moet worden aangevraagd en patiënten indien nodig moeten worden doorverwezen naar tandheelkundige professionals, besluiten de onderzoekers.

Bron:
Journal of Oral and Maxillofacial Surgery 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
DHIM-projecten-2020-kinderen-tandenpoetsen

De mooie projecten van DHIN in 2020

Ondanks de coronacrisis wist Dental Health International Nederland (DHIN) gedurende 2020 mooie projecten uit te voeren en ondersteunen in binnen- en buitenland. Wij lichten de hoogtepunten uit het jaarverslag voor je uit.

Al in 2019 sprak DHIN het verlangen uit om vol in te zetten op de implementatie van preventie in lageinkomstlanden.  Daar is duidelijk gehoor aan gegeven. Uit het DHIN jaarverslag 2020 blijkt dat de organisatie mooie projecten heeft kunnen ondersteunen. Met als hoogtepunt het mondzorgproject in Sierra Leone.

Oral Health Project Sierra Leone

In januari 2020 voerde DHIN een verkenningsmissie uit in Sierra Leone. De hoofddoelstelling van het Oral Health Project Sierra Leone was om trainingen te ontwikkelen voor lokale verpleegkundigen om hun basale tandheelkundige handelingen te leren, zoals het trekken van tanden. Daarnaast wilde DHIN het Brush Wash en Smile-preventieprogramma implementeren in de basisscholen van Masagna, waar het project plaatsvond.

De trainingen waren een groot succes. DHIN gaf training aan verschillende groepen verpleegkunde en verzorgde meerdere portable tandartsstoelen. Daarnaast werd er een dental camp georganiseerd, waar een selectie deelnemers in een krappe week 168 patiënten behandelde en 350 extracties uitvoerde.  Tenslotte is er in maart door DHIN een training gegeven aan 76 zusters over tandheelkundige preventie. Ondertussen werd het BWS-programma op verschillende scholen geïmplementeerd.

Projecten in Nederland

Ook dichter bij huis voerde DHIN een aantal projecten uit. Zo heeft de organisatie in 2020 aan ongeveer 150 onverzekerden tandheelkundige zorg kunnen verlenen. Dat deed zij samen met studenten van de ACTA op De Kruispost in Amsterdam.

Daarnaast werd in 2020 de actie ‘Help DHIN aan 250 extractietangen’ opgezet. Dit was een groot succes. Vooral tijdens de eerste lockdown werd er in veel praktijken goed opgeruimd en werden er veel tangen naar DHIN gebracht. Je kan je oude extractietangen overigens nog steeds opsturen naar:

Dental Health International Nederland
Peppelkade 11b
3992 AL Houten

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Patiënten- mondkapje

Patiënten met verstopte neus en volledig gebit hebben grotere kans om corona te verspreiden

Patiënten met een volledig gebit en een verstopte neus hebben mogelijk een grotere kans om het coronavirus te verspreiden, blijkt uit een studie die recent gepubliceerd is in Physics of Fluids. Deze fysiologische kenmerken zorgen ervoor dat uitgestoten druppels de mond sneller verlaten en verder gaan.

Overdracht via druppels in de lucht

COVID-19 is een ziekte die via de lucht wordt overgedragen door ademhalingsdruppels die tijdens bijvoorbeeld niezen en hoesten worden gevormd. Door meer te weten te komen over factoren die van invloed zijn op deze druppeltjes kunnen we wellicht het virus beter beheersen en verspreiding verminderen.

Anatomie beïnvloedt luchtstroom

De configuratie van de neus- en buccale passes van individuen varieert afhankelijk van hun anatomie en pathofysiologie. Dit beïnvloedt de stroom van uitgestoten druppeltjes wanneer iemand hoest, niest of ademt. Zo hebben de druppels wanneer de neus niet verstopt is twee manieren om het lichaam uit te komen, de neus en de mond. Wanneer dit niet het geval is zullen de hoestdruppels de mond sneller uitgaan. Het al dan niet hebben van een volledig gebit heeft ook effect op stroomtraject van de druppels.

Vier neus- en mondtypen

Onderzoekers van de University of Central Florida in de VS hebben met behulp van 3D-modellen en numerieke berekeningen vier mond- en neustypen nagebootst: volledig gebit en normale neus, volledig gebit en verstopte neus, geen tanden en normale neus, en geen tanden en verstopte neus. Met de modellen keken ze welke fysiologische eigenschappen het verspreiden van de druppels beïnvloeden.

Tanden zorgen voor sterkere straal

Tanden bleken de transmissie als het ware aan je drijven: ze “creëren een vernauwend effect in de straal waardoor deze sterker en turbulenter wordt”, omschrijft een van de onderzoekers. Een mond met tanden verhoogt de maximale stroomsnelheid met ongeveer de helft wanneer de neusholte open is, en met het dubbele bij geblokkeerde neusholten.

Hogere stroomsnelheid door verstopte neus

Een verstopte neus verhoogt de maximale stroomsnelheid bij niezen met 52% en 15% voor een mond met en zonder tanden respectievelijk. Daarnaast kan het een stijging van het druppelgehalte van meer dan 300% opleveren op een afstand van ongeveer 1,80 meter en een toename van meer dan 60% in spuitafstand.

Houd neus schoon

“De resultaten geven aan dat wanneer iemand zijn neus schoon houdt, bijvoorbeeld door de neus te snuiten, hij de afstand die zijn ziektekiemen afleggen kan verkleinen”, schrijven de auteurs. Ze hopen in de toekomst klinische studies uit te kunnen voeren om hun simulatiebevindingen te kunnen vergelijken met die van echte mensen.

Bronnen:
Physics of Fluids https://aip.scitation.org/doi/10.1063/5.0032006
UFC Today https://www.ucf.edu/news/ucf-researchers-identify-features-that-could-make-someone-a-virus-super-spreader/

 

 

Lees meer over: Corona, Thema A-Z
Nieuw idee om infectie tijdens behandeling tegen te gaan: speciale helm voor patiënten

Nieuw idee om infectie tijdens behandeling tegen te gaan: speciale helm voor patiënten

Een nieuw ontworpen open helm voor eenmalig gebruik kan wel eens de oplossing worden om infectieoverdracht op tandheelkundige teams te minimaliseren. Volgens een recente simulatiestudie kan een de helm, uitgerust met gat voor de mond en luchtfilterpomp, 100% van de druppeltjes in de lucht en 99,6% van alle hoestdruppels vasthouden.

Risico op SARS-CoV-2

Sinds de start van de pandemie wordt er steeds gewaarschuwd dat tandheelkundigen tijdens bepaalde procedures een groter risico lopen om besmet te raken met SARS-CoV-2. De aerosolen die worden geproduceerd tijdens bijvoorbeeld het boren op hoge snelheid of boren met zowel water als lucht kunnen virusdruppels bevatten. Deze blijven lang in de lucht hangen en blijven op oppervlaktes achter.

Verminder het verstuiven van aerosolen

Tandheelkundige teams werden daarom aangemoedigd om het gebruik van hulpmiddelen die aanzienlijk aerosolen verstuiven zo veel mogelijk te vermijden. Daarnaast hebben tandartspraktijken talloze maatregelen genomen om infecties te verminderen en minimaliseren. Voorbeelden hiervan zijn vele afspraken, nieuwe luchtfiltersystemen en het gebruiken van N95-maskers.

Helm om druppels tegen te houden

Deze oplossingen zijn echter vaak duur, ineffectief of moeilijk te verkrijgen. Daarom verkenden onderzoekers van Cornell University en Weill Cornell Medicine de optie om alle druppels bij de patiënt te houden. Ze ontwierpen een helmachtige schil die bedoeld was om comfortabel over het hoofd van de patiënt te passen.

Aerosolen afvoeren

De helm is gemaakt van 1 mm dik polymethylmethacrylaat, een kosteneffectief en transparant materiaal. Het hoofd van de patiënt wordt volledig omsloten op een opening voor de mond en vacuümpoort na. De opening van 10 x 8 cm zou voldoende moeten zijn voor tandheelkundige ingrepen. De vacuümbron is verbonden met de poort bovenop de helm en bevat een high-efficiency particulate air (HEPA)-filter. Het doel is om de aerosolen naar de vacuümpoort af te voeren voordat ze in de omgeving terechtkomen, schreven de auteurs.

Computersimulatie

In een computersimulatie met behulp van computationele vloeistofdynamica ontdekten de onderzoekers dat de helm 100% van de druppeltjes in de lucht kan vasthouden en 99,6% van de hoestdruppels met een diameter van maximaal 250 µm die binnen een seconde worden uitgestoten.

Validatie door experimenten

Voor de helm daadwerkelijk in gebruik kan worden genomen moeten de simulatieresultaten zorgvuldig worden gevalideerd door experimenten. Ook moet worden uitgezocht hoe de helm functioneert tijdens tandheelkundige ingrepen en niezen. De onderzoekers denken echter dat de helm onder die omstandigheden net zo goed zal presteren.

