Behandeling parodontitis helpt controleren van bloedglucose bij patiënten met diabetes type 2

Behandeling parodontitis helpt controleren van bloedglucose bij patiënten met diabetes type 2

Het behandelen van tandvleesaandoeningen helpt met het controleren van bloedglucose bij patiënten met diabetes type 2 en vermindert de kans op complicaties. Dit bleek uit een studie die onlangs werd gepubliceerd in The Lancet Diabetes & Endocrinology. De studie concludeert dat diabetespatiënten vaker tandvleescontroles en behandelingen zouden moeten ondergaan.

Minder ontstekingen en lager bloedsuiker na behandeling

In het Britse onderzoek kregen 264 patiënten met diabetes type 2 en parodontitis of een intensieve parodontale behandeling, of gedurende een jaar elke drie maanden een sessie waarbij het gebit werd geschaald en gepolijst. De resultaten toonden aan dat de intensieve behandeling het bloedglucose niveau gemiddeld met 0,6 procent verminderde, wat gelijk staat aan het innemen van een tweede bloedsuikerverlagend medicijn. Hiernaast daalde ook de kans op chronische ontstekingen. Beiden kunnen oorzaken zijn van hart-, vaat- en nierziektes.

Professor Lior Shapira, woordvoerder van de Europese Federatie van Parodontologie (EFP): “De resultaten geven aan dat intensieve parodontitis behandelingen mensen met diabetes type 2 kunnen helpen om hun aandoening te controleren, en om complicaties die aan diabetes zijn verwant, zoals hartziektes, beroertes en nierproblemen, te voorkomen.”

Link tussen parodontitis en diabetes

Parodontitis wordt veroorzaakt door een verzameling van bacteriën rondom de tanden, die een ontsteking veroorzaken. Naar mate het probleem verder vordert kan deze ontstekingen leiden tot het verlies van tanden en afbraak van het kaakbot. Er is een tweezijdige relatie tussen parodontitis en diabetes type 2: mensen met parodontitis hebben 20 – 30 procent meer kans op diabetes, en mensen met diabetes hebben drie keer zoveel kans op parodontitis.

Bron:
The Lancet
Euroean Federation of Periodontology

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Vroege detectie van parodontitis door sensor in de mond

Vroege detectie van parodontitis door sensor in de mond

Speekselmarkers en gingivale creviculaire vloeistoffen spelen een belangrijke rol in de moderne parodontale diagnostiek. Om hier nog beter gebruik van te kunnen maken werken Amerikaanse onderzoekers momenteel aan een sensor die de bijbehorende waarden automatisch kan verzenden.

Detectie tandvleesontsteking door biomarkers

Nog voordat een tandvleesontsteking kan worden vastgesteld met behulp van bijvoorbeeld röntgenfoto’s kan deze al worden gedetecteerd door biomarkers. Met name speeksel en gingivale creviculaire vloeistoffen lijken hiervoor goede indicatoren.

Elektronische chip in mond

Onderzoekers van de Washington University School of Medicine in St. Louis en de School of Engineering & Applied Science besloten daarom om deze aanpak verder te ontwikkelen en een manier te zoeken om de testen te automatiseren. Ze deden dit door een elektronische chip van slechts een aantal millimeters groot te ontwikkelen, die bijvoorbeeld kan worden bevestigd aan een beugel of kan worden gebruikt in de ruimte bij het tandvlees.

Toegang tot informatie op elk moment

De sensor bevat biodetectie-elementen die peptideniveaus kunnen opvangen, om deze vervolgens uit te lezen via een radioverbinding en beschikbaar te maken in de cloud. Op deze manier zou de behandelende tandarts op elk moment toegang kunnen hebben naar de peptidenwaarde in de mond op dat moment zelf, zonder dat de patiënt hiervoor langs de arts hoeft te gaan.

Het project is nog te onontwikkeld om te kunnen zeggen of de sensor daadwerkelijk toegevoegde waarde kan bieden aan de patiënt en tandarts. Hier wordt momenteel hard aan gewerkt.

Bron:
Dentistrytoday.com

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z, Uncategorized

Gezond dieet zorgt voor significante vermindering gingivitis

Volgens een nieuwe studie, gepresenteerd tijdens Europerio9, kan slechts vier weken gezond eten gingivitis al significant verminderen. Uit eerder onderzoek bleek al dat voeding een groot effect kan hebben op tandvleesontsteking, zelfs zonder correlatie tussen tandplak en de ontsteking. Hoe dit precies in zijn werk gaat is echter onbekend. Dr Johan Wölber, van de afdeling operatieve tandheelkunde en parodontologie aan de universiteit van Freiburg, Duitsland, en zijn team wilden daarom verder onderzoeken hoe een voor de mondgezondheid optimaal dieet van invloed kan zijn op parodontale en systemische ontstekingen.

Onderzoeksopzet

Om dit te onderzoeken werd een willekeurig klinische proces gebruikt, waarbij een groep patiënten werd gevraagd om een speciaal dieet te volgen, arm in koolhydraten en proteïnen en rijk in omega 3, vitamine c en d, antioxidanten, plantaardige nitraten en vezels. De controlegroep veranderde het eetpatroon niet, en at een typisch westers dieet, rijk in koolhydraten en verzadigd vet, met weinig micronutriënten. Beide groepen werd gevraagd om gedurende de studie niet tussen hun tanden schoon te maken. Na vier weken werd er gekeken naar klinische parodontale parameters en tekenen van ontsteking bij de gebitten van beide groepen.

Significant minder ontsteking

Dr Wölber: “We waren positief verrast toen we zagen dat al na vier weken, een gezond dieet substantiële positieve effecten heeft wat betreft het verminderen van de tandvleesontsteking. Bij 40 procent van de testgroep werd een significant verminderde ontsteking gevonden, wat niet het geval was bij de controle groep, ondanks het feit dat er niet tussen de tanden werd schoongemaakt. Het kan daarom worden geconcludeerd dat een optimaal dieet een positieve invloed heeft op vroege gingivitis.”

Dr Wölber heeft aangegeven te hopen om deze resultaten te kunnen valideren in een toekomstige grotere studie, over een langere periode. Ook hoopt hij dan een microbiome analyse uit te kunnen vieren om beter naar het tandplak te kijken.

Bronnen:

1) EuroPerio9 abstract PD019: The effect of an oral health optimised diet on periodontal and serological parameters. A randomized controlled trial. Johan Wölber. Session on Adjunctive Periodontal Therapies, 20 June 2018, at 15:45 CEST.

2) Woelber, J. et al. (2016). An oral health optimized diet can reduce gingival and periodontal inflammation in humans – a randomized controlled pilot study. BMC Oral Health. 17. 28. 10.1186/s12903-016-0257-1.

Een recordaantal van 10,232 parodontologen zijn 20 tot 23 juni samengekomen in Amsterdam voor EuroPerio9: het grootste congres ter wereld omtrent parodontale aandoeningen en dentale implantaten.
Deelnemers van 111 verschillende landen namen deel aan EuroPerio9. Vanuit Europa kwamen met name veel mensen uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Van buiten Europa namen met name veel Japanners, Brazilianen en Mexicanen deel aan het congres. 25 procent van de deelnemers kwam van buiten Europa en 40 procent was 35 jaar oud of jonger.
Het wetenschappelijke programma bevatte 1,720 abstracts die werden gepresenteerd tijdens onderzoek sessies. Hiernaast presenteerden 134 sprekers hun bevindingen tijdens 42 colleges en workshops. Hiernaast vonden er 308 poster presentaties plaats.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Antibiotica

Antibiotica resistentie onder patiënten met ernstige tandvleesaandoeningen neemt toe

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat antibiotica resistentie zorgwekkend snel toeneemt bij patiënten met ernstige parodontitis. Gezondheidsorganisaties waarschuwen voor een globale crisis van antimicrobiële resistentie. Door deze crisis komen de voordelen van antibiotica, en de miljoenen levens die dit medicijn heeft gered sinds het begin van de 20e eeuw, in gevaar.

“Antibiotica resistentie is van extreem groot belang voor de tandheelkunde, aangezien de proporties van medisch voorgeschreven antibiotica voor 8 – 11,3% voor tandheelkunde bedoeld zijn (Noorwegen, Canada en VS). In Duitsland ligt dit percentage op ongeveer 8,8 procent,” aldus hoofd auteur Dr Karin Jepsen van de afdeling tandheelkunde en orale medicatie parodontitis in Bonn, Duitsland.

Antibiotica en parodontale behandeling

Veel patiënten met parodontitis krijgen antibiotica voorgeschreven zonder te zijn getest op eerdere medicatie. Hierdoor wordt de kans op resistentie vergroot en verliest de antimicrobiële therapie zijn effect. Aangezien veel studies hebben aangetoond dat antibiotica de kans op het slagen van een parodontale behandeling vergroot, loopt ook dit resultaat hierdoor gevaar.

Verschillende parodontale pathogenen kunnen verschillen zien in niveau van resistentie. In deze studie werd daarom met name gekeken naar hoe vaak antibiotica resistentie voorkomt in verschillende samples van bacteriën. Hiervoor werden samples van ontstoken parodontale pockets van 7,804 Duitse patiënten geanalyseerd in een laboratorium, in de periode tussen 2008 en 2015. Geselecteerde pathogenen werden getest op gevoeligheid voor bepaalde antibiotica en werden geanalyseerd voor resistentie gedurende de hele periode.

Behandelen parodontitis

Uiteindelijk warden vier ‘hoofdbacteriën’ gevonden die resistent waren voor minstens een van de geteste antibiotica. Hiernaast toonden drie andere bacteriesoorten ook een verhoogde resistentie. Deze resultaten bevestigen dus de vraagtekens die bij het hoge antibioticagebruik bij parodontale behandelingen worden gezet. In de meeste gevallen kan parodontitis worden opgelost door conventional scaling, in combinatie met verhoogde hygiëne. Antibiotica zou daarom pas moeten worden ingezet op het moment dat hier echt geen andere oplossing voor is.

Bronnen: Antibiotica resistentie onder patiënten met ernstige tandvleesaandoeningen neemt toe

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Prestaties van topatleten negatief beïnvloed door gebitsproblemen

De oorzaak van aandoeningen in de mond onder sporters

Tijdens Europerio werd bekend dat een nieuwe studie heeft aangetoond dat een groot deel van de topatleten last heeft van parodontale aandoeningen. Een derde van de topatleten geeft aan dat de staat van hun mondgezondheid hun prestaties negatief beïnvloedt.

Eerdere studies omtrent Olympische atleten en professionele voetballers in Engeland toonde al aan dat veel atleten een slechte mondgezondheid hebben, en dat dit kan worden gelinkt aan een zelf-gerapporteerde slechte invloed op het welzijn, trainen en prestaties.

De studie werd uitgevoerd voorafgaand aan de zomer olympische spelen in Rio de Janeiro in 2016, en bevatte 325 atleten van verschillende disciplines, waaronder atletiek, rugby en voetbal. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 25 (verschillend tussen de 18 en 29). 67 procent van de deelnemers waren mannen.

