Coronafilter voor gebouwen in de maak in Nederland

Het Nederlandse bedrijf Formula Air biedt een filter aan dat het coronavirus uit de lucht haalt. De verwachtingen zijn hoog.

 Nu het coronavirus COVID-19 onderdeel is geworden van ons ‘normale’ leven, wordt er gezocht naar structurele oplossingen om het virus mee in te dammen. Zolang er geen vaccin is, kunnen we niet anders. Dat begrijpt ook Formula Air. Het Nederlandse bedrijf heeft een filter ontwikkeld waarmee corona uit de lucht in gebouwen gefilterd kan worden.

Het innovatieve filter werkt via positieve ionisatie. Dat geeft de COVID-deeltjes die door het filter passeren een positieve elektrische lading. Zo wordt het virus onschadelijk gemaakt. Volgens salesmanager Rob van Brug, haalt het filter “ruim 99 procent van het coronavirus en andere virussen uit de lucht.” Dat vertelt hij tegen het Parool.

Geschikt voor een tandartspraktijk

De filters van Formula Air kunnen zo’n 400 kubieke meter lucht per uur zuiveren. Volgens het Parool is dat genoeg om een tandartspraktijk of een klein café coronavrij te houden. Dit kan dus een mooie oplossing bieden voor tandartsen die er alles aan willen doen om corona buiten de deur te houden. De kosten zijn wel hoog: de prijs ligt tussen de 2.000 en 30.000 euro.

Concurrentie

Formula Air is niet de enige speler op de markt. Ze krijgen onder andere concurrentie van luchtfiltratiespecialist Deltrian. Dit Belgische bedrijf ontwikkelde een filter dat in bestaande ventilatiesystemen kan worden geïnstalleerd. De filters van Deltrian slagen erin om het coronavirus te doden zonder dat er (voor mensen) schadelijke stoffen aan te pas komen, zoals ozon.

“Onze filters doden direct 100 procent van alle virusdeeltjes”, onthult Paul Borst, business development manager bij Deltrian, tegenover het Parool. De Belgische concurrent van Formula Air zegt al veel bestellingen te hebben liggen, en filters al te kunnen leveren vanaf zo’n 200 euro. Dat maakt het ook direct interessanter voor mondzorgpraktijken die iets minder te besteden hebben.

Bron:
Het Parool

 

 

Lees meer over: Corona, Thema A-Z

Chicago Midwinter Meeting online: 25 – 27 feb 2021

De Chicago Dental Society (CDS), de populaire, internationale Amerikaanse beurs zal digitaal plaatsvinden van 25 t/m 27 februari.

De coronacrisis raakt zelfs de grootste instituten ter wereld. Ook de Chicago Midwinter Meeting, een jaarlijkse beurs in Amerika, ervaart de gevolgen. De beurs viert haar 156ste editie nu digitaal. Het thema blijft hetzelfde: Heart of Dentistry.

Ondanks het feit dat er geen fysieke beurs is, is er genoeg te doen, aldus de organisatie. Digitale gasten kunnen genieten van een dynamisch wetenschappelijk programma en verschillende virtuele tentoonstellingen. Natuurlijk zullen er ook nog steeds presentaties zijn van innovatieve marktleiders en academici over allerlei onderwerpen.

Aanmelden voor de Chicago Midwinter Meeting

Voor Nederlandse tandartsen en mondhygiënisten kan dit een unieke kans bieden: de grote Chicago Midwinter Meeting bijwonen vanuit je eigen huis. Geen dure vliegtickets of riskante internationale reizen nodig.

Aan iedereen die zich registreert belooft de organisatie een “uitzonderlijk programma voor mondzorgprofessionals en een vervolg op het waardevolle en wetenschappelijk stimulerende evenement dat bezoekers kennen.”

Bron:
CDD

 

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Uitzending Nieuwsuur over gebruik donorbot

Uitzending Nieuwsuur over gebruik donorbot

Nieuwsuur maakte een item over het gebruik van donorbot door tandartsen. ANT-bestuursvoorzitter Jan Willem Vaartje gaf uitleg over hoe dit in Nederland in de praktijk gaat. Bekijk het fragment hieronder.

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Financiering

Tandartsketen Curaeos versterkt zijn positie met herfinanciering

De Curaeos Holding – Europese keten van 190 tandartspraktijken met onder andere de praktijken van DentConnect en Samenwerkende Tandartsen – heeft haar financiële positie versterkt nadat zij deze week met haar bestaande financiers een nieuw financieringspakket is overeengekomen. Eerder schreef het FD dat de overname van Cureaos een financiële strop opleverde voor de eigenaren EQT en PGGM.

Vermindering schuldenlast

De aandeelhouders zullen € 50 miljoen investeren en de bestaande financiers lenen een bedrag van € 275 miljoen ter vervanging van de bestaande lening. Dankzij dit herstructureringsproces is de Europese keten van tandartspraktijken erin geslaagd haar schuldenlast met ongeveer € 165 miljoen te verminderen.

,,We zijn blij dat we overeenstemming hebben bereikt over dit uitgebreide financieringspakket, waarmee we de toekomst van Curaeos hebben veiliggesteld. Daarnaast kunnen we hiermee ook onze medewerkers, kredietverstrekkers, belanghebbenden en leveranciers geruststellen”, zegt Chris Cools, CEO van Curaeos. ,,We gaan nu naar de volgende fase om onze organisatie verder te professionaliseren, zodat we een zo sterk mogelijk fundament hebben om het bedrijf te ondersteunen’’, zegt Cools. ,,Ons doel is om een duurzame en winstgevende toekomst voor Curaeos te bewerkstelligen en vandaag hebben we een enorme stap voorwaarts genomen.’’
Curaeos is actief is in Nederland, België, Duitsland, Denemarken en Italië en heeft een netwerk van meer dan 220 klinieken.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
partieel-keramiek---afdruk

Partieel Keramiek: wat zijn de stappen?

De afgelopen jaren heeft de adhesieve tandheelkunde een enorme vlucht genomen. Het heeft voor een revolutie gezorgd in de behandelaanpak binnen de restauratieve tandheelkunde. Dit omvat het minimaal invasief prepareren gevolgd door het plaatsen van hoog esthetische en duurzame restauraties. Wat zijn de stappen? Waar moet je op letten bij het prepareren en bij het plaatsen? Hoe breng je immediate dentin sealing (IDS) aan?

Behandeling 1: Prepareren, IDS en afdrukken

Stappen en taakverdeling

Tijdens de eerste afspraak moeten er veel verschillende handelingen uitgevoerd worden. Het is van belang om van te voren de volgorde van de handelingen goed door te spreken met de assistent(e) om de behandeling zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.

Voorbeeld van taakverdeling en volgorde handelingen:

Bekijk een vergrote versie van de Voorbeeld van taakverdeling en volgorde handelingen

 

Stap 1: Voorbereiding noodvoorziening

De puttyafdruk wordt altijd zonder het lepeltje genomen, zodat deze eenvoudig bij te snijden is. Nadat de puttyafdruk is gemaakt, wordt deze gelijk nogmaals teruggeplaatst met een light body afdrukmateriaal of fitchecker voor een optimale pasvorm.

Stap 2: Cofferdam aanbrengen

Het is aan te raden om altijd een stugge cofferdam te gebruiken (meestal is een flossdraadligatuur cervicaal dan ook niet nodig). Bij het aanbrengen van de cofferdam interdentaal kunnen de elementen zachtjes gesepareerd worden met een ash 6. Op deze manier is het niet nodig om flossdraad te gebruiken en is de kans dus kleiner dat de cofferdam beschadigd raakt bij het aanbrengen.

Stap 3: Prepareren

Het prepareren gebeurd minimaal invasief met als doel om zo veel mogelijk aan glazuur te hechten. Ook voorkom je dat de outline onnodig diep komt te liggen. Het behoud van vitaliteit en een stabiel vormherstel zijn daarnaast ook nog voordelen van minimaal invasief prepareren.
Eerst wordt de oude restauratie met een ronde diamantboor (020) weggehaald. Hierna wordt de cariës verwijderd met een 016 excavator boor (blauw hoekstuk op 100%). Daarna wordt met een chamferboor (016) op de outline een afgevlakte schouder geprepareerd. Omdat IDS het beste hecht aan een grof oppervlak, kan er het beste een grof boortje gebruikt worden. Het advies is om vloeiende rondingen te maken. Daarnaast moeten verkleuringen tot 2 millimeter van de outline weggehaald worden. Ondersnijdingen zijn ongewenst maar kunnen eventueel opgevuld worden tijdens het aanbrengen van de IDS.

Buccale wand

In principe wordt er voor gekozen om de buccale knobbel te laten staan, ook omdat dit makkelijker is voor het bepalen van de kleur. Bij cervicale slijtage moet er wel gekozen worden om de knobbel mee te nemen in de preparatie.

Cracks

Het komt vaak voor dat er barsten in het element lopen. Wanneer het element geen klachten geeft (bij koud of warm) dan wordt geadviseerd de dieper lopende barsten te laten zitten. Bij de aanwezigheid van barsten moet een knobbeloverkapping overwogen worden.

Kwadrantaanpak

De voorkeur gaat er naar uit om voor een kwadrantaanpak te kiezen, eventueel in combinatie met composiet. Zo heeft de tandtechnieker meer vrijheid voor de vormgeving approximaal en houd je het voor jezelf overzichtelijk.