Foto: Een visualisatie van de voorgestelde helm met afmetingen in centimeter. Afbeelding met dank aan Dongjie Jia, PhD.

Bron:
Physics of Fluids

Lees meer over: Corona, Thema A-Z
memoriam-DHIN-adviseur-Wim-van-Palenstein-Helderman

In memoriam DHIN-adviseur Wim van Palenstein Helderman

Meer dan 20 jaar was Wim van Palenstein Helderman intensief betrokken bij Dental Health International Nederland (DHIN).

Mede door toedoen van de toenmalige DHIN voorzitter Henk van den Hul werd Wim op 25 april 2003 bij de faculteit Nijmegen als buitengewoon hoogleraar (Oral Health Development) aangesteld. Het Fit For School Project in de Filippijnen is in deze periode ontwikkeld en mede dankzij Wim goed van de grond gekomen.

Van 2010 tot 2015 was Wim als bestuurslid van DHIN actief . In die periode was hij de stuwende kracht achter de cursussen “Tandheelkundig vrijwilligerswerk voor achtergebleven groepen”. Na zijn bestuursperiode is hij DHIN als adviseur blijven ondersteunen.

Zijn geloof in preventie en zijn ervaringen binnen het Fit for School Project vormden voor DHIN de aanleiding en de basis om in 2018, naast het reviseren van tandheelkundig instrumentarium, verder te gaan met het ontwikkelen van een preventie programma voor lage inkomenslanden. Dit resulteerde in de oprichting van Brush, Wash & Smile.

Mede door Wim’s inbreng lukt het DHIN al 45 jaar om de tandheelkunde in kansarme gebieden daar waar mogelijk op niveau te ondersteunen. “Wij zijn hem hiervoor heel veel dank verschuldigd”, zegt het DHIN-bestuur.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Schouderpolie,-Ronald-Wessel,-orthopedisch-chirurg

Wat te doen bij schouderklachten?

Schouderklachten komen veelvuldig voor bij tandartsen en mondhygiënisten. Wat moet je doen als je schouderklachten krijgt en hoe kun je ze voorkomen? Ronald Wessel, orthopedisch chirurg bij St. Antonius en gespecialiseerd in schouders, vertelt er meer over.

Ingewikkeld gewricht

De schouder is een prachtig gewricht, maar ook heel ingewikkeld door meerdere niveaus waarop het beweegt. Het schoudergewricht bestaat onder andere uit een kop en een kom en is zo gemaakt dat je je armen in alle richtingen kunt bewegen. Die bewegingen zijn zo ruim, omdat de kom zeer ondiep is. Wat dat betreft lijkt het meer op een schoteltje. Nadeel van zo’n ondiepe kom is dat het gewricht daarmee instabiel is. En toch gaat de schouder normaal gesproken niet uit de kom. Dat komt onder andere door een subtiel balansmechanisme. Niet alleen de kop, maar ook de kom kan namelijk bewegen, en kan zich zo telkens achter de kop positioneren. Dat bewegen van de kom doe je met je schouderblad; de kom en het schouderblad zijn namelijk een en hetzelfde bot. Dus door je schouderblad goed te bewegen kan je veel meer uit je schouder halen, maar andersom dus ook. Het bewegen van het schouderblad/kom is dus het 2e niveau waarop de schouder beweegt.

Schouderklachten bij mondzorgprofessionals

Schouderklachten komen heel veel voor. Dat heeft te maken met de manier waarop wij bewegen. We werken vaak in een onnatuurlijke houding, bijvoorbeeld zittend achter een computer, met opgetrokken schouders. Toen er nog geen computer was, was ik nog geen orthopedisch chirurg, dus ik kan de klachten van toen niet met die van nu vergelijken. Maar ik ben ervan overtuigd dat de klachten zijn toegenomen doordat mensen veelvuldig achter een beeldscherm zitten. Het zitten met opgetrokken schouders betekent dat je continu de schouderbladen omhoogtrekt. Die spieren gaan verzuren en pijn geven. Als je vervolgens om deze pijn heen gaat bewegen kan je je een verkeerd bewegingspatroon aanwennen en kan je in een vicieuze cirkel terechtkomen.

Ook mondzorgprofessionals krijgen vaak te maken met schouderklachten. Meestal ontstaan deze klachten door overbelasting van de spieren die de schouder sturen. Een verkeerde werkhouding is hier vaak debet aan. Stoel en behandelunit kunnen ook een rol spelen.

Schouderklachten voorkomen

Wat je kunt doen om schouderklachten te voorkomen? Over het algemeen is de beste tip: zorg voor afwisseling in je werkzaamheden. Doe dingen niet te lang achter elkaar, sta tussendoor op. Als je bovenhands moet werken, doe dat dan niet langer dan een kwartier achter elkaar.

Let op de juiste werkhouding, zit niet met opgetrokken schouders en doe eventueel oefeningen om je schouders los te houden.

Schouderklachten verhelpen

Als je toch last krijgt van je schouders, blijf daar dan niet te lang mee rondlopen. Ga in eerste instantie naar een fysiotherapeut, het liefst een die gespecialiseerd is in schouders. Dat kan een fysiotherapeut zijn die lid is van een regionaal SchouderNetwerk, maar er zijn ook goede schouderfysiotherapeuten die hier niet bij aangesloten zijn. Laat je fysiotherapeut zien hoe je werkt en welke houding je daarbij aanneemt. Met behulp van gerichte oefeningen kun je leren om je spieren anders te gebruiken. Het lastige hierbij is, dat je niet zelf kunt zien of je het wel of niet goed doet. Het gebeurt immers allemaal achter je rug. De klachten komen bij je schouderbladen vandaan. Je moet leren voelen of je de bewegingen op de juiste manier maakt.

Langdurige klachten

Als de klachten niet overgaan met fysiotherapie, is het raadzaam om bij een specialist (orthopedisch chirurg) langs te gaan. Die kan dan kijken of er geen onderliggende problemen zijn, die bijvoorbeeld ontstaan zijn doordat iemand ooit op zijn schouder gevallen is.

Bij ons in het ziekenhuis is bij het consult door de orthopedisch chirurg ook altijd een fysiotherapeut aanwezig. De expertise van een orthopedisch chirurg en die van een fysiotherapeut is duidelijk anders. Daarom stellen we samen de diagnose. Hierbij maken we gebruik van een echo en een röntgenfoto.

Wel of geen operatie

In de meeste gevallen is een operatie niet nodig. Als ik naar mijn eigen spreekuur kijk, dan hoeft slechts 20% van de mensen die ik zie geopereerd te worden. Dan gaat het vaak om artrose, om een schouder die ooit uit de kom is geweest of om een gescheurde pees. Een gescheurde pees bij jonge mensen is tegenwoordig bijna altijd te herstellen met een kijkoperatie. Als een scheur niet te repareren is, kunnen we tegenwoordig ook via een kijkoperatie een matje aanbrengen.

Fysiotherapie

In de andere gevallen kan meestal volstaan worden met gerichte fysiotherapie om de klachten te verhelpen. Soms willen mensen liever geopereerd worden om van hun klachten af te komen. Je moet ze er dan echt van overtuigen dat fysiotherapie een veel betere optie is. Als ze al heel lang fysiotherapie gehad hebben en je verwijst ze dan weer terug naar een fysiotherapeut, dan hebben ze er niet altijd vertrouwen in dat het goed komt. Maar toch is dat meestal de beste optie. Ze gaan dan in principe weer terug naar hun eigen fysiotherapeut met instructies van onze fysiotherapeut. Daarbij leggen we dan uit dat we geen herhaling van zetten willen. Als patiënt heb je dat na een of twee behandelingen wel in de gaten.

Het belangrijkste is dat mensen van hun klachten afkomen.

Ronald Wessel is orthopedisch chirurg bij St. Antonius en gespecialiseerd in schouders.

Door: Yvette in ‘t Velt

Foto: schouderpoli met Ronald Wessel achter het bureau

 

 

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
Een mondhygiënist in lockdown

Een mondhygiënist in lockdown

Zo zit je week vol met vergaderingen, overleggen, congressen, krachttraining…en zo zit je in een lockdown. In de lente was het nog prima vol te houden. Lekker weer en bovendien zat ik midden in een verhuizing. Genoeg te doen! Toen de dagen korter werden, de sportschool (weer) dichtging en de stress in het team te hoog lag om nog meer protocollen te ontwikkelen, raakte ik richting een bore-out.

Ik ben iemand die zijn hersenpan moet gebruiken, volop ideeën moet kunnen spuien en zich ergens in moet kunnen verdiepen. De input was simpelweg te weinig en de output kon geen opvang vinden. Ik moest iets…niet zielig in een hoekje gaan zitten huilen…niet gaan klagen op Facebook…maar juist gebruik maken van deze situatie. Ouderwets op z’n Achterhoeks: Gas d’r op!

