Nieuw opgericht: Europese Vereniging voor Keramische Implantologie (ESCI)

Nieuw opgericht: Europese Vereniging voor Keramische Implantologie (ESCI)

Neutraal, wetenschappelijk onderbouwd, hoge kwaliteit en zonder winstoogmerk. Dat zijn de vier kernwaarden waar ESCI, de nieuwe Europese Vereniging voor Keramische Implantologie, op zal gaan bouwen. De vereniging werd in november 2017 opgericht in Zürich en stelt zich nu open naar het publiek toe.

‘Met de ESCI willen wij de bewezen en wetenschappelijk verantwoorde toepassing van keramische implantaten bevorderen en in de markt zetten als een nuttige aanvulling op titanium implantaten,’ aldus Jens Tartsch, medeoprichter en voorzitter van ESCI.

Ontwikkeling keramische implantaten

Op dit moment zijn keramische implantaten een van de snelst groeiende en meest innovatieve ontwikkelingen op tandheelkundig gebied. Dit is mede te danken aan de grote interesse in metaalvrije restauratie mogelijkheden vanuit patiënten. Daarnaast is inmiddels wetenschappelijk bewezen dat keramische implantaten net zo succesvol kunnen zijn als titanium implantaten. Deze bevinden moeten echter nog wel als correct worden beoordeeld, en worden geclassificeerd als bruikbaar voor tandartspraktijken. Om dit te doen worden keramische implantaten momenteel nog verder onderzocht.

Onderzoek naar bredere implementatie

De ESCI is opgericht om neutraal en wetenschappelijk onderzoek uit te voeren naar de verdere implementatie van keramische implantaten, om zo tot een bredere acceptatie in heel Europa te komen. De vereniging bestaat uit wetenschappelijk erkende, ervaren en gerenommeerde deskundige, zowel van praktijken en universiteiten, als van partners zoals de Straumann Group, Camlog, Nobel Biocare, Z-Systems en Zeramex.

Adviesraad ESCI

De adviesraad van ESCI komt minstens eenmaal per jaar samen om het College van Bestuur te kunnen adviseren. Prof. Ralf Kohal (DE), prof. Jérôme Chevalier (FRA), dr. Med. Habil. Michael Gahlert (DE), prof. Mutlu Özcan (CH), prof. Corrado Piconi (IT) en dr. Med. Curd Bollen (NL) nemen plaats in de adviesraad.

European Congress for Ceramic Implantology

Daarnaast zal de ESCI een jaarlijks congres (European Congress for Ceramic Implantology) organiseren. In 2019 zal de eerste editie hiervan plaatsvinden.

Bron:
ESCI-online.com

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Implantologie: een samenspel tussen prothetiek en chirurgie

Implantologie: een samenspel tussen prothetiek en chirurgie

Veel tandartsen implanteren niet maar willen wel zelf de kronen op implantaten maken. Verslag van de NSOI workshop Implantologie, de bovenbouw over succespercentages, de procedure bij implanteren en in welke situaties implantaten mogelijk zijn.

Verslag van de lezing van Ronnie Goenée, implantoloog NVOI, tijdens de workshop Implantologie, de bovenbouw.

Dagelijkse praktijk

De dagelijkse praktijk is niet meer voor te stellen zonder implantaten. In Nederland worden zo’n 150.000 implantaten per jaar geplaatst en er zijn 800.000 Nederlanders met een of meerdere implantaten. Door het verzekeringsstelsel is ongeveer de helft van de implantaten in Nederland gerelateerd aan protheses. Maar implantaten worden ook op steeds meer andere manieren ingezet bij partieel betande situaties. Ook nemen de indicaties voor het plaatsen van implantaten alleen maar toe. Naast overkappingsprotheses worden implantaten het meest toegepast voor het vervangen van frontelementen. Het is de nummer één keuze voor het herstel van de functie en esthetiek, maar het blijft een prothetisch hulpmiddel en nooit een doel op zich.

Stabiliteit implantaat

Het implantaat krijgt zijn stabiliteit door de osseointegratie. Dit is een directe en structurele verbinding tussen levend bot en het oppervlak van een krachtdragend implantaat. In de eerste paar weken zorgt de schroefdraad voor de stabiliteit, zodat de botcellen de mogelijkheid krijgen tegen het implantaat aan te groeien. Na de eerste 6 weken heeft de schroefdraad geen nut meer.

Per-Ingvar Brånemark

Per-Ingvar Brånemark vond uit dat titanium biocompatibel is en dat bot er tegenaan groeit. Dit ontdekte hij als toevalstreffer. In 1965 werden voor het eerst implantaten geplaatst bij edentate patiënten. Daaroverheen werd een verschroefde metalen structuur vervaardigd, waarop de prothese werd geperst.

Tijdens dit onderzoek werden aan aantal aannames gedaan. Zo werd er vanuit gegaan dat osseointegratie alleen plaats vond als de implantaten niet belast werden tijden het inhelen. Dit is ook de reden dat ze gebruik maakten van de tweefasen-chirurgie. Hierbij werd het tandvlees weer gesloten na plaatsen om zo de bacteriële invloed van de mondholte uit te sluiten. De implantaten moesten in de onderkaak drie maanden inhelen en in de bovenkaak zes maanden, gebaseerd op het verschil in botdichtheid.

Succespercentages

In 1977 werd hierover voor het eerst gepubliceerd en eigenlijk was het helemaal niet zo’n succes. Er moest gedurende het onderzoek nog erg veel aangepast worden. Op dit moment heeft iedere implantaatfirma het oppervlak bewerkt, wat geresulteerd heeft in meer en sneller ingroei van het kaakbot. Daardoor gingen de succespercentages met sprongen omhoog. Nu liggen deze zelfs boven de 95%. Daarnaast is het verschil tussen boven- en onderkaak verdwenen en is de inhelingstijd naar 6-8 weken gegaan. Verder is in het merendeel van de gevallen één fase-chirurgie toereikend en kan meteen een abutment geplaatst worden. Daarnaast is het nu ook mogelijk om kortere implantaten te plaatsen (5-6 mm als ondergrens), zodat eventuele extra chirurgie zoals een sinusbodemelevatie niet meer nodig is.  

Tegenwoordig is het steeds populairder om direct na extractie te implanteren en direct een tijdelijke kroon te plaatsen. Deze tijdelijke kroon hoeft na een aantal maanden dan alleen nog vervangen te worden voor de definitieve kroon.

Absolute en relatieve contra-indicaties

Voor het plaatsen van implantaten zijn absolute en relatieve contra-indicaties. Globaal geldt: als een kies getrokken kan worden, kan ook een implantaat geplaatst worden.

Implantaten bij rokers

Bij rokers is de kans op mislukken van de behandeling twee keer zo groot. Let op: dit is de kans. Daarnaast is het altijd de vraag: hoeveel wordt er gerookt Wanneer bij rokende patiënten ook nog een botaugmentatie gedaan moet worden, is de kans op mislukken nog iets groter (3,61). Vervolgens is ook het risico op het ontwikkelen van peri-implantitis groter.  Daarom moeten implantaten bij rokende patiënten  extra goed onder controle gehouden worden.  

Goené doet in zijn praktijk geen uitgebreide botopbouw bij rokende patiënten. Als het nodig is, dan gaat hij het gesprek aan met de patiënt. Hij geeft aan dat deze regel wel erg arbitrair is.

Geen implantaat bij parodontitis

Heel duidelijk is wel dat er niet geïmplanteerd moet worden als een patiënt parodontitis heeft. Eerst moet de restdentitie behandeld zijn, voordat besloten wordt om te implanteren. De paro-pathogenen moeten eerst verwijderd zijn.

Vanaf welke leeftijd?

Ook is bekend dat kinderen niet geïmplanteerd worden, omdat het skelet nog niet volgroeid is en het implantaat zich gedraagt als een ankylotisch element. Daardoor blijven het gebitselement en het bijbehorende bot en parodontium achter.