Slechts 1,1 procent van de deelnemers bleek een ‘uitstekende’ parodontale gezondheid te hebben.Hiernaast gaf 39 procent van de atleten aan last te hebben van bloedend tandvlees, een teken van ontsteking, bij het poetsen van de tanden.

Uit de eerdere onderzoeken bleek het volgende:

  • Olympische Spelen Londen in 2012, onderzoek onder 302 deelnemers:

  • Caries: 55%
  • Erosie: 45%
  • Gingivitis: 70%
  • Parodontitis: 15%

40% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid. 28% vond dat het hun levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 18% had hun mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

  • Engelse voetbalprofessionals in 2014, onderzoek onder 187 deelnemers:

  • Caries: 37%
  • Erosie: 53%
  • Gingivitis: 80%
  • Parodontitis: 5%

45% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid en 20% vond dat het de levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 7% van de deelnemers had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De cijfers van het nieuwe onderzoek, gepresenteerd tijdens Europerio zijn als volgt:

  • Caries: 49%
  • Erosie: 42%
  • Gingivitis: 77%
  • Parodontitis: 22%

Bij 32% had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De mondgezondheid van topsporters is slecht. Zij hebben beduidend meer mondaandoeningen dan gemiddeld over de hele populatie. Bovendien werd door de topsporters zelf aangegeven dat zij de impact van hun mondgezondheid merkten tijdens training of op sportresultaten.

Needleman: “Interessant is dat 97 procent van de atleten aangaf hun tanden gewoon tweemaal per dag te poetsen en 40 procent ook beweert de ruimtes tussen hun tanden dagelijks schoon te maken. Deze getallen zijn hoger dan de gemiddelden van de gehele Britse bevolking, maar toch hebben ze in grote maten last van gebitsproblemen.”

Een mogelijke reden hiervan zou het voedingspatroon van atleten kunnen zijn, aangezien deze vaak veel koolhydraten bevat, welke ontstekingen kunnen aanwakkeren. Daarnaast zou bij sporten zoals wielrennen en hardlopen de zware ademhaling een reden kunnen zijn, aangezien deze de mond droog maakt en ervoor zorgt dat speeksel minder goed zijn beschermende taken uit kan voeren.

Oorzaken slechtere mondgezondheid sporters

De slechtere mondgezondheid wordt veroorzaakt door factoren die pro-inflammatoir zijn en dysbiose veroorzaken. Door training ontstaat er een verminderde immuunrespons (uitputting). Ook is er vaak sprake van dehydratie en een droge mond. Het dieet van sporters bevat vaak sportdrank en energie suppletie. Maar ook sociale factoren spelen een rol zoals levensstijl, precontemplatie en priorisering, mate van toegang tot zorg en zorgkosten.

Wat betekent de mondconditie voor sporters op psycho-sociaal gebied?

49% merkt een psychosociale impact en 35% heeft moeilijkheden met eten en drinken.

15% heeft moeite om te relaxen (inclusief slapen).

17% schaamt zich voor het uiterlijk van het gebit. Hierdoor hebben zij moeite met de tanden bloot te lachen.

Dus sociale factoren beïnvloeden de mondgezondheid en de mondgezondheid beïnvloedt sociale factoren. Het werkt dus beide kanten op.

Slechte mondgezondheid als risicofactor

Een slechte mondgezondheid is een risicofactor voor een lagere sportieve conditie, cardiorespiratoir gezien. Dit bleek uit een onderzoek onder gezonde mannen in de leeftijd van 45-65 jaar. Hun fysieke activiteiten werden met behulp van een gevalideerde vragenlijst uitgevraagd. Deze werden opgezet naar Metabolic Equivalent of Task scores (MET). Hun parodontale status werd vast gelegd. Tijdens een gestandaardiseerde oefening werd de maximale zuurstofconsumptie gemeten.

Een slechte mondgezondheid reduceert positieve effecten op leefstijlinterventies bij diabeten. Hierbij werden vrouwen en mannen tussen de 19-79 oud met diabetes onderzocht. Hun parodontale status werd onderzocht en hen werd geadviseerd om gedurende zes maanden een gecontroleerd. conditioneel programma te volgen. De bloedsuiker werd gedurende zes maanden gecontroleerd.

Een slechte mondgezondheid reduceert de positieve effecten van fysieke activiteit. De celdeling stopt sneller en dus overlijdt men sneller.

Evenwicht voor algehele gezondheid

Fysieke activiteit blijft natuurlijk wel belangrijk voor de algehele gezondheid. Maar extensieve activiteit kan leiden tot lichamelijke schade en inadequaat herstel. Als na de acute fase de phagocyten onvoldoende leiden tot het brengen van homeostase (normale status van het weefsel) dan is er sprake van chronische infectie, systemische ziekte en dit resulteert in zelfdestructie.

Als resultaat van fysieke activiteit, is weefselschade nodig om tot adaptie (bijvoorbeeld groei van de spier) te komen. Verhoogde ontstekingsactiviteit en herstel resulteren in een gebalanceerde fysieke activiteit. Er is dus een relatie tussen fysieke activiteiten en gezondheid. Het risico op een hartaanval vermindert met 30-50%, de bloeddruk verlaagt, de insuline-sensitiviteit neemt toe en ga zo maar door. CRP-levels verlagen ook door fysieke activiteit. Dat is interessant want, een verhoogde CRP-waarde komt voor bij infecties en ontstekingen. Als er ergens in het lichaam een ontsteking ontstaat, circuleert er binnen 6 tot 8 uur veel CRP in het bloed. Het eiwit CRP (afkorting voor ‘C-reactief proteïne’) wordt door de lever aangemaakt als reactie op een ontsteking of een infectie en het komt vervolgens in de bloedbaan terecht. Een verhoogde CRP-waarde in het bloed betekent dat er ergens in het lichaam een ontsteking of infectie actief is. Parodontitispatiënten hebben verhoogde CRP-waardes en dit verhoogt het risico op een hartinfarct.

Fysieke belasting leidt tot aanmaak van lipoxin A4. Bij de fysieke belasting ontstaat een ontstekingsreactie. Bron voor de lipoxin zijn bloedplaatjes en neutrofielen. Lipoxinproductie gedurende fysieke inspanning zal waarschijnlijk voor balans zorgen tussen ontsteking en preventie van celschade. Aspirine heeft ook dit effect. Tijdens de vorige editie van Europerio werden al onderzoeken besproken waaruit zou blijken dat bepaalde pijnstillers parodontitis zouden kunnen voorkomen.

Reactie van een huisarts op mondzorg voor sporters

Een fanatiek wielrennende huisarts reageert: Dit is bekend binnen de wielrenwereld als ‘overreaching’. Dit is de situatie wanneer de balans tussen de normale trainingstress en adequaat herstel is verstoord. De acute vermoeidheid kan resulteren in verminderde prestatie, wat opgevolgd wordt door overcompensatie. Dit wordt functionele overreaching genoemd: voortdurende verminderde prestaties geassocieerd met andere stressfactoren veroorzaken nog slechtere prestaties en verlengen de herstelfase. Hiermee komt de sporter in een vicieuze cirkel terecht.
Het disfunctioneren van het immuunsysteem na fysieke inspanning verergert als de inspanning voortdurend is, te intensief en met een niet-passend dieet. Dus het is zeker mogelijk dat gecombineerde effecten van veranderingen in de immunologische parameters parodontitis kunnen (mede) veroorzaken.

De huisarts:” Ik adviseer wielrenners om na het seizoen goed in het gebit te investeren en het daarna goed bij te houden. Als een sporter last heeft van zijn tandvlees, dan moet hij de hersteltraining in.” Echter wordt tandvleesontsteking lang niet altijd waargenomen. “Dus voor (top)sporters is het belangrijk om regelmatig het tandvlees te laten controleren bij de tandarts of mondhygiënist.”

Naast tandvleesontsteking zijn stemmingswisselingen en slaapstoornissen een teken van non-functionele overreaching.

Bronnen:
1. EuroPerio9 Abstract PD125, Periodontal health of UK elite athletes and impact on performance, Prof Ian Needleman, UCL Eastman Dental Institute, UK. Abstract presented in Session “Oral and periodontal medicine” on 21 June 2018 at 12:30.

2. Needleman, Ian et al (2014). Oral health and elite sport performance.  British Journal of Sports Medicine49(1). September 2014. DOI: 10.1136/bjsports-2014-093804

3. Needleman, Ian, et al (2015). Poor oral health including active caries in 187 UK professional male football players: clinical dental examination performed by dentists. British Journal of Sports Medicine. 50. bjsports-2015. 10.1136/bjsports-2015-094953.

4. Chadwick B, White D, Larder D & Pitts N. 5. Preventive behaviour and risks to oral health – a report from the Adult Dental Health Survey 2009. The Health and Social Care Information Centre.

5. Een huisarts die dental INFO sprak. De huisarts wilde niet met naam genoemd worden in het artikel.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Relatie tussen tandenpoetsgedrag en parodontale pockets

Relatie tussen tandenpoetsgedrag en parodontale pockets

Er bestaat een duidelijke dosis-respons relatie tussen tandenpoetsgedrag en veranderingen in parodontale pockets. Dit blijkt uit een Fins onderzoek dat op 13 december in het Journal of Clinical Periodontology is gepubliceerd.

Verband

Onderzoekers ontwierpen de epidemiologische studie om het verband te beoordelen tussen zelf-gerapporteerd gedrag in tandenpoetsen en veranderingen in parodontale pockets. Het onderzoek werd gehouden onder Finse volwassenen ouder dan 11 jaar.

Nationale enquêtes

Voor het onderzoek werden gegevens gebruikt van twee nationale enquêtes in Finland, namelijk de ‘Gezondheid’-enquête uit 2000 en 2011. Beide enquêtes zijn uitgevoerd door het Nationale Instituut voor Gezondheid en Welzijn van het land. Het studiemonster omvatte 1.025 volwassenen met tanden die evaluaties bij zowel baseline als follow-up hadden voltooid.

Cumulatieve maat

De onderzoekers hebben een cumulatieve maat voor regelmatig tandenpoetsen gemaakt door te tellen hoe vaak deelnemers hebben gemeld dat ze tweemaal of vaker dagelijks poetsten, dit over beide onderzoeken. De maat varieerde  van 0 tot 2. Hierbij staat 0 voor degenen die in beide onderzoeken niet tweemaal of vaker per dag hebben gepoetst; 1 voor degenen die bij de baseline of follow-up tweemaal per dag poetsen rapporteerden; en 2 voor diegenen die in beide onderzoeken tweemaal per dag of meer poetsten.

Parodontale status

De auteurs van het onderzoek bepaalden de parodontale status door de parodontale pocket diepte (PPD) te meten op 4 plaatsen per tand (distaal, mesiaal, midbuccaal en midlinguaal), exclusief derde molaren en tandresten. Alle tanden met een PPD van 4 millimeters of groter op elke plaats werden beschouwd als parodontale pockets.

PPD-risicogroepen

Tweemaal of vaker poetsen per dag werd vaker gemeld bij vrouwen, hoger opgeleide volwassenen, niet-rokers en degenen die de tandarts regelmatig bezochten voor controle in beide onderzoeken. De toename van het aantal tanden met een PPD van 4 millimeter of meer was dan ook aanzienlijk groter bij de overige partijen.

