Het-gebruik-van-kunstmatige-intelligentie

Het gebruik van kunstmatige intelligentie in de tandheelkunde komt steeds dichterbij

In de toekomst van de tandheelkunde kan kunstmatige intelligentie (AI) mogelijk automatisch parodontale pathologieën ontdekken die anders mogelijk worden gemist.

Een onderzoek dat werd gepresenteerd op het EuroPerio10-congres van de Europese Federatie van Parodontologie (EFP) toont aan dat dit steeds dichterbij komt: een deep learning-algoritme heeft namelijk met succes parodontitis op 2D-bitewing-röntgenfoto’s gedetecteerd.

Pathologie eerder ontdekken

Het inzetten van kunstmatige intelligentie vermindert mogelijk de hoeveelheid onderzoeken die nodig is om een pathologie te ontdekken, waardoor de blootstelling aan straling kan worden verminderd. Ook kan de stille progressie van parodontale ziektes worden verminderd en een behandeling eerder worden gestart. Het onderzoek werd gepresenteerd door Dr. Burak Yavuz van Eskisehir Osmangazi University in Turkije op EuroPerio10 – ’s werelds toonaangevende congres op het gebied van parodontologie en implantaattandheelkunde dat wordt georganiseerd door de EFP.

Deep learning bepaalt parodontale status

AI is eerder al gebruikt tijdens studies om cariës, wortelfracturen en apicale laesies te detecteren. Het onderzoek op het gebied van parodontologie is echter beperkt. Deze studie evalueerde het vermogen van deep learning, een type AI, om de parodontale status in 343 bitewing-röntgenfoto’s van parodontitispatiënten te bepalen.

Neuraal netwerk en specialist

De beeldverwerking werd uitgevoerd met een convolutief neuraal netwerk en door een ervaren specialist. Beide maakten gebruik van de segmentatiemethode. Beoordelingen omvatten totaal alveolair botverlies rond de onder- en boventanden, horizontaal botverlies, verticaal botverlies, furcatiedefecten en tandsteen rond de boven- en onderkaaktanden.

Gevoeligheid en precisie

Het succes van het algoritme bij het identificeren van defecten werd vergeleken met de beoordeling van de arts. Hiervoor werden gevoeligheid, precisie en F-1 score, het gewogen gemiddelde van gevoeligheid en precisie, gerapporteerd. Voor gevoeligheid, precisie en F1-score is 1 de beste waarde en 0 de slechtste.

Goede detectie van bepaalde soorten defecten

Het neurale netwerk identificeerde 859 gevallen van alveolair botverlies, 2.215 gevallen van horizontaal botverlies en 340 gevallen van verticaal botverlies. Daarnaast werden 108 furcatiedefecten en 508 gevallen van tandsteen gevonden.

De resultaten voor gevoeligheid, precisie en F1-score waren wisselend voor de verschillende types beoordeelde onderdelen. Zo werd totaal alveolair botverlies zeer goed gedetecteerd, terwijl de kunstmatige intelligentie verticaal botverlies niet kon identificeren. De exacte waardes zijn weergegeven in de tabel.

Bekijk hier een grotere afbeelding.

Uitgebreidere studies nodig

Dr. Yavuz zei: “Onze studie illustreert dat AI in staat is om vele soorten defecten op te pikken uit 2D-beelden die kunnen helpen bij de diagnose van parodontitis. Er zijn uitgebreidere studies nodig op grotere datasets om het succes van de modellen te vergroten en het gebruik ervan uit te breiden tot 3D-röntgenfoto’s.”

Kijkje in de toekomst

“Deze studie geeft een kijkje in de toekomst van de tandheelkunde, waar AI automatisch beelden evalueert en tandheelkundige professionals helpt om ziekten eerder te diagnosticeren en te behandelen”, concludeerde hij.

Bron:
“Detecting periodontal bone loss with an artificial intelligence approach on dental bitewing radiographs”, gepresenteerd tijdens de sessie “Periodontal diagnosis and disease progression” tijdens EuroPerio10 op 16 juni 2022, gepresenteerd door Dr. Burak Yavuz.

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Beeldvorming onthult bij vrouw molaren met zes en zeven wortelkanalen

Beeldvorming onthult bij vrouw molaren met zes en zeven wortelkanalen

Het belang van beeldvorming in de tandheelkunde komt regelmatig naar voren. Bij de behandeling van een vrouw met twee molaren die minstens zes abnormale wortelkanalen hadden door taurodontisme werden cone-beam computed tomography (CBCT) en een tandheelkundige operatiemicroscoop ingezet voor het lokaliseren van de wortelkanalen. Dit staat beschreven in een recent casusrapport in BMC Oral Health.

Anatomie en morfologie

Om endodontische procedures met succes af te ronden moeten clinici de anatomie van het wortelkanaal van elke patiënt en de morfologie van de tanden begrijpen. Als kanalen niet volledig worden afgesloten of sommige onbehandeld blijven, mislukken endodontische behandelingen vaak.

Taurodontisme maakt behandelingen lastiger

Taurodontisme is gekoppeld aan genetische of ontwikkelingsaandoeningen en beïnvloedt meerwortelige tanden, zoals kiezen. Het wordt geïdentificeerd door een langwerpige pulpakamer als gevolg van apicale verplaatsingen van de pulpabodem. De aandoening die bij 0,5% tot 5% van de algemene bevolking voorkomt kan een endodontische behandelingen uitdagender maken.

CBCT en operatiemicroscoop

Gelukkig vergemakkelijken CBCT-scans het analyseren van de anatomie van het wortelkanaal. Het gecombineerde gebruik van een tandheelkundige operatiemicroscoop met CBCT helpt bij het opsporen van en werken aan wortelkanalen in de bovenmolaren.

Zes en zeven wortelkanalen

De meeste molaren hebben twee tot vier kanalen. Er zijn veertien meldingen bekend van kiezen met ten minste zes kanalen, en slechts drie van die gevallen hebben betrekking op molaren met zeven kanalen, aldus de Chinese onderzoekers in het casusverslag. Het artikel beschrijft het geval van een patiënt met een eerste molaar met zes wortelkanalen en een ipsilaterale bovenkaakmolaar met zeven kanalen.

Zwelling in kaak

Een 35-jarige vrouw werd verwezen voor een wortelkanaalbehandeling na herhaalde perioden van zwelling in de rechterachterkaak bij tanden #16 en #17 gedurende drie maanden. Op röntgenfoto’s konden clinici zien dat de pulpakamer was verlengd, de pulpabodems apicale verplaatsing vertoonden, de wortels kort waren en beide tanden periapicale doorschijnendheid vertoonden.

Parodontitis en mesotaurodontisme

De tanden werden gediagnosticeerd als symptomatische apicale parodontitis en mesotaurodontisme. Mesotaurodontisme is een classificatie van taurodontisme waarbij de tanden aanzienlijk groter zijn en kortere wortels en een vergrote pulpakamer hebben.

Complexe patronen in de pulpakamer

Een wortelkanaalbehandeling werd aanbevolen. Met behulp van een operatiemicroscoop werden uiteindelijk complexe patronen in de pulpakamer van beide molaren onthuld. De bevindingen werden geverifieerd met CBCT-scans. Clinici hebben zes kanalen in tand #16 geprepareerd, twee in elk van de mesiobuccale, distobuccale en palatinale wortel. Ook maakten ze zeven kanalen in tand #17: drie in de mesiobuccale wortel, twee in de distobuccale wortel en twee in de palatinale wortel.

Twee van de kanalen in de mesiobuccale wortel van tand #17 waren met elkaar verbonden. De kanalen in de palatinale wortels waren gescheiden in het midden van de palatinale wortel en ontmoetten elkaar in de derde apicale. Met behulp van röntgenstralen en een elektronische apexlocator werd de werklengte van de wortels bepaald. De voorbereiding was voltooid en de toegangsholte werd afgesloten met een tijdelijke vulling. Een week later werd de procedure afgemaakt, werd de toegangsholte tijdelijk hersteld en moest de vrouw coronale rehabilitatie ondergaan.

Bewust zijn van zeldzame morfologie

Volgens de auteurs was dit geval “een uitdaging vanwege de grote morfologische variaties van de diepe pulpakamer, de posterieure locatie en het slechte zicht”. Beeldvorming hielp bij het analyseren van de wortelkanaalanatomie. Omdat complexe maxillaire molaire variaties bij patiënten mogelijk zijn, moeten clinici zich bewust zijn van de zeldzame morfologie van wortelkanalen. “Een juiste diagnose en zorgvuldig klinisch-radiologisch onderzoek zijn noodzakelijk, en het is essentieel om de kennis van de zeldzame morfologie van wortelkanalen voor clinici te versterken”, concluderen de auteurs.

Bron:

BMC Oral Health

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Kunstmatige intelligentie kan krachtig hulpmiddel zijn bij tandverlies voorspellen

Kunstmatige intelligentie kan krachtig hulpmiddel zijn bij tandverlies voorspellen

Kunstmatige intelligentie (AI) kan een krachtig hulpmiddel zijn om tandverlies te voorspellen, volgens een studie die werd gepubliceerd in PLOS One. Machine-learning-algoritmes die niet alleen medische maar ook sociaaleconomische gegevens bevatten toonden veelbelovende resultaten bij het voorspellen van edentulisme, tandverlies en het ontbreken van een functioneel gebit.

