VGT start portal Stralingsbescherming

De Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) start met een portal Stralingsbescherming voor ondersteuning van praktijken bij de implementatie van de nieuwe wetgeving in het kader van het Besluit Stralingsbescherming.

RI&E en beoordeling
Deze portal zal worden uitgebreid met alle aspecten die in de wetswijziging aan de orde komen, inclusief een op maat gemaakte RI&E en een beoordeling hiervan door een wettelijk geregistreerde coördinerend deskundige niveau 2. Op deze wijze kan de VGT iedere individuele praktijk snel en tegen lage kosten op het vereiste wettelijke niveau brengen. Ook krijgen praktijkhouders veel beter toegang tot alle vereiste gegevens en kunnen toekomstige wijzigingen in de praktijksituatie veel sneller en beter worden doorgevoerd.

Fase I
De eerste fase van deze portal (de praktijk-, persoons- en toestelgegevens) is al opgeleverd. Deelnemers aan het huidige VGT KEW-systeem (de bekende gele map) hebben inmiddels vrijwel allemaal hun emailadres kenbaar gemaakt, nodig voor de inlogprocedure in het systeem.

Andere portals
Op termijn zal de VGT meer relevante gegevens in portals gaan onderbrengen en aanbieden. Zo staat voor het tweede kwartaal van 2014 een portal voor producten met gevaarlijke stoffen op stapel, waarin onder meer de gegevens van veiligheidsinformatiebladen omgezet worden in een hanteerbaar register met ook weer een individuele risicobeoordeling per praktijk.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

3D-foto’s maken met een smartphone

Met een speciale app en een smartphone kunnen gebruikers sinds kort eenvoudig 3D-modellen van objecten maken, meldt ETHZ. Mogelijk kan de app voor 3D-foto’s ook gebruikt worden in de tandheelkunde.

Eenvoudig
Om een 3D-scan te maken beweegt de gebruiker de smartphone om het object. Op het scherm is direct te zien hoe het 3D-model wordt opgebouwd. Ontbrekende stukken kunnen meteen worden aangevuld door de smartphone er over te bewegen.

3D-printen
Door de komst van de app wordt het maken van 3D-modellen veel eenvoudiger. De app maakt niet alleen een driedimensionaal beeld, maar neemt ook de exacte afmetingen van het object over. Vervolgens kan het 3D-model direct verzonden worden naar een 3D-printer. Daardoor zou de fabricatie van bijvoorbeeld implantaten kunnen vereenvoudigen.

Bron:
ETHZ

Lees meer over: Actueel, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Praktijkhygiëne en stralingsbescherming: grote gevolgen bij niet aanpassen kleine mankementen

‘High trust, high penalty’ is in relatie met de IGZ-controles een veelgehoorde kreet in de tandheelkundige branche. Kleine mankementen behoeven kleine aanpassingen. Als deze aanpassingen echter niet gedaan worden, kan dat grote gevolgen hebben.

Verslag van de lezing van Ed Kolsteeg, secretaris en bestuurslid van de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche), tijdens het ANT congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk.

Richtlijnen, besluiten en wetten
Op verschillende niveaus zijn er regels waar men zich aan dient te houden. In eerste instantie bestaan er richtlijnen, ontwikkeld door de beroepsgroep en goedgekeurd door de Werkgroep Infectie Preventie (WIP). Hierbij geldt: pas toe of leg uit. Afwijken mag, mits goed onderbouwd waarom een afwijking wenselijk is. Daarnaast zijn er besluiten, die een meer dwingend karakter hebben. Tot slot de meest dwingende regelgeving: de wetten, waaraan iedereen gebonden is en die iedereen geacht wordt te kennen.

Tekortkomingen
Er zijn een aantal belangrijke, veelvoorkomende tekortkomingen op het gebied van praktijkhygiëne en stralingshygiëne, zo blijkt uit de openbare onderzoeksrapporten van de IGZ. De praktijkhygiëne is in het geding indien er bijvoorbeeld onvoldoende hoekstukken in de praktijk zijn, er geen thermodesinfector aanwezig is, er kranen en pompjes met handbediening zijn, desinfecterende middelen verkeerd gebruikt worden of indien er producten over de expiratiedatum zijn. Er kunnen vraagtekens gezet worden bij de stralingshygiëne indien het KEW-dossier ontbreekt of incompleet is, het deskundigheidsbewijs ontbreekt of degene met het deskundigheidsbewijs niet aanwezig is of indien er geen onderhoudsgegevens zijn van de röntgentoestellen. Over het algemeen ontbreken goede werkprotocollen in bovenstaande situaties, zodat er niet goed over zaken is nagedacht of het totaal van handelingen niet goed op elkaar aansluit. Zodra door meerdere tekortkomingen de volksgezondheid in gevaar komt, kan de IGZ een praktijk zelfs sluiten.

