Volgens een nieuw beleid van de American Dental Association (ADA) valt het testen van patiënten op ziektes binnen de bevoegdheid van een tandarts. Een Amerikaanse tandarts zou zijn patiënten dus ook op corona moeten kunnen testen.
Dit gaat alleen op als het om een ziekte gaat die de tandheelkundige zorg kan compliceren, of de patiënt en het personeel in gevaar kan brengen. COVID-19 valt daar dus ook onder.
“Maar op dit moment zijn snelle en betrouwbare COVID-19-tests niet beschikbaar voor tandartsen voor gebruik op kantoor, wat nergens op slaat”, zegt ADA-president Daniel Klemmedson.
Screenen en testen door tandartsen
Volgens dr. Klemmedson valt niet alleen het screenen op COVID-19 binnen de bevoegdheid van een tandarts. Ook op andere medische aandoeningen die de tandheelkundige zorg kunnen beïnvloeden zou getest moeten worden.
Hij noemt glucosespiegels, die helpen bij het screenen op diabetes, en bloeddruk, wat helpt bij het screenen op hypertensie. “Patiënten met abnormale testresultaten zouden voor diagnose en nazorg worden doorverwezen naar een arts, een andere gekwalificeerde medische professional of medische instelling”, aldus Klemmedson.
“Met versterkte protocollen voor infectiepreventie en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn tandartspraktijken in heel Amerika veilig heropend”, vervolgt hij. “Miljoenen patiënten zijn teruggekeerd voor mondzorg, een essentiële gezondheidsdienst. Tandartsen moeten toegang krijgen tot de COVID-19-test. Daarmee kunnen ze patiënten screenen en eventueel verder helpen.”
De tandarts als belangrijke zorgspecialist
Volgens gegevens uit 2013-2016 van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) meldde 7,7 procent van de mensen (10,2 miljoen) dat ze de afgelopen 12 maanden een tandarts hadden gezien, maar geen andere medische professional.
“Het is praktisch zinvol om COVID-19-tests op te nemen in de screeningprocedures die tandartsen uitvoeren,” zegt Dr. Klemmedson.
De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) erkent tandartsen als professionals die kunnen testen op COVID-19. Daarnaast raadt de CDC tandheelkundige instellingen aan te overwegen om voor een behandeling een COVID-19-test uit te voeren. Vooral als er te weinig persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn.
De ADA en nationale tandheelkundige verenigingen pleiten actief voor nationale en federale regelgevende autoriteiten om:
publiekelijk te erkennen dat testen voor COVID-19 binnen de bestaande bevoegdheid van tandartsen vallen en
COVID-19-tests beschikbaar te stellen voor gebruik in tandartspraktijken
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/ADA-laat-Amerikaanse-tandartsen-hun-patiënten-op-COVID-19-testen.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-12-15 09:12:122022-01-13 13:56:09ADA: laat Amerikaanse tandartsen hun patiënten op COVID-19 testen
De beroepsverenigingen voor tandartsen en tandartsspecialisten ANT en KNMT bundelen de krachten. Vanaf 1 januari 2021 fuseren ze tot één organisatie die de belangen van de beroepsgroep gaat behartigen. De leden van beide verenigingen stemden vandaag in met het voorstel daartoe.
“Eén krachtige vereniging is nodig om de beroepsgroep sterk te kunnen vertegenwoordigen op het politiek-bestuurlijke krachtenveld”, zo stelt Wolter Brands. Hij is de huidige voorzitter van de KNMT en neemt die rol ook op zich in de fusieorganisatie, die KNMT zal heten. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes wordt vice-voorzitter.
De fusieorganisatie wil staan voor een goede mondgezondheid voor iedere inwoner van Nederland. Ze stelt tandartsen, mka-chirurgen en orthodontisten centraal in hun regierol voor de mondzorgsector. Zij worden in alle opzichten gesteund en gefaciliteerd bij het waarmaken van hun rol als autoriteit binnen de mondzorg. Maximale professionele autonomie van de beroepsgroep, gebaseerd op een onberispelijke reputatie bij patiënten en stakeholders, staat hierbij voor de vereniging centraal.
De plannen voor de fusie ontstonden gedurende de intensieve en succesvolle samenwerking tussen beide verenigingen gedurende de COVID-19 crisis.
Foto:
v.l.n.r. bestuurders Henk Donker, Richard Kohsiek, Joke Kwakman, Wilfred Kniese, Wolter Brands, Jan Willem Vaartjes, Richard Suy, Ravin Raktoe en KNMT-directeur Erik Markus
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/12/KMNT-ANT-fusie.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-12-14 10:18:212020-12-14 10:18:21Leden beslissen: fusie tandartsverenigingen KNMT en ANT is een feit
Niet de alcohol, maar de essentiële oliën in spoelmiddel zijn effectief voor preventie van gebitsproblemen. Dat is een van de belangrijkste resultaten uit het promotieonderzoek van Martijn van Leeuwen.
In zijn proefschrift maakt Van Leeuwen duidelijk dat veel mensen moeite hebben met het onderhouden van een goede mondgezondheid. Zelfs wanneer men twee maal daags de tanden poetst met tandpasta kunnen er nog steeds gaatjes en tandvleesontsteking ontstaan. “Het zijn de bacteriën in de tandplak die hierbij een belangrijke rol spelen”, aldus Van Leeuwen. Hij onderzocht verschillende aspecten van de dagelijkse mondverzorging en in hoeverre deze bijdragen aan het verminderen van tandplak en tandvleesontsteking.
Negatieve effecten
Het is al langer bekend dat spoelmiddel een positief effect kan hebben op de mondgezondheid. Zo heeft de combinatie van waterstofperoxide en chloorhexidine een bewezen langdurig effect. Het gebruik van chloorhexidine heeft echter ook negatieve effecten, zoals smaakverandering, verkleurde tanden en een verhoogde vorming van tandsteen.
Essentiële oliën
Van Leeuwen ontdekte tijdens zijn onderzoek dat spoelmiddelen met etherische oliën in een vaste formule op de lange termijn een goed alternatief zijn voor chloorhexidine bij het tegengaan van tandvleesontsteking. Daarnaast ontdekte hij dat spoelmiddel met alleen maar alcohol niet bijdraagt aan de vermindering van tandplak en tandvleesontsteking. Daarmee ondersteunt hij de theorie dat essentiële oliën de effectieve bijdrage leveren, in plaats van de alcohol.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/147060063-mondspoelmiddel.jpg480480anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-12-09 09:00:002020-12-02 09:32:23Spoelmiddel met essentiële oliën effectief voor preventie gebitsproblemen
Er zijn vele vormen van acute pijn in het hoofd-hals gebied. Wanneer moet er snel worden ingegrepen? En zijn er ook situaties waar een afwachtende houding meer gerechtvaardigd is? Verslag van de lezing van prof. dr. Jan de Lange, hoofd van de afdeling Mondziekten, Kaak‐ en Aangezichtschirurgie/Ziekenhuistandheelkunde van het Amsterdam UMC.
Infecties kunnen behoorlijk pijnlijk zijn en in sommige (uitzonderlijke) gevallen ook uit de hand lopen.
Zijn 3-types infecties te onderscheiden:
Odontogene infecties
a. Periapicaal
b. Pericoronitis
en parodontale infecties
Complicaties odontogene infecties
a. Osteomyelitis
b. Uitbreiding naar loge abcessen
c. Sepsis, multi orgaan falen
Niet-odontogene infecties
Waaraan herken je de ontsteking?
Er zijn 5 items waaraan je een ontsteking kan herkennen:
Roodheid
Pijn
Koorts hoger dan 38.5 verschil bacteriemie septis, kunnen bacteriën zich vermenigvuldigen
Zwelling
Verminderende functie, in de mond betekent dat een trismus
Er zijn verschillende infectiefases. De eerste fase van ontsteking, de flare –up, wordt ook wel inoculatie genoemd. Na ongeveer 3 dagen gaat deze fase over in een cellulitis. Na gemiddeld 4 tot 10 dagen vormt een abces.
Bij een ontsteking bestaat het onderzoek uit:
– Anamnese
– Lichamelijk onderzoek
extra-oraal
intra-oraal
– Aanvullend onderzoek
Röntgendiagnostiek
Echoscopie
CT/MRI
Laboratorium onderzoek
Behandeling van acute pijn
Behandeling peri-apicale ontstekingen
Een pulpitis kan leiden tot een avitale pulpa met als gevolg een apicale ontsteking. Indien het een chronische ontsteking betreft, zijn de klachten vaak mild en wordt er bij een weerstandsdaling een excerbatie gezien. Behandeling is een endontische behandeling, apex resectie of extractie. Echter kan er ook sprake zijn van een acute fase. Je spreekt dan over een acuut veretterend granuloom. De klachten die de patiënt ervaart zijn dan erg heftig. Het element is dan extreem percussie en palpatie gevoelig. Een endodontische behandeling, een apex resectie of extractie kan worden uitgevoerd om de klachten te verhelpen. Echter in de acute fase wordt door kaakchirurgen liever geen apex resectie gedaan, deze geeft namelijk veel pijn. Een andere behandelmogelijkheid is een trepanatie, ook wel Schöderse Luftung. Deze behandeling kan voor de patiënt heel zinvol zijn. Met een boor wordt door het tandvlees naar de ontsteking geboord ter plaatse van de wortelpunt. De behandeling is snel, betrouwbaar en eenvoudig en kan ook door een tandarts worden gedaan. Houd hierbij wel rekening met de positie van anatomische structuren, zoals zenuwen. Ook bij een uitgebreidere ontsteking, een cellulitis, geeft het openen van abces al pijnverlichting en snellere genezing.
