Wanneer past u het Dahl-principe toe?

Wanneer past u het Dahl-principe toe?

De behandeling van lokale gebitsslijtage is een uitdaging waarmee elke tandarts te maken krijgt. Als die slijtage zich beperkt tot het front of de zijdelingse delen, kan toepassing van een zogenaamd Dahl-principe geïndiceerd zijn.

Verslag van de lezing van dr. Derk-Jan Jager, tandarts en deeltijds verbonden aan de sectie Orale Functieleer, tijdens het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

Lokale slijtage gaat vaak gepaard met dento-alveolaire compensatie. Als er sprake is van dento-alveolaire compensatie dan kunt ruimte creëren door middel van:

  • Inslijpen (veel gezond weefsel wordt opgeofferd)
  • Orthodontie
  • Dahl effect

Is er geen sprake van dento-alveolaire compensatie, dan kan er direct buccaal en palatinaal van het bovenfront worden opgebouwd.


Slijtage van de palatinale vlakken in het bovenfront.


Onder rubberdam worden de palatinale restauraties op directe wijze met composiet aangebracht.


Het resultaat na het aanbrengen van de directe, palatinale composietrestauraties.

Dahl-effect
Het Dahl-effect is een orthodontische reactie op een gedeeltelijke beetverhoging. Met een Dahl-platform wordt intrusie van anterior elementen inclusief de processus alveolaris (40%) en eruptie van de zijdelingse delen (60%) verkregen. Er kunnen problemen ontstaan met kauwen en praten, maar deze zijn slechts van tijdelijke aard. Door het Dahl-effect zullen geen endodontische, parodontale, TMJ (temporomandibulair joint) of wortelresorptie gerelateerde problemen ontstaan.

Voorwaarden voor de toepassing van Dahl

  • Gezond parodontium
  • Gezond TMJ
  • Toepassing van axiale occlusale krachten

94% van de Dahl-toepassingen is succesvol. De kans op succes is niet verbonden aan leeftijd of geslacht. Ook kent Dahl weinig tot geen complicaties.

Dr. Derk Jan Jager is tandarts en deeltijds verbonden aan de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen, het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het Martini Ziekenhuis in Groningen en de Stichting Bijzondere Tandheelkunde Amsterdam. Recentelijk promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit Groningen op een proefschrift getiteld: Dental erosion: the role of acidic beverages, saliva and toothpastes in the development and reduction of dental erosion.

Verslag door Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

 

Lees meer over: Restaureren

Tandverlies is een ingrijpende emotionele ervaring

Tanden verliezen staat voor sommige patiënten gelijk het verlies van een arm of been, blijkt uit een Britse studie. De grote impact van tandverlies vraagt meer aandacht van behandelaars, schrijft Newcastle University.

Gevolgen van tandverlies
Voor de studie werden 39 Britten geïnterviewd over hun ervaringen met het verliezen van tanden. Sommige deelnemers aan de studie hadden het gevoel dat ze gefaald hadden, omdat ze een kunstgebit nodig hadden. Anderen durfden de deur niet meer uit vanwege verloren tanden.

Bij de grote impact van tandverlies speelt mogelijk de verwachting mee dat het gebit tegenwoordig langer mee gaat dan vroeger.

Behandeling
Het verlies van tanden kan emotioneel even ingrijpend zijn als een chronische medische aandoening. Bij sommige patiënten is mogelijk psychische behandeling nodig.

Bron:
Newcastle University

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
3D Printing: de nieuwe revolutie in de tandheelkunde en tandtechniek

3D Printing: de nieuwe revolutie in de tandheelkunde en tandtechniek

Het 3D printen is momenteel wereldwijd de snels opkomende technologie in een groot aantal branches en maakt ook in de tandheelkunde een indrukwekkende opmars. Dit is ook niet verwonderlijk, want het 3D printen biedt enorme voordelen, zeker in de tandtechniek, maar ook voor tandartsen.

In samenwerking met het Duitse bedrijf Rapidshape GmbH en TNO Eindhoven is NextDent erin geslaagd om een uniek productconcept op de markt te brengen. In april 2014 brengt NextDent als eerste de nieuwe 3D printers de D30 en de D30L op de markt, speciaal ontwikkeld voor de tandheelkunde / tandtechniek.

Toepassing
Met deze printers kunnen nu al individuele lepels, boormallen, tijdelijk kronen, bruggen en modellen worden gemaakt. Verdere producten zijn in ontwikkeling zoals orthodontische producten (oktober 2014) en materialen voor de gebitsprothese (2015).

Kostenbesparend en nauwkeurig
Met deze innovatie is de tandtechniek/tandheelkunde in staat om kostenbesparend en met grote nauwkeurigheid te werken. De techniek is verrassend eenvoudig en zorgt voor een minimum aan materiaal verlies. De open source systeem filosofie van NextDent maakt het mogelijk dat verschillende scanners en software pakketten aan het systeem gekoppeld kan worden.

Er wordt laag voor laag geprint (1cmhoogte in 13 minuten), en dat wil zeggen dat een kroon in 10 -15 minuten geprint kan worden met een precisie van 35 mu. Op het platform van (11 cm x 6,2 cm) kunnen meerdere kronen tegelijker tijd geprint worden, zo kunnen er ca. 30 kronen in 10-15 minuten worden geprint. De materiaal kosten zijn dan ca. 40 cent per kroon. Het materiaal waaruit geprint wordt is biocompatibel en in verschillende kleuren verkrijgbaar. Kortom een kostenbesparende afval besparende en nauwkeurige revolutie voor de tandheelkunde / tandtechniek.

Lees meer over: 3D-printen, Actueel, Restaureren, Thema A-Z
Speeksel en gebitsslijtage: een glibberig verhaal

Speeksel en gebitsslijtage: een glibberig verhaal

Speeksel is onmisbaar voor het behouden van een optimale mondgezondheid. ‘Speekselonderzoek zou bij gebitsslijtage een standaard procedure moeten zijn’. Wanneer is er sprake van een droge mond en welke informatie kunt u uit een voedingsdagboek halen?

Verslag van de lezing van dr. Casper Bots, tandarts-epidemioloog en initiatiefnemer van het Nederlands Speekselcentrum, tijdens het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

Speeksel is onmisbaar voor het handhaven van een optimale mondgezondheid. Over de relatie tussen speeksel en gebitsslijtage bestaan verschillende en uiteenlopende gedachten, opvattingen, meningen en onderzoeksresultaten. ‘Bij gebitsslijtage zou speekselonderzoek een standaard procedure moeten zijn. Het is denkbaar dat de grondslag van de slijtage nauw samenhangt met een te droge mond’ zei Bots. ‘Ook kan het zijn dat de buffer tekort schiet waardoor de kans op erosie blijvend groot is.’ Op het speekselspreekuur van het Nederlands Speekselcentrum wordt speeksel van patiënten met (erosieve) gebitsslijtage nader onderzocht en wordt de slijtage nauwkeurig in beeld gebracht.

Eigenschappen speeksel
Er komt onder normale omstandigheden ongeveer 0,5 liter aan speeksel per dag in de mond. Een aantal eiwitten uit speeksel hebben een bijzondere eigenschap:

  • Statherine: komt uit het speeksel van de parotis en heeft een antischimmel werking.
  • Histatine: zorgt voor snellere wondgenezing.
  • Mucine: heeft suikerketens aan de buitenkant die water binden.

Parotisspeeksel is waterig en zorgt voor buffering. Mucine-rijk speeksel daarentegen, heeft geen buffer, maar zorgt voor het glibberige, visco-elastische effect. Alleen vermindering van de hoeveelheid parotisspeeksel leidt dus tot een lagere buffercapaciteit voor zuren. Door deze lagere buffercapaciteit kan er sneller erosieves gebitsslijtage optreden.

Droge mond
Factoren waar je een droge mond van kunt krijgen:

  • Medicatie: meer dan 4 medicijnen leidt tot een objectief droge mond
  • Bestraling in het hoofd- halsgebied
  • Het Syndroom van Sjögren

Factoren die kunnen bevestigen dat er zeer waarschijnlijk sprake is van een droge mond:

  • Objectieve speekseltest
  • Droge lippen
  • Glad leren aspect van de tong
  • Progressieve gebitsslijtage
  • Plakken van de mondspiegel aan de wang
  • Wanneer de patiënt de tong uitsteekt, blijft de mondspiegel daarop plakken
  • Glanzend palatum en gingiva
  • Debris achter op het palatum
  • Veel en frequent hebben van cariës

Voedingsdagboekje
Het is van groot belang om een voedingsdagboekje bij te laten houden. U kunt er veel informatie uit halen, bijvoorbeeld:

  • Is het überhaupt ingevuld? Dit zegt iets over het commitment van de patiënt.
  • Sociaal-economische status van de patiënt.
  • Dagbesteding van de patiënt.
  • Welke hoeveelheid drinkt de patiënt? Als dat veel is, kan het verklaren waarom de patiënt geen subjectieve klachten heeft van een droge mond, terwijl deze wel objectief droog kan zijn.
  • Is er sprake van een erosief en zuur dieet? Dit stimuleert namelijk de parotis.