Richtlijn Praktijkhygiëne
De Richtlijn Praktijkhygiëne ziet toe op een verantwoorde uitvoering van hygiënische maatregelen in de tandartspraktijk. In deze richtlijn worden de persoonlijke hygiëne van de tandarts en medewerkers in de praktijk en de risico’s die worden gelopen tengevolge van door bloed of speeksel overdraagbare en andere besmettelijke ziekten besproken. Veel aandacht wordt besteed aan de reiniging, sterilisatie en desinfectie van het tandheelkundig instrumentarium en apparatuur om infecties bij patiënten te voorkomen. Ook het reinigen en de eventuele desinfectie van de werkruimte wordt behandeld.

Besluit Stralingsbescherming
Het Besluit Stralingsbescherming, gebaseerd op de Kernenergiewet, draagt zorg voor een juiste stralingshygiëne door middel van het op juiste wijze gebruiken van röntgentoestellen in de tandheelkundige sector. Kernpunt van de regelgeving is dat op iedere locatie waar röntgenapparatuur in gebruik is, de verantwoordelijke persoon (meestal de tandarts) verplicht is een inventarisatie van de risico’s in de vorm van een risicoanalyse uit te voeren.

De tandarts is verplicht om het ALARA-principe (As Low As Reasonably Achievable) toe te passen waar dat mogelijk is. Uit de risicoanalyse in de vorm van een meetrapport komt naar voren of er wel of geen aanvullende beschermende maatregelen genomen moeten worden en deze risicoanalyse moet schriftelijk worden vastgelegd in een KEW-dossier (Kernenergiewetdossier). In dit dossier moeten ook zaken als onderhoud, personele instructies, waarschuwingssignalering etc. schriftelijk worden vastgelegd en actueel gehouden worden.

Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg bestaat uit een aantal stappen. Het is belangrijk om te zeggen wat je doet en dit vervolgens controleerbaar te maken. Dit kan door middel van een protocol. Daarna is het belangrijk om te doen wat je zegt, zoals dit staat omschreven in het protocol. Ook dit moet te controleren en zo nodig aan te passen zijn. Omdat protocollen aan verandering onderhevig zijn, zal dit stappenplan ook een continu proces blijven. Protocollen zorgen voor aantoonbaar handelen, een makkelijke toetsing en zijn een goede reminder voor werknemers. Met inachtneming van de voorschriften is zelf te bepalen wat de inhoud en omvang van een protocol wordt.

Wet- en regelgeving
De wet- en regelgeving blijft veranderen en praktijken blijven hier dan ook mee te maken houden. Protocollen dragen bij aan kwaliteitszorg. Een verzorgde praktijk geeft rust en kwaliteitszorg levert altijd geld op!

Ed Kolsteeg is secretaris en bestuurslid van de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche)

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van het ANT-congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Rechtvaardiging en ALARA bij röntgenfoto’s

In tegenstelling tot veel andere vormen van diagnostiek heeft röntgendiagnostiek een potentieel negatief effect voor de patiënt. Dat stralingsrisico moet opwegen tegen de positieve effecten van röntgenonderzoek, namelijk het diagnosticeren van de aan- of afwezigheid van cariës, paroproblemen of andere pathologie. Waar moet u op letten?

Verslag van de lezing van dr. Erwin Berkhout, tandarts en staflid van de afdeling tandheelkundige radiologie van ACTA, tijdens het NVT-congres Het Gat.

Wanneer een foto?
De rechtvaardiging voor het maken van een röntgenfoto kan uitsluitend worden verkregen door eerst klinisch onderzoek te doen. Het klinisch mondonderzoek kan een vraag opleveren die aanvullende diagnostiek nodig maakt. Als daarbij alle niet of minder schadelijke varianten zijn overwogen, komt ook röntgendiagnostiek in beeld. In de tandheelkundige radiologie zijn de Europese richtlijnen voor het gebruik van röntgenstraling in de tandartspraktijk uit 2004 het handvat voor een juiste rechtvaardiging van röntgenfoto’s.