ANUG-P
Acuut Necrotiserende Ulcererende Gingivitis Parodontitis (ANUG P) komt niet heel veel voor, maar als er sprake is van ANUG P is deze enorm pijnlijk. Deze acute ontsteking wordt meestal in de hand gewerkt door een slechte mondhygiëne, tandsteen en plaque. Het is te herkennen aan een grijs-witte rand op de gingiva, slechte adem, uleractie, met name gelokaliseerd bij de papillen, heftige pijn, algehele malaise, koorts en opgezette lymfeklieren.
Niet elke elk beeld van een acute tandvleesontsteking heeft als onderliggende oorzaak een bacteriële infectie, zoals ANUG P. Bij de differentiaal diagnose kun je ook denken aan een primair herpes infect, virale infecties of acute leukemie. Helaas is er weinig aan te doen, de behandeling bestaat uit een metronidazol kuur, pijnstilling, chloorhexidine spoeling en waterstofperoxide spray (1,5%).
Diepe hals infecties
Alle alarmbellen gaan af als er sprake is van een diepe hals infectie, dan is het echt serieus. In het UMC in Amsterdam komt dat ongeveer 30 keer per jaar voor. Je wilt complicaties als sepsis, luchtweg obstructie en uitbreiding naar loges voorkomen.
In deze situatie wordt altijd een CT gemaakt. Aan de hand van die informatie kunnen drainages worden aangebracht. Door de anatomische bouw heeft de ontsteking de neiging om naar beneden te zakken. Deze echt acute situaties kunnen ontstaan door odontogene ontstekingen, een tonsillitis, parotitis of een vreemd lichaam.
In het tijdperk dat er nog geen antibiotica bestond overleed ongeveer de helft van de patiënten. Tegenwoordig is de mortaliteit 2%. Luchtweg management en drainage zijn nodig om te om vitale functies te kunnen behouden. Patiënten krijgen verder pijnstilling en antibiotica.
Pijn na trauma en fracturen
Het spreekt voor zich dat trauma en fracturen pijnlijk zijn. Stabilisatie scheelt in pijnbeleving, als fractuurdelen minder bewegelijk zijn is er aanzienlijk minder pijn. Naast het stabiliseren van de wonden ten behoeve van pijnbestrijding is voldoende pijnmedicatie noodzakelijk, ook het sluiten van de wonden om infectie te voorkomen.
Osteomyelitis
Professor Jan de Lange toont ook een casus van een parodontitis apicalis waar niks mee is gedaan. Door de ontsteking te negeren is osteomyelitis ontstaan. Dit is een pijnlijke complicatie die gelukkig niet erg vaak voorkomt. MRI is het meest geschikt om de diagnose te stellen. Een decorticatie / sequestrotomie was noodzakelijk, dat betekent dat buurtanden en kiezen worden verwijderd om gezond bot te creëren. Er waren daarna implantaten nodig om de occlusie te herstellen.
Cariovasculaire pijn
Pijn in de kaak kan een cardiogene oorzaak hebben, in dit geval doorverwijzen naar de huisarts.
Pijnmedicatie
Er zijn 3 groepen groepen pijnstillers volgens de WHO-pijnladder:
Paracetamol
NSAID’s/coxib
Opioids
Paracetamol
Van paracetamol weten we eigenlijk niet hoe het werkt. Het effect is pijnstilling en koortswering, bijwerkingen zijn er zelden. De dosering voor volwassenen is 500-1000mg per keer elke 4-6 uur. Met maximaal 4 gram per dag!
Paracetamol in combinatie met codeïne?
Werkzaamheid toevoeging codeïne is in klinische onderzoeken niet aangetoond (van Luijn, 2012)
Het gebruik van vaste combinaties bij pijnstilling wordt ontraden
Dosering van codeïne is vaak lager in combinatiepreparaat, bijwerkingen zoals obstipatie treden echter nog wel op
Wordt niet vergoed
Vaste combinatie is niet meer verkrijgbaar
Paracetamol in combinatie met tramadol?
Tramadol is een half-opiaat. Wordt regelmatig toegepast, omdat het een goede combinatie is
Dosering kan bij vaste combinatie niet worden afgestemd op individuele behoefte van patiënt
NSAID’s
De NSAID’s, ibuprofen en naproxen, worden het meest voorgeschreven in de mondzorg. De combinatie van NSAID en paracetamol werkt goed. De reden is dat de werking van paracetamol centraal geregeld is en de werking van NSAID perifeer. Belangrijk is om niet verschillende NSAID’s door elkaar gebruiken. En denk aan gebruik van anti-depressiva met voorschrijven van NSAID’s. Naproxen en ibuprofen hebben de voorkeur boven diclofenac. Het werkingsmechanisme van NSAID’s berust op de remming van de productie prostagladinen door inhibitie enzym Cyclo-oxygenase (COX). Net zoals paracetamol, werken NSAID’s pijnstillend en koortswerend, maar ook ontstekingsremmend.
Tramadol
Tramadol is een sterke pijnstiller die werkt door activering van vooral de μ-receptoren (actieve metaboliet). Door het remmen van de heropname van serotonine en noradrealine ontstaan een versterking van het analgetisch effect. Tramadol heeft veel bijwerkingen, daarom is ook bij ouderen voorzichtigheid geboden. Mocht u er niet uitkomen neem dan contact op met de huisarts of kaakchirurg. Sterke opiaten adviseren in overleg met huisarts in verband met comorbiditeit en welke medicatie er verder nog wordt gebruikt. Het alternatief Oxycodon is bijvoorbeeld erg verslavingsgevoelig.
Elektronisch voorschrijven
Het beste kunnen recepten elektronisch voorgeschreven worden aangezien dat minder fraude gevoelig is. Daarnaast is het altijd traceerbaar en makkelijk te achterhalen wat er is voorgeschreven.
Verder is het advies om voor een korte periode voor te schrijven: maximaal een week. Het gebruik van NSAID of tramadol heeft de voorkeur, gecombineerd met paracetamol. Naproxen heeft bij ouderen de voorkeur van de NSAID groep. Het is belangrijk om na te vragen of de patiënt een maagbeschermer gebruikt.
Prof. dr. Jan de Lange is hoofd van de afdeling Mondziekten, Kaak‐ en Aangezichtschirurgie/Ziekenhuistandheelkunde van het Amsterdam UMC, locatie AMC en is eindverantwoordelijk voor de specialistenopleiding. Hij is hoofd van de sectie MKA/MTI van ACTA. Hij studeerde Tandheelkunde in Utrecht, Geneeskunde aan de UvA en Epidemiologie aan de VU. Hij is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) en van het Centraal College Tandheelkundige Specialismen (CTS). Daarnaast is hij lid van het Centraal Medisch Tuchtcollege en voorzitter van de traumasectie van de internationale Strasbourg Osteosynthesis Research Group (SORG). Zijn wetenschappelijk werk bestaat uit meer dan 130 publicaties en hij houdt veelvuldig (inter‐)nationale lezingen over diverse onderwerpen binnen het vakgebied.
Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van prof. dr. Jan de Lange tijdens het congres Pijn van Bureau Kalker.
“Wij hebben als praktijk ervoor gekozen om de begroting op te maken tot en met de evaluatie, maar dat is aan ieder om zelf te bepalen of dit onvolledig is. De voorbeeldbrief die Lieneke Steverink-Jorna heeft gemaakt, is een goede houvast om hiermee aan de slag te gaan”, zegt Diana.
“Het klinische & röntgenologische beeld bepalen de diagnose en gebruik van de NVvP paroclassificatie is hierbij heel handig. De parodontale (on)gezondheid bepaalt uiteindelijk ook de begroting en of een tussentijdse beoordeling noodzakelijk is en zo ja, welke UPT code hiervoor gebruikt moet worden. Eigenlijk verandert er niet heel veel vergeleken met het oude systeem behalve de benaming en codering van enkele UPT codes binnen het paro traject. In mijn parostatus noteer ikzelf overigens geen bloeding: elke pocket is ontstoken weefsel en moet in die hoedanigheid behandeld worden.”
Casus 1
Reden verwijzing: De patiënt is 10 jaar geleden voor het laatst door een mondhygiënist behandeld, maar heeft geen recall laten uitvoeren. Sinds kort was de gingiva gevoelig en bloedde makkelijk. De huidige mondhygiëne bestaat uit 2xpd hand, 1xpd stokers. De wens van patiënt is voorzorg en behoud van eigen dentitie. ioo: supra/sub tandsteen aanwezig PPS 3 en diagnose: paro stadium 3 graad B met furcatie/recessie/mobiliteit problematiek.
Reden verwijzing: De patiënt heeft rode gingiva maar ervaart zelf geen klachten bij poetsen. Zij is in het verleden behandeld in verband met paro door een mondhygiënist.
Huidige mondhygiëne: 1xpd (ochtend) elektrisch. Wens van de patiënt is het bekijken wat mijn bevindingen zijn. ioo: rondom sub/supra tandsteen PPS 3 en diagnose: stadium 3 graad B paro geassocieerd met roken, met recessie/furcatie/mobiliteitsproblematiek.
