Door hulporganisatie Dokters van de Wereld krijgen duizend mensen die het zich niet kunnen veroorloven de komende maanden toch een gebitsbehandeling. Mensen uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Nijmegen en Groningen die in armoede leven kunnen terecht bij een mobiele tandartspraktijk.
Vooraf geselecteerd
De duizend patiënten die door de mobiele tandartspraktijk zullen worden behandeld zijn vooraf geselecteerd door meerdere maatschappelijke organisaties.
Aandacht voor toegankelijkheid mondzorg
Dokters van de Wereld hoopt met deze actie aandacht te vragen voor de toegankelijkheid van de mondzorg. Doordat vele behandelingen en gebitscontroles niet onder de basisverzekering vallen worden deze noodzakelijke ingrepen onbetaalbaar voor duizenden mensen met lage inkomens, wat volgens de hulporganisatie niet zou moeten kunnen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Gebitsbehandelingen-voor-armen-door-mobiele-tandartspraktijk.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-17 09:21:042019-04-17 09:21:04Gebitsbehandelingen voor armen door mobiele tandartspraktijk
Als tandarts / praktijkhouder van het tandheelkundig team werk je keihard om de praktijk succesvol te laten zijn. Veelal als zorgverlener (tandarts), maar tevens als leider van de praktijk en het team. Waaraan moet je jouw tijd besteden als leider om alles uit het team te halen? Welke voorwaarden dien je als leider te creëren?
Rol van de tandarts
Als tandartsen het over het (gewenste) functioneren van hun team hebben, worden vaak termen gebruikt als: verantwoordelijkheid, proactiviteit, patiëntgerichtheid, empathie en samenwerken. Al deze woorden gaan over hóe mensen hun werk doen. Oftewel, medewerkers wordt gevraagd bepaald gedrag te vertonen. Hiermee rekening houdende vraagt dit van de tandarts / praktijkhouder (oftewel, de leider van het tandheelkundig team) een bepaalde rol van leiding geven. Deze rol gaat in op het formuleren van een praktijkdoel en het zoeken van medewerkers die hierbij passen. Om hen vervolgens te faciliteren, te enthousiasmeren en te helpen de praktijk succesvol te laten zijn en eventueel ook zichzelf te ontwikkelen. Leiderschap vraagt om visie, vertrouwen en het vermogen om los te laten.
Creëren van voorwaarden
Binnen zijn rol als leider van het team dient de tandarts / praktijkhouder de volgende voorwaarden te creëren.
Zorg voor een duidelijke visie en missie (= ambitie)
De visie en missie zou je ook kunnen formuleren als de kernwaarden en ambitie van het team. Door deze helder te formuleren zijn de uitgangspunten helder voor jezelf en voor het team. Dit geeft richting en toekomst aan de praktijk wat ook de bijdrage voor iedere medewerker aan het succes van de praktijk veel beter inzichtelijk maaktJe kunt op een eenvoudige manier boven water halen wat de kernwaarden zijn binnen het team, oftewel waar jullie met elkaar voor staan. Als je wilt weten waarom je medewerkers iedere dag weer naar de praktijk komen, leg ze dan de volgende vraag voor: “Wat ga je missen als je hier niet meer mag werken?” En waarom is het zo interessant dit te weten? Omdat dat wat je medewerkers missen is wat ze met elkaar delen.
Selecteer medewerkers die passen bij je visie en missie (= gedeelde ambitie)
Succesvolle teams hebben een gedeelde ambitie, dus bij het selecteren van nieuwe medewerkers is het belangrijk mensen te zoeken met dezelfde ambitie als de praktijk. En selecteer nieuwe medewerkers dus vooral niet om hun vaardigheden.Het doel is alleen mensen aan te nemen die geloven wat jij als tandarts / praktijkhouder gelooft. Mensen die zich dus geïnspireerd voelen hierdoor. Vaardigheden zijn namelijk altijd aan te leren bij medewerkers, maar hun houding en motivatie niet. Door op deze manier een groep van mensen bij elkaar te zetten, creëer je een team van gelijkgestemden. Niet van gelijkgestemde karakters, maar wel van mensen met eenzelfde doel of ambitie.
Maak de praktijk als een ‘warm nest’ voor jouw team
Belangrijkste punt wellicht om hierbij te vermelden is dat zorg altijd wordt geleverd door mensen. En medewerkers zullen dus niet als kostenpost moeten worden gezien, maar als dé toegevoegde waarde in het leveren van tandheelkundige zorg. Oftewel, op de juiste manier investeren in medewerkers zal zich terugverdienen. Er wordt weleens gezegd: alles wat je aandacht geeft groeit. Dit geldt uiteraard ook voor medewerkers. En dat begint direct bij het aannemen en inwerken van nieuwe medewerkers. Een warm welkom is een belangrijke start. Medewerkers willen namelijk niets liever dan ergens bij horen. Ze willen onderdeel zijn van de praktijk en het team.
Faciliteer ontwikkeling en opleiding
Eén van de veelgehoorde redenen voor goede medewerkers om te vertrekken is het gebrek aan persoonlijke ontwikkeling en onvoldoende persoonlijke uitdaging. Een reden voor onvrede is ook het ontbreken van de juiste materialen en middelen om het werk goed te kunnen uitvoeren.Uitdaging voor de tandarts / praktijkhouder is dus medewerkers te faciliteren in hun werk met de juiste kennis en de juiste middelen. Het opleiden van medewerkers vergt uiteraard tijd en investering, maar dit verdient zich terug. Enerzijds in de kwaliteit van het werk, maar anderzijds ook in betrokken en gemotiveerd personeel dat loyaal wordt aan een praktijk. En juist die continuïteit van een goed team is een belangrijke voorwaarde voor een succesvol team.
Zorg voor werkzame kaders
Uitgangspunt is allereerst dat de medewerkers veel verantwoordelijkheid wordt gegeven in het uitvoeren van de werkzaamheden. De medewerkers worden beoordeeld op het resultaat en niet op het uitvoeren van de afzonderlijke taken of procedures. Naast deze ‘vrijheden’ is het heel belangrijk om duidelijke (glasheldere) kaders vast te stellen. De kaders werken niet als een beperking, maar juist als verheldering. De kaders worden gesteld door elke medewerker heel duidelijk te maken waarvoor hij verantwoordelijk is en welk resultaat wordt verwacht. Tevens dient glashelder gemaakt te worden buiten welke grenzen de medewerker zich niet mag bewegen. Dit betekent ook dat je als leider duidelijk optreedt indien de kaders worden doorbroken.
Evalueer de resultaten
Zonder evaluatie is tijdige bijsturing niet mogelijk. Naast het evalueren van de interne processen is het misschien nog wel belangrijker het ‘welbevinden’ van iedere medewerker te evalueren en samen te kijken naar de toekomst. Het welbevinden van de medewerker staat namelijk in nauw verband met de manier van samenwerken en het enthousiasme waarmee mensen hun werk doen.Gemotiveerde medewerkers zijn altijd op zoek naar informatie over hun presteren om te horen wat zij nog kunnen leren en verbeteren. Met het aanleveren van deze informatie zullen medewerkers nog meer gemotiveerd raken. Iets wat je bijvoorbeeld vaak ziet gebeuren na een functioneringsgesprek. Medewerkers hebben dan (eindelijk) inzicht gekregen in wat goed gaat en waarop zij kunnen verbeteren, waarop zij in de periode daarna weer vol enthousiasme aan de slag gaan. Kortom, het is dus vooral van belang voor de tandarts / praktijkhouder om in gesprek te blijven met je medewerkers. Niet door ze alleen te beoordelen op welke wijze zij hun functie vervullen, maar vooral ook door te beoordelen in hoeverre hun passie en talent tot hun recht komen binnen de praktijk.
Conclusie
Als tandarts / praktijkhouder heb je tevens de rol van ‘leider’ van de praktijk. Binnen deze rol is het advies allereerst (en vooral) te focussen op het creëren van een succesvol team. Zorg wordt namelijk geleverd door mensen en jouw medewerkers zijn dan ook dé toegevoegde (en onderscheidende) factor hierin. In dit artikel is duidelijk aangegeven welke voorwaarden je als leider dient te creëren om een succesvol team te bouwen.
Bron:
Dit artikel is mede gebaseerd op het boek ‘Turbo management’ van Jeroen Busscher. (Business Contact, 2010.)
Door:
Sjoerd Kuiken is eigenaar van Kuiken Praktijkmanagement. Hij adviseert en begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk: financieel gezond, kwalitatieve zorg, prettige werksfeer en professionele mentaliteit. Ook is hij initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, met informatie én praktische oplossingen voor praktijken. Bekijk de documenten voor Management en Organisatie.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Voorwaarden-voor-een-succesvol-team.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-15 10:55:332019-04-15 13:57:48Voorwaarden voor een succesvol team
Al decennia wordt antibiotica ingezet ter ondersteuning van een parodontale behandeling.
Gebruik van antibiotica staat echter onder druk, onder andere vanwege toenemende resistentie. Er zijn een aantal potentiële alternatieven in ontwikkeling, maar het kan nog wel even duren alvorens we weten of deze even effectief zijn. Tot die tijd heeft verstandig inzetten van antibiotica een toegevoegde waarde.
Nieuwe biofilm
Een belangrijk onderdeel van de parodontale behandeling is het weghalen van zo veel mogelijk micro‐organismen uit de pocket van de patiënt. Eigen onderzoek laat zien dat een behandelaar ongeveer 99% van de bacteriën elimineert. Dat is een gigantisch aantal. Dankzij het wegvallen van deze bacteriën krijgt de afweer van de patiënt de kans om de subepitheliale ontstekingshaarden op te ruimen. Daarnaast zal zich een nieuwe biofilm in de pocket vormen, die hopelijk stabiliteit brengt.