Dr. Casper P. Bots is tandarts-epidemioloog en werkzaam op het grensgebied van kliniek en onderzoek. Hij is initiatiefnemer van het Nederlands Speekselcentrum vanuit waar wekelijks bij SBT in Amsterdam en Zwolle een speekselspreekuur wordt georganiseerd. Hij is als gastmedewerker verbonden aan de afdeling Orale Biochemie van het ACTA waar zijn onderzoeksinteresse ligt bij de samenstelling van speeksel in relatie tot veranderingen in de mondgezondheid. In 2008 heeft hij De Mondzorgkliniek in Bunschoten opgericht. Als redacteur is hij werkzaam geweest voor diverse tandheelkundige bladen waaronder het NTvT en ACTA-QP, waar hij momenteel de rubriek “Wetenschap op de werkvloer” verzorgt. Daarnaast is hij voorzitter van de Commissie Onderzoeksbegeleiding van de NMT.

Door: Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Restaureren, Thema A-Z

Glasionomeer ook geschikt voor restauratie kiezen

Glasionomeervullingen worden vaak niet voor kiezen gebruikt, omdat de uitgeoefende druk te groot zou zijn. Uit een studie blijkt echter dat glasionomeer net zo goed presteert als amalgaam, schrijft ZWP online .

Restauraties
De onderzoekers vergeleken 10.000 tandrestauraties uit eerdere studies. Ze concluderen dat glasionomeer ook geschikt is voor kiezen. Voor glasionomeervullingen waren namelijk niet meer vervolgrestauraties nodig dan voor de andere materialen.

Tot zes jaar na de restauratie presteert glasionomeervullingen even goed als composiet of amalgaam.

Bron
ZWP online
University of the Witwatersrand 

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
bruxisme-90

Gebitsslijtage: Een veelzijdig tandheelkundig probleem

Er wordt steeds vaker gebitsslijtage gesignaleerd. Attritie is één van de vormen. Wat is dit en waardoor ontstaat deze slijtage?

Verslag van de lezing van prof. dr. Frank Lobbezoo, tandarts-gnatholoog en hoogleraar Orale Bewegingsstoornissen, tijdens het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

Er wordt steeds vaker gebitsslijtage gesignaleerd. Gebitsslijtage kan worden onderscheiden in de volgende vormen:

  • Attritie = mechanische slijtage als gevolg van functie en parafunctie
  • Abrasie =mechanische slijtage die niet het gevolg is van functie en parafunctie
  • Erosie = chemische slijtage, niet het gevolg van cariës

Attritie
Etiologische factoren bij attritie kunnen zijn: thegosis en bewegingsstoornissen.

Bij thegosis worden de gebitselementen geslepen om deze scherper te maken. Dit gebeurt met name in het dierenrijk.

De ziekte van Parkinson is een irreversibele, extrapiramidale bewegingsstoornis. Dit leidt tot bewegingsarmoede en -traagheid, tremoren in rust, spierstijfheid, problemen met spreken, kauwen en slikken en een maskergelaat. Bij langdurig gebruik van de medicatie tegen Parkinson kan er orofaciale dyskinesie ontstaan. Hierbij worden er onwillekeurige dansachtige bewegingen gemaakt met het gezicht, de lippen, de tong en de kaak. Een mogelijk gevolg van deze orofaciale dyskinesie is dan ook attritie. Orofaciale dyskinesie kan voorkomen bij psychiatrische aandoeningen en chronisch gebruik van antipsychotica (dopamine-antagonisten) en antiparkinson medicatie (dopamine-agonisten).

Bruxisme wordt gedefinieerd als een repetitieve kauwspieractiviteit die wordt gekarakteriseerd door:

  • Klemmen of knarsen, en/of;
  • Fixeren van of duwen van de onderkaak

Bruxisme treedt op tijdens:

  • Slapen: slaapbruxisme
  • Waken: waakbruxisme

Vroeger werd de focus van het ontstaan van bruxisme op perifere factoren gelegd, maar nu meer op centrale factoren. Deze centrale factoren kunnen worden onverdeeld in:

  • Psychosociale factoren: stress, persoonlijkheid.
  • Biologische/fysiologische factoren: neurotransmitters.
  • Exogene factoren: medicatie, roken. Meer roken leidt tot meer bruxisme.

Attritie is een van de meest in het oogspringende gevolgen van bruxisme. De mate van attritie is echter niet geassocieerd met de ernst van bruxisme. 


Prof. dr. Frank Lobbezoo is tandarts-gnatholoog en hoogleraar Orale Bewegingsstoornissen bij de leerstoelgroep Orale Kinesiologie, afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde van het ACTA. Prof. Lobbezoo verzorgt theoretisch en praktisch onderwijs voor tandheelkundestudenten op het gebied van TMD, orofaciale pijn en tandheelkundige slaapstoornissen. Daarnaast is hij directeur van de postinitiële opleiding Orale Kinesiologie, een driejarig programma waarin tandartsen worden opgeleid tot tandarts-gnatholoog. Bovendien is hij leider van het onderzoeksprogramma Orale Regeneratieve Geneeskunde en heeft hij een groot aantal nationale en internationale publicaties op zijn naam staan.

Verslag door Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVGPT-congres Gebitsslijtage.



Lees meer over: Restaureren
Restauratie

Restauratie: de nieuwste materialen en technieken

Verslag van de lezing van de internationaal bekende prosthodontist en tandtechnicus dr. Edelhoff, tijdens het NVVRT-congres Restauratieve tandheelkunde over de juiste materiaalkeuze en technieken bij restauratie.

Voorspelbare esthetiek bij het duurzaam restaureren kan alleen als er een nauwe samenwerking is tussen tandarts en tandtechniek. Systematische benadering begint met het zorgvuldig opstellen van een behandelplan dat leidt tot een diagnostische “wax-up” waarna de restauratiematerialen gekozen kunnen worden en de bijbehorende preparaties, de “soft tissue management” en de tijdelijke voorzieningen. De tijdelijke voorzieningen spelen een belangrijke rol in de communicatie tussen patiënt, tandarts en tandtechnicus en zijn van groot belang bij een voorspelbaar eindresultaat. CAD/CAM technologie kan dit concept verrijken door innovatieve diagnostische opties alsmede de toepassing van nieuwe en verbeterde restauratiematerialen. Nieuwe behandelmogelijkheden worden geboden doordat slijtvaste kunststoffen kunnen worden toegepast als tijdelijke voorziening, niet alleen minimaal invasief maar zelfs non-invasief om de uiteindelijke definitieve restauratie uit te testen.

Shift van analoog naar digitaal
Een natuurlijk element doet er gemiddeld negen jaar over om zich volledig te ontwikkelen. Het maken van een kroon op de analoge manier – handmatig opgebouwd door de tandtechnieker – neemt vier dagen in beslag. Het digitaal frezen via CADCAM duurt maar een paar uur. Het grote verschil in tijds- en arbeidsintensiviteit tussen analoog en digitaal werken heeft er voor gezorgd dat er de laatste jaren een verschuiving naar digitaal werken heeft plaatsgevonden. CADCAM staat voor betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid. Het handmatig opbouwen door de tandtechnieker staat bekend om z’n creativiteit en een esthetisch resultaat.

De invloed van licht
Het type licht (daglicht/ flitslicht) bepaalt de kleur van de tanden. Bij de waargenomen kleur van de tanden speelt de kleur van de lippen en de weke delen ook een belangrijke rol. De lippen zorgen bovendien voor een schaduw op de tanden, wat de kleur van de tanden beïnvloedt. Het is van belang dat het gekozen restauratiemateriaal dezelfde eigenschappen heeft en net zo translucent is als het natuurlijke tandweefsel.

Informatie
Goede communicatie en informatie verschaffing aan de tandtechnieker is van groot belang voor een optimaal esthetische resultaat.

