Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen (deel 2)

onderzoek samenwerking deel 1

Is er in de praktijk sprake van harmonie en goede samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten in een pand? Via een vragenlijst op dentalinfo.nl stelden we deze vragen. Lees deel 2 van de uitkomsten over tevredenheid, waardering, vertrouwen, complimenten en feedback, werkdruk en werkplezier.

Onlangs werd er een onderzoek uitgevoerd onder vrij gevestigde mondhygiënisten. Hieruit zou blijken dat er wel wat te verbeteren valt qua communicatie tussen tandartsen en externe mondhygiënisten. Zowel KNMT als NVM-mondhygiënisten geven aan dat er met name op bestuurlijk niveau weinig harmonie is betreffende taakherschikking en het onderwerp ‘de geregistreerde mondhygiënist’. Maar dat er in het werkveld wel sprake is van harmonie en goede samenwerking. Onze redactie vroeg zich af in hoeverre deze uitspraak klopt.

Lees ook deel 1: Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen

Tevredenheid

36% van de mondhygiënisten die nooit samen de eerste parostatus bekijkt, geeft aan dat ze de samenwerking matig tot zeer slecht vinden. Toch is 13% juist heel tevreden.

Mooi is te zien dat ‘hetzelfde verhaal houden’ belangrijk is voor hoe de ervaring is met betrekking tot samenwerken.

Want alle mondhygiënisten die hetzelfde verhaal houden als de tandarts hebben allemaal een goede of hele goede ervaring, op een na die dit toch als matig beoordeelt. Van diegenen die nooit hetzelfde verhaal houden, beoordelen slechts 2 mondhygiënisten de samenwerking als goed en eentje als heel goed.

Waardering expertise

De mondhygiënist waardeert dus het sparren met de tandarts zodat ze hetzelfde verhaal kunnen houden. Maar voelt dit zo ook voor de tandarts? 43% van de tandartsen denkt dat de mondhygiënist hun expertise waardeert en 45% denkt dat het vaak gewaardeerd wordt. Bij 54% wordt dan ook zelden het advies genegeerd.

Slechts 8 tandartsen denken dat hun expertise maar soms wordt gewaardeerd en eentje denkt zelden. 73% van de tandartsen die altijd denkt gewaardeerd te worden om hun expertise geeft aan dat ze een hele goede ervaring hebben betreffende samenwerken en de rest beoordeelt dit als goed.

Hoe beoordelen de tandartsen op hen beurt de expertise van de mondhygiënist? Zij beoordelen hun kennis vooral zeer hoog op vlak van preventie (43%).

36% van de tandartsen vindt de kennis van de mondhygiënist op vlak van parodontologie zeer hoog. Slechts 17% schat de kennis en kunde op vlak van cariës heel hoog in, maar 52% vindt deze gemiddeld en 19% vindt deze hoog. 29% vindt de kennis van mondhygiënisten qua parodontologie hoog en 30% gemiddeld. De kennis van preventie wordt gemiddeld gewaardeerd door 14% en door 40% als hoog.

Dit uit zich in een waardering van de input van de tandarts bij het maken van een behandelplan als volgt: 36% zeer waardevol, 36% waardevol, 21% neutraal en 5% als weinig.

Hoe denken de mondhygiënisten dat hun input wordt gewaardeerd? Slechts 13% krijgt het gevoel dat hun input altijd gewaardeerd wordt. Gelukkig geeft 47% aan dat zij het gevoel hebben dat het wel vaak wordt gewaardeerd. 22% geeft het antwoord ‘soms’, 18% zelden en 4% krijgt helaas het gevoel dat hun input nooit gewaardeerd wordt. Is hier sprake van het vaak genoemde Calimero gedrag of is er iets anders aan de hand? We komen hier later op terug.

