‘Toegankelijkheid mondzorg moet verbeterd worden’

‘Toegankelijkheid mondzorg moet verbeterd worden’

Albert Feilzer, decaan van ACTA, wil verder geen tijd verspillen aan het experiment van de taakherschikking. Volgens hem is het van groot belang alle energie nu te steken in de oplossing van een ander probleem, namelijk dat de mondzorg steeds minder toegankelijk is voor minderdraagkrachtigen.

Experiment taakherschikking opschorten

In augustus heeft Albert Feilzer in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer zijn bezorgdheid geuit over de toegankelijkheid van de mondzorg in Nederland. Op 11 september heeft hij dit mondeling toegelicht aan de voorzitter van de vaste Kamercommissie VWS.

Hij wil dat de Algemene Maatregel van Bestuur wordt opgeschort waarin het experiment van de taakherschikking is vastgelegd. Hij vindt dat er geen tijd gestoken moet worden in dit experiment waarin mondhygiënisten meer bevoegdheden krijgen. Hij wil dat dit in samenhang bekeken wordt met het voorstel om meer studenten Tandheelkunde toe te laten.

Installatie brede mondzorgcommissie

Albert Feilzer is van mening dat beter een brede commissie geïnstalleerd kan worden. Deze commissie zou zich dan met alle problemen moeten bezig houden, die momenteel in de mondzorg spelen. Het gaat dan met name om de toegankelijkheid van de mondzorg. Sinds een bezoek aan de tandarts niet meer in de basisverzekering is opgenomen, gaan economisch zwakkeren veel minder naar de tandarts. Dit geldt ook voor hun kinderen, hoewel de basisverzekering wel tandartskosten voor kinderen tot achttien jaar dekt. Ook ouderen bezoeken steeds minder de tandarts. Dit heeft niet alleen een financiële oorzaak, maar komt ook voort uit een verminderde mobiliteit.

Belang goede mondzorg

Ook in verband met de algehele volksgezondheid is een goede mondzorg van belang. Er is een directe relatie aangetoond tussen de mondgezondheid en bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en diabetes. Er moet dus een oplossing komen waardoor een goede mondzorg voor iedere Nederlander toegankelijk is.

Bron:
Vrije Universiteit Amsterdam

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Frisdank

Afschaffen verbruiksbelasting op suikervrije frisdranken goed idee voor mondgezondheid?

Het Algemeen Dagblad berichtte onlangs dat het kabinet de verbruiksbelasting op suikervrije frisdranken en bronwater wil gaan afschaffen, waardoor deze producten goedkoper worden voor de consument. Is dit een goede maatregel om de mondgezondheid in Nederland te verbeteren?

Frisdrankenaccijns

Nederland is het enige land in Europa dat accijns heft over frisdranken, bronwater, vruchtensappen en siropen. Accijns is een indirecte belasting, die opgelegd wordt aan goederen die schadelijk zijn voor de gezondheid of het milieu. Volgens Europese richtlijnen mag dit alleen bij producten als tabak, alcohol en brandstof. Om deze richtlijnen te omzeilen wordt de Nederlandse frisdrankenaccijns ‘bijzondere verbruiksbelasting’ genoemd.

Kabinetsplan

Volgens het Algemeen Dagblad is het kabinet van plan deze verbruiksbelasting af te schaffen voor suikervrije frisdranken en bronwater. Een literfles zou hierdoor 9 cent goedkoper worden. Het idee achter de maatregel is dat mensen eerder voor een light-variant zullen kiezen als deze goedkoper is. De afschaffing van de verbruiksbelasting zou gebeuren in het kader van het Nationaal Preventieakkoord dat staatssecretaris Blokhuis eind oktober wil presenteren. In dit Preventieakkoord worden overheidsmaatregelen gepresenteerd om de gezondheid van de bevolking te verbeteren en met name roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik tegen te gaan.

Verlaging btw groente en fruit

Gezondheidsdeskundigen plaatsen kanttekeningen bij de beoogde maatregel. Op de website van Een Vandaag zegt huisarts Tamara de Weijer dat de logica van de maatregel haar ontgaat, omdat suikervrije frisdranken niet bepaald gezond zijn en geen onderdeel zijn van de schijf van vijf. Ze denkt dat er meer gezondheidswinst is te behalen door de btw op groente en fruit te verlagen en een suikertaks in te voeren.

Suikertaks

Een suikertaks houdt in dat dranken die suiker bevatten extra belast worden. In een aantal landen is de suikertaks al ingevoerd en dat blijkt een groot succes te zijn. In Groot-Brittannië heeft het de frisdrankindustrie aangezet om de hoeveelheid suiker in de frisdranken fiks omlaag te brengen. In een arm land als Mexico heeft de invoering van de suikertaks daadwerkelijk geleid tot een daling van de verkoop van suikerrijke dranken en een stijging van gezondere dranken. Vooral mensen met een lage sociaaleconomische status bleken gevoelig voor het prijsverschil.

Mondzorg

Het consumeren van minder suiker is niet alleen van invloed op iemands gewicht, maar kan ook positief uitpakken voor de mondgezondheid. Is het afschaffen van de verbruiksbelasting voor suikervrije frisdranken en bronwater daarom een goed idee voor de mondzorg? Of zijn er betere maatregelen te bedenken? Wij vroegen het de brancheorganisaties KNMT en NVM-mondhygiënisten.

KNMT

De KNMT zegt in een reactie blij te zijn met de aandacht van het huidige kabinet voor preventie. Volgens woordvoerder Hans Scholten zijn light-frisdranken echter vrijwel even slecht voor de tanden als frisdranken met suiker. “Het toegevoegde zuur aan frisdranken is namelijk een belangrijke oorzaak van tandbederf. Het effect van het bevoordelen van light-frisdrank boven suikerbevattende dranken is voor de mondgezondheid dan ook beperkt.”

De KNMT verwacht meer van andere maatregelen om kinderen te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van frisdrank, zoals meer voorlichting over verantwoord eten en drinken en het bannen van deze drankjes uit schoolkantines.

NVM-mondhygiënisten

NVM-mondhygiënisten vindt de afschaf van de verbruiksbelasting op suikervrije dranken op zich een positieve ontwikkeling. Volgens Manon van Splunter-Schneider, voorzitter NVM-mondhygiënisten, kan het goedkoper maken van deze producten leiden tot bewustere keuzes geprikkeld door het financiële voordeel. “Het is een voordeel voor mond, lijf en portemonnee en een stap in de goede richting.” Ze zou echter liever zien dat er een suikertaks wordt ingevoerd, aangezien dit in andere landen succesvol is gebleken. “Waarom moet er in Nederland weer iets worden verzonnen, terwijl het wiel, met goede resultaten, al is uitgevonden? Bovendien vinden wij het vreemd dat groente en fruit duurder worden en dat frisdrank, ook al is het zonder suiker, goedkoper wordt door de accijns erop te laten vervallen.”

Daarnaast benadrukt NVM-mondhygiënisten het belang van voorlichting over een gezonde mond en preventieve mondzorg. Daar horen ook voedingsadviezen bij om bijvoorbeeld het effect van koolzuur op het gebit beter bekend te maken.

Vindt u de afschaffing van de verbruiksbelasting op suikervrije dranken een goed idee voor de mondgezondheid?

Geef nu uw mening. De resultaten van de mondzorgprofessionals maken wij binnenkort bekend op dental INFO.

Lees meer over: Partnernieuws, Partnernieuws, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Stop op verkoop energiedrankjes aan kinderen in Verenigd Koninkrijk

Stop op verkoop energiedrankjes aan kinderen in Verenigd Koninkrijk

De Britse overheid heeft publiekelijk om advies gevraagd rondom de plannen om de verkoop van energiedrankjes aan kinderen te verbieden. Hierbij wordt met name de vraag gesteld of het verbod moet worden ingesteld voor kinderen onder de 16 of 18 jaar oud.

Gezondheidsproblemen door energiedrankjes

Energiedrankjes bevatten veel suiker en cafeïne, en worden vaak in verband gebracht met obesitas en overige gezondheidsproblemen. Daarnaast wordt de consumptie van energiedrankjes ook gelinkt aan slecht gedrag in de les. ‘Wij hebben de verantwoordelijkheid om kinderen te beschermen voor producten die hun gezondheid en opleiding negatief kunnen beïnvloeden,’ aldus Steve Brine, de Britse Minister van Volksgezondheid.