De regel is dat vrouwen ongeveer vanaf 17 jaar en jongens vanaf 19 jaar geïmplanteerd kunnen worden.

Per 1 januari komt er een regel dat bij patiënten met missende elementen in het front (van de 14-24), welke agenetisch is of verloren is gegaan door trauma, de implantologische behandeling tot het 23e levensjaar uit de basisverzekering wordt vergoed.

Hoe ziet de procedure van implanteren eruit?

  • Iedereen krijgt premedicatie : 3gr amoxicilline  1 uur voor de ingreep
  • Daarnaast neemt de patiënt een uur van tevoren ibuprofen als ontstekingsremmer en moet een uur van te voren gespoeld worden met chloorhexidine. De patiënt blijft spoelen  tot 14 dagen na chirurgie: bij het implantaat mag niet gepoetst worden.
  • Lokale anesthesie wordt gegeven.
  • Er wordt een intrasulculaire incisie gemaakt. De mucosa wordt naar beide kanten opgeklapt zonder ontspanningsincisie.
  • Vervolgens wordt er middels een serie boortjes gewerkt. De eerste bepaalt de positie en gaat alleen door de cortex. De tweede bepaalt de asrichting en diepte. De volgende twee verbreden alleen. Middels een richtstiftje wordt gecontroleerd of de juiste diepte en stabiliteit bereikt is.
  • Daarna wordt het implantaat erin gedraaid met lage toeren en zonder water, zodat er direct contact is tussen bloed en implantaat en de snelste ingroei bewerkstelligd wordt.
  • Het healing abutment wordt erop gedraaid en de mucosa gesloten.
  • Postoperatief bij een standaard implantaat behandeling zijn er vaak totaal geen klachten. Het trekken van de kies is vaak vervelender dan de implantologische behandeling.
  • 6-8 weken later wordt afgedrukt voor de definitieve kroon.

Platform switching

De healing abutments zijn een fractie kleiner dan het platform van het implantaat. Dit noemen we  platform switching. Daardoor is er 360 graden in de rondte iets minder botafbraak rondom het implantaat. Het gaat om 30-50% minder botafbraak, maar absoluut gezien is dit 0,7-1,5 mm minder.

Dit is extra belangrijk met hele korte implantaten, maar ook in de esthetische zone, want waar bot aanwezig is, blijft ook het tandvlees. Hierdoor is er minder kans op recessie.

Extraheren

Is het element nog in situ, dan moet er eerst geëxtraheerd worden, en wordt er 12 weken gewacht. Vervolgens wordt een foto gemaakt voor de controle van de bot ingroei. Er kan gewoon in één fase geïmplanteerd worden. Bij een implantaat in de niet-esthetische zone kan de tandarts gewoon zelf extraheren, uiteraard zo atraumatisch mogelijk. Na extractie ontstaat er altijd buccaal een inkeping over dwars. De tandarts moet aan de chirurg aangeven of het nodig is om de kaakwal te reconstrueren of dat kroonontwerp zo is, dat dit niet nodig is.

Midden van kaakwal

De chirurg plaatst het implantaat standaard in het midden van de resterende kaakwal. Vaak is dit te ver naar linguaal. Om dit te corrigeren wordt de kroon buccaal vormgegeven als een soort balkon. Daardoor krijgt de patiënt veel last van voedselimpactie. Een hulpmiddel om dit te voorkomen is het maken van een richtplaatje. Dit dicteert de locatie van implanteren. De implantoloog ziet zo of het nodig is om een botopbouw te doen.  De tandarts moet duidelijk dicteren hoe hij/zij de behandeling gedaan wil hebben en wat het behandelplan is. Dit plan moet ook duidelijk in de verwijsbrief staan. De implantoloog bepaalt vervolgens of het voorgestelde plan ook mogelijk is. Daarbij wordt ook gekeken naar de antagonistische kant en beoordeeld hoeveel ruimte er is.

Esthetische zone

Bij implanteren in de esthetische zone is een boormalletje extra belangrijk, zodat duidelijk is wat de situatie is waar je na behandeling uit wilt komen. Na extractie ontstaat in het bovenfront altijd nog meer uitholling dan in de zijdelingse delen. Daarom wordt bij voortanden bijna altijd een reconstructie gedaan. In 98% van de gevallen moet er bot bijgeplaatst worden. Het is niet mogelijk in één fase te werken als er een botopbouw gedaan moet worden. Hierdoor is het gehele behandeltraject langer.

Om functionele en esthetische reden is hier de botopbouw nodig, anders liggen na plaatsing windingen van het implantaat bloot. Er wordt altijd veel extra bot aangebracht en dit wordt afgedekt met een membraan. Dat is een barrière om sneller groeiende fibroblasten weg te houden bij de trager groeiende botcellen. Bij het opbouwen met autoloog bot, wordt er eerst geaugmenteerd en daarna pas geïmplanteerd. Dit gebeurt als de processus van incisaal naar craniaal smal is en smal blijft. In zo’n geval is het niet mogelijk om de botopbouw en het implanteren samen te doen, omdat het implantaat dan niet voldoende primaire stabiliteit heeft. Middels een CBCT wordt beoordeeld of de kaak breder wordt richting de neusbodem. Wanneer er apicaal voldoende stevigheid is voor het plaatsen van een implantaat kan tegelijkertijd geïmplanteerd en opgebouwd worden.

Wanneer de tand nog aanwezig is, is het in sommige gevallen een mogelijkheid om te extraheren en implanteren in één zitting. Vervolgens kan meteen een tijdelijke kroon vervaardigd worden.

”Erg belangrijk is het gehele traject is goede communicatie tussen tandarts, implantoloog en tandtechnieker!”

Ronnie Goené is implantoloog, NVOI.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Ronnie Goené tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Op Europerio9, het congres over parodontologie en implantologie, worden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de relatie tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Deze blijken een gezamenlijke genetische basis te hebben.

Relatie parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten

In een meta-analyse is de relatie onderzocht tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Coronaire hartziekten zijn hart- en vaatziekten die het gevolg zijn van slagaderverkalking of afwijkingen in de kransslagaders. Wereldwijd hebben 110 miljoen mensen te maken met coronaire hartziekten. Het is doodsoorzaak nummer 1. Parodontale aandoeningen komen bij 538 miljoen mensen voor.
Dat er een relatie is tussen coronaire hartziekten en parodontale aandoeningen is al eerder vastgesteld. Beide ziekten worden vaak samen gediagnosticeerd en hebben dezelfde risicofactoren zoals roken en diabetes.

Onderzoek

Doel van de studie, die meer dan tien jaar in beslag nam, was om de gezamenlijke genetische basis van beide aandoeningen te onderzoeken. Er is gekeken of een bepaalde variant in het DNA vaker voorkwam bij zowel patiënten met coronaire hartziekten als bij patiënten met parodontale aandoeningen. Dit bleek het geval te zijn met het gen VAMP8. Hiermee is bewezen dat de relatie tussen hartziekten en tandvleesaandoeningen niet alleen te herleiden is tot leefstijlfactoren.

Betekenis

Kennis van de gedeelde genetische basis van beide ziekten kan duidelijk maken wat iemand vatbaar maakt voor de ziekten. Er zijn waarschijnlijk risicogroepen met een genetische aanleg als reactie op bepaalde factoren. Dit betekent ook dat parodontitis het risico voor coronaire hartziekten in het algemeen niet verhoogt en vice versa. Het kan wel zo zijn dat een groep individuen een genetische aanleg heeft, waarbij de VAMP8-functie betrokken is, die het risico op beide ziekten verhoogt. De meest efficiënte manier om het ontstaan van hartziekten en parodontale aandoeningen te voorkomen, blijft echter een gezonde leefstijl en niet roken.