Sociaaleconomische voorspellers van tandverlies

Er is weinig bekend over de sociaaleconomische voorspellers van tandverlies, een aandoening die de kwaliteit van leven van individuen negatief kan beïnvloeden. Volgens de auteurs komt dit vooral doordat de meeste eerdere analyses waren gebaseerd op beschrijvende onderzoeken met een beperkt aantal variabelen.

AI-modellen

Met behulp van machine learning kan informatie over een groot aantal kenmerken gebruikt worden om een uitkomst te voorspellen en de relevante variabelen te identificeren. Daarmee ontwikkelden de onderzoekers vijf AI-modellen om volledig en incrementeel tandverlies te voorspellen. De studie gebruikte gegevens van bijna 12.000 volwassenen die deelnamen aan de Amerikaanse National Health and Nutrition Examination Survey.

Tandverlies voorspellen

De algoritmen gebruikten sociaaleconomische kenmerken, mondgezondheidsgedrag en chronische medische aandoeningen om te voorspellen welke van de deelnemers tandverlies had. De auteurs rapporteerden hun resultaten met behulp van AUC-percentages (Area Under the Curve). De AUC is een maatstaf om de prestaties van de algoritmen te evalueren: hoe dichter de AUC bij de 100% ligt, hoe beter het algoritme kan voorspellen, in dit geval of de deelnemers wel tandverlies of geen tandverlies hadden.

Modellen presteren goed

Alle modellen presteerden goed in de analyse, met AUC’s van minstens 80% voor het identificeren van verschillende soorten tandverlies. Het beste algoritme voorspelde edentulisme met een AUC van 89%, gebrek aan een functioneel gebit met een AUC van 88% en een of meer ontbrekende tanden met een AUC van 83%.

Medische aandoeningen minder belangrijk

Ook werden patiëntkenmerken geïdentificeerd die het belangrijkst zijn voor het voorspellen van tandverlies. Sociaaleconomische factoren bleken veel sterkere voorspellers te zijn dan medische aandoeningen. Leeftijd was de sterkste voorspeller van tandverlies in de analyse. Andere belangrijke factoren waren opleiding, routinematige tandheelkundige zorg, werk, gezinsinkomen, ras/etniciteit en eigenwoningbezit.

Hoewel medische aandoeningen waaronder artritis, diabetes en hartaandoeningen ook tandverlies voorspelden, presteerden ze niet zo sterk als de sociaaleconomische kenmerken. Sommige medische aandoeningen zoals jicht hadden helemaal geen voorspellende kracht.

Met sociaaleconomische kenmerken beter

De modellen die sociaaleconomische kenmerken bevatten waren beter in het voorspellen van tandverlies dan degene die alleen op routinematige klinische tandheelkundige indicatoren vertrouwden, volgens een van de auteurs.

Hulpmiddel om risicopatiënten te identificeren

In de toekomst kunnen de algoritmen een nieuw hulpmiddel worden om patiënten te identificeren die risico lopen op tandverlies. Tot die tijd benadrukken de bevindingen het belang van de sociale determinanten van gezondheid. “Het kennen van het opleidingsniveau, de arbeidsstatus en het inkomen van de patiënt is net zo relevant voor het voorspellen van tandverlies als het beoordelen van hun klinische tandheelkundige status”, zeggen de onderzoekers.

Bron:
PLOS One

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Beeldvorming helpt bij identificeren en verwijderen van geaspireerde kroon

Beeldvorming helpt bij identificeren en verwijderen van geaspireerde kroon

Een thoraxfoto hielp bij het identificeren van een tandkroon van 9.5 mm die werd ontdekt in de long van een 81-jarige man die in het ziekenhuis was opgenomen voor meningitis. Volgens de auteurs van het artikel dat in Radiology Case Reports werd gepubliceerd is onderhoud van prothetische kronen van cruciaal belang bij oudere patiënten.

Oude, gezonde mond

Nu mensen steeds ouder worden is er een grote behoefte aan behandelingen om de mond heel en gezond te houden. Creatie, plaatsing, onderhoud en behoud van prothetische kronen zijn hiervoor van cruciaal belang.

Aspiratie van kroon is levensgevaarlijk

Hoewel het relatief ongebruikelijk is, kan aspiratie van een kroon leiden tot levensgevaarlijke situaties wanneer de prothese niet tijdig wordt verwijderd. Oudere patiënten kunnen een verslechtering van mondhygiëne ervaren, en tandbederf kan uiteindelijk resulteren in het breken of losraken van kronen. Ook cementsoorten, parodontitis en slechte prothetische planning zijn gekoppeld aan het losraken van tandkronen.

81-jarige man

Onderzoekers beschrijven in een casusrapport het geval van een 81-jarige man die werd opgenomen op een intensivecareafdeling voor meningitis. Hij ervoer een veranderde staat van bewustzijn en zijn zuurstofsaturatie nam af, waardoor hij een spoedintubatie via de orotrachea nodig had.

Thoraxfoto toont vreemd lichaam

Om zeker te zijn dat de buis op de juiste plaats zat werd een thoraxfoto gemaakt. De beeldvorming toonde echter ook een vreemd lichaam in de vorm van een tandkroon in de bronchus van de rechter onderkwab.

Vastpakken en verwijderen

Artsen beoordeelden vervolgens de situatie met behulp van een orotracheale intubatiecanule samen met een flexibele bronchoscoop en een klem. De klem werd gebruikt om de bovenste premolaire tandprothesekroon vast te pakken waarna de canule werd ingezet om deze te verwijderen.

Succesvol proces van een uur

Ze kozen voor deze methode omdat het een lager risico op morbiditeit en mortaliteit heeft, schrijven de auteurs. De procedure werd zonder complicaties voltooid en de patiënt werd opnieuw geïntubeerd. Het totale proces van ontdekking van het vreemde lichaam tot het opnieuw intuberen duurde ongeveer een uur.

Preventie beste methode

Voorzichtigheid is volgens de artsen geboden bij het uitvoeren van intubaties of andere soortgelijke procedure bij oudere patiënten. Hoewel het niet altijd haalbaar is om alle aanbevelingen op te volgen bij het omgaan met trauma- of noodpatiënten, is preventie de beste manier om onbedoelde ingestie of aspiratie van een tandprothese te voorkomen.

Beeldvorming is essentieel

Desalniettemin is beeldvorming essentieel bij patiënten met ademhalingsveranderingen of die gebitselementen lijken te missen na een ongeval of noodgeval. Zo kunnen mogelijk ernstige complicaties worden voorkomen, schrijven de auteurs. Dit geldt vooral voor oudere patiënten die vaak een verslechterde mondgezondheid hebben. Tandartsen moeten rekening houden met de behandelingsopties voor deze patiënten, merkten ze op.

Bron:
Radiology Case Reports

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Hogere stralingsdosis hoofd-halsgebied bij kinderen gelinkt aan orale complicaties

Hogere stralingsdosis hoofd-halsgebied bij kinderen gelinkt aan orale complicaties

Overlevenden van hoofd- en nekkanker bij kinderen die hogere doses bestralingstherapie hebben ondergaan lopen een groter risico op het ontwikkelen van speeksel- en tandheelkundige complicaties, volgens een review in het International Journal of Radiation Oncology, Biology, Physics. De stralingsdoses voor de parotisklieren en in de mondholtes van kinderen zouden zo laag mogelijk moeten worden gehouden.

Bestralingstherapie veroorzaakt complicaties

Meer dan 350.000 kinderen over de hele wereld worden gediagnosticeerd met kinderkanker. Hoewel bestralingstherapie hun mogelijkheden aanzienlijk heeft verbeterd kan de behandeling ook complicaties veroorzaken die de gezondheid van kinderen op de lange termijn kunnen beïnvloeden.

Richtlijnen radiotherapie voor kinderen

Clinici ontwikkelen behandelplannen met de meest recente beschikbare informatie, maar er is geen enkele bron die evidence-based beslissingen schetst die specifiek betrekking hebben op kinderen die radiotherapie krijgen. Daarom heeft de Pediatric Normal Tissue Effects in the Clinic, een vrijwillige taskforce van specialisten, onderzoekreviews uitgevoerd om wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen te ontwikkelen voor de dosering van radiotherapie voor kinderen met het doel om bijwerkingen te minimaliseren.

Speekseldisfunctie en gebitsafwijkingen

In deze review werden veertig onderzoeken beoordeeld voor een kwalitatieve analyse en drie voor een kwantitatieve analyse om speekseldisfunctie en gebitsafwijkingen te bepalen bij kinderen die als kind bestralingstherapie kregen in het hoofd-halsgebied. Dergelijke tandheelkundige aandoeningen worden vaak pas jaren na radiotherapie ontdekt en zijn helaas permanent. Ze kunnen chirurgie of orthodontische corrigerende procedures vereisen.

Stralingsdosis parotisklieren

De onderzoekers keken specifiek naar de stralingsdosis die aan de parotisklieren werd afgegeven, uitgedrukt in eenheden van grey (Gy). Deze klier is verantwoordelijk voor de productie van speeksel, dat de mond bevochtigt om te helpen bij het kauwen, slikken, spreken en verteren. Ook functioneert het om tandbederf te voorkomen, aldus de review.

Xerostomie bij een derde van kinderen na dosis van 40 Gy

Uit de analyse bleek dat een gemiddelde parotisdosis van 35 Gy geassocieerd is met een risico op acute en chronische graad 2-xerostomie bij ongeveer 13% van de kinderen. Een gemiddelde dosis van 40 Gy gaat bij ongeveer 32% van de kinderen gepaard met een risico op dergelijke droge mond.