Diepe outline

Soms ligt de outline van de preparatie onder de gingiva. Dit is vaak een extra uitdaging omdat het goed kunnen droogleggen van de preparatie noodzakelijk is bij het aanbrengen van IDS. Mocht de cofferdam in de weg zitten dan kan er gekozen worden voor een ‘split-dam’, oftewel het doorknippen van de cofferdam om vervolgens de preparatie droog te leggen met teflontape. Een andere methode om de preparatie goed droog te kunnen leggen is het toepassen van ‘margin elevation’ waarbij de preparatie cervicaal eerst opgehoogd wordt met composiet. Het nadeel van deze methode is dat er twee randspleten aanwezig zullen zijn.

Stap 4: IDS aanbrengen

De volgende stappen moeten gevolgd worden:

  • Primer aanbrengen – 20 seconde laten inwerken en zachtjes droogblazen– deze stap eventueel herhalen.
  • N.B. Er hoeft niet eerst geëtst te worden aangezien IDS is bedoeld om een betere hechting aan dentine te verkrijgen. In het algemeen liggen de randen van de preparatie in glazuur. Mocht dat niet het geval zijn (bijv. approximaal) dan wordt alsnog de outline daar (net als op het glazuur) gepolijst. Bonding aanbrengen – bonding niet uitharden.
  • Flow aanbrengen (A1 grandio) en dit met de sonde verspreiden.
    N.B. met flow (i.t.t. gewoon composiet) heb je geen kans dat de hybride-laag van de bonding kapot geduwd wordt, wanneer je de bonding niet eerst uithard. Door de bonding niet eerst uit te harden krijg je een mooie menging.
  • Uitharden.
  • Glycerine-gel aanbrengen en nogmaals uitharden.
  • Spoelen.
  • Met een rode chamfer diamantboor wordt de outline schoongemaakt en worden eventueel nog rondingen aangebracht.
  • Cofferdam wegknippen en gingivectomie uitvoeren. Gebruik hierbij de dikke standaard tip van Satelec, bij voorkeur wordt het puntje van de tip aangepast met een boortje. De tip mag nooit onder een hoek gebruikt worden.
  • Afwerken outline preparatie met brownie.
  • Afwerken opstaande wanden met soflex-schijfje (eventueel een EVA-hoekstuk gebruiken).
  • Checken of er geen tandsteen aanwezig is, zo nodig verwijderen.
  • Afdruk nemen. De voorkeur gaat uit naar hydrocolloïd, het nadeel van deze techniek is dat er gekoelde lepels gebruikt moeten worden. Het nadeel van impregum is dat dit materiaal aan de IDS-laag kan hechten. Wanneer er impregum gebruikt wordt, is het aan te raden de IDS-laag vooraf goed schoon te maken met alcohol.

Stap 5: Noodvoorziening plaatsen

De puttymal wordt doorgesneden ter plaatse van het midden van de elementen naast de preparatie. Het is aan te raden om bij meerdere preparaties de tussenstukjes weg te halen. Voordat de puttymal met protemp (A2 of A3) geplaatst wordt, moeten de preparaties en de omgeving ingesmeerd worden met glycerinegel. De noodvoorziening wordt vervolgens afgewerkt waarbij het van belang is dat er interdentaal voldoende ruimte wordt gecreëerd voor een het gebruik van een rager. De durelon wordt op de elementen aangebracht en de noodvoorziening op zijn plek aangeduwd. De overmaat Durelon kan vervolgens weggespoeld worden met water en lucht. De patiënt moet daarna 10 minuten dichtbijten op een watje.

Wanneer voor je een gingivectomie uit?

Een gingivectomie kan uitgevoerd worden wanneer de outline niet mooi vrij ligt. De outline zal dan beter zichtbaar zijn in de afdruk en ook zal de gingiva minder snel gaan bloeden. Als je de gingivectomie voorzichtig uitvoert dan zal de patiënt hiervan nauwelijks of geen napijn van ervaren.

Informatie tandtechnieker

De indirecte restauraties worden (mits het niet om een brug gaat met een overspanning van meer dan 1 premolaarbreedte) van e-max gemaakt. Het is erg belangrijk om met de tandtechnieker de vormgeving te bespreken. De vormgeving cervicaal onder het contactpunt/vlak mag niet te bol lopen (anders krijg je problemen met het weghalen van de overmaat bij het plaatsen). Ook kun je de tandtechnieker vragen om contactvlakken in plaats van contactpunten te maken.

Behandeling 2: Plaatsen indirecte restauraties

Stap 1: Passen indirecte restauraties

Stappenplan:

  • Verwijder de noodvoorziening met een scaler.
  • Verwijder eerst eventuele cementresten in de sulcus.
  • Breng de cofferdam aan (tip: zorg ervoor dat de cofferdam eerst buccaal en palatinaal goed diep zit en daarna pas interdentaal. Gebruik een ash 6 om te ‘separeren’ i.p.v. flossdraad en laat de cofferdam droogblazen door de assistente).
  • Maak de preparatie schoon met een botte tandsteentip op half vermogen. Voorkom dat je met de tip op de outline komt. De outline kan met een scaler schoongemaakt worden.
  • Zandstralen preparatie (aquacare)
  • Controleer d.m.v. het droogblazen van de preparatie of de IDS nog goed zit en of alles goed schoon is.
  • Pas de indirecte restauraties:
    o Als de indirecte restauratie niet helemaal op zijn plek komt, dan stoort deze in de meeste gevallen op de opstaande wanden, deze wanden kunnen dan bijgewerkt worden.
    o Als er een minimale randspleet aanwezig is dan is dit niet erg, dit vult zich op met composiet.
    o Soms is een contactpunt te zwaar (t.g.v. de tijdelijke voorziening). Bij het plaatsen kunnen de elementen dan wat uit elkaar geduwd worden met de ash 6. Het is wel belangrijk om van te voren goed te checken of de indirecte restauraties individueel wel goed passen!
  • Bepaal de volgorde van plaatsen.

Stap 2: Voorbereiden indirecte restauratie (E-max)

Stappenplan:

  • Etsen met HF-zuur – 20 seconde.
  • Spoelen.
  • Ultrasoon trillen – 5 minuten.
  • Controleer de indirecte restauratie op de aanwezigheid van glaze, te herkennen aan het niet dof worden van de outline na het etsen. Bij de aanwezigheid van glaze moet er kort gezandstraald en opnieuw geëtst worden.
  • Silane aanbrengen (monobond).
  • Wanneer op het element ook silane is aangebracht mag de bonding (SE bonding) op de indirecte restauratie aangebracht worden (zie stap 3). De bonding moet worden uitgeblazen (niet uitharden!).

Stap 3: Voorbereiden element

Stappenplan:

  • Bescherm de buurelementen met teflontape.
  • Outline preparatie etsen – 20 seconde.
  • Spoelen.
  • Controleer de IDS en breng zo nodig primer aan op de plekken waar de IDS-laag niet meer intact is.
  • Silane aanbrengen (monobond) – niet of heel licht uitblazen.
  • Klein beetje primer aanbrengen op de outline (afzuiger naast microbrush houden alvorens het aan te brengen om de dikke drup primer weg te halen).
  • Bonding aanbrengen, heel dun uitblazen en niet uitharden.
  • HFO composiet (verwarmt!) aanbrengen op het element.
  • Plaats de indirecte restauratie. Het is belangrijk dat het composiet er van alle kanten uitkomt, het element moet dus aan alle kanten aangedrukt worden met twee instrumenten. Daarnaast is het belangrijk dat je druk blijft houden op de indirecte restauratie.
  • Met een microbrush met een beetje bonding wordt de outline schoongemaakt.
  • Haal de stukjes teflontape weg.
  • Op de lastige plekken (o.a. interdentaal) wordt de overmaat ook weggehaald, hier kan eventueel een sonde of een scaler voor gebruikt worden.
  • Het is belangrijk dat de bovengenoemde stappen herhaald worden (aandrukken restauratie – overmaat verwijderen met microbrush – aandrukken restauratie – overmaat weghalen op lastige plekken etc.) totdat het goed is.
  • Het element moet van alle kanten 3×10 seconde belicht worden met de uithardingslamp.
  • Met een EVA-hoekstuk met waterkoeling kan het element cervicaal afgewerkt worden. De zijkanten van de EVA-tip (KERR) kunnen eventueel wat afgeschuind worden en het topje van de tip kan eventueel iets gebogen worden. De witte tip is fijn en kan meestal gebruikt worden. Bij aanwezigheid van meer overmaat gaat de voorkeur uit naar een grove tip.
  • Werk af met een soflex schijfje (voor meer druk op de gewenste plek kan de soflexschrijf aangedrukt worden met een ash).
  • Loop de outline bij langs met een scaler en een brownie.
  • Hierna kan de volgende indirecte restauratie geplaatst worden. De geplaatste restauratie moet dan ook afgedekt worden met teflon. Soms is het fijn om een nieuwe cofferdam te plaatsen.
  • Na het plaatsen van de indirecte restauraties wordt er een röntgenfoto gemaakt om te controleren of er geen cementresten zijn achtergebleven.
  • Occlusie en articulatie checken. Soms zijn de restauraties nog iets te hoog, als het contact aan de contralaterale zijde goed is, dan is het advies om het eerst zo te laten.