Bij het gebruik van röntgenstraling dient de tandarts het ALARA (As Low As Reasonably Achievable) principe te volgen. Dus de toegepaste dosis zo laag als redelijkerwijs mogelijk houden. Een voorbeeld van het werken volgens het ALARA principe is het gebruik van een rechthoekig diafragma waarbij de veldgrootte niet veel groter is dan de afmetingen van de sensor of fosforplaat.

Eerste keuze
Bitewings en periapicale (solo)opnamen zijn volgens de Europese richtlijnen de eerste keuze. Voor panoramaopnamen bestaat slechts een beperkte rechtvaardiging. Dit heeft onder andere te maken met de slechte zichtbaarheid van veel voorkomende aandoeningen (cariës, parodontale problemen, periapicale problemen) op panorama opnamen en onder andere daardoor het risico op fout-negatieve diagnoses en fout-positieve diagnoses. Het maken van panorama opnamen voor screenings doeleinden (bijvoorbeeld bij iedere nieuwe patiënt, eens in de zoveel jaar, bij iedere patiënt van een bepaalde leeftijd, standaard in de weekenddienst) heeft geen toegevoegde waarde voor de patiëntenpopulatie en is daarom verboden.

Duidelijker
Bitewings en periapicale opnamen geven meestal een duidelijker beeld dan panorama opnamen door minder vertekening en overlapping van structuren. En zelfs dan wordt slechts 65% van de aanwezige dentine cariës op een bitewing ook daadwerkelijk gevonden. En 2% van de op de bitewing gevonden dentinelaesies blijkt in werkelijkheid een fout-positieve bevinding. Een goede diagnose vloeit dus voort uit een combinatie van het klinische beeld samen met de röntgenfoto en eventuele andere aanvullende diagnostiek.

Berkhout laat een aantal OPG’s met grote gaten zien en daarbij geeft hij aan dat tandartsen hier toch verschillende conclusies uit trekken en dus verschillende beslissingen over kunnen nemen.

Erwin Berkhout (1974) studeerde af als tandarts in 1998. Sinds 2004 heeft hij een tandartspraktijk in Loosdrecht.
Daarnaast werkt hij bij de afdeling tandheelkundige radiologie van ACTA als universitair docent. Erwin promoveerde in 2007 en voltooide in 2009 de opleiding tot stralingsdeskundige niveau 3. Op ACTA houdt hij zich bezig met onderwijs aan studenten tandheelkunde, mondzorgkunde en radiologisch laboranten en verzorgt hij radiodiagnostische rapporten. Hij is actief lid van de internationale en de Europese wetenschappelijke vereniging voor dentomaxillofaciale radiologie.

Meer verslagen 
In uw praktijk ziet u een grote verscheidenheid aan gaten. Gaten in het melkgebit, een gat naast een restauratie, een gat in de processus, gaten in de tandenrij, discussies over gaten kunnen alle kanten op. Afhankelijk van uw preventief beleid, uw conserverende blik, uw restauratieve, prothetische, orthodontische, implantologische en/of chirurgische inzichten is er voor elk gat wel een oplossing. 

Lees de andere verslagen van het NVT-congres Het Gat.

Bron: Verslag door dental INFO van de lezing van dr. Erwin Berkhout tijdens het NVT-congres Het Gat.


Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Vergelijken van 3D- met 2D-beelden in de orthodontie niet nauwkeurig

Cone Beam Computed Tomography (CBCT) is een röntgentechniek die 15 jaar geleden werd geintroduceerd binnen de orthodontie. Een CBCT-scanner kan, door rond het hoofd van de patient te draaien, een gedetailleerde driedimensionale afbeelding van het hoofd maken.

CBCT heeft door een lagere stralingsbelasting de diagnostische mogelijkheden verruimd. Voor longitudinale studies is het essentieel te weten of de 3D-data van een CBCT te vergelijken zijn met oudere 2D-roentgenopnamen. Tevens is het belangrijk voor toepassing van CBCT evidence-based richtlijnen te ontwikkelen.

Niet nauwkeurig
Om 2D- met 3D-beelden te vergelijken, is een laterale 2D-projectie (naar de zijkant) van het 3D-volume noodzakelijk. Een nauwkeurige vergelijking van 2D-modellen met 3D-volume blijkt echter niet mogelijk, zo toont Olivier van Vlijmen aan. 

CBCT binnen orthodontie
Olivier van Vlijmen deed daarnaast literatuuronderzoek om te bekijken in hoeverre er wetenschappelijk bewijs is voor het gebruik van CBCT binnen de orthodontie. Hieruit blijkt dat CBCT alleen een toegevoegde waarde heeft voor het bestuderen van de luchtweg. Vervolgonderzoek naar de invloed van CBCT op orthodontische diagnostiek is wenselijk.