  • Het is belangrijk om de wortelcontour af te drukken bij centrale incisieven, zodat de tandtechnieker bij de kroonvervaardiging goed de plaats van de disto- en mesio-incisale hoek kan bepalen.
  • Daarnaast is het van belang te kijken naar de lijn van de onder- en bovenlip en de lachlijn en daarvan een foto te maken die u meestuurt naar de tandtechnieker.
  • Ook is het verstandig om een foto van de patiënt met facebow te maken, zodat de tandtechnieker de ooglijn met het vlak van occlusie kan vergelijken.
  • Bij facing- en kroonpreparaties in het front is het bovendien essentieel daarvan foto’s te maken om de tandtechnieker informatie te geven over eventuele verkleuringen. De tandtechnieker kan dan namelijk een opaquer materiaal gebruiken zoals zirconia om de verkleuring te maskeren. Een andere manier is om de verkleuring als tandarts zelf te maskeren met opaque composiet. Bij verkleuring van de stomp door een metalen stift kunt u groeven maken in de stift, deze zandstralen, bonden en vervolgens een heel witte opaquer aanbrengen.

Delen
Een tand kan worden verdeeld in drie delen: de papilhoogte, het proximale contactgebied en het incisale deel. Om een goede esthetisch resultaat te verkrijgen moet de verhouding van deze 3 delen per tand in het bovenfront als volgt zijn:

Centrale incisief Laterale incisief Cuspidaat
Papilhoogte 40% 40% 40%
Proximale contactgebied 40%  30%  20%
Incisale deel 20% 30% 40%

Materiaaleigenschappen
IPS Empress en IPS E-max Press zijn glaskeramieken met een goede buigsterkte die geëtst kunnen worden met hydrofluoridezuur (HF) en zijn zowel digitaal (CADCAM) als analoog (handmatig opgebouwd door tandtechnieker) toe te passen. Zirconia kan alleen digitaal (CADCAM) worden gefreesd en is niet etsbaar. Wanneer een materiaal geen glas bevat, is etsen niet mogelijk. Hoe hoger de kristalinhoud van keramieken, hoe hoger de buigsterkte is, maar hoe minder de lichttransmissie is.

Monolytisch glaskeramiek is betrouwbaarder dan zirconia met een veneer.
Beslijpen van porselein leidt tot een daling van 50% in sterkte. Wanneer een kroon of brug toch te hoog is, is het daarom de eerste keus om de restauratie na het beslijpen terug te sturen naar de tandtechnieker om deze opnieuw af te glanzen. De tweede keus is om het beslepen deel zelf te polijsten en vervolgens de restauratie te plaatsen.

Zirconia is 3 tot 4 keer harder dan glazuur. Dit leidt ertoe dat zirconia nauwelijks slijt, terwijl de rest van het gebit dit wel doet. Op deze manier kan een zirconia kroon op lange termijn in suprapositie komen te staan in verhouding tot de rest van het gebit, wat een negatieve invloed op de occlusie kan hebben.

Kronen op implantaten
Keramieken zijn goed bestand tegen compressiekrachten, maar niet tegen trekkrachten. Een rechte schroef leidt tot compressiekrachten en een conische schroef tot trekkrachten. Het is daarom van belang om bij zirconia abutments alleen rechte schroeven te gebruiken.

Gebitsslijtage
Melkconsumptie vermindert de slijtagesnelheid met 30%.
De sleutelelementen bij slijtage:

  1. Diagnostische opwas:
    Deze opwas laat u maken door de tandtechnieker om te zien hoeveel tandmateriaal er mist door de slijtage en om te bepalen of u de patiënt op een directe of indirecte manier moet behandelen.
  2. Esthetische evaluatie/ functionele test drive:
    De diagnostische opwas wordt omgezet in een splint die de patiënt de hele dag draagt als ‘test’, behalve bij het eten. Wanneer dit de patiënt goed bevalt, wordt dit overgezet in composiet. Het onderfront moet daarbij als laatste worden opgebouwd, wanneer de beet al stabiel is na het plaatsen van de restauraties in de zijdelingse delen.
  3. Evaluatie van de graad van de slijtage
  4. Materiaalselectie:
    Kiest u voor composiet of keramiek? Bepaal aan de hand van de diagnostische opwas of u direct of indirect wilt behandelen.
  5. Adequate preparatie:
    Prepareren is bij slijtage vaak niet nodig. Indien er wel geprepareerd moet worden, geldt dat dit zo min mogelijk invasief moet zijn.

Occlusie
De sleutelelementen bij occlusie:

  • Hoektandgeleiding: Verlies van hoektandgeleiding leidt tot verlies van controle in bijtkracht.
  • Freedom of centric: Er moet genoeg vrijheid zijn voor de eerste bewegingen totdat de hoektandgeleiding het overneemt.
  • Gemiddelde verticale en horizontale overlap van het front: Bij een forse verticale of horizontale overbeet ontstaat er bij articulatie niet altijd disclusie in de zijdelingse delen.

Cementmethodes
Glaskeramiek kunt u vastzetten met Variolink II of Nexus die light of dual curing mogen zijn. Glaskeramieken dienen met HF te worden geëtst. Leucite reinforced glaskeramiek moet 60 seconden en lithium disilicaat moet 20 seconden worden geëtst. Daarnaast moet lithiumdisilicaat worden gesilaniseerd.

Oxidekeramieken en metalen restauraties kunt u vastzetten met Panavia F 2.0 self curing en SE adhesive.

Preparaties met mechanische retentie kunt u vastzetten met Relyx Unicem.

Bij facings moet een light cured cement en bij kronen een dual cured cement worden gebruikt in verband met de dikte van beide materialen.

Bij het passen van keramiekkronen en facings kunt u glycerinegel gebruiken om de kleur goed te kunnen beoordelen.

Enkeltandsvervanging
De eigenschappen van natuurlijk tandweefsel kunnen het beste worden geëvenaard door keramiek (glazuur), composiet (dentine) en bonding (glazuur-dentinegrens). U kunt daarom de stomp met composiet opbouwen om het verloren dentine te vervangen en vervolgens een kroon laten maken voor het vervangen van het glazuur.

Prepareren
Bij kroonpreparaties voor keramieken moet een chamfer- of schouderpreparatie gemaakt worden. Wanneer de kroon wordt gefreesd met CADCAM dienen scherpe hoeken in de preparatie bovendien te worden vermeden, omdat deze niet digitaal kunnen worden verwerkt. Er moet altijd zo min mogelijk invasief worden geprepareerd. Bij facingspreparaties hoeft er ongeveer 0,5 mm minder buccaal te worden afgenomen dan bij kroonpreparaties. Bij porseleinen facings is de overleving na 10 jaar 93,5% en na 20 jaar 83%. Er is 7,7 keer meer kans op falen van porseleinen facings bij parafunctie. Bovendien falen porseleinen facings vaker bij non-vitale elementen, omdat de e-modulus van dentine daardoor veranderd.

Voordelen van facings:

  • Minder afbraak van gezond weefsel
  • Voorkomt endodontische behandeling
  • Voorkomt diepe cervicale preparaties voor retentie

Er zijn 3 typen facings te onderscheiden:

  • Dunne facings: er is een minimale dikte van 0,3mm nodig. Dit type heeft wel een grotere kans op microcracks.
  • Klassieke facings: er is een minimale dikte van 0,5mm nodig.
  • Dikke facings: er is een minimale dikte van 0,6 mm nodig.

Stiften
Stiften zorgen voor een verzwakking van het element. Wanneer toch een stift geplaatst dient te worden, kunt u het beste kiezen voor een vezelversterkte stift (FRC). Een FRC-stift heeft namelijk dezelfde e-modulus als dentine. Daarnaast dient bij het plaatsen van een stift altijd het cement in het kanaal te worden aangebracht. Wanneer het cement op de stift zelf wordt aangebracht, ontstaan er luchtbellen en dat dient voorkomen te worden. Van de FRC-stiften faalt 7-11%.

Bruggen
Wanneer er voor zirconia als materiaal wordt gekozen, moeten er geen grotere bruggen worden gemaakt dan 3- of 4-delig. Zirconia kan de translucentie van dentine evenaren, maar niet die van glazuur.
Er is 4,9 keer meer kans op chipping bij 4- of 5-delige bruggen dan bij 3-delige bruggen. Het passen van een brug of kroon voor het afglanzen, zorgt voor een hoger succespercentage.