Verbod op de verkoop

De voorgestelde ban zou alle drankjes met meer dan 150mg aan cafeïne per liter verbieden. Dit is iets wat momenteel al door veel verkopers wordt gedaan, op eigen initiatief. Op plekken waar de drankjes wel worden verkocht, staan er waarschuwingen voor de hoge hoeveelheid cafeïne op de verpakking.

Helpende hand bij minderen consumptie

‘Obesitas bij kinderen is een van de grootste uitdagingen op het gebied van gezondheid in Groot-Brittannië,’ aldus premier Theresa May. ‘Het is daarom dat we significante actie ondernemen om de hoeveelheid suiker die momenteel door jongeren wordt geconsumeerd naar beneden te krijgen, om zo families een helpende hand te geven bij het maken van gezondere keuzes. Momenteel zijn energiedrankjes goedkoper dan andere frisdranken. Daarom geven wij het advies om de verkoop van energiedrankjes volledig stop te zetten.’

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
NZa en IGJ: tandartsen houden zich niet goed aan regels röntgenfoto's bij kinderen

NZa en IGJ: tandartsen houden zich niet goed aan regels röntgenfoto’s bij kinderen

Tandartsen moeten zich beter houden aan de regels voor het nemen van röntgenfoto’s bij kinderen. Dit is de conclusie van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na onderzoek.

Röntgenfoto’s opgenomen in patiëntendossier

Het onderzoek liet zien dat de noodzaak voor het maken van röntgenfoto’s vaak niet opgenomen is in het patiëntendossier. Ook zijn de resultaten van de foto’s vaak niet terug te vinden. “Het is belangrijk dat deze zaken worden vastgelegd om de patiënt zo goed mogelijk te kunnen behandelen”, zeggen de IGJ en NZa.

Volgens beide autoriteiten is het ook belangrijk dat tandartsen de kinderen en hun ouders goed vertellen waarom het nodig is om een röntgenfoto te maken en wat de risico’s zijn. Ze moeten hier ook toestemming voor vragen.
Elke keer dat er een röntgenfoto gemaakt wordt, komt er straling vrij. “Daar moeten tandartsen voorzichtig en bewust mee omgaan. Vooral bij jonge kinderen, omdat zij hier extra gevoelig voor zijn.”

Juist gedeclareerd

De NZa onderzocht ook of het aantal en soort foto’s opgenomen in het dossier overeenkwam met de in rekening gebrachte foto’s. Dit bleek bij de meeste tandarts juist te zijn gedeclareerd.

Bron:
NZa

Lees ook: Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

In juli 2018 heeft de KNMT de herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie geautoriseerd, wat betekent dat tandartsen aan de slag kunnen met de implementatie van de richtlijn in de praktijk. Uit ervaring blijkt dat de dossiervoering rondom het maken van röntgen opnamen een aandachtspunt is. Daarom in dit artikel nogmaals de belangrijkste punten op een rij.

Rechtvaardiging

Allereerst is het belangrijk goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de herziene richtlijn Radiologie en daarom worden hier de punten uit het hoofdstuk ‘Stralingsbescherming – rechtvaardiging’ opgesomd:

  1. De afweging of een röntgenopname noodzakelijk is, mag pas worden gemaakt nadat een klinisch onderzoek heeft plaatsgevonden waaruit een vraagstelling voorkomt die niet anders dan met behulp van röntgendiagnostiek kan worden beantwoord. De reden dient vast gelegd te worden in het patiëntendossier (indicatie rechtvaardiging).
  2. Het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) geeft daarbij ook aan dat bij rechtvaardiging noodzaak bestaat tot het raadplegen van eerdere gegevens (medisch dossier en röntgenopnamen) van de patiënt.
  3. De patiënt wordt vooraf geïnformeerd over de reden voor het maken van een röntgenopname.
  4. In het patiëntendossier worden de bevindingen die op de opname zijn geconstateerd vastgelegd en ook waarnemingen die op deze opnamen zichtbaar zijn en die buiten het deskundigheidsgebied van de zorgverlener vallen, maar waarvoor verwijzing naar een andere zorgverlener nodig of wenselijk is. Dit heeft betrekking op de bevindingen die afwijken van het normale en waarvan men redelijkerwijs kan vermoeden dat deze behandeling behoeven.
  5. De herhalingsfrequentie van bitewing-opnamen en de keuze van de meest geschikte opnametechniek worden bepaald aan de hand van de individuele diagnostische vraagstelling.

Aanvullend wordt in het hoofdstuk ‘Organisatorisch – verantwoordelijkheidsstructuur en procedures’ nog gesteld, dat in het patiëntendossier moet worden vastgelegd welke zorgverlener de opname heeft gemaakt.

Relatie tot patiëntendossier

Uit bovenstaande eisen komen een aantal punten naar voren, die betrekking hebben de vastlegging van het patiëntendossier. Echter, uit ervaring blijkt dat veel tandartsen hier nog niet aan voldoen en daarom een nadere uiteenzetting. Uit bovenstaande eisen zijn de volgende verplichtingen m.b.t. dossiervoering te herleiden:

  • De reden voor het maken van een röntgenopname (indicatie rechtvaardiging);
  • De bevindingen die op de opname zijn geconstateerd;
  • Waarnemingen die op deze opnamen zichtbaar zijn en die buiten het deskundigheidsgebied van de zorgverlener vallen, maar waarvoor verwijzing naar een andere zorgverlener nodig of wenselijk is;
  • Welke zorgverlener de opname heeft gemaakt.

Toelichting op indicatie en bevindingen

Uit ervaring blijkt, dat tandartsen nog moeite hebben om te voldoen aan deze eisen. En dan met name rondom de verslaglegging van de indicatie en de bevindingen. In een eerdere KNMT-brochure is een duidelijke toelichting gegeven op deze punten, wat tandartsen kan helpen in het beter voldoen aan deze eisen.

  • Intra-orale-, panorama-, röntgenschedelprofielfoto’s en CBCT-opnamen
    De indicatie en uitkomst van de interpretatie van intra-orale-, panorama-, röntgenschedelprofielfoto’s en CBCT-opnamen moeten altijd in het patiëntendossier worden vastgelegd.
  • Solo- of bitewing foto’s
    Bij solo- of bitewing foto’s is het niet altijd noodzakelijk om de aanleiding tot de opname in het patiëntendossier vast te leggen als er sprake is van het maken van een opname in directe samenhang met de behandeling (zoals het opsporen pijnklachten of het doen van lengtebepalingen). Datzelfde geldt voor foto’s die met een bepaalde individuele frequentie gemaakt worden, bijvoorbeeld ten behoeve van cariësonderzoek. Echter, de met de opname verkregen informatie moet dan wel worden vastgelegd in het dossier (zoals de gemeten lengte of aangetroffen caviteiten).

Tip: maak afspraken

Om praktijk breed en op uniforme wijze te voldoen, is het advies een protocol dossiervoering op te stellen. Door het maken van centrale afspraken rondom dossiervoering (en deze uit te schrijven in een protocol of beleid) zal een praktijk haar dossiervoering veel beter kunnen uniformeren, waardoor mede de kwaliteit van informatie-uitwisseling tussen zorgverleners in een praktijk toeneemt.

Voorbeeld beleid dossiervoering

Via de Dental Management Toolkit worden praktische protocollen en formulieren aangereikt om zich te conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Zo is in de Toolkit een ‘Voorbeeld beleid Dossiervoering’ opgenomen.

Bron:
KNMT Brochure ‘Kernpunten herziene richtlijn tandheelkundige radiologie’

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken.

Lees ook Regelgeving stralingsbescherming: wat er is veranderd

Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Fysieke klachten voorkomen met een goede tandheelkundige unit

Fysieke klachten voorkomen met een goede tandheelkundige unit

Fysieke klachten als het gevolg van het werk komen veelvuldig voor bij mondzorgprofessionals. De fysieke belasting van zowel tandartsen, assistenten als mondhygiënisten blijkt wereldwijd erg hoog te zijn. Jacqueline Bos-Huizer, bedrijfsoefentherapeut en ergonomisch adviseur, vertelt wat de invloed van de tandheelkundige unit op de fysieke belasting is.