Promotie
Vrijdag 11 januari 2013, 12.00 uur
Locatie: Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, Faculteit Faculteit der Medische Wetenschappen, UMC St Radboud.
Promovendus: de heer drs. O.J.C. van Vlijmen
Promotors: prof. dr. A.M. Kuijpers-Jagtman, prof. dr. S.J. Berge

Olivier van Vlijmen (Nijmegen, 1980) studeerde Tandheelkunde in Nijmegen. Hij verrichtte bovenstaand promotieonderzoek op de afdelingen Tandheelkunde en Mond-Kaak-Aangezichtschirurgie van het UMC St Radboud, binnen het onderzoeksinstituut Nijmegen Centre for Evidence Based Practice. Hij specialiseerde zich tot orthodontist en is werkzaam in diverse praktijken. Binnen enkele jaren wil hij zijn eigen orthodontistenpraktijk in de omgeving Nijmegen openen.

Bron:
UMC St Radboud Nijmegen

Jan 2013

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
relatie-patient

Rontgenfoto’s van het gebit kunnen risico op osteoporose vroegtijdig signaleren

Tandartsen van de Manchester University ontwikkelden een technologie – genaamd Osteodent – waarmee het risico op osteoporose in een zeer vroeg stadium kan worden gesignaleerd via röntgenfoto’s van het gebit. Dit meldt de Engelse Daily Mail.

Osteoporose, ook wel aangeduid als botontkalking, is een aandoening waarbij het bot langzaamaan steeds meer mineralen verliest en poreus wordt. Polsen en heupen breken daardoor sneller en wervels kunnen inzakken.

Via reguliere röntgenfoto’s
Tot nu toe was er geen manier om te voorspellen of iemand risico loopt op het ontwikkelen van osteoporose. De diagnose kon alleen worden gesteld na een botbreuk. De Britse studie laat zien dat verslechtering van de botstructuur in de kaak – te zien op reguliere röntgenfoto’s van het gebit – kan aangeven of de botstructuur in andere delen van het lichaam ook verslechtert.

Software
De onderzoekers analyseerden 5.000 röntgenfoto’s van patiënten tussen de 15 en 94 jaar. Aan de hand van de studieresultaten ontwikkelden zij software waarmee het risico op osteoporose kan worden ingeschat zodat patiënten kunnen worden doorverwezen naar een specialist indien nodig.

‘Tandartsen hebben een unieke positie voor het uitvoeren van deze service doordat zij patiënten regelmatig zien en röntgenfoto’s van het gebit maken’, zegt Hugh Devlin, professor restauratieve tandheelkunde van de universiteit van Manchester en co-ontwikkelaar van  deze nieuwe techniek.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Consultatie herziene Richtlijn Tandheelkundige Radiologie

De NMT heeft de Richtlijn Tandheelkundige Radiologie herzien en roept tandartsen op deze te becommentariëren.

De herziene richtlijn geeft aanbevelingen over het gebruik van röntgenstraling voor het afbeelden van structuren in het hoofd-halsgebied en het interpreteren van deze beelden ten behoeve van een tandheelkundige klinische vraagstelling.

In deze herziene richtlijn is aandacht besteed aan de thema’s bevoegdheid, deskundigheidseisen en delegeren van het maken van röntgenopnames aan andere zorgverleners. Gezien de veranderingen in de beschikbaarheid van apparatuur is er een ConeBeam-paragraaf toegevoegd. Om de goede werking van de röntgenapparatuur te borgen wordt er in de richtlijn tevens ingegaan op het technisch onderhoud aan röntgen- (en gerelateerde) apparatuur en de keuring van röntgenapparatuur.

Uw opmerkingen over de conceptrichtlijn kunt u uiterlijk 16 juli 2012 insturen.

Bron:
NMT

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Gouden combinatie: Cone Beam CT en microscopie

Minimaal invasief werken? Dr. Paul Lambrechts heeft de sleutel met de combinatie van Cone Beam CT en microscopie.

De combinatie maakt het traceren van complexe wortelkanaalanatomiën voorspelbaarder en de behandeling ervan controleerbaar. In zijn voordracht tijdens het congres van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde leidde Lambrechts verschillende klinische cases in en besprak de indicatiestelling voor de Cone Beam CT.