Homeostase
Bij de herbeoordeling zal de behandelaar kunnen inschatten of de dysbiose is omgezet in een homeostase. Als er geen homeostase bereikt is, kan bovenop de subgingivale reiniging, behandeling met bijvoorbeeld antibiotica effectief zijn. Zeker bij aanwezigheid van pathogenen als Enterococcus facecalis (E.f.), Aggregatibacter actinomycetemcomitans (A.a.) en de keystone pathogeen Porphyromonas gingivalis (P.g.) kan inzetten van antibiotica tot een significante verbetering leiden. Deze pathogenen zijn in staat om de epitheliale barrière te passeren en zich “schuil” te houden in de (sub) epitheliale weefsels. Van hier uit kunnen ze de schoongemaakte pocket weer opnieuw koloniseren, waardoor het resultaat bij de
herbeoordeling tegen zal vallen.
Welk antibioticum?
Over welk antibioticum het beste kan worden ingezet, bestaat veel discussie. Dit varieert van de combikuur tot het gericht gebruik van een (smaller‐spectrum) antibioticum. Bij de studies naar het verschil in effectiviteit tussen de combikuur en een monotherapie met bijvoorbeeld metronidazol is er één belangrijke valkuil. Bij de meeste studies wordt vooraf geen microbiologisch onderzoek uitgevoerd. Dit betekent dat ook A.a. positieve patiënten bij de studies zitten. We weten dat metronidazol nauwelijks effect heeft op de facultatief anaerobe A.a. bacteriën. Hierdoor lijkt het effect van een monotherapie met metronidazol kleiner te zijn. Echter, als er vooraf wel microbiologisch gescreend wordt, zien we een duidelijk significant effect van metronidazol bij pockets > 5mm (Preus et al. 2012).
Niet standaard
Maar waarom dan toch niet standaard de combikuur? Standaard de combikuur kan tot overbehandeling van de patiënt leiden. Bij bijvoorbeeld aanwezigheid van alleen P.g. is de combikuur niet noodzakelijk. Ook kan het standaard inzetten van de combikuur helemaal nutteloos zijn. Dit geldt bijvoorbeeld als er sprake is van aanwezigheid van andere micro-organismen zoals virussen en/of schimmels/gisten, maar ook bij aanwezigheid van de resistente E.f. bacterie is de combikuur niet de juiste keuze. Daarnaast zorgt gebruik van de combikuur er voor dat ook de bacteriën die de eerste laag van de biofilm vormen, geremd worden. Dit vertraagt de vorming van een nieuwe stabiele biofilm.
Voordelen gebruik van alleen metronidazol
Gebruik van alleen metronidazol heeft een aantal voordelen. Metronidazol is in de jaren ‘50 ontwikkeld als een anti‐protozoa middel. Het werd voornamelijk ingezet tegen Trichomonas vaginalis, Giardia lambliae en Entamoeba histolytica. In 1962 werd bij toeval ontdekt dat metronidazol ook effectief is bij parodontitis patiënten (Shinn 1962). Sindsdien wordt metronidazol een prodrug genoemd, omdat het zo efficiënt werkt tegen anaeroben. Daarnaast komt resistentie tegen metronidazol niet frequent voor (Soares et al 2012). Dit in tegenstelling tot de hoge resistentiegraad die we bij antibiotica, zoals penicillines (amoxicilline) en macroliden, zien. Bij aanwezigheid van A.a. of andere bacteriën uit het groene complex van Socransky is gebruik van metronidazol alleen niet toereikend en is de combikuur de juiste keus.
Alternatief voor antibiotica
Op dit moment wordt er hard gezocht naar een alternatief voor antibiotica. Alternatieven zijn onder te verdelen in anti‐inflammatoire middelen, antibacteriële middelen en middelen die de afweer versterken.
Anti‐inflammatoire middelen
Voorbeelden van mogelijk effectieve anti‐inflammatoire middelen zijn polyfenolen, resolvines (Chun‐Teh Lee et al. 2016), curcuma (Nagasri et al. 2015) en aspirine in lage dosering gecombineerd met omega‐3 derivaten (Elwakeel et al. 2015).
Antibacterieel middel
Een voorbeeld van een antibacterieel middel is de bacteriofaag. Bacteriofagen zijn virussen en natuurlijke vijanden van bacteriën. Een bacteriofaag werkt slechts tegen 1 soort bacterie, waardoor men heel gericht bacteriën kan uitschakelen. De eerste successen met bacteriofagen zijn recent gepubliceerd (Szafranski et al. 2017). Er is echter nog te weinig klinisch onderzoek beschikbaar om fagen nu al in de kliniek in te zetten tegen parodontitis. Op dit moment zijn fagen dus nog geen alternatief voor antibiotica.
Middelen die afweer versterken
Veelbelovend zijn de studies die worden uitgevoerd met host modulatoren zoals CP40 (AMY101). CP40 is een klein eiwitje en een analoog van compstatine. Het blokkeert een onderdeel van het complement afweersysteem, waardoor de parodontale ontsteking geremd wordt (Hajishengallis et al. 2019). Op dit moment worden er fase II studies uitgevoerd en is het wachten op de resultaten.
Het ziet er naar uit dat we in de nabije toekomst antibiotica kunnen gaan vervangen voor even effectieve of zelfs effectievere alternatieven. Tot het zover is, blijft antibiotica een goede keuze bij bijvoorbeeld refractaire parodontitis, agressieve parodontitis en als er sprake is van diepe pockets. Afhankelijk van de soorten bacteriën die in de pocket aanwezig zijn, zal de keus vallen op een monotherapie of een combinatie therapie. Hierbij is het devies om de aanwezige bacteriën zo gericht mogelijk aan te vallen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Antibiotica-en-mogelijke-alternatieven-nu-en-in-de-toekomst.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-15 10:50:042019-05-02 16:53:21Antibiotica en mogelijke alternatieven nu en in de toekomst
Van oudsher focust de Orale Kinesiologie (nieuwe term voor gnathologie) zich op behandeling van klachten van het kauwstelsel. Het staat aan de rand van de tandheelkunde. Prof. dr. Frank Lobbezoo hield een presentatie over bruxisme waarbij een paradigmashift centraal stond.
Bruxisme van vroeger
Lobbezoo haalde zijn oude dictaten van toen hij nog studeerde (1985) tevoorschijn. Hierin stond de definitie van parafuncties:
Niet-normale en niet-fysiologische en niet-doelbewuste functies van het kauwstelsel.
De belangrijkste parafunctie zou persen en knarsen zijn, nu noemen we dit klemmen en knarsen. De gevolgen zouden schade zijn aan spieren, gewrichten, gebitselementen en parodontium. De behandeling was via bewustwording, inslijpen, Drumplaat (zachte opbeetplaat), harde opbeetplaat en medicatie. Inslijpen en een zachte opbeetplaat worden nu niet meer gedaan, want dat die geeft aanleiding tot meer bruxisme in plaats van minder.
Van gnathologie naar Orale Kinesiologie
Gnathologie is nu veranderd in Orale Kinesiologie; het is een breder en medischer vak geworden. De Orale Kinesiologie omvat:
De definitie van bruxisme die nu is vastgesteld door experts uit de hele wereld:
Repetitieve kauwactiviteit die wordt gekarakteriseerd door knarsen of klemmen met tanden en kiezen en/of fixeren van of duwen van de onderkaak.
Hier staat dus niet meer parafunctie of stoornis genoemd. Bruxisme is enkel een kauwspieractiviteit en niet meer of minder. Het wordt dus niet meer per definitie als schadelijk beschouwd. Bovendien is tandcontact niet meer per se nodig om als bruxist te worden gezien. Men kan zelfs knarsen en klemmen zonder tanden te hebben. Bruxisme wordt niet veroorzaakt door iets perifeers, het is een centraal fenomeen. Bruxisme vindt zijn oorsprong in de hersenen, de oorzaak heeft niks te maken met tanden en kiezen. De neurotransmitters verkeren in een disbalans.
Wat ook veranderd is, is de omschrijving van dag- en nachtbruxisme. Nu heet het waak- en slaapbruxisme omdat niet iedereen slaapt in de nacht en vice versa.
Diagnostiek bruxisme
Hoe stel je vast of iemand bruxisme heeft of niet? Daar zijn verschillende methodes voor:
• Vragenlijsten
• Klinisch onderzoek
• Door middel van een apparaat dat de spieractiviteit monitort tijdens de slaap
Het afnemen van een vragenlijst leidt enkel tot een vermoeden van bruxisme. Bij klinisch onderzoek wordt er bekeken of er sprake is van slijtage, randen in de wangen, impressies in de tong of lippen en andere tekenen die kunnen wijzen op bruxisme. Dit geeft meer evidentie van het bruxisme. Een apparaat kan enkel wijzen op slaapbruxisme en geeft zekerheid. Een apparaat om waakbruxisme te registeren wordt op dit moment ontwikkeld. Diagnostiek via een apparaat wordt echter zelden gedaan, omdat het zeer arbeidsintensief is. Op dit moment wordt het vooral gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en bij ernstige gevallen in de kliniek.
Etiologie
Occlusie speelt geen rol alhoewel dit vaak wordt gedacht. Psychosociale factoren staan wel nog steeds hoog op de lijst als etiologie, vooral voor overdag. Bruxisme is voor zeker vijftig procent genetisch bepaald. Zoals eerder genoemd is een asymmetrie in de hersenen bij de neurotransmitters een veroorzaker, met name met dopaminesubstanties. Er is ook een waslijst aan exogene factoren, zoals alcohol, roken, drugs en medicijnen. Bij medicijnen wordt dit als bijwerking vermeld onder de noemer ‘extrapyramidale stoornissen’.
