Ivoclar Vivadent

Overname Kapanu AG door Ivoclar Vivadent

Ivoclar Vivadent AG (Liechtenstein) gaat met de overname van het Zwitserse opstartbedrijf Kapanu AG samenwerken aan de ontwikkeling van innovatieve tandheelkundige toepassingen.

Kapanu AG
Kapanu AG is een start-up en spin-off bedrijf van ETH Zürich. Het bedrijf is opgericht in 2015 en bestaat uit een team van wetenschappers en ontwikkelaars, die zich specialiseren in het produceren van geavanceerde software voor de dentale industrie. De twee bedrijven zullen samenwerken om innovatieve tandheelkundige applicaties te ontwikkelen, die real-life processen koppelen met de digitale wereld. Het hoofddoel is om te bepalen hoe “Augmented Reality” moet worden gebruikt om tandheelkundige diagnostiek, casusanalyse en behandelingstherapieën te vergemakkelijken.

Ivoclar Vivadent
Ivoclar Vivadent, met hoofdkantoor in Schaan, Liechtenstein, is een toonaangevende internationale fabrikant en leverancier van innovatieve materiaalsystemen voor hoogwaardige tandheelkundige toepassingen. Het bedrijfssucces is gebaseerd op een uitgebreide portfolio van producten en systemen, R&D en een duidelijke focus op het gebied van training en educatie. Het bedrijf heeft dochterondernemingen in 25 landen en meer dan 3.500 werknemers wereldwijd.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Chief dental officers

Nieuwe website van FDI over activiteiten Chief Dental Officers

De FDI lanceerde onlangs een nieuw onderdeel op haar website voor de Chief Dental Officers (CDO) / Dental Public Health (DPH).

Op de pagina vindt u informatie over de activiteiten van de CDO/DPH: rapporten, voorbereidingen voor het FDI World Dental Congress en namen van de leden van de vijf executive board leden – waaronder uit Nederland Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist. Ook bevat de pagina een lijst met de CDO’s van de verschillende landen, waarop Paul Boom voor Nederland genoemd is.

Jaarlijks FDI-congres
Het FDI congres wordt dit jaar van 29 augustus – 1 september in Madrid gehouden.

Lees meer over: Markttrends, Samenwerken, Thema A-Z
interprofessioneel samenwerken

Interprofessioneel samenwerken, hoe gaat dat in zijn werk?

Bij patiënten met een ernstige ziekte zijn vaak veel verschillende zorgverleners betrokken uit verschillende disciplines en organisaties. Het is in het belang van de patiënt dat al deze zorgverleners hun zorg op elkaar afstemmen en samenwerken. De tandarts en mondhygiënist hebben er vanuit hun professionaliteit belang bij zich te mengen in het team rondom de patiënt.

Op het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht (HU) over ‘De interprofessionele mondhygiënist’ besprak dr. Liesbeth Haverkort – diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU – hoe de verschillende zorgverleners rondom een patiënt interprofessioneel kunnen samenwerken.

Praktijkvoorbeeld
Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt getoond met hoeveel zorgverleners een patiënt te maken kan krijgen. In het voorbeeld gaat het om een 53-jarige man, die al vijf jaar lijdt aan Chronische Lymfatische Leukemie (CLL). Hij heeft al diverse curatieve behandelingen ondergaan, zoals chemotherapie (CHOP-kuren) en experimentele immunotherapie (voorloper Ibrutinib). Hij komt in aanmerking voor een allogene stamceltransplantatie (van een donor), maar daarvoor krijgt hij eerst drie R-DHAP-kuren.

Veel betrokken zorgverleners
Deze patiënt komt zeer veel zorgverleners tegen gedurende zijn ziekte. In de eerste fase van zijn ziekte uiteraard de huisarts, die hem verwijst naar de hematoloog, waarna hij ook bij de apotheker terechtkomt. Vrijwel direct worden ook de diëtist en de fysiotherapeut ingeschakeld. Daarna volgen de maatschappelijk werker en de medisch psycholoog.

Tijdens de R-DHAP-kuren kunnen veel bijwerkingen optreden. Bij deze patiënt trad reductie op van het gehoor, waardoor hij bij de KNO-arts belandde voor een consult. Tevens kreeg hij een candida-infectie in de mond en het maagdarmkanaal, waarvoor hij de dermatoloog moest bezoeken.

Na de kuren moest een verwante donor gezocht worden. De verpleegkundige informeerde de patiënt over de voorbereiding op de stamceltransplantatie. Hiervoor kreeg hij eerst nog een kuur: ATG, chemotherapie en radiotherapie.

Mondzorgverleners
Vanaf één week voor de stamceltransplantatie (SCT) kwamen de mondhygiënist en tandarts ook nog in beeld als zorgverleners, omdat de SCT ook gevolgen had voor de mondgezondheid van de patiënt, zoals:

  • droge mond;
  • veranderingen van het orale microbioom;
  • Herpes Simplex en Epstein-Barr-virus;
  • ulcera in de (niet-)gekeratiniseerde slijmvliezen;
  • aanwezigheid aantal gramnegatieve bacteriën;
  • associatie tussen bacteriëmie tijdens neuropene fase na SCT en een geïnfecteerd parodontium.

Niet iedereen krijgt dezelfde bijwerkingen na een SCT; er is een grote diversiteit aan problemen tussen de verschillende patiënten.

Zorg thuis
Bij thuiskomst komen er nog meer zorgverleners bij. De SCT is slechts het begin van een heel lang traject. Of iemand uit het ziekenhuis ontslagen kan worden en verpleegkundige zorg aan huis geïndiceerd is, hangt af van de mate waarin de patiënt voor zichzelf kan zorgen. Dit kan beoordeeld worden aan de hand van de volgende punten:

  • zelfredzaamheid;
  • conditie;
  • beroep kunnen doen op mantelzorg;
  • risico op ondervoeding/verwaarlozing, risicofactoren hierbij zijn:
    • mannelijk geslacht;
    • alleenwonend;
    • hogere leeftijd;
    • wonend in een instelling;
  • verpleegkundige thuiszorg:
    • monitoren voedingstoestand – beweegpatroon – mondzorg;
    • inzicht in woon- en leefsituatie;
    • zelfredzaamheid;
    • algehele conditie.

Shared decision making
Veel patiënten halen informatie over hun behandeling van internet. De zorgverlener kan helpen om hier de relevante informatie uit te halen. De patiënt is een klant geworden die centraal staat. Dat betekent in de praktijk:

  • Laat de patiënt het beleid mee bepalen.
  • Respecteer specifieke wensen en keuzes (= lifestyle).
  • Maak gebruik van zijn/haar deskundigheid.
  • Lever bruikbare en zinvolle informatie om te komen tot een optimaal beleid.
  • Houd rekening met het opleidingsniveau van de patiënt.

Interprofessioneel samenwerken in de praktijk
In zorg en welzijn zijn er heel wat initiatieven op het gebied van samenwerking tussen professionals zichtbaar. Hierbij formuleren de disciplines een gezamenlijk doel en hanteren een gemeenschappelijke taal die voor alle betrokkenen begrijpelijk is. Kwaliteit en perspectieven van de ander worden gezien als complementair en waardevol.

Voor interprofessioneel samenwerken is een interactieve inzet van de betrokken professionals nodig. Dit vraagt een hoog niveau van communicatie, wederzijdse planning, collectieve beslissingen en gedeelde verantwoordelijkheid. Interprofessioneel werken begint met de vraag: ‘Kennen wij elkaar? Hebben wij wel het juiste beeld van elkaar?’

Mondhygiënisten
Behandeling gebeurt in ziekenhuizen via een Diagnose Behandeling Combinatie (DBC), waarbij er geld beschikbaar is voor het gehele behandeltraject van alle zorgverleners. Voor mondhygiënisten en tandartsen is het belangrijk zich kenbaar te maken, zodat ook zij hieruit mee kunnen delen.