Gemiddelde dosis beperken

Hoewel het risico op speekseldisfunctie toeneemt bij hogere doses is er geen informatie over het risico bij lagere doses. Daarom beveelt de taskforce aan om de gemiddelde dosis te beperken tot niet meer dan 26 Gy, schreven de auteurs.

Toxische dosis onbekend

Tandontwikkelingsafwijkingen komen vaak voor na bestralingstherapie in de mondholte. Aangezien de minimale toxische dosis voor deze aandoeningen onbekend is, stelt de taskforce voor om de dosis op tanden zo laag mogelijk te houden. Bij patiënten onder de 4 jaar oud moeten speciale inspanningen worden geleverd om de doses onder de 20 Gy te houden. De reden hiervoor is dat de aard en ernst van tandheelkundige afwijkingen omgekeerd evenredig is met iemands leeftijd en tandontwikkelingsstadium op het moment van radiotherapie, schrijven de auteurs.

Risico’s tegen voordelen afwegen

De analyse had wel beperkingen. Zo waren de gegevens beperkt in wat betreft het mogelijke effect van submandibulaire- of kleine speekseldosis op het optreden van een droge mond. Desalniettemin zeggen de auteurs dat de risico’s van bestralingstherapie moeten worden afgewogen tegen de voordelen voor kinderen.
“Hogere doses voor de speekselklieren en de mondholte kunnen acceptabel zijn als ze nodig zijn voor een gunstig oncologisch resultaat”, concludeerden de onderzoekers.

Bron:
Radiation Oncology, Biology, Physics

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
SEDENTEX rechtvaardiging bij CBCT

SEDENTEX rechtvaardiging bij CBCT

CBCT-opnamen geven een hogere stralingsbelasting dan conventionele opnamen. Hiervoor zijn door SEDENTEXCT-richtlijnen opgesteld, welke deels expert opinion zijn. Hierin staat o.a. informatie over rechtvaardiging van blootstelling van patiënten aan ioniserende straling en de optimalisatie.

Rechtvaardiging

CBCT moet potentieel nieuwe informatie opleveren, en deze informatie moet niet met conventionele röntgenopnames kunnen worden verkregen. Een CBCT-opname mag nooit routinematig worden gemaakt of herhaald.
Belangrijk: Heeft 3D informatie uit de CBCT meerwaarde voor de diagnostiek en meerwaarde voor de behandeling?

Optimalisatie / ALARA

Er bestaat geen veilige stralingsdosis, omdat er geen drempelwaarde bestaat voor mutatie aan het DNA (à latentietijd à maligniteit). Het is verplicht vooraf alle informatie en geschiedenis van de patiënt door te nemen, en een klinisch onderzoek uit te voeren ter rechtvaardiging van de opname, omdat dit bijdraagt aan de reductie van de stralingsbelasting van de patiënt.

  1. Afschermingshulpmiddelen

    Loodkraag en loodschort zijn niet effectief, wél loodglaswand of betonnen of gipsen muur. Afscherming moet 1,5mm lood equivalent zijn.

  2. Diagnostic Reference levels

    “zuinig” apparaat kiezen.

  3. Dosislimieten

    Geldt voor bescherming van de behandelaar en publiek, niet voor patiënten.

  4. Leeftijd

    Stralingsrisico is sterk leeftijdsafhankelijk, bij patiënten < 10 jaar weegt dit risico 3x zo zwaar.

  5. Field of View

    Hoe groter het volume hoe meer weefsel wordt bestraald. Kleine FOV ligt zo rond de 5 bij 5 cm. Speekselklieren en de schildklier zijn gevoelige organen voor ioniserende straling.

  6. Resolutie

    Een kleinere voxel geeft meer detailweergave maar ook hogere stralingsdosis voor de patiënt. Goed bepalen of dit daadwerkelijk nodig is.

  7. Positionering

    Patiënt fixeren om bewegingsonscherpte te voorkomen.

  8. Scout view en dry run

    Scout-view is met lage röntgenstraling om met name bij klein FOV de positie controleren. Het onderwerp moet altijd in het centrum van het FOV staan, omdat daar de meeste informatie en hoogste beeldkwaliteit is. Een dry run is een “opname” zonder straling, om te kijken of apparaat niet “vast” loopt bij corpulente patiënten, en om kinderen te laten wennen aan een ronddraaiend apparaat. Zo voorkom je dat opnamen opnieuw moeten worden gemaakt. Als richtlijn geldt dat maximaal 5% van de CBCT-opnamen als onacceptabel mag worden beoordeeld.

Beoordeling CBCT

De gehele CBCT/data-set moet systematisch worden beoordeeld, om geen afwijkingen te missen. Deze beoordeling moet verplicht worden vastgelegd in een verslag. Vooraf aan de systematische beoordeling dient het contrast van de opname, de helderheid en Threshold Volume Rendering (software reconstructie van anatomische structuren) te worden geoptimaliseerd.
Het belangrijkste is dat wanneer er een abnormaliteit wordt gezien op de opname, er wordt doorgestuurd naar de desbetreffende specialist (MKA, KNO, radioloog).

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van C.M. Suttorp, orthodontist, tijdens de PAOT-cursus Toezichthoudend medewerker Stralingsbescherming Tandheelkunde voor de Conebeam CT.

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Beeldvorming helpt bij diagnose en behandeling van oogcellulitis veroorzaakt door tandabces

Casus: Beeldvorming helpt bij diagnose en behandeling van oogcellulitis veroorzaakt door tandabces

Beeldvorming heeft geholpen bij de diagnose en behandeling van een tweejarig meisje dat de levensbedreigende aandoening orbitale cellulitis ontwikkelde als gevolg van een tandabces. Deze casus, gepubliceerd in Cureus, benadrukt het belang van eerstelijnstandzorg bij kinderen: een gebrek aan zorg kan fatale complicaties tot gevolg hebben.

Mogelijk levensbedreigend

Pediatrische orbitale cellulitis is een mogelijke gezichts- en levensbedreigende aandoening. De ernstige infectie bij kinderen kan leiden tot aanzienlijke complicaties als blindheid, meningitis en hersenabces. Van de patiënten met deze aandoening stierf 17% aan meningitis en had 20% van de overlevenden permanent gezichtsverlies. Het is dus erg belangrijk om orbitale cellulitis snel vast te stellen en vroeg te behandelen.

Zeldzame complicatie van tandinfectie

Staphylococcus- en Streptococcus-soorten en Haemophilus influenzae zijn de meest voorkomende soorten bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de aandoening, en sinusitis en trauma zijn de meest voorkomende risicofactoren ervoor. Het is echter ook een zeldzame complicatie van een tandinfectie.

Tweejarig meisje

Een groep artsen van de University of Science Malaysia School of Medical Sciences beschrijft het geval van een tweejarig meisje dat naar het ziekenhuis werd gebracht na lichte koorts en progressieve periorbitale zwelling aan de linkerkant gedurende drie dagen. De zwelling verscheen eerst in de linkerbovenhoek en strekte zich uit naar de wang en het linker onderooglid. Ze had geen geschiedenis van trauma en haar oog was niet rood of waterig.
Het meisje was actief en had stabiele vitale functies. Alle oogonderzoeken waren normaal en haar ooguitstrijkje en bloedkweken waren negatief. De patiënt werd opgenomen en behandeld voor preseptale cellulitis met intraveneuze antibiotica en een antibioticumcrème voor haar oog.

Beeldvorming toont abces

Op de derde dag na de opname verslechterde de toestand. Tandheelkundig onderzoek toonde volgens de auteurs meerdere tandcariës, zwelling van het tandvlees en een abces, en twee losse melktanden aan. Contrastversterkte computertomografie (CECT) van de oogkas, het paranasale gebied en de hersenen vertoonden een linker periostale abcescollectie aan die zich uitstrekte tot het inferomediale gebied van de oogkas.

Mogelijke bron van infectie

Onder algemene anesthesie werden vervolgens een tandheelkundig onderzoek en tandextractie uitgevoerd. Tijdens het onderzoek ontdekte de tandarts een abces in de linkerbovenhoek van het tandvlees, mogelijk de bron van de infectie die vervolgens naar haar oog en sinussen ging, volgens de auteurs. Na een week van intraveneuze antibiotica nam de zwelling van het meisje af en werd ze ontslagen.

Bewustwording mogelijke verspreiding infectie belangrijk

De casus toont aan dat beeldvorming cruciaal is voor het diagnosticeren en behandelen van orbitale ontsteking, vooral wanneer de aandoening verslechtert. Ook werpt het een licht op een zeldzame complicatie van een tandinfectie. “Bewustwording van de mogelijke verspreiding van odontogene infectie naar de oogkas is buitengewoon belangrijk, zodat een krachtige behandeling zo vroeg mogelijk kan beginnen”, schrijven de auteurs.

Eerstelijns tandzorg belangrijk bij kinderen

Tenslotte benadrukt dit geval het belang van eerstelijns tandzorg bij kinderen. Volgens de auteurs kan “een gebrek aan zorg leiden tot verspreiding op afstand van de infectie en daarmee samenhangende complicaties, zoals verlies van gezichtsvermogen en overlijden”.

Bron:
Cureus

Lees meer over: Casus, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
inspectie - vergrootglas

ANVS houdt opnieuw inspecties bij tandartsen

Vanaf half maart 2022 starten opnieuw inspecties bij tandartsen, meldt de ANVS. Uit recent dataonderzoek van de ANVS blijkt dat 15% van de tandartspraktijken niet in het bezit is van een vergunning of registratie voor een röntgenapparaat die tegenwoordig met de nieuwe regelgeving wel nodig is. Reden om bij deze groep fysieke inspecties uit te voeren.