Reden verwijzing: De patiënt heeft tandsteen. De vorige tandarts deed zelf de gebitsreiniging maar haar gebit was altijd erg gevoelig na de reiniging. Huidige mondhygiëne: 1xpd avond elektrisch, meerdere keren pd interdentaal rager/sonische pick. Wens van de patiënt is tandsteen verwijderen zonder pijn in de mond nadien.
ioo: rondom sub tandsteen, met name onderfront supra tandsteen PPS 3 en (klinische) diagnose: paro stadium 3 graad A, met recessie/furcatie/mobiliteits problematiek. Tongspanning maakt ADL/behandeling moeilijker, na uitleg van de parodontale situatie gaat patiënt akkoord met paro traject.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/Casussen-Hoe-begoot-declareer-je-de-parodontale-behandeling-bij-de-mondhygiënist.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-12-07 15:28:082020-12-07 16:25:11Casussen: Hoe begroot en declareer je de parodontale behandeling bij de mondhygiënist?
Mondhygiënisten werken vaak dagelijks met geluidproducerende apparatuur. Volgens de Arbowetgeving en RIVM-richtlijnen wordt de daglimiet in schadelijke decibelniveaus niet overschreden. Toch rapporteert een groot deel van de mondhygiënisten wel tinnitus klachten. Dit blijkt uit de afstudeerthesis onder 161 mondhygiënisten van Tess Wilkinson.
Weinig preventieve aandacht voor gevolgen blootstelling te veel geluid
Mondhygiënisten werken vaak dagelijks met geluidproducerende apparatuur, denk hierbij aan de ultrasoon en de ‘airpolisher’ die in combinatie met een afzuigsysteem gebruikt worden. Blootstelling aan te veel geluid kan leiden tot gehoorschade; chronische tinnitus, geluidsvervorming en gehoorverlies. Of er sprake is van te veel geluid hangt af van het aantal decibellen, maar ook van de duur van de blootstelling eraan. Geluidniveaus vanaf de 80 dB(A) kunnen schadelijk zijn voor het gehoor. Ook kan geluid non-auditieve gevolgen hebben, zoals irritatie en vermoeidheid. Toch is er binnen de mondzorg weinig preventieve aandacht voor deze gevolgen. De vraag is of de mondhygiënist er verstandig aan doet om gehoorbescherming te dragen.
Onderzoek geluidshinder en tinnitus onder mondhygiënisten
Mondhygiënist Tess Wilkinson onderzocht voor haar afstudeerthesis bij Hogeschool Inholland in hoeverre geluidshinder en tinnitus klachten ervaren worden en of er potentie is op gehoorschade door geluidproducerende apparatuur bij mondhygiënisten werkzaam in Nederland.
Het onderzoek is uitgevoerd middels een cross-sectioneel onderzoeksdesign. 161 mondhygiënisten werkzaam in Nederland hebben voor dit onderzoek een vragenlijst ingevuld op het gebied van de perceptie van schadelijkheid en preventie, geluidshinder, tinnitus klachten en werkomstandigheden. Daarnaast zijn er decibelmetingen (dB(A)) uitgevoerd met een PCE-322A decibelmeter bij 4 verschillende praktijken tijdens in totaal 26 behandeling door 6 verschillende mondhygiënisten. De statistische analyse is uitgevoerd met behulp van het IBM SPSS programma, versie 23.
65% van de mondhygiënisten ervaart geluidproducerende apparatuur als vervelend
Uit de vragenlijst kwam naar voren dat 84% van de mondhygiënisten denkt dat de mate waarin zij werken met geluidproducerende apparatuur slecht is voor het gehoor. Wat betreft de mate van geluidshinder wordt het werken met geluidproducerende apparatuur door 65% van de mondhygiënisten ervaren als vervelend, 44% denkt dat dit ook een bijdrage levert aan vermoeidheid. Uit de uitgevoerde decibelmetingen kan er gesteld worden dat tijdens één behandeling met geluidproducerende apparatuur de mondhygiënist 15 keer zo lang (2,9 min.) aan potentieel schadelijke decibelniveaus blootgesteld wordt vergeleken met het werken met enkel handinstrumentarium (0,2 min.).
De meeste mondhygiënisten behandelen 11 patiënten per dag en worden bij het werken met geluidproducerende apparatuur 31,6 minuten per dag aan te hoge decibelniveaus blootgesteld. Dit is 6,5% van de toegestane maximale tijd (480 min.), in decibelniveaus boven de 80 dB(A) volgens de Arbowet en het RIVM.
43% van de mondhygiënisten rapporteert wel eens last te hebben van tinnitus klachten tijdens en/of na een werkdag.
Daglimiet schadelijke decibelniveaus niet overschreven
Binnen de kaders van dit onderzoek kan gesteld worden dat er in een zekere mate sprake is van geluidshinder. Volgens de Arbowetgeving en RIVM-richtlijnen wordt de daglimiet in schadelijke decibelniveaus niet overschreden. Toch rapporteert een groot deel van de mondhygiënisten wel tinnitus klachten.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn besproken met dr. ir. J.A.P.M de Laat (audioloog/klinisch fysicus, bij Leids Universitair Medisch Centrum). Volgens hem is het mogelijk dat tinnitus klachten zich kunnen voordoen bij de gemeten decibelniveaus van de gebruikte geluidproducerende apparatuur door de mondhygiënist, ook al wordt het daglimiet niet overschreden.
De Laat raadt mondhygiënisten die wel eens last hebben van deze klachten dan ook sterk aan om gehoorbescherming te dragen tijdens het behandelen met geluidproducerende apparatuur om zo blijvende gehoorschade te voorkomen.
Tabel: decibelmeting (dB(A)) tijdens de behandeling van een mondhygiënist
Deze tabel laat de decibelmeting zien van de verschillende behandelmethoden door een mondhygiënist.
Door: mondhygiënist Tess Wilkinson over haar afstudeerthesis bij Hogeschool Inholland.
Geraadpleegde literatuur
Decentrale regelgeving overheid. (2012). Invoering nieuwe geluidsnorm dB(C). Opgehaald van decentrale regelgeving overheid: https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/images/Groningen%20(Gr)/i182398.pdf
Doestzada, M. (2016). Het geluidsniveau van de ultrasone scaler in de tandheelkunde: een risicoinventarisatie van geluidsbelasting op het gehoor van de behandelaars. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
Goines, L., & Hagler, L. (2007). Noise Pollution: A Modern Plaque. South Med J., 287-294.
Gommer, M., Hoekstra, J., Engelfriet, P., Wilson, C., & Picavet, S. (2013). Gehoorschade en geluidsblootstelling in Nederland – inventarisatie van cijfers. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu – Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Hokwerda, O. (2008). Visie op de toekomst van de ergonomie in de tandheelkunde. Ned Tijdschr Tandheelkd , 429-434.
International Electrotechnical Commission . (2002). International standard IEC 61672-1. Zwitserland : International Electrotechnical Commission .
Kulkarni, E., Abdallah, Y., Hanseman, D., & Deepak, K. (2018). How Much Noise is an Oral and Maxillofacial Surgeon Exposed to? . Journal of Oral and Maxillofacial Surgery, 26.
Lubbers, M., de Laat, J., & Wefers Bettinkg, P. (2003, Mei 9). Gehoorschade bij tandartsen; Een hard, jankend geluid. Nederlands Tandartsenblad, 18-21.
Mahendra Prashanth, K., & Sridhar, V. (2008). The relationship between noise frequency components and physical, physiological and psychological effects of industrial workers. Noise & Health Bimonthly Inter-disciplinary International Journal, 90-98.
Melamed, S., & Bruhis, S. (1996). The effects of chronic industrial noise exposure on urinary cortisol, fatique and irritability: a controlled field experiment. Journal of occupational and environmental medicine, 252-256.
Messano, G., & Petti, S. (2012). General dental practitioners and hearing impairment. Journal of Dentistry, 821-828.
Nationale Hoorstichting. (2019, oktober 21). Wat is gehoorschade. Opgehaald van Veiligheid.nl: https://www.hoorstichting.nl/het-gehoor/gehoorschade/
Passchier-Vermeer, W. (1996). Geluid en effecten op de gezondheid. Leiden : TNO Preventie en Gezondheid COP .
Roasoft, Inc. (2019, Oktober 3). Roasoft Sample size calculator . Opgehaald van Roasoft Sample size calculator : http://www.raosoft.com/samplesize.html
Topf, M., & Dillon, E. (1988). Noise-induces stress as a predictor of burnout in critical care curses. Heart & Lung: the journal of Critical Care, 567-574.
van der Molen, H., Kuijer, P., de Groene, G., Sorgdrager, B., Lenderink, A., Maas, J., & Brand, T. (2019). Kerncijfers beroepsziekten 2019. Amsterdam : Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.
Zorgkaart Nederland. (2019, Oktober 3). 2384 mondhygiënisten in Nederland. Opgehaald van Zorgkaart Nederland: https://www.zorgkaartnederland.nl/mondhygienist
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/12/geluidniveau-mondhygienist-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-12-07 15:26:382020-12-07 16:27:04Geen overschrijding daglimiet geluidniveau voor mondhygiënisten, maar toch veel tinnitus klachten
Een Amerikaanse tandarts is veroordeeld tot 12 jaar cal nadat een video lekte waarin te zien is hoe hij een tand trekt terwijl op een hoverboard staat. Daarnaast blijkt de tandarts ook schuldig aan o.a. fraude, diefstal en wetteloze beroepspraktijken.
Het is een bizarre video. Tandarts Seth Lookhart is te zien als hij een patiënt behandeld terwijl hij op een hoverboard – een soort elektrisch vervoersmiddel – staat. De patiënt is verdoofd en weet niets van het hoverboard af. Ook weet ze niet dat ze gefilmd wordt.