EuroPerio

De resultaten van de meta-analyse zullen gepresenteerd worden op EuroPerio9. EuroPerio is het grootste wetenschappelijk congres op het gebied van parodontologie ter wereld. Dit congres wordt een keer per drie jaar gehouden. De laatste editie in juni 2015 in Londen werd bijgewoond door bijna 10.000 mensen. EuroPerio9 wordt van 20 tot 23 juni gehouden in de RAI in Amsterdam.

Bron: Europerio, met referenties:

  1. EuroPerio9 Abstract O017, Genome wide association meta-analysis of coronary artery disease and periodontitis reveals a novel shared risk locus. Presentation at the Biomarkers session on 21 June 2018, at 14:00.
  2. “Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 310 diseases and injuries, 1990-2015: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2015”. Lancet. 388 (10053): 1545–1602. doi:10.1016/S0140-6736(16)31678-6.
  3. Identification of a shared genetic susceptibility locus for coronary heart disease and periodontitis. Arne S Schaefer et al. PLoS Genet 2009 Feb 13;5(2):e1000378. Epub 2009 Feb 13.
  4. The large non-coding RNA ANRIL, which is associated with atherosclerosis, periodontitis and several forms of cancer, regulates ADIPOR1, VAMP3 and C11ORF10. Gregor Bochenek et al. Hum Mol Genet 2013 Nov 27; 22(22):4516-27. Epub 2013 Jun 27.
Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Tanden aan je handen instagram

Nieuwe trend: tanden aan je handen

Door de Russische nagelsalon ‘Nail Sunny’ in Moskou is een nieuwe trend in het leven geroepen: nageltanden. Met witte nagellak worden een levensecht gebit gecreëerd op de handen van de klant.

Om de creaties nog realistischer te maken is het ook mogelijk om composiet of tandbederf aan te brengen, precies naar de wensen van de klant.

Met dit bijzondere nagelontwerp heeft de nagelsalon al veel bekijks getrokken. Het Instagram account van de salon heeft inmiddels 1,5 miljoen volgers, en in een week tijd is de video al meer dan 370,000 keer bekeken.

Bron:
Instagram

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
mondkanker

Verdubbeling van mondkanker, mede dankzij slechte levensstijl

Gewoontes zoals een ongebalanceerd dieet, roken en het drinken van alcohol, samen met menselijke paillomavirus infecties, lijken te hebben geleid tot een sterke toename van het aantal gevallen van mondkanker in het Verenigd Koninkrijk.

Verdubbeling
Dit is gebleken uit data die recent is vrijgegeven door Cancer Research UK ter gelegenheid van de Mouth Cancer Action Month. Het aantal gevallen van mondkanker blijkt bijna verdubbeld te zijn sinds de late jaren 90. Waar eerst acht op de 100,000 mensen te maken kregen met mondkanker is dat nu het geval bij 13 mensen.

Vrouwen
Vooral bij vrouwen is een sterke toename te zien, van wel 71 procent. Met name het aantal gevallen van mondkanker bij vrouwen boven de 50 is hoog. In 2015 kregen 2200 vrouwen in deze leeftijdscategorie mondkanker, terwijl dit maar bij 300 vrouwen van onder de 50 het geval was.

Mannen
Bij mannen is het aantal gevallen van mondkanker de afgelopen jaren toegenomen met 54 procent bij mannen onder de 50, met 4400 gevallen, en met 67 procent bij mannen boven de 50, met 640 gevallen.

Slechte levensstijl als risicofactor
“Het is zorgwekkend om te zien dat mondkanker steeds vaker voorkomt,” aldus Jessica Kirby, health information manager bij Cancer Research UK.

“Gezonde levensstijlen kunnen het risico op de ziekte verkleinen. Niet roken, minder alcohol en het eten van veel fruit en groenten kan zeker helpen om het risico op mondkanker te verminderen.”

Roken is geïdentificeerd als grootste risicofactor voor mondkanker, en wordt aan maar liefst 65 procent van de gevallen gelinkt.

Toolkit
Cancer Research UK is momenteel bezig met de ontwikkeling van een mondkanker toolkit, samen met de British Dental Association, om artsen te helpen met het zo vroeg mogelijk signaleren van mondkanker, om zo de overlevingskansen zo hoog mogelijk te houden.

Bron:
Cancerresearchuk.org

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Triclosan kan darmontsteking veroorzaken

Triclosan kan darmontsteking veroorzaken

Triclosan, een bacteriedodend middel dat onder andere in sommige tandpasta’s wordt gebruikt, werd al langer verdacht van schadelijke bijwerkingen. Nu is aangetoond dat het ook darmontstekingen kan veroorzaken en verergeren.

Triclosan

Triclosan is een desinfecterende stof, die ook wordt gebruikt als conserveermiddel in persoonlijke verzorgingsproducten zoals tandpasta. Er is al langere tijd discussie over het gebruik van triclosan, omdat het resistentieontwikkeling van bacteriën zou bevorderen. Ook wordt de link gelegd tussen triclosan en borstkanker, schade aan lever en spieren en huidirritaties.

Onderzoek bij muizen

Amerikaans onderzoek bij muizen dat is gepubliceerd in Science Translational Medicine toont nu aan dat triclosan ontstekingen in de dikke darm kan veroorzaken en al aanwezige ontstekingen kan verergeren.

In het onderzoek kregen de muizen twee weken triclosan in hun eten. Muizen met darmflora ontwikkelden vervolgens een lichte darmontsteking, muizen zonder darmflora niet. Bij dieren die al voor toediening van triclosan een darmontsteking hadden, verergerden de klachten. Ook bleek triclosan van invloed te zijn op de ontwikkeling van darmkanker. Bij de muizen die het middel kregen groeiden de tumor sneller dan bij de muizen die het niet kregen. De concentraties triclosan die de muizen in hun bloed hadden, worden ook bij mensen aangetroffen.

Gebruik Triclosan in EU

In de EU is het gebruik van een lage dosis (0,3%) triclosan als conserveermiddel goedgekeurd in een beperkt aantal persoonlijke verzorgingsproducten, waaronder tandpasta. Als het middel ergens in zit, moet het bij de ingrediënten vermeld staan. In antibacteriële zeep mag het al niet meer gebruikt worden.

Er loopt nu een procedure om triclosan verder te beoordelen. Het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) wil aanvullend onderzoek van fabrikant BASF naar stapeling en giftigheid in het milieu, de hormoonverstorende werking en blootstelling van mensen.

Triclosan komt wereldwijd in rioolwater voor en komt ook in het oppervlaktewater terecht, doordat het niet wordt afgebroken door rioolzuiveringsinstallaties.

Bron:
Science translational medicine 

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
samenwerking - handenschudden

Curaeos en 4Dental Tandtechniek gaan strategische samenwerking aan

Curaeos en 4Dental Tandtechniek starten een strategische samenwerking. Het Nederlandse netwerk van 4Dental vergroot de tandtechnische capaciteit van Curaeos, waarmee de organisatie vorm kan geven aan haar groeiambitie. Curaeos voegt met haar expertise en Europese netwerk veel waarde toe aan 4Dental, dat haar positie in de markt verder gaat versterken. Als onderdeel van de samenwerking verkopen de huidige aandeelhouders van 4Dental een deel van hun belang aan Curaeos.

Opkomst dentale serviceorganisaties

Onder praktijkhouders en tandtechnische laboratoria in binnen- en buitenland is er een toenemende belangstelling in aansluiting bij dentale serviceorganisaties zoals Curaeos. Het biedt onder meer de mogelijkheid tot ondersteuning op het gebied van HR, finance & administratie, kwaliteit- & zorgmanagement, inkoop, marketing & communicatie en algemeen management. Voortdurende optimalisatie van processen zorgt bovendien voor waardevolle synergie en efficiency. Door de uitgebreide ondersteuning en ontzorging kunnen dentale professionals zich volledig concentreren op hun werk, waaronder uiteraard de zorg voor patiënten.