Haverkort richtte zich tot slot direct tot de mondhygiënisten: “Weten zij dan dat u belangrijk genoeg bent om het geld op te eisen? Als de dokter u niet kent, dan doet u niet mee in de verdeling. U moet uzelf in de markt zetten. Denk niet dat u achterover kunt leunen. Laat zien wat u kunt als u in zo’n team zit en toon dat u bereid bent om mee te werken.  Weet wat uw toegevoegde waarde is. Neem de houding aan waarin u uw toegevoegde waarde laat zien

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van dr. Liesbeth Haverkort, diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU, tijdens het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over ‘De interprofessionele mondhygiënist’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
faalangst

Hoe gaat u om met faalangst? Bij uzelf of uw stagiair

Iedereen heeft wel eens faalangst. Maar als het een grote vorm aanneemt, kan het prestaties behoorlijk in de weg staan. Hoe gaat u hiermee om? Hoe haalt u het beste uit uzelf én uw stagiair?

Wat is faalangst?
Faalangst doet zich voor bij bepaalde taken die u zichzelf stelt. U bent dan bang ergens in te mislukken. Zodra zo’n taak voorbij is, verdwijnt ook de faalangst. De angst keert echter weer terug wanneer u voor dezelfde taak staat. Onder faalangst wordt dus simpelweg verstaan: de angst om te falen. Dit is op zich niet negatief. Ieder mens is tot op zekere hoogte bang om te falen. Bij faalangst is er echter sprake van irrationele angst, die niet in verhouding staat tot de gestelde taak of opdracht.

Het belangrijkste en vaak ook het vervelendste is echter dat u door faalangst niet meer goed in staat bent helder na te denken: uw denkvermogen blokkeert. Dit zorgt ervoor dat de resultaten uitblijven of sterk tegenvallen. Normaal gesproken is het niet zo erg als iets een keer mislukt, maar naarmate het aantal mislukte pogingen toeneemt, groeit de faalangst. Daardoor wordt het telkens moeilijker dezelfde taak succesvol af te ronden.

Herkennen van faalangst
Als iemand last heeft van faalangst, gaat z’n hart sneller kloppen en neemt de bloed- en zuurstoftoevoer naar armen, handen, benen en voeten toe. Daardoor krijgt hij warme of koude handen en begint hij te zweten. Andere lichamelijke verschijnselen zijn verkramping van de maag, droge lippen en trillen of bibberen. Ook moet hij vaak nodig naar het toilet. De spanning verhoogt de ademhaling, wat kan leiden tot benauwdheid en in het uiterste geval verlies van bewustzijn door hyperventilatie. Bij extreme vormen van faalangst kan totale lichamelijke verkramping optreden.

Het beeld dat mensen hebben van een faalangstig persoon is een stil en schichtig figuur die onzekerheid uitstraalt. Iemand met opgetrokken schouders en gebogen hoofd. Ervaren faalangstigen bedenken echter vele manieren om hun onzekerheid te verbergen. Vaak schamen zij zich voor hun faalangst en weten ze dat zij als een zwakkeling worden gezien bij het tonen van onzeker gedrag. Het worden aangezien als zwakkeling voelt dan als falen.

Dont’s

We proberen anderen vaak te motiveren door goed bedoelde uitspraken. Maar vaak werkt dit averechts.

Doe je best
Iemand die deze opdracht krijgt, zal keihard gaan werken. Het resultaat doet er niet toe. En omdat het resultaat er niet toe doet, kun je voor jezelf ook niet nagaan of je slaagt of faalt. Wie altijd hard werkt, maar geen resultaat behaalt, heeft het gevoel te falen: nu heb ik hard gewerkt, maar waarvoor eigenlijk?

Doe me een plezier
Iemand die zakt/faalt na deze uitspraak, krijgt het gevoel dat hij niet meer aardig wordt gevonden.

Wees sterk
Mensen verbergen hun spanning bij deze opdracht. Ze zijn dan zo druk met het wegstoppen van emoties dat ze hun denkvermogen hieraan opofferen.

Schiet op
Eeuwige opschieters komen nergens aan toe; altijd zijn ze op weg naar het volgende. Plezier aan het afronden van een taak hebben ze dus niet.

Wees perfect
“Jammer van dat ene foutje”. Niemand is perfect, maar dit wordt dan wel van hen gevraagd. Bij dit soort uitspraken, faalt iemand voor z’n gevoel dus altijd. Een 9,8 is niet goed genoeg.

Do’s

• Laat iemand van zijn eigen fouten leren. Behoed niet voor fouten want dan wordt iemand onzeker en zal hij u altijd nodig hebben.

Laat zwak gedrag toe
Als u zwak gedrag accepteert van een ander, dan zal die ander zich gesterkt voelen om zichzelf te zijn. Er valt een last van zijn schouders af en hij kan weer verder. Maar blijf hier niet te veel aandacht aan schenken zodat diegene niet continu in een slachtofferrol blijft hangen.

Laat de faalangstige zijn gedachten omschrijven
Vraag of deze gedachten reëel zijn en of het helpende gedachten zijn.

Laat iemand zelf zijn fouten ontdekken
Dat er sprake is van falen vindt een faalangstige al erg. Maar als u deze ook nog ziet en benoemt voelt hij zich helemaal vreselijk. Laat de faalangstige de fouten bedenken op een rustige plek en tijdstip. Voer geen druk uit. Laat hem het even rustig opschrijven.

Geef goede feedback
Zonder veroordelingen of op de persoon gericht.

De truc
Maak onderscheid tussen ‘Ware’ en ‘Onware’ gedachten als sleutel. Ga als volgt te werk:

Stap 1
• Omschrijf de spannende gebeurtenis
• Ga na hoe ver van te voren u al spanningen voelt
• Neem het vroegste punt als startpunt
• Ga na hoe lang u na de gebeurtenis nog spanningen voelt
• Neem dit als eindpunt
• Deel het startpunt tot het eindpunt op in tussenstations

Stap 2
• Beschrijf hoe u zich voelt bij elk punt
• Beschrijf bij elk punt welke gedachten er zijn of waren

Stap 3
• Bepaal bij iedere gedachte of het een helpende of een niet-helpende is; wordt u er extra zenuwachtig van of is het een rustgevende gedachte? Helpt het uw doel te bereiken?
• Kloppen de niet-helpende gedachten echt?

Stap 4
• Vervang niet-helpende gedachten door helpende gedachten
• Herhaal deze helpende gedachten 100.000 keer per dag totdat u erin geloofd

Voorbeeld
Een student moet een praktijktoets afleggen en denkt hierbij het volgende:
• Ik zal wel weer zakken
• Want ik ga weer trillen
• En als ik tril dan kan ik niet toetsen
• Ze zullen me een watje vinden
• De docent schrijft, dus ik doe iets fout

Dit zijn allen niet-helpende gedachten die niet kloppen want:
• Je kunt niet weten of je zakt: je kunt niet in toekomst kijken
• Wie zegt dat je gaat trillen?
• Wie zegt dat je zal blijven trillen?
• Kan je weten wat een ander denkt?
• Wie zegt dat de docent de fouten opschrijft?

Om dit in te zien, heeft de student in het begin hulp nodig. Later kan hij dit zichzelf gaan bedenken.

Omzetten in helpende gedachten
• Ik kan niet van te voren weten of ik zak. Dat ik de vorige keer zakte wil niet zeggen dat ik nu ook zak. Ik heb namelijk goed geoefend en dat ging ook goed.
• Ik hoef helemaal niet te gaan trillen.
• Ik kan stoppen met trillen.
• Ik kan niet weten of ze me een watje vinden. En wat dan nog?
• Ik weet niet of de docent mijn fouten noteert, ze schrijft vast ook op wat ik goed doe.