Lookhart is zich er duidelijk van bewust dat hij gefilmd wordt. Hij toont een getrokken tand aan de camera en rijdt triomfantelijk en theatraal door de gangen van de praktijk na de behandeling. Ook stuurt de tandarts de video zelf rond naar collega’s. Daarbij grapt hij dat behandelen op een hoverboard “de nieuwe medische standaard” zal worden
Andere aanklachten
Uiteraard werd Lookhart voor deze actie aangeklaagd. Hij bracht zijn patiënt duidelijk in gevaar, schond haar privacy door haar ongevraagd te (laten) filmen, handelde onprofessioneel en brak verschillende beroepsregels.
Uiteindelijk wordt de tandarts schuldig bevonden van 46 klachtonderdelen, waaronder fraude. Hij adverteerde dat patiënten bij hem extra sterke verdoving konden krijgen. Voor deze verdoving hoefde verzekerde patiënten niet extra te betalen, maar Lookhart kon wel extra geld declareren voor het gebruik ervan. Bovendien liet hij meerdere patiënten gevaarlijk lang verdoofd, zodat hij de extra kosten kon declareren.
Veroordeling: celstraf en schorsing
Op basis van de 46 grondig verklaarde klachtonderdelen veroordeelt de jury Lookhart tot 12 jaar celstraf. Daarnaast mag hij de eerste tien jaar na zijn vrijlating niet als tandarts aan het werk zijn.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/12/Tandarts-krijgt-12-jaar-cel-na-het-trekken-van-een-tand-op-een-hoverboard.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-12-07 11:05:512020-12-07 11:05:51Tandarts krijgt 12 jaar cel na het trekken van een tand op een hoverboard
Het regelmatig gebruik van spoelmiddel met essentiële oliën remt de vorming van tandplak en vermindert zo de kans op cariës en tandvleesontsteking. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van mondhygiënist en tandarts Martijn van Leeuwen.
Hoewel een gezonde mond een heerlijk bezit is, hebben veel mensen last van cariës en tandvleesontsteking. Dat komt door de bacteriën die in tandplak zitten. Die tandplak moet dus grondig verwijdert worden. Maar dat lukt niet altijd. Zelfs wanneer iemand twee keer per dag met tandpasta poetst, kunnen er problemen optreden.
Van Leeuwen deed hier onderzoek naar. Hij onderzocht verschillende aspecten van dagelijkse mondverzorging om te kijken in hoeverre deze kunnen bijdragen aan het verminderen van tandplak en tandvleesontsteking.
Eerder onderzoek naar spoelmiddel
Uit eerder onderzoek bleek al eens dat mondspoeling effectief kan zijn tegen tandplak. De combinatie van waterstofperoxide en chloorhexidine (naast het dagelijks tandenpoetsen) heeft bijvoorbeeld een langdurig positief effect op de mondgezondheid.
Chloorhexidine heeft op de lange termijn echter ook nadelige bijwerkingen. Tanden kunnen verkleuren en kan een smaakverandering optreden. Ook een verhoogde vorming van tandsteen kan een gevolg zijn.
Etherische oliën
Van Leeuwen ontdekte tijdens zijn promotieonderzoek dat spoelmiddelen met etherische oliën een effectief alternatief kunnen zijn zijn voor spoelmiddelen met chloorhexidine in het tegengaan van tandplak en tandvleesontsteking. Hij ontdekte ook dat een spoelmiddel met alleen maar alcohol niet helpt tegen deze problemen.
Het is dus niet de alcohol in spoelmiddel die effectief is, maar de essentiële oliën.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/12/Spoelmiddel-met-essentiele-olien-e1609750954703.jpg230169Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-12-03 09:00:132022-12-14 12:15:36Spoelmiddel met essentiële oliën remt vorming van tandplak
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van NVM-mondhygiënisten is Manon van Splunter-Schneider door de leden herkozen als voorzitter. Zij kan haar werk voor de beroepsvereniging van mondhygiënisten daarmee de komende drie jaar verder voortzetten. “Wij zijn heel blij met Manons herbenoeming en kijken uit naar de komende drie jaar!”, meldde NVM-mondhygiënisten op haar LinkedIn.
Naast de herbenoeming van Manon, heeft NVM-mondhygiënisten gisteren afscheid genomen van Ramin Najafbagy, vicevoorzitter en bestuurslid van de Portefeuille Belangenbehartiging. Ramin is drie termijnen bestuurslid geweest.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/12/Manon-van-Splunter-Schneider-en-Ramin-Najafbagy.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-12-01 09:44:252020-12-01 09:44:25Manon van Splunter-Schneider herkozen als voorzitter van NVM-mondhygiënisten
Ondanks het feit er meerdere orale symptomen zijn wordt de betrokkenheid van de mondholte bij COVID-19 nog altijd slecht begrepen. Recent onderzoek heeft nu aangetoond dat infectie en transmissie van het virus vaak in de mond plaatsvindt.
De betrokkenheid van de mond bij corona
De tweede coronagolf rolt momenteel over de wereld en er wordt steeds meer bekend over het virus. Zo blijkt ongeveer 45% van alle gevallen orale manifestaties te betreffen en komen orale symptomen als smaakverlies en droge mond voor mij de meeste COVID-19-patiënten. Er is echter weinig bekend over de betrokkenheid van de mond bij SARS-CoV-2-infectie en -overdracht, merkten onderzoekers van het National Institute of Dental and Craniofacial Research bij de National Institutes of Health en het ADA Science & Research Institute op.
Het is onbekend of SARS-CoV-2 de weefsels in de mondholte kan infecteren en zich daar kan vermenigvuldigen. Een beter begrip van dit onderwerp zou licht kunnen werpen op de rol van de mond bij de intermucosale overdracht van het virus naar de longen of het maagdarmkanaal via speeksel.
Onderzoek naar ACE2 en TMPRSS2
De onderzoekers gebruikten de eerste geïntegreerde menselijke orale eencellige RNA-sequentieatlassen om cellulaire bronnen te voorspellen die vatbaar waren voor SARS-CoV-2-infectie. In situ hybridisatie op autopsie- en poliklinische monsters werden vervolgens gebruikt om te bevestigen dat angiotensine-converterend enzym 2 (ACE2) en transmembraanprotease serine 2 (TMPRSS2) daadwerkelijk tot uiting komen tot het epitheel van de speekselklieren en het mondslijmvlies van het orofaryngale slijmvlies. Het virus gebruikt ACE2 en TMPRSS2 om cellen binnen te vallen, schrijven de auteurs in medRxiv. Het artikel heeft nog niet geen proces van peer-review ondergaan.
Speekselklieren, tong meest geinfecteerd
Uit een klinische proef met 40 coronapatiënten bleek dat de virale lading in epitheelcellen langs de mond positief correleerde met smaak- en geurveranderingen. De speekselklieren, amandelen en tong bevatten de hoogste niveaus van ACE2. Dit zijn waarschijnlijk de plekken die SARS-CoV-19 het meest infecteert. De auteurs schrijven daarom dat “de mondholte een belangrijke locatie voor COVID-19-infectie vertegenwoordigt”.
Speeksel als virusdrager
Bovendien toon het onderzoek de rol van speeksel in COVID-19 aan. Het virus kan zich in de speekselklieren vermenigvuldigen en vervolgens worden ingeslikt. Dit kan mogelijk tot langdurige ziekte leiden wanneer geïnfecteerd speeksel door het maagdarmkanaal reist of in de longen wordt ingeademd waar het longontsteking kan veroorzaken.
Het belang van mondkapjes en afstand houden
Wanneer de besmette weefsel worden afgeworpen kunnen ze een rol spelen bij symptomatische en asymptomatische overdracht via ademhaling, praten en hoesten. De bevindingen benadrukken het belang van het dragen van mondmaskers en het handhaven van voldoende afstand tussen tandheelkundige teams en patiënten. Als gevolg van dit onderzoek is het Oral and Craniofacial Biological Network opgezet om orale gezondheid en ziekten beter te begrijpen.
De kindertandheelkunde staat niet stil. Nieuwe technieken en inzichten dragen bij aan het verbeteren van de mondgezondheid bij kinderen. Marieke Schorer-Jensma, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) praat ons bij over de laatste trends in de kindertandheelkunde.
Motivational Interviewing
Preventie wordt steeds belangrijker. Een belangrijk onderdeel van de preventie is hoe de boodschap wordt overgebracht, alleen het benoemen van ‘wel beter poetsen hoor’ werkt immers onvoldoende. Binnen de kindertandheelkunde en binnen de opleidingen is ook meer aandacht voor motiverende gespreksvoering. Motivational Interviewing is dé manier om een blijvende positieve gedragsverandering te realiseren. Je maakt daarmee de patiënt zelf (of de ouder) verantwoordelijk voor zijn mondhygiëne en gedrag. Het vergroot de intrinsieke motivatie van de patiënt en daarnaast geeft het de patiënt meer inspraak in de behandeling. Je gaat samen met de patiënt kijken hoe je dingen positief kunt veranderen.
Steeds meer tandartspraktijken werken volgens ‘Gewoon Gaaf’. Dat is een individuele cariëspreventiemethode op basis van risicoschatting voor kinderen van 0-18 jaar en hun ouders. Het doel is om het gebit van kinderen gaaf door de hun hele jeugd te loodsen. Ook bij deze methode speelt Motivational Interviewing een belangrijke rol.