Tips

  • Als de noodvoorziening te vast zit, kun je hier een klein gaatje in boren om meer grip te krijgen met de scaler.
  • Volgorde plaatsen:
    o Begin met de indirecte restauratie die het lastigst is af te werken, de diepste preparatie heeft en/of het kleinst is (deze zijn vaak het lastigst).
    o Probeer het plaatsen van twee indirecte restauraties eventueel te combineren.
  • Na het plaatsen van de indirecte restauraties is het aanbrengen van glycerinegel niet nodig omdat de outline helemaal afgewerkt wordt.

Composiet versus dual cure

Composiet heeft ten opzichte van een dual cure cement (bijv. Variolink) een aantal voordelen. Zo is composiet/HFO meer thixotroop dan een dual cure cement. Daarnaast is een composiet beter te verwerken en heeft het een hogere vulgraad. Een nadeel van composiet ten opzichte van een dual cure cement is dat het minder radio-opaak is.

Jappe Buijs, praktijkeigenaar-tandarts-implantoloog, is in 2004 afgestudeerd als tandarts. Naast zijn werk als tandarts is hij gepromoveerd bij de afdeling Kaakchirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Sinds 2010 is hij ingeschreven in het NVOI register als implantoloog. Tevens is hij lid van het Kwaliteits Register Tandartsen European Academy of Esthetic Dentistry. Buijs behandelt vrijwel uitsluitend met de microscoop om een hoge precisie en kwaliteit te bereiken. Zijn voorkeur gaat uit naar het duurzaam herstellen van tanden en kiezen met behulp van keramische (witte) inlays, onlays en kronen. Ook het plaatsen van implantaten en de daarbij behorende microchirurgische procedures hebben zijn bijzondere aandacht.

Bram Boermans, tandarts, is in 2014 afgestudeerd als tandarts. In het laatste jaar van zijn studie heeft hij een verdiepingsstage gevolgd bij Dr. M.M.M. Gresnigt en tandtechnieker S. van der Made. Hierbij heeft hij veel geleerd in zowel de esthetische tandheelkunde als in de restauratieve tandheelkunde. Hij vindt het een uitdaging om de natuur weer zo goed mogelijk na te bootsen en de tanden en kiezen dusdanig te herstellen dat het niet te onderscheiden is van ‘echt’. Tijdens zijn studie tandheelkunde is hij 7,5 jaar werkzaam geweest bij ambulance oost als chauffeur, waar hij veel situaties meegemaakt heeft waarbij tanden en kiezen van minder belang waren. Dit heeft hem geleerd nooit de mens achter de mond te vergeten.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de cursus ‘Partieel Keramiek’ van de Buijs Academy door Jappe Buijs en Bram Boermans.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Naamsaanduidigen in mondzorg: “Door de bomen het bos niet meer zien?”

Naamsaanduidingen in de mondzorg: “Door de bomen het bos niet meer zien?”

Sinds de start van het experiment geregistreerd mondhygiënist zijn er geregistreerd-mondhygiënisten. Er zijn nu twee officiële titels met onderscheid wel/geen KRM-registratie. Ook zijn er mondhygiënisten met specialisaties. Hoe logisch en overzichtelijk is het inmense aantal beroepsaanduidingen voor het grote publiek en patiënten? Zien zij in het mondzorggebied door de bomen het bos nog wel?

In de zomer van 1989 ontving het cohort 1987- 1989, waarin ik participeerde, het bewijs van bevoegdheid van mondhygiënist aan de Akademie voor Mondhygiëne te Utrecht. Voor zover mij bekend, was dit een eenmalige naam van de opleiding tot mondhygiënist in Nederland. Sinds 2002 heeft de 4-jarige opleiding Mondzorgkunde een HBO-status met daaraan gekoppeld een titel Bachelor of Science. Een aantal jaren geleden was de titel nog Bachelor of Health. In de afgelopen 30 jaar hebben vele naamsaanduidingen de revue gepasseerd en zijn er in het brede mondzorgveld evenveel namen bijgekomen. Van ‘mondzorgkundige’ toen de opleidingsnaam veranderde tot ‘mondzorgcoach’ in een project, waarbij het onderscheid in opleidingsniveau van de voorlichter varieert. De coaches zijn namelijk tandartsen, mondhygiënisten en assistenten. De laatste subgroep kan op haar beurt verschillen in de namen ‘tandarts- en preventie-assistent’ of ‘preventieconsulent en –specialist’ met een verscheidenheid in opleiding- en cursusduur.

Mondzorgcoach en mondhygiënist in België

Momenteel kunnen in het buurland België ervaringsdeskundigen, professionals of vrijwilligers uit een welzijns- of gezondheidsorganisatie een 2-daagse, kosteloze opleiding ‘mondzorgcoach’ volgen. En de mondhygiënisten, die een relatief nieuwe gezondheidsberoep in België vormen, verwerven na 3-jaar een titel Bachelor Mondzorg. Al deze mondzorgverleners kunnen de tandartsen en artsen bijstaan in het bevorderen van de mondgezondheid van de Belgische bevolking. Echter, zou een – net over de grens – opgeleide mondhygiënist in Nederland willen werken, dan is het wel mogelijk om de overeenkomstige mondzorg werkzaamheden, al dan niet in loondienst uit te voeren, maar deze professional mag zich in géén geval mondhygiënist noemen. Dat komt omdat in Nederland de titel ‘mondhygiënist’ een wettelijk beschermde titel is. Enkel diegenen die een HBO diploma ‘mondhygiënist’ bezitten, mogen deze titel voeren.

Titels voor mondhygiënisten

Tandartsen verkrijgen hun titel na voltooiing van een 6-jarige universitaire studie. Beide beroepen zijn geregeld in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Deze wet beschrijft niet alleen het deskundigheidsgebied en de opleidingseisen, het bevordert en bewaakt ook de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Bovendien beschermt deze wet tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen.

Sinds 1 juli 2020 zijn er naast de huidige 2-, 3- of 4- jarig opgeleide mondhygiënisten, ook geregistreerd-mondhygiënisten. Deze ‘nieuwe’ subgroep wordt zo geduid, omdat zij geregistreerd zijn in het BIG-register. Een tijdelijke registratie weliswaar, vanwege het experiment ‘zelfstandige bevoegdheid mondhygiënist’. Er zijn nu twee officiële titels. Maar hierbij is nog een onderverdeling in registratie-aanduidingen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de groep geregistreerd-mondhygiënisten met of geen registratie in het KwaliteitsRegister Mondhygiënisten (KRM). Vervolgens is er natuurlijk de ‘oude’ groep mondhygiënsten met eveneens wel of geen KRM-registratie. Dit zijn dan wel weer andere mondhygienisten, voornamelijk 2- of 3-jarig opgeleid. Daarnaast bestaan er mondhygiënist-kindertandverzorgenden, mondhygiënisten-geriatrie of mondhygiënisten met de upgrading tot Bachelor of Health. En deze mondhygiënisten kunnen in eenzelfde volgorde ook wel of geen registratie in het KRM hebben.

Volgens het beroepsverenigingsbestuur en vooral de deelnemende leden is de reeds aangevangen experimenteerfase “een logische ontwikkeling in de professionalisering van het beroep en een belangrijke impuls voor taakherschikking en preventie binnen de mondzorg.” Zelf vraag ik me af – op basis van inmiddels 35 jarenlange ervaringen, beginnend als tandartsassistente tot praktiserend mondhygiënist-psycholoog, als hogeschoolhoofddocent werkend binnen het gezamenlijk onderwijs THK-MZK en uiteindelijk doctor zijnde in de Gedrags- en Maatschappij Wetenschappen – of het er allemaal duidelijker op is geworden. Maar vooral rijst bij mij de vraag in welke mate dit experiment bijdraagt aan een optimale verdeling van zorgtaken, effectiviteit en efficiëntie binnen de mondzorg en of het daadwerkelijk een boost geeft aan preventie. Ondertussen heb ik geleerd dat de wetenschappelijke molens langzaam draaien. Dus de tijd zal leren hoe Evidence Based Practice en Practice Based Evidence zich tot elkaar zullen verhouden. Echter, een zinnenprikkelende en belangrijke vraag – de hamvraag – blijft: Hoe logisch en overzichtelijk is het inmense aantal beroepsaanduidingen voor grote publiek en de patienten? En zien zij in het mondzorggebied door de bomen het bos nog wel…

Wie doet wat in de mondzorg?

Metaforisch en spreekwoordelijk bestaan er ‘stambomen’ en ‘beslisbomen’ in het woud, maar afhankelijk van de soort en de omgeving kunnen de bomen variëren. Vanoudsher zijn er in de mondzorg kaakchirurgen en orthodontisten (specialisten), tandartsen, mondhygiënisten, assistenten en tandtechnici en -prothetici.

Binnen de beroepsgroep tandartsen ontstond een onderverdeling in tandartsen, die zich meer toelegden op bepaalde expertises. Zo zijn er bijvoorbeeld parodontologen, implantologen, endodontologen, gnathologen, cariologen, pedodontologen, tandarsen die zich richten op de orthodontie, conserverende tandheelkunde, of op de esthetisch/cosmetische tandheelkunde. En ook tandartsen die zich focussen op de gerodontologie en forensische tandheelkunde. Bovendien bestaan er combinaties van beroepen, waarvan tandarts-jurist of tandarts-psycholoog enkele voorbeelden zijn.