Andere tips
• Pas ontspanningsoefeningen toe zoals:
– buikademhaling
– terugdenken aan een mooie plek of gebeurtenis
– Spannen en ontspannen van spieren
• Geniet van de dingen die goed gaan
• Benadruk als ‘coach’ de dingen die goed gaan

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Bron:
Overwin je faalangst, door Ard Nieuwenbroek en Jan Ruigrok
Therapiehulp.nl
Eigen ervaringen

 

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Strenger schoolbeleid suikerinname heeft positieve invloed op mondgezondheid kinderen

Strenger schoolbeleid suikerinname heeft positieve invloed op mondgezondheid kinderen

Een strak schoolbeleid voor suikerinname zorgt voor een betere mondgezondheid. Dit blijkt uit onderzoek uit Nieuw-Zeeland

Belang goede voeding
In Nieuw-Zeeland zijn er geen vastgestelde regels waar scholen zich aan moeten houden, al zijn er enkele scholen die zelf een voedingsbeleid hebben geïmplementeerd om betere gezondheid te promoten. Naar aanleiding van het beleid van de Yendarra School in Auckland hebben de onderzoekers het onderzoek gestart. Het beleid houdt in dat er alleen nog water wordt toegelaten toe als drank op de school en er ook gezorgd word voor gratis flesjes water voor de kinderen. Daarnaast worden ouderen ook gestimuleerd om gezonde lunches te bereiden voor hun kinderen.

De onderzoekers hebben de gegevens met betrekking tot de mondgezondheid van kinderen met de Yendarra School vergeleken met acht andere scholen. De scholen lagen allemaal in een gebied met lastige sociaal-economische omstandigheden, waar ongeveer 80% van de studenten van Pacifische etniciteit is. Door eerdere onderzoeken is bewezen dat kinderen uit deze bevolkingsgroep een hogere ratio cariës hebben. In totaal hebben de onderzoekers de gegevens van meer dan 3.800 kinderen bestudeerd uit de leeftijdsgroep acht tot elf jaar.

Resultaten
Ondanks kleine verschillen in demografische gegevens werd er toch een groot significant verschil gevonden in gemiddeld aanwezigheid cariës, dit was ruim 15% lager bij kinderen van de Yendarra school vergeleken met de studenten van de andere scholen. Daarbij lag het aantal tandextracties bij de kinderen van de Yendarra school ook een stuk lager. De onderzoekers concludeerden dat het voedingsbeleid van de Yendarra School jaarlijks twintig tanden met cariës kan voorkomen. Bij elke drie kinderen zou één tand met cariës voorkomen kunnen worden. Als meerdere scholen dit voorbeeld zouden volgen zou dit dus zeker van positieve invloed zijn op de mondgezondheid van kinderen. De onderzoekers voegden daar nog aan toe dat dit ook aanzienlijk kan schelen in kosten die jaarlijks gemaakt worden aan behandelingen voor cariës.

Bron:
Wiley Online Library

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
cariës

Genetische afwijkingen verhogen kans op cariës

Het slecht poetsen van de tanden is niet de enige oorzaak van cariës. Wetenschappers van de Universiteit van Zürich kwamen vonden bijvoorbeeld uit dat ook gemuteerde genen hier een rol bij kunnen spelen.

Glazuur
Tandartsen en moleculaire biologen hebben aangetoond dat muizen met veranderingen bij bepaalde eiwitten een slechter gebit hadden. Ze vonden uit dat een bepaald gencluster medeverantwoordelijk is voor de vorming van glazuur, wat van invloed is op de ontwikkeling van tandbederf.

Verbeteren van mondgezondheid
Thimios Mitsiadis, hoogleraar Orale Biologie: “We hebben aangetoond dat tandbederf niet alleen is gerelateerd aan bacteriën, maar ook aan de weerstand van de tand. Dankzij nieuw ontwikkelde producten kan de invloed van gendefecten op tandglazuur worden verminderd, waardoor de mondgezondheid aanzienlijk kan worden verbeterd.”

Bron:
Focus.de

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
oud-patiënt

Hoe krijgt u een oud-patiënt weer terug in uw praktijk?

Om ervoor te zorgen dat oud-patiënten weer een bezoek komen brengen aan uw praktijk, kunt u een zogenoemd reactiveringsprogramma gebruiken om de patiënten weer te ‘activeren’. Lees de tips.

Reactiveringsprogramma

Twee belangrijke stappen moeten worden genomen om een ​​patiënt weer te activeren:

  • Stuur de patiënt een brief of e-mail
  • Follow-up met een telefoontje

Lijsten
Voor de uitvoering van dit programma kan een medewerker worden toegewezen die de volgende taken op zich neemt:

  1. Een lijst genereren van patiënten die een jaar of langer niet meer zijn langs geweest. Patiënten die zijn verhuisd of overleden worden niet in deze lijst opgenomen.
  2. Deze patiënten een brief schrijven in herkenbare huisstijl voor een professionele uitstraling. U kunt ook een e-mail sturen. Let er in dit geval op dat de e-mailadressen nog juist.

Follow-up
Hoewel u natuurlijk hoopt dat er een reactie komt op de brief, is een follow-up telefoontje eigenlijk belangrijker. Het is van belang dat de persoon die de patiënten gaat opbellen uitstekend kan communiceren. Voor deze telefoongesprekken kan een script en/of handleiding worden gebruikt.

Categoriseren
Daarnaast kunt u de inactieve patiëntendossiers indelen in de volgende categorieën:

  • Categorie A: Niet voor een behandeling langs geweest in de afgelopen 12-18 maanden.
  • Categorie B: Niet voor een behandeling langsgeweest in de afgelopen 18-24 maanden.
  • Categorie C: Al meer dan twee jaar niet langs geweest voor een behandeling.
  • Categorie D: Wel contact mee gehad in het afgelopen jaar, maar is niet langs geweest voor een behandeling.

De groep patiënten die in de afgelopen 12 tot 18 maanden niet zijn langs geweest moet als eerste worden opgebeld om bijvoorbeeld een controle in te plannen. Geadviseerd wordt om in de late namiddag of vroege avonduren te bellen omdat de meeste mensen dan bereikbaar zijn.

Statistieken bijhouden
Het is belangrijk om de volgende statistieken bij te houden om het reactiveringsprogramma goed te kunnen monitoren:

  • Aantal oproepen
  • Aantal gemaakte afspraken
  • Aantal gemaakte afspraken die worden nagekomen

Beltips

  • Neem eerst het patiëntendossier door voordat u opbelt.
  • Laat tijdens het gesprek zien dat de praktijk het welzijn van de patiënt hoog in het vaandel heeft staan.
  • Degene die de gesprekken voert moet assertief zijn. Sommige patiënten komen liever niet omdat ze angstig zijn voor de tandarts. Dan moet de beller bereid zijn om de patiënt te helpen deze barrières te overwinnen.

Patiënten die geen afspraak maken
Als het niet lukt om een afspraak te maken met de patiënt, kan het dossier worden doorgegeven aan de tandarts die vervolgens de patiënt opbelt. De patiënt kan dan nogmaals geïnformeerd worden waarom een regelmatig tandartsbezoek belangrijk is. Ook kan het zijn dat de patiënt een negatieve ervaring heeft gehad in uw praktijk. U kunt via het gesprek erachter komen wat precies de reden was. Als u hierover in gesprek gaat, is de kans groot dat er uiteindelijk toch een afspraak wordt gemaakt.

De auteur van het artikel, Kevin Tighe, is een managing partner bij Cambridge Dental Consultants in Amerika.

Bron:
Dr Bicuspid.com

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Thema A-Z
Zuid-Afrika

Stichting Nieuwe Steen ook dit jaar weer in Zuid-Afrika voor gratis tandheelkundige kliniek

Wegens groot succes de afgelopen jaren zal Stichting Nieuwe Steen dit jaar weer gratis tandheelkundige klinieken opzetten in verschillende plaatsen in Zuid-Afrika.

Het project is opgestart door tandarts Joshua. Samen met vrijwilligers reist hij jaarlijks naar plekken in Zuid-Afrika om gratis mondzorg te verlenen. De kliniek is speciaal voor kansarmen in de gemeenschap van Saldanhabaai en omringende streken. Tandheelkunde is in dit gebied voor velen onbetaalbaar en daarnaast is er de capaciteit niet om alle mensen te behandelen. Vorig jaar heeft de stichting dan ook maar liefst 1670 patiënten behandeld in de klinieken, in totaal werden er wel 4040 extracties uitgevoerd. Mensen vanuit de hele omgeving kwamen bij de kliniek langs. In de periode van 7 tot en met 19 augustus zullen er dit jaar opnieuw op zes plaatsen klinieken worden gevestigd. Iedere patiënt krijgt na een bezoekje ook een mondzorg pakketje mee met daarin tandenborstels, tandpasta en informatie over mondgezondheid. Daarnaast wordt er voor eten en drinken gezorgd.