Over 4Dental Tandtechniek

4Dental Tandtechniek is opgericht in 2005, na de fusie van vier gerenommeerde tandtechnische laboratoria. Tegenwoordig is 4Dental een internationaal bedrijf met deelnemingen in het buitenland. De organisatie levert ambachtelijke tandtechnische hulpmiddelen en oplossingen op maat, zoals dienstverlening in de praktijk en de digitale workflow in de implantologie. Ook biedt 4Dental met moderne CAD/CAM technieken een breed scala aan tandtechnische producten.

Over Curaeos

Curaeos is de holding van een snelgroeiend dentaal platform met een breed scala aan activiteiten in Nederland, België, Denemarken, Duitsland en Italië. De organisatie is de grootste dentale speler in Europa en opereert onder diverse merken op basis van een uniek verticaal geïntegreerd business model. Een sterk team van professionals in alle disciplines ondersteunt de lokale activiteiten, waardoor verdere professionalisering en groei mogelijk worden gemaakt. Het Zweedse investeringsfonds EQT ondersteunt Curaeos in de realisatie van de Europese expansie met haar expertise en een internationaal netwerk.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Slechte mondgezondheid leidt tot verzwakking bij oudere mannen

Slechte mondgezondheid leidt tot verzwakking bij oudere mannen

Uit nieuw Brits onderzoek is gebleken dat het hebben van een slechte mondgezondheid de kans op zwakheid bij oudere mannen vergroot. De onderzochte mannen met een slechtere mondgezondheid bleken meer kans te hebben op onder andere sterk gewichtsverlies, uitputting, en een vermindering van loopsnelheid en fysieke activiteit.

Gezondheidsproblemen

De onderzoekers observeerden meer dan 1000 mannen gedurende drie jaar tijd. Ze kwamen tot de conclusie dat de mannen met een slechte mondgezondheid zwakker waren dan die met een goede mondgezondheid. Een vijfde (20%) van de mannen met een slechte mondgezondheid had geen tanden meer, meer dan de helft (54%) had last van een tandvleesontsteking, bijna een derde (29%) kampte met een droge mond en een op de tien mannen (11%) had moeite met eten. Deze problemen, die vaak voornamelijk ontstaan door het slecht verzorgen van het gebit, verzwakken vaak ook de algemene gezondheid.

Belang van mondgezondheid

Het onderzoek betrof mannen tussen 71 en 92 jaar oud, afkomstig uit 24 verschillende plaatsen in het Verenigd Koninkrijk. Dr. Nigel Carter, Chief Executive van de Oral Health Foundation, stelt dat de resultaten van het onderzoek het belang benadrukt dat de mondgezondheid van ouderen goed in de gaten wordt gehouden. Daarnaast blijkt hieruit ook dat het testen van de mondgezondheid zou kunnen worden gezien als een indicator van eventuele gezondheidsproblemen.

Bron:
Journal of the American Pediatrics Society

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
Britten blij met verbod verkoop energydrank aan kinderen

Britten blij met verbod verkoop energydrank aan kinderen

De Britten lijken blij te zijn met het verbod op verkoop van energiedrankjes aan kinderen onder de 16 jaar oud. Maar liefst 93 procent van de volwassenen en 98 procent van de kinderen geven aan het verbod te steunen.

Vrijwillig verbod door aantal supermarkten

Recentelijk is er een vrijwillig verbod in een aantal Engelse supermarkten. Op dit moment wordt er gekeken of het mogelijk is om het verbod op de verkoop van energiedrankjes een officiële wet te maken.

Gezondheidsrisico’s door energydrank

Op dit moment geeft bijna een kwart (23%) van de Britse volwassenen aan energiedrankjes nodig te hebben om hen de dag door te slepen. 12 procent van de volwassenen geeft aan ook echt elke dag minstens een energydrank te consumeren. Deze cijfers zijn schokkend, aangezien energiedrankjes een ontzettend hoge hoeveelheid cafeïne en suiker bevatten, waardoor het drankje grote risico’s voor de mond- en algehele gezondheid met zich meebrengt.

Tweemaal de aanbevolen suiker

‘Veel energiedrankjes bevatten tweemaal de hoeveelheid aanbevolen suiker per dag voor een kind. De mogelijke schade die hierbij komt kijken voor alleen al de mondgezondheid is extreem hoog, en heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er elk jaar bij duizenden kinderen verrotte tanden weg moeten worden gehaald,’ aldus Dr. Nigel Carter van de Oral Health Foundation.

Wet noodzakelijk

Het vrijwillige verbod van supermarkten dat eerder dit jaar intrad wordt zwaar gewaardeerd, maar de Oral Health Foundation denkt niet dat de invloed hiervan groot genoeg gaat zijn op de hoeveelheid energydrank die kinderen momenteel consumeren. Een wet zou ervoor moeten zorgen dat de verkoop van de drankjes landelijk verboden wordt, in winkels, supermarkten, machines en horeca gelegenheden.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

Onder dubbel “Dahlen” verstaan we het ondersteunen van de Dahlbehandeling met actieve orthodontie. Het toepassen van een vast of uitneembaar Dahlplateau kan ingezet worden om de diepe beet minder diep te maken en daarmee de anatomie weer te kunnen herstellen. Ook wordt hiermee de esthetiek en soms de fonetiek verbeterd.

Een minder diepe beet geeft ook minder slijtage van de tanden en ook van aangebrachte restauraties. Soms is de beet zo diep dat er een palatumbeet is en er geen vast Dahlplateau kan worden aangebracht.  Met een uitneembaar Dahlplateau (Dahlframe of  uitneembare apparatuur met een opbeetplaat) kunnen de onderincisieven wel geïntrudeerd worden. Staat het bovenfront in inversie en is er sprake van “crowding” dan zal actief orthodontisch behandeld moeten worden.
Brackets aanbrengen is lastig bij een diepe beet. Door een uitneembaar Dahlplateau te combineren met actieve orthodontie kunnen ook deze patiënten behandeld worden en blijkt dat de behandeling minder lang duurt.

Restricted envelope of function

Er zijn situaties waarbij je vanwege de frontrelatie niet uitkomt met Dahlen en waarvoor orthodontie noodzakelijk is. Onder andere bij de restricted envelope of function (dynamisch), ook wel een dekbeet (statisch) genoemd. De occlusie is in dit geval niet statisch, maar dynamisch.

Het is belangrijk vooraf te zien of de beet een restricted envelope of function betreft en wat de consequenties en de behandelopties hiervan zijn. Dit vergt een multidisciplinaire aanpak.

Bij de oplossing van het probleem moet er voor comfort bij de patiënt gezorgd worden. Dit gebeurt middels ‘freedom in protrusion’.

Centrale Relatie (CR)

Meest dorsale, craniale positie van de onderkaak van waaruit je naar proaal en lateraal kan bewegen zonder pijn.

Slijtage begint eerst in het front omdat er hier het meest contact aanwezig is.

Belang van de frontrelatie

In de prothetiek wordt ook eerst het front opgesteld waarbij de fonetiek en esthetiek bepaald wordt. Vervolgens worden de zijdelingse delen opgesteld.

Het betekent niet dat je automatisch slijtage hebt als je een restricted envelope of function hebt, maar er is wel een verhoogd risico.

Verticale slijtage gaat vaak samen met een restricted envelope of function doordat er beperkte bewegingsvrijheid is.

Tandverplaatsing via orthodontie

Alles wat u kunt doen aan tandverplaatsing middels orthodontie hoeft u niet restauratief op te bouwen. Orthodontie verbetert ook de esthetiek en kan mogelijk gunstig zijn voor het parodontium. Het toepassen van een opbeetplaat of een Dahlframe in combinatie met actieve orthodontie verkort de behandeltijd aanzienlijk.

 

Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

11-5-2015. Bovenkaak na vervanging falende (amalgaam)restauraties.