Stralenbelasting
Iedere discipline binnen de tandheelkunde kan baat hebben bij de Cone Beam CT. De 3Dscan kan opnames maken van 360 graden. Hij kan echter ook 180 graden ingesteld worden, wat zorgt voor minder stralenbelasting. De stralenbelasting van een opname komt overeen met drie dagen kosmische straling als men gewoon rondwandelt.

Prognose
De opname laat heel goed het parodontaal ligament zien, de limina dura, de pulpa en ook de weke weefsels kunnen in detail worden bekeken. Men kan veel beter een prognose stellen: alle structuren zijn te zien. Men kan bijvoorbeeld zien hoeveel bot er is, waar het foramen zit en tot waar een resorptie exact gaat.

Pulpastenen
Lambrechts eerste casus ging over een element waar hij het crackedtooth syndroom bij vermoedde. Er werd een CBCT-scan gemaakt, waardoor hij snel alle 7 (!) kanalen wist te vinden. Bij pulpastenen is het ook zeer handig: men weet dan van tevoren waar die precies zitten. Men weet hierdoor precies tot waar geboord moet worden. De pulpasteen kan vrijgelegd worden en vervolgens kan het steen met ultrasoon worden weggehaald. Het voordeel van ultrasoon is dat de preparatie niet wijder wordt; het is dus minimaal invasief.

Dens invaginatus
Bij dens invaginatus kunnen zich erg lelijke apicale ontstekingen voordoen. Ook hier kan de CT worden gebruikt om de invaginatie te lokaliseren. Daardoor kan men goed het pad van de diamantboor bepalen. Door de CT-opname in sagitale richting kan ook heel nauwkeurig en snel de lengte worden bepaald.

Externe resorptie
“Wat is dit?” De zaal riep massaal: “Pinkspot!” “Dus?” “Externe resorptie!” Interne resorptie kan ontstaan zijn tijdens de orthodontische behandeling, zei Lambrechts voorzichtig. Het zou wel eens een controversiële opvatting kunnen zijn. Door de behandeling ontstond er een cementumdefect. Mondhygiëne is erg moeilijk bij brackets. “Er kwam wat tandsteen et voila, een porte d’entree!” Zo ontstond de externe cervicale resorptie en hierin ontstaat osteodentine. De congresbezoekers werden verwend met een prachtig plaatje hiervan.

Voor de behandeling wordt de gingiva verlaagd naar de porte d’entree. Dan kan in de tand worden gecuretteerd en kan ook de sonicsys worden gebruikt. Vervolgens wordt er dan gespoeld met natriumhypochloriet en wordt er goed afgedicht.

De volgende mooie beelden waren van een mid apicale split bij een onderpremolaar: het kanaalverloop is hierbij op het einde gesplitst. Bij vijlen druk je de bacteriën in de anastomoses. Dus werd er aangeraden om de bacteriën te verwijderen met de ultrasoon. De bacteriën komen dan als een melkachtige substantie tevoorschijn. Het is ook niet enkel met spoelen weg.
Bij follow-up na het vervaardigen van een endo kan men de beelden van de CT mooi naast elkaar leggen.

Er waren nog veel meer casussen met geweldige beelden. Maar deze zijn met geen pen te beschrijven!

Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Verslag van het congres TeamApproach van de NVVRT, 2012

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
camera - foto

Alleen een foto als het echt nodig is

Röntgendiagnostiek is essentieel in de tandartspraktijk. Maar de straling kan ook schadelijk zijn. Wat mag en moet u, als het gaat om het maken van röntgenopnamen?

Een dag zonder röntgen is een dag niet geleefd, vat prof. dr. Paul van der Stelt het belang van röntgendiagnostiek voor de tandartspraktijk samen. Van der Stelt (sectie Orale en maxillofaciale radiologie van de ACTA) sprak op het congres Veiligheid en regelgeving in de tandheelkundige praktijk’.

Dosis en effect
11% van de straling die we gemiddeld jaarlijks ontvangen is afkomstig van röntgendiagnostiek”, legde Van der Stelt zijn gehoor uit. Hoewel 36% van het medische röntgenonderzoek bij de tandarts plaatsvindt, kan slechts 1% va de straling op het conto van de tandheelkunde worden geschreven.