Het team van vorig jaar

Patiënten in de wachtkamer

Stichting nieuwe steen 3

Hotdogs voor de patiënten

Stichting nieuwe steen 4

Tandartsen in actie

Bron:
Stichting Nieuwe Steen

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
mond

Mondkankergevallen zal naar verwachting stijgen

Het aantal gevallen van kanker in de mond en keelholte bij mannen zal naar verwachting in 2017 toenemen tot meer dan 35.000 in de Verenigde Staten. Volgens het rapport over kankersterfte gepubliceerd door de American Cancer Society (ACS) zullen 7.000 mannen uiteindelijk overlijden aan deze vormen van kanker in 2017.

Stijging
Kanker van de mond- of keelholte is een van de kankersoorten die het snelst toeneemt bij mannen. Bij vrouwen is de verwachte stijging lager. De auteurs verwachten iets minder dan 14.000 nieuwe gevallen in 2017 en minder dan 3.000 doden.

Daling sterftecijfer
De ACS schat dat er in totaal 1,7 miljoen nieuwe kankergevallen en 601.000 sterfgevallen zullen zijn in de Verenigde Staten. De sterftecijfers voor mannen en vrouwen zullen wel dalen met ongeveer 1,5%. Volgens de ACS is de daling te verklaren omdat minder mensen roken en kanker tegenwoordig eerder ontdekt wordt.

Bron:
Wiley.com

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Stress

Stress bij tandartsen: oorzaak en aanpak

Vier op de tien tandartsen in het Verenigd Koninkrijk ervaren veel stress. Dat blijkt uit een survey die door de British Dental Association (BDA) is uitgevoerd. Tim Newton, hoogleraar psychologie, en Brid Herdon, tandarts en coach, leggen uit hoe stress bij tandartsen ontstaat en wat men er aan kan doen om de stress te verminderen.

Factoren
Professionals willen graag dingen zo snel mogelijk veranderen om de stress in hun professionele leven te verminderen. Maar men moet zich ervan bewust zijn dat het vooral heel belangrijk is om te achterhalen wat de oorzaak is. Stress ontstaat wanneer we bijvoorbeeld te hoge eisen stellen, of redelijke eisen stellen maar bepaalde factoren ontbreken (bijvoorbeeld capaciteit, vaardigheden, uitrusting, personeel, energie, geld) om hieraan te voldoen.

Langdurige stress
Korte perioden van onevenwichtigheid (acute stress) zoals defect apparatuur of teveel patiënten op een dag is in principe te overzien. Maar aanhoudende stress kan ontevredenheid en angst veroorzaken. Omdat dit over langere tijd uitstrekt, wordt de stress op een gegeven moment gezien als ‘normaal’. Vandaar dat we vaak niet meer door hebben dat we gestresst zijn. Echter blijkt uit onderzoek dat tussen de 8% en 16% van de mensen werkzaam in de tandheelkunde stress ervaart die mogelijk schadelijk is voor hun gezondheid. 18% heeft ook last van burnoutklachten.

Oorzaak
Maar wat is de oorzaak? Tandartsen ervaren vaak een financiële druk en ook een tandheelkundige behandeling vereist een hoge mate van concentratie dat tot stress kan leiden. Daarnaast kunnen tijdsdruk, gebrek aan waardering van patiënten en het grote aantal patiënten bepalende factoren zijn.

Aanpak
Als tandarts kunt u uw stress aanpakken door voor uzelf na te gaan wat de oorzaak is van de spanning die u ervaart. Het uitzoeken van de oorzaak is zeer belangrijk om de benodige stappen te maken om er iets aan te gaan doen.

Tim Newton is hoogleraar psychologie, toegepast op de tandheelkunde. Hij heeft al meerdere artikelen gepubliceerd over de oorzaak van stress en burn-outs bij tandartsen en heeft interventies ontworpen om de stress te verminderen.

Brid Hendron is een gekwalificeerde tandarts en communicatie coach. Brid biedt op maat gemaakte training voor professionals in de gezondheidszorg om de prestaties te optimaliseren en stress te verminderen. Ze is een gekwalificeerd NLP trainer en biedt een-op-één coaching voor alle tandheelkundige professionals.

Bron:
nature.com

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
hoofd- hals

Intekenrichtlijnen voor voorkomen weefselschade bestraling hoofd en hals

Charlotte Brouwer, klinisch fysicus, heeft nieuwe intekenrichtlijnen ontworpen om weefselschade in het gebied rondom de hoofd en hals nog beter te kunnen voorkomen in geval van bestraling. Deze richtlijnen beschrijven de anatomische grenzen van de organen die het meest regelmatig bijwerkingen veroorzaken. Brouwer promoveerde met ‘Geometric variability of organs at risk in head and neck radiotherapy’ in Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen.

Internationale erkenning
De richtlijnen zijn inmiddels goedgekeurd en erkend door internationale hoofd-hals-kankerorganisaties. Uniforme richtlijnen helpen bij het consistent gebruiken van voorspelmodellen, het creëren van een beter behandelplan voor de patiënt en voor het toepassen van een lagere dosis straling op kwetsbare organen, aldus Brouwer.

Radiotherapie
Een belangrijk gedeelte bij het behandeling van een hoofd-halskankerpatiënt is radiotherapie. Een bijwerking die hier vaak uit voort komt is xerostomie, wat een beschadiging van de speekselklier betekent, dat een droge mond veroorzaakt. Dit komt voor bij wel 40% van de patiënten en beïnvloedt eetlust en de manier van spreken en slapen op een negatieve manier.

Normal Tissue Complication Probability-modellen
Eerdere voorspelmodellen, genaamd normal tissue complication probability (NTCP) zijn niet algemeen toepasbaar aangezien verschillende zintekenrichtlijnen worden gebruikt door verschillende ziekenhuizen. De nieuwe intekenrichtlijnen zijn van groot belang voor het ontwikkelen van breder toepasbare NTCP modellen. UMCG heeft KWF afgelopen jaar een subsidie gegeven om hier aan te werken, om zo uit eindelijk voor elke patiënt een zo goed mogelijke behandeling te kunnen faciliteren.

Proefschrift
In haar proefschrift brengt Brouwer de grootte en effect in kaart van verschillen in intekening en anatomie om zo de variaties te verkleinen en de gevolgen te beperken. Een belangrijke bijdrage met haar proefschrift is het ontwerp van internationaal gedragen consensus-intekenrichtlijnen Ook stelt ze een methode voor waarbij patiënten worden geselecteerd met grote verschillen in bestralingshoeveelheden op de speekselklier.

Charlotte Brouwer (1983) studeerde Biomedical Engineering aan de universiteit van Twente, en werd vervolgens opgeleid tot klinisch fysicus in het UMCG, waar ze nog steeds werkt. Ze deed haar onderzoek binnen onderzoeksinstituut CRCG van het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Bron: RUG

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
samenwerken

Wanneer roddelen bemoeienis vraagt

“Dat wij over haar roddelen, heeft zij aan zichzelf te danken.” Collega’s zijn het roerend met elkaar eens. De betreffende collega gedraagt zich dusdanig dat er kwaadsprekerij is ontstaan.

Stoom afblazen
“We willen weleens stoom af kunnen blazen als het weer zo ver is”. En ook die stelling vindt bijval. Tenslotte kan gedrag zo frustrerend zijn, dat het te zwaar is om daar zelf mee rond te blijven lopen. Zo kan een aanhoudend probleem roddel veroorzaken.

Rechtstreeks
Wanneer er onderlinge irritatie is, is het belangrijk om dat rechtstreeks te bespreken. Tenslotte is dat het meest direct en het heeft bovendien de meeste kans op oplossing van het probleem en eventuele aanpassing van het gedrag.