Stel jezelf de vraag….

Wat had ik de afgelopen tijd laten liggen omdat ik druk was en waar zit mijn ambitie? Hoe raak ik in een flow? Na mijn verhuizing naar een groter huis waar ik eindelijk die spullen voor Kidsfabriek kwijt kon, had ik nu in de logeerkamer ruimte om te sporten. In het begin vond ik het vreselijk saai. Ik miste het praatje met andere sporters. Bovendien kon ik nu niet echt zwaar trainen en moest ik gedwongen meer conditioneel doen. Hoe kon ik dit voor mezelf leuker maken?

Volg je hart

Iets anders dat ik altijd al wilde, is doorleren. Maar wat? Ik vond zoveel leuk en wat wilde ik er straks dan precies mee? Dat laatste besloot ik los te laten. Ik volgde gewoon mijn nieuwsgierigheid. Zo schafte ik de nodig boeken aan (daarover later meer) en vond ik mezelf googelend terug naar thuisstudies. De eerste thuisstudie die ik volgde heette Management Consultancy. Dat betekent dat je bestuur, managers en directeuren van advies kunt gaan voorzien over een gebied waar jij expertise over hebt. Bij deze studie kreeg ik gratis airpods. Van die oortjes dus.

Ideale combi!

Sporten…leren…oortjes…In de online leeromgeving is er een voorleesfunctie. Dus terwijl ik sportte kon ik een hoofdstuk laten voorlezen. Super handig. Via een vriendin kreeg ik de tip om naar de podcast van Ron Steenkist te luisteren. Zo kwam ik op het idee om ook eens naar podcast te zoeken. Ik was hier nooit zo voor te porren, want ik dwaal zo snel met mijn gedachten af als ik alleen maar moet luisteren. Tijdens het sporten dwaal ik niet zo snel af. Bovendien dacht ik dat podcasts altijd geld zouden kosten. Niet dus. De hele serie De Psychologie van Succes luisterde ik af. Heel interessant en erg grappig. Als je ondernemer bent dan kan ik je deze echt aanraden. Ik zit nu in die van 356 dagen succesvol. Die vind ik persoonlijk wat minder maar ook waardevol.

Thuisstudie

Verder volgde ik de studie Organisatiepsychologie en nu zit ik in Life Coach. Ik beleef aardig wat ‘aha’ momentjes. Je leert veel over jezelf en over het gedrag van anderen, bijvoorbeeld tijdens een vergadering. Het is herkenbaar en leerzaam. En je raadt het al…de volgende studie heb ik al in de planning staan. Het ritme zit er aardig in. Een thuisstudie is best goed te doen, zo naast het werk. Ik merk dat ik er nu heel anders in sta. Je hebt geen prestatiedruk. Je leert echt omdat je iets wilt leren. Je kunt wat je leert veel beter plaatsen omdat je een context hebt die je als jonge student nog niet hebt. Het verbreed en verdiept je wereld. Ik kan echt iedereen aanraden om dit thuis op je gemak te doen. Okay, ik Netflix ook nog weleens, hoor. Maar je gedachten ordenen en verfrissen is minstens zo ontspannend.

Website

Waar ik ook steeds geen tijd voor had, was mijn eigen website. Die was al zo vreselijk oud. Bovendien niet meer geschikt voor de doelgroep. Het paste allang niet meer bij wat ik eigenlijk allemaal doe en wil. De website Lieneke De Mondernemer is nog in de maak. Om mezelf er toe te zetten om meer vorm te geven aan wilde hersenbrei heb ik alvast de facebookpagina opgericht en gaan bloggen. De opdrachten stroomden al snel binnen. Jippie, weer wat te doen!

Boeken

Goed, boeken dus. Ik heb er echt veel gelezen en ik heb ook al een wenslijstje. De volgende drie boeken vond ik echt heel leuk:

  • Waarom veranderen (meestal) mislukt, Martin Appelo
  • Omringd door idioten, Thomas Erikson
  • De Corporate Tribe, organisatielessen uit de antropologie, Danielle Braun & Jitske Kramer

Ons Onfeilbare Brein

Martin Appelo heb ik al twee keer mogen zien spreken en ik vond zijn humor geweldig. Ik werk samen met een collega van hem en ze raadde zijn boeken aan. Je zal absoluut je patiënten (of jezelf) erin herkennen. Zo zegt Appelo: “Mensen zijn niet ongemotiveerd. Ze zijn juist enorm gemotiveerd om niks te doen.” Zijn boek start met het gelaagde brein. Voor wie Ons Onfeilbare Brein (goed boek, maar wel zware kost) heeft gelezen, is dit een stukje herhaling. Appelo omschrijft zichzelf vaak als narcist. Op het einde van het boek schrijft hij: “Volgens mij weet iedereen wel dat de informatie in dit boek klopt.” Ook al zou je anders willen, want het kan best confronterend zijn. We willen wel gezond leven, maar we doen het vaak niet. Je patiënt wil wel twee keer daags tandenpoetsen, maar doet het niet. Dat kan je frustreren, maar in dit boek leer je waarom dat is. Het is speels geschreven dus het zal je niet vervelen. Ik heb het in een ruk uitgelezen.

Omringd door Idioten

Mijn man keek weleens verschrikt op als hij me uit het niets keihard hoorde lachen. Het boek Omringd door Idioten is werkelijk fantastisch. Als je van het DISC-model houdt dan kan je je hart ophalen. Ik las echt mijn eigen gedrag en gedachten over anderen. Ik bleek zelf een idioot te zijn die zich mateloos kan irriteren waarom iemand niet net zo hard loopt zoals ik. Dit boek heeft een hoop begrip bij me gebracht. Hoofdstuk 12 is De Aanpassing getiteld met als intro: hoe je met idioten omgaat: zij die niet zijn zoals jij. Heel handig. Je leert dat het goed is om je te omringen door idioten. Als je namelijk alleen maar mensen om je heen verzameld die gelijkgestemd zijn…leer je niks…Met idioten om je heen krijg je beweging, een dynamische wereld. Dat terwijl de meeste managers mensen aannemen die op henzelf lijken.

De Corporate Tribe

Een mooi plaatjesboek…dat is De Corporate Tribe. Dit boek neemt je mee op reis. Ik was op zoek naar een vorm voor het perfecte overleg. Dat wordt nu niet echt helemaal voorgekauwd in dit boek maar je leert wel hoe ze dit binnen allerlei culturen hebben geregeld. Ik heb geleerd waarom rituelen nu zo belangrijk zijn. Dat het belangrijk is om een totempaal te hebben. Een verhaal, een verleden…Hoe je goed naar je omgeving kan luisteren en waarom dit goed leiderschap is. Hoe je een bedrijfscultuur opzet en hoe deze in de tijd verandert. Het Model van Schein kan je misschien al zelf even opzoeken. Een van de waardevolle zinnen die ik las: “Als de dialoog goed gevoerd is, zal iedereen meedoen en zal blijken dat de stem van de minderheid grote wijsheid in zich draagt.”

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Integratie van tandheelkunde en gezondheidszorg komt eraan – tijd om je voor te bereiden

Integratie van tandheelkunde en gezondheidszorg komt eraan – tijd om je voor te bereiden

Het wordt tijd om na te denken over het integreren van de tandheelkundige en eerstelijnszorg, want dat is de toekomst die eraan komt, schrijft de Amerikaan Dr. Marc Cooper. Niet alleen zal dit voor kostenbesparingen zorgen, maar ook voor verbeterde gezondheidsresultaten en een kleinere zorgkloof van chronisch zieke patiënten.

Integratie bestaat al langer

Het is geen nieuw idee (zie artikel) om de scheiding tussen geneeskunde en tandheelkunde te verwijderen. Dr. Cooper heeft tijdens zijn carrière in de gezondheidszorg voor het merendeel met klanten in de tandheelkundige sector gewerkt en heeft als doel om leiders, tandartsen en senior executives te coachen hoe ze effectief hun organisaties kunnen navigeren en leiden. Hij zegt dat trends in 2021 de tandheelkunde wakker moeten schudden.

Veel verbanden parodontitis en systemische aandoeningen

De afgelopen jaren heeft de wetenschap veel ontdekt over de associaties tussen bijvoorbeeld parodontitis, cariës en slaapapneu, en gevolgen voor de rest van het lichaam. Tandheelkundige aandoeningen zijn een bewezen multimorbiditeitsfactor in tal van gezondheidsproblemen. Daarnaast kunnen veel eerstelijnszorgfuncties worden uitgevoerd in de tandartspraktijk.

Enorme kostenbesparingen

Daarom zal de integratie van tandheelkunde in de gezondheidszorg enorme kostenbesparingen opleveren voor alle betrokken partijen. Het zorgstelsel gaat niet alleen naar lagere kosten toe, maar ook hogere efficiëntie, en hopelijk betere gezondheidsresultaten en therapietrouw.