Conclusie

De auteurs concludeerden dat deze studie een duidelijke dosis-respons associatie vertoonde tussen tandenpoetsgedrag en verandering in parodontale pockets bij Finse volwassenen. Regelmatig poetsen, dat is dus twee keer per dag, kan parodontitis helpen voorkomen.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Nieuwe classificatie gingivitis en parodontitis

Tijdens Europerio9 in Amsterdam werd de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis gepresenteerd door de American Academy of Periodontology en de European Federation of Periodontology.

De laatste classificatie dateert uit 1999. Hoog tijd voor een nieuwe classificatie, want sinds die tijd heeft de wetenschap niet stilgestaan. Bij de nieuwe classificatie wordt er niet alleen teruggekeken, maar ook vooruit gekeken zodat technologische, chirurgische en medicatieve mogelijkheden kunnen worden toegepast. De implicatie van het management van risicofactoren wordt daarin meegenomen. De nieuwe classificatie is gericht op preventie.

Waarom classificaties?

Classificaties moeten het mogelijk maken om op internationaal en wetenschappelijk niveau als professionals en wetenschappers onder elkaar te kunnen communiceren. Met de nieuwe classificaties kunnen eenvoudig populatie surveys worden opgezet en afgenomen over de prevalentie van tandvleesziekten. Ook voor de patiënten zelf zijn classificaties nodig om helder aan te kunnen geven in welk stadium hun ziekte is en hoe ernstig dit is.

De nieuwe classificatie geeft de mogelijkheid om complexe casussen te identificeren en te managen. Daarnaast geeft het recent opgeleide tandartsen met interesse in parodontologie, mondhygiënisten en parodontologen de toegang om aansluitende therapie toe te passen om een gezonde mond te behouden. De verouderde classificatie bleek bij 25% van de patiënten insufficiënt te zijn. De nieuwe classificatie is erop gebaseerd dat niet iedereen hetzelfde reageert op de biofilm en therapie. Hierbij is ervan uitgegaan dat men nog te weinig weet van bacteriën om te zeggen welke bacterie wat precies veroorzaakt. Ook kan het aantal bacteriën niet exact worden voorspeld en of er sprake is van ontsteking. In de wetenschap worden wel hiervoor stappen gezet, maar men is nog niet zo ver.

Classificatie in hoofdlijnen

De classificatie is nu opgesplitst in:

  • Parodontale ziektes en condities
  • Peri-implantaire ziektes en condities

De parodontale ziektes en condities worden opgesplitst:

  • Parodontale gezondheid, ziekte en condities van de gingiva
  • Parodontitis
  • Andere condities die het parodontium schaden

Peri-implantaire ziektes en condities worden opgesplitst in:

  • Peri-mucositis
  • Peri-implantitis
  • Peri-implantaire zachte en harde weefsel deficiënties

Definitie van gezondheid

Om parodontale gezondheid en ziekte en conditie van de gingiva op te kunnen splitsen moest eerst duidelijk worden wat men onder gezondheid en parodontale gezondheid verstaat. Voor de definitie van gezondheid is de definitie van World Health Organization (WHO) aangehouden. Uiteindelijk is dit vertaald naar parodontale gezondheid met een holistische benadering:

“Een staat die vrij is van ontsteking van het parodontium waarbij het individu normaal kan functioneren en waarbij fysieke of mentale consequenties niet aanwezig zijn door actuele ziekte of ziekteverleden.”

Uiteindelijk werden parodontale gezondheid en ziekte opgesplitst in:

  • Een gezond parodontium, gezonde gingiva
  • Biofilm gerelateerde gingivitis
  • Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

Maar bestaat een gezond parodontium eigenlijk wel? Het is erg zeldzaam, want binnen 24 uur aanwezigheid van de biofilm is het weefsel eigenlijk al in staat van ontsteking. Het lijkt wel iets wat enkel in boeken bestaat. De anatomie is dan absoluut perfect. En heeft iemand met slechts twee puntbloedingen gingivitis? Dit soort discussies werden gehouden. Uiteindelijk strandde de discussie in de volgende definitie van een gezond parodontium:

“Een afwezigheid van klinisch detecteerbare ontsteking.”

Gingivitis

Bij gingivitis zijn er geen pockets te detecteren (m.u.v. pseudopockets waarbij de pocketsonde de glazuur-cementgrens niet passeert) dieper dan 3 mm. Ook röntgenfoto’s laten geen botverlies zien. Als grens wordt een bloedingsindex (BoP) van < 10% aangehouden, wil men spreken van (lokale) gingivitis. Vanaf 30% is er geen sprake meer van lokale gingivitis, maar van gegeneraliseerde gingivitis. Bij een BoP van minder dan 10% is er geen sprake van gingivitis, maar een gezonde situatie.

Een klinisch gezonde gingiva kan voorkomen in een intact parodontium, maar ook in een gereduceerd parodontium. Bijvoorbeeld bij stabiele paro-patienten en patiënten die nooit parodontitis hebben gehad maar bijvoorbeeld poetstrauma hebben. Een intact parodontium is echter een parodontium waar geen tekenen zijn van verlies van aanhechting en/of botverlies. Gingivitis is de staat van ontsteking die omkeerbaar is naar een gezonde situatie.

Beïnvloedende en modificerende factoren voor biofilm gerelateerde gingivitis

  • Plakretentie factoren als tandanatomie en restauratieranden
  • Monddroogheid door verlaagde speekselflow en/of verlaagde speekselkwaliteit

Systemische risicofactoren zijn:

  • Roken
  • Metabolische factoren (hoge bloedsuiker waardes)
  • Voedingsfactoren
  • Medicijnen
  • Hormonen (puberteit, zwangerschap)
  • Hematologische condities

Niet-biofilm gerelateerde gingivitis

  • Genetische / aangeboren afwijkingen
  • HGF
  • Juvenile Hyaline Fibromatosis
  • Sebaceous Naevus of Jadessohn
  • Specifieke infecties
  • Gingivale Herpes Simplex
  • Molluscum Contegeosum
  • Histolplasma Capsulatum
  • Conditie van verlaagde afweer en immuniteit
  • Disseminated pyogenic granuloma
  • Plasma Cell Gingivitis
  • C1 -esterase inhibitor dysfunction
  • Erosieve Lichen Planus
  • Erythema Multiforme
  • Systemische Lupus Erythematosis
  • Reactieve processen (Epulides)
  • Fibroom epulis
  • Vasuclaire epulis
  • Zwangerschapsepulis
  • Peripheral gaint cell granuloma
  • Neoplasma
  • Non-Hodgkins Lympoma
  • Chondrosarcoma
  • Squamous cell carcinoma
  • Proliferative verrucous leukoplakia
  • Endocriene, nutritie en metabolische afwijkingen
  • Giant cell tumour van bot
  • Scheurbuik
  • Trauma laesies
  • Cocaïne veroorzakende necrose
  • Poetstrauma
  • Gingivale pigmentatie
  • AZT pigmentatie
  • Rokers melanosis

Parodontitis

In de oude classificatie stond de diagnose ‘agressieve parodontitis’. Er is echter geen enkel bewijs van een specifieke pathologie dat een onderscheid zou maken tussen agressieve en chronische parodontitis of een solide protocol waarin verschillende therapieën voor deze voorgenomen verschillende parodontitis soorten staan beschreven. Wetenschappelijke data ondersteunen niet het idee dat agressieve parodontitis en chronische parodontitis twee verschillende ziektes zouden zijn. Deze twee soorten parodontitis zijn dus ook niet meer terug te vinden in de classificatie.

Parodontitis is daarom nu op te splitsen in:

  • Necrotiserende parodontale ziekten
  • Parodontitis
  • Parodontitis als manifestatie van systemische ziekte

Necrotiserende parodontale ziektes zijn:

  • Necrotische gingivitis
  • Necrotische parodontitis
  • Nectrotische stomatitis

In het geval van parodontitis zijn er pockets te meten van meer dan 3mm bij 2 of meer elementen en komt de sonde onder de glazuur-cementgrens uit. Er is mogelijk (!!) botverlies waarneembaar op röntgenfoto’s, maar ook bij een gezond gereduceerd parodontium kan er botverlies op foto’s te zien zijn.

Parodontitis is een chronische multifactoriële ontstekingsziekte geassocieerd met bacteriële dysbiose en wordt gekarakteriseerd door een progressieve destructie van de tand-ondersteunende weefsels. Er is sprake van botverlies, pockets en bloeding en andere oorzaken (hieronder beschreven) zijn uitgesloten.

Andere condities die het parodontium kunnen schaden en niet ‘parodontitis’ zijn te noemen zijn:

  • Systemische ziekte of condities die de steunende weefsels aandoen
  • Parodontale abcessen en endodontische parodontale laesies
  • Mucogingivale afwijkingen en condities
  • Traumatische occlusie en fracturen
  • Tand- en prothetisch gerelateerde factoren

Recallfase

De zwaarte van de parodontitis alleen, zoals beschreven in de oude classificatie, doet geen recht aan de complexiteit van ziektemanagement en therapeutisch succes, het risico van verdere progressie en het potentieel van inferieure behandeluitkomsten.

Parodontitis is na therapie op te splitsen in:

  • Stabiele situatie
  • Geringe tandvleesontsteking
  • Niet stabiele situatie van terugkerende parodontitis

De situatie is stabiel als er geen pockets van 4 mm of dieper zijn te meten (m.u.v. pseudopockets) met bloeding. Ook hier ligt de grens van PoB van < 10 %. Op de foto kan botverlies waarneembaar, zowel in een stabiele situatie als in een onstabiele situatie.

Fase and stage

Naast deze categorieën is parodontitis op te delen in:

  • Fase (staging)
  • Gradatie (grading)

Staging classificeert de ernst en omvang van het actuele weefselverlies. Nieuw is hierbij dat het verlies van elementen door parodontitis wordt meegenomen. Ook het niveau van complexiteit is erin gebouwd om op lange termijn te kunnen managen op functie en op esthetiek.

Bij de grading zijn vier biologische dimensies ingebouwd:

  • De historie van parodontale progressie
  • Het risico van toekomstige progressie
  • Anticipatie op inferieure behandelresultaten
  • Het risico dat de ziekte of de behandeling ervan een negatief effect heeft op de algehele gezondheid van de patient

De gradatie kan in een schema worden afgezet ten opzichte van de fase om een individuele fase en gradatie toe te kennen. We kennen Grade A, B en C en Stage I,II,III en IV.