Fysieke klachten

Klachten aan het bewegingsapparaat komen helaas heel veel voor bij mondzorgprofessionals. Wereldwijd rapporteren studies hoge percentages van 64% oplopend tot wel 96%. Ondanks verschillen in culturen en werkpatronen, zijn de percentages klachten overal hoog. Dit is zowel bij tandartsen het geval als bij tandartsassistenten en mondhygiënisten. De mondhygiënisten spannen de kroon met de hoogste percentages. Recente studies focussen steeds meer op studenten tandheelkunde en mondzorgkunde. Zij laten hoge percentages klachten aan het bewegingsapparaat zien.

Klachten die gerapporteerd worden, zijn onder andere nek- en schouderklachten, hoofdpijn, rugklachten en klachten aan armen, polsen en handen, maar ook klachten aan heupen, knieën en enkels.

Risicofactoren

De risicofactoren voor het ontstaan van klachten zijn divers. Voorop staan de statische en ongunstige werkhoudingen, het maken van repeterende bewegingen en krachten en een ongunstige positionering van zowel de patiënt als de mondzorgprofessional. Ook het alleen werken is een risicofactor. Verder spelen diverse niet-werkgerelateerde factoren een rol als fysieke conditie, leeftijd, geslacht, lengte, gewicht en algehele gezondheid.

Ongunstig statische houdingen worden in het algemeen beschouwd als de belangrijkste risicofactor. Wat veel voorkomt is nekbuiging, nekrotatie of de combinatie daarvan. Dit laatste is een risicofactor voor het krijgen van nekhernia. Deze houdingen worden aangenomen om goed zicht in de mond te verkrijgen. Daarnaast komen veel hoge armstanden voor bij spiegelgebruik of om het werk in de mond te bereiken.

Fysieke klachten voorkomen met een goede tandheelkundige unit

Belastende werkhouding

Werkplek

Ongunstige houdingen kunnen allereerst voorkomen worden door een goed ingerichte werkplek. Door de werkplek aan de gebruiker aan te passen in plaats van andersom ontstaat er de mogelijkheid om vanuit neutrale werkhoudingen het werk uit te kunnen voeren. Een ergonomische werkplek betekent echter niet automatisch dat er ook ergonomisch gewerkt wordt. Het is daarnaast noodzakelijk om te léren ergonomisch te werken.

Zelfs op een werkplek die niet ergonomisch is ingericht, kan indien deze zo optimaal mogelijk is ingesteld, toch ergonomisch gewerkt worden. Uiteraard is dit wel de omgekeerde wereld, er wordt dan veel energie verspild om de ongemakken van de werkplek te omzeilen.

Tandheelkundige unit

De tandheelkundige unit heeft grote invloed op de lichaamshouding en daarmee de fysieke belasting. Er zijn veel verschillende units op de markt. Helaas bestaat dé optimale ergonomische unit nog niet. Inmiddels zijn er diverse units op de markt die ontworpen zijn conform een groot aantal ergonomische richtlijnen, waarop ergonomisch werken wel mogelijk is.

Bij de aanschaf van de unit zijn er heel veel zaken waarop gelet moet worden. Een basis aan ergonomische eisen is beschreven in het document ‘Ergonomic requirements for dental equipment’ door Hokwerda et al in 2006.

Lichaamslengte

De lichaamslengte van de tandarts speelt ook een rol bij de aanschaf van een unit.

Voor een kleine tandarts is allereerst van belang, dat de patiëntenstoel zo dun mogelijk is, zodat de benen onder de stoel passen en de mondzorgprofessional (en assistent) dichtbij het werk kan zitten. Deze eis staat bovenaan het pakket van eisen van een kleinere tandarts. Een dikke patiëntenstoel betekent onvoldoende beenruimte, waardoor de benen vastlopen onder de stoel. Daardoor ontstaat een te grote horizontale afstand tot het werkveld. Dit veroorzaakt een voorovergebogen houding, die niet op te lossen is door aandacht te hebben voor een gezonde werkhouding.

Voor een lange tandarts is dit minder snel een knelpunt. Er is immers veel meer ruimte beschikbaar tussen de handen en de bovenbenen waardoor de dikte van de stoel en de hoofdsteun minder snel een belemmering vormen om de benen onder de stoel te plaatsen. Bij een lange tandarts speelt de hoogte-instelling echter een belangrijke rol. Als de stoel onvoldoende hoog ingesteld kan worden, moet de lange tandarts altijd te veel naar voren buigen voor goed zicht in de mond.

Fysieke klachten voorkomen met een goede tandheelkundige unit

Fysieke klachten voorkomen met een goede tandheelkundige unit

Onvoldoende beenruimte onder de patiëntenstoel veroorzaakt belastende werkhouding

Foto’s: Jacqueline Bos-Huizer, BBO-ergo®

Ergonomisch advies

De aanschaf van dentale apparatuur is maatwerk, het is raadzaam bij de inrichting van een nieuwe praktijk of bij aanpassing van een bestaande situatie ergonomisch advies in te winnen, zodat op de werkplek(ken) ergonomisch gewerkt kan worden door alle gebruikers.

Ook voor het leren werken vanuit neutrale lichaamshoudingen kun je het beste gebruik maken van een expert die gespecialiseerd is in de werkplek en het werk van de mondzorgprofessional. Door nieuwe vaardigheden te implementeren in het werk, zal stap voor stap de fysieke belasting verminderen. En dat is voelbaar, aan het eind van de werkdag, en aan het eind van de werkweek. Kun je eenmaal werken vanuit neutrale lichaamshoudingen, dan wil je nooit meer terug naar je oude werkwijze.

Fysieke klachten voorkomen met een goede tandheelkundige unit

Door: Jacqueline Bos-Huizer, bedrijfsoefentherapeut en ergonomisch adviseur, richtte in 2005 BBO-ergo op. BBO-ergo verzorgt ergonomisch onderzoek, participeert in wetenschappelijk onderzoek, verzorgt ergonomische training op de werkplek en begeleidt bij het inrichten of aanpassen van werkplekken voor tandartsen, medisch specialisten en dierenartsen. Jacqueline spreekt (inter)nationaal over tandheelkundige ergonomie en de specifieke aspecten voor de diverse specialisaties zoals endodontologie, orthodontie, parodontologie, implantologie, kindertandheelkunde, microchirurgie en mondhygiëne. Jacquelines missie is mensen een gezonde werkwijze aan te leren. Vanuit haar achtergrond als oefentherapeut is ze in staat om een comfortabele, gezonde en efficiënte manier van werken aan den lijve te laten ervaren.

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
KEM publiceert zes themadocumenten over ergonomie in de mondzorg

KEM publiceert zes themadocumenten over ergonomie in de mondzorg

De Stichting Kennisplatform Ergonomie voor Mondzorg (KEM) heeft zes themadocumenten gepubliceerd over verschillende onderwerpen binnen de ergonomie. Elk onderwerp is gericht op verbreding van het kennisaanbod over het uitoefenen van beroepen binnen een mondzorgpraktijk. De documenten zijn opgesteld in samenwerking met de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen (NWVT).

De Stichting KEM

De Stichting KEM werd in 2015 opgericht vanwege de toenemende druk in het managen van mondzorgpraktijken. Deze druk nam toen onder andere toe door de problematiek rondom de tarieven, nieuwe wetten, de kostenvorming, een veranderende zorgvraag bij patiënten en de ontwikkeling van vele technologieën. Het doel van de Stichting KEM was daardoor om de ergonomische aanpak van werkwijze en werkomstandigheden in mondzorgpraktijken te verbeteren.

Zes themadocumenten

De recent gepubliceerde themadocumenten zijn met name ontwikkeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventie-assistenten. De onderwerpen van de themadocumenten zijn als volgt:

  1. Preventie van stress en burn-out in de mondzorgpraktijk
  2. Kwaliteitsmanagement als onderdeel van praktijkmanagement in de mondzorgpraktijk
  3. De noodzaak van bewegen voor een goede gezondheid tijdens patiëntbehandeling en daarbuiten
  4. Ergonomische werkwijze bij de patiëntbehandeling
  5. Werkwijze ergonomisch gebruik behandelmicroscoop in de tandheelkunde
  6. Houding en werktechniek bij gebruik van ultrasone gebitsreinigingsinstrumenten

Bron:
KEM

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
Classificatie ICR volgens Heithersay

Invasieve cervicale resorptie: Extractie of behoud?