Die combinatie van beroepen zijn er ook onder mondhygiënisten, onder andere, mondhygiënist-klinisch epidemioloog of mondhygiënist-gezondheidswetenschapper. Zelf ben ik door het Nederlands Instituut van Psychologen eens als zogenaamde ‘mondzorgpsycholoog’ geduid, daar ik als gedragswetenschapper op sociaal psychologische en gezondheidsgedragsaspecten in de mondzorg ben gepromoveerd. Dus in plaats van “What’s in the name?” kan volgens mij in deze context beter gesproken worden van “It’s all in the name.”
Tot slot, vanuit mijn ‘expert opinion’, lijkt het op de werkvloer voor de tandartsen, mondhygiënisten en alle andere beroepsbeoefenaren in de mondgezondheidszorg wel redelijk helder. En zoals binnen het kader van ‘terminologie’ en ‘vakjargon’ verwacht mag worden dat professionals de hedendaagse gehanteerde naamsaanduidingen weten te plaatsen, en dus weten wie wat doet in de mond, zou dit voor het grote publiek evenzeer moeten gelden. Zij hebben immers het recht om te weten wie zij voor hun mondgezondheid kunnen bezoeken, naar wie zij in de mondzorg worden doorverwezen of door wie zij worden geadviseerd, voorgelicht en/of behandeld en tenslotte bij wie zij voor mogelijke klachten en nazorg terecht kunnen.

Door:
Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven, onderzoeker, gepromoveerd sociaal psycholoog en mondhygiënist.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Premedicatie in de tandheelkunde bij mensen met een verstandelijke beperking

Mensen met een verstandelijke beperking (VB) beschikken vaak niet over de cognitieve capaciteit en adaptieve vaardigheden om met een tandheelkundige behandeling om te kunnen aan. Als gedragstherapeutische strategieën niet helpen, kunnen geneesmiddelen worden ingezet. Er is nog geen landelijke richtlijn voor het gebruik van premedicatie in de tandheelkunde terwijl hier wel vraag naar is.

Inventarisatieonderzoek door studenten Mondzorgkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, gepubliceerd in het Tijdschrift voor Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG).

Geneesmiddelen bij tandheelkundebehandeling verstandelijk beperkten

Mensen met een verstandelijke beperking (VB) beschikken vaak niet over de cognitieve capaciteit en adaptieve vaardigheden die nodig zijn om met tandheelkundige behandelingen om te gaan1. Zij kunnen vaak veel onrust en angst ervaren tijdens een tandheelkundige behandeling. Deze kunnen zich uiten in gedragsproblemen, waardoor het leveren van kwalitatief goede zorg kan worden belemmerd. In beginsel wordt getracht met een gedragstherapeutische benadering de patiënt beter behandelbaar te maken. In een groot aantal gevallen is een gedragstherapeutische benadering zeer succesvol. Echter is dit, met name bij mensen met een VB, niet altijd het geval.2
Wanneer angstreductie enkel met behulp van gedragstherapeutische strategieën niet tot een behandelbare patiënt heeft geleid, ofwel dat redelijkerwijze kan worden ingeschat dat behandeling zonder geneesmiddelen niet mogelijk is, kunnen geneesmiddelen worden ingezet om de behandeling van verstandelijk beperkten in de tandartspraktijk rustiger te laten verlopen. Goed toegepaste sedatietechnieken kunnen patiënten helpen onaangename procedures op een voor hen acceptabele wijze te doorstaan. Dit gebeurt door het verminderen van angst, ongemak en het eventueel aanvullend verminderen van pijn. Daarnaast leidt een goed uitgevoerde sedatie ertoe dat de werkomstandigheden voor de tandarts worden verbeterd zodat een kwalitatief betere procedure kan worden uitgevoerd.3

Inventariserend onderzoek

Tot op heden is er geen landelijke consensus bereikt over het voorschrijven van premedicatie bij mensen met een VB. In 2001 is een handreiking opgesteld door een werkgroep bestaande uit leden van zowel de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG) als de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG ). Deze biedt richtlijnen die zijn bedoeld als een ‘kader’ aan de hand waarvan de instellingen, c.q. de zorgaanbieders zelf, door middel van aanpassingen aan de eigen werksituatie, protocollen kunnen ontwikkelen. Echter is er nog geen landelijke richtlijn opgesteld voor het gebruik van premedicatie in de tandheelkunde. Er is onder tandartsen en Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) wel behoefte aan een dergelijke richtlijn. Om een toekomstige richtlijn goed aan te laten sluiten in de praktijk is duidelijkheid nodig over de huidige werkwijze rond premedicatie. Het doel van dit onderzoek is het achterhalen van de werkwijze van AVG’s in Nederland met betrekking tot het toedienen van premedicatie bij cliënten met een VB voor tandheelkundige behandelingen. Dit kan wellicht aan knopingspunten bieden voor vervolgonderzoek en een landelijke kwaliteitsstandaard.

Het inventarisatieonderzoek werd gehouden onder AVB’s in Nederland met behulp van een vragenlijst. De vragen zijn door de studenten opgesteld in overleg met en gecontroleerd door een tandarts, AVG Agnies van Eeghen en de scriptiebegeleider Loes Vos-Strijbosch. Van de 218 AVG’s die lid zijn van de NVAVG hebben 21 artsen de vragenlijst beantwoord. Er zijn drie protocollen geïncludeerd.

Belangrijkste resultaten

Verschillen in werkwijze tussen AVG’s en (contra)indicaties

Uit het onderzoek blijkt dat er veel verschillen bestaan in werkwijze tussen de verschillende AVG’s. Het aantal keer voorschrijven van premedicatie varieert van 0-40 patiënten per jaar. De belangrijkste genoemde indicaties voor het voorschrijven van premedicatie waren onbehandelbaarheid, angst, onrust, probleemgedrag en het verzoek van de tandarts. De belangrijkste contra-indicaties waren wanneer gedragsstrategieën mogelijk zijn, wanneer gezondheidsfactoren niet verenigbaar zijn met premedicatie en wanneer de patiënt eerder een ongewenste reactie gaf op premedicatie.

Eigen protocol

Meer dan de helft van de reagerende AVG’s maakt gebruik van een protocol. In een eerder onderzoek dat is uitgevoerd in Nederland in 1996 bleek dat in het overgrote deel van de Nederlandse instellingen voor verstandelijk gehandicapten geen gebruik werd gemaakt van protocollen. Het zou daarom kunnen dat er in de afgelopen jaren door zorginstellingen is gewerkt aan het opstellen van protocollen voor het voorschrijven en toedienen van premedicatie. In tabel 1 is weergegeven welke combinaties van middel, toedieningsvorm en dosering werden gebruikt.

Bekijk tabel 1. Middel, toedieningsvorm en dosering uit vragenlijst

Premedicatie

Opvallend is dat er uitsluitend benzodiazepines werden voorgeschreven als premedicatie. Daarnaast blijkt uit de resultaten dat, als de gekozen premedicatie niet het beoogde effect geeft, er soms een combinatie van premedicatie wordt ingezet om toch het beoogde effect te kunnen realiseren. Er wordt door sommige artsen in dit geval ook gekozen voor een ander middel, een hogere dosering of een andere toedieningsvorm.

Behandeling onder narcose

Ook wordt gekozen voor behandeling onder narcose. Monitoring van de patiënt gebeurde doorgaans door de groepsleiding in samenwerking met de tandarts, mondhygiënist of assistente.

Ademhalingsdepressie

Tot slot blijkt dat een ademhalingsdepressie de meest opgetreden complicatie was en dat deze ademhalingsdepressies veelal optraden na toediening van midazolam. Hierbij moet afgevraagd worden of er daadwerkelijk een hoger risico bestaat op ademdepressie bij het gebruik van midazolam in tegenstelling tot de andere benzodiazepinen, of dat er vaker ademdepressies zijn opgetreden bij midazolam omdat dit simpelweg het meest gebruikte middel is.

Bij 2 van de opgetreden ademdepressies was 15 mg midazolam toegediend. Bij de andere gevallen zijn de doseringen niet genoemd door de AVG’s. Bij meer dan de helft van de opgetreden ademdepressies was er sprake van een bekende genetische afwijking van de betreffende patiënt. Het betrof hier de volgende genetische afwijkingen: downsyndroom (2 maal genoemd), ziekte van Curschmann-Steinert (2 maal genoemd) en microcefalie (1 keer genoemd). In tabel 2 zijn alle genoemde complicaties en bijwerkingen weergegeven en is vermeld door hoeveel artsen deze zijn genoemd.

Bekijk hier tabel 2. Complicaties en bijwerkingen uit vragenlijst

Uit de protocollen blijkt dat, naast de bijwerkingen genoemd in bovenstaande tabel, duizeligheid, spierverslapping en amnesie als bijwerkingen van premedicatie op kunnen treden.