Stage I:  beginnende parodontitis:

  • Ernst: maximaal 1-2mm botverlies; radiografisch < 15%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 4mm, vooral horizontaal botverlies

Stage II: gematigde  parodontitis

  • Ernst: maximaal 3-4 mm botverlies: radiografisch 15-33%
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 5 mm, vooral horizontaal botverlies

Stage III: ernstige parodontitis met risico op tandverlies

  • Ernst: 5 mm of meer botverlies; radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 4 of meer elementen verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit: maximale pocketdiepte van 6mm, verticaal botverlies van maximaal 3mm, furcaties van I of II, gematigde botdefecten

Stage IV: voortgeschreden parodontitis met tandverlies en risico op gebitsverlies

  • Ernst: 5mm of meer botverlies, radiografisch 1/3 van de wortellengte of meer, er zijn 5 elementen of meer verloren gegaan door parodontitis
  • Complexiteit : de complexiteit van stage III, mobiliteit van 2 of meer, migratie, extrusie, minder dan 10 occluderende paren, kauwdisfunctie, ernstige botdefecten

Bij elke stage wordt beschreven of het gaat om een gelokaliseerd probleem (minder dan 30% van de elementen zijn betrokken), een gegeneraliseerd probleem of molaar-incisief patroon.

Grade A

Afgelopen 5 jaar was er geen sprake van botverlies, het percentage van botverlies per jaar is < 0,25, er is veel tandsteen/plak maar weinig destructie, niet-roker, geen diabeet.

Grade B

<2mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar 0,25-1, destructie, gemiddeld tandsteen/plak, rookt <10 sigaretten per dag, HbA1C < 7,0% bij een diabeet.

Grade C

2 of meer mm botverlies in vijf jaar, percentage botverlies per jaar is 1,0, de destructie is meer dan je zou verwachten gezien het volume tandsteen/plak, bewijs dat er perioden zijn van snelle progressie en/of early-onset, verwachting dat therapie onvoldoende zal aanslaan, rookt 10 of meer sigaretten per dag, HbA1c van 7,0% of meer bij een diabeet.

Management

Patiënten met milde of gematigde parodontitis (stage I en II, Grade AB of C) kunnen een standaard parodontale behandeling aangeboden krijgen via het paroprotocol. Ernstige of voortgeschreden parodontitis (grade III en IV, Grade AB of C) valt onder een complexe en/of multi-disciplinaire behandeling. De gradatie kan aan worden gepast na initiële therapie en/of andere veranderingen.

De classificatie is gepubliceerd in de Journal of Clinical Periodontology 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing over de nieuwe classificatie voor gingivitis en parodontitis tijdens Europerio9 in Amsterdam.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
eten, burgers

Slechte diëten kunnen bijdragen aan tandvleesaandoeningen

Een nieuwe studie heeft aangetoond dat voeding een impact kan hebben op parodontale aandoeningen en de behandeling hiervan. De studie werd gepresenteerd tijdens Europerio9.

Het is bekend dat iemands dieet een grote invloed kan hebben op verschillende ontstekingsziekten. De laatste jaren is er ook steeds meer onderzoek gedaan naar de mogelijke rol van voeding bij parodontale aandoeningen, waaronder door Prof. Iain Chapple en zijn team, van de University of Birmingham.

Invloed op tandvleesaandoeningen

Parodontitis is een complexe aandoening, die wordt veroorzaakt door tandplak, gecombineerd met andere factoren. Deze factoren kunnen genetisch zijn, maar kunnen ook worden veroorzaakt door het milieu waarin iemand woont of een bepaalde levensstijl. Aangezien voeding cruciaal is voor het leveren van energiebronnen door middel van macro- en microvoedingsstoffen, zou ook voeding een invloed kunnen hebben op tandvleesaandoeningen. Dit zou te maken kunnen hebben met oxidatieve stress.

Het is bekend dat verhoogde oxidatieve stress schade kan aanrichten aan verschillende cellulaire en moleculaire gebeurtenissen, en dat verhoogde oxidatieve stress kan voort komen uit een normaal cellulair metabolisme, maar ook uit een hoge suiker- of vetinname.

Parodontale ontstekingen

Eerdere studies maakten gebruik van een experimenteel gingivitis model om meer bloedingen aan te tonen op het moment dat patiënten een dieet met veel koolhydraten kregen, tegenover een suikerarm dieet. Zoals verwacht werd hierbij ook meer tandplak zichtbaar. Echter, tandvlees bloeding werd juist verminderd van 35 naar 13 procent. Deze resultaten tonen aan dat voeding waarschijnlijk inderdaad een rol speelt bij parodontale ontstekingen.

Door een beperkte inname van suiker en vet kan het niveau van oxidatieve stress en daarmee ontsteking worden verminderd. Daarnaast kan ook het consumeren van voedsel rijk van antioxidanten en vitamines, zoals groene groenten (broccoli, spinazie etc.), bessen (blauwe bessen, cranberries, aardbeien etc.), rode bonen, rode wijn en pure chocola, gunstig zijn. Hierbij is het wel belangrijk dat individueel wordt gekeken naar het meest geschikte dieet, aangezien dit per persoon kan verschillen.

Al met al kan het nuttigen van de juiste voeding helpen bij het verminderen van ontstekingen zoals parodontitis. Hierbij is het echter heel belangrijk om per individu naar de genetische achtergrond te kijken. Echter, het is veilig om te zeggen dat het voor iedereen een goed idee is om meer visolie, vezels, fruit en groenten te eten, en minder suiker en vet, om de kans op parodontitis te verkleinen.

Bronnen:

  1. Europerio9, Abstract 2774 The role of nutrition: Boost or damage of immune system? Iain Chapple. To be presented at the Team Session on the Role of Nutrition on 22 June.
  2. Chapple ILC, Milward MR, Dietrich T. The prevalence of inflammatory periodontitis is negatively associated with serum antioxidant concentrations. J Nutrition. 2007: 137; 657-664
    Amarasena et al, 2005, J Clin Perio 32; 93-97
    Amaliya et al, 2007, J Clin Perio 34, 299-304
    Linden et al, 2009, J Clin Perio 36, 843-849
  3. Allen EA, Matthews JB, O’Halloran D, Griffiths H, Chapple ILC. Oxidative and Inflammatory status in Type 2 Diabetes Patients with Periodontitis. J Clin Periodontol 2011: 38; 894-901. doi: 10.1111/j.1600-051X.2011.01764.x
    Chapple ILC, Matthews JB. The role of reactive oxygen and antioxidant species in periodontal tissue destruction. Periodontology 2000 2007: 43; 160-232.
  4. Chapple ILC, Matthews JB. The role of reactive oxygen and antioxidant species in periodontal tissue destruction. Periodontology 2000 2007: 43; 160-232.
    Chapple ILC. Potential mechanisms underpinning the nutritional modulation of periodontal inflammation. JADA. 2009: 1402; 178-184.
  5. Sidi & Ashley 1983: J Periodontol 55: 419-423.
  6. Baumgartner  S et al, 2009. The Impact of the Stone Age Diet on Gingival Conditions in the Absence of Oral Hygiene. J Periodontology 80, 759-768.
  7. Ceriello et al 2008, Diabetes 57: 1349-1355
    Esposito et al 2008, J Clin Endocrinol Metab 93: 1345-1350.
  8. Chapple et al 2011. Adjunctive daily supplementation with encapsulated fruit, vegetable and berry juice powder concentrates and clinical periodontal outcomes: A double-blind RCT. J Clin Periodontol 39; 62-72
  9. Leung et al 2009. FASEB Journal, 23 (4). pp. 1041-1053.
Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Op Europerio9, het congres over parodontologie en implantologie, worden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de relatie tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Deze blijken een gezamenlijke genetische basis te hebben.

Relatie parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten

In een meta-analyse is de relatie onderzocht tussen parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten. Coronaire hartziekten zijn hart- en vaatziekten die het gevolg zijn van slagaderverkalking of afwijkingen in de kransslagaders. Wereldwijd hebben 110 miljoen mensen te maken met coronaire hartziekten. Het is doodsoorzaak nummer 1. Parodontale aandoeningen komen bij 538 miljoen mensen voor.
Dat er een relatie is tussen coronaire hartziekten en parodontale aandoeningen is al eerder vastgesteld. Beide ziekten worden vaak samen gediagnosticeerd en hebben dezelfde risicofactoren zoals roken en diabetes.

Onderzoek

Doel van de studie, die meer dan tien jaar in beslag nam, was om de gezamenlijke genetische basis van beide aandoeningen te onderzoeken. Er is gekeken of een bepaalde variant in het DNA vaker voorkwam bij zowel patiënten met coronaire hartziekten als bij patiënten met parodontale aandoeningen. Dit bleek het geval te zijn met het gen VAMP8. Hiermee is bewezen dat de relatie tussen hartziekten en tandvleesaandoeningen niet alleen te herleiden is tot leefstijlfactoren.

Betekenis

Kennis van de gedeelde genetische basis van beide ziekten kan duidelijk maken wat iemand vatbaar maakt voor de ziekten. Er zijn waarschijnlijk risicogroepen met een genetische aanleg als reactie op bepaalde factoren. Dit betekent ook dat parodontitis het risico voor coronaire hartziekten in het algemeen niet verhoogt en vice versa. Het kan wel zo zijn dat een groep individuen een genetische aanleg heeft, waarbij de VAMP8-functie betrokken is, die het risico op beide ziekten verhoogt. De meest efficiënte manier om het ontstaan van hartziekten en parodontale aandoeningen te voorkomen, blijft echter een gezonde leefstijl en niet roken.

EuroPerio

De resultaten van de meta-analyse zullen gepresenteerd worden op EuroPerio9. EuroPerio is het grootste wetenschappelijk congres op het gebied van parodontologie ter wereld. Dit congres wordt een keer per drie jaar gehouden. De laatste editie in juni 2015 in Londen werd bijgewoond door bijna 10.000 mensen. EuroPerio9 wordt van 20 tot 23 juni gehouden in de RAI in Amsterdam.

Bron: Europerio, met referenties:

  1. EuroPerio9 Abstract O017, Genome wide association meta-analysis of coronary artery disease and periodontitis reveals a novel shared risk locus. Presentation at the Biomarkers session on 21 June 2018, at 14:00.
  2. “Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 310 diseases and injuries, 1990-2015: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2015”. Lancet. 388 (10053): 1545–1602. doi:10.1016/S0140-6736(16)31678-6.
  3. Identification of a shared genetic susceptibility locus for coronary heart disease and periodontitis. Arne S Schaefer et al. PLoS Genet 2009 Feb 13;5(2):e1000378. Epub 2009 Feb 13.
  4. The large non-coding RNA ANRIL, which is associated with atherosclerosis, periodontitis and several forms of cancer, regulates ADIPOR1, VAMP3 and C11ORF10. Gregor Bochenek et al. Hum Mol Genet 2013 Nov 27; 22(22):4516-27. Epub 2013 Jun 27.
Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Onderzoek in China heeft uitgewezen dat behandeling van parodontitis bij patiënten met een licht verhoogde bloeddruk kan leiden tot een aanzienlijke daling van de bloeddruk. Bij patiënten die een professionele gebitsreiniging ondergingen daalde de bloeddruk met tien punten.

Parodontale aandoeningen

Onderzoekers van het First Affiliated Hospital of Sun Yat-sen University in Guangzhou, China, hebben onder leiding van Jun Tao, PhD, als eerste het directe verband aangetoond tussen een parodontale behandeling en een bloeddrukverlaging. Dit kan van groot belang zijn voor patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Eerdere studies hadden wel al parodontale aandoeningen in verband gebracht met hart- en vaatziekten.