Een groot deel van de straling gaat dwars door de patiënt heen en veroorzaakt geen schade. Een deel van de fotonen veroorzaakt echter schade aan het DNA. Een deel daarvan wordt door het lichaam weer hersteld, maar een ander deel is blijvend.
Ook lage doses, zoals gebruikelijk in de tandheelkunde, kunnen schadelijke effecten teweegbrengen. Het gaat dan vooral om effecten die op langere termijn (na 10 tot 25 jaar) tot uiting komen als tumoren en leukemie.
Dat betekent dus dat bij dit soort lage doses de kans op een effect weliswaar beperkt is, maar dat het effect, als het tot uiting komt, altijd dezelfde ernst heeft, onafhankelijk van de oorspronkelijke dosis.

Het is nog niet exact bekend hoe groot de relatieve kans is op een nadelig effect bij lage doses. Daarom wordt veiligheidshalve een lineaire dosis-effect relatie aangehouden. De aanname is dus dat ook een lage dosis kans geeft op een effect. Daarom moet de dosis zo laag mogelijk worden gehouden.

Besluit Stralingsbescherming
Richtlijnen en regels zijn te vinden in het Besluit Stralingsbescherming (BS) van 2002. In het BS is geregeld wie er bevoegd zijn om röntgenopnamen te maken. In 2012 komt daarop een aanvulling, waarin ook rekening wordt gehouden met nieuwe opnametechnieken, zoals Cone Beam CT. Dit gaat effect hebben op uw praktijkvoering, voorziet van der Stelt.

De uitgangspunten van het veilig gebruik van röntgenstraling in het BS zijn gebaseerd op de principes die zijn geformuleerd door de International Commission on Radiological Protection (ICRP): rechtvaardiging, ALARA en dosislimieten.

Rechtvaardiging
Er moet een medische reden zijn om een opname te maken. Daartoe kan dus alleen worden besloten na klinische inspectie. De tandarts is de enige die de indicatie en de rechtvaardiging kan geven. Deze moeten bovendien worden toegelicht in het patiëntendossier, evenals een verklaring van het resultaat van de opnamen. Houdt u er rekening mee dat een panoramafoto maar een beperkt toepassingsgebied heeft.

Het maken van de opnamen kan alleen aan een assistent worden gedelegeerd indien deze een erkende opleiding daarvoor heeft gevolgd. De instructies aan deze persoon moeten schriftelijk worden vastgelegd.

ALARA
Bij het maken van opnamen moet de dosis As Low As Reasonably Achievable (ALARA) zijn. Dat betekent dus dat de hoeveelheid belastende röntgenstraling zo laag als redelijkerwijs uitvoerbaar is’ , moet zijn zijn. Het besluit Stralingsbescherming geeft geen exacte richtlijnen, maar stelt dat u moet handelen naar geldend inzicht. Dit betekent dat u voor zover nodig afschermingsmaatregelen moet treffen, de patiënt een loodkraag of -schild kunt (laten) dragen, gevoelige films moet gebruiken of digitaal werken, en een rechthoekig diafragma moet toepassen.

Wat er verder wordt verwacht volgens “geldend inzicht” is onder andere te vinden in de NMT Praktijkrichtlijn Radiologie en de European guidelines on radiation protection in dental radiology

Dosislimieten
Voor werknemers gelden dosislimieten. U dient daar zo ver mogelijk onder te blijven. De meeste praktijken zullen kunnen aantonen dat de straling onder 1 milliSievert per jaar blijft. In dat geval behoeven uw werknemers geen dosimeter te dragen.

Erkenning als deskundige
Heeft u een röntgenapparaat in uw praktijk, dan moet u kunnen aantonen dat u stralingsdeskundige op niveau 5A/M bent. U moet dus kennis over de eigenschappen van straling hebben en medisch gezien het maken van röntgenopnamen kunnen rechtvaardigen. Bovendien dient u uw tandartsbul te hebben om de rechtvaardiging en interpretatie van de opnamen te kunnen uitvoeren, en uw deskundigheid door bijscholing up-to-date te houden.

KEW-dossier
U bent verplicht een kernenergiewet-dossier samen te stellen. Belangrijkste onderdeel daarvan is de risicoanalyse. U moet daarvoor de stralingsbelasting op de omgeving (laten) meten of berekenen: op de werkplekken, op de gang, in de wachtkamer en op de straat voor uw praktijk. Met de juiste software is dit volgens Van der Stelt adequaat zelf te doen. Het röntgentoestel moet ook gemeld worden (indien het < 100 kV is; anders is vergunning nodig) bij het Agentschap-NL.

Bekijk het VGT-overzicht van de wettelijk verplichte inhoud van een KEW-dossier.