Aanspreken op gedrag
Als medewerkers elkaar aanspreken op gedrag, leidt dat helaas niet altijd tot het gewenste effect. Omdat het nog altijd moeilijk is om feedback te geven, en ook om te ontvangen. Met als gevolg dat de goed bedoelde pogingen om het probleem op te lossen, mislopen. Ook kan het zijn dat de kritiek die wordt gegeven, niet veranderd kan of wil worden door de feedback-ontvanger.

Nadelige neveneffecten
De functie van roddelen wordt dan: stoom afblazen. Het kan heerlijk zijn om even je hart te luchten. Dat ‘even je hart luchten’ heeft echter wel een hoge prijs omdat er een mega kans is op nadelige neveneffecten:

  • Een onveilig klimaat omdat u weet: morgen kan er achter mijn rug kwaad gesproken worden.
  • Ongelijkwaardigheid: kwaad spreken over een ander, drukt de ander neer en maakt daardoor roddelaar(s) (ogenschijnlijk) groter: ‘wij zijn beter’.
  • Onwaarheden: roddel verspreidt zich als een lopend vuurtje, waarbij allerlei vertroebelingen ontstaan. Meestal niet in het voordeel van degenen waarover gesproken wordt. Het negatieve beeld wordt daardoor versterkt.
  • Ongenuanceerdheid: Roddel is per definitie eenzijdig: de ander kan niet reageren. Dat versterkt de negativiteit.
  • Uitsluiting: de betreffende persoon wordt buitengesloten.

Goed werkklimaat
Praktijkeigenaren vinden het belangrijk dat medewerkers elkaar aanspreken en zelfstandig zorgen voor een goed werkklimaat. Terecht, want van volwassen mensen mag u een volwassen stijl van communiceren verwachten.

Waarom lukt dat soms dan niet?
Soms kúnnen medewerkers het probleem niet oplossen. Bijvoorbeeld omdat ze communicatieve vaardigheden missen. Of omdat het probleem zo groot is dat het niet op medewerkers niveau opgelost kan worden.

Neiging tot roddelen kan worden gevoed wanneer de cirkel van invloed te klein is. Het bespreken van het probleem heeft geen zin (gehad) en andere oplossingen liggen niet binnen het bereik. Zo ontstaat er onmacht die er zo nu en dan uit moet. Bijvoorbeeld middels roddelen. Ook andere uitingsvormen zijn mogelijk zoals negeren, intimideren, verzuimen en ‘de kantjes er vanaf lopen’.

Soms is interventie door de praktijkeigenaar noodzakelijk omdat uw cirkel van invloed groter is.

Merkt u geroddel?
Blijf stimuleren dat medewerkers met elkaar het probleem oplossen. Lukt dat niet, bemoeit u zich er dan vooral wel mee. Bijvoorbeeld door het gesprek te begeleiden en/of door maatregelen te treffen waardoor het probleem wordt aangepakt en opgelost.

Door: Gerrie Vogels, geregistreerd arbeids- en organisatiedeskundige en systemisch coach, ondersteunt bij de ontwikkeling van mens en organisatie.

 

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
gesprekken

Tips voor alledaagse gesprekken

Of u nou een gemakkelijke prater bent of wel eens moeite heeft met babbelen over koetjes en kalfjes, met deze tips navigeert u zich met minimale inspanning door elk gesprek met uw patiënt.

Dagelijks wordt er van u in allerlei situaties verwacht dat u communiceert met anderen. Dit kunnen collega’s zijn, familie, vrienden of patiënten. Een goede communicatie met uw patiënten kan zorgen voor een succesvolle relatie met uw patiënten.

6 tips

Benader het gesprek nonchalant
Wanneer we van tevoren bedenken wat we willen bereiken in een gesprek zal dit de loop van het gesprek eerder belemmeren dan bevorderen. Het kan belangrijk zijn om doelen te hebben, maar in communicatie is het belangrijk te letten op wat er op het moment plaatsvindt.

Aanwezig zijn in het gesprek
Het lijkt wellicht voor de hand liggend, bij een gesprek bent u uiteraard fysiek aanwezig. Maar let u erop dat ook uw gedachten bij het gesprek zijn en dat u dit laat merken. Door inhoudelijk en op het juiste moment op het gesprek te reageren in plaats van een automatisch antwoord te geven, vergroot u het vertrouwen dat uw gesprekspartner in u heeft.

Geen aannames doen
Vooroordelen werken beperkend. Wanneer u een bepaalde houding aanneemt ten opzichte van iemand is het voor die persoon lastig dit oordeel te doorbreken. Het beste kunt u vragen stellen als u iets onduidelijk is en iets zeggen wanneer u vindt dat er iets gezegd moet worden. Haal deze twee niet door elkaar, door bijvoorbeeld een vraag als stelling te positioneren. Hierdoor legt u de ander woorden in de mond en dit kan zorgen voor een beperking in de communicatie.

Luister naar de ander
U kunt vast een situatie bedenken waarin iemand u iets vraagt en hij of zij vervolgens eigenlijk niet luistert naar uw reactie. Hij of zij haakt in op het gesprek met eigen ervaringen en heeft eigenlijk geen woord gehoord van wat uw ervaring is. Daadwerkelijk naar uw gesprekspartner luisteren kan een verrijking voor het gesprek zijn.

Positiviteit loont
Er zijn verschillende manieren om een bepaalde boodschap over te brengen en hier geldt: vriendelijkheid en positiviteit brengen u een heel eind. Door simpelweg uw mededeling positief te formuleren zorgt u voor een vriendelijkere uitstraling. Zeg bijvoorbeeld ‘onze praktijk is tot 4 uur voor u geopend’, in plaats van ‘wij sluiten om 4 uur’. De boodschap is hetzelfde, maar het gevoel is geheel anders.

Begin altijd vriendelijk
Een gesprek moet ergens beginnen en volgens ervaren speeddaters kan het erg lonend zijn om te beginnen met een compliment. Hierdoor creëert u een positieve basis omdat iedereen nu eenmaal graag iets positiefs hoort.

Door deze tips toe te passen in uw dagelijkse gesprekken zullen deze gesprekken gemakkelijker verlopen. En dit kan u uiteindelijk een hoop energie opleveren.

Bron:
ZWP online

 

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Recessies bij tanden of implantaten

Recessiebedekking in het front: hoe gaat u te werk?

Recessies komen veelvuldig voor en kunnen allerlei problemen geven. Een recessie is letterlijk een verplaatsing van de marginale gingiva in apicale richting ten opzichte van de glazuurcementgrens waarbij het worteloppervlak bloot komt te liggen. Dit wordt primair veroorzaakt door het verdwijnen of niet aanwezig zijn van een marginale botlamel, ook wel alveolaire botrecessie genoemd.

Verslag van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course.

Hoofdoorzaken recessie

Een gingivarecessie kan optreden door trauma of door bacteriële oorzaken. Bij trauma kan gedacht worden aan te hard poetsen, onjuist flossen of verkeerd gebruik van overige interdentale reinigingshulpmiddelen. Daarnaast kunnen ook mondgewoonten of de aanwezigheid van een orale piercing een rol spelen. Iatrogene schade in de vorm van te diep prepareren, verkeerd gebruik van een elektrotoom of slecht passend kroon- en brugwerk kan eveneens leiden tot verplaatsing van de marginale gingiva. Speciale aandacht zal verderop besteed worden aan orthodontische krachten en welke gevolgen deze kunnen hebben.

Door marginale plaque ophoping en tandsteenvorming zal de gingiva ter plaatste uiteindelijk naar apicaal kunnen migreren, dit als gevolg van een plaatselijk ontstekingsproces. Daarnaast kan een apicaal aanwezige ontsteking leiden tot verlies van botniveau, soms zelf over de gehele lengte van de apex met als gevolg een forse recessie.

Predisponerende factoren
Naast directe oorzaken zijn er in de literatuur een aantal predisponerende factoren beschreven. Patiënten die een dun gingiva morphotype hebben, in combinatie met een van de eerder beschreven directe oorzaken, hebben een grotere kans op gingivarecessies. Andere predisponerende factoren zijn malposities van gebitselementen, wortelprominentie, een frenulum ter plaatse van een recessie of een endodontische perforatie.