Invasieve cervicale resorptie (ICR) wordt vaak niet als zodanig herkend tijdens routineonderzoek. Omdat deze agressieve vorm van resorptie pas in een heel laat stadium tot klachten kan leiden, wordt het proces meestal pas ontdekt als het zich al in een zeer uitgebreid stadium bevindt. ICR wordt vaak ten onrechte voor cariës of interne resorptie aangezien, en dat kan resulteren in een onjuiste behandeling die tot vroegtijdig verlies van het element kan leiden.

Wat is resorptie?

– Verlies van hardweefsel ten gevolge van clastische cellen.
– Treedt op als er een beschadiging optreedt van een beschermlaag (predentine en precement).

Clastische cellen

– Worden aangetrokken door bepaalde minderalen.
– Normaliter zijn elementen hiervoor beschermt door de beschermlaag van precement en predentine. Aan deze beschermlaag kunnen clastische cellen niet hechten.

Invasieve cervicale wortelresorptie (ICR)

ICR is een complex en dynamisch complex, waarbij odontoclasten de wortel binnendringen via één of meerdere portes d’entrées net onder het aanhechtingsepitheel. Vervolgens is er invasie van fibrovasculair weefsel uit het PDL in het cervicale deel van de wortel, waarbij multiple resorptiekanalen worden gemaakt.

De pulpa raakt pas laat betrokken, deze wordt beschermd door een zogenoemde PRSS (pericanalar resorption resistant sheet) bestaande uit predentine, dentine en op den duur ook gemineraliseerd weefsel.

Classificatie ICR volgens Heithersay, klasse 1 t/m 4

Classificatie ICR volgens Heithersay, klasse 1 tm 4

Classificatie ICR volgens Heithersay

  • Alleen zinvol als ICR zich in mesio-distale richting heeft verspreid en 2-D kan worden beoordeeld.
  • Kan niet goed voor laesies in bucco-linguale richting worden gebruikt.
  • Beschrijft niet de uitgebreidheid rondom het wortelkanaalstelsel, en of de pulpa is aangetast, en de mate van reparatie.
  • Daarom is er behoeft aan een 3-D classificatie.

Etiologie

  • Orthodontie
  • Trauma
  • Inwendig bleken
  • Chirurgie, parodontale therapie
  • Bruxisme
  • Contact met katten? – ICR komt namelijk ook voor bij katten –
  • Bespelen van blaasinstrument

Lokale hypoxie (onvoldoende zuurstof) is waarschijnlijk de drijvende kracht in het beginstadium van ICR.

Diagnostiek

  • Outline resorptiedefect loopt in verticale richting en is vaak onregelmatig
  • De begrenzing van het wortelkanaal kan meestal door het defect worden waargenomen
  • Verandert van locatie als de hoek waaronder de röntgenfoto is genomen verandert
  • Meestal positieve respons op pulpatesten
  • Beoordeling met behulp van CBCT

Diagnostiek en het gebruik van CBCT

  • Diverse studies hebben aangetoond dat conventionele röntgenfoto’s, zelfs uit verschillende richtingen, ontoereikend zijn om de locatie, grootte en begrenzing van ICR te beoordelen.

Klinisch

  • Grijzige/rozig verkleuring. Bij openen forse bloeding en een kaasachtig proces.

ICR wordt vaak ten onrechte aangezien voor interne resorptie

Interne resorptie komt vanuit de pulpa, en er is vitaal weefsel nodig om deze resorptie op gang te houden. In het begin is het coronale deel van pulpa necrotisch en het apicale deel vitaal en ontstoken.

Diagnose interne resorptie:

  • Goed begrensd, ovale/ronde vergroting van het wortelkanaal
  • Blijft centraal gelokaliseerd ongeacht de inschietrichting foto
  • Vaak asymptomatisch
  • Sensibiliteitstesten kunnen positief zijn
  • CBCT is handig om grootte en begrenzing te beoordelen

Hoe vaak komt ICR voor?

12-16 keer zo vaak als interne resorptie, volgens klinische gegevens uit verschillende endodontiepraktijken.

Verloop ICR

  • Het resorptieproces schrijdt voort en een groot deel van de wortel wordt aangetast
  • Het blijft gedurende lange tijd ongewijzigd in grootte en begrenzing
  • Er vindt reparatie plaats en het proces neemt in grootte af, of lijkt zelfs te ‘’verdwijnen’’

Behandeling ICR

  • Geen behandeling, extractie indien klachten
  • Onmiddellijke extractie
  • Openen en schoonmaken en restaureren van het resorptieproces met interne en externe benadering

Interne benadering

Heithersay geeft aan: behandeling eerst mechanisch reinigen met een ronde boor, daarna chemisch met 90% trichloorazijnzuur (TCA), om bloeding te stoppen en coagulatienecrose te verkrijgen. Dit gedurende1 minuut, daarna afspoelen en drogen. Indien nodig herhalen en afwisselen mechanisch en chemisch. Breng Ca(OH)2 aan, herhaal procedure in volgende zittingen. Daarna wortelkanaalbehandeling afmaken en restaureren met composiet

TCA maakt cellen kapot en geeft een coagulatienecrose. TCA wordt ook gebruikt voor het verwijderen van wratten.

Interne benadering heeft de voorkeur omdat je geen bot hoeft te verwijderen. Voorwaarde is wel dat worteloppervlak zoveel mogelijk intact moet zijn. Kan bij klasse III en IV laesies worden toegepast.

Externe benadering

Externe benadering is geïndiceerd als de laesie relatief klein en goed begrensd is en coronaal van de crista alveolaris ligt of chirurgisch goed toegankelijk is zonder al te veel bot te moeten verwijderen. Ook geïndiceerd als het uitwendige kroon/worteloppervlak niet meer intact is en gerestaureerd dient te worden. Voor zonodig eerst de endo uit voorafgaande aan de chirurgie.

Beslissing wel of niet behandelen

  • Maak historische röntgenfoto’s om progressie te beoordelen
  • Maak CBCT voor grootte en uitgebreidheid
  • ICR on meerwortelig element is lastiger te behandelen
  • Esthetische overwegingen mee laten wegen
  • Rekening houden met de leeftijd van de patiënt

ICR hoeft niet altijd behandeld te worden. Soms blijf het stabiel.

Samenvatting

  • Goede casusselectie en zorgvuldige uitvoering kunnen tot een succesvol lange-termijn behandelresultaat leiden
  • Inwendige benadering verdient de voorkeur
  • Heithersay procotol: mechanische reiniging, applicatie TCA, restauratie
  • Versteviging van element is nodig met goede restauratieve vervolgbehandeling

Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de UvA. In 2001 heeft zij haar specialisatie endodontologie voltooid met een Master of Science degree. Zij is een veelgevraagd spreker en heeft inmiddels meer dan 150 lezingen en hands-on cursussen gegeven in binnen- en buitenland. Er staan diverse publicaties in (inter)nationale vaktijdschriften op haar naam. Op het gebied van algemene tandheelkunde en endodontologie schreef zij diverse hoofdstukken voor verschillende boeken. Sinds 1980 voert zij praktijk in Purmerend, waarvan de laatste vijftien jaar een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Marga Ree tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Zelfbeeld forensisch psychiatrische patiënten van invloed op hun mondgezondheid

Zelfbeeld forensisch psychiatrische patiënten van invloed op hun mondgezondheid

Het zelfbeeld van forensisch psychiatrische patiënten is van invloed op hun mondgezondheid. Onderzoek door prof. dr. Abraham P. Buunk en dr. Yvonne A.B. Buunk-Werkhoven in Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag heeft dit uitgewezen.

Onderzoek

In het onderzoek werd bij veertig opgenomen mannelijke forensisch psychiatrische patiënten nagegaan in hoeverre gevoelens van mislukking en sociale status verband houden met mondgezondheid en tandenpoetsen. De patiënten kregen een vragenlijst voorgelegd met vragen over hun zelfbeeld en sociale status. Daarnaast werden er vragen gesteld over hun poetsgedrag, omdat tandenpoetsen onderdeel is van de persoonlijke verzorging en een gewoontegedrag is.