Hoe beoordelen tandartsen de meerwaarde van de mondhygiënist ten opzichte van de (paro)preventieassistent? 5%  geeft aan dat deze beroepen niet te vergelijken zijn, 5% vinden dat de (paro)preventie juist een meerwaarde kent ten opzichte van de mondhygiënist of geen meerwaarde. 37% erkent dat er veel meerwaarde is en 8% enigszins.

Vertrouwen

Hebben de tandartsen bij deze hoge scores ook vertrouwen in de diagnostiek door mondhygiënisten? 38% heeft dit meestal, 26% is neutraal, 21% heeft hier volledig vertrouwen in en 17% heeft hier meestal geen vertrouwen in.

Wanneer de tandarts geen vertrouwen hierin heeft, zoeken ze dan het gesprek op? Van deze laatste groep zijn er 2 die zelden de prognose of het behandelplan bespreken met de mondhygiënist, 3 soms en eentje nooit. Laten diegene met vertrouwen dan meer los en bespreken zij minder? Van diegenen die volledig vertrouwen hebben, bespreken er 6 altijd of vaak het behandelplan of diagnose, 3 doen dit soms en eentje zelden.

Het lijkt er dus op dat bespreking juist goed is voor het vertrouwen. 7% van de mondhygiënisten schat de kennis van tandartsen op vlak van preventie als erg hoog in. 43% schat dit als hoog in en 30 % als niet hoog – niet laag en 13% als laag en 6% als heel laag.

Slechts 2 tandartsen zijn het nooit oneens met de aanpak van de mondhygiënist. Maar gelukkig zijn er ook maar 2 tandartsen het vaak oneens. De meeste tandartsen zijn het soms oneens en 33% is het zelden oneens. Diegene die zelden of nooit oneens zijn, geven ook het meeste aan dat problemen openlijk besproken kunnen worden.

Welk idee hebben de mondhygiënisten als we het over vertrouwen hebben?

Vertrouwen de tandartsen hen? 59% geeft aan dat ze het idee krijgen dat ze volledig vertrouwd worden. Slechts een mondhygiënist proeft geen enkel vertrouwen en drie geven aan meestal niet vertrouwd te worden. 34% heeft het idee dat ze meestal wel vertrouwd worden. 12% blijft hierin neutraal.

Als we dit tegenover de percentages leggen waarin tandartsen aangeven welk vertrouwen ze hebben in de diagnostiek dan lijkt de mondhygiënisten te overschatten welke mate van vertrouwen zij krijgen.

Als we bekijken welke mondhygiënisten volledig vertrouwen voelen dan kunnen we bekijken waar dat wellicht aan ligt.

Het valt op dat 70% van de mondhygienisten die volledig vertrouwen proeven altijd hun eigen professionaliteit kunnen inzetten.

Terwijl 43% van alle mondhygiënisten altijd hun eigen professionaliteit kunnen inzetten. Ook voelen ze zich allen gewaardeerd. Toch krijgen zij niet vaker complimenten dan andere mondhygiënisten. Wel denken zij dat de tandarts vaker hetzelfde idee heeft over hun vak als zij zelf. 76% voelt zich in hun kracht gezet van deze groep ten opzichte van 46% over de gehele groep mondhygiënisten.

Mondhygiënisten die zich nooit gewaardeerd voelen: Calimero effect?

Wat is er aan de hand met de 12 mondhygiënisten die zich nooit gewaardeerd voelen? Stellen zij zich aan of wat is er aan de hand? Bijzonder is dat zij – op twee na – met meer dan 10 tandartsen ervaring hebben. 8 van hen hebben 21 of nog meer jaren ervaring. 8 van hen zijn matig tevreden over de samenwerking en een slecht.

Zij hebben op 1 na nooit afgesproken wat er onder ‘complex’ valt. Zij overleggen minder vaak en krijgen minder vaak respons.