Aanbevelingen

Op basis van dit onderzoek wordt de aanbeveling gedaan om altijd het effect van premedicatie te evalueren. Deze evaluatie zou gestandaardiseerd kunnen worden door middel van een landelijk evaluatieformulier, waardoor systematische evaluatie en onderzoek mogelijk is. Daarnaast geldt nog steeds het streven om tot consensus en een landelijke richtlijn te komen zodat er meer uniformiteit ontstaat in het gebruik van premedicatie. Er dient verder onderzoek gedaan te worden naar de werkwijze, het beleid en ervaringen van AVG’s en eventueel ook tandartsen voor verstandelijk gehandicapten.

Het inventarisatieonderzoek is geschreven door Anouk Loeffen en Kiki van Leuken als afstudeerscriptie van de opleiding Mondzorgkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

Bron:
Tijdschrift voor Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten
Opleiding Mondzorgkunde Nijmegen

1. Collado, V., Faulks, D., Nicolas, E., & Hennequin, M. Conscious Sedation Procedures Using Intravenous Midazolam for Dental Care in Patients with Different Cognitive Profiles: A Prospective Study of Effectiveness and Safety. PloS ONE. 2013; 8( 8): 2-5
2. van den Berg, T. H., & Preckel, B. Lichte intraveneuze sedatie met midazolam door de tandarts. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. 2014; 121( 12): 617-625
3. Weijers, E. M. Richtlijnen voor farmacologische sedatie bij mensen met een verstandelijke handicap.

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z

Fluorescerend bitje identificeert en lokaliseert plaatsen van tandbederf in de mond

Een draagbare, fluorescerende gebitsbeschermer kan vroege tekenen van tandbederf en parodontitis detecteren met behulp van vluchtige zwavelverbindingen (VSC’s). Op deze manier kunnen de exacte locaties van verborgen tandheelkundige laesies worden geïdentificeerd die vaak niet door tandartsen worden ontdekt.

Vroege diagnose belangrijk

Cariës en parodontitis zijn wereldwijd veelvoorkomende aandoeningen met gevolgen voor ongeveer 2,4 miljard mensen. Zonder snelle behandeling kunnen patiënten blijvende schade aan tanden en tandvlees of tandverlies ervaren. Een vroege diagnose op met name verborgen tandletsels vermindert het risico op ernstige gevolgen aanzienlijk.

VSC’s meten

Laesies kunnen worden gedetecteerd door de VSC’s te meten die ze uitstoten. Huidige diagnostische methodes detecteren het bestaan en de concentraties ervan maar kunnen niet de precieze plaats van uitscheiding lokaliseren. Ook zijn deze methodes vaak duur en maken ze gebruik van grote apparaten.

Gebitsbeschermer met fluorescerend materiaal

De onderzoekers rapporteren de ontwikkeling van een draagbare gebitsbeschermer op basis van een fluorescerend materiaal. Dit nanomateriaal gemaakt van polydimethylsiloxaan (PDMS) en zinkoxide (ZnO) reageert op vluchtige zwavelverbindingen. Op plaatsen waar VSC’s worden uitgestoten stopt het bitje met oplichten.

Locaties van mondgezondheidsproblemen te zien aan bitje

Voor de studie werden drie vrijwilligers met een gezonde mond en vijf anderen met verschillende mate van tandheelkundige aandoeningen gerekruteerd. De proefpersonen kregen zeven uur lang een gebitsbeschermer in. Elk uur werden 3D-beelden gemaakt van de bitjes.

Na deze zeven uur stopte de gebitsbeschermer inderdaad met gloeien rond locaties waar VSC’s waren uitgestoten. De vijf vrijwilligers met mondgezondheidsproblemen vertoonden in verschillende mate duidelijke afname van de fluorescentie-intensiteit, wat duidde op gebieden met tandletsels. Bij de controlegroep werd geen afname in intensiteit geconstateerd.

Verborgen gebitslaesies

De resultaten werden bevestigd door een zorgvuldig diagnostisch onderzoek door een professionele tandarts om hun gebitsstatus te bepalen. Daarnaast “suggereerden de resultaten dat de ZnO-PDMS-gebitsbeschermers niet alleen de precieze locatie van tandcariës met succes volledig weergeven, maar ook verborgen gebitslaesies onthulden die meer informatie bieden voor klinische diagnose”, aldus de auteurs in Advanced Materials.

Goedkoop en stabiel

Vergeleken met bestaande methodes is dit een simpele en goedkope techniek die stabiele resultaten levert. Ook zorgt het voor goede therapietrouw omdat het bitje comfortabel en onzichtbaar is. Daarentegen kunnen bepaalde omstandigheden de prestaties van de methode beïnvloeden. Zo kunnen vluchtige stoffen die vrijkomen uit de adem van een patiënt waarschijnlijk de fluorescentie in de hele gebitsbeschermer doen afnemen.

Veel potentie

Desondanks denken de auteurs dat de techniek veel potentie heeft: “Onze draagbare ZnO-PDMS-gebitsbeschermers hebben de belofte om op grote schaal voorlopige maar nauwkeurige screening van mogelijke tandheelkundige aandoeningen uit te voeren voordat er meer tijdrovende en dure ziekenhuisonderzoeken plaatsvinden.”

Bron:
Advanced Materials

 

 

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z

Motieven van ouders voor het kiezen van fluoridevrije mondverzorgingsproducten

Ouders die kiezen voor fluoridevrije mondverzorgingsproducten voor hun kinderen doen dit uit angst voor het ontstaan van gezondheidsproblemen. Hun keuze kan niet wetenschappelijk onderbouwd worden en is vooral gebaseerd op informatie van het internet en sociale mediakanalen. Dit blijkt uit kwantitatief, kleinschalig onderzoek door studenten Mondzorg van Hogeschool Utrecht.

Onderzoeksmethode

Voor het huidige onderzoek is er gebruik gemaakt van een beschrijvend kwalitatief onderzoekdesign. De onderzoekspopulatie voor dit onderzoek bestond uit ouders die fluoridevrije mondverzorgingsproducten gebruikten.  Het onderzoek is uitgevoerd middels een selecte, doelgerichte steekproef die gecombineerd is met de sneeuwbalmethode. Het onderzoek bestond uit een deelname van zes participanten. De dataverzameling werd uitgevoerd middels semigestructureerde interviews die telefonisch werden afgenomen. Hierbij werd er gebruik gemaakt van een interviewdraaiboek. De interviews werden volledig en letterlijk getranscribeerd. De data-analyse is door de twee onderzoekers uitgevoerd, waarbij het open en axiaal coderen onafhankelijk van elkaar is gedaan. Na het grondig doorlopen van de twee fasen zijn de onderzoekers vóór het selectief coderen bijeengekomen om de coderingen naast elkaar te leggen. De onderzoekers hebben de resultaten handmatig gedoceerd waarna zij tot een consensus kwamen voor de conclusie.  Tot slot is er consensus bereikt door de onderzoekers voor de totstandkoming van de resultaten en conclusie.

Klik hier voor vergrote versie

Resultaten

Participanten zijn overwegend goed op de hoogte van de positieve effecten van fluoride op het gebit. Echter wogen de negatieve effecten van fluoride voor hen zwaarder. Angst voor het ontwikkelen van gezondheidsproblemen, zoals alzheimer, angst voor vergiftiging van het lichaam, aantasting van de hersenen, het immuunsysteem en het zenuwsysteem waren voor de participanten de belangrijkste redenen om te kiezen voor fluoridevrije mondverzorgingsproducten. Belangrijkste informatiebronnen voor participanten hierover waren met name de eigen omgeving, websites en sociale mediakanalen zoals Facebook. Als alternatieve keuze om het cariësrisico te verlagen, werden zelfzorg en het reduceren van suikerinname genoemd. Mondzorgprofessionals waren bij meer dan de helft van de participanten niet op de hoogte van hun keuze voor fluoridevrije mondverzorgingsproducten. Bij de overige participanten benadrukte de mondzorgprofessional kort de positieve effecten van fluoride.

Conclusie

De resultaten laten zien dat niet-fluoride gebruikers angst hebben voor het ontstaan van gezondheidsproblemen bij een overmaat aan fluoride. Hun informatie kon niet wetenschappelijk onderbouwd worden en was vooral afkomstig van het internet en sociale mediakanalen. Niet-fluoride gebruikers nemen onvoldoende maatregelen om het risico op ontwikkeling van cariës te beperken. Tot slot is het niet bekend of er vanuit de mondzorgprofessionals wel of geen begrip was voor de keuze van de niet-fluoride gebruikers, omdat de mondzorgprofessional hiervan niet bij alle participanten op de hoogte waren.

Poster ontwikkeld door:
Arzu Celik en Nurcan Özkurt-Turkmen, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Wolter Brands en Jan Willem Vaartjes

KNMT en ANT fusieplannen: “De verschillen zijn niet heel groot meer”

In juli ondertekenden de besturen van de KNMT en ANT een intentieverklaring voor een fusie van beide verenigingen per 1 januari 2021. In een artikel op KNMT.nl praten KNMT-voorzitter Wolter Brands en ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes over de redenen voor dit samengaan.