Nog veel vragen

Voor het zover is zijn er echter nog veel vragen onbeantwoord. Wat zijn de gevolgen voor het businessmodel van de tandartspraktijk? Welke relaties, middelen en mensen zijn nodig om een geïntegreerd model te laten werken? Hoe zullen tandartsen reageren op deelname aan een medisch team met andere artsen en hoe zullen tandartsen worden betaald?

Explosieve activiteit innovators

Dr. Cooper zegt dat er tegenwoordig “een explosieve activiteit van toonaangevende zakelijke innovators” is die uitzoeken hoe ze het kunnen laten werken naarmate de integratie vordert. Maar de meeste tandartsen en hun praktijken zijn volgens hem nog niet bezig met dit onderwerp.

Tandheelkundigen moeten in actie komen

Het is tijd om dit te veranderen en om, als tandheelkundige, te lezen over dit onderwerp en om na te denken over wat de tandartspraktijk zal worden als deze geïntegreerd wordt in de eerstelijnszorg. Hij raadt aan om bijvoorbeeld de verslagen van de Santa Fe Group en Harvard Initiative te lezen. “Waarom? Omdat dit de toekomst is die absoluut gaat gebeuren”, concludeert Dr. Cooper.

Bron:
DrBicuspid

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Vaccinatieplicht zorgverleners en -organisaties: vragen en antwoorden

Nu het vaccineren is begonnen rijzen er veel vragen over de plichten en rechten van zowel zorgverleners als zorgorganisaties met betrekking tot de coronavaccins. Mag een zorgorganisatie medewerkers verplichten zich te vaccineren? Wat zijn de gevolgen als je je niet wil laten vaccineren? Deze vragen en meer worden in dit artikel beantwoord.

Dit artikel geeft een overzicht van verschillende vragen en antwoorden met de stand van zaken op het moment van schrijven. De antwoorden zijn gebaseerd op de huidige wet en verwachtingen, een rechter kan anders oordelen. Het is mogelijk dat wetgeving verandert en dit gevolgen heeft voor de rechten en plichten met betrekking tot de vaccinatieplicht voor zorgverleners. Meer juridische achtergrond en uitgebreidere informatie kun je vinden op de website van Eldermans-Geerts.

Mag een zorgorganisatie zorgverleners verplichten zich te vaccineren?

Kort antwoord: waarschijnlijk niet. Om te beginnen met de eerste vraag, vermoedelijk kan een zorgorganisatie medewerkers niet dwingen om zich te laten vaccineren. Het verplichten lijkt in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) en grondrechten als het recht op bescherming van privéleven en onaantastbaarheid van het lichaam.

De Awgb lijkt een verplichting toe te staan wanneer er sprake is van een legitiem doel en de middelen om dit doel te bereiken passend en noodzakelijk zijn. Voor beide valt te beargumenteren dat dit zo is in het geval van een vaccinatie. Het wordt aangeraden dat de zorginstelling duidelijk opschrijft voor welke werknemers vaccinatie noodzakelijk is en waarom. Wat betreft inbreuk op grondrechten is naar alle waarschijnlijkheid een formele bevoegdheid voor de werkgever vereist, maar het lijkt erop dat hiervoor momenteel geen wettelijke basis is. Ook wanneer er wel een wettelijke grondslag zou zijn is het essentieel om de verschillende belangen af te wegen. De toekomst zal uitwijzen hoe de rechter omgaat met deze kwestie.

Mag een zorgorganisatie naar de vaccinatiebereidheid of het gevaccineerd zijn van de zorgverlener vragen en deze gegevens opslaan?

Kort antwoord: vragen mag, antwoord bewaren niet. Onder voorwaarden is het wel mogelijk om aan zorgverleners te verzoeken zich te laten vaccineren tegen corona. Dit hangt bijvoorbeeld af van de omstandigheden, mogelijke risico’s voor derden/cliënten en mogelijke alternatieven. Het is daarom waarschijnlijk mogelijk voor een organisatie om te vragen of een medewerker is gevaccineerd/zich wil laten vaccineren, als dit niet wordt vastgelegd en er geen gevolgen aan worden verbonden. Het vastleggen van dergelijke informatie is momenteel (nog) niet toegestaan op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Mag bij een sollicitatie worden gevraagd naar vaccinatiebereidheid?

Kort antwoord: ja. Bij het aannemen van nieuwe zorgverleners mag mogelijk worden gevraagd naar hun vaccinatiebereidheid volgens de Wet op de medische keuringen (WMK). Deze wet stelt dat aan nieuwe werknemers eisen mogen worden gesteld aan de medische geschiktheid voor een functie. Hierbij wordt gekeken naar de bescherming van de gezondheid en veiligheid van zowel de zorgverlener als cliënten. Een vaccinatie kan hierbij een rol spelen. Het toetsen van een vaccinatieplicht in het kader van een nieuwe arbeidsovereenkomst dient, op grond van de WMK, plaats te vinden door een bedrijfsarts.

Wat kan een zorgorganisatie doen als een zorgverlener in loondienst zich weigert te laten vaccineren?

Kort antwoord: aanvullende maatregelen opleggen, maar (nog) niet ontslaan. Wanneer de zorgorganisatie een zorgverlener in loondienst verzoekt zich te laten vaccineren en de werknemer weigert, mag de werkgever aanvullende maatregelen opleggen. Ook kan de zorginstelling de zorgverlener mogelijk (tijdelijk) andere passende werkzaamheden laten uitvoeren. Wanneer dit een redelijk voorstel is moet de zorgverlener dit accepteren.
Indien geen andere passende werkzaamheden mogelijk zijn, is het de vraag of de betaling van loon kan worden gepauzeerd en of iemand mag worden ontslagen. Daar is op dit moment nog geen oordeel over te vellen. De overheid en rechterlijke macht zullen hier duidelijkheid over moeten geven. De vraag is wel hoe dit in de praktijk uitvoerbaar is indien niet geregistreerd mag worden of een werknemer wel of niet gevaccineerd is.

En wat als het een zzp’er of stagiaire/leerling betreft?

Kort antwoord: overeenkomsten met zzp’ers kunnen mogelijk worden beëindigd, stages worden waarschijnlijk niet stopgezet. Een zzp’er werkt meestal op basis van een overeenkomst van opdracht waardoor hij niet zo arbeidsrechtelijk beschermd is als iemand in loondienst. Er zijn wel wettelijke beperkingen, waaronder de aanvullende of beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, waardoor een overeenkomst niet zomaar kan worden opgezegd. Vermoedelijk zullen momenteel de grondrechten zwaarder wegen dan het belang van vaccineren. Desondanks zitten er vaak in de overeenkomst van opdracht vrij ruime bepalingen waarop deze beëindigd kan worden. Er zal daarom sneller sprake zijn van een situatie dat de opdracht wordt beëindigd wanneer een zzp’er zich tegen de wil van de opdrachtgeven zich niet wil laten vaccineren.

In het geval van stagiaires en leerlingen hangt het af van de soort overeenkomst waarop zij werkzaam zijn. Voor combinaties van een leer- en arbeidsovereenkomst geldt hetzelfde als voor werknemers in loondienst. In het geval van een stageovereenkomst wordt verwacht dat de redelijkheid en billijkheid ervoor zorgen dat een stageovereenkomst niet alleen om het weigeren van vaccinatie wordt stopgezet.

Mag een zorgorganisatie nieuwe patiënten die niet gevaccineerd willen worden weigeren?

Kort antwoord: in bepaalde gevallen, ja. Een zorgorganisatie mag een patiënt weigeren wanneer er een aanmerkelijk groter belang is dan het belang van de patiënt, zoals zou moeten blijken uit een belangenoverweging. Het belang van de zorginstelling hierbij is het beschermen van andere cliënten en medewerkers en het verlenen van kwalitatief goede en veilige zorg. Ook zal moeten worden bezien of de zorgverlening aan een niet-gevaccineerde cliënt op een andere wijze (in plaats van de vaccinatie) kan plaatsvinden. Denk hierbij aan het inzetten van gevaccineerde werknemers en het gebruiken van beschermingsmiddelen. Het is te verwachten dat dit meestal wel kan, dit kon immers voor er vaccins beschikbaar waren ook. In ieder geval is het verstandig om een zorgvuldig en schriftelijk beleid te voeren.

Mag een zorgorganisatie bestaande patiënten die niet gevaccineerd willen worden weigeren?

Kort antwoord: nee. Voor een patiënt gelden bepaalde grondrechten en de Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst. Wanneer een behandelingsovereenkomst is aangegaan met een patiënt kan deze daarom waarschijnlijk niet achteraf worden gewijzigd en een vaccinatieplicht worden toegevoegd. De overeenkomst mag alleen worden beëindigd als er sprake is van ‘gewichtige redenen’, waarvan niet snel sprake is.

Mag een zorgorganisatie informatie over wel/niet gevaccineerde patiënten bijhouden?