Dahlframes, orthodontie en een ‘restricted envelope of function’

Diepe (dek) beet en restricted envelop.
Risicofactor: Kronen op non-vitale 11 en 21 wortelstiften

 

Onderkaak na vervanging amalgaamrestauraties.
De restauraties is 36,36 en 47 zullen na de
orthodontische behandeling worden vervangen.

Occlusie rechts. Beet gelicht en hoektandgeleiding
aangebracht met composiet.

Beet gelicht i.v.m. zware belasting 11 en 21.
Tevens hoektandgeleiding hersteld.

Beet verder gelicht met Dahlframe in de bovenkaak.
Vaste apparatuur om ‘crowding’ te behandelen.

Dahlframe in de bovenkaak (september 2015)

Zijdelingse delen links bij aanvang
orthodontische behandeling. Dahlframe aanwezig.

33-43 gedebandeerd om de anatomie van deze
elementen met composiet te kunnen herstellen.

Zijdelingse delen rechts bij aanvang
orthodontische behandeling. Dahlframe aanwezig.

6 maanden na starten van de orthodontische behandeling
is de frontrelatie goed. 33-43 zijn hertsteld met composiet
en de zijdelingse delen staan in occlusie. De beet is
aanzienlijk gelicht.

Frontaanzicht na afronden van de
orthodontische behandeling.

Bovenkaak na afronden van de
orthodontische behandeling.

Minimaal invasief

Composiet is de meest minimaal invasieve behandeloptie vanuit restauratief oogpunt. Conventionele kronen zijn niet gunstig voor slijtage behandelingen en daarbij offer je veel weefsel op. Als er al veel weefsel verloren is gegaan ten gevolge van de slijtgage wil je hetgeen wat nog aanwezig is zo veel mogelijk behouden, inclusief glazuur voor de meest betrouwbare hechting. Streef daarom altijd naar ‘minimal invasive comprehesive dentistry’.

Patiënt is afbehandeld als de toestand van de patiënt ‘stabiel’ is. Occlusale stabiliteit en mandibulaire stabiliteit zijn de meest belangrijke factoren voor een restauratief traject.

Als beet wordt verhoogd, dan wordt front naar achter gedraaid. Dit kan gunstig zijn bij mensen met stijl front contact, maar bij klasse 2 relatie is dit ongunstig. Er komt zo een palatumbeet tot stand.

‘Freedom in centric’ door intrusie van het onderfront. Bij het toepassen van een Dahlframe of een optbeetplaat zonder actieve orthodontische behandeling.

Het gebit ruimte geven door middel van een Dahlframe in combinatie met actieve orthodontie blijkt ook een gunstig effect te hebben op het kaakgewricht. Mogelijk is dit het gevolg van het onderfront wat rust op het bijtplateau waardoor de onderkaak niet in een dorsale positie wordt gedwongen en er alleen zuivere rotatie aanwezig is.

Dr. Hans van Pelt was van 1978-1985 full-time verbonden aan de afdeling Prothetische Tandheelkunde in Groningen. Daarna startte hij een algemene (groeps)praktijk. Van 1991 – 2011 was hij verbonden aan het Martiniziekenhuis in Groningen voor prothetische en restauratieve behandelingen in samenwerking met de afdeling Mond-Kaak en Aangezichtschirurgie. In 2004 heeft hij er een Afdeling Bijzondere en Restauratieve Tandheelkunde opgezet dat in 2011 is overgegaan in een CBT. Sinds 2000 is hij weer verbonden aan het Centrum Tandheelkunde en Mondzorg van het Universitair Medisch Centrum Groningen, Sectie Orale Functie. Belast met onderwijs in “Fixed Prosthodontics”. Zijn huidige werkzaamheden verdeelt hij over het UMC Groningen en (sinds juli 2011) een verwijspraktijk voor Prothetiek, Restauratieve Tandheelkunde en Orthodontie (PRO in Rotterdam) in samenwerking met de Klinieken voor PARO en ENDO. In december 2010 is hij door de EPA erkend als Prosthodontics, in december 2013 erkend als tandarts-MFP en in 2015 als Restauratief Tandarts NVVRT, waarvan hij mede-oprichter en erelid is. Sinds 1986 is hij actief als docent in het PostAcademisch Onderwijs in Nederland en voor het NiVVT in België.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Hans van Pelt tijdens het NWVT-congres Dahlen, wanneer en hoe?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Wie gelukkig is met zijn baan, voelt zich ook na werktijd beter

Wie gelukkig is met zijn baan, voelt zich ook na werktijd beter

Een groot deel van je leven breng je door op de werkvloer. Dat het werkklimaat van invloed is op de werkhouding, was al langer bekend. Maar beïnvloedt de tevredenheid over het werk ook het persoonlijk welbevinden? Duits onderzoek wijst uit dat dit zeker het geval is.

Samenhang werk-persoonlijk welbevinden

Een student toegepaste psychologie aan de Hochschule Fresenius in Duitsland heeft als afstudeeropdracht onderzoek gedaan naar de samenhang tussen werk en persoonlijk welbevinden. Hiertoe heeft hij ruim 200 personen ondervraagd in de leeftijd van 18 tot 74 jaar. In zijn onderzoek heeft hij ook de variabelen inkomen, leeftijd, opleidingsniveau en geslacht verwerkt.

Blij tijdens het werk, dan na werktijd ook

Uit het onderzoek kwam een duidelijke relatie tussen tevredenheid over het werk en welbevinden naar voren. Als iemand zijn werk leuk vindt, voelt hij zich ook na werktijd beter. Dit is het geval als het werk als zinnig en interessant ervaren wordt. Ook carrière- en opleidingsmogelijkheden spelen een grote rol. Daarnaast wordt het werkplezier bepaald door de collega’s, de bedrijfscultuur en erkenning door de leidinggevende. Inkomen en leeftijd konden niet in verband gebracht worden met het welbevinden. De uitkomsten waren voor vrouwen en mannen hetzelfde.

Ander onderzoek

De laatste jaren is er al meer onderzoek naar welbevinden gedaan. Universitair docent en psycholoog dr. Kathrin Schütz, die het onderzoek begeleidde, benadrukt dat er nog geen recept voor welbevinden voor individuele personen voorhanden is. Welbevinden wordt bepaald door veel interne en externe factoren, zoals de balans tussen werk en vrije tijd. Uit andere studies blijkt dat ook geld een belangrijkste factor is. Vervolgstudies zouden dit onderwerp verder kunnen uitdiepen.

Bron:
IDW

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Hoe kunt u komen tot regionale samenwerking?

Hoe kunt u komen tot regionale samenwerking?

Veel mondzorgprofessionals zouden graag interprofessioneel werken, maar weten niet hoe ze dit moeten realiseren. Regionale samenwerking kan leiden tot een kostenreductie voor de patiënt. Marc Bruijnzeels legde tijdens het congres MedischOndernemenLive uit welke stappen ondernomen moeten worden bij het aangaan van een regionale samenwerking.

Incidentele samenwerking

Zowel op het gebied van mondzorg als bij andere zorgprofessionals lopen er verschillende projecten op het gebied van samenwerking. Soms is er sprake van een incidentele samenwerking, waarbij structurele financiering ontbreekt. Als men niet alles onder een kapstok brengt, zal het nooit goed gaan verlopen. Zelfs als u samen in een verzamelgebouw zit, kunt u volledig langs elkaar heen werken.

Gesprekspartners

Voordat u een samenwerking aangaat, is het goed om uw ambitie vast te stellen. Wat wilt u precies bereiken? Over welke doelgroep heeft u het precies? Dit kunnen bijvoorbeeld ouderen zijn of juist kinderen. U moet zorgen dat u het over dezelfde doelgroep heeft als uw gesprekspartners.

Zorg dat u aan tafel komt met diegenen die u nodig heeft om verder te komen en leg open en eerlijk uw belangen uit. Vraag de ander, bijvoorbeeld een beroepsvereniging, gemeente of verzekering, naar zijn belangen. Laat zo nodig een externe dit exploreren. Vervolgens moet hieruit wederzijds vertrouwen ontstaan. Vorm een gezamenlijke ambitie door boven uw eigen belangen uit te stijgen.