Resultaten

Belangrijkste resultaat uit het onderzoek was dat gevoelens van mislukking verband hielden met niet de tanden poetsen na het ontbijt en voor het slapen gaan en het ervaren van sociaal ongemak over het gebit. Het hebben van sociale status is van positieve invloed op het poetsen van tanden voor het slapen gaan. Eerder onderzoek heeft al uitgewezen dat mensen met psychiatrische aandoeningen vaak een slechte mondgezondheid hebben. Mondzorgprofessionals en andere professionals in de sociaal-maatschappelijke en gezondheidzorg doen er goed aan hier rekening mee te houden.

Bron:
European Journal of Medicine and Natural Sciences 
Slechte mondgezondheid leidt tot meer sterfgevallen in psychiatrie

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
IGJ geeft aanwijzing aan tandartspraktijk in Amsterdam

IGJ geeft aanwijzing aan tandartspraktijk in Amsterdam

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gaf 0900 Dentist is Amsterdam een aanwijzing voor radiologie en infectiepreventie.

Het bevel dat de IGJ in juli gaf aan de tandartspraktijk is wel beëindigd, waardoor de praktijk weer geopend is. De inspectie constateerde in juli tekortkomingen die door de praktijk zijn weggenomen.

Volgens de IGJ heeft de praktijk echter op het gebied van radiologie en infectiepreventie onvoldoende maatregelen genomen. De inspectie heeft de Amsterdamse praktijk daarom na beëindiging van het bevel een aanwijzing opgelegd. Als de praktijk niet aan de aanwijzing voldoet, kan de inspectie een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang opleggen.

Bron:
IGJ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Vraagje van DHIN: ‘adopteert’ u ook een school?

Vraagje van DHIN: ‘adopteert’ u ook een school?

‘Leren schrijven door tanden te poetsen’: dat was de boodschap uit de advertentie waarmee DHIN werd genomineerd voor de NRC Charity Awards 2018.

Bij een groot publiek onder de aandacht

Handen wassen en twee maal daags gestructureerd tandenpoetsen met fluoridetandpasta zorgt immers voor de helft minder schoolverzuim in lagelonenlanden, blijkt uit onderzoek. DHIN viel weliswaar niet in de prijzen, maar kon zo deze boodschap wél mooi bij een groot publiek onder de aandacht brengen.

DHIN zet haar actie voort

Ook nu de wedstrijd is afgelopen, zet DHIN haar actie voort. Dat doet ze als volgt: zogenoemde ‘pioniers ’ reizen naar een  lagelonenland af om daar gedurende een aantal weken kinderen aan te leren dat ze geregeld hun tanden moeten poetsen en handen wassen. Dat doen ze via plaatselijk lagere scholen.

Preventie Adoptie Plan voor mondzorgpraktijken

Maar die pioniers gaan ook weer naar huis. Voor de continuïteit van de projecten heeft DHIN nu het Preventie Adoptie Plan ontwikkeld: mondzorgpraktijken die een school in een lagelonenland ‘adopteren’ en die er van afstand voor zorgen dat de kinderen van ‘hun’ schooltje hun tanden blijven poetsen en hun handen wassen.

Affiniteit met de problematiek

U kunt wel raden wat DHIN nu zoekt: mondzorgpraktijken die willen meedoen aan het Preventie Adoptie Plan. Daarvoor is het wel belangrijk dat ze affiniteit hebben met de problematiek in lagelonenlanden en dat ze graag maatschappelijk verantwoord ondernemen. Verder is het handig als ze weten hoe via WhatsApp te communiceren.

Is dit iets voor uw praktijk? Stuur voor meer informatie een e-mail  bwsdhin@gmail.com of kijk op www.brushwashsmile-dhin.com. U kunt zich hier ook aanmelden.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Henry Schein steunt Nationaal Ouderenfonds

Henry Schein steunt Nationaal Ouderenfonds

Traditiegetrouw verbindt Henry Schein een charitatieve organisatie aan de jaarlijkse Openhuisdagen en biedt hiermee een podium om hun maatschappelijke betrokkenheid en activiteiten te presenteren en voor de bezoekers mogelijk maakt een donatie te doen aan het goede doel. Afgelopen editie van 20 en 21 april 2018 ging Henry Schein de samenwerking aan met het Nationaal Ouderenfonds.

Het Nationaal Ouderenfonds staat voor een samenleving waarin iedere oudere zijn of haar leven leidt zoals hij of zij dat wenst. Het verbindt mensen en organisaties om samen eenzaamheid en kwetsbaarheid onder ouderen aan te pakken. De stichting organiseert hiervoor diverse activiteiten. Waaronder stranduitjes, waaraan jaarlijks 3.000 ouderen kunnen deelnemen.

Twee standuitjes via het Nationaal Ouderenfonds

In totaal is met de Openhuisdagen € 6.500,- aan donaties opgehaald. Hiermee organiseerde het Nationaal Ouderenfonds twee stranduitjes waarbij medewerkers van Team Schein zich als vrijwilliger hebben ingezet om de groep ouderen een dagje onbezorgd te laten genieten.

“In de loop van de demografische veranderingen wordt het steeds belangrijker om aan onze oudere medemensen te denken en hen actief in onze samenleving te integreren. Want zij zijn het die met hun verleden de eerste steen hebben gelegd voor ons heden en onze toekomst. Daarom bedanken wij onze klanten en Openhuisdagen bezoekers voor hun steun, zonder welke deze grote donatie niet mogelijk zou zijn geweest. En ik ben verheugd dat onze team members zich inzetten voor dit belangrijke initiatief”, aldus Cees Balder, Managing Director, Henry Schein Dental – Benelux.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
’s Nachts naar de tandarts in the city that never sleeps

’s Nachts naar de tandarts in the city that never sleeps

Een tandartspraktijk in New York, de Floss Bar, wilt de openingsuren van de praktijk uitbreiden tot de nacht en het weekend. Op deze manier hoopt Eva Sadej, eigenaar van de praktijk, patiënten meer flexibiliteit te bieden voor het maken van tandartsafspraken.

Flexibele openingstijden

Met het verlengen van de openingstijden hoopt Sadej basis tandheelkundige zorg zo makkelijk en bereikbaar als mogelijk te maken. Toen haar partner weigerde om tijdens zijn normale werkuren een hoog nodige tandartsafspraak te maken bedacht ze dat dit nog wel eens een oplossing zou kunnen zijn. ‘Op het moment dat je elke dag druk bezig bent met werk, en elke minuut goed kan gebruiken lijkt het bezoeken van de tandarts simpelweg tijdsverspilling,’ aldus Sadej.

Niet naar tandarts door tijdsgebrek

Volgens de cijfers van het meest recente onderzoek van het ADA instituut voor gezondheidsbeleid (ADA Health Policy Institute) bezochten in 2015 slechts 36 procent van de Amerikaanse volwassenen de tandarts. Meestal werd met name de kosten die een bezoek met zich meebrengen genoemd als een barrière, maar het gebrek aan handige tijden om afspraken te maken zou hier ook een rol bij kunnen spelen.

Win-win

Bij de Floss Bar kunnen patiënten online een afspraak inplannen, waarbij gelijk hun medisch verleden wordt opgehaald. De drie kantoren in New York zijn geopend vanaf 18:30 op werkdagen en zaterdag. Binnenkort hoopt Sadej uit te breiden met 12 extra kantoren in New York, New Jersey en Connecticut. Ze ziet dit concept als het ultieme win-win model: een kans om nieuwe patiënten te winnen voor praktijken, en patiënten kunnen op meer flexibele tijdstippen naar de tandarts.

Bron:
Theflossbar.com
Dr Bicuspid

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Alcohol verslechtert bacteriehuishouding in de mond

Alcohol verslechtert bacteriehuishouding in de mond

Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat het drinken van alcohol van invloed is op de bacteriehuishouding in de mond. Zowel bij stevige als bij matige drinkers neemt de hoeveelheid goede bacteriën af en de hoeveelheid ziekteverwekkende bacteriën toe.