Kort antwoord: eigenlijk niet. In principe geldt ook voor patiënten de AVG waardoor het registreren van vaccinatiegegevens niet is toegestaan. Het is echter mogelijk, in tegenstelling tot bij zorgverleners, dat er een uitzondering kan worden gemaakt wanneer de patiënten uitdrukkelijke toestemming bieden. Hier dient men wel voorzichtig mee om te gaan, en men moet rekening houden met onder andere de AVG-beginselen.

Bron:
Eldermans-Geerts

Lees meer over: Corona, Thema A-Z
Preklinisch onderzoek

Preklinisch onderzoek: CPC kan in bepaalde mondspoelmiddelen de besmettelijke capaciteit van SARS-CoV-2 verminderen

Een onderzoeksteam van de PISTA-groep van IrsiCaixa, een instituut dat wordt bestuurd door de Catalaanse stichting “la Caixa” en het Ministerie van Volksgezondheid van de Generalitat de Catalunya, in samenwerking met wetenschappers van het DENTAID Research Center, heeft ontdekt dat Cetylpyridinium Chloride (CPC), een bestanddeel in bepaalde mondspoelmiddelen, een antiviraal effect heeft. Laboratoriumonderzoek toont aan dat het bestanddeel CPC in staat is gebleken om de besmettelijke capaciteit van SARS-CoV-2 met het 1000-voudige te verminderen.

Nu het antivirale effect is aangetoond in deze preklinische onderzoeken, is de volgende stap om dit tevens aan te tonen in onderzoek naar de effectiviteit in mensen. Dat onderzoek zal worden geleid door de Fight AIDS and Infectious Diseases Foundation (FLS). Het aantonen van het antivirale effect van CPC in mensen kan een sleutelrol spelen bij de vermindering van de overdracht van SARS-CoV-2 wereldwijd, mede doordat mondspoelmiddelen relatief goedkoop zijn en eenvoudig te distribueren en op te slaan.

“De resultaten die zijn behaald zijn veelbelovend. Dat een mondspoelmiddel met CPC de besmettelijke capaciteit van SARS-CoV-2 zó sterk kan verminderen, is zeer goed nieuws. Op deze wijze kan de snelle overdracht van het virus tussen mensen mogelijk beperkt worden, te meer omdat deze snelle overdracht op dit moment het meest verontrustend is”, zegt Bonaventura Clotet, directeur van IrsiCaixa.

Het virus destabiliseren

Het celmembraan is een essentieel element voor virussen als het gaat om het herkennen en infecteren van cellen. Er zitten essentiële moleculen in, zoals het spike-eiwit (S-eiwit) in geval van SARS-CoV-2. In deze preklinische studie is aangetoond dat het membraan bij contact met CPC gedestabiliseerd raakt, waardoor het S-eiwit niet meer functioneel is en SARS-CoV-2 niet meer kan infecteren.

Om aan te tonen dat het virus niet besmettelijk is onder deze omstandigheden, werden virussen die waren geïsoleerd uit patiënten met COVID-19 in contact gebracht met CPC-bevattend mondspoelmiddel gedurende 2 minuten. Na in contact te zijn geweest met het mondspoelmiddel bleek de besmettelijke capaciteit van SARS-CoV-2 met het 1000-voudige af te nemen in celculturen. “We hebben geverifieerd dat CPC inderdaad een antivirale werking heeft omdat bij uitvoering van hetzelfde onderzoek met mondspoelmiddelen zonder CPC bleek dat het virus in grote mate in staat bleef om te infecteren en cellen te vernietigen”, bevestigt Nuria Izquierdo-Useros, de onderzoekscoördinator en hoofdonderzoeker van IrsiCaixa. “In aanmerking nemende dat we in het onderzoek een grotere hoeveelheid van het virus gebruikten dan normaal wordt aangetroffen in de mondholte van geïnfecteerde personen en een kleinere hoeveelheid mondspoelmiddel dan mensen doorgaans gebruiken, zijn deze resultaten zeer hoopgevend”, vervolgt de onderzoeker.

Een goed middel om overdracht af te remmen

Momenteel is het beëindigen van de COVID-19-pandemie wereldwijd het belangrijkste streven. “De mondholte speelt een cruciale rol bij de overdracht van SARS-CoV-2. Virussen zijn aanwezig in speeksel en, hoewel er nog een lange weg te gaan is, zouden sommige mondspoelmiddelen een krachtig middel kunnen zijn om overdracht tegen te gaan”, aldus Joan Gispert, directeur van R&D&i bij DENTAID.

De onderzoeken die binnenkort van start gaan met steun van FLS, zijn gericht op bevestiging van de eerste resultaten van een in Colombia uitgevoerde pilotstudie, en gaan de virale belasting van patiënten met COVID-19 voor en na het gebruik van mondspoelmiddelen bestuderen. “We willen bevestigen dat het antivirale effect dat we in het laboratorium zien, kan worden geëxtrapoleerd naar mensen, en bestuderen hoelang dat effect aanhoudt. Hoewel het gebruik van deze mondspoelmiddelen een besmetting met SARS-CoV-2 niet kan voorkomen, kan het de verspreiding ervan wel indammen”, zegt Izquierdo-Useros. “Deze maatregel zou eenvoudig, effectief en op grote schaal toepasbaar zijn.”

 

Bronnen:
IrsiCaixa 

DENTAID Research Center

 

 

Lees meer over: Corona, Partnernieuws, Partnernieuws, Thema A-Z
Goede daden in de praktijk kunnen gezondheid een boost geven

Goede daden in de praktijk kunnen gezondheid een boost geven

Goede daden, zoals de hond van een collega uitlaten terwijl zij op vakantie is, of een zieke collega een kaartje sturen, geven iedereen een betere gezondheid. Dat blijkt uit onderzoek.

COVID-19 heeft het ergste bij tandartsen en mondhygiënisten naar boven gehaald. Frustraties krijgen soms de overhand. Ook de patiënten zijn prikkelbaarder en sneller geërgerd. Is het misschien tijd dat iedereen zijn witte vlag opheft en een beetje vriendelijkheid probeert? Dat vraagt een groep onderzoekers zich af die een artikel publiceerden in The Psychological Bulletin.

Analyse-onderzoek

Eerdere studies hebben aangetoond dat mensen die zich vriendelijk opstellen gelukkiger zijn en een verbeterde mentale en fysieke gezondheid ervaren. Niet alle onderzoeken hebben echter tot die conclusie geleid. Om een beter idee te krijgen van het verband tussen goede daden en verbeterd welzijn, analyseerden onderzoekers 201 onafhankelijke onderzoeken met in totaal 198.213 deelnemers.

Hoewel het algemene verband tussen prosociaal gedrag en welzijn bescheiden was, was het verband veel sterker bij sommige handelingen nadrukkelijk aanwezig. Toevallige daden van vriendelijkheid, zoals het ophalen van de medicatie van een zieke vriend, was volgens de auteurs sterker verbonden met algeheel welzijn dan geplande goede daden, zoals vrijwilligerswerk in een gaarkeuken.

Verschillen in geslacht en leeftijd

Daarnaast komen niet alle goede daden de gevers in gelijke mate ten goede. Demografische gegevens, zoals leeftijd en geslacht, en het soort daad die wordt uitgevoerd, hebben invloed op de mate waarin het de mentale en fysieke gezondheid van de gever verbetert.

Jongere gevers ervoeren een hoger niveau van algemeen welzijn en psychologisch functioneren. Vrouwelijke goeddoeners ondervonden sterke herstellende en gunstige effecten in termen van psychische problemen en lichamelijke gezondheid. Vrouwen die zich bezighielden met algemene hulp en gezinshulp hadden betere sociale relaties en lichamelijke gezondheid, schreven de auteurs.

Verder onderzoek

Meer onderzoek is nodig en zou zich kunnen richten op andere factoren, zoals etniciteit en sociale status, die de relatie tussen vriendelijkheid en welzijn kunnen beïnvloeden. Hoewel de analyse een algemeen bescheiden verband aantoonde tussen prosociaal gedrag en een betere mentale en fysieke gezondheid, blijven de resultaten nuttig, schreven ze.

Er zijn dus goede aanwijzingen dat het verrichten van spontane goede daden iedereen in de praktijk een beter gevoel kan geven. Zowel mentaal als fysiek. En laten we eerlijk zijn: dat kunnen we in deze tijd allemaal goed gebruiken.

Bron:
American Psychological Association

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
MOND en European Dental Group slaan handen in elkaar

MOND en European Dental Group slaan handen in elkaar

MOND, een keten van zeven mondzorgpraktijken in België, en European Dental Group (EDG) hebben besloten om de krachten te bundelen. Ze zullen voortaan als partners de uitdagingen binnen de Belgische tandheelkunde samen aangaan onder de vlag van MOND.