Drie van hen geven aan zich vaak gedwongen te voelen bijvoorbeeld om een bepaalde behandeling te doen. Vier van hen zegt dat dit weleens gebeurt maar niet vaak. Op het moment dat zij een endo-paro probleem vermoeden wordt 8 van hen vaak gezegd om maar ‘gewoon schoon te maken’ en bij twee komt dit incidenteel voor.

Wat ook opvalt is dat zij op hun beurt de tandarts heel laag (1x), laag (5 x) of niet laag – niet hoog inschatten qua kennis op vlak van parodontologie en ook op vlak van preventie worden ze flink lager ingeschat dan dat de andere mondhygiënisten doen.

Zij zijn allen regelmatig of soms in conflict met de tandarts(en). De communicatie met tandartsen omschrijven zij vaker als heel slecht, slecht of niet goed – niet slecht. Slechts een omschrijft de communicatie als goed en een vindt dit wisselend. Slechts een van hen voelt zich prettig bij tandartsen. Geen enkele van hen voelt zich echt in zijn kracht gezet terwijl de helft wel de tandarts in zijn kracht zet. De helft heeft het idee dat ze andere ideeën hebben over het vak van mondhygiënist terwijl de andere helft denkt van wel maar ook niet altijd.

Zes van hen krijgen minder vaak dan 1 keer per jaar een compliment en twee zelfs nooit. Twee krijgen er elk kwartaal een compliment.  Drie krijgen nooit negatieve feedback, drie minder vaak dan 1 keer per jaar, 4 jaarlijks en twee elk kwartaal. 9 krijgen nooit of bijna nooit feedback om van te groeien en drie soms. Ook het bespreken van problemen lijkt niet te gebeuren of is weinig constructief. 10 hebben nooit of bijna nooit het idee dat er ruimte is om fouten te maken.

Opvallend is dat er de verdeling van verantwoordelijkheden en rollen niet goed duidelijk zijn. Zij beoordelen het leiderschapsniveau van de tandarts als heel slecht tot slecht. Twee benoemen dit niet slecht – niet goed en eentje als goed. Wel neemt diegene de rol is van regisseur, maar drie mondhygiënisten zeggen dat deze tandartsen dat juist niet doen.

Slechts een van hen haalt veel plezier uit samenwerken.

De meeste mondhygiënisten van deze groep denkt dat hun expertise overruled wordt, bij een gebeurt dit nooit. Deze mondhygiënisten vragen om meer vertrouwen, minder commercieel handelen, duidelijke afspraken, niet communiceren via de patiënt, erkenning van het beroep, geen ondermijning en fatsoenlijke behandeltijd.

Tandartsen die samenwerking matig vinden

4 van de 42 tandartsen vinden de samenwerking matig. Welke gemene deler hebben zij? Wat maakt dat ze de samenwerking matig vinden? Drie van hen werken meer dan 20 jaar dagelijks met mondhygiënisten samen. Allen geven aan dat de interne mondhygiënist beter bevalt en daarmee schuift voor een van hen de mate van samenwerking naar ‘goed’.

Zij lijken minder te overleggen voelen zich ook wat minder gewaardeerd. Zij schatten de kennis van mondhygiënisten meestal gemiddeld tot laag in. Zij krijgen zelden tot nooit feedback van de mondhygiënist. Ook vinden ze dat de mondhygiënist niet zelfstandig kan werken, hebben meestal geen vertrouwen in hun diagnostiek, en zijn het soms oneens over de aanpak van de mondhygiënist.

Toch lijkt dit niet vaker tot conflicten te leiden, maar ook kunnen zij soms tot nooit problemen openlijk bespreken en oplossen. Zij zijn neutraal tot helemaal geen plezier hebbend in samenwerken. Zij geven zelf weinig feedback of helemaal nooit. Toch geven ze de mondhygiënist wel complimenten, sommige zelfs maandelijks.

Twee van hen vinden de input van de mondhygiënist weinig waardevol en vinden de mondhygiënist (vergeleken met de paro-assistent) weinig meerwaarde hebben en zijn van mening dat de mondhygiënist geen leidersrol zou moeten hebben.