Eerdere samenwerking

De afgelopen jaren werkten de KNMT en ANT al geregeld samen, bijvoorbeeld voor de Geschilleninstantie Mondzorg (SGIM). Waarom dan nu toch fusiebesprekingen? Voor de ANT zijn de veranderende inzichten met de coronacrisis als katalysator de reden. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes zegt: “Als voorzitter sprak ik regelmatig leden die vonden dat de ANT en de KNMT moesten samengaan. Ik was daar nooit een voorstander van: de ANT hield de KNMT scherp.” Het bestuur van de ANT is inmiddels om. De manier van samenwerken van de beide beroepsverenigingen in de Mondzorgalliatie is de belangrijkste reden. Dit overtuigde Vaartjes dat tandartsen veel baat kunnen hebben bij één sterke vereniging die handelt zoals nu gebeurt in coronatijd.

KNMT deelt overtuiging

De KNMT deelt de overtuiging van de ANT. KNMT-voorzitter Wolter Brands gaf aan dat de gedachte aan zoiets als een fusie al geruime tijd leefde. “Ik herinner me nog dat medebestuurslid Henk Donker mij belde: de ANT had hem informeel benaderd met de vraag of we openstonden voor verkennende gesprekken. Natuurlijk wilden wij dat, we zijn er volmondig op ingegaan.”
Zowel Vaartjes als Brands zijn ervan overtuigd dat ze elkaar ook zonder de coronacrisis zouden hebben gevonden. Brands: “De verschillen zijn niet heel groot meer. Zo beschouwd is het hebben van twee beroepsorganisaties die nota bene door stakeholders tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld, contraproductief.”

Nieuwe vereniging

Het doel van de voorzitters is dat de nieuwe vereniging vanaf januari 2021 begint met een bestuur van acht personen, vier van de ANT en vier van de KNMT. Het streven is uiteindelijk een bestuur van vier of vijf personen.” Het bestuur moet volgens de voorzitters een vereniging gaan leiden die de goede aspecten van beide verenigingen meeneemt. Brands noemt als voorbeeld de snelheid en alertheid van de ANT. “Bij de KNMT werd voorheen bij een belangrijke ontwikkeling vaak lang nagedacht, gewikt en gewogen voor er een reactie kwam. Maar dan lag er ook een buitengewoon gedegen stuk. De ANT had dan meestal allang een reactie klaar. Minder gedegen misschien, maar vaak wel adequaat. Inmiddels hebben wij het zo georganiseerd dat we gedegen én snel reageren. En dat neem ik graag in de nieuwe organisatie mee.”

Ondersteunend bureau

Vaartjes noemt het gedegen bureau van de KNMT als voordeel van de fusie. Het ANT-bureau is veel kleiner, waardoor bestuursleden veel zelf moeten doen, zegt hij. ”Wij zijn als het ware onze eigen beleidsmedewerker. Dat heeft natuurlijk voordelen. Zo zit je erg goed in de meeste dossiers. Maar het is ook niet altijd handig. Het maakt het bijvoorbeeld lastiger om een onderwerp op afstand te beschouwen. Met een vakkundig en uitgebreid bureau houd je als bestuurder gewoon meer tijd over voor de echt belangrijke onderwerpen. Kwesties die niet per definitie door een bestuurder moeten worden behandeld, kunnen we aan het bureau overlaten. Die luxe lijkt mij en mijn collega’s een verademing.”

Andere aspecten in nieuwe vereniging

Ook andere aspecten willen de voorzitters terugzien in de nieuwe vereniging. Voor de KNMT zijn dat bijvoorbeeld het sterke bureau, het eigen gezicht, de goede contacten met stakeholders, de kennis, ervaring en gedegenheid, schrijft de KNMT op haar website. Vaartjes noemt in het artikel als belangrijk aspect het DNA van de ANT: de scherpte en snelheid van reageren. Ook het lef, het avontuur aangaan en dingen durven doen, ziet Vaartjes als belangrijke kenmerken van de ANT.

Ideeën en uitgangspunten stemmen behoorlijk overeen

De voorzitters vinden dat er nog maar weinig is dat een fusie in de weg kan staan. “Uit de intensieve gesprekken die alle bestuurders nu met elkaar voeren, blijkt dat de ideeën en uitgangspunten behoorlijk overeenstemmen”, aldus beide voorzitters. “We vliegen de onderwerpen soms alleen op een wat andere manier aan, maar uiteindelijk is het uitgangspunt nagenoeg altijd hetzelfde. De verschillen die er zijn, daar komen we wel uit. Voor ons als bestuurders is falen in dit voorbereidende stadium geen optie meer. Maar dat gaat ook niet meer gebeuren, wij leggen onze leden een goed plan voor”.

Leden kiezen

De leden moeten uiteindelijk instemmen met de fusieplannen. De beide voorzitters maken zich hierover weinig zorgen. Brands: “De fusie wordt dan ook dusdanig goed voorbereid dat ja zeggen voor onze leden de enige logische en dus juiste keuze is.” Voor de ANT geldt hetzelfde.
Vaartjes: “Ook wij hebben al heel veel positieve reacties ontvangen, maar er zijn ook leden die oprecht bang zijn dat het ANT-DNA met de komst van de nieuwe vereniging verdwijnt. Het is aan ons als bestuur om hen duidelijk te maken hoe we dat DNA een plek gaan geven binnen die nieuwe vereniging en hoe we voorkomen dat het binnen één, twee jaar weer weg is. Dan heb je het over de bestuurssamenstelling, aftreedschema’s, samenwerking met het bureau en dat soort zaken. Daarover zijn nu allemaal afspraken op voet van gelijkwaardigheid gemaakt.”

Bron:
KNMT
dental INFO: KNMT en ANT tekenen intentieverklaring samengaan

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
daling

Tandartsbezoek bijna gehalveerd in tweede kwartaal

In april, mei en juni bezochten minder mensen de tandarts vanwege de coronacrisis. Het aantal patiënten bij de tandarts halveerde bijna, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In het tweede kwartaal van dit jaar bezocht 11 procent van de mensen hun tandarts, tegen 20 procent in dezelfde periode vorig jaar.

Ook het huisarts bezoek verminderde – van 28 naar 23 procent. De bezoeken aan medisch specialisten verminderden eveneens.

bezoek-tandarts-2e-kwartaal-2020-cbs
Tabel: CBS

Het onderzoek liet ook zien dat mensen in het tweede kwartaal van dit jaar iets positiever waren over hun eigen gezondheid. Uit het onderzoek blijkt ook dat in het tweede kwartaal iets meer mensen positief waren over hun eigen gezondheid, ondanks de coronacrisis.
Bron:
CBS

Lees meer over: Corona, Markttrends, Thema A-Z

Gouden tand voor Bengaalse tijger

Wie dacht dat alleen stoere rappers gouden tanden hebben heeft het mis. Een Bengaalse tijger uit Duitsland genaamd Cara heeft nu ook een gouden kroon op haar hoektand gekregen om haar tand te repareren.
De zesjarige tijger van ruim 55 kg kan zo in het rijtje met Beyonce, Pharrell en Rihanna met haar edelmetalen gebit. De kroon was nodig omdat ze haar hoektand had gebroken terwijl ze op een speeltje kauwde.

Internationaal team

Een internationaal team van experts kwam naar Massweiler in West-Duitsland om Cara te helpen. In 2013 werd de tijger volgens nieuwsverslagen in beslag genomen van een privé-eigenaar, waarna ze werd ondergebracht in een opvangcentrum daar.

Twee procedures, maar tand lijkt af te breken

Om de tijgers gebit te repareren onderging ze eerst een ingewikkelde procedure bestaande uit twee onderdelen: een om haar beet te herstellen en een om ervoor te zorgen dat ze geen pijn meer had tijdens het eten. Tijdens dit proces vonden de tandartsen echter groeven in haar tand. Het zag ernaar uit dat de hoektand elk moment kon afbreken, en dit moest natuurlijk voorkomen worden.

Oplossing: gouden tand

Onlangs werd de permanente oplossing gevonden: een kroon voor op de hoektand. De tandartsen maakten een gipsafdruk van de tand om de kroon te kunnen maken. Daarna werd de hoektand schoongemaakt en geschuurd zodat de gouden kroon erop kon worden gecementeerd.
Weten hoe de procedure in zijn werk ging? Bekijk de video hieronder

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

AI vindt mandibulaire kanalen en helpt tandartsen

Voor een tandheelkundige implantaatoperatie moeten tandartsen de exacte locatie van het mandibulaire kanaal weten. Onderzoekers hebben met behulp van kunstmatige intelligentie een methode ontwikkeld die dit kan doen en het herstelproces voor tandartsen gemakkelijker kan maken.

Complexe structuur

Het kanaal is een complexe structuur aan beide zijden van de onderkaak en bevat de alveolaire zenuw. De exacte locatie moet bekend zijn om de grootte en positie van het implantaat te kunnen bepalen.

Arbeidsintensieve taak

Doorgaans worden röntgen- en computertomografie (CT)-modellen gebruikt om dergelijke structuren handmatig te detecteren en diagnosticeren. Dit is een arbeidsintensieve en tijdrovende taak. Een geautomatiseerde manier zou het werk van tandartsen en radiologen en het plaatsen van implantaten veel gemakkelijker kunnen maken.

Model gebaseerd op neurale netwerken

Onderzoekers van het Finse Centrum voor Kunstmatige Intelligentie, het Tampere Universitair Ziekenhuis, Planmeca en het Alan Turing Institute hebben een nieuw model ontwikkeld dat nauwkeurig en automatisch de exacte locatie van de mandibulaire kanalen laat zien in simpele gevallen zonder abnormaliteiten, zoals tumoren.
Het model is gebaseerd op kunstmatige neurale netwerken. De onderzoekers hebben het model getraind met behulp van een dataset bestaande uit 3D-conusbundel-CT (CBCT)-scans. Het model is volgens de groep snel en data-efficiënt.