Gedragsbeïnvloeding is dus belangrijk bij behandeling van bruxisme. Zoals je weet helpt het niet om te zeggen ‘je moet stoppen met roken’ of ‘neem dat pilletje nou gewoon niet’ en moeten de mouwen opgestroopt worden. Bij medicatie kan men de medisch behandelaar bellen om te overleggen of er overgestapt kan worden naar andere medicatie.
Gevolgen bruxisme
Negatieve gevolgen van bruxisme:
• Hypertrofie; verdikte masseters
• Gebitsslijtage
• Implantaten die sneuvelen
• Pijn in spieren en gewrichten
• De discus kan zich voorwaarts verplaatsen en zelfs blokkeren
(Mogelijke) Positieve gevolgen:
• Stimulatie van speekselklieren; ophef van hyposalie
• Hogere botdensiteit van de kaak
• Versteviging van de bovenste luchtweg; hierdoor verminderd slaapapneu
• Doorbreking van het slaapapneu event
• Stimulatie van de hersenactiviteit; verbeterde cognitieve prestaties
Denk daarom na voordat je ingrijpt bij een bruxist. Als mensen klachten hebben, kan je ingrijpen, maar als het (mogelijk) een bescherming geeft, blijf er dan vanaf.
Kinderen
Bij kinderen komt knarsen/klemmen veel voor: ongeveer 20% en neemt in de tijd weer af tot 8%. Waarschijnlijk komt het doordat het motorisch systeem nog niet uitgerijpt is en er nog gewend moet worden aan normale bewegingen. Bovendien kan er sprake zijn van ontwikkelingsstress. Het kan ook functioneel zijn want je hebt enige slijtage nodig om de gebitswisseling tot stand te brengen.
Mensen met verminderde cognitie
Ook onder mensen met een cognitieve problemen komt bruxisme vaker voor, bijvoorbeeld bij mensen met syndroom van Down.
Behandeling
Helaas ontbreekt er een effectieve en veilige behandeling. Er zijn wel strategieën waarvan we weten dat ze werken, maar we weten niet of het veilig is. Als je wilt behandelen, gebruik dan de Triple P-methode:
• Peptalk: Psychologie, leg uit wat er aan de hand is, geef instructies, geef ontspanningsoefeningen
• Platen: Geen zachte opbeetplaat, maar een harde opbeetplaat met volledige afdekking en afsteuning
• Pillen: In ernstige gevallen en bij falen van de eerste twee P’s. Geen valium, maar anti-parkisonmedicatie (via een arts of medisch specialist)
Hoewel effectief bij de behandeling van bruxisme is de veiligheid van Botox nog niet volledig aangetoond. Zo is gesuggereerd dat het zou kunnen leiden tot osteoporotische problemen. Terughoudendheid is dus gewenst.
Prof. dr. Frank Lobbezoo is tandarts-gnatholoog en hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder de Orofaciale Pijn en Disfunctie. Tevens is hij voorzitter van de afdeling Mondgezondheidswetenschappen en vice-decaan van ACTA. Prof. Lobbezoo verzorgt theoretisch en praktisch onderwijs voor tandheelkundestudenten op het gebied van TMD, orofaciale pijn en tandheelkundige slaapstoornissen. Hij heeft een groot aantal nationale en internationale publicaties op zijn naam staan.
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van het de Quality Practice Themadag Functie en Parafunctie
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/12/Bruxisme-wat-moet-je-ermee.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-15 10:46:192019-04-15 10:38:45Bruxisme: wat moet je ermee ?
De tandheelkundige wereld is al lange tijd gewend aan het eenmalige gebruik van dentale materialen. De milieuschade die dit aanricht wordt echter in toenemende mate erkend. Via een korte enquête vroegen wij u hoe de mondzorg dit eenmalig gebruik zou kunnen inperken.
Slecht voor het milieu
Nagenoeg alle respondenten zijn van mening dat de korte levensduur van dentale materialen slecht is voor het milieu. Volgens hen is er een andere manier van werken nodig. Dit kan echter niet enkel door individuele praktijken gerealiseerd worden. Zowel de markt als de regelgeving spelen hier een grote rol.
Steriliseren van materialen
Daarnaast is bijna de helft van de respondenten (47%) van mening dat er meer materialen moeten komen die gesteriliseerd kunnen worden. Daar komt wel bij dat de materialen niet te duur moeten zijn, aangezien dat de aanschaf ook tegen zou kunnen houden.
Enkele reacties:
“Om materialen te maken die én in de thermodesinfector kunnen én in de autoclaaf.”
“Zoveel mogelijk plastic vervangen door herbruikbaar binnen de richtlijnen.”
Afbreekbare materialen
Bijna een kwart van de respondenten (25%) stelt voor om de focus te leggen op het vervangen van plastic door afbreekbare materialen. Zo kunnen volgens hen papieren bekertjes, kartonnen verpakkingen en opzetborstels van ander afbreekmaterialen worden geïntroduceerd die plastic vervangen. Ook vinden zij dat er een oplossing moet komen voor de plastic handschoenen.
Enkele reacties:
“Papieren bekertjes, opzetborstels van afbreekbaar materiaal, kartonnen verpakkingen.”
“Meer papier/karton ipv plastic gebruiken.”
“Inventariseren welke disposables kunnen worden vervangen en bij gebruik disposables gebruik maken van biologisch afbreekbare materialen (denk ook aan handschoenen!).”
Recyclen
Het recyclen van dentale wegwerpmaterialen zou tevens een optie zijn. Echter, ook de gemeenten moeten hier te hulp schieten. Een respondent schreef: “Wij waren heel fanatiek begonnen met het scheiden van plastic materialen. Helaas werd er elke keer bij het wegbrengen naar een afvalscheidingsstation van de gemeente erg moeilijk gedaan over het inleveren tot gewoon weigeren van dit afval. Daarom zijn we helaas maar weer gestopt met dit scheiden.”
Regelgeving aanpakken
Indien individuele praktijken een omslag willen maken, is er ook een omslag binnen de regelgeving nodig, zeggen diverse respondenten. Zowel producenten als gemeenten moeten meewerken aan milieuvriendelijke opties. Tot slot moeten de WIP-richtlijnen volgens 9% van de respondenten herzien worden zodat praktijk en theorie op elkaar aansluiten.
Enkele reacties:
“De WIP-richtlijn zorgt er voor dat er zoveel plastic gebruikt wordt. Denk aan handschoenen, veel sleeves etc. Hier kan echt naar gekeken worden.”
“Door regelgeving richting producenten.”
“Door de wip-richtlijn te versoepelen. Men vreest een controle, en plakt daarom alles af, of gebruikt disposables.”
“Onzinnige sleves volgens wip overbodig. Desinfecteren met alcohol is voldoende.”
Overige ideeën
De overige ca 20% had uiteenlopende ideeën om het eenmalig gebruik van dentale materialen te beperken. Een greep uit de reacties:
“Het beperken van het gebruik van eenmalige dentale materialen vraagt om een andere manier van werken, er spelen meerdere factoren mee.”
“Heel lastig. Meer reinigbaar maken in de thermodesinfector? Geen hoofdsteunzakken meer, maar de hoofdsteun met alcohol reinigen na iedere patiënt.”
“Geen “kitpistolen” meer maar gewoon weer tubes met materialen. Zoals vroeger scheelt zoveel tips en afval.”
“Meer metaal gebruiken, welke je kunt hergebruiken. Alleen de nodige opzetstukken verwisselen. Een microbrush van metaal bijvoorbeeld met een opzegbare borsteltje.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Meerderheid-voor-aanpakken-eenmalig-gebruik-dentale-materialen.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-15 10:45:182019-04-15 14:03:58Meerderheid voor aanpakken eenmalig gebruik dentale materialen
Het invoeren van een ‘suikerbelasting’ van 20 procent op suikerrijke frisdrank zou maar liefst een miljoen minder cariës op kunnen leveren. Er wordt al lange tijd voor een dergelijke belasting gepleit, om problemen als gaatjes, obesitas en diabetes tegen te gaan.
Mogelijke effecten van suikerbelasting
Om de vraag naar een suikerbelasting vanuit verschillende partijen te ondersteunen besloten onderzoekers van het Radboud UMC te kijken naar het effect van een dergelijke belasting. Zo wilden ze bijvoorbeeld kijken naar of mensen daadwerkelijk andere, minder zoete, drankjes zouden gaan drinken, en wat voor effect dit zou hebben op de gezondheid van het gebit. Hiernaast keken ze ook naar of dit tot lagere kosten in de gezondheidszorg zou kunnen leiden.
Miljoen minder gaatjes
Uit het onderzoek bleek onder andere dat het doorvoeren van een suikerbelasting van 20 procent in Nederland tot zo’n miljoen minder cariësgevallen zou kunnen leiden. Het grootste verschil zou worden gemaakt bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar oud. Door de belasting zou het gebit van meisjes zes jaar langer cariësvrij blijven, en het gebit van jongens zelfs negen jaar.
Financiële voordelen
Het lijkt ook alsof het doorvoeren van de suikerbelasting financiële voordelen met zich mee zou kunnen brengen. Milica Jevdjevic, onderzoeker Kwaliteit en Veiligheid van Mondzorg: “De administratieve lasten voor invoering en invordering van de belasting schatten we in op ruim €37 miljoen, waar dan een belastingopbrengst tegenover staat van bijna €3,5 miljard. Bovendien zal de maatregel een besparing opleveren aan tandartskosten doordat er minder ingrepen nodig zijn.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Miljoen-minder-cariës-en-besparing-door-suikerbelasting-op-frisdrank.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-15 10:36:562019-04-15 10:36:56Miljoen minder cariës en besparing door suikerbelasting op frisdrank
De Duitse staat Saksen ondersteunt de ontwikkeling van een project voor telegeneeskunde. Het project doet onderzoek naar de aansturing van computers en huishoudelijk apparaten door tongbewegingen.