De MOND groep, opgericht in 2008, omvat 7 moderne groepspraktijken en een eigen tandtechnisch laboratorium in België. MOND staat onder leiding van tandartsen en oprichters Tommie Van de Velde en Alexander Declerck, ondersteund door Tilleghem van ervaren ondernemer Piet Van Waes.

Ontzorgen

Voor MOND staat de focus op kwaliteit en patiëntenzorg centraal. Daarom ontzorgen en omkaderen ze tandartsen in de dagelijkse werking waardoor de focus op patiëntenzorg en kwaliteit op elk moment gewaarborgd kan blijven. Dit is vooral belangrijk in een wereld die steeds complexer wordt op gebied van regelgeving en administratie maar ook steeds hogere eisen stelt naar specialisatie, innovatie en digitalisering.

Bundeling krachten

Om deze missie te realiseren en een nieuwe impuls te kunnen geven aan de professionalisering van de tandheelkundige zorg op de Belgische markt, hebben MOND en European Dental Group (EDG) besloten om de krachten te bundelen. Ze zullen voortaan als partners de uitdagingen binnen de Belgische tandheelkunde samen aangaan onder de vlag van MOND.

EDG

EDG is als internationale mondzorgorganisatie met diezelfde visie al meer dan 14 jaar succesvol actief in het groeperen, ondersteunen en professionaliseren van tandartspraktijken en tandtechnische laboratoria. Dit onder leiding van tandarts en oprichter Bart Vinke. EDG brengt dan ook veel kennis en knowhow aan boord op gebieden zoals kwaliteitsmanagement, bedrijfsvoering en opleiding. De unieke combinatie met de lokale expertise van MOND brengt het beste van twee werelden samen voor zowel patiënten als tandartsen.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
tandvlees

Nieuwe techniek ontwikkeld om weefsel te laten teruggroeien na parodontitis

Veel mensen krijgen in hun leven te maken met de gevolgen van parodontitis. Recente parodontale herstelstrategieën hebben zich voornamelijk gericht op antibiotica, begeleide weefselregeneratie en groeifactoren maar hebben inconsistente resultaten opgeleverd. Nu rapporteren onderzoekers de ontwikkeling van een membraan dat parodontaal weefsel helpt regenereren.

Parodontitis treft veel mensen

Volgens de US Centers for Disease Control and Prevention krijgen ongeveer de helft van de Amerikaanse bevolking in hun leven te maken met parodontitis. De aandoening veroorzaakt ontstoken tandvlees en botverlies rond de tanden wat kan leiden tot slechte adem, kiespijn, gevoelig tandvlees of zelfs tandverlies.

Tandvlees en bot terug laten groeien met polymeren

Het is dus een belangrijke zaak om dit te kunnen behandelen. Wetenschappers hebben al geprobeerd om tandvlees en bot terug te laten groeien met behulp van stukjes polymeren. De polymeren vormen een beschermde nis nabij de wortel van de tand en zorgen ervoor dat stamcellen zich differentiëren tot nieuwe tandvlees- en botcellen.

Meestal tweede operatie nodig

Meestal is echter een tweede operatie nodig om het polymere membraan te verwijderen, wat het genezingsproces kan belemmeren. Er zijn al eerder biologisch afbreekbare membranen ontwikkeld, maar deze werken niet zo goed voor het opnieuw laten groeien van parodontaal weefsel. Om deze reden wilden onderzoekers uit Amerika een membraan ontwikkelen dat parodontale weefselregeneratie zou bevorderen en na de genezing opgenomen zou worden door het lichaam.

Afbreekbaar nanomembraan

Het resultaat, gepubliceerd in ACS Nano, bestond uit een nanovezelmembraan van poly(ε-caprolactone), een biocompatibel polymeer dat al is goedgekeurd voor medische toepassingen. Dit membraan werd bedekt met een synthetisch polymeer dat het eiwit nabootst waarmee mosselen zich aan natte oppervlaktes hechten.

Getest in ratten

In het lab lukte het om stamcellen aan het oppervlak te laten hechten en differentiëren. De coating trok ook calcium- en fosfaationen aan wat leidde tot vroege botmineralisatie. Toen de onderzoekers de membranen implanteerden in het tandvlees van ratten met parodontale defecten, herstelde het bot binnen acht weken. Ook werden de membranen afgebroken en opgenomen door de ratten.

Verder werken aan membraan

De onderzoekers zeggen dat de data laten zien dat hun membraan potentie heeft als eiwit-en celafleverplatform voor parodontale weefselhersteltechnieken. De onderzoekers werken verder aan het toevoegen van andere componenten aan het membraan om de genezing te helpen en infecties te voorkomen.

Bron:
ACS Nano

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
kauwen

Waarom mensen zoveel tandproblemen hebben

Mensen hebben vergeleken met andere dieren opvallend vaak last van cariës en orthodontische problemen. Peter Ungar beargumenteert dat dit het gevolg is van de verandering naar zachter en meer suikerrijk eten vergeleken met onze voorouders.

Product van evolutie

Je denkt er misschien niet vaak over na, maar onze tanden zijn het product van miljoenen jaren evolutie. Het werd voor zoogdieren essentieel om eten te kauwen en zoveel mogelijk calorieën uit elke hap taai eten te halen. Hiervoor moeten de tanden heel precies uitlijnen. Dit is ook de reden waarom onze tanden niet gewoon door blijven groeien – de precisie moet gehandhaafd worden.

Fragielere tanden dan andere gewervelden

Tanden zijn dus belangrijk en sterk maar die van ons zijn tegenwoordig relatief fragiel. De meeste mensen hebben in tegenstelling tot andere gewervelden regelmatig last van cariës of orthodontische problemen. Volgens Peter Ungar, paleontoloog en tandantropoloog, kan dit het beste worden uitgelegd door een mismatch tussen de diëten van vandaag en die waarvoor onze tanden en kaken zijn geëvolueerd.

Mond vol leven

De gezonde mond is vol met leven en bevat alleen al 700 soorten bacteriën. Hoewel de meeste gunstig zijn vallen andere juist het glazuur aan door het zuur dat ze produceren. Normaal zijn de concentraties van de laatste categorie organismes te laag om schade aan te richten. Een koolhydraatrijk dieet verandert de situatie echter.
Zacht eten zorgt voor slechte bacteriën
De zuurproducerende bacteriën leven van koolhydraten en verlagen met hun zuurproductie de pH in de mond. In een zuurdere omgeving kunnen andere schadelijke organismes beter leven wat tot een dysbiosis leidt waarin schadelijke soorten de overhand nemen. Vooral suiker en zacht, verwerkt eten zijn grote boosdoeners die de groei van de slechte bacteriën bevorderen. Daarnaast blijft de organische film intact en slijten hoekjes en gaatjes waar plaque-bacteriën hun toevlucht zoeken minder snel weg omdat je door zacht eten minder vaak hoeft te kauwen.

Te kleine kaken

Ook passen onze tanden simpelweg niet langer in onze kaken omdat het dieet van de mens is veranderd naar zachter, verwerkt eten dat minder kauwen vereist dan taai voedsel. “Omdat kaaklengte gebonden is aan spanning als gevolg van zwaar kauwen, zijn onze korte kaken een product van dieetverandering,” zegt Ungar.
Ongeveer 90% van de mensen heeft orthodontische problemen en bij 75% passen de verstandskiezen niet meer in de mond. Veel tandartsen zijn van mening dat het hebben van boventanden die verder komen dan de ondertanden een normaal type occlusie is. Na het bestuderen van duizenden tanden van fossielen en dieren concludeerde Ungar echter dat dat niet zo is, de meeste dieren en voorouders hadden namelijk geen overbeet en verkeerd uitgelijnde tanden.

Tanden niet te groot maar kaken te klein

Vroeger dacht men dat de tanden van mensen te groot waren om in de kaak te passen, maar het blijkt het tegenovergestelde te zijn: kaken groeien niet lang genoeg om de tanden te herbergen. De tandantropoloog zegt dat dit veroorzaakt wordt door een gebrek aan stimulatie tijdens de eerste 18 jaar in het leven. Wanneer er niet genoeg wordt gekauwd scheiden osteoblasten niet genoeg bot uit om de kaken lang genoeg te maken. Onderontwikkelde kaken leiden tot verkeerd uitgelijnde tanden en aangetaste verstandskiezen.

Meer onderzoek nodig

Het is nog niet bekend of er een bepaalde periode tijdens de ontwikkeling is wanneer kaakgroei het meeste voorkomt. Ook is het onduidelijk of incidentele kauwuitbarstingen met veel kracht, of met minder maar herhaalde krachten effectiever zijn in het kweken van kaken. Er zal meer onderzoek moeten worden verricht om de optimale hoeveelheid spanning en intensiteit die nodig is te begrijpen, zegt Ungar.