Bruggen op implantaten
De conventionele brug blijft de behandeling van eerste keus bij bruggen op implantaten. Cantilever bruggen hebben een lager succespercentage. Tand-implantaat bruggen zijn nog minder gunstig en resin-bonded bruggen hebben de slechtste prognose.

Professor Edelhoff is zijn loopbaan begonnen als tandtechnicus en is opgeleid tot “Certified Dental Technician” (CDT) waarna hij tandheelkunde ging studeren waar hij in 1991 afstudeerde in de tandheelkunde en in 1994 de titel behaalde van Doctor of Medical Dentistry. Daarna volgde hij de opleiding tot “prosthodontist” bij Professor Spiekermann in Aachen, waarna hij zijn promotieonderzoek heeft gedaan aan het Dental Clinical Research Center of the Oregon Health and Sciences University in Portland, Oregon ( professor John Sörensen) van 1999 tot 2001. De promotie werd afgerond in 2003 aan de Universiteit van Aken.

Op dit moment heeft hij een vaste benoeming als Associate Professor op het Departement Prosthodontics en Dental Material Sciences aan de Ludwig-Maximillians Universiteit van München. Hij is erkend als Certified Prosthodontist en is lid van de German Society of Oral and Maxillofacial Medecine en de German Society of Prosthodontics and Biomaterial Sciences. Hij is vice-president van de Association of Dental Technology en lid van vele adviesorganen op het gebied van de orale implantologie en Associate member van de AAED (American Association of Esthetic Dentistry).

Door: Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVVRT-congres Restauratieve Tandheelkunde, spreker prosthodontist en tandtechnicus dr. Edelhoff.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Britse studenten oefenen boren met nieuw 3D-programma

Tandheelkunde studenten van de universiteit Leeds Dental Institute oefenen sinds kort met een nieuwe 3D-simulatie techniek waarmee zij kunnen boren bij virtuele patiënten, meldt Dentistry.

De techologie moet voor studenten de stap overbruggen tussen het de theorie en het moment van behandelen van echte patiënten.
De virtuele mond heeft een vibrerende technologie die vergelijkbaar is met simulatoren voor pilotentrainingen en vibrerende hand controllers van computer games.

Bij het boren van de tanden geeft de virtuele mond feedback aan de studenten waardoor zij het verschil voelen tussen boren in gezond glazuur en op plaatsen met tandbederf. De weerstand leert studenten hoeveel druk zij kunnen toepassen bij het boren.

De universiteit van Leeds heeft voldoende ‘virtuele monden’ aangeschaft om elke student regelmatig te laten oefenen.






He said: ‘Up until now, students have practiced using a phantom head. You need these to help you get to grips with what it’s like to have a real patient in front of you. But it’s still a big step to then drill into someone’s teeth for the first time. Dentistry is all about skill, dexterity and most importantly, practice. So having a virtual mouth to test and perfect your skills on, time and time again, means our students are going to be very well practiced before they treat a patient.’

The virtual environment also allows dental students to play back what they’ve done, examine their technique, analyse how successful they were and identify areas for improvement.

It also prepares students for a wider range of dental procedures, building up more complex cases than a phantom head can offer, such as tackling decay on a single tooth through to opening teeth for root canal treatment.

He added: ‘The students who have trialled the virtual mouths have already appreciated the very realistic experience it offers, even down to working with a tongue that reacts to your touch. This technology presents a huge step forward in the way dentistry students will master their training.’

Lees meer over: Kennis, Restaureren, Scholing, Thema A-Z

Restauratie bij een gezond gereduceerd parodontium

U heeft een perfect gezond gereduceerd parodontium bereikt, maar uw patiënt is niet tevreden. Hij ziet enkel de black triangles: de door de recessies veroorzaakte interdentale ruimtes. Wat kunt u hieraan (laten) doen?

Het goede nieuws is dat de papil altijd weer teruggroeit. Voorwaarde hiervoor is wel dat de juiste horizontale ruimte en druk aanwezig is zodat de papil een ruimte kan vullen die van bot tot contactpunt maximaal vijf millimeter hoog is. Dit kan echter wel drie jaar duren. De sulcusdiepte blijft hierbij een nette 2 à 3 millimeter. Als de afstand tussen de wortels groot is, betekent dit minder papil ingroei.

Kroon- en brugwerk
Kroon- en brugwerk kan ingezet worden om tot mooie, door gingiva opgevulde, interdentale ruimtes te komen. Door van contactpunten contactvlakken te maken wordt er een kleinere interdentale ruimte gecreëerd in de verticale en horizontale richting. Deze ruimtes kunnen vervolgens weer dichtgroeien met de gingiva. Er kan hiermee een zeer goede esthetiek bereikt worden.

Een groot nadeel van deze oplossing is de beperkte indicatie en de hoge kosten. Een kroon is enkel geïndiceerd als vervanging van een oude kroon. Bij het vervaardigen van een kroon op een gezond element is er namelijk sprake van maar liefst 63-72% weefselafname. Om de black triangle te sluiten zal er subgingivaal geprepareerd moeten worden zonder de biologische breedte te overschrijden. Hiervoor moet de restauratierand dus tenminste op twee millimeter afstand van het bot blijven.

Alternatieven

Facing
Een alternatief voor een kroon is een facing. Hier treedt slechts 3-30% weefselverlies op. Met porseleinen facings kan ook zeer goede esthetiek worden bereikt. De hoge kosten hiervan zijn echter een nadeel en nog steeds moet je tandweefsel opofferen.

Composiet
Een goedkopere en minder invasieve oplossing is het sluiten van black triangles met composiet. Een nadeel hierbij is dat de duurzaamheid beperkt is en de randaansluiting erg operateur gevoelig is.

Party Gums
Een andere oplossing, die aan een stille dood gestorven lijkt, is de gingiva-epithese. Ofwel: Party Gums. De epithese blijft een uitneembare voorziening en helaas is de houdbaarheid beperkt, slechts een jaar. Er trekken namelijk gemakkelijk kleurstoffen in. Een groot voordeel is dat er geen weefselafname voor nodig is en dat je ermee ‘nieuw tandvlees’ kunt verkrijgen.

Filler
Meer mogelijkheden voor in de toekomst zitten wellicht in een Filler. Tijdens een pilot study zijn er namelijk 14 ontbrekende papillen ingespoten met hyaluronzuur. Dit bracht een fraai resultaat, maar er is nog weinig over bekend.

Paul de Kok studeerde tandheelkunde op ACTA en is werkzaam aan de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA) als restauratief tandarts. Daarnaast doet Paul onderzoek aan de afdeling materiaalkunde van ACTA en doceert hij daar restauratieve en esthetische tandheelkunde aan de Master-studenten.

Door:
Bertine van Roy en Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënisten

Bron:
Verslag door dental INFO van het congres Paro Keukengeheimen van Dental Best Practice

Lees meer over: Parodontologie, Restaureren, Thema A-Z

Gat in het kaakbot: atraumatisch extraheren en socket preserveren

Speciale instrumenten en technieken helpen bij het atraumtisch verwijderen van gebitselementen. Toch ontstaat er vaak een vormverandering van de processusalveolaris. Het opvullen met botsubstituut zou uitkomst kunnen bieden.

Verslag van de lezing van tandarts, implantoloog Ronnie Goené en specialist in mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Jacques Baart tijdens het NVT-congres Het Gat.

Atraumatisch
Waren we in het verleden gewend stevig de tang te zetten op een gebitselement dat moest worden geëxtraheerd, tegenwoordig doen we dat anders, met een beter voorspelbaar eindresultaat. De reden is dat in het vervolgtraject na de extractie soms een implantaat geplaatst moet worden. Komt er onverwacht een buccale botwand mee dan hebben we een botsubstituut nodig.

Bundle Bone
Maar ook zonder afbreken van de buccale botrand krimpt de deze botwand vaak extra. Dit komt door het verdwijnen van het zogenaamde ‘bundle bone’. Bundle bone is de binnenbekleding van een extractie alveole waarin de vezels van het pardontale ligament insereren. Samen met het wortelcement en het parodonale ligament vormt het bundlebone een functionele eenheid.