Doelen stellen

U moet samen met uw gesprekspartners een en hetzelfde doel willen nastreven. Het formuleren van dit doel kost veel tijd, want het moet zo concreet mogelijk zijn voor iedereen. Omdat dit vaak niet snel concreet wordt, moet u er voor zorgen dat er bestuurders aan tafel zitten. Als koploper moet u besturen en niet alles zelf willen doen. U moet een prater zijn, iemand die vertrouwen op kan wekken. Mensen van de werkvloer hebben vaak de tijd niet om de doelen op te stellen, die willen de handen uit de mouwen steken. Zorg ervoor dat u deze mensen niet laat schieten in dit proces en informeer ze later over de gestelde doelen. De doelen moeten vervolgens SMART worden gemaakt.  Uiteraard krijgen ze hierbij nog gelegenheid om er op ‘te schieten’.

Lerend vermogen

Als koploper, de initiatiefnemer, wilt u mensen aan tafel met verbetercapaciteit. U wilt een club mensen met lerend vermogen, anders blijft u op hetzelfde niveau hangen terwijl uw doel juist vooruitstrevend is. Om met z’n allen te kunnen leren zijn feedbackloops een must. Monitor continu het proces en verbeter het waar het kan. Zorg voor een steady team, zodat er gebruik kan gemaakt worden van het lerend vermogen. Anders verdwijnt de opgedane kennis weer en moet opnieuw de relatie opgebouwd worden. Dus zorg ervoor dat de medewerkers tevreden blijven. De ambitie blijft hierbij altijd centraal staan. Denk eraan om duidelijk weer te geven wat uw uiteindelijke successen zijn en in hoeverre het doel is behaald. Dit is belangrijk voor uw geldschieters en motiveert bovendien om door te gaan.

Miniklinieken

Het kleinschalig verschuiven van consulten van de tweedelijns- naar de eerstelijnszorg leidt volgens de spreker niet tot een substantiële kostenreductie. De specialist van de tweedelijnszorg moet naar de locatie van de eerstelijnszorg gehaald worden. Zo ontstaan er miniklinieken waarbij alle (para)medici bij elkaar zitten en er snel van elkaars deskundigheid gebruik gemaakt kan worden. De schaal moet hierbij groot genoeg zijn. Alleen als er hiermee een grote populatie wordt bediend, levert het een interessante kostenreductie op. In grote steden kan dit gemakkelijker gerealiseerd worden dan op het platteland, omdat daar de afstanden dan groot worden.

Veranderende doelen

Gedurende het proces kunnen de doelen veranderen. Dat mag. Probeer niet hardnekkig aan doelen vast te houden als onderweg blijkt dat het bijvoorbeeld niet haalbaar is of als de omstandigheden zijn veranderd. U moet met elkaar flexibel durven te zijn. Hiervoor is weer die goede vertrouwensrelatie nodig.

Verzekeraar

De verzekeraar is een partner die u nodig heeft. De ruimte wordt echter juist ingeperkt door de kaders van de verzekeraar. Gelukkig komen er steeds meer geluiden vanuit de politiek dat die ruimte juist gegeven moet worden.

Boot

Heeft u de mensen bij elkaar gezet waarmee u echt verder wil? Ga dan echt in gesprek en wees duidelijk over wie u bent en wat u wilt. Kijk ook wie de ander is en wat hij wil. Zo werkt u aan een goede vertrouwensrelatie. Als laatste heeft de spreker nog een tip: ga op een boot zitten, want daar kan men niet vanaf!

 

Marc Bruijnzeels is associate professor bij Leiden University Medical Center & directeur van het Jan van Es Instituut, kenniscentrum voor de geïntegreerde eerstelijnszorg.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna van de lezing van Marc Bruijnzeels, tijdens het congres MedischOndernemen Live.

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Onderzoek in China heeft uitgewezen dat behandeling van parodontitis bij patiënten met een licht verhoogde bloeddruk kan leiden tot een aanzienlijke daling van de bloeddruk. Bij patiënten die een professionele gebitsreiniging ondergingen daalde de bloeddruk met tien punten.

Parodontale aandoeningen

Onderzoekers van het First Affiliated Hospital of Sun Yat-sen University in Guangzhou, China, hebben onder leiding van Jun Tao, PhD, als eerste het directe verband aangetoond tussen een parodontale behandeling en een bloeddrukverlaging. Dit kan van groot belang zijn voor patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Eerdere studies hadden wel al parodontale aandoeningen in verband gebracht met hart- en vaatziekten.

Lagere bloeddruk

Aan het onderzoek deden 107 volwassen Chinese patiënten mee. Alle patiënten hadden een licht verhoogde bloeddruk en matige tot ernstige parodontitis.

De patiënten werden opgesplitst in twee groepen. De ene groep kreeg vier weken lang een intensieve parodontale behandeling met professionele gebitsreiniging, antibiotica en indien nodig extracties. De controlegroep kreeg vier weken basale tandheelkundige zorg met instructies voor mondhygiëne.

Degenen met de intensieve parodontale behandeling vertoonden een maand na de behandeling een aanzienlijke lagere bloeddruk. Zes maanden na de behandeling was de bovendruk 13 punten lager en de onderdruk 10 punten lager dan bij de controlegroep.

Aanvullend onderzoek

De onderzoekers geven aan dat aanvullend onderzoek nodig is, waarbij patiënten met verschillende achtergronden betrokken worden. Desondanks is het gehouden onderzoek al belangrijk, omdat het een directe relatie aantoont tussen een parodontale behandeling en een verbeterde bloeddruk. Parodontale behandeling zou in combinatie met andere maatregelen om hartaandoeningen te voorkomen, waaronder lichaamsbeweging en gezonde voeding, de gezondheid van miljoenen mensen kunnen verbeteren.

Bron:
American Heart Association

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
In Australië meer dan de helft van de tandartsen vrouw

In Australië meer dan de helft van de tandartsen vrouw

In Australië is voor het eerst in de geschiedenis het aantal vrouwelijk tandartsen groter dan het aantal mannelijke tandartsen. In Nederland zijn de mannen nog in de meerderheid, maar dat zal niet lang meer duren.

Opmars

De vrouwelijke tandartsen zijn in Australië met een grote opmars bezig. In juni was 50,2 procent van het aantal tandartsen vrouw. De aantallen worden sinds 1901 bijgehouden door de Australische branchevereniging NSW. In dat jaar oefenden 20 vrouwen het beroep van tandarts uit. In 1966 waren het er 152 (6% van het totaal) en in 1992 1.274 (16%). De grootste stijging vond plaats na 2000: in negen jaar tijd nam het aantal vrouwelijke tandartsen toe met 89,5%! In 2009 was 33% van de tandartsen vrouw, in 2014 39% en in 2017 dus meer dan 50%.

Nederland

In Nederland is een vergelijkbare trend gaande. De mannelijke tandarts met eigen praktijk verandert in een vrouwelijke zzp’er die in deeltijd werkt. Nu is nog 60% van het totaal aantal tandartsen man, maar in de leeftijdscategorie onder de 39 jaar is al 59% vrouw.

Bronnen:
Australian Dental Association
Rabobank – cijfers en trends

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
KNMT doet mee aan project (Ont)regel de zorg voor verminderen regeldruk mondzorg

KNMT doet mee aan project (Ont)regel de zorg voor verminderen regeldruk mondzorg

De KNMT gaat de komende periode samen met haar achterban aan de slag om de administratieve lastendruk in de mondzorg terug te brengen. De beroepsvereniging doet dat door zich aan te sluiten bij het door de VvAA geïnitieerde project (Ont)regel de Zorg.