“Tongue mouse”
Het project “tongue mouse” is opgezet voor mensen met motorisch zwakke handen, dit meldde het ministerie van Volksgezondheid. De Technische Universiteit Dresden en de onderneming Linguwerk GmbH werken hiervoor samen.
Sensoren
Voor deze tong-muis wordt er een bordje in het gehemelte vastgeklemd. De sensoren hierin zijn verbonden aan een apparaat en kunnen met de tong worden bediend. Het werkt als een “computermuis in de mond”, aldus een woordvoerder van het ministerie.
Oplossing
Volgens beschikbare informatie zijn er ongeveer 900.000 mensen in Duitsland getroffen door reuma, Parkinson of het verlies van functie in handen en voeten. De “tongue mouse” biedt hier dus een oplossing voor.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/03/Computers-bedienen-met-je-tong-tongue-mouse.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-15 10:35:322019-04-15 10:34:50Computers bedienen met je tong: “tongue mouse”
In het project ‘Meet Mondgezondheid Kind’ (MeMo Kind) is de Hogeschool Utrecht bezig met het in kaart brengen van alle initiatieven die zijn gericht op het beschermen en verbeteren van de mondgezondheid van kinderen van 0 tot 4 jaar. Het doel is om zoveel mogelijk ‘best practices’ in beeld te krijgen. Daarna is het de bedoeling om een meetinstrument te ontwikkelen om mondzorgprofessionals te helpen hun interventies te evalueren op effectiviteit. Hiervoor hebben wij uw input nodig.
Doe mee en vul de korte vragenlijst in
De Hogeschool Utrecht waardeert het bijzonder als je via een korte web vragenlijst een melding wilt maken van jouw specifieke initiatief voor de mondgezondheid van jonge kinderen. Deze is te openen via de link: MeMo Kind
De initiatiefnemers willen graag weten welke initiatieven je precies onderneemt. Te denken valt aan: ‘Houd je mond Gezond’, ‘GigaGaaf’, ‘Gewoon Gaaf’ en ‘Gezonde Peutermonden’, maar ook acties die (nog) niet landelijk bekend zijn. Heb je bijvoorbeeld aparte protocollen ontwikkeld of gebruik je bepaalde posters of folders in je praktijk? En ook, heb je activiteiten buiten de praktijk opgezet, zoals het geven van voorlichting op een consultatiebureau of op een kinderopvang? Kortom elk mogelijk initiatief telt zolang het maar is gericht op de mondgezondheid van jonge kinderen in de leeftijdsgroep van 0-4 jaar.
Effectiviteit in kaart brengen
Op basis van je gegevens kunnen wij beter zicht krijgen op de extra preventieve inzet van mondzorgverleners voor de mondgezondheid van jonge kinderen en kunnen wij initiatieven ontwikkelen om de effectiviteit daarvan in kaart te brengen.
In het team MeMo kind zijn vertegenwoordigd:
Hogeschool Utrecht Dr. Katarina Jerkovic, Brenda Grift MSc., Marjo Salentijn MSc., Dorothee Quant MSc.
KNMT/ACTA Prof. Dr. Josef Bruers
ACTA /NVvK Dr. Denise Duijster
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/MeMo-Kind.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-11 09:12:052019-04-11 09:24:39Doe jij wat extra’s voor de mondzorg van kinderen van 0-4 jaar?
Mensen die niet regelmatig naar een tandarts gaan moeten door hun huisarts worden getest op parodontitis, aldus de European Federation of Periodontology (EFP). Parodontitis is een aandoening die grote risico’s op onder andere diabetes, hartaanvallen en beroertes met zich meebrengt, en komt voor bij 50% van de mensen boven de 30. Controle is daarom van groot belang.
Diagnose van parodontitis
Dr. Eduardo Montero, van de Complutense University in Madrid en hoofd auteur van deze studie: “Parodontitis is een van de meest voorkomende aandoeningen, met een directe impact op de mond- en algemene gezondheid. Uit dit onderzoek is gebleken dat 40% van de volwassenen in het afgelopen jaar niet naar een tandarts is geweest, wat maakt dat parodontitis niet gediagnosticeerd kan worden. In veel landen komt het vaker voor dat mensen een huisarts bezoeken. Daarom hebben we een screening tool ontwikkeld met vijf routine onderdelen zodat huisartsen mensen met (risico op) parodontitis kunnen herkennen, om hen vervolgens door te kunnen verwijzen naar een tandarts voor definitieve diagnose en behandeling indien nodig.”
Screening tool
De screening tool kijkt naar leeftijd, geslacht, etniciteit, rookgedrag en bloedsuiker. De grootste risico groep bestaat uit rokende mannen tussen de 70 en 80 jaar uit met een hoog bloedsuikergehalte. Niet-rokende vrouwen tussen de 30 en 40 jaar uit met een normaal bloedsuikergehalte lopen het minste risico.
Integratie mondzorg en algehele zorg
Het onderzoek onderstreept het belang van een betere integratie tussen mondzorg en algehele medische zorg wereldwijd, om een betere levenskwaliteit en lagere zorgkosten te kunnen faciliteren. De ontwikkelde parodontitis screening tool is een goed voorbeeld van betere integratie. Dr. Montero: “Mochten huisartsen gaan screenen voor parodontitis dan zou dit van grote invloed kunnen zijn op de volksgezondheid. Het behandelen van parodontitis verbetert de mondgezondheid, helpt mensen met diabetes om hun bloedsuiker te controleren en vermindert ontstekingen en andere factoren die te maken hebben met atherosclerose.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/03/Diagnose-van-parodontitis-moet-vaker-bij-huisartsen.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-10 09:00:482019-04-09 09:31:07Diagnose van parodontitis moet vaker bij huisartsen
Hoewel het gerechtshof in Nederland besloot de tabaksindustrie niet te vervolgen, is in Canada nu anders geoordeeld. Meer dan 100.000 tabaksslachtoffers wonnen daar hun rechtszaak. Drie grote sigarettenfabrikanten moeten een schadevergoeding van 11 miljard euro betalen.
Hoger beroep
Fabrikanten Imperial Tobacco, Rothmans Benson & Hedges en JTI-MacDonald worden ervan beschuldigd meer te moeten doen om hun consumenten te waarschuwen voor gevolgen van roken. In 2015 oordeelde de rechter al over deze nalatigheid, waarop de fabrikanten in hoger beroep gingen. Zij zijn van mening dat de gezondheidsrisico’s alom bekend zijn. De rechter was het hier niet mee eens en oordeelde in het voordeel van de rokers.
Eerste strafrechtelijke vervolging
De rechtszaak, die al sinds 1998 loopt, is de eerste in Canada waarbij sigarettenfabrikanten strafrechtelijk worden vervolgd. In Nederland gebeurde dit afgelopen jaar tevens voor de eerste keer onder leiding van advocate Bénédicte Ficq.
Kwestie van ‘niet kunnen’?
De uitspraak dat de Nederlandse tabaksproducenten geen strafbaar feit hebben gepleegd, deed Ficq echter niet opgeven. Volgens haar ging het hier binnen het gerechtshof in Den Haag niet om een kwestie van niet willen, maar van niet kunnen. Wellicht dat de uitspraak in Canada hier verandering in gaat brengen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/03/Tabaksfabrikanten-in-Canada-veroordeeld-tot-schadevergoeding-aan-rokers.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-09 09:00:402019-04-09 09:30:21Tabaksfabrikanten in Canada veroordeeld tot schadevergoeding aan rokers
Bekijk twee posters gemaakt door vierdejaars studenten Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over taakherschikking en over de gevolgen van gastro-oesofageale refluxziekte op de mondgezondheid bij kinderen. Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.
Behoefte, bekwaamheid en beweegredenen van bachelor opgeleide mondhygiënisten met betrekking tot zelfstandige bevoegdheid
Onderzoeksvraag
Wat is de mening van bachelor opgeleide mondhygiënisten over het verkrijgen van volledige zelfstandigheid tijdens de experimentele periode van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in het kader van de taakherschikking?
• Taakverdeling tussen tandarts en mondhygiënist bespreken in beroepspraktijk
• Inventariseren bekwaamheid en de behoefte aan bij-en nascholing
• Hogescholen wordt aanbevolen praktische scholing voor primaire cariës aan te bieden en voor het behalen van het certificaat
Conclusie
Er kan geconcludeerd worden dat de participanten van mening zijn dat er behoefte is aan het volledig zelfstandig toedienen van lokale anesthesie en toepassen van ioniserende straling. Een belangrijke beweegreden hiervoor is dat er met volledige zelfstandigheid kwalitatief betere zorg geleverd kan worden aan patiënten. Het prepareren en restaureren van primaire cariës zal naar verwachting minder worden uitgevoerd, vanwege het ontbreken van bekwaamheid en tijd in de agenda’s.
Poster ontwikkeld door:
Kim Olivier en Shannon van der Ploeg, Mondzorgkunde B, Hogeschool Utrecht
De gevolgen van gastro-oesofageale refluxziekte op de mondgezondheid bij kinderen:
Een systematisch literatuuronderzoek
Een gastro-oesofageale reflux (GOR) is een fysiologisch proces. Het onvolledig sluiten van het maagklepje en een vloeibare voeding spelen hierbij een belangrijke rol. Wanneer GOR leidt tot hinderlijke klachten en/of complicaties wordt er gesproken van gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ). De prevalentie/incidentie van deze aandoening is dubieus.