Inschatting
Bij het streven naar een a-traumatische extractie speelt de inschatting of deze tand of kies zonder problemen kan worden geëxtraheerd, een belangrijke rol. Als de kroon tijdens de extractie afbrokkelt moeten de wortelresten chirurgisch worden verwijderd. Het is mogelijk deze intra-alveolair te verwijderen. Dat wil zeggen dat de verwijdering mogelijk is zonder bot te verwijderen en ook zonder het mucoperiost af te schuiven. Daartoe wordt na verdoving de kroon met een fissuurboor verwijderd van de wortels. Daarna wordt weer met een fissuurboor een groeve gemaakt om in de bovenkaak palatinaal van buccaal en in de onderkaak mesiaal van distaal te scheiden. Met een rechte hevel worden nu de wortels gesplitst en stuk voor stuk verwijderd. In de bovenkaak eerst de palatinale wortel, dan worden de mesiale en distale wortel van elkaar gesplitst. Daarna kunnen de disto-buccale wortel en tot slot de mesio-buccale wortel atraumatisch worden verwijderd. In de onderkaak wordt eerst de distale wortel verwijderd en vervolgens vanuit mesiaal de mesiale wortel.

Alveole opvullen
Systematische analyse van de literatuur schetst het beeld dat in die situaties waarin na een extractie geen preserverende maatregelen werden genomen, de noodzaak van botaugmentatie op het moment van implanteren met een factor 10 toeneemt. De tandarts kan bij een extractie ook zelf de alveole opvullen. Bijvoorbeeld met een blokje Bio Oss CollagenR dat wordt bevochtigd met fysiologisch zout. Vervolgens kan het blokje in kleine stukjes worden geknipt en in de alveole worden gebracht.

Gebruik van botsubstituut
De hele alveole, als deze later voor een implantaat gebruikt wordt, kan worden uitgevuld met een botsubstituut. Daarna wordt dit afgewerkt met een kruishechting of met een lapje mucosa of met een membraan en wordt het geheel verstevigd met een kruishechting. De alveole heeft 90 dagen nodig voor herstel.

Er is een wetenschappelijk onderzoek geweest naar een groep patiënten met alveolen gevuld met Bio Oss en een controlegroep die geen Bio Oss kreeg. Bij de laatste groep was er meer dan 20% vormverlies.

Nog een belangrijk cijfer is dat het implantatenpercentage, dat na 5 jaar los gaat zitten, ongeveer 5 procent is.

Ronnie Goené is implantoloog op de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie in het VUMC Amsterdam. Hij studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1985 richtte hij, samen met anderen, de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam op. De afgelopen 10 jaar houdt hij zich vooral bezig met het ontwikkelen van interdisciplinaire behandelstrategieën ten behoeve van patiënten met complexe tandheelkundige problemen. Goené is oud-bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) (1979-1990) en van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI) (1995-2009). Van zijn hand zijn publicaties verschenen op het gebied van de parodontologie en implantologie en hij geeft frequent voordrachten en cursussen in binnen- en buitenland op het gebied van de implantologie.

Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij vervult daar de rol van afwisselend chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager en docent. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij is (mede) auteur van meer dan 125 wetenschappelijke artikelen en van enkele leerboeken, waaronder ‘Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie’ en ‘Lokale Anesthesie in de Tandheelkunde’.


Bron: Verslag door Marian Vrolijk voor dental INFO van de lezing van Ronnie Goené en Jacques Baart tijdens het NVT-congres Het Gat, november 2012.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Anesthesie

De ene verdoving is de andere niet

Hoe lokale anesthesie toe te passen bij diverse groepen patiënten? Bekijk de drie casussen: een zwangere vrouw, een patiënt met allergie voor lokale anesthesie en een kind met ernstige kiespijn.

Casus 1: Komt een zwangere vrouw bij de dokter

De tandheelkundige behandeling wordt het liefst uitgevoerd na de zwangerschap en borstvoedingsperiode. Dit is meer ter geruststelling in verband met contra-indicaties. Wanneer een behandeling niet kan worden uitgesteld en moet plaatsvinden, dan liever niet in de eerste vier maanden van de zwangerschap, dan is de foetus het kwetsbaarst. Behandeling kan bij voorkeur in de vijfde of zesde maand plaatsvinden. Aan het einde van de zwangerschap is het liggen in de tandartsstoel niet comfortabel en is er risico op het Supine hypotensive syndrome. Door het achterover leggen van de stoel kan de foetus in de uterus drukken op de v. cava inferior. Hierdoor kan de aanstaande moeder het bewustzijn verliezen.

Lactatie wordt door een behandeling niet direct beïnvloed, maar kan door postoperatieve complicaties in het gedrang komen. Stel daarom electieve ingrepen uit tot na de lactatie. Denk bijvoorbeeld aan het geven van medicatie (pijnstilling of antibiotica) na behandeling die invloed heeft op de lactatie en op het kind.

Het maken van een röntgenfoto (tandfilm) dient bij voorkeur te worden uitgesteld tot na de zwangerschap. Wanneer het niet anders kan, is het aan te raden, te wachten tot na de vierde maand en gebruik te maken van een loodschort omdat de buik onbedoeld in de primaire bundel komt te liggen. Bij alle andere röntgenopnamen van het hoofdhalsgebied, dient liever geen gebruik te worden gemaakt van een loodschort. Door de strooistraling kan door het loodschort een kokerwerking optreden. Lactatie wordt niet beïnvloed door röntgenopnamen.

Keuze van anesthesievloeistof

Articaïne, lidocaïne en adrenaline kunnen bij zwangerschap worden toegepast. Prilicaïne met felypressine (Citanest) mogen niet worden gebruikt. Dit in verband met de kans op premature contracties en op methemoglobinemie (bij doseringen met meer dan 2-3 carpules). Vermijd intravasaal injecteren: aspireren!

Aanbevolen site: www.borstvoeding.nl

Casus 2: Patiënt zegt allergisch te zijn voor lokale anesthesie

Wanneer een patiënt zegt allergisch te zijn voor lokale anesthesie, blijkt dat niet altijd waar te zijn. Het is belangrijk om door te vragen. Wanneer de patiënt bijvoorbeeld vertelt dat hij last kreeg van bijna flauwvallen, maagklachten, hoofdpijn of diarree na verdoving bij de tandarts, gaat dit niet om een allergie maar meestal om vasovagale verschijnselen.
Vragen die kunnen helpen:

  • Waaruit bleek precies dat u allergisch bent?
  • Had u dat bij een eerdere verdoving ook?
  • Bent u daarna nog wel eens verdoofd?
  • Weet u hoe de verdovingsvloeistof heette?

Ook kan het zijn dat er niet goed is geaspireerd en dat de verdoving op deze manier voor een overdosering adrenaline of lokaal anaestheticum voor de patiënt zorgde.

Casus 3: Kind met ernstige kiespijn 

Voordelen oppervlakte anesthesie:

  • Draagt bij tot informed consent bij het kind. Het kind heeft immers de keuze tot voorverdoven.
  • Is een goede voorbereiding voor infiltratie anesthesie.
  • Zeer geschikt voor kinderen.
  • Keuze uit spray, vloeistof of zalf.
  • Verschillende smaakjes.

Maar beloof niet te veel!

Mandibulairblok bij kinderen

Nadelen

  • Lange ‘enge’ naald
  • ‘Zit’ niet altijd
  • Ook verdoofde tong en onderlip (bijttrauma)
  •  ‘Zit’ veel te lang

Voordelen

  • Eén prik
  • Wanneer de lip tintelt, weet je dat de verdoving zit
  • Diepe anesthesie
  • Lange tijd pijnvrij

Tip: teken een klok op een velletje papier als geheugensteuntje voor het kind (en de ouders) wanneer er weer gegeten mag worden.

Keuze uit andere dan conventionele soorten anesthesie toepassingen

  • Disposable spuiten (zien er heel anders uit)
  • Paroject/citoject (o.a. voor intraligamentair)
  • The Wand
  • SleeperOne of Quicksleeper

Jacques Baart († 2018) studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 was hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij vervulde daar de rol van afwisselend chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager en docent. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij was (mede) auteur van meer dan 125 wetenschappelijke artikelen en van enkele leerboeken, waaronder Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie en Lokale Anesthesie in de Tandheelkunde.

Verslag van de lezing van kaakchirurg Jacques Baart door Maja Faasen, mondhygiënist, voor dental INFO van het congres Medische aspecten van de tandheelkundige praktijk, 11 mei 2012.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Restaureren, Thema A-Z
Behoud van tanden

Behoud van tanden is ook mentaal behoud

Het behoud van eigen tanden is niet alleen vanuit medisch oogpunt belangrijk. Het hebben van een gezond en volledig gebit heeft ook een grote waarde voor de psychische gezondheid. Het verlies van blijvende tanden en kiezen moet daarom zo lang mogelijk worden vermeden omdat dit met ouderdom, zwakte en ziekte wordt geassocieerd, volgens psycholoog Lea Höfel in een artikel op ZWP-online.