Administratieve lasten zijn een groeiend maatschappelijk probleem, zeker in de zorg. Het ministerie van VWS zet sterk in op het terugdringen van de administratieve lastendruk, samen met beroepsgroepen en andere belanghebbende organisaties. Afgelopen periode hebben verschillende beroepsgroepen laten zien dat het loont om met schrapsessies haalbare en concrete schrapacties te formuleren: de opbrengst van die schrapsessies hebben de basis gevormd voor het actieplan (Ont)Regel de Zorg dat het ministerie van VWS vorige week presenteerde en dat op 30 mei in de Tweede Kamer werd besproken.

Enquête administratieve handelingen mondzorg

Die aanpak brengt de KNMT nu ook naar de mondzorg. Via een enquête gaat de KNMT inzichtelijk maken hoeveel werktijd tandartsen besteden aan administratieve handelingen, welke handelingen zij als belastend ervaren en waarom en voor wie die handelingen worden uitgevoerd. Op basis van deze feiten wordt zo mogelijk een schrapagenda opgesteld met concrete acties.

Bron:
KNMT

Lees meer over: Management, Ondernemen, Thema A-Z, Werken met plezier
Festivalgangers verwaarlozen mondgezondheid

Festivalgangers verwaarlozen mondgezondheid

Uit een onderzoek in Groot-Brittannië bleek dat een op de tien festivalgangers gedurende het hele evenement zijn tanden niet poetst. Meer dan een derde van de aanwezigen poetst zijn tanden hooguit een keer per dag.

Schade op lange termijn

Het onderzoek werd uitgevoerd door de Oral Health Foundation en Polo Sugar Free.

“We weten allemaal dat we in de roes van een festival gemakkelijk dingen vergeten, maar onze mondgezondheid verwaarlozen is echt iets wat we moeten zien te voorkomen, want het kan leiden tot schade op de lange termijn,“ aldus CEO van de Oral Health Foundation, Dr Nigel Carter OBE.

“Daarbij komt dat de eetgewoonten op een festival verre van ideaal zijn met grote hoeveelheden zoet en zuur voedsel en drinken en alcohol. Omkijken naar hun mondgezondheid zou echt meer prioriteit moeten krijgen bij de festivalgangers. Je tanden maar een keer per dag poetsen kan de kans op het ontwikkelen van tandbederf met een derde vergroten.”

Tandenborstel als eerste gepakt

Toch is juist een tandenborstel een van de eerste dingen die festivalgangers pakken voor vertrek. Uit het onderzoek bleek dat 25,6% van de ondervraagden als eerste een tandenborstel pakken, voor deodorant (21,8% van de ondervraagden) en babydoekjes (17%).

“Het is goed om te zien dat mensen van plan zijn om aan hun mondgezondheid te denken door een tandenborstel mee te brengen, maar daadwerkelijk poetsen is nog belangrijker,” volgens Catherine Wragg van Polo Sugar Free.

“Je mondgezondheid verwaarlozen kan een groot probleem zijn en uitmonden in tandbederf, een slechte adem en zelfs, in ernstige gevallen, in tandverlies.”

“We moedigen alle festivalgangers aan om niet alleen een tandenborstel mee te nemen, maar ook hun tanden twee keer per dag twee minuten met fluoridetandpasta te poetsen en daarbij een suikervrij pepermuntje te nemen na het eten of drinken van iets.”

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Duitse artsen roepen regering op tot suikerbelasting

Duitse artsen roepen regering op tot suikerbelasting

Via een open brief roepen Duitse artsen hun regering op om een suikerbelasting in te stellen op gezoete frisdraken. Tevens vragen ze om minder reclame waar de verkoop van ongezonde voedingsmiddelen zich richt op kinderen.

Grote zorgen

De brief representeert ruim tweeduizend artsen in Duitsland. De toename in overgewicht en de mate waarin diabetes type 2 voorkomt zijn de voornaamste redenen voor het schrijven van de brief: de artsen maken zich grote zorgen.

Toeslag

Bondskanselier Angela Merkel en haar ministers worden daarom verzocht om een belasting op met suiker gezoete frisdranken te leggen. Onder andere Groot-Brittannië, België en Frankrijk handhaven deze toeslag al met succes of hebben plannen dit te doen.

Derde plek

De briefschrijvers halen aan dat de gemiddelde Duitser jaarlijks gemiddeld 84 liter gezoete dranken drinkt, waarmee Duitsland op de derde plek komt te staan in de lijst van Europese landen waar zulke dranken het meest worden genuttigd – na Nederland en België.

Onterechte boete

Ondanks deze hoge ranking lijkt Nederland voor nu nog niet mee te gaan in deze suikerbelasting. Volgens Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de VU, wordt een dergelijke wet in Nederland als betutteling gezien. “Er bestaan hier al verschillende projecten op scholen om het frisdrankgebruik te verminderen, maar wanneer het op een definitieve wet aankomt ziet de consument dit als een onterechte boete.”

Emeritus hoogleraar Martijn Katan ziet dit echter als een bonus. Met het drinken van minder fris besparen we niet alleen op zorgkosten, we sparen ook ons gebit. Dit is daarom juist voor iedereen voordelig. Of deze suikerbelasting ook daadwerkelijk in Nederland gaat worden doorgevoerd, blijft voorlopig echter nog de vraag.

 

Bron:
medischcontract.nl

 

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Energydranken veroorzaken crisis voor mondgezondheid

Energydranken veroorzaken crisis voor mondgezondheid

Het dagblad Daily Mirror, Britse parlementsleden, leraren, actievoerders onder beroemdheden – waaronder Jamie Oliver – en nu de British Dental Association roepen op tot een verbod op de verkoop van energydranken aan kinderen jonger dan 16 jaar in Engeland. Deze dranken dragen namelijk ernstig bij aan tandbederf bij kinderen, zo brengt de British Dental Association (BDA) naar buiten.

20 theelepels suiker

De campagne dringt er bij de Britse regering op aan om ‘suiker het nieuwe tabak te maken’. “Ze zijn verslavend, zeer zuur en staan gelijk aan 20 theelepels aan suiker – veel meer dan wat er in een blikje cola zit”, aldus BDA-voorzitter Mick Armstrong. “Tandbederf blijft de belangrijkste reden voor ziekenhuisopnamen bij kinderen en jongeren in het Verenigd Koninkrijk”.

Campagne

De Daily Mirror-campagne richt zich op het schadelijke effect dat energydranken hebben op de mondgezondheid, het gewicht en de concentratie van kinderen die nog op school zitten. Sinds de lancering van de campagne zijn veel winkeliers klanten gaan vragen naar ID voordat ze energydranken gaan kopen, maar dit is een vrijwillige regeling.

Verslaafd

Veel energydranken bevatten 160 mg cafeïne per 500 milliliter. Een 10-jarige moet hier niet meer dan 99 milligram per dag van innemen. “Deze dranken maken onze kinderen verslaafd. Sommigen laten het zelfs voor zich halen en drinken het de hele dag door. We moeten dit doen,” zei Jamie Oliver tegen de Daily Mirror.

Preventie & strategie

De BDA blijft druk uitoefenen op ministers om meer energie te besteden aan het verminderen van mondgezondheidsafwijkingen. Hierbij ligt de nadruk op preventie en een gezamenlijke mondgezondheidsstrategie.

 

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Wanneer is een drogemondonderzoek gewenst

Wanneer is een drogemondonderzoek gewenst?

Tijdens het periodiek mondonderzoek kan de mondzorgverlener eenvoudig nagaan of een aanvullend drogemondonderzoek is geïndiceerd. Verslag van de lezing van prof. dr. C. van Loveren tijdens het Ivoren Kruis congres.