Onderzoek

Voor het onderzoek is bij 1000 proefpersonen bekeken wat de relatie is tussen alcoholgebruik en de aanwezige bacteriën in de mond. De groep werd verdeeld in sterke drinkers, matige drinkers en niet-drinkers en er werd gekeken naar wat ze dronken: wijn, bier of sterke drank.

Bij analyse van de bacteriehuishouding in de mond van de proefpersonen bleek dat zowel bij de sterke als bij de matige drinkers de hoeveelheid lactobacillen sterk was afgenomen. Deze bacteriën bevorderen een goede mondgezondheid. Van de bacteriesoorten Streptococcus, Actinomyces en Leptotrichia werden juist grote hoeveelheden gevonden. Deze bacteriën zijn schadelijk voor de mondgezondheid.

Conclusie

De resultaten van het onderzoek geven aan dat alcoholconsumptie, en in het bijzonder een grote hoeveelheid, gevolgen heeft voor de bacteriehuishouding in de mond. Een verstoorde bacteriehuishouding kan leiden tot mondaandoeningen en kanker in hoofd, nek en spijsverteringskanaal. Met de resultaten kan ook inzicht worden gekregen in de mogelijke rol die mondbacteriën spelen bij alcoholgerelateerde ziekten.

Verder onderzoek

Het aantal proefpersonen in dit onderzoek was te gering om te bepalen of het voor de mondbacteriën uitmaakt of iemand wijn, bier of sterke drank drinkt. Verder onderzoek kan dit wellicht uitwijzen.

Bron:
BMC Microbiome 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

KNMT-bestuur besloot dr. Yvonne Buunk-Werkhoven voor te dragen voor Public Health Committee FDI

Begin juli werd dr. Yvonne Buunk-Werkhoven door de KNMT voorgedragen als kandidaat voor de Public Health Committee van de World Dental Federation (FDI). Door een niet-tandarts voor te dragen had de KNMT haar nek uitgestoken in lijn met haar motto Mondzorg = teamwork.

Buunk-Werkhoven is gepromoveerd sociaal psycholoog en mondhygiënist. Sinds 2010 is zij bestuurslid van de Chief Dental Officer/Dental Public Health Section van de FDI. Gezien haar expertise, haar jarenlange inzet voor FDI-World Oral Health Day en haar vele publicaties, ondermeer in het International  Dental Journal van de FDI werd zij door de voorzitter van de CDO/DPH section geattendeerd op de vacante positie in de Public Health Committee. Omdat de voordracht enkel vanuit een Tandartsen beroepsorganisatie kan worden gedaan, overlegde zij met het bestuur de KNMT, dat unaniem besloot haar voor te dragen.

De Public Health Commitee is in 2001 opgericht binnen de (FDI). Deze commissie richt zich op ontwikkeling en organisatie van programma’s die de mondzorg bevorderen, waaronder initiatieven gericht op verbetering van de (mond)gezondheid van achtergestelde bevolkingsgroepen.

Eind juli jl. werd Buunk-Werkhoven gevraagd zich, net als de andere kandidaten voor de diverse commissies, in Buenos Aires te presenteren aan het FDI-bestuur en zo’n 100 afgevaardigde bestuursleden (tandartsen) uit verschillende landen.
Een maand later, vlak voor Buunk-Werkhoven’s vertrek naar Buenos Aires kwam er tot haar grote verbazing op 31 augustus een brief van de FDI, waarin stond dat zij niet verkiesbaar kan zijn omdat ze geen tandarts is. 

Teamwork in de mondzorg heeft kennelijk nog een lange weg te gaan.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Henry Schein genoemd in 'Change the World'-lijst van FORTUNE

Henry Schein genoemd in ‘Change the World’-lijst van FORTUNE

Henry Schein is opgenomen in de “Change the World”-lijst van FORTUNE, een lijst met ondernemingen die “het goed doen door het goede te doen”. Henry Schein krijgt deze erkenning vanwege de inspanningen om de mondgezondheid en daarbij ook de algehele gezondheid van minderbedeelde bevolkingsgroepen overal ter wereld te verbeteren.

“Bij Henry Schein hebben we ons van meet af aan ingezet om de kracht van ons bedrijf af te stemmen op de behoeften van de maatschappij. We zijn dan ook zeer vereerd dat we worden genoemd in de ‘Change the World’-lijst van FORTUNE,” aldus Stanley M. Bergman, voorzitter en algemeen directeur van Henry Schein, Inc. “Deze erkenning is een stimulans om onze inzet voor de verbetering van de gezondheid van de zwakkeren in de samenleving te intensiveren en we kijken ernaar uit ook de komende jaren ons steentje te blijven bijdragen aan ‘helping health happen.’”

Initiatieven Henry Schein Cares

Henry Schein wordt genoemd vanwege drie initiatieven die het bedrijf ondersteunt in het kader van het Henry Schein Cares-programma voor maatschappelijk verantwoord ondernemen om de tandheelkunde voor minderbedeelde bevolkingsgroepen overal ter wereld te verbeteren. Het gaat om:

  • Het Alpha Omega-Henry Schein Cares Holocaust Survivors Oral Health-programma – een initiatief van Henry Schein en de Alpha Omega International Dental Fraternity om gratis tandheelkundige zorg te bieden aan overlevenden van de holocaust die verspreid over Noord-Amerika in armoede leven.
  • Give Kids A Smile – Henry Schein heeft de American Dental Association in 2003 geholpen met het opzetten van dit programma voor gratis tandheelkundige zorg en voorlichting aan ruim 5,5 miljoen kinderen in de Verenigde Staten. Henry Schein sponsort het project sindsdien ook officieel met producten.
  • Het Global Student Outreach Program – Via dit initiatief werkt Henry Schein samen met tandheelkundige opleidingen om de tandheelkundige zorg in afgelegen gebieden en binnen onderbedeelde gemeenschappen overal ter wereld te verbeteren en de opleidingskansen voor de volgende generatie tandheelkundigen te vergroten.

Het doel van de “Change the World”-lijst is om ondernemingen in het zonnetje te zetten die een positieve maatschappelijke impact hebben via activiteiten die deel uitmaken van de strategie voor hun kernactiviteiten. FORTUNE let daarbij op de meetbare sociale impact en de bedrijfsresultaten van de maatschappelijk verantwoorde activiteiten van de onderneming, de mate van innovatie die daarbij komt kijken en in hoeverre het initiatief geïntegreerd is in de algemene bedrijfsstrategie.

Bekijk de volledige ‘Change the world’-lijst van Fortune

 

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Stress

Mondgezondheid en stress

In het Verenigd Koninkrijk bezoeken jaarlijks maar liefst 12 miljoen mensen hun huisarts vanwege problemen omtrent hun mentale gezondheid. Het gaat hierbij vaak om depressie of angststoornissen, veelal (deels) veroorzaakt door stress. Dr. Harold Katz, tandarts, bacteriologist en oprichter van The Californian Breath Clinics en The Breath Company, beantwoordt vragen over hoe stress de mondgezondheid kan beïnvloeden.

Welke mondgezondheidsproblemen kunnen worden toegeschreven aan stress?

Het staat vast dat stress een hele grote impact kan hebben op de gezondheid in het algemeen, en kan bijdragen aan onder andere hartziekten, obesitas en mentale gezondheidsproblemen als depressie. Daarnaast kan stress ook een negatief effect hebben op de mondgezondheid. Zo kan het bijdragen aan een slechte adem, tandvleesaandoeningen en mondzweren.

Hoe veroorzaakt stress halitose?

Op het moment dat iemand zwaar gestrest is gebruikt het lichaam het sympathische zenuwstelsel ter bescherming. Dit schakelt de ‘vecht of vlucht’ reactie in, wat een energie boost teweeg brengt om sneller te kunnen reageren. In het geval van chronische stress is deze modus constant ingeschakeld. De energie die het lichaam hiervoor nodig heeft gaat ten koste van bijvoorbeeld het spijsverteringsstelsel en de productie van speeksel. Doordat er minder speeksel wordt aangemaakt wordt de mond droger, wat leidt tot een slechte adem. Daarnaast blijven door de droogheid van de mond bacteriën eerder plakken in de mond, waardoor een nare geur verder wordt ontwikkeld. Dit effect kan worden verminderd door veel water te drinken, op suikervrije kauwgom te kauwen en de mond te reinigen met non-alcoholisch mondwater.