Bron:
Verslag door dental INFO, tijdens het congres Veiligheid en Regelgeving in de tandheelkundige praktijk, georganiseerd door Dental Best Practice, 25 november 2011, RAI Amsterdam

Prof. dr. Paul van der Stelt studeerde af als tandarts bij de Vrije Universiteit in 1974. Hij promoveerde in 1979 op een onderzoek naar de herkenning van peri-apicale botresorptie op röntgenopnamen. Vanaf 1978 is hij actief in onderzoek op het gebied van digitale radiologie. In 2000 resulteerde dit erin dat ACTA als eerste tandheelkundige opleiding in de wereld volledig overging op digitale opnametechnieken. In 1984/85 bracht hij een sabattical door in de Verenigde Staten aan de National Institutes of Health. In 1986 werd hij benoemd tot hoogleraar Orale en Maxillofaciale Radiologie bij ACTA.

Apr 2012


Download brochure vgt-inhoud-kew-dossier-2011.pdf
Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Röntgenfoto’s schieten tekort bij diagnosticeren cariës bij kleuters

Rontgenfoto kan breukrisico voorspellen

De botstructuur van de onderkaak kan het risico op botbreuken in andere delen van het lichaam voorspellen. Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit van Gotenburg.

Het is mogelijk tandheelkundige röntgenopnamen te gebruiken om de botstructuur van de onderkaak te onderzoeken, stellen de onderzoekers in het blad Nature Reviews Endocrinology.

Voor de Zweedse studie werden gegevens en foto’s gebruikt uit een bevolkingsonderzoek onder 731 vrouwen in Gotenburg. Dit onderzoek loopt sinds 1968 en biedt daarmee unieke informatie.

Ook mannen
Uit onderzoek van tandheelkundige röntgenopnamen in 1968 en 1980 bleek dat één op de vijf vrouwen tussen de 38 en 54 jaar een zwakke botstructuur had. Afgezet tegen de daaropvolgende botbreuken, bleek dit resultaat een goede indicator voor een relatief groter risico op breuken in andere delen van het lichaam.
Hoe ouder de vrouw, hoe sterker de relatie bleek te zijn tussen een zwakke botstructuur in de kaak en de incidentie van breuken.

De onderzoekers denken dat de resultaten uit de studie ook van toepassing zijn op mannen.

Patiënten herkennen
Grethe Jonasson, onderzoeker van de openbare tandheelkundige dienst in Västra Götaland, die de studie initiëerde: “Tandheelkundige röntgenopnamen bevatten veel informatie over botstructuur. Door deze te analyseren, kunnen tandartsen patiënten met een hoger breukrisico herkennen voordat de eerste fractuur zich aandient.”

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Dossier, map

VGT verzorgt nu ook KEW-dossier voor rontgentoestellen van 100kV of meer

Tandartsen en/of praktijkhouders kunnen nu ook bij de leden van de VGT terecht voor de risico-inventarisatie – en in het verlengde daarvan het KEW-dossier – voor röntgentoestellen van 100 kiloVolt (kV) of meer.

Aanvraag via VGT-leden
Omdat deze toestellen vergunningsplichtig zijn, in tegenstelling tot toestellen onder de 100kV die alleen maar meldingsplichtig zijn, kon de VGT praktijken waar een toestel van 100kV of meer aanwezig was tot op heden niet voorzien van een KEW-dossier.
Daar is nu verandering in gekomen. Ook praktijken waar één of meer vergunningsplichtige toestellen aanwezig zijn, kunnen nu via een lid van de VGT een aanvraag voor een KEW-dossier indienen.

Vergunning erbij doen
Bij de aanvraag voor een KEW-dossier moet dan wel een (kopie van) de vergunning worden gedaan. Zonder vergunning is het niet mogelijk een KEW-dossier voor een vergunningsplichtig toestel op te maken.

Toestel opnemen in software
Om een risico-inventarisatie en een KEW-dossier te kunnen maken, dient het toestel wel eerst opgenomen te worden in de VGT software voor de risico-analyse. En om dit te kunnen doen, moet er dus eerst een zogenaamde ‘nulmeting’ op het toestel worden gedaan, anders kunnen er geen gegevens in de software ondergebracht worden.

Bij de VGT vindt momenteel een inventarisatie plaats van de toestellen van (meer dan) 100 kV die binnenkort in de software opgenomen moeten worden om de risico-analyse te kunnen maken.

Bron:
VGT

Lees meer over: Ondernemen, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
radiologie

Wie mag rontgenfoto’s maken?

Er blijkt nog steeds verwarring te bestaan over het onderwerp ‘stralingsdeskundigheid’. Wie mag röntgenfoto’s maken?