De mondzorgverlener gaat over tot een drogemondonderzoek, of stuurt de patiënt in, wanneer er sprake is van;

  1. > 3 maanden droge mond klachten.
  2. Klinische symptomen
  3. Een oorzaak in de anamnese (i.c.m. 1 of 2)

Drogemondonderzoek

Een volledig drogemondonderzoek bestaat uit:

  1. Speekselmetingen
  2. Xerostomievragenlijst
  3. Voedingsanalyse met behulp van een voedingsdagboek

Speekselmetingen

Tijdens de speekselmetingen wordt gelet op de secretiesnelheid, zuurgraad en visco-elasticiteit (vloeibaarheid) van ongestimuleerd, kauwgestimuleerd en zuurgestimuleerd speeksel.

Het is van groot belang de metingen steeds op dezelfde wijze uit te voeren, en op het zelfde tijdstip van de dag. De patiënt mag 1,5 uur voor afname niet eten, drinken (kraanwater mag wel), roken of tandenpoetsen.

Bekijk voor exacte werkwijze van de speekselmeting de PDF van het Ivoren Kruis:
Ivoren Kruis Samenvatting Droge Mond LR

Xerostomievragenlijst

Er is een korte vragenlijst ontwikkeld met daarin opgenomen 5 stellingen, waarop de patiënt kan aangeven of hij hier nooit (1), soms (2), of altijd (3) last van heeft. De score die hieruit volgt, is een maat voor de ernst van de xerostomie. De vragenlijst is daarnaast ook bruikbaar om het verloop van de xerostomie te meten, en het effect van een eventuele ingestelde behandeling te beoordelen.

Bekijk de xerostomievragenlijst

PDF opnemen op website dental INFO (downloaden en dan toevoegen)

Voedingsdagboek

Om een nauwkeurig inzicht te krijgen van de innamefrequentie van eten en drinken en van het type voedsel dat wordt genuttigd, kan de mondzorgverlener de patiënt een week lang een voedingsdagboek laten bijhouden. Nadien kan de mondzorgverlener de voeding bespreken, en aangeven welke producten hoog cariogeen of hoog erosief zijn voor de patiënt.

Om met zijn tijd mee te gaan, kan de mondzorgverlener ook vragen aan de patiënt om gedurende een week van alle maaltijden en tussendoortjes een foto te maken met zijn smartphone.

Bekijk het voedingsdagboek:

Voedingsdagboek

Prof. dr. Cor van Loveren is bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde en voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis 

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Prof. dr. C. van Loveren, tijdens het congres “Bijzondere mond, bijzondere aandacht” van het Ivoren Kruis.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Tandarts

Tandartsentekort onderwerp bij NPO radio 1

Op NPO radio 1 is uitgebreid aandacht besteed aan een actueel onderwerp in de mondzorg: het tandartsentekort. In vijf korte afleveringen werd het onderwerp van verschillende kanten belicht en kwamen verschillende partijen aan het woord.

Radioprogramma

In Spraakmakers, een programma op NPO radio 1, kunnen luisteraars een verslaggever met een vraag op pad sturen. In vijf korte afleveringen probeert hij dan het antwoord op de vraag te vinden. In de week van 12 t/m 18 mei 2018 vroeg Henk van Soest (die in Spanje Spaanse tandartsen Nederlands leert): “Hoe lossen we het tandartsentekort in Nederland op?”. Verslaggever Maarten Bleumers ging op onderzoek uit.

Tandartsentekort

Is er echt sprake van een tandartsentekort? Volgens Wolter Brands, voorzitter van de KNMT, wel. Tandartsen stellen hun pensioen uit, omdat ze geen opvolger kunnen vinden. Dat probleem wordt met de vergrijzing alleen maar groter. Per jaar zijn er 300 tandartsen nodig en studeren er 240 af. Daar komt bij dat de nieuwe tandartsen steeds vaker parttime willen werken. Het tekort zou vooral geografische bepaald zijn en met name in de regio, bijvoorbeeld Zeeland, spelen.

Het ministerie van VWS laat weten dat er bij de inspecties geen signalen zijn dat er een tekort is.

Volgens Jan Willem Vaartjes van de ANT heeft het ministerie al in 2013 van de capaciteitscommissie het advies gekregen om het aantal opleidingsplaatsen voor tandartsen te verhogen met ruim 40 plaatsen, maar heeft daar niets mee gedaan.

Buitenlandse tandartsen

De verslaggever bekijkt als eerste de instroom van buitenlandse tandartsen in Nederland, die het tekort zou moeten oplossen. Een Spaanse tandarts die nu in Emmen werkt, vertelt dat voor hem de keuze gemakkelijk was. In Spanje zijn er te veel tandartsen en hier te weinig. In Spanje worden namelijk jaarlijks 1800 tandartsen opgeleid, terwijl er maar plaats is voor 800. De instroom van buitenlandse tandartsen stagneert echter: in 2016 stroomden er 263 in, in 2017 nog maar 131. Oorzaak hiervan zou de taaltoets kunnen zijn. Om in Nederland aan de slag te mogen, moet je hier eerst voor slagen. De wachttijden voor de examens van de taaltoets lopen echter op. Er zijn namelijk maar twee instituten die deze examens mogen afnemen: een voor mensen binnen de EU en een voor erbuiten.

Mondhygiënisten

Een van de mogelijke oplossingen voor het tandartsentekort waarover het komende jaar door de politiek besloten gaat worden, is het verruimen van het takenpakket van de mondhygiënisten. De patiënt zou hierdoor op meer plaatsen terecht kunnen. Mondhygiënisten mogen nu al in opdracht van een tandarts bepaalde handelingen verrichten zoals het maken van foto’s. Na de taakherschikking zouden ze dit ook op eigen initiatief mogen doen.

De ANT is tegenstander van de verzelfstandiging van mondhygiënisten en vindt dat zij zich bij preventie moeten houden. De NVM-mondhygiënisten vindt dat mondhygiënisten de extra taken wel aankunnen.

Het experiment van de taakherschikking begint echter pas in 2020 en er doen maar een paar honderd mondhygiënisten aan mee. Het experiment duurt vijf jaar, dus het probleem van het tekort wordt hier voorlopig niet mee opgelost.

Opleiding

Zowel KNMT als ANT is voorstander van het uitbreiden van het aantal opleidingsplekken. Nu zijn er jaarlijks zo’n 2000 aanmeldingen, terwijl er maar 240 studenten worden toegelaten.

Albert Feilzer, decaan van ACTA, vertelt echter dat het niet zo simpel ligt. Mondzorg voor volwassenen is niet meer verzekerd, waardoor deze steeds minder naar de tandarts gaan. Tandartsen worden nu opgeleid voor het geven van complexe behandelingen, die echter steeds minder gegeven worden. De mensen die ze nodig hebben, kunnen ze namelijk vaak niet betalen. Het wordt dus steeds lastiger om deze behandelingen te kunnen oefenen. Deze behandelingen zouden met aanzienlijke kortingen moeten worden aangeboden aan patiënten, zodat studenten in alles veel ervaring kunnen opdoen.

Rapport van minister

De verslaggever heeft aan het ministerie van VWS commentaar over het tandartsentekort gevraagd, maar dat verwijst naar een rapport dat binnenkort moet verschijnen. In februari heeft minister Bruins al gezegd dat er door een derde partij een capaciteitsonderzoek wordt uitgevoerd, waarvan het resultaat in het voorjaar wordt verwacht. Volgens Jan Willem Vaartjes blijkt uit de WOB-procedure die de ANT is begonnen, dat het rapport in januari al klaar was.

Henk van Gerwen, woordvoerder gezondheidszorg voor SP in de Tweede Kamer, bevestigt dit. Hij zit met smart te wachten op het antwoord van het ministerie op de vraag hoe zij het capaciteitsprobleem van tandartsen zien. Volgens het geruchtencircuit lag er in januari al een rapport, maar de inhoud van dat rapport zou het ministerie niet zijn bevallen. Daarom zou er een aanvullend onderzoek zijn gestart. Volgens de minister betreft het een conceptrapport, dat nog niet mag worden ingezien om onnodige maatschappelijke discussie te vermijden.

 

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z