Hoe veroorzaakt stress tandvleesaandoeningen?

Stress staat in relatie tot problemen met het tandvlees, zoals bloedend tandvlees of beginnende tandvleesaandoeningen, door een aantal factoren. Ten eerste staat produceert het lichaam op het moment dat deze onder druk staat meer van het hormoon cortisol, welke een ontstekingsremmende functie heeft. Op het moment dat cortisol bij het tandvlees wordt geproduceerd worden de cellen gestimuleerd om meer proteïnen te produceren. Hiernaast wekt het echter ook ontstekingen op, die tandvleesaandoeningen bevorderen. Ten tweede is het vaak zo dat mensen met veel stress een slechte levensstijl aannemen, inclusief het slecht onderhouden van de mondgezondheid. Goed poetsen en interdentaal reinigen is essentieel voor het voorkomen van tandvleesaandoeningen.

Hoe veroorzaakt stress mondzweren?

Chronische stress onderdrukt het immuunsysteem en zorgt dat iemand vatbaarder is voor ziektes en infecties. Mondzweren zijn hiervan een goed voorbeeld. Hoewel deze in principe geen kwaad kunnen maakt het eten, drinken, praten of slikken wel een stuk minder prettig. Mondzweren kunnen worden geminimaliseerd door blootstelling aan zo min mogelijk stressvolle situaties en het doorvoeren van een aantal veranderingen aan de levensstijl, zoals gezonder eten, meer slapen en goed poetsen.

Hoe kan ik stress en de effecten op mijn mondgezondheid minimaliseren?

  • Veranderingen in levensstijl: door stress worden vaak slechtere levensstijl keuzes gemaakt dan goed is voor het lichaam. Het minder consumeren van suikerrijk eten en drinken en stoppen met het drinken van alcohol zal een positieve bijdrage leveren aan de mondgezondheid. Daarnaast is het met name belangrijk om te stoppen met roken, aangezien dit de mond uitdroogt en tandplak veroorzaakt.
  • Sporten: het is meerdere malen bewezen dat sporten stress immens kan verminderen. Zo kan het bijvoorbeeld ook goed gaan om te proberen om dagelijks yoga of ademhalingsoefeningen uit te voeren. Hierdoor wordt de productie van endorfine gestimuleerd en kan iemand beter omgaan met emoties in gestreste situaties.
  • Een goede mondverzorgingsroutine: het goed onderhouden van de mondgezondheid is van groot belang voor het voorkomend van problemen in de mond. Zo is het nodig om regelmatig interdentaal te reinigen en te poetsen, met tandpasta’s waar geen harde zeep in is verwerkt. Sommige tandpasta’s bevatten sodium lauryl sulphate (SLS), wat geen voordelen voor de mondhygiëne heeft maar wel is gelinkt aan het veroorzaken van mondzweren. Hiernaast is het raadzaam om de mond regelmatig te spoelen met mondwater.
  • Drink water: de ‘vecht of vlucht’ reactie kan leiden tot dehydratie, wat op zijn plaats weer leidt tot een droge mond en slechte adem. Door het lichaam goed te hydrateren en genoeg water te drinken wordt de kans op een droge mond geminimaliseerd.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Paro-Endo of Endo-Paro: Hoe beide elkaar beïnvloeden

Paro-Endo of Endo-Paro: Hoe beide elkaar beïnvloeden

Infecties van de binnenzijde van de wortel beïnvloeden de gezondheid van de weefsels erbuiten en vice versa. Dit kan via dentinetubuli, laterale en accesorische kanalen en foramen apicale. Verslag van de lezing van endodontoloog Michiel de Cleen.

De invloed van een infectie van het wortelkanaal op de parodontale gezondheid

Uit klinische casussen van De Cleen blijkt dat na het uitvoeren van een endodontische herbehandeling, zowel klinisch als röntgenologisch de pocket en het parodontaal defect verdwijnen. Hieruit kan geconcludeerd worden:

Viezigheid aan de binnenzijde van het wortelkanaal beïnvloedt de gezondheid aan de buitenzijde. Dit klinische succesvolle resultaat blijkt ook door de wetenschap te worden bevestigd.

Patiënten met parodontitis en een verlaagd botniveau hebben een groter risico op het ontstaan van parodontitis apicalis. Onderzoek uit Denemarken toont dat beide, dus endo en paro, met elkaar verbonden zijn. Elementen met een zwarting apicaal tonen vaak diepere pockets dan elementen zonder apicale zwarting. Indien er geen behandeling plaatsvindt van de parodontitis apicalis, blijkt dat de pockets sneller dieper worden. Uit een dierexperiment blijkt dat een infectie in de pulpaholte apicaalwaartse groei van het epitheel bevordert. Uit een grote studie uit Stockholm blijkt dat initiële parodontale behandeling minder effectief is bij elementen met een periapicale radiolucentie. Daarnaast is ook de gemiddelde pocketdiepte groter en worden meer horizontale furcatiedefecten gezien. Een studie uit Utrecht toont meer angulaire botdefecten aan de mesiale zijde van wortels met een stift.

Bij gecombineerde paro-endo laesies is de beste behandelvolgorde: eerste endo, daarna paro

Conclusie

Als het goed is voor het endodontium, is het ook goed voor het parodontium.

Na het tonen van verschillende klinische cases van De Cleen is het duidelijk dat een schoon wortelkanaal bijdraagt aan een gezond parodontium.

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
implantaten

Onderhoud aan implantaten

Na plaatsing van een implantaat is de kans groot op een infectie. Gemiddeld is Het voorkomen van peri-mucositis 43% en van peri-implantitis 22%. Het ontstaan van problemen rondom implantaten is tijd gerelateerd. Hoe verder de tijd vordert, hoe meer risico ontstaat op botverlies. Mondhygiënisten moeten daarom veel aandacht besteden aan implantaten.

Diagnose

Alles begint met een goede diagnose. Het enkel vervaardigen van röntgenfoto’s is niet voldoende om een diagnose te kunnen stellen. Het  bot vestibulair en linguaal/palatinaal wordt namelijk niet goed genoeg afgebeeld om het te kunnen interpreteren. Ook de zachte weefsels komen niet  in beeld. De symptomen van een infectie zijn ook niet altijd direct zichtbaar in de mond. Daarom moet er gesondeerd worden. Dat is de enige manier om de zachte weefsels rondom implantaten goed te beoordelen. Doet men dit niet, dan kan men infecties niet op tijd ontdekken en behandelen.

Pocketdiepte

De pocketdiepte rondom een implantaat moet anders geïnterpreteerd worden dan rondom natuurlijke elementen. Er is namelijk geen parodontaal ligament zoals bij een natuurlijk element, er is direct bot-implantaatcontact. Bij implantaten ligt het weefsel minder strak, dus er is weinig weerstand bij het sonderen. Als men betrouwbaar wil sonderen, moet er niet te veel druk worden gebruikt. Met de click-probe gebruikt men altijd de juiste druk. Gebruikt men de verkeerde kracht, dan kan er een verdiepte pocket gecreëerd worden. Andere factoren die van invloed op de pocketdiepte kunnen zijn: de dikte van de mucosa, het implantaat-systeem dat gebruikt wordt, de vorm van de constructie, de positie van het implantaat.

Herhaaldelijk sonderen

In de esthetische zone worden implantaten vaak dieper geplaatst. Men sondeert dan vaak diepere pockets, tot zelfs 6 mm, terwijl het een gezonde situatie is. De verandering in de pocketdiepte zegt iets, maar een eenmalige meting zegt niets. Als de pocketdiepte groter wordt, dan moet er een alarmbel gaan rinkelen, niet als er in de beginsituatie een pocket van 4,5 of 6 mm wordt gemeten. Deze nulmeting moet wel binnen zes maanden en bij voorkeur na 6-8 weken gedaan worden en goed gedocumenteerd worden. Dat is ook het moment voor een foto en het beoordelen van de mondhygiëne. Daarna wordt er periodiek gecontroleerd. Een jaar later moet er weer worden gesondeerd en een foto worden genomen. Dit omdat in het eerste jaar vaak botverlies ontstaat door de belasting. Daarna moet minimaal een keer per jaar gesondeerd worden. De meting moet nauwkeurig worden vastgelegd. Als de pocket met 2 mm of meer toeneemt, dan moet er een foto worden gemaakt. Verandert er niks, dan kan overwogen worden om in het vervolg eens in de 5 jaar een foto te maken.