Psychologie en tanden
In het normale taalgebruik worden tanden vaak in verband gebracht met mentale eigenschappen. Even doorbijten, op je tandvlees lopen, met de mond vol tanden staan, iemand aan de tand voelen en tot de tanden gewapend zijn. Tanden worden als teken van energie gezien. De samenhang tussen tanden en de psychische gezondheid wordt ook duidelijk als iemand door stress gaat tandenknarsen in z’n slaap.

Vervanging van tanden
Uit psychologisch oogpunt gaan eigen tanden altijd boven vervangende tanden. Een prothese wordt door patiënten het minst geaccepteerd als vervanging doordat de drager bij elke reiniging met eigen ogen ziet dat hij z’n gebit niet meer heeft. Dit verklaart ook het relatief vaak voorkomen van problemen bij het dragen van prothesen zonder dat er hiervoor een werkelijke medische indicatie is.

Vervangende ‘vaste’ tanden zoals implantaten worden eerder geaccepteerd doordat het nieuwe gebit zowel optisch als funktioneel lijkt op het eigen gebit. Veel patiënten kunnen goed met implantaten omgaan ook al blijven enkelen teleurgesteld over het niet meer hebben van de eigen tanden.

Endodontische behandeling
Endodontische behandelingen kunnen moeilijk en pijnlijk zijn en een goed resultaat kan niet altijd worden gegarandeerd. Toch betekent een succesvolle behandeling veel voor een patiënt: de eigen tanden blijven behouden en het verouderingsproces wordt nog even vooruit geschoven. Veel patiënten zien tanden als een belangrijk lichaamsdeel. Een kunst hand is nooit zoals een eigen hand. Waarom zou het dan bij tanden anders zijn? Patiënten die zo denken, zijn bij een endodontologisch georiënteerde tandarts het beste af. Ook zijn er patiënten die om cosmetische redenen zelf kiezen voor implantaten. Anderen zijn blij met een prothese omdat ze genoeg hebben van pijnlijke behandelingen.

Wat past bij uw patiënt?
Het is dus belangrijk om uit te vinden welke oplossing het beste bij uw patiënt past. Vragen die u uw patiënt kunt stellen om hier achter te komen:
– Hoe belangrik is het behoud van uw eigen tanden op een schaal van één tot tien?
> Vanaf een score van 6 kunt u het beste proberen de tanden te behouden.

– Welke vormen van vervangende tanden kent u (brug, prothese, implantaten etc)?
> Veel patiënten weten niet veel over de voor- en nadelen van de diverse alternatieven.

– Welke voorstelling heeft u over een wortelkanaalbehandeling?
> Sommige patiënten vermijden een endodontische behandeling op grond van negatieve verhalen die zij eerder hoorden, alhoewel ze toch liever hun eigen tanden behouden.

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z

Geavulseerde elementen: hoe zijn ze bewaard?

Een valpartij, geweld of een sportincident kan avulsie tot gevolg hebben, meestal van de centrale bovenincisieven. Wat te doen als een element in zijn geheel uit de alveole is geweest?

Avulsie maakt 0,5-3% deel uit van de dentale ongevallen. Het kan gepaard gaan met lichaamsverwondingen, beschadiging van de zachte weefsels, getraumatiseerde buurelementen en gefractureerd alveolair bot.

Melk- of blijvende dentitie
De handelingen zijn afhankelijk van het soort element: melk of blijvend.
Indien er sprake is van avulsie van een melkelement, dan mag het element nooit worden teruggeplaatst. De reden hiervoor is dat de blijvende opvolger beschadigd kan worden.
Bij avulsie van blijvende elementen moet het element wel teruggeplaatst worden. De prognose is afhankelijk van de staat van het element, leeftijd van de patiënt en mate van afvorming van de wortel.


Trauma melkgebit

Tandheelkundig handelen
Snel en goed tandheelkundig handelen is vereist om de kans op overleving van het blijvende element te vergroten. Eerst moet nagegaan worden wat de aard is van het ongeluk. Hiernaast zijn medische gegevens, eventueel bewustzijnsverlies, extra-oraal onderzoek en intra-oraal onderzoek van belang.

Belangrijk is om te weten hoe het geavulseerde element bewaard is gebleven, dit heeft namelijk een grote invloed op de prognose van het element.
Afhankelijk van de manier waarop het geavulseerde element bewaard is, wordt er gehandeld:

  • Het geavulseerde element is reeds teruggeplaatst in de alveole: het element wordt niet verwijderd maar wel gestabiliseerd door middel van een spalk. De mond kan gespoeld worden met een fysiologisch zout of chloorhexidine.
  • Het geavulseerde element is, korter dan 60 minuten na trauma, bewaard in een fysiologische oplossing: vuil kan eventueel verwijderd worden door middel van een fysiologische oplossing. Vervolgens kan het element teruggeplaatst worden. Indien er ook sprake is van een breuk van het alveolaire bot dan moet dit voorzichtig gedaan worden. In andere gevallen kan het element met kracht teruggeplaatst worden.
  • Het geavulseerde element is langer dan 60 minuten uit de alveole geweest of niet bewaard in een fysiologische oplossing: het vuil en parodontaal ligament wordt verwijderd. Het element wordt 20 minuten in een 2% natriumfluoride oplossing gelegd. Het element kan vervolgens teruggeplaatst worden.

Het element kan na terugplaatsing worden gespalkt. Het is belangrijk dat de patiënt alleen zacht voedsel nuttigt. Daarnaast kan de patiënt zijn mond schoonhouden met behulp van een mondspoelmiddel (chloorhexidine 0,2%) eventueel aangevuld met een zachte tandenborstel.


Flexibele spalk

Afvorming van de wortel
Belangrijk om te weten is of het element een wel of niet afgevormde wortel heeft:

  • Wel afgevormd: Binnen 7-10 dagen moet worden gestart met een endodontische behandeling, waarbij de kanalen eerst tijdelijk gevuld worden met calciumhydroxide om ontstekingsresorptie te voorkomen.
  • Niet afgevormd: Het klinisch en radiografisch monitoren van element is nu belangrijk. Bij een niet afgevormde wortel is er namelijk kans op revascularisatie. Indien er toch sprake is van necrose, moet er een endodontische behandeling worden uitgevoerd. Bij een open apex kan het handig zijn om ook een apexresectie uit te voeren.

Follow-up
Een goede follow-up is belangrijk. Er moeten regelmatig röntgenfoto’s worden gemaakt om te kijken of er sprake is van ontstekingsresorptie, ankylose of vervangingsresorptie.


Follow-up. Solo, één jaar na trauma
Ankylose en vervangingsresorptie 11

 
Bron: Journal of the Irish Dental Association – Treatment of the avulsed anterior tooth – Volume 57, nummer 6, pagina 319-322, december 2011/ januari 2012



Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z

Nieuwe tanden uit stamcellen

Nieuwe tanden kweken blijkt mogelijk te zijn met stamcellen. Professor Peter Murray uit de VS gebruikt hiervoor een soort poreuze mal in de vorm van een tand of kies. Deze mal is biologisch afbreekbaar en na uitharding van het glazuur en volgroeien van de zenuwcellen blijft zo een menselijke tand over.

Murray gebruikt hiervoor stamcellen uit de mond of uit beenmerg. Na toepassing van deze techniek op apen en muizen start hij met menselijke proefpersonen. Het moeilijkst blijkt de groei van de verschillende soorten tandweefsel te zijn, zoals dentine, glazuur en zenuwen.

Bron:
Singularityhub.com


Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Restaureren, Thema A-Z
Keramische materialen: gemotiveerd kiezen

Keramische materialen: gemotiveerd kiezen

Welke keramische materialen kunt u het beste gebruiken? Verslag van de presentatie van prof. dr. M. Cune en dr. M. Gresnigt tijdens de klinische avond in het UMC in Groningen op 15 maart.

Presentatie: Prof. dr. M. Cune
Prof. dr. M. Cune begon de avond met een presentatie over keramische materialen waarbij vooral werd ingegaan op zirconia keramiek.