Lagere bloeddruk

Aan het onderzoek deden 107 volwassen Chinese patiënten mee. Alle patiënten hadden een licht verhoogde bloeddruk en matige tot ernstige parodontitis.

De patiënten werden opgesplitst in twee groepen. De ene groep kreeg vier weken lang een intensieve parodontale behandeling met professionele gebitsreiniging, antibiotica en indien nodig extracties. De controlegroep kreeg vier weken basale tandheelkundige zorg met instructies voor mondhygiëne.

Degenen met de intensieve parodontale behandeling vertoonden een maand na de behandeling een aanzienlijke lagere bloeddruk. Zes maanden na de behandeling was de bovendruk 13 punten lager en de onderdruk 10 punten lager dan bij de controlegroep.

Aanvullend onderzoek

De onderzoekers geven aan dat aanvullend onderzoek nodig is, waarbij patiënten met verschillende achtergronden betrokken worden. Desondanks is het gehouden onderzoek al belangrijk, omdat het een directe relatie aantoont tussen een parodontale behandeling en een verbeterde bloeddruk. Parodontale behandeling zou in combinatie met andere maatregelen om hartaandoeningen te voorkomen, waaronder lichaamsbeweging en gezonde voeding, de gezondheid van miljoenen mensen kunnen verbeteren.

Bron:
American Heart Association

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Parodontitis

Parodontitis verhoogt risico op maagkanker

De rij met ziektes waar het hebben van parodontitis een negatief effect op heeft blijft maar groeien. Uit nieuw onderzoek is gebleken dat parodontitis ook het risico op het ontwikkelen van maagkanker verhoogt.

Precancereuze laesies

Onderzoekers van het New York University College of Dentistry en de New York University School of Medicine onderzochten het speeksel en mondplaque van ongeveer 100 mensen. Bij een derde van deze groep waren weefselveranderingen (precancereuze laesies) vindbaar in de mond, welke worden beschouwd als mogelijke voorlopers van maagkanker. De rest van de groep had geen precancereuze laesies en diende als controlegroep.

Meer ziekteverwekkers in speeksel

In het speeksel van de groep met weefselveranderingen werden meer ziekteverwekkers gevonden. Drie pathogenen die met name een stuk vaker voorkwamen bij de groep met laesies dan bij die zonder waren treponema denticola, Actinobacillus actinomycetemcomitans en Tanner Forsythia – drie pathogenen die in sterk verband staan met parodontitis. Daarnaast was bij deze groep een gebrek aan bacteriële diversiteit in het speeksel en plaque te zien.

Belang goede mondhygiëne

De significant hogere aanwezigheid van de drie pathogenen en het gebrek aan variatie van bacteriën leiden tot een significant hoger resultaat op maagkanker. Hiermee toont deze studie wederom aan dat een goede mondhygiëne van belang is voor de gezondheid van het gehele lichaam.

Bron:
NYE.edu 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
levercirrose

Parodontitis leidt tot verhoogde mortaliteit bij levercirrose

Een ontsteking van de tand heeft niet alleen gevolgen voor de mondhygiëne en mond zelf. Verscheidene studies hebben reeds aangetoond dat parodontitis tot systemische effecten leidt. Uit een Nederlandse studie blijkt zelfs dat parodontitis sterfte door levercirrose verhoogt.

Progressief effect

Eerdere studies hebben al aangetoond dat een slechte mondhygiëne en de daaruit voortvloeiende parodontitis bij patiënten met levercirrose vaak voorkomt. Ook is aangetoond dat bestaande parodontitis een progressief effect heeft op de ziekte. Het kan zelfs een negatieve invloed hebben op het succes van een levertransplantatie.

Het onderzoek

Een recente studie uit Denemarken onderzocht de mortaliteit van patiënten met cirrose. Het onderzoek werd gehouden onder 184 vrijwilligers. Van deze vrijwilligers leed 44 procent bij aanvang van de studie al aan ernstige parodontitis. Voor de studie werden ook leeftijd, geslacht, rookgedrag, alcoholgebruik, et cetera meegenomen.

Resultaat

Het resultaat toont aan dat bestaande parodontitis de symptomen van levercirrose verergert. Binnen de studie periode van een jaar overleed bijna de helft van de proefpersonen. De oorzaken van de complicaties kwamen voort uit de cirrose.

Meer onderzoek

In latere studies moet onderzocht worden of een betere mondhygiëne de levercirrose bij patiënten met parodontitis de mortaliteitcijfers kan beïnvloeden.

Bron:
British Liver Trust

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Taak voor mondhygiënist om onderliggende ziektes in beeld te brengen

Taak voor mondhygiënist om onderliggende ziektes in beeld te brengen

Parodontitis kan mede veroorzaakt worden door een andere, ernstige ziekte. Er moet daarom altijd onderzocht worden waarom een patiënt parodontitis ontwikkeld heeft. Wijnand Teeuw gaf tijdens de themadag Up-to-date van Quality Practice Mondhygiëne inzicht in de factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van parodontitis. Hij lichtte een en ander toe aan de hand van twee afbeeldingen: een vraagteken en een volumeknop.

Het vraagteken: waarom parodontitis?

Bij een patiënt met parodontitis moet je nagaan waarom hij parodontitis heeft ontwikkeld. “Als je niet weet waarom iemand parodontitis heeft, vind ik dat je niet mag behandelen,” aldus Teeuw. Dus niet routinematig aan de slag gaan, maar bij iedere patiënt opnieuw deze vraag stellen. Overigens geldt voor cariës hetzelfde. Alleen heeft parodontitis directere gevolgen voor de gezondheid. Als je de vraag ‘waarom’ niet stelt, dan wordt de behandeling te simpel. Er wordt dan enkel plak verwijderd, omdat voorheen gedacht werd dat dit de enige oorzaak was.

De volumeknop: er moet balans zijn

Als een auto hard rijdt, moet de volumeknop verder opengedraaid worden om de radio nog goed te horen. Als de radio goed te horen is, is er balans. Als de volumeknop ver open staat terwijl de auto niet zo hard rijdt, dan is er een disbalans, want dan staat de radio vreselijk hard.

Bij disbalans in het lichaam kan parodontitis ontstaan. Bij iedere patiënt werkt dit anders. Bij de een moet er harder aan de volumeknop worden gedraaid voor balans of disbalans dan bij de ander.

Als een patiënt weinig tot geen afweer heeft, dan is er disbalans. De meerderheid van patiënten met parodontitis heeft een afwijkend afweer. Als duidelijk is wát aan die volumeknop draait, dan kan de behandeling daarop aangepast worden. Alle factoren die de balans kunnen verstoren, zullen in beeld moeten worden gebracht voordat een behandeling gestart kan worden. Als de oorzaak niet volledig bekend is, kan je de oorzaak of bron niet aanpakken.

Factoren voor disbalans

Er zijn naast de biofilm meerdere factoren die bepalen of iemand in balans of disbalans is. Sinds de jaren 80 is de invloed van omgeving, leefstijl en genetica bekend. Daarnaast speelt ‘epigenetica’ een rol: een drager van een verkeerd gen hoeft er niet per se last van te hebben. Wat leefstijl betreft: hier leren we nog steeds over bij. Ook wordt rekening gehouden met de invloed van systemische ziekten en andere minder bekende factoren, zoals overbelasting.

De factoren kunnen ook elkaar beïnvloeden. Zo heeft een lichamelijke ziekte vaak consequenties voor de leefstijl of andersom. En menig ziekte kan stress veroorzaken en maakt medicijngebruik nodig. Dit kan parodontitis in de hand werken.

Ziekten van invloed op parodontitis

Inmiddels worden meer dan 50 lichamelijke ziekten geassocieerd met parodontitis, zoals kanker, reuma, luchtweginfecties en hart- en vaatziekten. Zeker als een patiënt meerdere van deze ziekten heeft, neemt het risico op parodontitis toe. Een patiënt kan bij verschillende artsen voor verschillende ziekten behandeld worden, terwijl ze allemaal door dezelfde factoren veroorzaakt kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan roken of een bepaald eetpatroon.

Intake parodontitispatiënt

Om alle factoren helder in beeld te krijgen zal een intake bij een parodontitispatiënt veel tijd in beslag nemen. Bij verdenking van onderliggende lichamelijke factoren, zoals stress, diabetes mellitus, reumatoïde artritis etc., zal gezocht moeten worden naar interdisciplinaire samenwerking.

Teeuw geeft van een aantal ziekten aan hoe zij van invloed zijn op het ontstaan van parodontitis.

Kanker

Bij iemand met kanker is de aanname dat alleen een chirurgische behandeling in de mondholte niet direct invloed heeft op het ontstaan van parodontitis. Lokale bestraling kan daarentegen de botstructuur en de doorbloeding zodanig beïnvloeden dat het een zeer progressieve parodontitis in de hand werkt. De vermindering van de afweer duurt waarschijnlijk het hele leven. Ondersteuning met antibiotica voor de parodontitisbehandeling kan daarom nodig zijn. Bij chemo valt de afweer een periode weg, maar is weer snel terug. Patiënten zijn vaak wel chronisch vermoeid na en tijdens de chemokuur. Daarom zal er overleg moeten plaatsvinden met de oncoloog. Vraag hoe het met de afweer op dat moment is.

Reuma

Reumatische artritis is een auto-immuunziekte, waarbij voornamelijk de gewrichten worden aangetast. Bij reumapatiënten is de lichamelijke ontsteking verhoogd en staat de volumeknop te hard, de afweer is te hoog. Hierdoor is de kans op parodontitis verhoogd. Medicatie bij reumapatiënten is er juist opgericht om de ontstekingsgraad te doen verminderen. Er zijn studies die een indicatie geven dat deze medicatie soms daarom ook beschermend tegen parodontitis kan werken. Het tegendeel is ook aangetoond, dat soms door de medicatie het immuunsysteem zo onderdrukt wordt dat de kans op secundaire infecties, zoals parodontitis, juist verhoogd is. Bij deze medicatie is het ook goed om er op te letten dat door de bacteriemie, die altijd ontstaat na een  parodontale behandeling, de kans op sepsis verhoogd is. Bij sommige reumapatiënten is het daarom beter de medicatie stop te zetten voordat ze een parodontitisbehandeling ondergaan. Een goede interdisciplinaire behandeling met een reumatoloog is dan noodzakelijk.

Diabetes

Diabetes mellitus is een chronische ziekte, waarbij de suikerregulatie verstoord is, met als gevolg vaak te hoge bloedsuikerwaarden. Door te hoge bloedsuikerwaarden raken verschillende organen, maar ook vitale processen ontregeld, die betrokken zijn bij het onderhoud van het hart- en vaatstelsel, de wondgenezing en de afweer tegen infecties. Op langere termijn ontstaan vooral complicaties op het gebied van HVZ. Vanwege de verhoogde kans op infecties en de slechte wondgenezing, wordt parodontitis twee tot drie keer vaker gediagnosticeerd bij diabetespatiënten. Een goede bloedsuikerregulatie is  belangrijk voor het bereiken van een gezonde parodontale situatie. De suikerregulatie draait bij 1:1 aan de volumeknop voor parodontitis. Een goede instelling bereiken is dus essentieel, ook voor de mond. Ook hier geldt dat een interdisciplinaire behandeling met een diabetesbehandelaar belangrijk is.