Inspecteurs van de ANVS gaan in de eerste helft van 2022 fysiek langs bij vijftien tandartspraktijken die op papier niet lijken te voldoen aan de voorschriften voor vergunning of registratie.

Thema’s van de inspectie

Het inspectiebezoek richt zich op het bezit van de juiste registratie of vergunning (autorisatie), de deskundigheidseisen voor het werken met straling, het volledig op orde hebben van de veiligheidsvoorschriften ten aanzien van het röntgenapparaat en de kwaliteit van onder meer de administratie.

Aansluiting op eerdere inspecties

In 2018 is de wet- en regelgeving rondom het werken met straling gewijzigd. Tandartsen zijn nu onder meer verplicht om de juiste registratie of vergunning te hebben voor hun röntgenapparaat. Vanaf 2019 voert de ANVS daarom inspecties uit bij een groot aantal tandheelkundige praktijken om te controleren of ze voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving. Wat bleek? Van de 500 geïnspecteerde tandheelkundige praktijken had rond de 30% nog geen geldige registratie of vergunning. En 35% had de deskundigheid niet volledig op orde, zoals de verplichting om advies in te winnen van een stralingsbeschermingsdeskundige. Na herinspecties hebben de inspecteurs bij alle geïnspecteerde praktijken geen overtredingen meer geconstateerd.

En wat als het bij de inspectie niet op orde blijkt?

Wanneer de inspecteur een overtreding constateert kan de ANVS één of meer interventies toepassen. Dit loopt van een waarschuwing tot bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke interventies, waaronder het stilleggen van de handelingen met de röntgentoestellen. Voor het bepalen van de toe te passen interventie(s) wordt er gebruik gemaakt van de ‘Toezicht- en interventiestrategie ANVS’. Mocht er een overtreding worden geconstateerd, zal de ANVS altijd een herinspectie uitvoeren. Na de zomer verwacht de ANVS de resultaten te kunnen delen.

Samenwerking met andere inspecties

De ANVS werkt samen met de Nederlands Arbeidsinspectie bij het controleren of ondernemers voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van stralingsbescherming. De ANVS controleert tijdens dit project op dezelfde thema’s. De Nederlandse Arbeidsinspectie richt zich daarbij vooral op werknemersbescherming, maar controleert ook of bedrijven beschikken over de vereiste autorisatie. De Nederlandse Arbeidsinspectie zal inspecties uitvoeren bij bedrijven die mogelijk met toestellen werken zonder geldige autorisatie. Om zo effectief mogelijk te zijn, is er afgesproken dat de ANVS zich richt op de tandartsen. De Nederlandse Arbeidsinspectie zal inspecties inplannen bij andere bedrijven. De ANVS deelt ook de resultaten met andere bevoegde inspecties. Naast de Nederlandse Arbeidsinspectie is dat dus de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.

Bron:
ANVS

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Casus: Beeldvorming en labonderzoek essentieel bij diagnose reuzencelgranuloom bij 17-jarige

Casus: Beeldvorming en labonderzoek essentieel bij diagnose reuzencelgranuloom bij 17-jarige

Beeldvorming en laboratoriumwerk hielpen bij de diagnose van een centraal reuzencelgranuloom (CGCC) bij een 17-jarige met kaakpijn en zwelling. De zeldzame, goedaardige, agressieve tumor werd onthuld door een computertomografie (CT)-scan en histopathologische resultaten. Na een kaakoperatie herstelde de patiënt volledig, volgens een artikel in het Cureus Journal of Medical Science.

Veel mogelijke oorzaken van zwelling

Een bezoek aan de spoedeisende hulp voor kaakpijn geassocieerd met zwelling is niet ongebruikelijk. Deze symptomen kunnen echter worden veroorzaakt door tal van aandoeningen, waaronder de ziekte van Lyme, trauma, gebitsproblemen, auto-immuunziekte, infectie en tumoren.

Centraal reuzencelgranuloom

Een soort tumor die dergelijke pijn kan veroorzaken is een centraal reuzencelgranuloom, een intraossale laesie gemaakt van cellulair fibreus weefsel. De incidentie ervan is ongeveer 0,0001%, en CGCC is goed voor rond de 7% van de goedaardige tumoren van de onderkaak. Volgens de auteurs moeten beeldvorming en laboratoriumtests worden gebruikt om een juiste diagnose te stellen.

17-jarige met kaakpijn

Een groep pediatrische artsen van het Brooklyn Hospital Center beschrijft het geval van een 17-jarig meisje dat naar de spoedeisende hulp ging na drie dagen van verergerende rechterkaakpijn. Ze schatte haar pijnintensiteit op negen uit tien en beschreef het als een doffe pijn die erger werd tijdens het poetsen of kauwen. Ibuprofen gaf enige verlichting en er werden geen andere symptomen gemeld.

Botachtige zwelling

Drie weken eerder was haar premolaar rechtsonder getrokken. Bij onderzoek van de mondholte bleek er echter een 1 x 1 cm gevoelige verharde botachtige vestibulaire buccale zwelling naast deze plek te zitten. Volgens de auteurs werd ook een niet-fluctuerende roze tandvleesovergroei-laesie van 5 x 5 mm gezien op de eerste premolaarplaats rechtsonder.

Laesie met erosie

Een team voor kaakchirurgie werd geraadpleegd en een CT-scan toonde een laesie in het midden van de rechterkaak van de patiënt met ongeveer 2,2 x 1,7 x 1,7 cm erosie die door de binnenste en buitenste cortex van de onderkaak ging. De locatie van de erosie duidde op een reuzencelgranuloom, en laboratoriumresultaten van een biopsiemonster bevestigden dit.

Herstel zonder complicaties

Het chirurgische team verwijderde de onderste tweede premolaar van de patiënt en verwijderde de laesie met debridement van de onderkaak, gevolgd door een bottransplantaat. Ze kreeg antibiotica en herstelde zonder complicaties. “Vroege diagnose, snelle interventie en volledige verwijdering van CGCG-laesies resulteren in een uitstekende prognose en lage herhalingspercentages”, schreef de groep.

Bron:
Cureus Journal of Medical Science

 

 

Lees meer over: Casus, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Onderzoek De invloed van omgevingslicht op het opsporen van glazuurcariës op röntgenfoto’s

Onderzoek: De invloed van omgevingslicht op het opsporen van glazuurcariës op röntgenfoto’s

Heeft omgevingslicht invloed op het beoordelen van röntgenfoto’s? Dat vroeg Julia Maijer, student Mondzorgkunde aan de Hogeschool Utrecht, zich af. Ze wijdde er haar afstudeeronderzoek aan.

Studenten Mondzorgkunde stellen soms andere diagnoses dan medestudenten of docenten. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Op de HU-kliniek Mondzorgkunde is er sprake van 2 ruimtes waar röntgenfoto’s worden beoordeeld: op de radiologieafdeling en op zaal. Een mogelijke verklaring voor het verschil in diagnoses is het omgevingslicht dat per ruimte verschilt.

Het onderzoek van Maijer heeft als doel het verkrijgen van kennis en inzicht in de invloed van omgevingslicht op de diagnostische waarde van approximale glazuurcariës, zodat een evidence based advies aan de docenten van de HU-kliniek Mondzorgkunde kan worden gegeven over de invloed die omgevingslicht heeft op het beoordelen van röntgenfoto’s.

Twee examinatoren

Voor dit onderzoek zijn twee examinatoren geselecteerd die praktiserende zaalstudenten zijn van de opleiding Mondzorgkunde te Utrecht. De examinatoren hebben op twee meetmomenten binnen twee settings een serie van negen bitewings beoordeeld waarop wel of geen approximale glazuurcariës te zien was. Aan de hand van dezelfde serie is een Gouden Standaard opgesteld door een tandarts. De beoordelingen van de examinatoren zijn daarmee geverifieerd. Aan de hand hiervan kon de sensitiviteit en de specificiteit bij verschillende omgevingslichten worden bepaald.

Tevens heeft Maijer middels een ROC-curve de accuraatheid geïllustreerd en middels Cohens Kappa de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid getoetst. De verschillen tussen de sensitiviteit en specificiteit van beide settings zijn op significantie berekend met behulp van de McNemar-toets. Een verschil is significant wanneer p<0,05.

Geen significante verschillen

Met een interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van 0,52 is bepaald dat bij setting 1, op zaal, sprake is van een sensitiviteit en specificiteit van respectievelijk 88% en 79%. Voor setting 2, op de radiologieafdeling, was sprake van 88% sensitiviteit en 81% specificiteit. Deze verschillen waren niet significant (p=1).

De accuraatheid van de tweede- en derdejaarsstudent was bij setting 1 respectievelijk “eerlijk” en “goed”. Bij setting 2 bleek respectievelijk “goed” en “excellent”. Zowel de verschillen tussen de examinatoren (p=0,34 voor setting 1 en p=0,06 voor setting 2) als het verschil in accuraatheid tussen de settings (p=1) bleek niet significant.

Conclusie

Op basis van dit onderzoek kan volgens Maijer worden geconcludeerd dat het verschil in omgevingslicht op zaal en op de radiologieafdeling geen invloed heeft op de diagnostische waarde van approximale glazuurcariës. Uitgaande van dit onderzoek wordt de discrepantie in diagnostiek dus niet verklaard door het verschil in omgevingslicht tussen zaal en de radiologieafdeling.