NRCT
NRCT staat voor niet-restauratieve cariësbehandeling. Samenvattend wordt een caviteit hierbij niet gerestaureerd, maar door slicen toegankelijk gemaakt voor de tandenborstel. Als het oppervlak twee maal per dag goed schoongepoetst wordt en de plak daar verwijderd wordt, komt het cariësproces tot stilstand. Het slagen daarvan is afhankelijk van de medewerking van het kind en de ouders. Het is een vijfpuntsbehandelconcept waarbij voorlichting en instructie belangrijk zijn. Gebruik bijvoorbeeld Motivational Interviewing. Onderdeel van de behandeling is vaak het aanbrengen van een fluoride lak, indien dat onvoldoende resultaat geeft kan voor SDF (zilverdiaminefluoride) worden gekozen.
SDF
Tegenwoordig wordt SDF (zilverdiaminefluoride) steeds meer toegepast om actieve cariëslaesies arrested te krijgen. Op carieuze laesies kan SDF worden aangebracht. Door de antibacteriële eigenschappen van het zilverion in combinatie met het preventieve effect van fluoride komt het cariësproces dan tot stilstand. Voordeel is dat het relatief gemakkelijk aan te brengen is, bijvoorbeeld bij een heel jong kind met zuigflescariës. Het vermindert de tandgevoeligheid en voorkomt invasieve en voor het kind vaak stressvolle behandelingen zoals restauraties of extracties. Nadeel is dat de cariëslaesies zwart verkleuren; daar moet je de ouders goed op voorbereiden. SDF wordt overigens ook toegepast bij wortelcariës, in de gehandicaptenzorg of bij angstige volwassenen die nog niet een behandeling aankunnen, maar bij wie je wilt voorkomen dat het cariësproces verder gaat.
Hall-techniek
De Hall-techniek is niet nieuw, maar wordt wel in toenemende mate gebruikt. Hierbij is geen anesthesie nodig, wordt er niet geprepareerd en wordt het carieuze weefsel niet verwijderd, maar wordt het cariësproces omvat door een roestvrijstalen kroon. Het is een patiëntvriendelijke methode, waarmee je een melkmolaar op een relatief makkelijke manier kunt veiligstellen, maar waarin je wel geschoold moet zijn.
Intraossale verdoving
Als verdoving wordt in de kindertandheelkunde steeds meer de intraossale verdoving toegepast. Deze computergestuurde verdoving is minder belastend voor het kind. De lippen en wangen worden niet mee verdoofd, hierdoor voorkom je bijttrauma’s. Daarnaast voorkom je dat er op meerdere plekken verdoofd moet worden, zoals bijvoorbeeld bij extracties. Het gaat druppelsgewijs en duurt wat langer, maar is minder pijnlijk en het ziet er vriendelijker uit dan een conventionele verdovingsspuit.
Trends in mondgezondheid van kinderen
Het Signalement Mondzorg door het Nederlands Zorginstituut geeft inzicht in de actuele mondgezondheid van kinderen in de leeftijd van 5 tot 23 jaar. Die meest recente cijfers (uit 2018) laten zien dat de mondgezondheid van 5-jarigen de afgelopen periode is verbeterd. De mondgezondheid van de andere onderzochte leeftijdsgroepen (11-, 17- en 23-jarigen) is gestagneerd of verslechterd, zowel bij de jeugdigen met een hoge sociaaleconomische status als bij die met een lage sociaaleconomische status.
Tanderosie is heel erg aan het toenemen, voornamelijk bij de 11- en 17-jarigen. Waarschijnlijk zijn frisdranken en sportdranken de grootste boosdoeners. Er zijn steeds meer plekken waar je die laagdrempelig kan kopen. Tegelijkertijd is er steeds meer aandacht voor gezond eet- en drinkgedrag. Er is ook een heel grote groep waar het wel goed mee gaat.
Gezonde scholen
Er zijn allerhande initiatieven op het gebied van preventie buiten de tandartspraktijk. Een heel goed initiatief is bijvoorbeeld dat van gezonde scholen waarbij kinderen verplicht water moeten meenemen naar school in plaats van een pakje sap. Ik ben er zelf groot voorstander van dat alle scholen hierbij aansluiten. Kinderen die gewend zijn om water te drinken zullen ook na schooltijd eerder water drinken dan een zoet alternatief.
Kind zo vroeg mogelijk naar tandarts
Een uitdaging is om kinderen zo jong mogelijk bij de tandarts te krijgen. Volgens de laatste inzichten kun je een kind het beste al bij de doorbraak van het eerste tandje bij de tandarts zien. Je kunt dan al even in de mond van een kind kijken en het kind went vast aan de tandheelkundige setting. Daarnaast kun je de ouders van deze jonge kinderen op tijd informeren over een goede mondhygiëne en voedingspatroon en waar nodig bijsturen. Alles met het doel om problemen in de toekomst te voorkomen. Nu zien we kinderen vaak pas als het al te laat is.
Samenwerking met jeugdgezondheidszorg
Nog een uitdaging is betere samenwerking met de jeugdgezondheidszorg. Daar wordt al aan gewerkt, maar er valt nog wel een slag te slaan.
Er zijn wel al zeer goede projecten waarbij mondgezondheid een duidelijk rol in de algemene gezondheid speelt. Zoals het project ‘Gezonde peutermonden’, waarbij een mondzorgkundige meeloopt op het consultatiebureau of ‘Giga Gaaf’, waarbij consultatiebureaus zelf kinderen verwijzen naar een tandartspraktijk. Kinderen die nog niet naar de tandarts gaan maar die we wel zouden willen zien, komen wel bij de consultatiebureaus. Vandaar dat die samenwerking zo belangrijk is.
Door:
Marieke Schorer-Jensma, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK)
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2012/01/Volop-ontwikkelingen-in-de-kindertandheelkunde.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2020-11-23 15:15:002020-12-03 12:57:48Volop ontwikkelingen in de kindertandheelkunde
Het lijkt steeds meer een traditie te worden: aan het eind van het jaar nemen de controles door zorgverzekeraars toe. Sommige zorgaanbieders noemen dit de alternatieve kerstkaart van de zorgverzekeraar. Ook in de mondzorg lijkt dit het geval te zijn. Wij krijgen de afgelopen weken de nodige signalen dat verschillende verzekeraars én zorgkantoren controles uitvoeren bij mondzorgaanbieders. Bij die controles lijkt steeds een aantal aspecten terug te keren. Waar moeten mondzorgaanbieders op letten bij controles door zorgfinanciers?
Algemene procesvragen
Bijna alle controles beginnen met zogenoemde ‘algemene vragen’ of ‘inleidende procesvragen’. In deze fase stelt de zorgverzekeraar of het zorgkantoor een aantal algemene vragen, bijvoorbeeld over de wijze waarop de praktijk met preventie omgaat en volgens welke protocollen en richtlijnen wordt gewerkt. Zorgaanbieders zijn in principe gehouden antwoord te geven op deze vragen.
Het is aan te bevelen wel scherp te zijn op de formulering van de antwoorden. Zo zien wij in controles geregeld terugkomen dat de verzekeraar vraagt waarom de zorgaanbieder tehoge gemiddelde kosten heeft. Veel aanbieders zijn dan geneigd een verklaring te geven, zoals een afwijkende patiëntpopulatie, terwijl de voorvraag zou moeten zijn waarom de verzekeraar de kosten als té hoog beschouwt en wat de relevantie daarvan is (aangezien per patiënt beoordeeld moet worden welke zorg hij of zij nodig heeft). Ook verdient het aanbeveling de onderliggende data bij de verzekeraar op te vragen.
In de praktijk bestaat nog wel eens discussie over de vraag of zorgaanbieders die hun nota’s rechtstreeks indienen bij de verzekeraar zonder daartoe een overeenkomst te hebben gesloten of algemene voorwaarden te hebben geaccepteerd, tóch verplicht zijn patiënteninformatie aan de verzekeraar te verstrekken. Hetzelfde geldt voor zorgaanbieders die declareren via een factoringmaatschappij. Hoewel de rechter en de Autoriteit Persoonsgegevens daar nog geen duiding over hebben gegeven, lijkt het ons juridisch niet juist om deze situaties gelijk te stellen aan het hebben van een overeenkomst. Er zijn eenvoudigweg geen afspraken over en weer gemaakt, waardoor van een ‘overeenkomst’ niet te spreken valt. Overigens zien wij in de praktijk dat zorgverzekeraars hier wel eens anders over denken.
Onderbouwing
Indien de zorgverzekeraar op een bepaald moment in de controle stelt dat bepaalde zorg niet is geleverd, of bepaalde zorg niet passend is bij de gezondheidssituatie van de patiënt, komt het aan op een gedegen en uitgebreide tegenreactie door de mondzorgaanbieder. Het is aan te bevelen de tijd te nemen om de reactie zorgvuldig op te stellen, en niet met slechts enkele steekwoorden en algemeenheden antwoord te geven op de vragen van de verzekeraar.
Tegen een eventuele stelling van de verzekeraar dat de gedeclareerde zorg niet feitelijk is geleverd, kan bijvoorbeeld met allerhande stukken (denk bijvoorbeeld aan een verklaring van de patiënt) aangetoond worden dat dat wel degelijk het geval is. Een uitgebreide motivering is ook verstandig bij de stelling dat de geleverde zorg niet passend was: aan de hand van de gezondheidssituatie van de patiënt en de professionele beoordeling door de mondzorgprofessional, kan dan worden aangegeven dat de patiënt wel degelijk behoefte had aan de geleverde zorg.