De aanleiding voor het huidige onderzoek zijn variërende en uiteenlopende conclusies uit andere onderzoeken over de gevolgen van GORZ in de mond bij kinderen.
‘Wat zijn de gevolgen van een gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ) op de mondgezondheid bij kinderen van 6 maanden tot en met 13 jaar?’ Deelvragen Primaire dentitie (erosie en cariës), permanente dentitie (erosie en cariës), buffercapaciteit van het speeksel en zachte weefsels.
Huidig onderzoek is relevant, vanwege de informatieverstrekking aan beroepsprofessionals (praktisch). Met deze informatie kan voorlichting gegeven worden, met de eventueel hierbij behorende maatregelen (klinisch).
Conclusie
Voorzichtig kan geconcludeerd worden dat een gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ) gevolgen heeft op de mondgezondheid bij kinderen van 6 maanden tot en met 13 jaar, namelijk op de primaire elementen (erosie) en permanente elementen (cariës).
Poster ontwikkeld door:
May Lin Droog en Marlotte van Capelleveen, Hogeschool Utrecht
Clear aligners of traditionele beugels – welke presteren het beste? Om hierachter te komen vergeleken onderzoekers verschillende studies om de voor- en nadelen van beide gebitsvervormers goed te kunnen vergelijken.
Systematische vergelijking
Eerder werd de effectiviteit van de onzichtbare beugels, aligners, al vergeleken met vaste beugels. Deze aligner techniek verandert echter op zo’n rap tempo dat Ynyan Ke en Yanfei Zhu van het Shaoxing Hospital of Traditional Chinese Medicine in Shoaxing, China, besloten om opnieuw een systematische vergelijking van studies uit te voeren.
Om dit te doen bestudeerde de onderzoekers verschillende databases, op zoek naar klinische studies die de effectiviteit van beugels en aligners evalueren. Hierbij werd alleen gezocht naar studies op vaste, menselijke tanden. Uiteindelijk vonden zij acht studies van gemiddelde tot hoge kwaliteit om op te nemen in de analyse.
Aligners en traditionele beugels beiden hun eigen voor- en nadelen
Uit de verschillende studies blijkt dat patiënten met aligners meer comfort ervoeren, een betere mondhygiëne hadden en dat zij esthetisch gezien meer tevreden waren met hun beugel. Hiernaast verliepen hun behandelingen sneller dan patiënten met vaste, traditionele beugels. Anderzijds bleken traditionele beugels de beweging van het gebit beter en specifieker te kunnen controleren. Daarnaast ervoeren patiënten met traditionele beugels ook minder vaak een terugval. De kans is groot dat dit met de behandelduur te maken heeft.
“Clear aligners hebben voordelen ten opzichte van traditionele beugels, zoals meer comfort en hygiëne, en een kortere behandelperiode, maar zijn niet even effectief als traditionele beugels als het neerkomt op occlusale contacten, het aanpassen van bucco-linguale inclinatie posterior en het produceren van blijvend goed resultaat,” aldus Ke en Zhu.
Beste behandelmethode verschilt per patiënt
Dit onderzoek concludeert daarom dat het per patiënt verschilt welke behandelmethode het best bij hem of haar past. Zowel aligners als traditionele beugels zijn in staat om het doel waarvoor ze zijn ontworpen te behalen. Afhankelijk van iemands voorkeur, bijvoorbeeld meer zeker resultaat of juist een korte behandeling, kan dus de beste methode worden voorgeschreven.
Een nieuw ontwikkelde methode biedt potentie om de hoge kosten die slaapapneu met zich mee brengt terug te brengen. Met de methode die het diagnostisch centrum Diagnostiek voor U ontwikkelde kan per patiënt 400 tot 525 euro worden bespaard.
Hoge kosten OSAS
Het te laat ontdekken en niet behandelen van het obstructief slaapsyndroom OSAS brengt zowel gezondheidsrisico’s als hoge kosten met zich mee. Jaarlijks kost dit Nederland zo’n 1,5 miljard euro. In de Verenigde Staten lopen de kosten zelfs op tot 160 miljard.
Zuurstoftekort en verstoring slaapritme
Bij mensen met slaapapneu stopt de ademhaling tijdens het slapen steeds opnieuw voor 10 tot 30 seconden, meestal veroorzaakt door afsluiting van de bovenste luchtwegen. In sommige gevallen kan dit zelfs meer dan vijftig keer per uur voorkomen. Hierdoor beland er minder lucht in de langen wat een zuurstoftekort in het bloed veroorzaakt.
Waar de patiënt hier op het eerste gezicht niets van merkt verstoort dit wel het slaapritme. Dit verzorgt daarom vaak klachten als vermoeidheid, slechte concentratie, hoge bloeddruk of impotentie. Daarnaast brengt slaapapneu verhoogde risico’s op onder andere hart- en vaatziekten, herseninfarcten en kanker met zich mee.
Slaapapneu in Nederland
In Nederland hebben rond de 600.000 mensen te maken met OSAS. Dit komt vooral, maar niet uitsluitend, voor bij mannen met overgewicht. Minder dan de helft van de mensen met slaapapneu wordt hiervoor behandeld. De behandeling bestaat in de meeste gevallen simpelweg uit een slaapmasker.
Polygrafie in eerste lijn
Om de hoge kosten die OSAS behandelingen met zich mee brengen terug te brengen voerde het diagnostisch centrum Diagnostiek voor U in Eindhoven een uitgebreid polygrafisch onderzoek uit en werd gekeken of polygrafie erkend zou kunnen worden als diagnostiek in de eerste lijn. Het bleek dat de kwaliteit van dit type onderzoek gelijk is aan de tweedelijnskwaliteit, en dat de kosten een stuk lager zijn. Door OSAS bij de huisarts te behandelen, en niet door te verwijzen, kan per patiënt tussen 400 en 525 euro worden bespaard.
De NZa heeft deze resultaten in overweging genomen en als gevolg de eerstelijnsvoorzieningen en het toekennen van een eigen tarief erkend. Daardoor is het vanaf nu toegestaan voor huisartsen en zorgverzekeraars om polygrafische behandelingen aan te bieden.
Bron:
Eindhovens dagblad
Skipr
NVTS congres: Tandheelkundige slaapgeneeskunde in de praktijk. 5 april, Naarden
Op vrijdag 5 april houden wij ons elfde jaarcongres. Zes boeiende sprekers belichten vanuit diverse invalshoeken de slaapapneu-gerelateerde problematiek. De focus ligt op nieuwe kennis ten aanzien van Slaapdetectie & ‘City Safety’, alternatieve diagnostische mogelijkheden en toekomstperspectieven.
Aan bod komen de relatie tussen parodontitis en slaapapneu, gedragsverandering met betrekking tot gezonder leven en slaaphygiëne. Tevens wordt er een overzicht gegeven van de meest relevante recente literatuur op het gebied van OSA en van de ontwikkelingen van de unieke leerstoel ‘Tandheelkundige slaapgeneeskunde’. Lees meer
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/03/Lagere-kosten-door-behandelen-slaapapneu-in-eerste-lijn.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-01 10:40:312019-04-01 10:26:46Lagere kosten door behandelen slaapapneu in eerste lijn
Uit nieuw onderzoek is gebleken dat er bij mannen een sterkere relatie bestaat tussen parodontitis en diabetes type 2 dan bij vrouwen. Waar bij mannen wel een significant verband werd gevonden, was dit bij vrouwen niet het geval.
Verband tussen parodontitis en diabetes type 2
Het is bekend dat mensen met diabetes een drie keer hogere kans hebben op parodontitis dan mensen zonder diabetes. Daarnaast helpen parodontale behandelingen vaak ook met het verbeteren van het metabolisme en bloedsuiker bij mensen met diabetes type 2.
Onderzoek naar relatie per geslacht
Parodontitis komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Eerdere studies keken echter niet naar het verschil per geslacht wat betreft de relatie tussen parodontitis en diabetes. Om die reden besloten Ying Liu en haar team van de East Tennessee State University in Johnson City om dit wel te onderzoeken. Hiervoor werd gebruik gemaakt van data van verschillende NHANES (National Health and Nutrition Examination Survey) datasets van tussen 2009 en 2014, van individuen van 30 jaar of ouder die zowel zijn getest op parodontitis als op diabetes.
In het onderzoek werd onder andere onder andere de volgende data meegenomen
Schoonmaken van ruimtes tussen tanden (bijv. door te flossen)
Gebruik van mondwater
BMI
Wel of geen dekking door zorgverzekering
Leeftijd
Geslacht
Etniciteit
Socio-economische status, als weergegeven door educatie en inkomen
Verschil tussen mannen en vrouwen
Er werd gevonden dat 36 procent van de deelnemers met diabetes type 2 ook gemiddelde tot ernstige parodontitis had, terwijl dit slechts het geval was bij 23 procent van de deelnemers zonder diabetes. Hiernaast werd duidelijk dat parodontitis het vaakst voorkomt bij mensen boven de 60 (34%), mannen (31%), van een niet blanke afkomst, een lager inkomen (36%), zonder een middelbare school diploma (40%) en zonder zorgverzekering (36%).
De auteurs benadrukken wel dat deze resultaten geen bewijs zijn van een causale relatie tussen diabetes type 2 bij mannen of andersom, maar dat er wel een duidelijk verband zichtbaar is dat veel vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. Ook noemden ze dat het slim zou zijn om gender specifieke preventie strategieën door te voeren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/06/Sterkere-relatie-tussen-parodontitis-en-diabetes-bij-mannen.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-01 10:35:452019-04-01 10:26:18Sterkere relatie tussen parodontitis en diabetes bij mannen
Onderzoekers hebben gekeken naar de beste technieken en materialen voor het maken van vaste en uitneembare kunstgebitten. Ze kwamen tot de conclusie dat er geen duidelijke ‘beste’ technieken of materialen bestaan, die aantoonbaar betere kunstgebitten maken dan anderen.