 

 

Lees meer over: Cariës, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
tandarts, behandeling

Diagnose van LCH toont belang regelmatige tandheelkundige röntgenfoto’s

Een panoramische röntgenfoto bracht bilaterale osteolytische laesies aan het licht in de kaak van een man, wat werd gediagnosticeerd als de zeldzame aandoening Langerhans cel histiocytose (LCH). De casus, gepubliceerd in het American Journal of Case Reports illustreert het belang van orthopantomografie als screeningstool.

Zeldzame ziekte

LCH is een zeldzame aandoening waarbij Langerhanscellen abnormaal uitdijen waardoor gezwellen ontstaan. Het vertoont zich als een sterke ontstekingsreactie als een enkele laesie tot een levensbedreigende ziekte waarbij meerdere organen betrokken zijn. Tot 20% van de gevallen komt voor in de kaak.

Naar de tandarts voor ontbrekende tanden

Het beschreven geval betreft een 42-jarige man die naar een tandarts ging om ontbrekende tanden te laten herstellen. Hij had geen significante medische geschiedenis en extraorale bevindingen waren onopvallend. Intraoraal onderzoek onthulde meerdere ontbrekende tanden, meerdere resterende wortels en matige tandvleesontsteking met graad III mobiliteit van de mandibulaire posterieure tanden bilateraal, schreven de auteurs.

Zwevende tanden

Een orthopantomogram (OPG) toonde bilaterale, goed gedefinieerde radiolucente laesies die de premolaire en molaire gebieden van de onderkaak erodeerden. Het alveolaire bot rond de achterste kiezen van de onderkaak was volledig verloren waardoor het leek alsof de tanden zweefden. Een laesie-epicentrum bleek zich op het midden van de wortel te bevinden, een andere werd gevonden in de rechter bovenkaakdistaal van de hoektand. Er werd geen wortelresorptie of -verplaatsing, of septatie van calcificaties gevonden.

Meerdere laesies

Tijdens vervolgonderzoek toonde een computertomografie (CT)-scan meerdere non-expansible osteolytische laesies die geassocieerd werden met meerdere zwevende tanden, zowel op de rechter anterieure bovenkaak en bilateraal op de onderkaak. Ook verdere CT-scans lieten dit gebied duidelijk zien.

Diagnose LCH

De diagnose Langerhans cel histiocytose werd uiteindelijk gesteld “vanwege de locatie van de laesies, de ‘uitgestanste’ radiolucente dichtheid en het radiografische ‘zwevende’ uiterlijk van de tanden”, aldus de auteurs. Labresultaten bevestigden de diagnose. De man wordt behandeld met intralesionale steroïde-injecties voor mandibulaire LCH.

Overweeg LCH bij zwevende tanden

Hoewel het een zeldzame aandoening is, moet LCH worden overwogen wanneer zwevende tanden te zien zijn op een panoramische röntgenfoto. In dergelijke gevallen moet het hele lichaam worden gecontroleerd op laesies in andere organen.

Het belang van regelmatige röntgenfoto’s

Deze casus toont volgens de auteurs het belang van regelmatige röntgenfoto’s: “Daarom kan het behandelen van een patiënt zonder een actuele tandheelkundige röntgenfoto te maken die OPG bevat, leiden tot een verkeerde diagnose, een vertraagde diagnose en verkeerde behandeling”.

Bron:
American Journal of Case Reports 

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
9 van de 10 tandheelkundige letsels niet gerapporteerd bij CT scan

9 van de 10 tandheelkundige letsels niet gerapporteerd bij CT scan

Volgens onderzoekers van de Universiteit van Leipzig wordt het overgrote deel van het tandheelkundig letsel niet gerapporteerd bij een full-body CT-scan.

Tandheelkundig letsel is een van de meest voorkomende gezichtsbeschadigingen na een ongeluk. Toch zien radiologen deze verwondingen nog vaak over het oog. Zij hebben vaak maar kort de tijd om veel foto’s te bekijken en zoeken daarbij altijd eerst naar de meest heftige verwondingen. Daardoor komen ze vaak niet toe aan de verwondingen aan het gebit.

“Radiologen moeten meer aandacht geven aan de tanden, aangezien die vaak voorkomen”, zegt Dr. Hans-Jonas Meyer. Hij is werkzaam op de afdeling diagnostiek en interventionele radiologie aan de Duitse Universiteit van Leipzig. Samen met zijn collega’s bestudeerde hij 994 CT scans, uitgevoerd door de ziekenhuis van de universiteit tussen 2006 en 2018. Hun bevindingen werden onlangs gepubliceerd in het European Journal of Trauma and Emergency Surgery.

Van de 995 scans die de onderzoekers doornamen, vonden zij er in 127 tandheelkundig letsel. In eerste instantie vonden de radiologen bij het analyseren van de scans slechts 15 keer tandheelkundig letsel. Dat houdt dus in dat 88% van de dentale verwondingen in eerste instantie niet werden gerapporteerd.

Bij letsels die in eerste instantie wel werden gerapporteerd door radiologen ging het voornamelijk om patiënten die ernstige verwondingen hadden in de buurt van de mond. Volgens de onderzoekers komt dit doordat deze letsels makkelijker te detecteren zijn.

De meest voorkomende bevindingen waren losgeraakte tanden en gebroken kronen, die optraden bij respectievelijk 49 en 46 patiënten. Andere bevindingen waren onder meer wortelfracturen, extrusies en intrusies.

“Radiologen die full-body CT scans rapporteren moeten bewust zijn van de mogelijke tandheelkundige letsels om hun bevindingen naar behoren te rapporteren”, aldus Meyer en zijn collega’s.

Bron:
Springer Link

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Onderzoek: bijna duizend Amerikaanse kankergevallen veroorzaakt door tandheelkundige beeldvorming in 2019

Onderzoek: bijna duizend Amerikaanse kankergevallen veroorzaakt door tandheelkundige beeldvorming in 2019

Blootstelling aan röntgenstraling door tandheelkundige beeldvorming veroorzaakte in 2019 naar schatting 967 kankers in de Verenigde Staten, volgens een recente studie gepubliceerd in Oral Surgery, Oral Medicine, Oral Pathology and Oral Radiology. Van deze kankers had zo’n driekwart voorkomen kunnen worden, vonden de onderzoekers.

Veel kan worden voorkomen

Tandheelkundige radiografie-gerelateerde kankers vertegenwoordigen ongeveer 3% van de nieuwe kankers in de mond-/keelholte en 5% van de hersentumoren in de VS. Co-auteurs dr. Douglas Benn, PhD, van Creighton University en dr. Peter Vig, PhD, van Ohio Sate University merkten echter op dat 75% ervan voorkomen kan worden door geschikte selectiecriteria en rechthoekige collimatoren te gebruiken.

Informatie evalueren en bekendmaken

Benn en Vig hebben het onderzoek uitgevoerd om informatie over de risico’s van digitale röntgenfoto’s te evalueren en bekend te maken. Ze dachten dat het onderwerp moest worden herzien omdat het gebruik van cone-beam computed tomography (CBCT) in tandartspraktijken toeneemt. Bovendien zijn tandheelkundige röntgenfoto’s de meest uitgevoerde röntgenfoto’s bij gezonde mensen en zijn kinderen in het bijzonder gevoelig voor blootstelling aan straling.

Schattingen van kankerrisico’s

De studie over de Amerikaanse dental X-ray-markt bestond uit een analyse van tandheelkundige stralingsonderzoeken en orthodontische onderzoeken voor radiografische onderzoekfrequenties. De totale kankeraantallen met tandheelkundige en orthodontische oorzaken werden gegenereerd met behulp van schattingen van het kankerrisico van Amerikaanse en Europese studies. De meeste kankers die voortkwamen uit bezoeken aan tandartspraktijken werden in verband gebracht met beeldvorming van de volledige mond en CBCT.

Meestal geen risico-info op website

Ook werd er een analyse gemaakt van de kwaliteit en frequentie van risico-informatie op 150 tandartswebsites en toestemmingsformulieren. Hieruit bleek dat 86% van de algemene tandartspraktijken en 96% van de pediatrische tandartspraktijken geen bruikbare informatie gaven over het dosisrisico.

Schokkende resultaten

Dit laat volgens Benn en Vig zien dat “tandartsen geloven dat de risico’s op kanker door tandheelkundige radiografie triviaal zijn”. Aangezien ze ervan uitgaan dat tandartsen niet opzettelijk mensen zo’n groot risico laten lopen en ze waarschijnlijk niet bewust zijn van de risico’s van radiologische beeldvormingsprocedures, denken ze dat de resultaten van het onderzoek schokkend zullen zijn voor veel tandheelkundigen.

Selectiecriteria en collimatoren

Een deel van het risico zou volgens de auteurs kunnen worden voorkomen door selectiecriteria te gebruiken om ervoor te zorgen dat alleen röntgenfoto’s worden genomen die geschikt en nodig zijn. Ook kunnen rechthoekige collimatoren worden gebruikt om een röntgenapparaat nauwkeuriger te positioneren. Dit kan resulteren in een verlaging van de stralingsdosis tot 80%.