Bron:
Scientific American

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Eencellige parasiet veroorzaakt ontsteking en weefselvernietiging in de mond

De eencellige parasiet Entamoeba gingivalis wordt vaak aangetroffen in ontstoken parodontale pockets. Volgens onderzoekers van Charité – Universitätsmedizin Berlin is het organisme daarom een onderschatte microbiële motor van destructieve vormen van parodontitis.

Complexe ontstekingsziekte

Parodontitis is een veelvoorkomende, complexe ontstekingsziekte van de mondholte. Nog altijd kan het lastig zijn om de ziekte te behandelen. In het Journal of Dental Research hebben onderzoekers nu een studie gepubliceerd die aantoont dat een parasiet wel eens een oorzaak daarvan kan zijn.

Frequentie E. gingivalis in de mondholte onderzocht

De frequentie van E. gingivalis werd bepaald in ontstoken en niet ontstoken gedeeltes van de mondholte in patiënten met en zonder parodontitis. Daarnaast werden gingivale cellen besmet met het organisme en werden de effecten op genexpressie en celproliferatie onderzocht.
De parasiet werd gevonden in 77% van de ontstoken gedeeltes en 22% van de gezonde plaatsen. Bij patiënten met parodontitis verminderde de diversiteit van de mondflora en werden ontstekingsplaatsen gekoloniseerd. Deze observatie en het feit dat dit organisme nauw verwant is aan de Entamoeba histolytica, dat ontsteking en weefselvernietiging veroorzaakt in de dikke darm van vatbare mensen, veroorzaakte bezorgdheid over de rol van E. gingivalis in de pathogenese van parodontitis.

Vergelijkbaar mechanisme als E. histolytica

Volgens de onderzoekers vertonen de twee amoeben vergelijkbare mechanismen van weefselinvasie en wekken ze een vergelijkbare immuunrespons op. Zodra de parasiet het tandvleesweefsel is binnengedrongen, voedt het zich met de cellen en veroorzaakt het weefselbeschadiging.

Verminderde celgroei

“Hierdoor kunnen meer bacteriën het gastheerweefsel binnendringen, wat de ontsteking en weefselvernietiging verder verergert”, aldus Dr. Arnse Schäfer, hoofd van de Onderzoekseenheid Parodontologie van Charité Instituut van Tandheelkundige en Craniofaciale wetenschappen en leider van de studie. Celkweekexperimenten toonden aan dat E. gingivalis de snelheid waarmee de cellen groeien vermindert wat uiteindelijk tot celdood leidt.

Hoog virulentiepotentieel

Parodontitis is vaak lastig succesvol te behandelen bij patiënten. De onderzoekers zeggen dat dit mogelijk vanwege het hoge virulentiepotentieel van de parasiet is. Deze bleef voorheen vaak onopgemerkt maar komt vaak voor.

Huidige behandelingen houden geen rekening met parasiet

“We hebben één besmettelijke parasiet geïdentificeerd waarvan de eliminatie de effectiviteit van de behandeling en de resultaten op lange termijn bij patiënten met tandvleesaandoeningen kan verbeteren. De huidige behandelingsconcepten voor parodontitis houden geen rekening met de mogelijkheid van infectie door deze parasiet of de succesvolle eliminatie ervan,” zei Schäfer.
Momenteel loopt er een klinische proef om te bepalen in hoeverre de eliminatie van E. gingivalis de behandelresultaten bij parodontitispatiënten zou kunnen verbeteren.

Bron:
Journal of Dental Research

Dentistry Today

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
water - druppel

Waterkwaliteit mondzorgpraktijk in coronatijd

De coronacrisis heeft een grote impact op tandheelkundige praktijken. De leidraad Mondzorg Corona voorziet praktijken van eenduidige adviezen voor de mondzorg, teneinde de transmissiekans van COVID-19 in de mondzorgpraktijk zo klein mogelijk te laten zijn. Ondanks dat de waterkwaliteit geen onderdeel is van de leidraad, is het toch verstandig om in deze tijd de juiste beheersmaatregelen te blijven nemen.

Tandheelkundige units onregelmatiger gebruikt

De coronacrisis zorgt er voor dat het complexer wordt om de waterkwaliteit van uw unit op orde te houden. Tandheelkundige units worden onregelmatiger gebruikt en staan soms zelfs langere tijd stil. Met de juiste maatregelen kunt u er voor zorgen dat u ook in deze lastige tijd de waterkwaliteit op orde houdt. Deze maatregelen zijn onder meer afhankelijk van het soort tandheelkundige unit dat u heeft. Een unit aangesloten op het collectieve leidingwerk heeft andere risico’s m.b.t. de waterkwaliteit dan een tandheelkundige unit met een separate watervoorziening.

Unit dagelijks voorzien van vers water

Als basisregel geldt dat u de unit dagelijks dient te voorzien van vers water.  In de handleiding van uw unit staat waarschijnlijk hoe lang u dient te spoelen om het water in het gehele leidingwerk van uw unit te verversen. Indien u dit niet weet, volstaat het meestal om 2 minuten te spoelen. Hierbij is het  van belang om ieder aangesloten hand- / hoekstuk te spoelen, dus ook als u deze niet meer gebruikt. Indien u hand- / hoekstukken (vrijwel) niet meer gebruikt, kunt u overwegen om deze te laten afkoppelen. Let er dan wel op dat er geen loze leidingen ontstaan, want die vormen een risico voor de waterkwaliteit vanwege aanwezigheid van stilstaand water.

Andere maatregelen

Als het u niet lukt om de unit dagelijks te spoelen, is het van belang dat u andere maatregelen neemt om de groei van kiemen te voorkomen of in ieder geval af te remmen. U kunt hierbij denken aan het gebruik van desinfectantia of het leeg laten lopen van de unit. Er zijn zeer veel desinfectantia verkrijgbaar, maar niet ieder desinfectans zal geschikt zijn voor uw unit. Daarom kunt u het beste bij de fabrikant van uw unit navragen welk desinfectans geschikt is. Verkeerd gebruik kan leiden tot schade aan uw unit.

Stroming in leidingnetwerk

Naast het creëren van stroming in de unit is het ook belangrijk om stroming in het leidingwerk van de praktijk te houden. Dus ook als u de toiletten afgesloten heeft, is het zaak om deze geregeld door te spoelen. Hetzelfde geldt voor de wasbak in de kantine en de douche (indien aanwezig). Verstandig is om al deze tappunten op te nemen in een spoelprotocol, zodat u ook geen tappunten mist of overslaat. Heeft uw praktijk in de corona-crisis langdurig stilgestaan en wilt u weer opstarten? Dan is het slim om, voor het hervatten van de werkzaamheden, alle tappunten een paar minuten door te spoelen. Indien mogelijk kunt u heet water (> 66 °C) door de leidingen laten lopen (niet door de unit!). Bij deze temperatuur worden eventueel aanwezige legionella bacteriën binnen twee minuten gedood.

Leidingwerk

Daarnaast is dit een goed moment om eens kritisch naar het leidingwerk in uw praktijk te kijken. Zijn er dode leidingen aanwezig of ziet u zogenaamde “hotspots”? Een hotspot is een plaats in het leidingwerk of unit waar het water kan opwarmen tot boven 25 °C of meer dan 5 °C boven de ruimtetemperatuur. Voorbeelden van hotspots in uw praktijk zijn: een reservoir dat te dicht bij een verwarmingselement hangt of een koudwaterleiding in de buurt van een warmwaterleiding. Mocht u dode leidingen of hotspots aantreffen in uw praktijk, is het verstandig om aanpassingen te verrichten. Hierbij kan de hulp van uw installateur noodzakelijk zijn.

Units inspecteren

Ook is dit een goed moment om uw unit(s) uitgebreid te inspecteren. Indien u vervuilde onderdelen aantreft, zoals een meerfunctiespuit met aanslag, dient u deze te reinigen en desinfecteren. Ook kunt u, indien mogelijk, de slangen en koppelstukken controleren op lekkage en/of verkleuringen. Indien dit het geval is, kunt u deze slangen en koppelstukken laten vervangen.  Bovenstaande gebreken aan uw unit kunnen een invloed hebben op de waterkwaliteit.

Met voorgaande beheersmaatregelen vermindert u de kans dat uw kiemgetal te hoog is, zelfs in tijden van stilstand. Wilt u zeker weten dat de maatregelen die u genomen heeft de juiste zijn geweest, kunt u voor hervatten van de werkzaamheden, het kiemgetal van uw unitwater laten controleren. Doe dit altijd bij een erkend bedrijf zodat u weet dat de uitkomsten betrouwbaar zijn. Mocht het kiemgetal te hoog zijn, kunt u door het creëren van extra stroming het kiemgetal naar beneden krijgen. Als dat onvoldoende blijkt te zijn, is het verstandig om kritisch naar het leidingwerk in uw praktijk te kijken. Heeft u een systeem met reservoirs en vindt u een overschrijding? In dat geval is onze ervaring dat het probleem vrijwel altijd in het reservoir zit. Als beheersmaatregel kunt u in dat geval denken aan het gebruik van een flessenborstel of aan het reinigen van het reservoir in de thermodesinfector. Indien u het laatste van plan bent, is het verstandig om bij de fabrikant na te vragen of dit mogelijk is.