Eindresultaat kunstgebitten
Er komen vele stappen kijken bij het maken van kunstgebitten. Voor het uitvoeren van deze stappen kunnen verschillende technieken en materialen worden gebruikt. Het eindresultaat van het kunstgebit hangt onder andere af van de kunstgebitretentie, stabiliteit, ondersteuning, kauwefficiëntie, het comfort en de algehele tevredenheid van de patiënt. Aangezien er geen praktische klinische richtlijnen bestaan voor het maken van kunstgebitten en nauwelijks analyses van welke materialen en technieken het best hiervoor zijn, besloten hoofdauteur Srinivasan Jayaraman van de Al Baha University Faculty of Dentistry in Saoedi-Arabië en zijn team dit wel te doen.
Systematisch onderzoek
De onderzoekers voerden een een systematische beoordeling en meta-analyse uit van de effecten van verschillende technieken en materialen van kunstgebitten. Hierbij keken zijn naar de volgende elementen:
Retentie, stabiliteit, comfort en duurzaamheid van vaste kunstgebitten
Stabiliteit, comfort, duurzaamheid en overextensie van uitneembare kunstgebitten
Meta-analyse
Uiteindelijk werden negen studies opgenomen in de meta-analyse. Acht hiervan betroffen 485 patiënten met vaste kunstgebitten. De andere studie bevatte 72 patiënten met uitneembare kunstgebitten. De deelnemers varieerden in leeftijd van 45 tot 75 jaar oud en waren (deels) tandloos sinds 10 tot 35 jaar.
Silicoon vs. alginaat
Een twee stappen-techniek met gebruik van siliconen werd vergeleken met een techniek met gebruik van alginaat. Er zijn enkele aanwijzingen dat siliconen een beter eindresultaat geven, met het oog op de kwaliteit van de mondgezondheid, dan alginaat. Dit verschil is echter minimaal en verreweg niet duidelijk genoeg om daadwerkelijk als beter te kunnen worden aangestipt.
Verder onderzoek belangrijk
De resultaten van deze meta-analyse benadrukken de vraag naar verder onderzoek. Volgens de auteurs zou dit de volgende factoren in de studie mee moeten nemen:
Naast de technieken en materialen zouden alle overige stappen gelijk moeten zijn voor de verschillende groepen
Parallel groep onderzoek zou beter zijn dan cross-over onderzoek
Door patiënten te groeperen op basis van voordelige of onvoordelige prognoses zal het effect van de technieken en materialen verminderen
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/04/Kunstgebit-500.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-04-01 10:30:282019-04-01 10:25:49Beste technieken en materialen voor maken kunstgebitten
Eind november lanceerde Amazon de ‘Amazon Comprehend Medical’: een service die op basis van machine learning patiënt informatie kan identificeren uit medische teksten, zoals notities, transcriptie en radiologie rapporten.
Patiëntgegevens uit verschillende bronnen
De nieuwe dienst gebruikt machine learning om relevante patiëntgegevens naar boven te halen uit verschillende bronnen. Amazon Comprehend Medical herkent medische condities, anatomische begrippen, medicaties, medische test details, behandelingen en procedures.
Betere beslissingen en data privacy
Hiermee kan Comprehend Medical artsen, verzekeraars en onderzoekers helpen om betere klinische beslissingen te maken en biedt het ondersteuning aan voor het managen van klinische behandelprocessen. Tegelijkertijd wordt er met de service beter omgegaan met data privacy en de richtlijnen voor beschermde gezondheidsinformatie.
Integratie met andere systemen
Op dit moment is de dienst al beschikbaar en wordt het onder andere al gebruikt door een kankeronderzoekscentrum in Seattle. De dienst is geschikt voor Amazon’s HIPAA en kan worden geïntegreerd met andere gezondheidsapplicaties, -services en -systemen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/12/Amazon-lanceert-service-voor-verwerken-van-medische-teksten.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-03-28 09:00:092019-03-25 09:51:39Amazon lanceert service voor verwerken van medische teksten
De KNMT-cijfers, gecombineerd met de cijfers van het CBS, duiden op intensievere samenwerking. Volgens de beroepsvereniging verwijst in totaal ongeveer 9 op de 10 tandartsen voor preventieve- en tandvleesbehandelingen door naar een mondhygiënist.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/03/Spiegels-400.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2019-03-26 12:20:362019-03-26 13:30:00In 42% - 52% van de tandartspraktijken werkt een mondhygiënist
Diabetesvereniging Nederland (DVN) en Colgate-Palmolive Nederland, met het mondverzorgingsmerk meridol®, zijn vanaf maandag 18 maart maatschappelijk partners. Met dit partnerschap wordt het gezamenlijk belang van goede mondzorg bij de groeiende groep mensen met diabetes in Nederland onder de aandacht gebracht.
Diabetes heeft een negatief effect op de weerstand waardoor bacteriën in de tandplak zich sneller kunnen vermenigvuldigen. Daarbij zorgt medicatie voor een droge mond en daardoor voor een minder goede afweer tegen bacteriën. Meer kans dus op een tandvleesontsteking. Daarnaast herstellen wondjes en ontstekingen bij diabetes vaak minder goed. Tandvleesontsteking kan een negatief effect hebben op diabetes doordat bloedsuikerwaarden lastiger te regelen zijn. Goede mondzorg is voor mensen met diabetes dan ook extra belangrijk en kan problemen helpen voorkomen.
Zichtbaarheid samenwerking
Deze samenwerking tussen Colgate-Palmolive en Diabetesvereniging Nederland zal in 2019 op verschillende manieren zichtbaar zijn. Van display op winkelvloer tot artikelen in Diabc magazine (het ledenblad van DVN). Tevens wordt er aandacht aan dit partnerschap gegeven tijdens Colgate-Palmolive activiteiten voor mondzorgprofessionals om ook op deze manier extra aandacht te bewerkstelligen voor het belang van goede mondzorg.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/03/Colgate-Meridol-Diabetesvereniging-Nederland.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-03-25 09:31:162024-11-06 13:02:17Maatschappelijk partnerschap Diabetesvereniging Nederland en Colgate-Palmolive
Uit een grootschalige studie – gepresenteerd tijdens Europerio9 – is gebleken dat roken een negatief effect heeft op het succes van implantaten op de lange termijn.
Met deze studie wilde Professor Bernhard Pommer, van de Academy for Oral Implantology in Wenen, Oostenrijk, het individuele risico op falen van een implantaat relateren aan de leeftijd en rookgewoonten van een patiënt, en zijn of haar geschiedenis met parodontitis. Hiervoor werd data verzameld en een app gecreëerd, om het risico op falen simpel te kunnen berekenen. Vervolgens werden de drie belangrijkste factoren voor het slagen of falen van implantaten bepaald: leeftijd, roken en parodontale gezondheid.
Onderzoeksopzet
Tussen 2004 en 2016 werden er 20,000 implantaten geplaatst in de Academy for Oral Implantology. Voor deze studie werd de data van patiënten van 40 jaar of ouder geanalyseerd, waarbij met name naar roken en geschiedenis qua tandvleesaandoeningen gekeken. Over het algemeen lieten de resultaten een zeer goede 10-jaar oude implantaat overlevingsratio zien van meer dan 90 procent voor alle groepen. Bij jonge rokers met parodontitis was echter een verhoogd risico van 6 procent te zien op het falen van een implantaat, vergeleken met jonge gezonde patiënten.
Patiënten informeren
Prof. Pommer: “Aan de hand van deze resultaten kunnen mondgezondheidsteams hun patiënten informeren over individuele risico’s op het falen van implantaten. Daarnaast kunnen zij deze resultaten gebruiken om te wijzen op de consequenties van roken, en aan te geven dat dit het enige is wat ze zelf in de hand hebben waarmee ze het risico op falen kunnen verminderen.”
Bron:
1. EuroPerio9 abstract O081. Pommer B, Mailath-Pokorny G, Busenlechner D, Millesi W, Fürhauser R & Haas R. Implant Failure Risk Estimation related to Age, Smoking and Periodontitis: 10-year Analysis of 20,000 implants.
Een recordaantal van 10,232 parodontologen zijn 20 tot 23 juni samengekomen in Amsterdam voor EuroPerio9: het grootste congres ter wereld omtrent parodontale aandoeningen en dentale implantaten.
Deelnemers van 111 verschillende landen namen deel aan EuroPerio9. Vanuit Europa kwamen met name veel mensen uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Van buiten Europa namen met name veel Japanners, Brazilianen en Mexicanen deel aan het congres. 25 procent van de deelnemers kwam van buiten Europa en 40 procent was 35 jaar oud of jonger.
Het wetenschappelijke programma bevatte 1,720 abstracts die werden gepresenteerd tijdens onderzoek sessies. Hiernaast presenteerden 134 sprekers hun bevindingen tijdens 42 colleges en workshops. Hiernaast vonden er 308 poster presentaties plaats.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2018/07/Roken-vermindert-het-succes-van-implantaten-bij-parodontitis-patiënten.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2019-03-25 09:00:472019-03-25 09:49:54Roken vermindert het succes van implantaten bij parodontitis patiënten
Het thema van afgelopen geaccrediteerd klinische nascholingsavond was “Kom van die Plaque af!”. Colgate organiseerde deze avond afgelopen november waarbij cariësrisico centraal stond. De twee sprekers namen het publiek mee in de wereld van biofilm en bacterieen, cariësrisico en de (minimaalinvasieve) behandeling van cariës. Lees het congresverslag.