Overzicht vol keramiek

  • Zirconia met opegbakken porselein (Lava, Everest)
  • Lithium discilicaat (IPS emax Press)
  • Materiaal schijnt door, liever niet op donkere stomp gebruiken.
  • Er kan een keuze gemaakt worden om de gehele kroon van dit materiaal te laten maken of om alleen de kap te laten bestaan uit lithium discilicaat.
  • Veldspaatporselein
  • Dit materiaal is geschikt als men beperkt invasief wil werken, 1,5 mm afname is al genoeg. – Dit porselein is bijvoorbeeld geschikt voor hoekopbouw. Een voordeel is dat het keramiek licht doorlaat, ook onder het tandvlees, waardoor het vriendelijker oogt.

 

Zirconia
Zirconia is het meest gangbare keramische materiaal momenteel. Het wordt zowel gebruikt als indirect restauratie-materiaal als voor abutments. Prof. dr. M. Cune ging door op de volgende onderwerpen wat betreft Zirconia.

1. Mechanisch: Hoe sterk is het?
Zirconia lijkt qua eigenschappen (buigsterkte, elasticiteitsmodus, thermische expansie, dichtheid) op dat van gehard staal.
Om het materiaal zo sterk te krijgen moet het de volgende opeenvolgende fases ondergaan: isostatisch persen (200Mpa), sinteren (850 graden Celcius), fraisen, sinteren (1350 graden Celcius). Tijdens het sinteren treedt exact 20% (gelijkmatige) krimp op. Hierdoor kan de kroon 20% te groot gemoduleerd worden en is de kroon exact reproduceerbaar.
Tijdens het verwarmen van zirconia, verandert ook de fase waarin zirconia zich bevindt. Het materiaal is bij kamertemperatuur in de mono-klinische fase. Door de temperatuur van het materiaal te verhogen, komt het materiaal in de tetragonale fase. Bij nog meer temperatuursverhoging komt het materiaal in de kubische fase. In deze laatste fase is het materiaal op zijn sterkst. Echter zal het materiaal uit elkaar spatten indien de temperatuur weer wordt verlaagd. Om deze reden wordt er een stabilisator toegevoegd aan zirconia: yttriumoxide. Deze stabilisator zorgt ervoor dat Zirconia in de tetragonale fase blijft bij kamertemperatuur.
Zirconia heeft ook nadelen. Bij een temperatuur van 220 graden celcius kan het vocht opnemen. Daarom is het af te raden om bijvoorbeeld zirconia-abutments te steriliseren. Daarnaast wordt het materiaal zwakker als het bewerkt wordt. Wat precies de oorzaak hiervan is, is niet bekend. Vermoedelijk heeft het iets te maken met de warmte die bij het bewerken ontstaat. Ook de slijtage is een nadeel. Dit geldt vooral bij zirconia-abutments. Het is bekend dat er meer slijtgage optreedt aan de implantaten dan bij titanium abutments.
Ondanks deze nadelen kan er gesteld worden dat Zirconia voldoende sterk is.

2. Biologisch: Is het wel gezond?
Er is onderzoek gedaan naar de cytototxiciteit, carcinogeniteit en mutageniteit. Deze blijken alledrie goed te zijn bij zirconia. Ook zijn er geen histologische verschillen te vinden tussen titanium en zirconia in de weke delen.

3. Esthetiek/functie: Is het mooier/beter dan ik dacht?
Bij een onderzoek met titanium en zirconia abutments bleek het volgende: bij dun tandvlees (<2mm) schijnt een titanium abutment door. Indien er dus sprake is van een dunne mucosa of een recessiegevoelige gingiva, dan kan beter gekozen worden voor zirconia. Er zijn nog geen vijfjaars resultaten bekend over zirconia kronen. Hier kan dus nog geen uitspraak over gedaan worden.

Presentatie dr. M. Gresnigt
Vervolgens heeft dr. M. Gresnigt zijn lezing gehouden over het adhesief cementeren van porseleinen partiele restauraties. Hieruit kwam naar voren dat men het beste zo minimaal invasief mogelijk kan werken. Dit betekent dat er eerder gekozen moet worden voor een partiële omslijping in plaats van een volledige omslijping. Hoe meer glazuur er behouden blijft, hoe beter de adhesie. Bovendien worden endodontische problemen hierdoor beter voorkomen.
Dr. M. Gresnigt vertelde dat sterkte van glaskeramieken niet alleen afhankelijk is van het restauratiemateriaal maar ook afhankelijk is van het cementatie proces. Het is belangrijk dat er gebruik wordt gemaakt van een adhesief cement.
Hierbij moet het porselein op de volgende manier bewerkt worden:

  1. Etsen met Hydrofluoridezuur (tijd is afhankelijk van soort porselein).
  2. 30 seconden spoelen met water.
  3. Debris verwijderen d.m.v. ultrasone reiniging in een trilbad met gedestilleerd water.
  4. Drogen.
  5. Silaan (monobond plus, Ivoclar Vivadent) aanbrengen en 1 minuut laten intrekken. Silaan kan worden gezien als een koppeling tussen twee verschillende oppervlaktes, de ene kant het porselein en de andere de bonding.
  6. Het aanbrengen van het adhesief en cement.

Hierna werd er door dr. M. Gresnigt ingegaan op de betreffende behandeling in het anteriore gebied en het posteriore gebied.

Anterior
Bij het gebruik van porselein in het anteriore gebied, is het belangrijk dat er gebruik wordt gemaakt van een wax-up om vervolgens een mock-up te maken van composiet of protemp. Op die manier kan de patiënt namelijk wennen aan de nieuwe situatie. Ook zijn er nog veranderingen mogelijk. Dit is om teleurstelling bij de patiënt achteraf te voorkomen.

Posterior
Bij het vervaardigen van porseleinen restauraties in het posteriore gebied waarbij veel dentine bloot ligt, is een Immediate Dentine Sealing (IDS) aan te raden. Dit betekent dat vóór het nemen van de afdruk al een sealing wordt aangebracht op het dentine (ets, prime, bonding). Voor het plaatsen van de porseleinen restauratie, wordt de IDS-laag voorbehandeld met behulp van een silica-coating (Cojet, 3M ESPE). Wanneer er gebruik wordt gemaakt van IDS dan is er sprake van een significantie lagere post-operatieve gevoeligheid. Daarnaast is er een betere hechting aan dentine.

Bekijk foto’s van behandelingen op de website van dr. Gresnigt

Bron: Klinische avond georganiseerd door de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

Prof. dr. M. Cune is hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder in de Restauratieve en Reconstructieve Tandheelkunde, aan het UMC Groningen en is daar werkzaam binnen het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Daarnaast is hij actief op het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde in het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein.

Dr. M. Gresnigt is werkzaam als klinisch docent en onderzoeker in de reconstructieve en esthetische tandheelkunde bij het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast werkt hij in de algemene praktijk, waar hij zich met name richt op de orthodontie, esthetische en reconstructieve tandheelkunde.

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
onderzoek - vergrootglas

Cementlaag zwakke schakel bij restauratie

Ernstig beschadigde gebitselementen worden vaak gerestaureerd met restauraties die met een composietcement worden verbonden aan het resterende tandweefsel. Deze adhesieve verbinding is vaak de zwakste schakel in de restauratie. Falen van de cementlaag resulteert in microlekkage of in het volledig loskomen van de restauratie.

Leontine Jongsma onderzocht het klinisch slagen en de overleving van indirecte composietrestauraties. Ook keek ze naar de invloed van de manier van polymerisatie, krimp en krimpspanning, en voorbehandeling van restauratiematerialen op de hechting tussen restauratiematerialen, cementen en tandweefsel.

Spanning
Uit haar onderzoek blijkt dat een hoge krimpspanning de adhesieve verbinding tussen dentine en cement zodanig onder spanning zet dat niet alleen de hechtsterkte lager wordt, maar ook het falen van deze verbinding (op termijn) zeer waarschijnlijk is. Haar onderzoek biedt een klinisch toepasbare oplossing om de krimpspanning bij het cementeren van een wortelstift te verminderen.

Promotie
Promovendus: Mw. L.A. Jongsma
Faculteit: Tandheelkunde
proefschrift: Cementation in adhesive dentistry. The weakest link
Promotor: dhr. prof. dr. A.J. Feilzer
Datum: Vrijdag 2 maart 2012, 14:00 uur
Locatie; Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, 1012 EZ Amsterdam

Bron:
UvA

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Restaureren, Thema A-Z
tandarts-materiaal

Antigeluid verstilt tandartsboor

Als het aan Britse onderzoekers ligt, luisteren tandartspatiënten in de toekomst tijdens de behandeling naar een mp3-speler die antigeluid produceert. Dat moet ervoor zorgen dat ze nauwelijks de boor horen en minder bang zijn voor de tandarts.