Verborgen ziekte

Als niet duidelijk is hoe parodontitis wordt veroorzaakt, kan het nodig zijn om een patiënt te verwijzen naar de huisarts om te laten uitzoeken of er sprake is van een nog onbekende onderliggende ziekte. Zo is uit onderzoek op ACTA gebleken dat 25% van de mensen met ernstige parodontitis ook al bloedsuikerwaarden hadden die wijzen op de aanwezigheid van diabetes mellitus. Ongeveer 20% van deze mensen was hiervan niet op de hoogte. Hieruit kan geconcludeerd worden dat parodontitis mogelijk een vroege aanwijzing is voor het hebben van diabetes mellitus. Mondhygiënisten kunnen daarom mogelijk bijdragen aan het vroegtijdig signaleren van onderliggende ziekten, zoals diabetes mellitus.

Wijnand J. Teeuw, parodontoloog NVvP, behaalde in 2003 zijn doctoraaldiploma Biologie aan de Universiteit Utrecht met als afstudeerrichting Fundamentele Biomedische Wetenschappen (FBMW). In 2006 studeerde hij als tandarts af aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) waaraan hij sinds die tijd verbonden is aan de sectie Parodondologie. Van 2009 t/m 2012 volgde hij aldaar de MSc-opleiding tot parodontoloog, welke hij cum laude heeft afgerond. Sinds 2015 is hij hoofd van de Kliniek voor Parodontologie ACTA. In 2017 promoveerde hij op de relatie tussen parodontitis en de algemene gezondheid, in het bijzonder diabetes mellitus en hart- en vaatziekten.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Wijnand Teeuw tijdens de themadag van Quality Practice Mondhygiëne.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Eten - yoghurt

Minder kans op tandvleesziektes door eten yoghurt

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat mensen die meer yoghurt eten minder kans hebben op parodontale ziektes. Echter, hoe dit precies kan werd niet duidelijk. Hetzelfde effect bleek namelijk niet bij melk of calcium.

Parodontitis

Parodontitis is een chronische ziekte die de weefsels en het bot rond de tanden kan aantasten. De aandoening heeft vele mogelijke oorzaken. Daarom wilden Hye-Sung Kim, Oral Health Science Research Center bij het Apple Tree Dental Hospital in Goyang, Zuid-Korea, en zijn team weten of inname van calcium, yoghurt en melk ook een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn.

Het onderzoek

Er werd data van 6,000 volwassenen met parodontale verschijnselen verzameld via het Koreaanse nationale gezondheid en voedingsonderzoek van 2009. Elk van de deelnemers werd gevraagd om een voedingsenquête in te vullen, waarin onder andere de frequentie van het eten van yoghurt of drinken van melk aan bod kwam. De calcium inname werd berekend aan de hand van gegevens over de voedingsinname.

Vervolgens werd elke deelnemer thuis bezocht door een getrainde voedingsdeskundige, die onder andere gegevens als geslacht, leeftijd, inkomen en opleidingsniveau verzamelde, maar ook vroeg naar de frequentie van tandenpoetsen, of de deelnemer rookt(e) en naar het gebruik van flosdraad.

Minder kans door meer yoghurt

De resultaten toonden aan dat patiënten die minder yoghurt aten meer kans hebben op parodontale ziektes. Ditzelfde effect was niet zichtbaar voor melk en calcium. Wat betreft yoghurt werd een gelijkwaardig effect gevonden voor mannen en vrouwen, rokers en niet-rokers en mensen van alle leeftijden.

Verder onderzoek

Deze studie suggereert dat probiotica van hulp zouden kunnen zijn in het gevecht tegen parodontitis. Deze komen veel voor in yoghurt en zouden de groei van bacteriën die parodontale aandoeningen veroorzaken kunnen tegenhouden. Het is echter nog niet zeker of dit daadwerkelijk het geval is.

 

Bron:
Plos 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
parodontitis

Minder kans op parodontitis door oestrogeen therapie

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat vrouwen die na hun menopauze oestrogeen nemen als een osteoporose behandeling minder vaker last hadden van parodontitis dan vrouwen die dit niet deden.

Menopauze

Eerdere studies toonden al aan dat er een relatie is tussen osteoporose en parodontitis bij vrouwen die hun menopauze hebben gehad. Dit onderzoek onderzocht ook de effecten van osteoporose behandelingen op parodontale omstandigheden.

Vermindering effecten

De behandelingen tegen osteoporose bevatten antiresorptieve middelen om een tekort in estrogeen en het daarbij komende verlies van calcium en mineralen, bij vrouwen boven de 50 te behandelen. Hiermee worden ook de effecten van de menopauze verminderd.

Onderzoek

Dit onderzoek bestudeerde 492 vrouwen tussen de 50 en 87 jaar oud met minstens vier tanden. Alle deelnemers zijn klant geweest bij een tandarts om bepaalde behandelingen te ondergaan, als het trekken van een tand of preventieve behandelingen. Gezien het feit dat in Brazilië, het land van afkomst van alle deelnemers, gaatjes de hoofreden zijn voor het verlies van tanden, is het logisch dat patiënten met parodontitis niet veel tanden hebben.

In totaal waren 356 vrouwen gediagnosticeerd met osteoporose en werden 113 vrouwen hier ook daadwerkelijk voor behandeld. De meerderheid van de patiënten met parodontitis bezocht niet regelmatig een tandarts.

Significant verschil

De onderzoekers vonden een significant verschil tussen de patiënten met ernstige parodontitis en het aantal tanden met een diepte van meer dan 4 mm bij vrouwen die wel of geen osteoporose behandeling ondergingen. Daarnaast was de gemiddelde diepte kleiner bij degenen die een behandeling ondergingen dan bij hen die dat niet deden.

Resultaat

In totaal was het aantal patiënten met ernstige parodontitis 44 procent lager bij de patiënten die een osteoporose behandeling ondergingen dan bij degenen waarbij dit niet het geval was.

Bron:
Journal Menopause

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Parodontaal gezond en bij voorkeur op een natuurlijke manier

Parodontaal gezond en bij voorkeur op een natuurlijke manier

De parodontale regeneratie heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt waardoor we in staat zijn het verloren gegane parodontium met natuurlijke, functionele, levende weefsels te herstellen. Hoe kunt u succesvol parodontaal behandelen en risico’s op peri-implantitis bij kwetsbare patiënten beheersen?

Parodontitis is een aandoening die een uitdaging vormt voor de tandarts en mondhygiënist. Het is een nog grotere uitdaging om het parodontale weefselverlies te herstellen. Sinds de eerste stappen – begin jaren 80 – in die richting, heeft de parodontale regeneratie een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Het unieke hiervan is dat we in staat zijn het verloren gegane parodontium met natuurlijke, functionele, levende weefsels te herstellen.

Toch kunnen we niet altijd dit doel realiseren en ontstaat de noodzaak om voor functieherstel in de parodontaal kwetsbare patiënt implantaten te plaatsen. Het risico op peri-implantitis is groter bij deze patiëntengroep. Peri-implantitis is inmiddels net zo prevalent als parodontitis.

Verslag van de lezing van parodontoloog Giles de Quincey tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Smile training

Mensen passen zich aan aan de bestaande situatie van het gebit. Dit wordt ook wel ‘smile training’ genoemd. Mensen gaan op andere manier praten of lachen om bijvoorbeeld hun gebit te verbergen.

Het is belangrijk voor mensen dat ze vrijuit kunnen lachen; het gebit moet mooi zijn, maar vooral ook gezond.  

Soft-tissue management

Doel van soft-tissue management is het creëren van esthetisch acceptabele en functionele zachte weefsels.

Hiermee kunnen de elementen en gingiva geclassificeerd worden:

– Pink esthetic score

– White esthetic score

– Recession esthetic score

Miller classificatie

Kroonverlenging kan worden uitgevoerd om de illusie van een papil te creëren. Bij een Miller classificatie 4*. Miller classificatie 3 is nog wel goed te behandelen. Bij Miller classificatie 4 is het chirurgisch niet meer mogelijk een papil te creëren.

*Miller classificatie

  1. Gingivarecessie die begrensd wordt door gekeratiniseerde gingiva.
  2. Gingivarecessie voorbij mucogingivale grens (omslagplooi).
  3. Interdentale papil degenereert, er is sprake van een bepaald proces (bijvoorbeeld parodontitis)
  4. Interdentale papil is volledig afwezig.

Necrotic Ulcerative Gingivitis

Necrotic Ulcerative Gingivitis is de meest deformerende vormen van parodontitis en treedt vaak op bij jongeren mensen.

TARNOW: afstand tussen twee implantaten

De afstand tussen twee implantaten is van invloed op de hoogte van het alveolaire bot en hiermee ook op de interdentale papil. In geval van verticaal botverlies, is er ook altijd een horizontale component als de implantaten minder dan 3 mm uit elkaar staan. (Tarnow et al. 2000). Daarom is het belangrijk dat implantaten altijd meer dan 3 mm van elkaar staan.

Scandinavisch nazorg protocol

Scaling en rootplaning zijn opgenomen in het Scandinavisch nazorg protocol waardoor mogelijk terugkeer van de papil plaatsvindt.

– Elke twee weken scalen en rootplanen.

– Patiënt dient te stoppen met roken.

– Plaque verwijderen.

Op deze manier is herstel van het parodontium haalbaar en kunnen de papillen terugkomen. Het is belangrijk om liefdevol met de gingiva om te gaan.

Parodontale regeneratie

Het parodontium is het enige weefsel wat kan terugkomen in de vorm zoals het was. Dit wordt ook wel parodontale regeneratie genoemd.

De tandarts is de gids voor de patiënt. De tandarts zorgt ervoor dat de patiënt veilig en goed door het traject heen loopt. Hierbij is het belangrijk zo weinig mogelijk invasief te zijn. Als patiënten zorg mijden nemen de problemen toe. De tandarts mag dan harder zijn tegen de patiënt en aangeven dat hij zorg mijdt en dat de behandeling niet zal slagen als er geen goede compliance is.

Als de patiënt therapietrouw is, dan kunnen elementen met twijfelachtige prognose ook vaker behouden worden. Dit zijn bijvoorbeeld elementen met furcatie problematiek. Eenwortelige elementen hebben over het algemeen goede prognose met scalen en rootplanen.

Als de patiënt niet nazorgtrouw is dan verliezen ze gemiddeld 3 elementen in een periode van 10 jaar versus 0,5 element bij patiënten die wel nazorgtrouw zijn.

  • Gebrek aan compliance en roken zorgt voor verlies van elementen.
  • Uit onderzoek uit 2014 is gebleken dat furcatieproblematiek geen problemen hoeft op te leveren zolang andere belangrijke factoren wel goed zijn.

Plaquebeheersing

Plaquebeheersing is heel belangrijk in de behandeling en preventie van parodontitis. Een  onderzoek van Lang liet een voortdurend niet ontstoken (gezond) parodontium met 99,5% overleving zien versus een voortdurend ontstoken parodontium met een overlevingspercentage van 63%.