Thuis schoonhouden implantaat

Wat kan men thuis gebruiken om het implantaat schoon te houden? Er zijn veel middelen, maar wat is echt effectief? Er is daar te weinig onderzoek naar gedaan. Het advies dat nu gegeven wordt, is gebaseerd op de parodontologie. Bij flossen met flossdraad kan er beschadiging optreden. Vezeltjes kunnen achterblijven en de patiënt kan er te ruw mee om zijn gegaan. Zo kan een infectie ontstaan. Als de ruimte groot genoeg is, moet er een rager worden geadviseerd. Wordt er floss gebruikt, contoleer dan hoe dit wordt gebruikt en geef goede begeleiding. Soms zijn constructies zo gemaakt dat de patiënt er zelf echt niet goed bij kan. Laat zo’n patiënt elke maand komen.

Middelen in de praktijk

Een abutment is glad en de schroef is ruw. Mondhygiënisten moeten wat glad is, glad houden. Het oppervlak moet weefselvriendelijk blijven. De instrumenten die men meestal gebruikt, zijn mechanische instrumenten. Alle middelen zijn getest en onderzocht. De airpolisher lijkt momenteel het effectiefst in de nazorg en bij behandeling van mucositis. Kies de juiste poeder uit: erytholpoeder met chloorhexidine of glycine poeder, die geen beschadigingen veroorzaakt. Natriumbicarbonaat geeft wel beschadigingen. Met een normale nozel kan er tot 5mm subgingivaal gekomen worden en met de perio-tip nog dieper. Een alternatief voor de airpolisher, hoewel minder effectief, is de ultrasoon met teflontip in combinatie met polijststukjes. Titaniumcurettes zijn voor eenmaal oké, maar op den duur kunnen deze ook beschadigen geven. Plastic curettes zijn ook geen goed alternatief: ze zijn niet flexibel, te grof en ze kunnen niet in de pocket komen.

Op basis van onderzoek is gebleken dat etsgel het effectiefste chemische middel is. Dit moet 1 à 2 minuten inwerken en dan moet het heel goed weggespoeld worden. Blijft er wat in de pocket achter, dan kan dit pijnklachten veroorzaken. Waterstofperoxide is een goede tweede. Chloorhexidine is niet verstandig tijdens een operatieve behandeling, omdat dit op het implantaat blijft zitten en dat kan juist de genezing verstoren. Wordt chloorhexidine tijdens een operatie toch gebruikt  moet het heel goed weggespoeld worden. Etsgel maakt tevens het tandsteen zacht en dus gemakkelijk verwijderbaar.

Recalltermijn

Als alles goed is en er geen risicofactoren aanwezig zijn, is een recalltermijn van 1 à 2 keer per jaar voldoende. Is de mondhygiëne niet goed, dan is een frequentie van 3 à 4 maanden aan te raden. Als er risicofactoren zijn, dan moet de frequentie altijd 3 à 4 maanden blijven.

Slecht voorspelbaar

Peri-mucositis en beginnende peri-implantitis zijn goed voorspelbaar te behandelen . Behandeling van vergevorderde peri-implantitis is slecht voorspelbaar. De behandeling zelfs met chirurgie en antibiotica is vaak niet effectief en vaak wordt er voor gekozen om het implantaat te verwijderen.

Wie is verantwoordelijk?

Een mondhygiënist kan prima een implantaat controleren en onderhouden. Als er problemen zijn, moet de tandarts geïnformeerd worden. Volgens de gedragsregels van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI) is de tandarts het aanspreekpunt. In geval van peri-implantitis moet de hoofdbehandelaar, de implantoloog, op de hoogte gebracht worden. Binnen het tandheelkundige team moeten er duidelijk afspraken gemaakt worden over wie eindverantwoordelijk is.

 

Anna Louropoulou studeerde als tandarts af in 2002 aan de ‘Dental School of Aristotle University’ te Thessaloniki, Griekenland. In 2007 behaalde zij haar Post Academisch diploma in de Parodontologie aan ACTA. Sindsdien werkt zij als parodontoloog-implantoloog in Rotterdam en Amsterdam. Naast haar klinische werkzaamheden werkt zij als onderzoeker en universitair docent bij de sectie Parodontologie aan ACTA. In april 2017 verdedigde zij haar proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam. Haar promotieonderzoek betrof de reiniging/decontaminatie van implantaatoppervlakken.

 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de lezing van Anna Louropoulou tijdens het NVM Philips mini-congres.

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Bariatrische chirurgie vergroot kans op cariës

Bariatrische chirurgie vergroot kans op cariës

In sommige gevallen is bariatrische chirurgie een goede behandelingsmogelijkheid voor patiënten met obesitas. Deze behandeling zou echter nog wel eens tot complicaties in de mond en in het maagdarmstelsel kunnen leiden, en de kans op gaatjes kunnen vergroten.

Onder bariatrische chirurgie worden alle operaties verstaan die tot doel hebben om het gewicht te verminderen. Er zijn verschillende methoden voor, die met elkaar gemeen hebben dat ze de voedselopname beperken en de spijsvertering wijzigen. Voorbeelden zijn de maagband, of de zogenaamde bypass.

Bariatrische chirurgie tegen obesitas

Angel-Orión Salgado-Peralvo, tandarts in Vigo, Spanje, en zijn team van de Complutense Universiteit in Madrid hebben literatuur omtrent gaatjes en speeksel bij patiënten met bariatrische chirurgie bestudeerd. Bariatrische chirurgie is momenteel de enige bewezen klinisch effectieve behandeling voor patiënten met morbide obesitas op de lange termijn. Deze behandelingsvorm wordt in toenemende mate gebruikt, en kan bijvoorbeeld een maagverkleining betreffen.

Bijwerkingen

De behandeling verandert de anatomie, fysiologie en de eetgewoonten van de patiënt, wat tot problemen met het maagdarmstelsel kan leiden. Daarnaast brengt de behandeling veranderingen in de kwaliteit en kwantiteit van speeksel, misselijkheid en overgeven met zich mee. Deze bijwerkingen kunnen negatieve effecten uitoefenen op de mondholte, inclusief een verhoogde kans op mondlaesies, wat met name de vorming van cariës betreft.

Geen protocol voor mondproblemen

Momenteel bestaat er echter nog geen protocol voor het voorkomen van deze mondproblemen bij patiënten. Daarnaast zijn deze vaak niet op de hoogte van dergelijke risico’s die de behandeling met zich meebrengt. De auteurs van deze studie wilden onderzoeken of het inderdaad het geval is dat bariatrische chirurgie de kans op gaatjes verhoogt.

Analyse van 9 artikelen

De auteurs van de studie besloten dat negen artikelen klinisch relevant waren voor hun analyse. Deze artikelen varieerden in het monitoren van patiënten 6 tot 24 maanden na de operatie. Slechts twee van de studies werden gedaan met specifiek als doel om het risico op gaatjes te bestuderen. De andere artikelen focusten meer op het speeksel en de veranderingen in de mond.

Verschillende resultaten

Sommige studies vonden geen significante verschillen in het aantal gaatjes bij menen met en zonder een bariatrische behandeling, volgens de DMF index (decayed, missing or filled teeth). Bij een studie werd wel een significant verschil na zes maanden na de operatie gevonden. Daarnaast vonden een aantal studie een verhoogde aanwezigheid van Streptococcus mutans. Ook werd een hogere ratio van dentale erosie bij obesitas die zowel wel als geen operatie ondergingen. Een andere interessant resultaat kwam van een studie die vond dat slechts 7,7% van de bariatrische chirurgie patiënten geen last had van overgeven in 24 maanden na de operatie.

Verder onderzoek

De auteurs van deze studie benadrukken dat er in de toekomst meer onderzoeken zich zouden moeten richten op het vaststellen van het risico op gaatjes naar aanleiding van bariatrische chirurgie. Op deze manier kunnen de effecten hiervan in kaart worden gebracht en kunnen complicaties worden geminimaliseerd.

Bron:
Sciencedirect

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z