Nog weinig gebruikt

Hoewel een steriliseerbare herbruikbare houder met richtringen volgens Benn voor $150 te koop is in Amerika gebruikt volgens een ander onderzoek slechts 0.6% van de tandartspraktijken het apparaat. Sommige tandartsen zijn van mening dat het gebruik van een rechthoekige collimator het aantal technische fouten verhoogt, wat resulteert in meer röntgenstraling en blootstelling aan straling. Benn zegt echter dat hoewel 7% van de röntgenfoto’s met collimatie opnieuw moet, er een vermindering van 73% van de totale dosis is.

Informed consent

De onderzoekers adviseren tandheelkundige professionals ook een formulier voor informed consent te gebruiken met een lijst van kankerrisico’s en uitleg waarom de beeldvorming nodig is. Het feit dat zo’n formulier op de overgrote meerderheid van tandheelkundige sites afwezig is toont aan dat tandartsen “geloven dat er geen juridisch risico voor zichzelf bestaat”, aldus de auteurs.

Richtlijnen in Nederland

Dit onderzoek ging specifiek over tandheelkundige radiologische beeldvorming in de Verenigde Staten. De conclusies hoeven niet te gelden voor Nederland. Klik hier voor de meest recente Nederlandse richtlijn Tandheelkundige Radiologie van de KNMT.

Bron:
Oral Surgery, Oral Medicine, Oral Pathology and Oral Radiology 

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Röntgenfoto’s schieten tekort bij diagnosticeren cariës bij kleuters

Röntgenfoto’s schieten tekort bij diagnosticeren cariës bij kleuters

Een diagnose op basis van een röntgenfoto bij kleuters zit er bijna één op de drie keer naast. Vaak is een visuele controle al voldoende om de juiste behandeling te bepalen.

Dat blijkt uit een onderzoek dat recentelijk werd gepubliceerd in BMC Oral Health. Volgens de onderzoekers wordt bij ongeveer 30% van de melktandoppervlakken onnauwkeurige laesies gediagnosticeerd na het gebruik van tandheelkundige röntgenfoto’s.

Dat suggereert dat dergelijke röntgenfoto’s mogelijk niet nodig zijn voor het opsporen van tandbederf bij jonge kinderen. Klinische richtlijnen met betrekking tot de diagnose van cariës moeten daarom mogelijk opnieuw worden bekeken, schrijven de auteurs.

Analyse en resultaten 

“Een gelijktijdige combinatie van visuele inspectie en röntgenfoto’s levert bij het opsporen van cariës bij kleuters meer nadelen dan voordelen op. Daarom moet in de reguliere klinische praktijk alleen een visuele inspectie worden uitgevoerd”, aldus de onderzoekers, geleid door Dr. Laura Regina Pontes van de afdeling kindertandheelkunde aan de School voor Tandheelkunde van de Universiteit van São Paulo.

Zij analyseerden de diagnoses van 4383 proximale en occlusale oppervlakken van de babykiezen van 216 kinderen van 3 tot 6 jaar. In 70% van de gevallen kwamen de diagnoses van de visuele inspectie van de tandarts en de röntgenfoto overeen. Maar in 30% leverde de inspectie van de röntgenfoto een andere diagnose op.

Röntgenfoto’s schieten tekort bij diagnosticeren cariës bij kleuters - Analyse en resultaten

Zoals in bovenstaande tabel te zien is, onderschatte de röntgenfoto de cariës in 26% van de gevallen. Op basis van deze diagnose zou de cariës dus niet (intensief) genoeg behandeld worden. In 5% van de gevallen overschatte de röntgenfoto de cariës juist. In die gevallen zou de cariës te intensief behandeld kunnen worden. Het totaal komt uit op 101% als gevolg van afronding.

Meest voorkomende aandoening

Cariës is de meest voorkomende aandoening van de mondgezondheid. Onbehandelde gaatjes in melktanden treffen ongeveer 500 miljoen kinderen, waardoor het de meest voorkomende chronische ziekte in deze populatie is. Een goede diagnostische methode is dus belangrijk.

De traditionele klinische richtlijnen schrijven voor dat tandbederf bij kinderen het beste gediagnostiseerd kan worden door een combinatie van visuele inspectie en röntgenfoto’s. Deze richtlijnen worden vaak gevolgd uit angst om carieuze laesies aan de occlusale en proximale oppervlakken van de achterste kiezen te missen.

Meer schade dan voordelen

Nu zijn er dus aanwijzingen dat deze combinatie niet optimaal is. Het kan zelfs schadelijk zijn, aangezien de röntgenfoto vaak tekort schiet. Bovendien leverden de röntgenfoto’s vaker een vals-positief op dan de visuele inspecties uit de analyse (respectievelijk 17 tegenover 3).

Daar komt bij dat de röntgenstraling van een gebitsfoto schadelijk kan zijn. Uit een rapport eerder dit jaar blijkt dat herhaalde blootstelling aan straling gebruikt om tandheelkundige röntgenfoto’s te maken verband houdt met een verhoogd risico op schildklierkanker en meningeoom. Genoeg reden voor de onderzoekers om te adviseren de klinische richtlijnen rondom tandbederf aan te scherpen.

Bron:
BMC Oral Health

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Tand verplaatst naar kin van man en toont noodzaak om röntgenfoto van volledige mond te maken

De snijtand van een man verplaatste zich tijdens een verkeersongeluk naar een wel erg aparte plek – de kin. Pas na een tweede onderzoek werd het ontdekt en vervolgens operatief verwijderd. Dit benadrukt het belang van secundaire beoordelingen en scans van gezichtstrauma.

Tandverplaatsingen tijdens trauma

Wanneer tanden worden losgeslagen tijdens een trauma blijft het merendeel op de plek van verwonding. Soms komt de tand (deels) in de zachte weefsels terecht, meestal de boven- en onderlip. In zeldzame gevallen vindt de tand zijn weg naar de neusholte, luchtwegen of het maagdarmkanaal. Dit kan tot verschillende complicaties leiden, waaronder wondscheiding, fibrose en overlijden.

Onontdekte tand in kin

Het gebeurt nog minder vaak dat een tand zich door een breuklijn naar de kin verplaatst. Dit overkwam een man tijdens een verkeersongeluk. Dit werd eerst niet ontdekt, maar twee maanden na het ongeluk en daaropvolgende operaties aan zijn maxillofaciale gebieden kreeg de man een zwelling in zijn submentale ruimte die niet reageerde op antibiotica en analgetica. Hierop werd hij doorverwezen naar de afdeling voor mond- en kaakchirurgie.

Röntgenfoto toont oorzaak zwellling

Het vocht uit de zwelling bleek uit bloedige, dunne, geurloze massa cellen te bestaan. Een gedetailleerde röntgenfoto van de gehele mond en kaken toonde een verplaatste centrale snijtand die de zwelling bij de breukplaats veroorzaakte.

Operatieve verwijdering

Kaakchirurgen besloten om de tand met een laagsgewijze dissectie operatief te verwijderen. De tand werd ingesloten door een dikke vezelige bindweefselcapsule die volgens de auteurs in zijn geheel samen met de tand erin naar buiten kwam.

Tweede onderzoek is belangrijk

Het geval van de kin laat zien hoe belangrijk het is om een tweede onderzoek te doen en panoramische röntgenfoto te maken wanneer een persoon de spoedeisende hulp bezoekt met maxillofaciaal trauma, volgens de auteurs. In deze casus werd een secundair onderzoek namelijk waarschijnlijk genegeerd met alle gevolgen van dien.

Gebrek aan kennis

De auteurs speculeerden in hun publicatie in Trauma Case Reports dat de chirurgen de tand tijdens hun eerst onderzoek misten omdat ze niet goed thuis waren in het gebit of niet wisten dat een tweede onderzoek nodig was.

Mond- en kaakchirurgen zijn dus noodzakelijk als onderdeel van multidisciplinaire teams wanneer maxillofaciale verwonden zich voordoen. Een panoramische röntgenfoto “zou deel moeten uitmaken van elk [geval] die te maken heeft met tandheelkundig op maxillofaciaal trauma als aanvullen op de standaard CT-scan”, aldus de auteurs.

Bron:
Trauma Case Reports

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Maak intraorale scans in goed verlichte ruimte in blauwlichtscanmodus

Maak intraorale scans in goed verlichte ruimte in blauwlichtscanmodus

De lichtomstandigheden, waaronder de kleur van het licht van de scanner, beïnvloeden de nauwkeurigheid van een intraorale scan. Volgens een artikel uit het Journal of Prosthodontics resulteert een scan die gemaakt is met een blauwlichtscanmodus in aanzienlijk nauwkeurigere scans.

Nauwkeurigheid is belangrijk         

De nauwkeurigheid van een intraorale scan is belangrijk omdat een scan de eerste stap is in een CAD/CAM-workflow. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt om snel een volledig kunstgebit te dupliceren. Het type scanner, postprocessing-algoritmen en omgevingslicht kunnen allemaal de scannauwkeurigheid beïnvloeden, zo blijkt uit het onderzoek van een groep Turkse onderzoekers.

Verschillende lichtomstandigheden

De nauwkeurigheid van intraorale scans werd onder vier verschillende omstandigheden bepaald: met of zonder plafondlamp van ongeveer 1000 lux aan, en met scanmodi met blauw of wit licht. De lamp was ongeveer even helder als de verlichting in een supermarkt. De studie omvatte twintig vrijwilligers met een volledig gebit die tandheelkundestudenten waren aan de universiteit van de onderzoekers.