De epidemie peri-implantitis heeft te maken met de indicatiestelling. Iatrogene pseudopocket kan ontstaan door te hard drukken met pocketsonde. Een druksonde is nodig bij implantaten omdat anders de kans groot is dat er te hard wordt doorgedrukt met de sonde – tot op het bot – en hiermee de verkleving van de gingiva aan het implantaat wordt beschadigd.

Sonderen

Implantaten hebben geen parodontium. Sonderen heeft betrekking op 3D niveau terwijl een röntgenopname alleen 2D is. Een kliksonde is een must in de implantologie. Sonderen is nodig om gezondheid van de tand of het implantaat te kunnen vaststellen. Een foto alleen zegt niets. De sulcus van een implantaat is veel kwetsbaarder dan dat van een natuurlijk element en daarom moet hier dus extra voorzichtig mee worden omgegaan. De sulcus van het implantaat reageert heftiger op plaque dan de normale sulcus en is daarom fragieler.

Algemene gezondheid

De mondgezondheid is van invloed op de algehele gezondheid. Door een met de tijd veranderd eetpatroon zijn er steeds meer diabetespatiënten die een hoger risico hebben op parodontitis. Door verhoogd suikergebruik is uitgebreidere plaquebeheersing nodig.

Als tanden te dicht tegen elkaar aanstaan kan dit tot problemen leiden. Hieruit is het begrip ‘Root proximity’ ontstaan. Dit is het fenomeen waarbij gedeeltelijke of totale afwezigheid is van bot tussen twee naast elkaar gelegen wortels van verschillende tanden. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Root proximity komt het vaakst voor tussen de eerste en tweede molaar en tussen de centrale en laterale incisief in de bovenkaak en onderkaak, tussen de tweede premolaar en eerste molaar en tussen de centrale incisieven in de onderkaak. De interdentale ruimte wordt verdeeld in een Apicaal, het Between en een Coronaal deel. De ernst wordt hiermee bepaald. Dit kan 1 (0.8mm), 2 (0.5mm) of 3 (0.3mm) zijn. Waarbij 0.3 mm de meest ernstige vorm is: hierbij is er geen interdentale ruimte aanwezig.

Onderfront

Het onderfront heeft een hoger risico dus een hogere proximity wat zorgt voor een hoger parodontitis risico. Het is puur de anatomie die dit bepaalt. De anatomie zorgt ervoor dat het interdentaal moeilijk of makkelijk is schoon te houden. Een orthodontisch behandelde patiënt heeft een kleinere kans op root proximity. Daarentegen wordt orthodontie tegenwoordig wel vaak aangewezen als schuldige voor recessies. Volgens Quincey is dit meer afhankelijk van het biotype van de gingiva dan van de orthodontische belasting.

Kleine interdentale ruimte

Een kleine interdentale ruimte maakt het lastiger om parodontitis te managen dan grote ruimtes. Dit is technisch veel makkelijker te managen. Een diasteem maakt regeneratie van het parodontium het meest eenvoudig en maakt het chirurgisch veel eenvoudiger.

Multidisciplinair oplossen gebeurt ook met orthodontie samen. Het heeft de voorkeur om eerst het parodontium aan te pakken en daarna pas orthodontie toe te passen. ‘Perio first’. Het moet gezond zijn voordat verder gegaan kan worden. Als tanden rechter staan, is recessiebedenkende chirurgie eenvoudiger voor de parodontoloog, dan kan het gunstig zijn om eerst orthodontisch te behandelen.  

Socket graft

Een socket graft kan worden uitgevoerd in plaats van een klasse-V restauratie of transplantaat. Niets is mooier dan eigen tandvlees. Voor een socket graft wordt er eerst getunneld waarna er een bindweefsel transplantaat wordt aangebracht. Door regeneratief te behandelen gaat in de meeste gevallen de recession esthetic score omhoog. Er kunnen snelle resultaten worden behaald met deze techniek. Het tandvlees biotype wordt dikker waardoor er een kleinere kans aanwezig is dat recessie opnieuw optreedt. Een eventueel diasteem kan daarna gesloten worden met orthodontie om te zorgen dat de black triangles verdwijnen.

Amelogonine

Amelogonine wordt aangebracht bij parodontale regeneratie op het worteloppervlak, vervolgens wordt dit afgedekt met een membraan middels teflon hechtingen. Zo worden nieuw cement, nieuw bot en nieuwe parodontale weefsels gevormd. Amelogonine bevordert de angioneogenesis waardoor een snellere genezing volgt. Parodontale regeneratie wordt hiermee steeds voorspelbaarder.

De open techniek socket graft brengt hogere risico’s en complicaties met zich mee dan een gesloten graft techniek. De open techniek kan alleen worden uitgevoerd in het front als het echt nodig is. Post canine is dan minder kritisch.

Mislukkingen in implantologie

  • Er is een hoger risico bij implantaten die diep onder gingiva gelegen zijn en die niet goed passen. Er is zo geen plaquebeheersing mogelijk wat zorgt voor een grotere kans op failure.
  • Er zijn vaker problemen met gecementeerde kronen dan met verschroefde kronen.
  • Fail to plan is plan to fail.
  • ‘Lets give teeth a chance’: Verwijder niet altijd tanden zomaar. Veel tanden kunnen toch worden behouden.
  • Titanium of zirconium is het beste wat op implantaat verschroeft kan worden.
  • Een drie-wandig botdefect heeft de beste prognose bij regeneratie.
  • Therapietrouw leidt tot minder tandverlies dan implantaatverlies. Er is minder botverlies rondom tanden dan rondom implantaten bij parodontitis patiënten.

 

Giles de Quincey is in 1987 afgestudeerd als tandarts aan de KU Nijmegen. Na een korte tijd als algemeen-practicus in Eindhoven gewerkt te hebben, is hij in 1988 een 2-jarige Post-graduate opleiding Parodontologie begonnen aan de University of Southern California in Los Angeles. Na succesvolle afronding hiervan is Giles in 1990 een verwijspraktijk voor Parodontologie en Implantologie in ‘s-Hertogenbosch gestart. Sinds 2009 is de praktijk ook uitgebreid met endodontie op verwijzing. In 1994 is Giles erkend als Diplomate of the American Academy of Periodontology, verder heeft hij ook zitting gehad in het Consilium Parodontologicum van de NVvP. Sinds 1992 is Giles verbonden als docent aan de destijds EFP-erkende Post-graduate opleiding voor Parodontologie in Nijmegen.  Na terminatie van het Post-graduate onderwijs is hij kort betrokken geweest bij het chirurgisch profiel in de master fase van tandheelkunde. Sinds begin 2017 is hij Assistant Clinical Professor in de EFP-erkende Post-graduate opleiding Parodontologie aan de Universiteit van Bern, Zwitserland. Giles is actief lid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry en heeft in binnen- en buitenland nascholing gegeven, waarbij zijn voorliefde uitgaat naar parodontale plastische regeneratieve chirurgie en multidisciplinaire casuïstiek.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Giles de Quincey tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
app opsporen parodontitis

App met zelftest parodontitis

Er is in Duitsland een nieuw instrument in de strijd tegen parodontitis ontwikkeld. Met een app kunnen patiënten zelf testen hoe groot het risico is om parodontitis te ontwikkelen.

Parodontitis

Parodontitis is een van de meest voorkomende chronische ziekten op de wereld. Alleen al in Duitsland lijden ongeveer 11,5 miljoen mensen aan een zware vorm van deze ziekte.

“Als parodontitis niet behandeld wordt, kan dit leiden tot tandverlies en ook effect hebben op de algemene gezondheid en het algemene welbevinden. Net zoals bij een ijsberg, verloopt de ziekte grotendeels onder de zichtbare oppervlakte. Doordat er meestal geen pijn gevoeld wordt, wordt de ziekte vaak pas in een laat stadium ontdekt,” verklaarde Prof. Dr. Thomas Kocher. “Het is dus belangrijk om de waarschuwingssignalen voor mogelijke parodontitis te kennen en bij de eerste aanwijzingen de tandarts te bezoeken. Door vroegtijdige herkenning en een juiste behandeling kan het ziekteproces tot stilstand gebracht worden.”

Vroege opsporing parodontitis door app

Vroege opsporing van de ziekte is dus belangrijk. Reden voor de Deutsche Gesellschaft für Parodontologie om een app te laten ontwikkelen waarmee patiënten zelf kunnen onderzoeken welk risico ze lopen om parodontitis te ontwikkelen. Voor deze app is gebruik gemaakt van data die verzameld zijn bij de lopende gezondheidsstudie SHIP (Study of Health of Pomerania). Met de gratis app kan iedereen eenvoudig zijn risicofactoren inschatten.

Bron:
DGParo.de

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Patiënten met diabetes type 2 meer kans op parodontitis

Patiënten met diabetes type 2 meer kans op parodontitis

Parodontitis is een enorme complicatie van diabetes mellitus. De vraag is echter: heeft een patiënt met type 2 diabetes meer kans op het ontwikkelen van een parodontale ziekte dan een patiënt met type 1 diabetes? Een studie die op de jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse diabetesvereniging werd gepresenteerd, probeerde deze belangrijke vraag te beantwoorden.

Klinische variabelen
Aangezien deze soorten diabetes zich heel anders ontwikkelen, kan het begrip over de mogelijke verschillen in de klinische variabelen van deze aandoeningen helpen met het voorkomen en onder controle houden van parodontale ziektes.

Aanleiding onderzoek
De mechanismen die leiden tot de ontwikkeling van diabetes soorten zijn verschillend, waardoor de onderzoekers trachtten te ontdekken of patiënten met type 1 diabetes of mensen met type 2 diabetes meer kans maakten op een parodontale ziekte.

Type 2 diabetes
Volgens de studie was de prevalentie van parodontale ziektes hoger bij patiënten met type 2 diabetes. Dit wordt geassocieerd met leeftijdsprogressie, duur van de ziekte en een slechte glycemische controle, ongeacht het type diabetes.

 Studie
Het onderzoek werd gehouden onder bijna 290 patiënten. Hieronder vielen 102 patiënten met type 1 diabetes, 103 patiënten met type 2 diabetes en 83 patiënten zonder diabetes. De patiënten werden gescreend op parodontitis volgens de aanbevelingen van de American Academy of Periodontology en de ADA. De studie werd geleid door Marcello Gaieta Vannucci, DDS, een tandheelkundige chirurg in Porto Alegre, Brazilië.

Factoren
De patiënten met type 1 diabetes waren over het algemeen jonger dan die met type 2 diabetes. Geen van de type 1 diabetes patiënten rookten, terwijl 30% van de diabetes patiënten van type 2 dit wel deden. Ongeveer 54% van de type 1 diabetes patiënten waren mannen, vergeleken met 63% van de type 2 diabetes patiënten.

Complexe wisselwerking
Parodontitis omvat een complexe wisselwerking tussen orale bacteriën en de reactie van een patiënt op die bacteriën. Systematische aandoeningen zoals diabetes mellitus kunnen het parodontium van een patiënt beïnvloeden. Parodontitis is de zesde meest voorkomende chronische complicatie van diabetes mellitus, aldus de auteurs van de studie.