Zorgdeclaraties terugvorderen
Indien de verzekeraar van oordeel is dat gedeclareerde zorg niet geleverd is, niet rechtmatig is of niet doelmatig is, zal hij de betreffende zorgdeclaraties waarschijnlijk terugvorderen omdat hij van mening is dat deze declaraties ‘onverschuldigd betaald’ zijn. Hoofdregel is dat deze gelden slechts kunnen worden teruggevorderd, bij diegene aan wie de verzekeraar heeft uitbetaald. Heeft de patiënt zelf zijn nota bij de verzekeraar ingediend? Dan zal de verzekeraar in beginsel bij de patiënt moeten aankloppen, indien hij het niet eens is met de geleverde zorg. Zeker daar waar discussie bestaat over doelmatigheid van de geleverde zorg betekent de enkele omstandigheid dat de zorgverzekeraar de geleverde zorg niet zal vergoeden nog niet dat de mondzorgprofessional gehouden is deze kosten ook aan de patiënt terug te betalen.
Wlz-mondzorg
Waar in de basisverzekering en aanvullende verzekering al langer controles door zorgverzekeraars worden uitgevoerd, zien wij de laatste tijd ook steeds meer controles door zorgkantoren worden uitgevoerd. Het gaat dan om mondzorg geleverd aan patiënten die recht hebben op vergoeding van de mondzorg vanuit de Wet langdurige zorg. Deze controles vinden soms bij de mondzorgaanbieder plaats en soms bij de instelling waar de patiënt woonachtig is. In beide gevallen is het verstandig om waakzaam te zijn en de controle in goed overleg met de instelling op te pakken en daarover met de instelling te overleggen.
Tot slot
Zorgverzekeraars en zorgkantoren zijn wettelijk verplicht om te controleren of zorg rechtmatig en doelmatig is verleend. Zo ook in de mondzorg. Gelet op de financiële en niet-financiële gevolgen die een controle kan hebben, doet u er goed aan een controle serieus te benaderen en zowel te letten op mondzorginhoudelijke, juridische én strategische aspecten daarvan.
Meer informatie over controles kunt u ook terugluisteren in onze Podcast hieronder.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/Zorgverzekeraars-voeren-weer-controles-uit-in-de-mondzorg-waar-op-te-letten.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-11-23 15:14:432020-11-24 10:07:54Zorgverzekeraars voeren weer controles uit in de mondzorg: waar op te letten?
Onlangs plaatsten we een congresverslag van de lezing van Prof. dr. Francesco Mannocci, endodontoloog in Londen, waarin de inzet van de CBCT bij de endodontische en chirurgische herbehandeling werd besproken. Wanneer maken we in Nederland een CBCT-opname? Endodontoloog Robert-Jan Schaap licht de keuze hiervoor toe.
Een CBCT-opname is in de basis een beeldvormende techniek waarbij onze drie dimensionale structuur ook in 3D kan worden weergegeven. Een conventionele röntgenopname geeft onze 3D structuren in 2D weer. Zo worden structuren dus over elkaar weergegeven, iets dat meer onzekerheden geeft bij onze interpretatie. Het is dus goed voor te stellen dat soms niet alles duidelijk wordt. Daarom gebruiken we ook vaak meerdere solo opnamen onder verschillende hoeken genomen om meer inzicht te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan twee wortelkanalen die over elkaar geprojecteerd zijn: je ziet ze niet afzonderlijk, maar door een andere inschietrichting zie je ze netjes naast elkaar.
Het verslag van de lezing Prof. dr. Francesco Mannocci vermeldt als indicaties voor het nemen van een CBCT-opname:
Contrasterende klinische symptomen
Vermoeden op een extra kanaal of complexe morfologie
Gecalcificeerde kanalen
Verticale wortelfracturen
Evaluatie van niet helende apicale leasies
Chirurgische planning herbehandeling
Een lijst waarbij je inderdaad wel 3D info van een CBCT-opname zou kunnen gebruiken.
Logisch nadenken over toegevoegde waarde CBCT
Belangrijk is vooral om logisch na te denken over elke mogelijk te maken beeldvormende opname. De vraag moet dus zijn of de CBCT-opname nou echt het verschil maakt: is er echt een toegevoegde waarde? Zeker ook bij de hier genoemde indicaties kan dat het geval zijn. Echter, het kan net zo goed dat zonder de CBCT-opname tot de juiste diagnose en behandeling kan worden gekomen.
Binnen de Nederlandse setting moet er een bepaalde doelmatigheid zijn, het moet dus echt wat opleveren, zo niet het verschil maken. Ondanks de vele mogelijkheden voor stralingreductie bij deze beeldvormende techniek, geldt nog steeds het ALARA-principe. Daarnaast liggen de kosten voor de patiënt voor een CBCT-opname rond de 200,- euro. Het is goed om ook hierbij stil te staan.
Richtlijn endodontische diagnostiek en behandeling
De Nederlandse vereniging voor endodontologie (NVve) heeft een complete richtlijn voor de endodontische diagnostiek en behandeling ontwikkeld waarin zo goed als mogelijk afwegingen zijn gemaakt, gebaseerd op de beschikbare kennis. Het handelen volgens deze richtlijn geeft ook een goed verdedigbare en juridische basis aan onze keuzes en de behandelingen die we dagelijks uitvoeren.
Concluderend mag gesteld worden dat het meer gangbaar worden van de CBCT-opname een echte meerwaarde heeft bij endontische diagnostiek en daaruit volgend de behandelkeuze. Een goede zorgverlener hanteert deze tool met inachtneming van kosten, stralenbelasting en beperkingen en alleen daar waar het verschil niet anders gemaakt kan worden.
Door:
Robert-Jan Schaap, tandarts-endodontoloog. In 1999 is hij afgestudeerd aan de universiteit van Nijmegen (KUN). Na zijn studie is hij 12 jaar werkzaam geweest als tandartsdocent bij het Academisch Centrum Tandheelkunde te Amsterdam (ACTA). In 2008 heeft hij de opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA afgerond. Thans werkzaam in verwijspraktijk EndoNoordkop.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/01/3D.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-11-23 15:12:422020-11-19 13:29:17Gebruik van CBCT : alleen als het echt verschil maakt
Een nieuwe trend doet zich voor in de tandheelkunde: slow dentistry. Een behandelingsmethode die alle tijd neemt die de tandarts – en de patiënt – nodig heeft.
Tandheelkundige praktijken hebben zich vaak een strak schema te houden. Een patiënt moet gediagnostiseerd, verdoofd, behandeld en geïnformeerd worden. En dat allemaal voor de volgende patiënt weer aan de beurt is. Slow dentistry wil hier verandering in brengen. Dat maakt de methode steeds populairder. Ook in Nederland.
Een betere tandarts-ervaring voor iedereen
Slow dentistry is een beweging van mondzorgprofessionals die streeft naar een betere tandarts-ervaring voor iedereen. Dus voor professional én patiënt. Hoe? Door meer tijd te nemen voor een behandeling. Een afspraak in een slow dentistry-praktijk duurt minimaal één uur. Dat geeft de praktijk de tijd om extra stappen te nemen voor een prettig tandartsbezoek.
Bovendien streeft slow dentistry naar een verhoogd bewustzijn van de patiënt op het gebied van veiligheid, begrip, welgesteldheid en comfort.
De pijlers van slow dentistry
De extra stappen die slow dentistry-praktijken nemen delen ze op in vier pijlers: verdoving, rubberdam, desinfectie en informed consent.
Verdoving
Ten eerste, de verdoving. Slow dentistry-professionals nemen altijd alle tijd voor een juiste toediening van de verdoving. Vervolgens wachten ze tot de verdoving volledig in werking is getreden voordat ze de behandeling beginnen.
Rubberdam
Daarnaast wordt bij een slow dentistry-behandeling altijd een rubberdam gebruikt waar nodig. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een wortelkanaalbehandeling en andere behandelingen waar een tand geïsoleerd moet worden.
Desinfectie
Ten derde wordt een behandelkamer in een slow dentistry-praktijk altijd volledig gedesinfecteerd tussen behandelingen door. Zo komt elke patiënt in een volledige hygiënische stoel te liggen.
Informed consent
Ten slotte streeft de slow dentistry-beweging altijd naar volledige, geïnformeerde toestemming. Dat betekent dat elke stap en behandeling wordt toegelicht. Zo kan de patiënt een goed geïnformeerde afweging maken voordat er toestemming wordt gegeven voor een behandeling. Deze toestemming wordt altijd met een handtekening gegeven.
Natuurlijk proberen alle tandartspraktijken naar deze pijlers te streven. Het grote verschil is dat slow-dentistry praktijken de tijdsdruk wegnemen, waardoor deze pijlers extra goed kunnen worden nageleefd.
Slow dentistry in Nederland
Slow dentistry is (nog) alles behalve wijdverspreid. De beweging vindt haar oorsprong in Zwitserland, maar spreidt zich langzaam uit naar andere landen. Ook in Nederland krijgt slow dentistry voet aan de grond. Bijvoorbeeld via de KOM (Keurmerk Onafhankelijke Mondzorg) Nederland.
Sinds oktober is Beekmans Tandartsen in Laren de eerste slow dentistry-praktijk van Nederland. Maar de principes van slow dentistry worden hier al sinds 1996 toegepast. “Door mijn Portugese collega Miguel Stanley kwam ik met deze werkwijze in aanraking”, vertelt Hans Beekmans.
Voor de tandartsen die met slow dentistry werken gaat er volgens Beekmans een wereld open: “Er is tijd voor kwaliteit, rust en het gevoel dat je echt goed bezig bent. Helaas laat het Nederlandse honoreringssysteem deze tandheelkunde nauwelijks toe. Daarom ben ik aangesloten bij het KOM. Zij proberen daar verandering in te krijgen.”