De corona-crisis heeft een grote impact op uw bedrijfsvoering. Zoals u in dit artikel heeft kunnen lezen, staat ook de waterkwaliteit onder druk. Gelukkig kunt u door een aantal eenvoudige maatregelen de kans op ongewenste normoverschrijdingen verkleinen. Dit is wel zo veilig voor u en uw patiënt.

Door:
Dr. Hugo E. van Beurden, Bio2Dental

Lees ook eerdere artikelen van Hugo van Beurden:

De rol van herpesvirussen bij parodontitis
Oorzaken van refractaire parodontitis
Real-time PCR. Diagnostiek van de toekomst

 

 

Lees meer over: Corona, Thema A-Z
Tuchtrecht berispring na te uitgebreide behandeling

Tuchtrecht: berispring na te uitgebreide behandeling

Op 6 november berispte het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam een tandarts nadat deze een te uitgebreide behandeling had uitgevoerd en behandelingen had uitgevoerd die niet werden vergoed door de zorgverzekeraar. Hierdoor ondervond de behandelde vrouw extra complicaties.

Situatie

Op 30 mei 2017 klopt een vrouw aan bij een tandarts voor een second opinion. Het gaat om haar voortanden in het ondergebit. Na overleg met de vrouw stelt de tandarts een behandelplan op. Op 15 december 2017 bericht de zorgverzekeraar van de vrouw dat het complete bedrag van de behandeling (€ 7.027,51) vergoed zal worden.

De eerste behandeling vindt op 22 februari 2018 plaats. Volgens het behandelplan zouden de 12, 11, 21 en 22 verwijderd worden. Maar alleen de 22 wordt op die dag verwijderd. Een maand later plaatst de tandarts twee bruggen in de onderkaak en een 7-delige brug in de bovenkaak.

Dit levert problemen op. Over deze problemen is meermaals gecommuniceerd tussen de vrouw en de tandarts. Ook bezoekt de vrouw andere tandartsen en adviseurs. Uiteindelijk komt de vrouw toch weer bij de originele tandarts terecht. Dit is in april 2019. De tandarts doet aanpassingen aan de geplaatste bruggen. Zo wordt de 7-delige brug aangepast naar een 4-delige brug met drie losse kronen.

Maar ook hier krijgt de vrouw weer last van. Weer bezoekt ze andere tandartsen meerdere keren. Ook komt ze nog terug bij de originele tandarts. Maar, na een gesprek tussen de tandarts en de echtgenoot van de vrouw op 5 juli 2019, heeft er geen behandeling meer bij deze tandarts plaatsgevonden.

Klacht

Op basis van bovenstaande situatie besluit de vrouw een tuchtrechtelijke klacht in te dienen. Die klacht was 9-voudig:

  1. De tandarts heeft misbruik gemaakt van haar machtspositie.
  2. De tandarts heeft de nek van de vrouw ernstig beschadigd omdat er geen rekening werd gehouden met de zwakke fysieke toestand van de vrouw.
  3. De tandarts is op de ingeslagen weg doorgegaan, ondanks de ontstane problemen bij de behandelingen.
  4. De tandarts heeft gedreigd de rekening te verhogen, zonder goed werk te leveren.
  5. De tandarts heeft de vrouw haar privacy geschonden door haar zonder toestemming door te verwijzen naar andere behandelaars.
  6. De tandarts heeft wel het volledige vergoede bedrag ontvangen van de zorgverzekeraar, maar niet alle behandelingen uitgevoerd.
  7. De tandarts heeft de vrouw onjuist behandeld door te razen, te tieren, behandelingen uit te stellen, weg te lopen en de vrouw belachelijk te maken.
  8. De tandarts heeft de vrouw haar sociale leven onmogelijk gemaakt.
  9. De tandarts heeft haar zorgplicht geschonden.

Beoordeling

Uiteindelijk zijn van de bovenstaande klachtonderdelen slechts twee delen grondig verklaard. Dit zijn klachtonderdeel 6 (De tandarts heeft wel het volledige vergoede bedrag ontvangen van de zorgverzekeraar, maar niet alle behandelingen uitgevoerd) en 9 (De tandarts heeft haar zorgplicht geschonden).

Het is aantoonbaar dat van het originele behandelplan (waarvoor het budget was verleend) is afgewezen. Hierdoor worden er andere en extra handelingen uitgevoerd die niet onder de machtiging vallen. Daardoor kwam de vrouw later in de problemen. Toen ze weer aan haar bovenkaak moesten worden behandeld, was het budget op. Hierdoor heeft de tandarts tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, aldus het college.

Daarnaast heeft de tandarts volgens het college haar zorgplicht geschonden door niet juist te handelen. Zo stelde zij een veel te ambitieus behandelplan op. De bovenkaak had niet bij de behandeling betrokken mogen worden. Volgens de tandarts deed ze dit omdat ze het gebit als één geheel ziet en ook zo wil behandelen. Het college gaat daar echter niet in mee. Zij vinden dat de medische geschiedenis en slechte staat van het gebit van de vrouw juist een argument zijn om de bovenkaak niet te behandelen.

Uitspraak

De vrouw kwam slechts bij de tandarts met een hulpvraag voorlag voor haar voortanden in het ondergebit. Toch ging de tandarts over op een uitgebreid en ambitieus behandelplan. Te uitgebreid en ambitieus, volgens het college. De tandarts had deze beslissing niet mogen en niet moeten maken.

Daarbij komt dat de tandarts het budget dat beschikbaar was gesteld door de zorgverzekeraar van de vrouw heeft gebruikt voor andere dan de toegestane werkzaamheden.

Op basis van die twee punten komt het college op 6 november 2020 tot de volgende uitspraak:

  • Klachtonderdelen 6 en 9 zijn gegrond
  • De overige klachtonderdelen zijn ongegrond
  • De tandarts wordt de maatregel van een berisping opgelegd

Bron
Overheid.nl
Tuchtrecht.overheid.nl

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Implantaatgedragen overkappingsprothese voor alle ouderen of alleen voor de gezonde ouderen

Implantaatgedragen overkappingsprothese: voor alle ouderen of alleen voor de gezonde ouderen?

Zowel in Nederland als in andere welvarende landen worden steeds meer edentate ouderen voorzien van een implantaatgedragen overkappingsprothese. Dit is een positieve ontwikkeling, want patiënten met een overkappingsprothese op implantaten hebben een betere kauwfunctie, meer bijtkracht, een beter voedingspatroon en een betere kwaliteit van leven dan edentate ouderen met een conventionele gebitsprothese. Maar krijgen nu alle ouderen die daarvoor in aanmerking komen een overkappingsprothese op implantaten of wordt hierbij, bewust of onbewust, rekening gehouden met de algemene gezondheidstoestand van de ouderen?

Onderzoek

Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met Vektis: alle gedeclareerde en vergoede zorg (tandheelkundig en medisch) in Nederland tussen 2009-2016 werd geanalyseerd. Er werd jaarlijks gekeken hoeveel patiënten een overkappingsprothese ontvangen en hoe hun gezondheidstoestand is op moment van implanteren (meditatiegebruik, chronische aandoeningen). Ook werden drie groepen ouderen (75+) gevormd op basis van hun orale status (dentaat, edentaat of overkappingsprothese) en over de periode 2009-2016 gevolgd.

Gezondheid mensen met implantaatgedragen overkappingsprothese

Het bleek dat er voornamelijk (60%) geïmplanteerd wordt bij patiënten tussen de 55 en 75 jaar oud. Bij ouderen boven de 85 wordt nog maar in 1-2% van de gevallen een overkappingsprothese gemaakt. Met het stijgen van de leeftijd van de patiënten neemt ook de kans op het ontwikkelen van gezondheidsproblemen toe: dit zien we ook bij patiënten die een overkappingsprothese krijgen (hartaandoeningen, hypertensie, hypercholesterolemie en medicijngebruik). Opvallend is dat de prevalentie van diabetes tussen 10-15% is bij de patiënten die een overkappingsprothese krijgen, wat duidelijk lager is dan de prevalentie in het algemeen in Nederland (25%). Vergelijken we ouderen met verschillende orale status onderling, dan blijkt dat ouderen met eigen tanden en kiezen de minste chronische aandoeningen en het laagste medicatiegebruik hebben, terwijl ouderen met een conventionele prothese een slechtere gezondheid hebben. Ouderen met een overkappingsprothese lijken in eerste instantie op ouderen met een eigen dentitie, maar na een aantal jaar gaat hun gezondheid achteruit en lijken ze steeds meer op ouderen met een conventionele prothese.

Door:

Mieke Bakker, tandarts en PhD-student. Zij won in 2017 het Stipendium voor dit onderzoek in het UMCG.

 

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z