In iedere praktijk waar röntgenopnamen gemaakt worden, dient tenminste één persoon met stralingsdeskundigheid 5 A/M (fysiek) in de praktijk aanwezig te zijn. Deze deskundigheid dient aantoonbaar te zijn door middel van een kopie van het deskundigheidsdiploma, dus niet op basis van jaar van afstuderen. Deze kopie van het deskundigheidsbewijs dient in het VGT/RTD KEW-dossier te zitten (onder bijlage F).

Aanwezigheid tandarts met 5A/M
Het is dus niet zo dat alle tandartsen die in de praktijk werkzaam zijn allemaal de deskundigheid 5 A/M moeten hebben. Er dient tenminste één tandarts met 5 A/M (fysiek) aanwezig te zijn als er röntgenopnamen worden gemaakt. Die is dan ook verantwoordelijk voor het juiste gebruik van deze röntgentoestellen. Evenwel, als deze deskundige op vakantie gaat, ontstaat er dus een probleem want dan is het maken van röntgenopnamen niet toegestaan. Immers, er is op dat moment geen deskundigheid in huis.

Beschikt een tandarts niet over het certificaat stralingshygiëne dan is hij of zij niet zelfstandig bevoegd en zal voor iedere opname officieel toestemming vragen aan een tandarts die wel beschikt over een geldig certificaat. Ook mag een tandarts die geen certificaat heeft, het maken van opnamen niet delegeren aan bijvoorbeeld een assistente.

Deskundigheidsdiploma
Een tandarts is pas stralingsdeskundige 5 A/M als hij/zij dat kan aantonen met een (kopie van een) deskundigheidsdiploma. Er is nog steeds heel veel verwarring over wanneer deze deskundigheid onderdeel is geworden van het curriculum. Verschillende faculteiten geven daar verschillende gegevens over af. Zo zou dat bij ACTA en de KUN-Nijmegen vanaf 1995 het geval zijn, maar bijvoorbeeld in RUG-Groningen konden tandartsen tot 2003 kiezen of zij deze deskundigheid wilden opnemen in hun studiepakket.

Op cursus
Hoe het ook zij, als een tandarts deze deskundigheid niet kan aantonen omdat de opleiding hiertoe nooit is gevolgd of omdat de faculteit de verklaring hierover niet (meer) kan verstrekken, dan moet de tandarts op cursus voor het verkrijgen van deze deskundigheid, ongeacht of deze – misschien wel / misschien niet – in de opleiding is gegeven. Het criterium is dus de aantoonbaarheid, niet de afstudeerdatum.

In het laatste NT (nummer 7) staat het op bladzijde 6 toch weer net even wat anders, maar het bovenstaande is de werkelijke situatie. Het ‘automatisme’ wat in dit artikel genoemd wordt bestaat niet.

Buitenlandse tandartsen
Voor buitenlandse tandartsen die hun buitenlandse verklaring van deskundigheid gelijkgesteld willen krijgen aan een Nederlandse deskundigheid.

Dus : niet aantoonbaar deskundig = geen deskundigheid!

Bron:
VGT

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Rontgenfoto's mondzorg

Check geldigheid buitenlands diploma voor gebruik röntgentoestel

In het kader van de deskundigheidsvereisten voor het mogen gebruiken van röntgentoestellen kunnen tandartsen met een buitenlands stralingsdiploma deze checken op geldigheid via het ministerie van SZW.

Hoe checkt u de geldigheid?
Buitenlandse stralingsdiploma’s kunnen ter gelijkstelling aan een Nederlands 5A/M diploma voorgelegd worden aan:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De heer P. Schuurmann
T: 070-3335269
E: pschuurmann@minszw.nl

De heer Schuurmann is beleidsmedewerker bij SZW en bekijkt, in overleg met het ministerie van VWS, of het buitenlandse diploma gelijkgesteld kan worden met het Nederlandse diploma. Als dat zo is dan is de tandarts bevoegd voor het mogen gebruiken van röntgentoestellen.

Geen risico-analyse
De tandarts mag in een dergelijk geval niet zelf een risico-analyse opstellen en zelf een KEW-dossier aanmaken, want dat deel van de 5A/M opleiding valt niet binnen de gelijkstelling. De tandarts kan natuurlijk ook de Nederlandse 5A/M (dag)cursus gewoon volgen, zodat er geen diplomavergelijking noodzakelijk is.

Bron:
www.vgt.nl

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z