Vergelijking tussen scan en gedigitaliseerde afdruk

Nadat een tandprotheticus afdrukken van de gebitten maakte werden deze gedigitaliseerd met behulp van een 3Shape tandtechnische laboratoriumscanner. De verkregen STL-bestanden werden gebruikt als referentie voor de nauwkeurigheid. Twee extra tandprothetici maakten vervolgens digitale scans van de vrijwilligers onder de vier verschillende omstandigheden. Met behulp van een digitaal softwareprogramma werden uiteindelijk de digitale scans en de gedigitaliseerde afdrukken vergeleken.

Beide factoren beïnvloeden resultaat

Tot de verbazing van de auteurs bleken beide factoren in significant effect op de nauwkeurigheid te hebben. De combinatie van plafondlicht aan en in de blauwlichtmodus leverde scans op met de minste afwijking vergeleken met de referentie. Scans die werden gemaakt zonder licht aan presteerden het slechtst in het onderzoek. De blauwlichtscanmodus leverde altijd betere resultaten dan de witlichtscanmodus.

Advies: maak scans met blauw licht in goed verlichte ruimte

De onderzoekers raden dan ook aan om intraorale scans in een goed verlichte ruimte te maken met de blauwlichtmodus. Ze hopen dat toekomstige studies hun experimenten herhalen en daarbij ook de precisie evalueren – een statistiek die ze niet in hun eigen analyse konden opnemen.

Bron:
Journal of Prosthodontics

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

SS-OCT, veelzijdige opnametechniek zonder röntgenstraling

Swept-source optische coherentietomografie (SS-OCT) kan helpen om cariës, kroonfracturen en meer te diagnosticeren door cross-sectionele beelden van de tanden te leveren met hoge resolutie. Dit schrijven onderzoekers geleid door Dr. Yasushi Shimada van de Graduate School of Medicine, Dentistry and Pharmaceutical Sciences aan de Okayama University in Japan in Japanese Dental Science Review.

‘Echo’s’ met licht

Optische coherentietomografie is een beeldvormingstechniek die de interne structuur van bijvoorbeeld tanden kan visualiseren met een microscopisch resolutieniveau. In tegenstelling tot bij röntgenfoto’s maakt de techniek gebruik van laserlicht zodat de patiënt niet aan mogelijk schadelijke straling wordt blootgesteld.

Het is eigenlijk een echo maar maakt gebruik van laserlicht in plaats van geluidsgolven. De laser wordt gericht op het weefsel en vangt het weerkaatste licht op. Door dit te vergelijken met het oorspronkelijk uitgezonden licht met behulp van een interferometer kan je zien hoe lang het licht onderweg is geweest en dus hoe diep het is gegaan. Hiermee wordt vervolgens een beeld gevormd.

In realtime beelden van interne structuren

Vroegere systemen maten dit weerkaatste signaal als functie van tijd. Tegenwoordig maakt men gebruik van een wiskundige techniek genaamd Fouriertransformatie waardoor de resolutie en snelheid enorm verbeterd zijn. De laatste variant is swept source OCT waarbij de lichtbron een instelbare laser is die een range van nabij-infrarode frequenties gebruikt. Op deze manier kunnen dwarsdoorsnedebeelden van interne structuren in realtime worden verkregen.

Dentine-glazuurverbinding duidelijk zichtbaar

De beeldvormingsdiepte van OCT wordt sterk beïnvloed door de doorschijnendheid van het medium. Intact glazuur is bijna transparant voor OCT-golflengtes waardoor het makkelijk is om onderscheid te maken tussen glazuur en dentine: de dentine-glazuurverbinding is als een zwarte grens zichtbaar. Gedemineraliseerd glazuur en dentine verschijnen juist als heldere zones.

Detectie van o.a. cariës mogelijk

Ook is in een SS-OCT-afbeelding de bovenrand van een holte zichtbaar als een duidelijke heldere rand. Zo zijn cariës met cavitatie in de interproximale of occusale verborgen ruimte goed zichtbaar. Verder kan met deze techniek de diepte van een fractuur in een tand worden bepaald, zelfs wanneer de breuk zich buiten de dentine-glazuurverbinding uitstrekt, zeggen de auteurs.

Vanwege de hoge mate van gevoeligheid en specificiteit is SS-OCT effectief voor het detecteren van cariës en kroonfracturen. Ook is de mate van verlies van tandstructuur hiermee in te schatten.

Verdere ontwikkelingen verwacht

Deze lijst van mogelijkheden van SS-OCT zal waarschijnlijk verder worden uitgebreid naarmate de techniek zich nog verder ontwikkelt, denken de auteurs. “Verdere technologische evolutie zal men in staat stellen om de OCT-beeldvorming te gebruiken voor het diagnosticeren van parodontitis en mondziekten”, schreven ze.

Wat vindt dr. Erwin Berkhout van de SS-OCT-ontwikkeling?

We vroegen dr. Erwin Berkhout, hoofd van de sectie Tandheelkundige Radiologie van ACTA, coördinerend stralingsdeskundige en tandarts, hoe hij de SS-OCT-ontwikkeling ziet.

“Dit lijkt me een indrukwekkende en veelbelovende ontwikkeling. De onderzoekers van SS-OCT presenteren getallen die beter zijn voor cariësdiagnostiek dan we met röntgenfoto’s bereiken, dus dat is mooi nieuws zeker omdat het zonder röntgenstraling gaat. Als je het artikel beter leest, zie je wel wat kanttekeningen. Het zijn niet de kleinste cariësleasies die ze met deze techniek opgespoord hebben; het betreft in het onderzoek ‘’cavitated lesions’’, terwijl je natuurlijk liever de gedemineraliseerde maar nog niet gecaviteerde caries vindt, waarbij preventieve behandeling nog mogelijk is. Aan de andere kant kan het een begin zijn van een ontwikkeling, die op een gegeven moment beter wordt. Je moet ergens beginnen en dan volgen we met belangstelling hoe dit zich gaat verbeteren in de komende jaren.”

Alleen onderzoek in Japan

“Ik heb gezocht naar eerder gepubliceerde literatuur over SS-OCT. Sinds 2012 zijn onderzoekers al met deze techniek bezig. Dat zegt natuurlijk ook wel wat. Het lukt blijkbaar nog niet heel eenvoudig om dit van de grond te krijgen. En als je de bestaande publicaties bekijkt dan lijkt het vooralsnog voornamelijk een Japans feestje te zijn dat door de rest van de wereld nog niet wordt omarmd. Als je dat vergelijkt met ontwikkelingen in de artificial intelligence, waar ongeveer elke onderzoeksgroep in de radiologie nu aan werkt, zegt dat ook wel wat over de levensvatbaarheid. Als het iets heel moois en veelbelovends zou zijn, zou je verwachten dat meer mensen hierop in zouden springen. Zeker omdat het al bijna 10 jaar bekend is.”

Andere alternatieven voor röntgen cariësdiagnostiek

“Enerzijds lijkt het dus veelbelovend, anderzijds vraag ik mij wel waarom het dan nog niet veel breder bekend is en er meer mensen mee bezig zijn. Het lijkt een vergelijkbare situatie met andere alternatieven voor röntgen cariësdiagnostiek: de QLF-camera, de Diagnodent en (Di)FOTI. Deze drie methoden worden nog niet heel veel toegepast vanwege uiteenlopende oorzaken. Tandartsen worden nog niet massaal over de streep getrokken om dit soort technologieën toe te passen. Dat kan liggen aan hanteerbaarheid in de praktijk, diagnostische meerwaarde boven bestaande technieken en mogelijk ook aan de investering die gedaan moet worden en de mogelijkheid die, in ieder geval in de Nederlandse vergoedingensystematiek, rendabel te maken. Zo’n nieuwe methode moet het dan hebben van het enthousiasme van een tandarts om hierin te investeren.”

“Concluderend kan je zeggen dat de SS-OCT ontwikkeling heel interessant is maar dat feitelijk gebruik in de praktijk vermoedelijk nog even op zich laat wachten. Er lijkt nog meer klinisch onderzoek nodig om echt te bewijzen dat het zo mooi is als het lijkt.”

Bron:
Japanese Dental Science Review
Dr. Erwin Berkhout, tandarts, coördinerend stralingsdeskundige & hoofd van de sectie Tandheelkundige Radiologie van ACTA

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
ANVS-Herinnering

Herinnering ANVS: regel vóór 15 april uw registratie of vergunning voor werken met röntgentoestellen

Tandartsen die werken met röntgentoestellen hebben daarvoor een registratie of vergunning nodig van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Voordat het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) van kracht werd in 2018, volstond vaak een melding bij de ANVS.

Veel tandartsen hebben deze melding na de veranderde regelgeving tijdig omgezet naar een registratie of vergunning. De praktijkeigenaren die dit niet gedaan hebben en nog steeds met röntgentoestellen werken zijn intussen in overtreding. Zij krijgen een laatste kans om de registratie of vergunning alsnog aan te vragen. De ANVS zal niet handhavend optreden ten aanzien van deze overtreding, als de aanvraag voor registratie of vergunning vóór 15 april alsnog wordt gedaan.

Toezicht

Rekening houdend met bovenstaande aanpak blijft de ANVS intussen haar toezichtprogramma uitvoeren. Zo startte de ANVS onlangs met inspecties bij tandheelkundige praktijken. Tijdens deze inspecties kijkt de ANVS naar de registraties en vergunningen en houdt toezicht op bijvoorbeeld de vereiste deskundigheid voor het werken met röntgentoestellen. Als blijkt dat bijvoorbeeld veiligheidsvoorschriften onvoldoende worden nageleefd zal de ANVS natuurlijk wel handhavend optreden. Deze aanpak past binnen de toezicht- en interventiestrategie van de ANVS waarin het kader staat voor de risicogerichte toezicht- en interventieaanpak.