Resultaat
De patiënten met type 2 diabetes hadden tweemaal vaker last van parodontale ziektes dan patiënten met type 1 diabetes.

Bron:
Drbicuspid.com

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
preventieassistent:

Voor uw preventieassistent: De DPSI onder de knie?

Tot de jaren 40 van Tot de jaren 40 van de vorige eeuw werd er met de natte vinger gekeken naar de parodontale conditie; het was een hele subjectieve inschatting. Daardoor vond de ene tandarts het wel meevallen, terwijl de andere precies dezelfde situatie als ernstig zou willen bestempelen. Dat was natuurlijk niet handig.

We willen tegenwoordig de conditie van de gingiva in maat en getal uitdrukken. Maar waarom willen we dat zo graag? Het blijkt dat bij verdiepte pockets, dus pockets dieper dan 3 mm, een supra-gingivale reiniging gecombineerd met een sub-gingivale reiniging effectiever is dan alleen een supra-gingivale gebitsreiniging. Dat is goed om te weten maar dan moet je natuurlijk wel weten waar die verdiepte ruimtes zich bevinden.

Verslag van de lezing van mondhygiënist Marion Seuntjens tijdens de Landelijke Dag voor de Preventieassistent.

De Periodontal Disease Index van Ramfjord
Als je de mond zonder instrumenten bekijkt, dan heb je lang niet altijd in de gaten waar echt een pocket aanwezig is. In 1959 werd de Periodontal Disease Index geintroduceerd. Deze index legde de parodontale conditie vast en gaf de mate van gingivitis weer. Ook het aanhechtingsverlies werd meegenomen. Bij deze meting moest op vier plaatsen rondom een element gemeten worden. Zo werd dus de partiële meting geïntroduceerd.  Dat werd niet voor niks zo gedaan: het kostte veel tijd om alle patiënten door de hele mond op elk plekje te meten. Ramfjord, de bedenker van deze meting, bedacht dat het handig was om een aantal elementen te selecteren die representatief zijn voor parodontitis zodat de hele mond snel in beeld kon worden gebracht. Deze zogenoemde Ramfjord-elementen waren de 16, 21, 24, 36, 41 en 44. Later bleek dat deze elementen wel representatief zijn voor gingivitis maar niet voor parodontitis. Deze index wordt niet meer toegepast.

CPITN: meten in sextanten
In 1982 kwam de Word Health Organisation (WHO) met het initiatief van de CPITN, met de bedoeling de behandelbehoefte bij grote populaties te bepalen. Op basis hiervan wilde men een politiek mondzorgbeleid kunnen maken.

De CPITN verdeelt het gebit in sextanten. Ditmaal wordt er niet op vier plaatsen per element gesondeerd, maar helemaal rondom. De hoogste waarde per sextant wordt genoteerd. Vervolgens wordt de parodontale conditie in een score uitgedrukt. De behandelbehoefte wordt vervolgens bepaald vanuit de hoogste score van alle sextanten. Score 0 stond voor gezond, pocketdieptes van maximaal 3 mm, geen tandsteen, geen retentiefactoren en geen bloeding na sonderen.

Een retentiefactor is een plaats waar eenvoudig plaque kan achter blijven, zoals tandsteen en overhangende vullingen. Bij score 1 worden pocketdieptes van niet dieper dan 3mm gevonden, geen tandsteen, geen retenties, maar wel bloeding na het sonderen bij 1 of meerdere plaatsen. Score 2 staat eveneens voor pockets tot 3 mm, maar wel met tandsteen of retentie.  Bij score 3 zijn er pockets aanwezig van 4-5 mm diepte en bij score 4 pockets van 6 mm of dieper.

DPSI
De Dutch Periodontal  Screenings Index (DPSI) werd in 1998 geïntroduceerd in Nederland en wordt nu als standaard gebruikt. Deze index lijkt sterk op de CPITN maar er is wel een verschil. De score 3 is onderverdeeld in score 3- en 3+. Bij 3- zijn er geen recessies en bij 3+ zijn er wel recessies boven de gemeten pocket.

Waarom is dat zo belangrijk? Als ik een pocket van 5 mm meet, maar daarboven is een recessie van 3 mm, dan is er een aanhechtingsverlies van 8 mm. Dat valt dus onder een ernstigere score dan een pocket van 5 mm zonder recessie, want dan is het aanhechtingsverlies ook 5 mm. Als er dus niet wordt verteld of sprake is van een recessie, kan er geen inschatting worden gemaakt over hoe ernstig de situatie is.

In 2010 werd de DPSI in een nieuw jasje gestoken en opnieuw onder de aandacht gebracht.

Er zijn 3 categorieën:

  • A. Onder categorie A vallen de scores 0,1 en 2.
  • B. Onder categorie B valt de score 3-.
  • C. Onder categorie C vallen DPSI 3+ en 4.

Parodontologietraject: wie behandelt?
De zware paro-patiënten vallen dus onder DPSI 3+ en 4. Wel wordt volgens het paroprotocol bij categorie B al het paro-traject gestart. Er moet dan een pocketstatus worden gemaakt. De DPSI moet bij elke periodieke controle worden gescoord om de conditie te volgen in de tijd, om een vergelijking te maken met eerdere scores. Het is vooral van belang dat de DPSI ervoor zorgt dat de patiënt bij de juiste behandelaar terecht komt. Enkel patiënten in categorie A kunnen bij de preventieassistent terecht, patiënten in categorie B en C dus niet.

Onder begeleiding van een tandarts of mondhygiënist kunnen patiënten met DPSI A in principe behandeld worden door de preventieassistent  aan of ter voorkoming van gingivitis, maar overleg is altijd aan te raden. Ook binnen DPSI A zijn er patiënten die complexer zijn dan de categorie patiënten waarvoor preventieassistenten scholing hebben gehad.

Pseudopocket
Seuntjens schetste een voorbeeld van een ruimte van 4 mm waarbij 1 mm zwelling door de ontsteking van de gingiva werd gemeten. Is dit nu een pocket? Ja, dat is natuurlijk wel een pocket maar dan zonder botafbraak. Dit wordt een pseudopocket genoemd. Je moet hierbij waken dat deze pocket niet als teken van parodontale afbraak en aanhechtingsverlies wordt gezien en dus niet in het paro-traject terecht komt. Als de sonde niet voorbij de glazuur-cement-grens komt is het geen parodontitis maar gingivitis en is er dus geen pocketstatus e.d. nodig. Het onderscheid maken tussen een echte pocket met botafbraak en een pseudopocket is moeilijk. Een preventieassistent kan bij twijfel het beste hulp inroepen van zijn praktijkbegeleider; de tandarts of mondhygiënist.

Ook bij pseudopocket moet altijd het paroprotocol voorgesteld worden als behandeloptie, want het het valt onder DPSI B. De preventieassistent mag dus niet zelf beslissen om het paroprotocol niet verder af te wikkelen. Dit is aan de patiënt.

Meten

Bij het meten van de pocketdiepte zijn de volgende zaken van belang:

  • De gemodificeerde pengreep
  • Afsteuning
  • De juiste druk
  • Exploratief

Bij de gemodificeerde pengreep blijft vanzelf de ringvinger over en dit is de steunvinger. Bij het meten moet er naar de wortelpunt gewezen worden zodat het instrument parallel staat. Dit moet met de juiste druk gebeuren namelijk 25 gram. Maar hoe weet je of je de juiste geeft? Dat kun je checken door met de juiste druk op een brievenweger te meten. Ook kun je jezelf controleren door met de clickprobe te sonderen . Deze geeft een klikje als de juiste druk is bereikt.

Exploratief sonderen
Verder zal er exploratief moeten worden gesondeerd. Dat betekent dat je onderzoekend door de sulcus of pocket heen gaat. Je gaat echt elk klein stukje van het element af. “Als er dan een hele lokale pocket zit, dan heb je hem te pakken”, illustreerde Seuntjens. Hierbij is vooral belangrijk dat er onder het contactpunt wordt gemeten. Hier ontstaan namelijk de eerste problemen omdat het daar lastig schoonmaken is en omdat het weefsel daar extra kwetsbaar is.  Dus voorkom dat je stopt bij de lijnhoek en reik goed onder het contactpunt. Dat betekent dat je de sonde iets schuiner moet inbrengen. Maar niet te schuin anders mis je ook de bodem en roept de patiënt ‘auw’ omdat je ergens anders in belandt. Bovendien klopt dan je meting niet.

Blijven scholen

“Eenmaal de DPSI gemeten, weet dan waar jouw persoonlijke grenzen liggen in de behandeling. Weet wat je kent en kunt en hou je hier ook aan. Streef naar perfectie en wees niet te snel tevreden in wat je kent en kunt”, zei Seuntjens.

Ze gaf tenslotte het belang aan van jezelf blijven scholen, zelfs in de dingen die het meest eenvoudig lijken.

Marion Seuntjes is mondhygiënist, Praktijk voor mondhygiëne, Beuningen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist voor dental INFO van het verslag van Marion Seuntjes tijdens de Landelijke Dag voor de Preventieassistent.

 

Lees meer over: Assisteren, Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
European Gum health Day

European Gum Health Day 2017: Samen vechten tegen tandvleesaandoeningen

De European Gum Health Day is een internationale dag van bewustzijn van tandvleesaandoeningen en zal dit jaar worden gehouden op 12 mei. De dag wordt gepromoot door de European Federation of Periodontology (EFP) en de 29 nationale organisaties die hierbij horen.

Ernst van tandvleesaandoeningen
Het doel van de dag is om bewustzijn en de ernst van tandvleesaandoeningen en de noodzaak van het goed onderhouden van je eigen tandvlees onder de aandacht te brengen. Dit wordt gedaan met de slogan “Fighting gum disease together”, wat goed aansluit bij de missie van de EFP.

Behandeling, preventie en bewustzijn                     
De hoofdthema’s waar de EFP met deze dag aandacht voor probeert te krijgen zijn behandeling, preventie en bewustzijn. Iedereen binnen het tandartsenteam zou zo goed mogelijk samen moeten werken om de best mogelijke zorg te kunnen bieden, elk persoon zou cruciale informatie over mondhygiëne moeten weten en iedereen zou bekend moeten zijn met de symptomen en gevolgen van tandvleesaandoeningen als gingivitis en parodontitis.

Extra aanmoediging
Ook zullen tijdens de European Gum Health Day 2017 de EFP en de nationale organisaties zoveel mogelijk gezondheidsprofessionals proberen aan te moedigen om het EFP Manifesto: Parodontale en Algemene Gezondheid te ondertekenen, als een extra aanmoediging voor het bevorderen van preventie, vroege detectie en behandeling van tandvleesaandoeningen.

European Gum Health Day 2016
Vorig jaar werd een soortgelijke dag gehouden met als slogan “gezond tandvlees voor een beter leven”. Deze dag was een groot succes: 21 van de nationale organisaties gerelateerd aan de EFP organiseerden een wijd scala aan bewustzijnsactiviteiten en kregen op deze manier veel media aandacht.

Bron:
EFP
NVVP

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z