En die verandering zou niet alleen de tandartsen ten goede komen, denkt Beekmans: “Patiënten vinden het geweldig dat er tijd en ruimte wordt gemaakt voor kwaliteit en hygiëne”, vertelt hij. “Er is ongelooflijk veel animo.”
Drie praktiserende mondhygiënisten uit Groningen (Selma Burrekers), Amsterdam (Jolanda Gortzak) en uit Willemstad, Curacao (Esther Reyerse) onderzochten wat het effect zou kunnen zijn van de COVID-19 crisis op de mondgezondheid. Zij concludeerden dat de meeste mensen hun zelf ervaren mondgezondheid ‘redelijk goed’ tot ongeveer hetzelfde of zoals gewoonlijk beoordeelden.
Als mondzorgprofessionals vonden zij dat tijdens de COVID-19-pandemie het niet enkel belangrijk was om te voorkomen, dat men besmet raakte met het virus, maar ook dat het van belang is dat men blijft letten op de algemene dagelijkse levensverrichtingen, zoals mondverzorging.
Mondzelfzorg
Onder supervisie van gedragswetenschapper Yvonne Buunk-Werkhoven onderzochten de mondhygiënisten of de COVID-19-pandemie al dan niet een impact had op de mondgezondheid en het bewustzijn van de eigen mondverzorging. Direct nadat de mondzorgpraktijken in Nederland weer hun werkzaamheden oppakten, legden zij de focus op het bevorderen van een optimale mondgezondheid en het vergroten van mond(zelf)zorgbewustzijn bij hun patiënten.
Resultaten
Van 16 maart – 11 juni 2020 verzamelden de drie mondhygiënisten de gegevens voor dit onderzoek. Zij stelden twee eenvoudige vragen aan de patiënten die een bezoek brachten aan de mondzorgpraktijken. De observaties en ervaringen van de mondzorgprofessionals op de verschillende locaties en in hun klinische praktijken, en de mondgezondheid van de patiënten waren relatief vergelijkbaar. Het bleek dat de meeste mensen hun zelf ervaren mondgezondheid ‘redelijk goed’ tot ongeveer hetzelfde of zoals gewoonlijk beoordeelden.
Samenvattend, hopen deze mondhygiënisten met hun ‘practice based bewijs’ betreffende mondgezondheid ervaringen vanuit patiëntenperspectief, maar ook vanuit professionalsperspectief een ‘evidence based’ bijdrage’ te leveren. Bovendien willen zij door deze bevindingen te delen met collega’s en relevante anderen in mondzorg alle mondzorgprofessionals motiveren om hun ‘best practices’ inzichtelijke en publiekelijk te maken. Nu een tweede golf inmiddels is begonnen, het coronavirus nog steeds niet is bedwongen en de cijfers nog niet lijken af te vlakken is het effect van de COVID-19 op de mondgezondheid mogelijk veranderd.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/Mensen-beoordelen-tijdens-coronacrisis-hun-mondgezondheid-ongeveer-gelijk-aan-daarvoor.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-11-23 15:10:432020-11-19 13:31:16Mensen beoordelen tijdens coronacrisis hun mondgezondheid ongeveer gelijk aan daarvoor
Een patiënt, die zorgverzekeraar VGZ had gedagvaard omdat zij van mening was dat zij een te lage vergoeding ontving voor implantaten voor haar kunstgebit, is door de rechter in het gelijk gesteld.
Na een slepende discussie van meer dan twee jaar tussen tandartsen en patiënten enerzijds en VGZ anderzijds, heeft de rechter geoordeeld dat het vergoedingsbeleid van VGZ voor deze zorg geen stand kan houden.
De patiënt had besloten VGZ voor de rechter te slepen, omdat zij ondanks brieven aan VGZ geen hogere vergoeding voor haar implantaten kreeg. VGZ rechtvaardigde het vergoedingsbeleid door te wijzen op het inkooptraject dat zij in 2018 had ingevoerd, waarbij VGZ zelf afspraken maakte met implantaatfabrikanten over de prijzen van implantaten. VGZ vond dat deze implantaatfabrikanten gezien kunnen worden als ‘zorgaanbieders’, waardoor de vergoeding voor patiënten gebaseerd zou kunnen worden op de met de fabrikanten afgesproken prijzen. De afspraken met de fabrikanten zouden volgens VGZ de basis moeten zijn voor het gemiddeld gecontracteerde tarief. Het resultaat daarvan was een véél lagere vergoeding voor patiënten voor niet-gecontracteerde mondzorg.
Fabrikanten gelden niet als zorgaanbieder
Het standpunt van VGZ hield bij de rechter geen stand. Volgens de rechter kunnen fabrikanten niet gelden als ‘zorgaanbieder’. Een patiënt kan tenslotte niet rechtstreeks naar een fabrikant toe voor zorg. Ook kan de fabrikant niet gezien worden als behandelaar. Daarmee zette de rechter een streep door het vergoedingsbeleid van VGZ: de patiënt heeft, zo oordeelde de rechter, recht op een veel hogere vergoeding per implantaat. In dit specifieke geval betekende dit dat VGZ voor de implantaten 50% meer moest vergoeden dan zij had gedaan.
“Terechte en logische uitspraak”
De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT), die zich actief heeft bemoeid met het beleid van VGZ, noemt het een ‘meer dan terechte en logische’ uitspraak. “Door fabrikanten van implantaten opeens naar voren te schuiven als zorgaanbieders, werden verzekerden van VGZ gedupeerd”, zo stelt ANT-voorzitter en tandarts Jan Willem Vaartjes. “Als gevolg van dit beleid ontvingen patiënten van VGZ bijna twee jaar lang een te lage vergoeding, terwijl de ANT VGZ daarop eind 2018 al gewezen had”.
De ANT zal VGZ benaderen voor een snelle oplossing voor alle verzekerden van VGZ die hierdoor onterecht een te lage vergoeding hebben gekregen. “Het zou VGZ sieren als zij al haar verzekerden en voormalig verzekerden pro-actief zou benaderen, zodat alle patiënten alsnog de vergoeding krijgen waar zij recht op hebben”, aldus Vaartjes, die er overigens vanuit gaat dat VGZ in dezen haar verantwoordelijkheid neemt.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/Patiënt-sleept-VGZ-voor-de-rechter-en-krijgt-gelijk.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-11-23 12:13:192020-11-23 12:13:19Patiënt sleept VGZ voor de rechter en krijgt gelijk
Tandheelkundige gewoonten kunnen een rol spelen bij de indirecte overdracht van COVID-19. Zo raakten mensen in Spanje die een huis woonden waar minstens een andere persoon positief was minder vaak besmet wanneer ze hun tong dagelijks poetsten, volgens nieuw onderzoek.
Mondhygiëne tegen corona
Om het coronavirus in te dammen is, naast het bewaren van voldoende afstand tot anderen, het onderhouden van goede hygiëne een van de belangrijkste aspecten om de kans op besmetting klein te houden. Voorlopig onderzoek heeft aangetoond dat de mond een belangrijke plaats is voor infectie en transmissie van het virus, en er is bewijs dat een goede mondhygiëne houden de verspreiding kan stoppen.
Verspreiding onder samenwonenden
Onderzoekers van de tandheelkundeafdeling aan de Rey Juan Carlos Universiteit in Madrid wilden daarom uitzoeken of bepaalde gewoonten voor mondhygiëne het verspreiden van COVID-19 onder samenwonende mensen vergemakkelijken. Met behulp van een online vragenformulier ondervroegen ze vier weken na het begin van de lockdown ongeveer 300 mensen in Spanje die samenwoonden en badkamer deelden met een positief geteste persoon.
Minder infecties bij tongpoetsenden
Een derde van alle deelnemers gaf aan twee of meer keer per dag tanden te poetsen, 20% floste dagelijks, 15% gebruikte dagelijks een mondspoeling en 17% poetste hun tong elke dag. Dit laatste werd vaker gedaan in de groep waar het virus niet aan andere huisgenoten werd overgedragen. Tandenpoetsen, flossen of mondspoelingen gebruiken maakte geen significant verschil voor eventuele besmetting. In totaal ontsmetten slechts 25 mensen hun tandenborstel dagelijks met bleek. Hiervan raakte een derde echter alsnog besmet.
Tandenborstel delen niet slim
Zo’n 170 personen waren kruisbesmet door huisgenoten, vonden de onderzoekers. Hiervan maakten 127 deelnemers gebruik van gedeelde tandenborstelhouders en 43 niet, vergeleken met 65 en 67 respectievelijk uit de andere groep. 5% (acht personen) van de kruisbesmette groep deelde hun tandenborstel met een huisgenoot. Van de personen die niet besmet waren deed slechts een iemand dit.
Tong het belangrijkste orale orgaan als virusreservoir
Enkele beperkingen van het onderzoek zijn dat de data zelfgerapporteerd zijn en dat de aerosol- en oppervlaktelevensvatbaarheid van SARS-CoV-2 niet thuis bij de deelnemers kon worden gemeten. De onderzoekers schrijven desondanks dat “dit resultaat kan worden geïnterpreteerd als een indicatie van de tong als het belangrijkste orale orgaan dat fungeert als een reservoir van COVID-19 en het belang van tandenpoetsen om de viral load van de individuele drager te verminderen”.