Klachten patiënt bij recessies

Esthetisch
De meest voorkomende klachten van patiënten zijn van esthetische aard. Mensen storen zich vooral aan a-symetrisch tandvlees en een verkleurde wortel die door de recessie zichtbaar is.

Dentinegevoeligheid

Naast klachten van esthetische aard, wordt dentinegevoeligheid veelvuldig genoemd. Dit wordt veroorzaakt door het blootliggen van de dentine tubuli en kan voor patiënten een grote invloed hebben op het dagelijks functioneren. Daarnaast kan uit tandheelkundig oogpunt de voorkeur uitgaan naar recessiebedekking ter preventie van abrasie of wortelcariës om te voorkomen dat aanwezige recessies zullen verergeren.

Overgaan tot behandeling

In de praktijk worden verschillende chirurgische methoden gebruikt om recessies te bedekken. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van een bindweefseltransplantaat. Recessies bedekken met composiet geeft vaak een compromisuitkomst. Een goed, langdurig, esthetisch en functioneel resultaat valt echter enkel met soft tissue bedekking te realiseren.

Orthodontisch veroorzaakte recessies

Recessies als gevolg van een orthodontische behandeling komen relatief veel voor. Gebitselementen worden bij orthodontische behandelingen vaak buiten de tandboog geplaatst, voorbij de labiale/buccale botlamel. Hierdoor kan het worteloppervlak bloot komen te liggen met een recessie als gevolg. Tegenwoordig kan met behulp van een CBCT-scan de situatie veel beter in kaart gebracht worden.

De meest voorkomende recessies veroorzaakt door orthodontische malpositie komen het meest frequent voor in het onderfront.

Voordat een chirurgische recessiebedekking bij een element dat in een malpositie staat uitgevoerd gaat worden, is het raadzaam om het element in de juiste positie terug te plaatsen. Dit om de voorspelbaarheid van de chirurgische ingreep te vergroten.

Verschillende soorten transplantaten

Een transplantaat waarbij het eigen weefsel van de patiënt wordt gebruikt, wordt bij voorkeur vanuit het gehemelte geoogst. Dit wordt een autoloog transplantaat genoemd.

Indien autoloog transplantaatweefsel niet geoogst kan worden, omdat de patiënt dit niet wil of omdat er sprak is van een te dun type palatumweefsel, kan gebruik gemaakt worden van vervangend materiaal. In verband met weefselreactie en esthetiek is het autologe transplantaat nog steeds de gouden standaard.

Autologe transplantaten
Bij het autologe transplantaat kan onderscheid gemaakt worden tussen:

1. Het vrije bindweefsteltransplantaat. Hierbij wordt zowel epitheel bindweefsel als vetweefsel meegenomen. Over het algemeen wordt dit gebruikt om een tandvleesverdikking na te streven.

2. Het subepitheliaal bindweefsel transplantaat
Dit wordt gebruikt bij recessiebedekking en wordt aangebracht onder een coronaal verplaatste flap of bij een tunnelingtechniek. Dit transplantaat is dus zonder epitheel.

Haakon Kuit, tandarts-implantoloog en werkzaam als docent aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Bart Beekmans, tandarts-implantoloog en oprichter – eigenaar van het Amsterdams Centrum voor Cosmetische Tandheelkunde.

Verslag door Lise Marie Timmerhuis, voor dental INFO, van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course, een 10-daagse cursus waarin verschillende tandheelkundige onderwerpen met betrekking tot het front aan bod komen, gegeven door vijf professionals op het gebied van implantologie, parodontologie, endodontologie en restauratieve tandheelkunde.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
teamwork

Het belang van reflectie – individueel en in team

Zelfreflectie is van groot belang voor zorgverleners die veel zelfstandig werken. Zo bleek uit de lezing van Thalita Smit.

Zelfreflectie en feedback
Zorgverleners die veel zelfstandig werken krijgen vaak weinig tot geen directe feedback van collega’s, terwijl dit wel van groot belang is voor het ontwikkelen van jezelf. In teams is het goed om dit te doen door evaluatie sessies waarbij kwetsbaarheden worden besproken wat betreft werkzaamheden.

Vertrouwen in het team
Tijdens de lezing kreeg Smit meerdere malen de vraag gesteld hoe er meer vertrouwen in een team kan worden ingebracht, aangezien kwetsbaar opstellen vaak pas gebeurt op het moment dat de teamleden elkaar vertrouwen. Want ook al zou je denken dat binnen de zorgverlening iedereen altijd voor een ander klaar staat, waardoor dit ook binnen teams snel het geval zou zijn, blijkt uit verschillende onderzoeken dat dit lang niet altijd het geval is.

Reflectie versus evaluatie
Reflectie:

  • Omschrijf de situatie en omgeving
  • Onderzoek je eigen gedrag
  • Stel jezelf vragen over je eigen vaardigheden
  • Achterhaal je motivatie of overtuigingen
  • Sta stil bij je identiteit
  • Is er oog voor je dieperliggende drijfveren

Reflectie is een individueel proces. Zet jezelf centraal en ga je eigen doen en laten na in een werksituatie. Het is lastig om dit goed uit te voeren zonder jezelf te hard te beoordelen, maar het is wel heel belangrijk.

Evaluatie:

  • Beoordeel de resultaten van je acties
  • Kijk welke eventuele storende factoren een rol hebben gespeeld
  • Trek conclusies voor de werkwijze in soortgelijke situaties

Bij evalueren beoordeel je de resultaten van je handelen en trek je conclusies wat een volgende keer beter anders zou kunnen. Evalueren gebeurt vaak in groepsverband, in dit geval binnen je team. Door elkaar feedback te geven en je kennis en kunde met elkaar te delen kun je tijdens een evaluatie meer de diepte in. Kwetsbaar opstellen leidt ertoe dat collega’s met een bepaalde ervaring of kennis het hele team kunnen helpen om te verbeteren. Dit kan heel waardevol zijn op het moment dat iedereen actief aan deze discussie deelneemt.

Benutten van alle kansen
Veel zorgverleners zijn onvoldoende in staat om elkaar op de juiste wijze feedback te geven, terwijl dit wel van groot belang is voor vertrouwen binnen het team. Volgens Smit is dit een van de grote problemen binnen zorgorganisaties: iedereen laat teveel kansen liggen. Zo kan meer duidelijkheid binnen een team bijvoorbeeld binnen de kortste keren productiviteit omhoog brengen. Zo ben je onmiddellijk af van valse aannames en nutteloze besteding van energie.

Positieve verandering door feedback
Mensen staan erom bekend meer te denken dan daadwerkelijk uit te spreken. Wanneer je samen ergens voor staat zal je elkaar moeten aanspreken op dingen die goed gaan – het compliment – en op de punten die verbetering op kunnen leveren – de feedback. De wijze waarop je elkaar aanspreekt is allesbepalend voor een goed verloop en vertrouwen. Feedback is te allen tijden bedoeld om positieve veranderingen teweeg te brengen. Wees dus niet zo bang om kritische zaken aan te stippen binnen het team – dit zou nooit bedoeld moeten zijn om te kwetsen, maar slechts om te verbeteren.

Valse bescheidenheid
Als je ergens goed in bent, mag dat rustig benoemd worden – teamleden kunnen hiervan leren. Zorgverleners hebben vaak last van ‘valse bescheidenheid’ en zijn niet in staat om van zichzelf te zeggen dat ze goed werk leveren of ergens goed in zijn. Tegelijkertijd verwachten ze wel dat anderen dit zien en hier hun waardering over uitspreken.

Verschillende types mens
Ook is het zinvol om binnen je team te weten met welk ‘type’ mens je te maken hebt. Ben je dominant, subdominant, introvert of juist extravert? Wanneer je weet met welk type je te maken hebt kun je meer begrip opbrengen voor de manier van reageren en handelen, wat elkaar aanspreken een stuk makkelijker maakt.

Bespreek en groei!
Wat Smit betreft, begint samenwerken en elkaar vertrouwen bij elkaar aanspreken, je kwetsbaar durven opstellen, en de bereidheid om je autonomie deels op te geven en openstaan voor meningen en ideeën van anderen. Elkaar kritisch aanspreken is lastig maar zeer belangrijk voor het werkplezier en het vermogen om doelstellingen te behalen.