Dataset van CBCT-scans

De studie omvatte 637 dentomaxillofaciale CBCT-scans van 594 patiënten waarbij de mandibulaire kanalen grof geannoteerd werden. Een dataset van 15 scans werd nauwkeurig geannoteerd en gebruikt voor modelevaluatie.
Beste geautomatiseerde methode
De voorspellingsnauwkeurigheid van het deep-learning model was 0,5 mm voor ongeveer 90% van de mandibulaire kanaallengte, wat volgens de auteurs meer dan voldoende wordt geacht voor chirurgische implantaatchirurgie. Dit is beter dan de statistische vormmodellen die tot nu toe de beste geautomatiseerde methode waren.

Complexere gevallen ander verhaal

Deze nauwkeurigheid geldt voor de simpele gevallen – de meeste patiënten die de tandarts bezoeken vallen in deze categorie. De eerste auteur van het artikel gepubliceerd in Nature Scientigic Reports zegt: “In complexere gevallen kan het nodig zijn om de schatting aan te passen, dus we hebben het nog niet over een volledig stand-alone systeem.”

Niet radiologen vervangen maar helpen

Ook voert de AI-methode de klus elke keer even snel en nauwkeurig uit. “Het doel van dit onderzoek is echter niet om radiologen te vervangen, maar om hun werk sneller en efficiënter te maken, zodat ze tijd hebben om zich te concentreren op de meest complexe gevallen.”
Bron:
Nature Scientific Reports

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z

Mondtapen: een nieuwe trend?

Dé manier om je mond gezond te houden en kilo’s af te vallen? Plak je mond ’s nachts dicht, aldus de nieuwe trend mondtapen, waarover wij lazen in internationale media. Zo zou je je mond beschermen tegen ziekteverwekkers en ben je minder vatbaar voor bijvoorbeeld slaapapneu en bruxisme.

Meer dan een absurde gewichtsverliestrend

Het klinkt eigenlijk als een nieuwe absurde afvaltrend, je mond dichttapen om zo gewicht te verliezen. Het blijkt echter dat het meerdere gezondheidsvoordelen met zich meebrengt. Als je erover nadenkt is het eigenlijk best logisch: wanneer je mond dicht zit moet je wel door je neus ademen. Volgens Mark Burhenne van AskTheDentist.com word je dan meer uitgerust wakker en zonder droge mond of zere keel.

“Nasale ademhaling verhoogt de productie van stikstofmonoxide in de sinussen, wat in verband wordt gebracht met verminderde ontsteking, verbeterde slaap, verbeterd geheugen en een algehele toename van de immuunsysteemfunctie,” zegt de tandarts. Verder bevordert het de darmfunctie en zo kracht, uithoudingsvermogen en gewichtsverlies.

Wat is er slecht aan door je mond ademen?

Wanneer je door je mond ademt mis je niet alleen de hierboven genoemde voordelen, maar heb je ook een grotere kans op hoge bloeddruk en hartproblemen, en kan je stressreactie worden verhoogd.

Mondgezondheid

Neusademhaling heeft vooral ‘s nachts de voorkeur boven mondademhaling. Mensen die met open mond slapen zijn ook meer vatbaar voor slaapapneu en bruxisme, aldus Ask The Dentist. Daarnaast leidt mondademhaling tot een droge mond waardoor het remineralisatieproces van de tand wordt verstoord en het orale microbioom uit balans raakt. Een studie uit 2016 suggereerde aan dat mondademhaling tijdens de slaap is gekoppeld aan een zuurdere orale omgeving. Dit kan tanderosie en cariës bevorderen.

Overdag oefenen

Door je mond ‘s nachts dicht te tapen zou je dit allemaal moeten kunnen voorkomen. Om de angst te verminderen raden experts aan om eerst overdag te oefenen voordat je je mond tijdens het slapen bedekt. Je kan ook eerst een deel van je mond dichttapen. Tot slot adviseren ze om speciaal ontwikkelde plakstrips te gebruiken, zo voorkom je dat er lijmresten op je lippen blijven vastzitten.

Bron:
ZWPonline
University of Otago 
Everyday Health

 

 

Lees meer over: Markttrends, Opinie, Thema A-Z
Muzikale tandenborstels zingen ‘Never Gonna Give You Up’

Video: Muzikale tandenborstels zingen ‘Never Gonna Give You Up’

Dankzij een knap staaltje techniek kreeg youtuber Device Orchestra het voor elkaar om vijf elektrische tandenborstels, twee typmachines en een strijkijzer de hit van Rick Astley te laten zingen.

Hey is niet de eerste keer dat Device Orchestra een nummer covert met elektrische tandenborstels. Hij bracht eerder ook al een eigen versie uit van o.a. ‘Bad guy’ en ‘Take On Me’. Op veler verzoek van zijn fans was het nu de beurt aan ‘Never Gonna Give You Up’. Het resultaat mag er wezen. Kijk zelf maar:

Bron:
Device Orchestra

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Aften

Aften tonen mogelijk verband met COVID-19

Aften in de mondholte zouden in verband kunnen worden gebracht met een SARS-CoV-2-infectie, die COVID-19 veroorzaakt, volgens een artikel dat is gepubliceerd in vakblad Oral Diseases.

Een verband is mogelijk, aangezien laesies in de mond vaak verkeerd worden gediagnosticeerd vanwege het ontbreken van een intra-oraal onderzoek, evenals de ernst van andere pathologische processen die kunnen optreden bij een SARS-CoV-2-infectie, schreven de auteurs. Er wordt aangenomen dat dit het eerste gemelde geval is van orale laesies als een mogelijk symptoom van COVID-19.

“Het is logisch dat dit virus laesies veroorzaakt die kunnen lijken op andere virale processen die we gewend zijn te diagnosticeren in de tandheelkundige kliniek”, schreef de groep onder leiding van Carmen Martín Carreras-Presas van de afdeling volwassen tandheelkunde en orale geneeskunde, bij de Europese Universiteit van Madrid.

Nieuwe symptomen van corona

Terwijl het coronavirus zich blijft verspreiden, leren wetenschappers en gezondheidswerkers nieuwe details over de infectie. Aanvankelijk waren de meest voorkomende tekenen en symptomen van een SARS-CoV-2-infectie koorts, keelpijn en hoofdpijn. Na verloop van tijd werden symptomen van diarree, smaak- en reukverlies en huidaandoeningen, waaronder laesies, toegevoegd. Daarom is het aannemelijk om te denken dat laesies in de mondholte van één COVID-19-positieve patiënt en twee vermoedelijke positieve patiënten met elkaar zijn verbonden, aldus de onderzoekers.

Een 58-jarige man met onderliggend leed

Een man met diabetes en hypertensie meldde pijn in zijn gehemelte. Hij nam aan dat het een bacteriële infectie in de mond was. Bij zijn vrouw was COVID-19 gediagnosticeerd en ze waren allebei geïsoleerd in hun huis. De artsen lieten hem een ​​foto van zijn mond sturen, waarop meerdere kleine aften op zijn gehemelte te zien waren. Hij had geen voorgeschiedenis van herpes. De laesies genazen binnen een week na het gebruik van een  antiseptisch mondwater.

Een 65-jarige, geïnfecteerde vrouw

Een vrouw meldde op 12 maart hoge koorts, diarree en pijn op haar tong te hebben. Ze was zwaarlijvig en had hypertensie. Een week later viel ze thuis flauw en werd ze naar het ziekenhuis gebracht, waar haar bilaterale longontsteking werd vastgesteld als gevolg van een SARS-CoV-2-infectie. Ze kreeg antibiotica, corticosteroïden en de antivirale middelen lopinavir, ritonavir en hydroxychloroquine. Ze werd op 30 maart ontslagen uit het ziekenhuis. Op 4 april kreeg ze uitslag op verschillende delen van haar lichaam. Hoewel ze vanaf het begin tongpijn had, zei ze dat ze nooit een intra-oraal onderzoek had gehad.

Extra onderzoek nodig

Biopsieën konden niet bij alle patiënten worden uitgevoerd en verder onderzoek is nodig om te bepalen of aften in de mondholte vaak voorkomen bij patiënten die zijn getroffen door een SARS-CoV-2-infectie, of dat de emotionele problemen in de situatie de laesies veroorzaken, schreven de auteurs.

Deze gevallen belichten ook het belang van het uitvoeren van intra-orale onderzoeken. “We moedigen alle artsen, tandartsen en dermatologen aan om intra-orale onderzoeken uit te voeren bij patiënten die worden verdacht of getroffen door SARS-CoV-2, zeker wanneer de aanbevolen beschermingsmaatregelen beschikbaar zijn.

Bron:
Oral Diseases

Lees meer over: Corona, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Communicatie met patiënten in coronatijd - NZa-special

Communicatie met patiënten in coronatijd – NZa-special

In de huidige tijd wordt veel gevraagd van de zorgprofessional en van de patiënt. Het is belangrijk dat patiënten weten waar ze een antwoord kunnen vinden op hun vragen. Patiëntenfederatie Nederland, het RIVM, het ministerie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bieden daarom zorgaanbieders ondersteuning met de NZa-Special: ”Communicatie met patiënten in coronatijd”.