Aanmoedigen tot goede mondhygiëne
Tandartsen zouden daarom patiënten moeten aanmoedigen om een goede mondhygiëne te onderhouden, waaronder interdentaal reinigen en het poetsen van de tong. Patiënten zouden juist niet hun tandenborstel of -houder moeten delen met anderen. “Het gebruik van ongeschikte maatregelen in de tandheelkundige omgeving zou kunnen bijdragen aan de indirecte overdracht van COVID-19 tussen samenwonenden”, schrijven de auteurs.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/De-rol-van-tandheelkundige-gewoonten-bij-de-overdracht-van-COVID-19-IG.jpg713960Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-11-19 09:51:342022-12-14 12:06:59De rol van tandheelkundige gewoonten bij de overdracht van COVID-19
De Philips Sonicare ProtectiveClean 4300 Hx6803/63 komt als beste elektrische tandenborstel uit de test van de Consumentenbond. Oral-B loopt weg met de titel ‘Beste Koop’.
Elektrische tandenborstels worden alsmaar populairder. De superieure prestaties maken het voor veel mensen een aantrekkelijke investering. Bovendien zorgt de continue ontwikkeling van nieuwe elektrische tandenborstels voor een breed aanbod. Er is echt voor ieder wat wils. Ongeacht budget, prioriteit en voorkeur.
Maar er kan er maar één de beste zijn. En daar ging de Consumentenbond naar op zoek. Er werden 87 elektrische tandenborstels getest op vier verschillende categorieën: tandplakverwijdering, gebruiksgemak, accuduur en geluid.
Meerdere tandenborstels kwamen als beste uit de test. Uiteindelijk kwam een tandenborstel uit de Philips Sonicare lijn als winnaar uit de bus vanwege de lage prijs.
Beste uit de test: Philips Sonicare ProtectiveClean 4300 Hx6803/63
Het winnende model van Philips werd beoordeeld met een 7,9. De Consumentenbond is voornamelijk enthousiast over de accuduur. Op één lading kan je meer dan 180 minuten poetsen.
Verder heeft de tandenborstel een paar extra functies. De Sonicare ProtectiveClean 4300 is voorzien van een poetsdruksensor en twee mogelijke snelheden. De enige categorie waar de tandenborstel minder goed scoorde, was geluid.
Beste koop: Oral-B Vitality 100 CrossAction
Naast de titel ‘beste uit de test’ werd het predicaat ‘beste koop’ uitgedeeld aan de tandenborstel met de beste prijs/kwaliteit-verhouding. Deze eer viel Oral-B ten deel met hun Vitality 100 CrossAction model.
De tandenborstel werd beoordeeld met een 7,6. Het kleine prijskaartje (€21,- tegenover de €70,- van bovenstaande Philips Sonicare) betekent uiteraard wel dat dit model wat minder functionaliteiten heeft. Hij is dus een stukje eenvoudiger. Maar, volgens de Consumentenbond is e Oral-B Vitality 100 CrossAction net zo goed in het verwijderen van plak.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/Dit-is-de-beste-elektrische-tandenborstel-volgens-de-Consumentenbond.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-11-18 09:05:232020-11-19 13:09:24Dit is de beste elektrische tandenborstel volgens de Consumentenbond
Britse tandartsen geven aan dat ze regelmatig mishandeld worden door patiënten, veelal verbaal. Dat blijkt uit onderzoek van de Britse brancheorganisatie Dental Protection.
Dat de coronacrisis het leven minder prettig maakt, staat vast. Mensen krijgen sneller een kort lontje, raken geïrriteerd en reageren hun ergernissen sneller af op de mensen om hun heen. Een afbrokkelende mentale gesteldheid kan het gevolg zijn. Het onderzoek van Dental Protection toont aan dat ook tandartsen hier het slachtoffer van kunnen worden.
45% van de respondenten geeft aan dat hun mentale gesteldheid achteruit is gegaan sinds het begin van de coronacrisis. 48% zegt met pessimisme naar de toekomst te kijken. De voornaamste oorzaken van de stress en angst die tandartsen ervaren zijn de gezondheid van familie en vrienden (60%), financiële zorgen (58%) en het (telkens) aanpassen aan de nieuwe coronarichtlijnen (50%).
Verbale mishandeling
Een andere grote oorzaak van stress en angst is de mishandeling die tandartsen ervaren. 33% van de respondenten geeft aan verbale of fysieke mishandeling te ondergaan van patiënten of de familie van die patiënten. Dit varieert dus van scheldpartijen tot fysiek geweld. 5% geeft aan ook buiten de praktijk slachtoffer te zijn van mishandeling.
Extra uitdagingen
“Tandheelkundige professionals hebben tijdens deze pandemie te maken gehad met een reeks uitdagingen”, zegt Raj Rattan, tandheelkundig directeur bij Dental Protection, tegen Dentistry.
“Velen zijn teruggekeerd naar de praktijk in pittige omstandigheden. Op nieuwe manieren werken, zich aanpassen aan aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen, en zich zorgen maken over hun gezondheid en die van hun families, personeel en patiënten. En ze worden geconfronteerd met een achterstand van patiënten met een uitgestelde behandeling als gevolg van de onvermijdelijke vertragingen van de afgelopen maanden.”
“Veel tandartsen uiten hun frustratie over de coronarichtlijnen. Ze geloven dat een sterke bewijsbasis mist. Ze vinden met name dat richtlijnen niet altijd gemakkelijk te ontcijferen en na te leven zijn. En dat ze een negatieve invloed hebben op de operationele capaciteit van de praktijken.”
Frustraties
Rattan concludeert dat het uitstellen van behandelingen regelmatig leidt tot frustraties bij patiënten en hun familie. Zeker wanneer de patiënt pijn of ongemak heeft. Deze frustraties kunnen leiden tot de mishandeling van de tandartsen of ander personeel in de praktijk.
De wachtlijsten worden bij veel praktijken nog steeds langer. Nieuwe maatregelen, een tweede golf en het sluiten van sommige praktijken levert extra werklast op bij de praktijken die nog wel open zijn. Of dit zal leiden tot nog meer mishandeling is niet duidelijk. De hoop is natuurlijk van niet.
Beeldvorming door middel van een PET/CT-scan en een biomarker voor prostaatkanker heeft geleid tot de ontdekking van een nieuw paar speekselklieren, op de plek waar de neusholte en keel samenkomen. Het sparen van deze klieren bij patiënten die radiotherapie (RT) krijgen kan mogelijk de kwaliteit van hun leven verbeteren.
Speekselklieren moeten gespaard worden
Het raken van speekselklieren tijdens radiotherapie kan bij de patiënt leiden tot xerostomie en dysfagie. Deze aandoeningen kunnen resulteren in onder andere een hoger risico op cariës en orale infecties, en spraak- en spijsverteringsproblemen. Indien mogelijk worden grote speekselklieren daarom tijdens RT-behandelingen gespaard.
Tubaria-klieren ontdekt met nieuwe techniek
De nieuwe techniek positronemissietomografie (PET)/computertomografie (CT) met radioactief gelabelde liganden tegen prostaatspecifiek membraanantigeen (PSMA) kan speekselklieren met een hoge gevoeligheid en specificiteit visualiseren. Onderzoekers onder leiding van Dr. Matthijs Valstar van het Nederlandse Kanker Instituut ontdekten hiermee tot hun verbazing twee gebieden achter in de nasopharynx die eruitzagen als speekselklieren. De nu zogenoemde tubaria-klieren bleken daadwerkelijk ook de andere eigenschappen van speekselklieren te hebben.
Belangrijk voor kankerpatiënten
De onderzoekers veronderstelden dat de klieren een fysiologische rol zouden kunnen spelen bij onder andere het slikken in de nasopharynx en oropharynx. Het zou patiënten met hoofd-halskanker mogelijk ten goede komen om er meer over te weten. Verder wilden de onderzoekers bepalen of deze gebieden gespaard moeten blijven tijdens radiotherapie.
Retrospectief onderzoek naar effect radiotherapie
Alle 100 patiënten waarvan de onderzoekers PSMA-PET/CT-scans analyseerden hadden de tubaria-klieren, met een gemiddelde grootte van 4 cm. Het effect van radiotherapie op speekselvloed en slikken werd retrospectief onderzocht met behulp van prospectief verzamelde klinische gegevens van in totaal 723 hoofd-halskankerpatiënten. Het verband tussen RT-dosis en xerostomie of dysfagie werd geëvalueerd met multivariable logistische regressieanalyse.
Grotere dosis in kliergebied leidt tot meer bijwerkingen
Uit de resultaten, gepubliceerd in Radiotherapy & Oncology, bleek dat een grotere RT-dosis in het kliergebied significant werd geassocieerd met xerostomie en dysfagie na een behandeling van minstens graad 2 na een jaar. De resultaten tijdens de follow-up na twee jaar waren vergelijkbaar.
Externe validatie nodig
Dit betekent dat de ontdekking een voordeel kan zijn voor kankerpatiënten. De onderzoekers zijn echter van mening dat externe validatie in een onafhankelijke dataset moet worden verworven voor de klinische protocollen moeten worden gewijzigd. Zodra dit is gebeurd vinden ze het een logische stap om de tubaria-klieren te zien als risicovolle organen bij het toedienen van radiotherapie.
Mogelijk betere kwaliteit van leven
Wanneer deze nieuwe klieren kunnen worden gespaard tijdens radiotherapie “zullen patiënten mogelijk minder bijwerkingen ervaren, wat hun algehele kwaliteit van leven ten goede komt na de behandeling”, schrijven de auteurs.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/11/Ontdekking-nieuwe-speekselklieren-kan-mogelijk-kankerpatiënten-helpen.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-11-16 10:40:052020-11-05 17:24:09Ontdekking nieuwe speekselklieren kan mogelijk kankerpatiënten helpen
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.