Met zijn klinische avonden wil de producent van onder andere elmex® en meridol® mondzorgprofessionals in een informele setting op de hoogte houden van de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. De klinische avond bood geruime kans tot bijpraten met collega’s uit de tandheelkundige professie. Werd in het voorjaar de aandacht gevestigd op wortelcariës, toegespitst op risicopatiënten, met name in de ouderenzorg , in november stond het thema cariësrisico centraal. Twee bevlogen sprekers namen een geboeid publiek mee naar de wereld van biofilm en bacteriën, cariësrisico en de (minimaal- invasieve) behandeling van cariës.
“Balans, daar draait het om”
Dr. Catherine Volgenant, tandarts en universitair docent op ACTA bij de afdelingen Preventieve Tandheelkunde en Orale Kinesiologie informeerde de mondzorgprofessionals over de micro-organismen die de mens bij zich heeft. Ons dieet bepaalt voor een belangrijk deel welke bacteriën we bij ons dragen. Waar en hoe we geboren zijn en borstvoeding, bepalen voor een belangrijk deel de samen- stelling van het microbioom bij pasgeborenen.
In het verdere leven spelen onder andere beweging, medicijngebruik, ziekten en veroudering een rol. Micro-organismen blijven altijd bij je. Via een hilarisch filmpje werd duidelijk dat we allemaal zijn omgeven door bacteriën. Altijd en overal. Hoewel dat heel vies lijkt, een letterlijke siddering ging door de zaal, zijn micro-organismen vooral zeer nuttig. “We kunnen niet zonder. Maar dan moeten ze wel in balans (homeostase) zijn”, legde Catherine uit. “Is er onbalans (dysbiose), dan kunnen we ziek worden.” We kunnen ziek worden als schadelijke micro-organismen (pathogenen) uitgroeien of goede micro-organismen afwezig zijn. Als we gezond zijn, hebben we het vermogen ons aan te passen aan veranderende omstandigheden van buitenaf. Je bent dus gezond “als je tegen een stootje kunt.” Catherine introduceert hierbij de term allostase. Hiermee doelt ze op de processen die ervoor zorgen dat je, ook bij invloeden van buitenaf, in balans blijft. Het hebben van veerkracht is dus belangrijk om gezond te blijven. Nieuwe levensfasen, zoals bijvoorbeeld zwangerschap, naar de middelbare school
of op kamers gaan, kunnen stress (shock) veroorzaken en daarmee onbalans creëren. Die nieuwe omstandigheden kunnen om een ander evenwicht vragen om je in je nieuwe fase weer in balans te houden.
Spagaat
Dat wat we eten is van grote invloed op het hebben van balans of ontstaan van disbalans in de mond.“We zitten een beetje in een spagaat”, legt Catherine uit. We worden steeds ouder en we wonen in een land met vele verleidingen. Gezond ouder worden vraagt om vitaminen en mineralen. Maar voor ons gebit zijn bepaalde voedingsmiddelen niet altijd bevorderlijk, zeker niet als we ze frequent
eten. We komen continu in aanraking met allerlei ongezonde verleidingen die suiker bevatten. Als het misgaat met de balans in de mond (dysbiose) kunnen mondziekten zoals gingivitis en cariës ontstaan. In de mond is een continu proces aan de gang van demineralisatie en remineralisatie (Stephan curve). Fluoride heeft een belangrijke functie in het remineralisatieproces. We eten steeds vaker en steeds meer suikers. “We weten dat vooral de frequentie van het nuttigen van voedingsmiddelen sterk van invloed is op het demineralisatieproces. “Op deze kennis over fluoride en voeding is het Advies Cariëspreventie gebaseerd, dat Nynke na de pauze zal bespreken”, zo verwijst Catherine vooruit naar de volgende spreker.
Biofilm
Biofilm zie je overal in de natuur: de glibberige laag op stenen in de rivier, de binnenkant van de tuinslang of bijvoorbeeld de aan- groei onderwater bij een boot. Biofilm is een microbiële gemeenschap die zich hecht aan een oppervlakte of aan elkaar. De biofilm in de mond is tandplaque. Biofilm in de mond hecht zich aan de tanden, tong en slijmvliezen.
Bacteriën klonten aan elkaar en hechten zich met behulp van het speeksel aan oppervakken. De enige manier om “van die plaque af te komen” is deze biofilm mechanisch weg te halen. Je haalt echter nooit alle micro- organismen weg. Maar dat is niet erg, want anders haal je behalve de “bad guys” ook de “good guys” weg. Dat is ook de reden als je antibiotica gebruikt, je meer kans hebt op ontstaan van bijvoorbeeld schimmelinfecties. Door de antibiotica is de balans flink verstoord.
Tandenpoetsen verstoort biofilm
Aan bacteriën die aan elkaar gehecht zijn, hechten steeds makkelijker nieuwe bacteriën. Wie balans zoekt, moet stelselmatig de biofilm verstoren. Tandenpoetsen is daarom belangrijk bij het toepassen van primaire preventie. Daarmee schud je de bacteriën letterlijk door elkaar en voer je ze af. Een juiste keuze bij secundaire preventie vraagt om een goede cariësrisico-inschatting. Bij iedereen en elke keer opnieuw! Iedere patiënt is anders en kan op ieder moment veranderen. Daarom vraagt elke patiënt om
een op zijn specifieke situatie afgestemde aanpak. Mondzorgprofessionals kunnen door het toepassen van een breed palet aan preventieve maatregelen helpen bij de preventie of het verminderen van de impact van een al ont- stane ziekte en helpen bij de detectie en bestrijding ervan.
Onderzoek
Welk cariësrisicosysteem je ook hanteert, de voorspellende waarde van het systeem om een inschatting te maken voor het ontwikkelen van cariës is beperkt. Recente onderzoeksresultaten op ACTA laten zien dat de samenstelling van de bacteriën in het speeksel bij een grote groep gezonde proefpersonen in verschillende groepen uiteenviel. Mondgezondheid is mogelijk niet eenvoudig te definiëren aan de hand van de samenstelling van de bacteriën in de mond. Een tweede onderzoek gaf aanwijzingen dat plaquefluorescentie mogelijk voorspellend is voor het ontwikkelen van tandvleesontsteking bij het doormaken van een stressperiode van twee weken niet poetsen.
“Kijk verder dan de mond” Catherine attendeerde de tandartsen en mondhygiënisten op het grote belang verder te kijken dan de mond. Achter
die tanden zit meer: een mond, een lichaam, een persoon, een omgeving. Allerlei factoren en indicatoren die het systeem van afweer en bescherming voortdurend beïnvloeden. Dus ook het cariësrisico van de patiënt is veranderlijk en afhankelijk van de (veranderende) omstandigheden in iemands leven. Bovendien is de veerkracht van iemand op elk moment anders. Mondgezondheid is niet slechts de afwezigheid van ziekte. Balans, daar draait het om. Ons ecosysteem moet tegen shock kunnen en zorgen dat er toch weer balans komt. Daar kunnen mondzorgprofessionals hun patiënten bij helpen door het geven van passende preventieve adviezen en het toepassen van preventieve behandelingen.
Na de pauze waarin collega’s informeel met elkaar konden bijpraten, was het woord aan dr. Nynke Blanksma. De coördinator expertisegroep kindertandheelkunde en do- cent cariologie en kindertandheelkunde aan het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde in Groningen is lid van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis en bestuurslid van de NVvK. Nynke in- formeerde de mondzorgverleners over de invloed van het cariësrisico op de minimaal invasieve cariësbehandeling.
Voor elke patiënt een persoonlijk preventieplan
Nynke stak meteen van wal: zonder biofilm geen cariës (maar de aanwezigheid van plaque alleen is niet vol- doende). Echter, een restauratieve behandeling is geen oplossing voor een patiënt met cariës. “We kunnen blijven boren en vullen en daarmee aan symptoombestrijding blijven doen, maar uiteindelijk draait het om preventie. Het gaat erom dat de patiënt gaat snappen dat hij zelf verantwoordelijk is voor de verzorging van zijn gebit. Dat vergt in sommige gevallen een ommezwaai, zowel bij de mondzorgverlener als bij de patiënt. De mondzorgverlener grijpt vaak nog makkelijk naar de boor en de patiënt denkt dan ‘ik heb geleden, dus het is goed.’ Een lach gaat door de zaal. Dat kan door inzet van verschillende preventieve behandelmethoden anders.
Cariës of geen cariës?
Cariës is complex en multifactorieel. Voeding, bacteriën, speeksel, eiwitten, suiker, calcium, fosfaat, plaque, fluoride en natuurlijk tijd spelen een rol, maar bijvoorbeeld ook kennis, gedrag en sociaal economische status. Met de term cariës wordt de ziekte aangeduid, een cariëslaesie is het symptoom van deze ziekte en bij een caviteit is het glazuuroppervlak doorbroken. Als de laesie arrested is geworden (tot stilstand is gekomen), is er geen sprake meer van de ziekte cariës. Cariës wordt gediagnosticeerd door detectie van risicofactoren (ziekteveroorzakende componenten zoals plaque, frequente suikerinname en lage speekselvloed) en risico-indicatoren (omstandig heden die aangeven dat er een risico is, zoals nieuwe laesies, lage SES en stress). Aan de mondzorgverlener de schone taak die risicocomponenten in kaart te brengen en daarnaar te handelen.