Antigeluid
Ruim tien jaar heeft Mark Atherton van Brunel University gewerkt aan het antigeluid voor in de behandelkamer. De hoge frequenties die de tandartsboor produceert, vormden daarbij een lastige uitdaging. Nu heeft hij een systeem ontwikkeld met een microfoontje dat het boorgeluid registreert, waarna de elektronica snel signalen doorgeeft aan een mp3-speler. De oordoppen van de mp3-speler produceren het antigeluid dat in de gehoorgang van de patiënt het lawaai van de boor grotendeels opheft.

Een fabrikant voor massaproductie van de vondst is er nog niet. Atherton en zijn team hebben er niettemin hoge verwachtingen van. Veel mensen associëren immers het geluid van de tandartsboor, dat al niet prettig is, met onaangename ervaringen. Volgens hoogleraar Brian Millar van Kings College in Londen kan de vondst de angst voor de tandarts bestrijden.

Snerpend
“Het is een kwestie van conditioneren, één keer een gaatje laten vullen zonder een goede verdoving kan al voor een sterke associatie tussen het geluid en pijn zorgen”, vertelt Ad de Jongh, hoogleraar in het Academisch Centrum Tandheelkunde (ACTA). Het geluid van de tandartsboor, een snerpende hoge toon gevolgd door lagere tonen zodra de boor het tandweefsel raakt, is natuurlijk zeer specifiek. Met name veertigplussers hebben pijnlijke herinneren uit de tijd dat tandartsen bij boren zelden een verdoving toepasten. De tandartsboor is echter lang niet de belangrijkste factor bij de ontwikkeling van een fobie voor de tandarts, nuanceert De Jongh. Een gaatje vullen blijkt dan ook niet zo traumatisch als andere, meer invasieve ingrepen waaronder het ondergaan van verdovingsinjecties, het trekken van kiezen of wortelkanaalbehandelingen.

Bovendien blijkt uit onderzoek van De Jongh dat pijnervaringen een matige voorspeller zijn voor het ontwikkelen van zo’n fobie. Gevoelens van machteloosheid en vernedering of schaamte en misselijkheid zijn veel belangrijker factoren. Als de angstige patiënt eenmaal in de stoel ligt, dan slaat de fantasie op hol over diverse rampen die hem of haar kunnen overkomen. Daartegen helpt antigeluid waarschijnlijk niet.

Comfort
De Jongh is zeer benieuwd of onderzoek naar toepassing van het antigeluid zal laten zien dat daadwerkelijk de angst bij patiënten afneemt. Hij verwacht maar een beperkt effect. Voor mensen die al getraumatiseerd zijn zal een psychologische behandeling waarschijnlijk veel meer effect hebben. Wel kan het antigeluid bijdragen aan het comfort, net zoals er nu al tandartsen zijn die patiënten afleiden met muziek of televisiebeelden.

Het antigeluid kan natuurlijk ook comfortabel zijn voor de tandarts zelf, om het gehoor te beschermen. Niet iedereen zal enthousiast zijn als hij wordt behandeld door een tandarts met speakertjes in de oren. Bovendien lijkt de nieuwe vondst daarvoor te laat te komen. De nieuwste generaties tandartsboren, met persluchtaandrijving, produceren allang niet meer zoveel herrie.

Bron:
NWTonline

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
praktijk, stoel

Richtlijnen voor extracties bij bisfosfonaatgebruik

Bisfosfonaten worden voorgeschreven tijdens de behandeling van een aantal botziekten. Bij intraveneuze toediening heeft dit medicijn gevolgen voor de tandheelkundige behandeling. Welke richtlijnen zijn voor u van belang?

Patiënten met botziekten als osteoporose, hypercalcemie of een maligniteit, krijgen bisfosfonaten voorgeschreven. Een van de bijwerkingen is het ontstaan van osteonecrose. Hierdoor kan er ernstig botverlies optreden. Dit komt ook voor in de kaken.
Bisfosfonaatgebruik kan dus consequenties hebben voor de tandheelkundige behandeling. Of dit zo is, hangt af van de manier van toediening: oraal of intraveneus.

Orale bisfosfonaten
Orale bisfosfonaten worden vaak voorgeschreven in geval van osteoporose. Door het gebruik van bisfosfonaten neemt de kans op botbreuken af. Bij de orale inname is de kans op osteonecrose van de kaken klein. Vooral indien de innameperiode korter is dan drie weken en er geen corticosteroïden worden gebruikt.

Intraveneuze bisfosfonaten
Bij intraveneuze toediening ligt dit anders. Deze fosfonaten worden meestal toegediend indien er sprake is van een kwaadaardige aandoening. Het gebruik van intraveneuze bisfosfonaten heeft direct invloed op de kwaliteit van leven van de patiënt. Het medicijn kan daarom niet zomaar stopgezet worden. Bovendien verlaagt het stoppen van de medicatie niet gelijk de kans op osteonecrose. Het is dus van belang om deze patiënten focus-vrij te maken voordat ze intraveneuze bisfosfonaten toegediend krijgen. Als blijkt dat een patiënt alsnog een tandheelkundige behandeling (bijvoorbeeld een extractie) moet ondergaan, dan heeft dit consequenties voor de behandeling.

Richtlijnen bij extractie
Ten eerste moet de patiënt op de hoogte gesteld worden van de kans op het ontstaan van osteonecrose in de kaken. Vervolgens moeten de volgende richtlijnen aangehouden worden.

Pre-operatief:

  • De patiënt moet een week van te voren beginnen met het spoelen met een chloorhexidine spoelmiddel. Ook moeten er instructies worden gegeven voor een optimale mondhygiëne.
  • Voorschrijven antibiotica: amoxicilline (in geval van allergie clindamycine)

Tijdens behandeling vermindering van doorbloeding vermijden:

  • Lokale anesthesie zonder vasoconstrictor (adrenaline) gebruiken
  • Zo atraumatisch mogelijk werken
  • Ischemia door incisie voorkomen

Post-operatief:

  • Zacht dieet
  • Twee maal daags spoelen met chloorhexidine
  • Antibioticagebruik nog een week voortzetten
  • Het is belangrijk dat de heling van de wond goed in de gaten wordt gehouden. Indien er toch osteonecrose ontstaat, dan moet de patiënt doorverwezen worden naar de kaakchirurg/specialist.

Bron:
Journal of the Irish Dental Association – Guidelines for treating patients taking bisphosphonates prior to dental extractions – Rogers S et al. – Volume 56, nummer 1, pagina 40 – Februari/maart 2010

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
Clear alignerbehandelingen leiden mogelijk tot alveolaire botdefecten

Gel laat gaatjes in tanden dichtgroeien

Franse wetenschappers hebben met succes een gel getest die de groei van nieuwe cellen in tanden stimuleert.

De gel met melanocyt-stimulerende hormonen (MSH) zou moeten worden aangebracht rondom een gaatje. Het middel moedigt de groei van nieuwe cellen aan en kan er mogelijk voor zorgen dat het tandweefsel zich binnen een maand volledig herstelt. Dat schrijven onderzoekers van het Nationaal Instituut voor Gezondheid en Medisch Onderzoek in Frankrijk in het wetenschappelijk tijdschrift ACS Nano.

Geen tandpasta
Volgens de wetenschappers zou de MSH-gel het repareren van gaatjes doormiddel van vullingen in sommige gevallen overbodig kunnen maken. Het middel kan echter niet voorkomen dat er nieuwe gaatjes ontstaan. Tanden poetsen blijft dus noodzakelijk.

“Het is geen tandpasta”, verklaart onderzoekster Nadia Benkirane-Jessel op Discovery News. “We kunnen er alleen gaatjes mee dichten.” Uit eerdere onderzoeken is al gebleken dat melanocyt-stimulerende hormonen de groei van nieuwe cellen in botten kunnen aanmoedigen. De Franse wetenschappers hebben de werking van de hormonen voor het eerst getest op tanden.

Meer onderzoek
De onderzoekers brachten de MSH-gel op de tanden van muizen, die veel gaatjes hadden. Na een maand smeren, waren bijna alle gaatjes in het gebit van de dieren verdwenen.

Meer onderzoek moet uitwijzen of de gel ook geschikt is om gaatjes in de tanden van mensen te behandelen. De wetenschappers verwachten niet dat de tandartsboor helemaal overbodig zal worden. Het middel is volgens hen waarschijnlijk alleen geschikt om bepaalde soorten gaatjes te dichten.

Bron:
NU

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Producten, Restaureren, Thema A-Z