Voorbeeld communicatie van tandartsprakijk

In deze special heeft de NZa een aantal voorbeelden verzameld. Dit gaat over voorbeelden van communicatie met patiënten in verschillende sectoren met verschillende middelen. Voor de mondzorg is een voorbeeld opgenomen van Tandartspraktijk Rivierenbuurt. Deze praktijk heeft op z’n homepage een brief geplaatst met uitleg over de coronamaatregelen.

Elk van de voorbeelden heeft het RIVM geanalyseerd aan de hand van het gedragsmodel. De resultaten zijn ter inspiratie omgezet in concrete aandachtspunten en adviezen voor zorgaanbieders die de communicatie met patiënten wil verbeteren of uitbreiden.

Informatiekaart ‘Samen starten we de gewone zorg op: hoe informeer ik mijn patiënten?

De NZa-Special: ”Communicatie met patiënten in coronatijd” is een vervolg op de informatiekaart ‘Samen starten we de gewone zorg op: hoe informeer ik mijn patiënten?’. Deze informatiekaart biedt handvatten voor heldere communicatie richting patiënten in coronatijd.

Bron:
NZa

Lees meer over: Communicatie patiënt, Corona, Kennis, Thema A-Z
Overname tandartsketen Cureaeos financieel fiasco

Overname tandartsketen Cureaeos financieel fiasco

De overname van Cureaos, een Europese keten van 190 tandartspraktijken met onder andere de praktijken van DentConnect en Samenwerkende Tandartsen, leverde een financiële strop op voor de eigenaren EQT en PGGM, schrijft het FD.

Meer dan een half miljard van de waarde verdampte in de laatste twee jaar.  In de afgelopen maanden is met de financiers onderhandeld over schuldverlichting waarbij een deel van de leningen kwijtgescholden is in ruil voor een minderheidsbelang in het bedrijf. Ook hebben de aandeelhouders geld bijgestort.

Hogere kosten, lagere omzet

EQT zou in 2017 te veel betaald hebben voor de overname van Cureaos. Voor de keten werd toen meer dan 750 miljoen euro betaald.
Na de overname waren de resultaten minder dan verwacht. ‘Het integreren van nieuwe praktijken bleek duurder dan voorspeld. Verwachte kostenbesparingen vielen tegen en bij sommige aangekochte praktijken daalde de omzet’, schrijft het FD.

De coronacrisis kwam daar nog eens bovenop. Doordat praktijken bijna twee maanden gesloten waren, liepen de kosten op waardoor de financiële problemen verergerden.

Internationale groeistrategie

Curaeos heeft nog steeds een internationale groeistrategie voor ogen. ‘De markt voor tandzorg is zeer geatomiseerd. Het is een markt die baat heeft bij professionalisering’, zegt ceo Chris Cools in het FD. ‘Als dit achter de rug is, zijn we klaar voor gezonde groei.’

Sectorspecialist Nancy Jonkman-Koenis van ABN Amro zegt: ‘De ketens schieten als paddenstoelen uit de grond. Hierdoor zijn bestaande ketens allemaal uit op dezelfde praktijken wat voor hogere prijzen zorgt, samen met het tekort aan tandartsen.

Bron:
FD

Lees ook: Investeerders in de mondzorg

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
verschillen tussen defect-schizofrenie patiënten en andere mensen

Bewijs voor orofaciale verschillen tussen defect-schizofrenie patiënten en andere mensen

Mensen met een bepaalde vorm van schizofrenie hebben een breder gehemelte. Dat is de conclusie van een internationale, interprofessionele groep onderzoekers die daarmee suggereert dat er fysieke verschillen bestaan tussen groepen mensen met bepaalde soorten schizofrenie.

Oorzaken schizofrenie nog onbekend

Schizofrenie is een chronische en ernstige psychische aandoening die wordt getypeerd door hallucinaties en waanbeelden. De oorzaken van schizofrenie worden nog niet goed begrepen, maar nieuw onderzoek onder leiding van Brian Kirkpatrick en Gary Hack werpt licht op het verband tussen de ziekte en de fysieke en neurologische ontwikkeling van de mens.

Internationaal, kwantitatief onderzoek

Kirkpatrick en Hack zijn respectievelijk de voorzitter van de afdeling Psychiatrie en Gedragswetenschappen van University of Nevada Reno School of Medicine, en universitair hoofddocent aan de University of Maryland School of Dentistry in Baltimore. Ze werkten samen met een internationaal team aan tandartsen en psychiaters aan een oraal gehemelteonderzoek bij schizofreniepatiënten.
Eerder was al op kwalitatieve en subjectieve wijze onderzoek gedaan naar een verband tussen gehemeltebreedte en schizofrenie. Recentelijk is nu dus voor het eerst kwantitatief onderzoek gedaan naar de afmetingen van het gehemelte in schizofreniepatiënten.
Kirkpatrick en zijn collega’s maakten onderscheid tussen twee groepen patiënten: die met en zonder defect-schizofrenie. Bij defect-schizofrenie staan de negatieve symptomen van schizofrenie meer op de voorgrond dan positieve. Het wordt gezien als een aparte ziekte dan niet-defect-schizofrenie.

Mensen met defect-schizofrenie hebben een breder gehemelte

Het resultaat van het onderzoek was dat mensen met defect-schizofrenie een breder gehemelte hebben dan andere mensen. Het team zegt dat dit verschil mogelijk een abnormale ontwikkeling tijdens de prenatale periode kan weerspiegelen. Het gehemelte ontwikkelt zich namelijk tijdens de eerste 6 tot 17 weken van de zwangerschap.
Als het onderzoek succesvol kan worden gerepliceerd, zou het concept ondersteunen dat defect-schizofrenie inderdaad een afzonderlijke ziekte is. Ook suggereert het dat deze groep patiënten zich al anders ontwikkelen aan het einde van het eerste trimester of het begin van het tweede trimester van de zwangerschap; redelijk vroeg dus.

Een toekomst met minder neuropsychiatrische aandoeningen

De onderzoekers zeggen dat de bevindingen hun geest verder openen over hoe complex de ontwikkeling van geest en lichaam is. Bovendien hopen ze dat ze leiden tot toekomstig onderzoek dat het aantal personen met neuropsychiatrische aandoeningen kan verminderen.

Bron:
University of Maryland Baltimore 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Parodontitis vergroot de kans op ischemische beroerte

Parodontitis vergroot de kans op ischemische beroerte

Patiënten met parodontitis hebben een grotere kans op het krijgen van een beroerte en sterfte door een ischemische beroerte vergeleken met gingivitispatiënten. De onderzoekers concludeerden in het Journal of Clinical Periodontology ook dat het risico wordt verminderd na tandheelkundige behandeling.

Het verband tussen tandvleesontsteking en beroerte was onduidelijk

Het krijgen van een beroerte is wereldwijd een belangrijke oorzaak van overlijden en beperkingen. Er zijn veel risicofactoren bekend, maar de relatie met tandvleesontsteking was nog onzeker. Ook was het niet duidelijk wat de effecten van tandheelkundige behandelingen op het risico op het krijgen van een beroerte zijn.
Dat is de reden waarom de onderzoekers aan het Changhua Christian Hospital in Taiwan het effect bekeken van drie verschillende behandelingen voor gingivitis, parodontitis, en een combinatie van beide op het voorkomen van ischemische beroertes. Hiervoor gebruikten ze gegevens van de National Health Insurance Research Database (NHIRD) in Taiwan.

Onderzoek met 14 jaar aan gegevens

In een retrospectief cohortonderzoek werden 14 jaar aan gegevens van de NHIRD gebruikt. De wetenschappers focusten op patiënten waarbij gingivitis of parodontitis was vastgesteld, die wel of geen specifieke behandeling kregen. Alleen patiënten tussen de 40 en 80 jaar oud werden meegenomen. Patiënten waarbij voor al het werven onder andere ischemische beroerte vast was gesteld werden uitgesloten van de studie.
De patiënten werden in 8 groepen onderverdeeld gebaseerd op behandeling. Daarna werd de algemene beroertefrequentie berekend. Verder werd het risico op een beroerte tussen de gingivitis- en parodontitiscohorten geschat.

Parodontitispatiënten lopen groter risico op een ischemische beroerte

Uit de resultaten blijkt dat de patiënten met parodontitis een groter risico lopen op een ischemische beroerte. Als er wordt gekeken naar een follow-upperiode van 10 jaar is de overlevingskans voor die groep ook significant kleiner.

Behandeling verlaagt het risico

Daarnaast zorgen scaling en intensieve behandeling voor een aanmerkelijk lager risico op beroerte voor gingivitis- en parodontitispatiënten. Het krijgen van beide behandelingen zorgt voor een nog lager risico. Daarentegen heeft tandextractie een negatief effect op de beroertekans.
De conclusie luidt dus dat parodontitis een risicofactor is voor een ischemische beroerte, en dat scaling en behandeling tegen parodontitis het risico verlagen. Hierbij moet wel worden gezegd dat bijvoorbeeld andere risicofactoren – zoals roken en slechte BMI bij patiënten met een slechte mondgezondheid – niet zijn overwogen.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z