Detectie en vastleggen
Een van de belangrijkste risico-indicatoren voor cariës zijn nieuwe laesies. Goede cariësdetectie is dus erg belangrijk. Detectie gebeurt visueel, in een schone mond, met gebruik van de luchtspuit, goed licht, goede ogen en een stompe sonde. Wie approximale laesies wil opsporen, maakt bitewings. Het International Caries Detection and Assessment System (ICDAS) is een handig systeem om vast te leggen wat in de mond is gezien. De scores van gaaf tandvlak (score 0) tot uitgebreide cavitatie met zichtbaar dentine (score 6) bieden de mogelijkheid de situatie goed te vervolgen in de tijd. Daarbij is het belangrijk om aan te geven of de laesie actief is (mat/ kalkachtig oppervlak, met plaque bedekt, zacht, ruw) of niet actief (glanzend oppervlak, glad, hard). “Laat u hierbij niet afleiden door de kleur, want die kan misleidend zijn. U kunt ook andere systemen gebruiken. Het gaat erom dat u de laesies goed kunt vervolgen in de tijd, zodat u kunt vaststellen of de preventieve maatregelen voldoende effect hebben.”Een restauratieve behandeling is geen cariësbehandeling. Werd een laesie in het verleden vaak direct geboord en gevuld, tegenwoordig weten we dat het vroeg opsporen van laesies de behandelaar tijd geeft om de patiënt voorlichting en adviezen te geven om het voortschrijden van de laesies te voorkomen. “Noteer de laesie in de patiëntenkaart, vertel de patiënt wat je hebt gezien en geef duidelijke voorlichting en instructie, rekening houdend met de omstandigheden van de patiënt”, adviseert Nynke. “Want preventie is maatwerk. Bekijk na een korte tijd of met het gewenste mond- gezondheidsgedrag de laesie arrested is geworden.”
Een restauratieve behandeling is geen cariësbehandeling
Een restauratie is noodzakelijk als het verwijderen van de biofilm voor de patiënt niet mogelijk is, maar met alleen een restauratie ben je er niet. Een patiënt die van mondzorgprofessionals de juiste, preventieve adviezen op maat krijgt en deze opvolgt, kan levenslang verschoond blijven van de ziekte.
Advies Cariëspreventie
Het Advies Cariëspreventie bestaat uit een Basisadvies en een Aanvullend Advies. Het Basisadvies is samengesteld uit de drie Basisadviezen: Mondhygiëne, Fluoride en Voeding. Bij elk van deze Basisadviezen hoort een Aanvullend Advies, die gezamenlijk het Aanvullend Advies Cariës- preventie vormen. Het Basisadvies geldt voor iedereen en het is verstandig dat alle patiënten, ook patiënten zonder cariësactiviteit, dit Basisadvies opvolgen. Dit zorgt voor een goede bescherming. “Ga bij elke patiënt na of hij het Basisadvies Cariëspreventie volgt. Op basis van je bevindingen adviseer je te poetsen volgens het Basisadvies Mondhygiëne en Fluoride (volwassenen 2x per dag 2 minuten poetsen met een tandpasta met 1.000-1.500 ppm fluoride) en een voedingspatroon volgens het Basisadvies Voeding (maximaal 7 eet-/drinkmomenten per dag: 3 hoofdmaaltijden en maximaal 4 tussendoortjes en niets meer eten of drinken na de laatste keer tandenpoetsen). Als het Basisadvies niet volledig opgevolgd kan worden of onvoldoende effectief is, komt het Aanvullend Advies Cariëspreventie in beeld, waarbij samen met de patiënt wordt gekeken welke (bij voorkeur) zelfzorgmaatregelen nodig en haalbaar zijn.” Hierbij kan gedacht worden aan een extra keer poetsen (mits de juiste poetstechniek wordt toegepast) of gebruik van een fluoridemondspoelmiddel. “De onlangs op de markt verschenen tandpasta met 5000 ppm fluoride biedt nieuwe mogelijkheden.”, zegt Nynke. Als niet duidelijk is wat het effect van het Aanvullend Advies is, wat de oorzaak van de cariës- activiteit is of wanneer het cariësrisico niet kan worden verlaagd, dan kunnen (ter overbrugging) professionele fluoridetoepassingen worden ingezet, zoals het aanbrengen van een fluoridelak. Omdat de voorkeur uitgaat naar het voortdurend aanwezig zijn van een lage concentratie fluoride in de mond, heeft een lak de voorkeur boven het gebruik van een gel (eenmalig hoge concentratie). Ook SDF (silver diamine fluoride) wordt steeds meer toegepast, met goede resultaten. “Bedenk dat iedere patiënt een preventieadvies op maat verdient.” Het complete Advies Cariëspreventie staat op www.ivorenkruis.nl
Gewoon Gaaf
Een praktische cariëspreventiemethode voor kinderen van 0-18 jaar is Gewoon Gaaf (zie ook www.gewoon-gaaf.nl). Deze methode op basis van risico-inschatting legt de nadruk op het stimuleren van goede zelfzorg bij de (ouder van de) patiënt van 0-18 jaar en kijkt behalve naar cariësontwikkeling en -progressie ook naar de elementen in doorbraak. Dat de eerste permanente molaar achter de achterste melkkies doorbreekt, wordt door veel ouders gemist. “Adviseer in die periode om op die plekken dwars op de kaak te poetsen”, aldus Nynke. Met Motivational Interviewing kunnen mondzorgverleners het mondgezondheidsgedrag van hun patiënten positief beïnvloeden. Preventie is in alle gevallen de basis!
Cariësrisico verandert
Alles verandert. Patiënten en daarmee ook hun cariësrisico ook. In het algemeen kan gesteld worden dat patiënten jonger dan 22 jaar of ouder dan 65 jaar een grotere kans op een verhoogd cariësrisico hebben. Is er het afgelopen jaar een nieuwe of actieve cariëslaesie geconstateerd? Of poetst de patiënt minder dan 2x per dag met fluoridetandpasta? Ook deze factoren wijzen op een verhoogd cariësrisico. Patiënten die chemotherapie hebben gehad, zijn bestraald in het hoofd-halsgebied of patiënten met het syndroom van Sjögren hebben ook een verhoogd risico, evenals patiënten die chronisch medicatie nemen die een droge mond kunnen veroorzaken of meer dan vijf verschillende soorten medicijnen gebruiken. “Check bij elk periodiek mondonderzoek of het cariësrisico nog klopt en blijf adviseren in het belang van de patiënt.”
Behandelopties
Als er carieuze laesies aanwezig zijn, heeft de mondzorgprofessional een scala aan behandelopties. Kies hieruit de behandelmethode die bij de patiënt en zijn cariës- risico past. Altijd preventief en zo nodig ook zo minimaal invasief mogelijk ingrijpen is het devies. Preventie is altijd de basis. Bij glazuurlaesies is invasief ingrijpen niet gewenst. Het geven van preventieve adviezen (zie Advies Cariëspreventie) al dan niet in combinatie met Motivational Interviewing kan een goede methode zijn het gedrag van patiënten blijvend te veranderen en daarmee de laesies arrested te krijgen. Bij dentinelaesies helpt het cariësrisico van de patiënt bij het nemen van de juiste behandelbeslissing. Bij approximale laesies in het dentine is het namelijk belangrijk te weten of de laesie gecaviteerd is of niet. Dat zie je niet op de bitewing. Je kunt cavitatie soms voelen met een flossdraad en het cariësrisico geeft houvast. Bij laesies tot 1/3 in het dentine is bij laag-risicopatiënten de kans groot dat de laesie niet gecaviteerd is en de patiënt de laesie dus nog goed kan schoonhouden met het (aanvullend) advies Cariëspreventie. Bij laesies in het middelste 1/3 deel van het dentine is de kans op cavitatie alweer wat groter. Laesies tot vlak bij de pulpa zijn zeker gecaviteerd. Cavitatie van approximale laesies is een reden om invasief in te grijpen, omdat verwijdering van de biofilm dan niet mogelijk is. Bij occlusale dentinelaesies kunnen sealants mogelijk soelaas brengen, afhankelijk van de diepte van de laesie. “The seal is the deal!” Met een sealant of restauratie is het essentieel dat de laesie goed wordt afgesloten. Hierbij wordt de laesie perifeer altijd tot hard geëxcaveerd en centraal tot leerachtig/stevig bij matig diepe laesies en tot zacht bij diepe laesies. Centraal tot hard dentine excaveren is overbehandeling en zorgt voor onnodige schade aan de pulpa.
Preventie is de basis
Het verwijderen van carieus weefsel is mogelijk van niet invasief tot zeer invasief. Weinig tot niet invasieve behandelingen zijn slicen en het plaatsen van een Hall kroon. De verschillende methoden kwamen in het betoog van Nynke kort aan bod. Hieruit werd duidelijk dat ook met slicen en Hall kronen uitstekende resultaten worden behaald en dat volledige excavatie onnodige schade toebrengt aan het element. Daarom zijn er geen behandel- indicaties voor volledige cariësexcavatie in het centrale deel van een laesie. Het grote voordeel van slicen is dat de behandelaar daarbij het cariësproces voor de patiënt inzichtelijk maakt. “In een mond kun je verschillende opties naast elkaar toepassen. Kies de behandelmethode die bij de individuele patiënt past.”
Nynke adviseert haar collega’s bij alle overwegingen goed na te denken of het maken van een restauratie echt noodzakelijk is. “Een restauratie moet na een aantal jaren weer vervangen worden, wat schade aan de pulpa en verzwakking van het element geeft. Het is in essentie geen cariësbehandeling.” Preventie is de basis. De mondzorgprofessional is er om de patiënt te helpen en te coachen bij het vinden van de juiste manier om cariës te voorkomen. Iedere patiënt verdient een preventieplan op maat!
Sprekers
Dr. Nynke G. Blanksma
Tandarts docent CTM/ UMCG, Groningen
Dr. Catherine M.C. Volgenant Tandarts en onder zoeker ACTA Amsterdam
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.