Verslag van de lezing van Thalita Smit, van Smit en Cornelder Bedrijfstrainingen. Dit bedrijf ontwikkelt het commercieel vermogen van niet-commerciële mensen in de paramedische- en zorgsector. Wil jij in een halve dag leren hoe je team is samengesteld en leren hoe je elkaar op een positieve wijze feedback geeft? Vraag informatie aan via info@smitencornelder.nl

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
kanaalanatomie

Beoordeling kanaalanatomie in vitale en avitale elementen

Verslag van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouman, beiden tandarts-endodontoloog, over het belang van een goede beoordeling van de kanaalanatomie in vitale en avitale elementen bij endodontologie.

 

 

 

 

 

 

 

Bij een endodontische behandeling moet worden voldaan aan de volgende punten:

  • Benodigde infectiepreventie
  • Genoeg informatie over de anatomie en lengte
  • Anesthesie?
  • Voorbehandelen: onvoldoende restauratie verwijderen, cariës verwijderen, eventueel knobbels verlagen, restaureerbaarheid inschatten
  • Rubberdam aanbrengen voor de veiligheid en het voorkomen van contaminatie
  • Goede endodontische opening
  • Spanningsvrije en overzichtelijke toegang creëren
  • Werklengte bepalen
  • Vormgeven van het wortelkanaalstelsel zodat reinigen en vullen mogelijk is
  • Irrigatie van het wortelkanaalstelsel
  • Drogen
  • Vullen
  • Röntgenologische controle van de wortelkanaalvulling
  • Vaststellen van de controletermijn

Gebruik van DETI-checklist
Gebruik van een DETI-checklist, maakt een endodontische behandeling voorspelbaarder. Je weet beter waar je aan begint.

Complexe endodontische behandelingen zijn meer tijdrovend en lastiger. Nieuw omschreven verrichtingen zijn gekoppeld aan de DETI. De DETI is een korte checklist toepast op het element. Als er geen complexiteiten zijn, dan is het een DETI A. Is de behandeling complex dan is het een DETI B. Als u complicaties verwacht waardoor de behandeling minder voorspelbaar is, dan gebruikt u de CEB scorelijst.

DETI   A
B > CEB score

Er worden 3 categorieën onderscheiden die van invloed kunnen zijn op de behandeling:

  1. Patiënt gebonden factoren: beeldvorming, anatomie
  2. Element gebonden factoren: anatomie, iatrogene schade
  3. Additionele factoren

Na gebruik van de DETI checklist komt er een plan uit. Deze kunnen worden onderverdeeld in:

  • Plan 1: normale moeilijkheidsgraad
  • Plan 2: beetje lastig
  • Plan 3: heel erg lastig

Dit is geen richtlijn. Het kan wel helpen om problemen makkelijker te benaderen. Complicaties kunnen niet altijd voorkomen worden, maar helpen er alert op te zijn of eventueel de patiënt op tijd in te sturen. U kunt altijd afwijken van een richtlijn als die er is, zolang de onderbouwing goed is en is het goed wordt gecommuniceerd met de patiënt.

Wat weten we over de endodontische behandeling?
Hoe vaak de anatomische variaties voorkomen en in welke elementen bij voorkeur.

  • Dat de etiologie van de pathologie altijd gelijk is.
  • Dat het slagingspercentage van een wortelkanaalbehandeling beduidend hoger is bij vitale, niet geïnfecteerde wortelkanalen, ongeacht de anatomie.
  • Dat een behandeling een meer voorspelbaar resultaat heeft bij een systematische aanpak.
  • Dat een complexe anatomie de wortelkanaalbehandeling tijdrovender maakt.

Bij gebruik richtlijn: wat weten we niet?

  • Is het slagingspercentage bij een lastige anatomie lager?
  • Treedt er meer iatrogene schade optreedt op bij een lastige anatomie?
  • Dien je af te wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een lastige anatomie te maken hebt?

Bijverschijnselen en complicaties bij de wortelkanaalbehandeling

  • Pijn, beschadiging van omliggende weke delen weefsel en osteonecrose
    Extrusie van calciumhydroxide, gebruik van paraformaldehyde, doorpersen van natriumhypochloriet.
  • Beschadiging van de nervus alveolaris inferior of de sinus maxillaris
    Extrusie van GP of sealer (met name formaldehyde bevattende of formaldehyde afgevende sealers).
  • Allergische reacties

  • Opvlamming van de ontsteking
    Opvlamming na endodontische behandeling.
    Verspreiding van bacteriën en microben via de bloedbaan.
  • Iatrogeen gewijzigde kanaalconfiguratie
    Verstopping
    Ledgevorming
    Apicale transportatie/apicale overinstrumentarium
    Perforatie
    Instrumentatiebreuk

Wat zijn risicopatiënten in de endodontologie?

  • Medisch gecompromitteerde patiënten met een verminderde afweer (niet ingestelde diabetes, immunodeficiëntie, chemotherapie)
  • Patiënten met aangeboren of verworven cardiale aandoeningen (met name eerder doorgemaakte infectieuze endocarditis en patiënten met een kunsthartklep) 

Complicaties tijdens de behandeling

  • Bij een vitaal element is het soms beter om een afgebroken vijl laten zitten in plaats van deze te verwijderen. Soms moet er gekozen worden uit weefsel opofferen (wel vijl verwijderen) of afvullen (vijl laten zitten). De aanwezigheid van een vijl in geïnfecteerd gebied geeft ook een sterk verkleinde kans van slaging van de behandeling. Daarom is het belangrijk de afweging te maken of de vijl is afgebroken in een schoon kanaal of een volledig geïnfecteerd kanaal. Dit moet worden meegenomen bij de behandelkeuze.
  • De mesiale kanalen in de ondermolaren zijn lastiger te prepareren met roterend instrumentarium. Daarom is het soms beter om het met handvijlen te prepareren. Het mesiobuccale kanaal in de onderkaak is het meest gevoelig voor vijlbreuk.
  • Kanaalantomie heeft grote invloed op breuk van een vijl. Ook metaalmoeheid kan een rol spelen.
  • Op basis van wetenschappelijke literatuur kan niet worden vastgesteld of een achtergebleven fragment van een afgebroken instrument tot een lager succespercentage leidt.
  • De belangrijkste factor voor het succespercentage is de aanwezigheid van een peri-apicale radiolucentie.

Wat doen bij een gefractureerde vijl?

  • Als u de vijl kunt bypassen dan kunt u het beste de kanaalbehandeling voltooien, dus niet trachten het fragment te verwijderen.
  • Als u de vijl niet kunt bypassen en het deel bevindt zich in apicale 1/3 dan is het verwijderen meestal niet mogelijk zonder beschadiging van de wortel.
  • Als  de vijl zich in het coronale deel bevindt en er geen rechte, spanningsvrije toegang mogelijk is, dan is verwijdering niet haalbaar. Is er wel spanningsvrije toegang mogelijk dan moet verwijdering van het fragment worden overwogen en moet er een kosten/batenanalyse gemaakt worden.

Wat weten we over de endodontische behandeling?

  • Dat iatrogene schade het slagingspercentage negatief beïnvloedt.
  • Welke factoren bijdragen aan het optreden van iatrogene schade.
  • Dat een behandelingen een voorspelbaarder resultaat heeft bij een systemische aanpak.
  • Dat ook hierbij de eerste kans de beste kans is.

Wat weten we niet over de endodontische behandeling?

  • Is de overleving lager?
  • Hoe vaak treden de verschillende complicaties op?
  • Dien je af te willen wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een iatrogeen gewijzigde anatomie te maken hebt?

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voert zij sinds 1999 een verwijspraktijk voor endodontologie.