Regelen van registratie of vergunning

Als een tandarts nieuwe plannen heeft om met röntgentoestel te werken, dan is de termijn tot 15 april overigens niet van toepassing en moet vóórdat met het toestel wordt gewerkt eerst een vergunning of registratie geregeld worden.

Het aanvragen van een registratie of vergunning vraagt de nodige tijd. Zo moet bijvoorbeeld een risicoanalyse zijn opgesteld om de aanvraag in te dienen. Ook het opstellen van deze analyse, wat tandartsen veelal laten doen door adviseurs, kost tijd. De aanvraag voor een registratie of vergunning kan digitaal worden ingediend, via het ANVS-loket. Om gebruik te maken van deze digitale dienstverlening is eHerkenning met betrouwbaarheidsniveau 2+ nodig.

Meer informatie

Zie het stappenplan anvs.nl in welke situaties een registratie of vergunning nodig is. De factsheet ‘registratie of vergunning regelen voor tandartsen’ geeft ook meer uitleg. Bij vragen kunt u contact opnemen met de ANVS via het online contactformulier. U kunt ook bellen met 088-4890500, op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur.

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Niet-conventionele MRI-technieken beter voor breinbeelden van patiënten met beugels

Het maken van een MRI-scan bij patiënten met beugel leidt vaak tot onduidelijke beelden omdat metalen objecten artefacten veroorzaken. Nieuw onderzoek suggereert dat dit probleem kan worden opgelost door andere MRI-sequenties te gebruiken.

Metalen beïnvloeden het beeld

MRI is een veelgebruikte medische beeldvormingstechniek waaraan geen ioniserende straling te pas komt. In plaats daarvan werkt het met een sterk magneetveld en series van radiogolven. Een nadeel van de techniek is dat metalen objecten de verkregen beelden kunnen vervormen.

Dit kan ook gebeuren als ze niet gevoelig zijn voor magneetvelden. Hierdoor kunnen bij patiënten met beugels artefacten ontstaan, waardoor MRI-beelden van de hersenen minder duidelijk zijn. Onderzoekers van de Johns Hopkins University hebben in een nieuwe studie een methode gevonden om dit probleem te overwinnen.

T2-voorbereide BOLD fMRI en diffusie-voorbereide DTI lossen probleem op

Momenteel zijn Blood oxygenation level-dependent (BOLD) functional MRI (fMR) en Diffusion tensor imaging (DTI) veelvuldig gebruikte MRI-technieken. Echo-planar imaging (EPI) wordt vaak gebruikt in combinatie met beide technieken. Helaas is EPI erg gevoelig voor artefacten.

Hoewel er ook andere methodes bestaan, hebben deze ook nadelen ten opzichte van BOLD en DTI. De onderzoekers hebben daarom nu gebruik gemaakt van een iets andere versie van deze technieken, namelijk T2-voorbereide BOLD fMRI en diffusie-voorbereide DTI.

Deze technieken vertoonden gelijke signaal-ruisverhouding (SNR) in de gehele hersenen, terwijl conventionele EPI-behandelingen verminderde SNR vertoonden in regio’s die gevoelig zijn voor artefacten.

Test met vijf protocollen en zes proefpersonen

Om tot deze resultaten te komen testten de onderzoekers verschillende protocollen met behulp van een 3-tesla MRI-scanner. Voor de studie werden zes gezonden proefpersonen met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar ingezet. Vijf protocollen werden getest:

  • Magnetisation-prepared rapid acquisition gradient echo (MP-RAGE)
  • 2D GRE EPI BOLD fMRI
  • 3D T2-voorbereide BOLD fMRI
  • 2D spin-echo EPI DTI
  • 3D diffusie-voorbereide DTI met snelle 3D GRE

Uit de resultaten bleek dat de T2-voorbereide BOLD fMRI en 3D diffusie-voorbereide DTI met snelle 3D GRE een betere signaal-ruisverhouding gaven dan normale EPI. Hierdoor zijn de verkregen beelden veel duidelijker.

De onderzoekers zeggen dat hun resultaat laat zien dat T2-voorbereide Blood oxygenation level-dependent functional MRI en diffusie-voorbereide Diffusion tensor imaging nuttige alternatieven kunnen zijn voor het in kaart brengen van het menselijk brein. Wanneer er bijvoorbeeld metalen beugels aanwezig zijn, zullen deze technieken betere resultaten geven dan de gebruikelijke Echo-planar-imaging methode.

Bron:
Radiology

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
rontgenstraling

ANVS: Regel nu uw registratie of vergunning voor het werken met stralingsbronnen

Praktijken die werken met stralingsbronnen, zoals röntgenapparatuur of XRF (röntgenfluorecentiespectrometrie), hebben daarvoor een registratie of vergunning nodig van de ANVS. Voordat het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) van kracht werd in 2018, volstond vaak een melding bij de ANVS. Veel ondernemers hebben deze melding tijdig omgezet naar een registratie of vergunning. De ondernemers die dit niet gedaan hebben en nog steeds stralingsbronnen hebben en ermee werken zijn intussen in overtreding. Zij krijgen een laatste kans om deze overtreding nu te beëindigen.

Veranderde regelgeving

Met de invoering van het Bbs is er voor ondernemers veel veranderd. Voorheen was voor het werken met bijvoorbeeld röntgenapparatuur, en sommige ingekapselde bronnen en radioactieve stoffen met natuurlijke radionucliden, vaak slechts een melding bij de ANVS nodig. Deze meldingsplicht is vervangen door een registratie- of vergunningplicht en daarvoor moet een aanvraag worden ingediend bij de ANVS. Om de aanvraag voor registratie of vergunning te regelen, werd een overgangstermijn van twee jaar afgesproken. Deze is intussen verstreken.

Overtreding ongedaan maken

Veel ondernemers, zoals eigenaren van tandartspraktijken of dierenklinieken, hebben hun registratie of vergunning op tijd, binnen de overgangstermijn, geregeld. Ook zijn er ondernemers die dit nog moeten doen. Ondernemers die dit nog niet gedaan hebben en de stralingsbronnen nog steeds voorhanden en in gebruik hebben, zijn in overtreding. Soms is de aanvraag nog niet gedaan, omdat bijvoorbeeld ten onrechte gedacht wordt dat de oude melding bij de ANVS nog geldig is. Deze ondernemers krijgen daarom nu een laatste kans om de registratie of vergunning alsnog aan te vragen. De ANVS zal niet handhavend optreden ten aanzien van deze overtreding, als een ondernemer vóór 15 april 2021 zijn aanvraag voor registratie of vergunning alsnog doet. Indien een ondernemer nieuwe plannen heeft om met stralingsbronnen te werken, dan is deze termijn overigens niet van toepassing en moet vóórdat met een stralingsbron wordt gewerkt eerst een vergunning of registratie geregeld worden.

De aanvragen voor registraties of vergunningen moeten zo snel mogelijk worden ingediend bij de ANVS. Het aanvragen van een registratie of vergunning vraagt de nodige tijd. Zo moet bijvoorbeeld een risicoanalyse zijn opgesteld om de aanvraag in te dienen. Het opstellen van deze analyse, wat bedrijven veelal laten doen door adviseurs, kost tijd. De aanvraag voor een registratie of vergunning kan digitaal worden ingediend, via het ANVS-loket. Om gebruik te maken van deze digitale dienstverlening is eHerkenning met betrouwbaarheidsniveau 2+ nodig.

Inspecties bij tandheelkundige praktijken

Rekening houdend met bovenstaande aanpak blijft de ANVS natuurlijk intussen haar toezichtprogramma uitvoeren. Zo start de ANVS met inspecties bij tandheelkundige praktijken. Tijdens deze inspecties kijkt de ANVS naar de registraties en vergunningen en houdt toezicht op bijvoorbeeld de vereiste deskundigheid voor het werken met stralingsbronnen. Als blijkt dat bijvoorbeeld veiligheidsvoorschriften onvoldoende worden nageleefd zal de ANVS natuurlijk wel handhavend optreden. Deze aanpak past binnen de toezicht- en interventiestrategie van de ANVS waarin het kader staat voor de risicogerichte toezicht- en interventieaanpak.
Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming De vereisten in het Bbs bieden de basis voor het verantwoord en veilig werken met stralingsbronnen in Nederland. Stralingsbronnen worden in verschillende sectoren gebruikt voor onder andere behandelingen, metingen of onderzoek. Bijvoorbeeld in ziekenhuizen voor het maken van röntgenfoto’s en CT-scans of verschillende vormen van radiotherapie, en door tandartsen of dierenartsen. Ook in de voedingsmiddelenindustrie, weg- en waterbouw en de olie- en gasindustrie worden stralingsbronnen gebruikt om bijvoorbeeld bruggen, buizen of leidingen te onderzoeken op niet-zichtbare beschadigingen. Elk Europees land heeft deze afspraken gemaakt op basis van Europese richtlijn Basic Safety Standards (BSS). In Nederland ziet de ANVS samen met onder andere ISZW en IGJ toe op de naleving van deze voorschriften.

Stappenplan: in welke situaties een registratie of vergunning

Zie het stappenplan voor in welke situaties een registratie of vergunning nodig is. U kunt ook bellen met 088-4890500, op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur.

Lees meer over: Inspectie, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z