Aukje Bouwman studeerde in februari 2000 af aan de universiteit van Nijmegen. Daarna werkte zij in een algemene praktijk en vervulde diverse waarnemingen. Van 2002 tot 2005 volgde ze de MSc opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA. Sinds het afronden van de opleiding werkt zij als tandarts-docent op de afdeling Preventieve en Curatieve tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen, vooral op het gebied van de endodontologie. Daarnaast is zij parttime werkzaam in haar verwijspraktijk voor endodontologie te Nijmegen.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouwman tijdens het NVvE Congres De Endo-Richtlijn.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis
slijpen instrumenten

Tips voor het slijpen van instrumenten

Het tandheelkundig instrumentarium bevat een aantal instrumenten waarvan het werkzame deel uit een werkblad met één of meerdere snijranden bestaat. Tijdens het instrumenteren worden deze snijranden bot. Hier volgen enkele tips voor het slijpen van het instrumentarium.

 

 

 

 

 

 

 

  1. Behandel uw instrumenten regelmatig. Anders zult u uiteindelijk veel tijd moeten besteden aan het scherp maken van de snijranden.
  2. Gebruik een geautomatiseerde slijper of een slijpsteen. Iedereen heeft zo zijn voorkeur en het een is niet beter dan het andere. Het is aan te raden om met beide ervaring op te doen. Er bestaan verschillende soorten stenen, maar meestal wordt enkel de arkansis steen gebruikt. De cilindrische steen is voor het faciale vlak.
  3. Indien u slijpt met de hand, gebruik dan een stabiele steunpunt en de juiste hoek voor een goed eindresultaat. Eindig ook altijd met een neerwaartse slag. Zet enkel druk op de steen bij de neerwaartse beweging bij het handmatig slijpen.
  4. Houd de steen goed schoon. De steen kan huishoudelijk gereinigd worden en eventueel daarna in de thermodesinfector. Het is echter verstandig om de steen enkel op schone instrumenten te gebruiken.
  5. Vergeet niet om olie op de steen te gebruiken.
  6. Volg een cursus om bekend te raken met de benodigde materialen en de techniek van het slijpen. Of schakel hulp in van iemand die veel kennis heeft van het slijpen van instrumenten.
  7. Overweeg om het slijpwerk uit te besteden aan een hierin gespecialiseerd bedrijf.
  8. Creëer een handleiding als meerdere mondhygiënisten of tandartsassistenten de instrumenten verscherpen. Zo wordt de procedure gestandaardiseerd en de levensduur van de instrumenten verlengd.
  9. Spreek vooral met elkaar goed af wanneer er wordt geslepen en ga er niet vanuit dat uw collega dat wel doet.
  10. Kennis van de vorm van de instrumenten is zeer belangrijk anders is een instrument binnen no time versleten.
  11. Blijf oefenen.
  12. Vervang een slijpsteen tijdig, want deze kan slijten en dan wordt het vlak anders geslepen dan u wilt. Het werkeinde vervormt dan.

Bronnen:
dentistryiq.com
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Anekdote uit

Anekdote uit de praktijk: Trillende koffers

Een patiënt vertelde me laatst dat ze bij haar laatste verre reis een behoorlijk tijdje moest wachten voordat ze de douane door was. De vrouw voor haar werd aan een uitgebreid onderzoek onderworpen aangezien haar koffer trilde. Heel verdacht.

Het gebied rondom de douane was volledig afgezet met rood-wit lint, waarbinnen de koffer met veel heisa publiekelijk werd geopend. Wat bleek? Haar sonische tandenborstel was per ongeluk aangegaan.

Inzending van Lieneke Steverink Jorna, mondhygiënist

Heeft u ook een bijzondere, leuke, ontroerende of verrassende anekdote uit de praktijk voor plaatsing op dental INFO? 
Stuur ons een e-mail

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
NZa wachttijden kaakchirurgie

NZa rapport: wachttijden kaakchirurgie lopen op

De gemiddelde wachttijd voor kaakchirurgie is sinds 2014 toegenomen met 43%. In 2016 bedroeg de gemiddelde wachttijd 3,5 weken versus 2,5  in 2014 en 3,0 in 2015. Dit blijkt uit het rapport dat de NZa publiceerde over wachttijden in de zorg.

Regionale verschillen
Landelijk gezien is de gemiddelde wachttijd voor kaakchirugie onder de Treeknorm, de afgesproken wachttijdnorm. Regionaal zijn er wel verschillen: in Friesland, West-Brabant, Oost-Nederland en het zuiden van de Randstand werd de Treeknorm in het laatste kwartaal van 2016 wel overschreden.

In Zeeland geldt voor veel patiënten dat zij extra reistijd hebben voor een kaakchirurgische behandeling. De wachttijden vielen in Zeeland in 2016 wel onder de Treeknorm.

 

NZa-wachttijden kaakchirurgie

Nuancering
De analyse van de NZa omvat alleen gegevens over ziekenhuizen die kaakchirurgie aanbieden. ZBC’s (Zelfstandige handelcentra) zijn hierin niet opgenomen. Niet alle ZBC’s tonen volgens de NZa de wachttijd op hun website. De ZBC’s die wel de wachttijd publiceren zijn meestal onder de Treeknorm. De NZa ziet dit wel als een nuancering bij de conclusie.

Oorzaken
Volgens ziekenhuizen vragen consumenten naar kaakchirurgiebehandelingen in het ziekenhuis terwijl ook ZBC’s deze behandeling kunnen doen. Daarnaast kopen zorgverzekeraars niet altijd voldoende zorg in, zeggen de ziekenhuizen. Ook zijn er tijdelijke redenen voor een langere wachttijd, zoals ziekte en verloop.

Volgens de NZa blijkt dat er een verschuiving is van de zorg binnen de kaakchirurgie. Zo nemen ZBC’s de eenvoudigere zorg over van ziekenhuizen en nemen ziekenhuizen de complexe kaakchirurgie voor hun rekening.

Bron:
NZa Rapport Wachttijden medisch specialistische zorg

 

 

Lees meer over: Chirurgie, Thema A-Z
Hands-free mondhygiëne apparaat: de ORALITE

Ontwerper ontwikkelt hands-free mondhygiëne apparaat

Productontwerper Olga Schikurski heeft een bijzonder apparaat ontwikkeld: de ORALITE is handsfree waardoor ook mensen met beperkte mobiliteit hun mondhygiëne op peil kunnen houden.

Proefschrift
Olga heeft eerst onderzoek gedaan naar de huidige mogelijkheden voor mondhygiëne bij mensen met beperkte mobiliteit. Voor mensen met een functiestoornis is het vaak niet mogelijk om een reguliere of elektrische tandenborstel te gebruiken. Zij zijn dan afhankelijk van de hulp van derden, waarbij een goede reiniging ook niet gegarandeerd is omdat er vaak geen tijd is. Dit is volgens Olga een serieus probleem omdat de mondgezondheid ook invloed heeft op de algehele gezondheid.

Voor haar proefschrift heeft Olga het probleem aangenomen. Zij wilde met name ervoor zorgen dat deze mensen ook een optimale reiniging van de mond kunnen realiseren en hier ook onafhankelijk in kunnen zijn. Het apparaat dat ze heeft ontwikkeld is uniek omdat het juist gebruikt kan worden door mensen die minder controle hebben over hun handen en/of armen.

Speciale technologie
Het apparaat bestaat uit een kopstuk wat in de mond geplaatst kan worden, de reiniging kan dan automatisch van start gaan. Het apparaat maakt gebruik van een speciale technologie genaamd APDT. Eerst wordt de mond gespoeld met een speciale vloeistof waarna de tanden bestraald worden met rood licht (APDT), met de laatste spoeling wordt de resterende plaque weggespoeld. Het mondstuk wordt individueel ontwikkeld aan de hand van een afdruk van het gebit. Er kunnen verschillende mondstukken op het apparaat worden aangesloten waardoor er door meerdere mensen gebruik gemaakt kan worden van het apparaat.

Toekomst
Met haar prototype heeft Olga de Lucky Strike Junior Designer Award gewonnen en is ook ze op de tweede plaats gekomen bij de Hessischen Staatsprijs. Momenteel is ze op zoek naar partners of een team om het design verder te ontwikkelen en de technologie te realiseren zodat het product de markt opgebracht kan worden.

Bron:
James Dyson Award

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z