Wat vinden ze dat er verbeterd moet worden?

Een zegt: “Langere samenwerkingen en begrijpen dat de tandarts de regierol heeft!” Een andere tandarts: “Duidelijke afkadering van wie wat doet. De meerwaarde van de mondhygiënist is paro en preventie. De rest is voor de tandarts en die is verantwoordelijk.”

Nog een van deze tandartsen zegt: “Betere opleiding, kennis is zeer matig nu.”
En de laatste zegt: “Samenwerken, want dat doen ze niet.”

Nog andere suggesties werden gegeven door hen: “Ik vind het opvallend dat met name de jonge generatie mondhygiënisten veel meer hun eigen plan trekken en minder de samenwerking opzoeken met de tandarts. In mijn ogen een rechtstreeks gevolg van het experiment zelfstandige bevoegdheid. Wat mij betreft wordt dat dus ook direct gestopt.”

En: “Externe mondhygiënist werkt mijns inzien niet, geen overleg überhaupt en 2 eilanden.”

En als laatste: “Wij hebben momenteel geen vaste mondhygiënist in de praktijk. Samenwerken met externen vind ik onder de maat. Er worden geen statussen gemaakt of aangeleverd. Geen dossier voering etc. Overleg niet of nauwelijks mogelijk. Jaren geleden heb ik als mondhygiënist gewerkt dus ik ben goed op de hoogte hoe het functioneren kan en zou moeten werken, namelijk in teamverband.”

Complimenten en feedback

Qua complimenten en feedback stuiten we op bijzondere verschillen. 37 van de 97 (38%) mondhygiënisten krijgen nooit of minder vaak dan jaarlijks een compliment. Dat terwijl 14% van de tandartsen meent minder vaak dan jaarlijks een compliment te geven.

7% ervaart jaarlijks een compliment en 19% elk kwartaal. 16% van de mondhygiënisten zegt elke maand een compliment te krijgen terwijl 29% van de tandartsen denkt dat hij dit doet. Een kwart van de mondhygiënisten zegt elke week gecomplimenteerd te worden tegenover 36% van de tandartsen. Slechts een mondhygiënist ervaart elk week een compliment terwijl 8 van de 42 tandartsen denken dit te schenken.

Twee tandartsen geven hun mondhygiënist nooit feedback. De meeste tandartsen denken dat ze wekelijks feedback geven, namelijk 50%. 17% zegt dagelijks feedback te geven. 33% van de mondhygiënisten zegt nooit negatieve feedback te krijgen en 24% krijgt nooit feedback om van te groeien. 57% van de mondhygiënisten zegt minder vaak dan jaarlijks negatieve feedback te krijgen en 10% van de mondhygiënisten krijgt jaarlijks negatieve feedback, 7% elk kwartaal en de rest krijgt dit elke maand, week of dag. 20% krijgt bijna nooit feedback om van te groeien, 39% krijgt soms feedback om te groeien en 18% ervaart dit altijd zo.

Diegenen die altijd feedback krijgen om te groeien krijgen dit meestal minder vaak dan jaarlijks. Wel krijgen zij opvallend vaker een compliment, variërend van elke week tot maand. Zij voelen zich allen gewaardeerd en zij voelen zich meestal in hun kracht gezet. Zij voelen zich allen prettig tot heel prettig bij tandartsen.

Zij zijn – op een na – tevreden over de communicatie. 12 van hen zijn ook nog nooit gevraagd om iets te doen waarbij ze zich gedwongen voelden, 4 van hen zeggen dat dit incidenteel is voorgekomen. De samenwerking bevalt goed tot heel goed.

Ruimte voor fouten

7% van de totale groep respondenten die mondhygiënist zijn, heeft het idee dat er nooit ruimte is om fouten te maken.

Een van hen krijgt dagelijks negatieve feedback maar de rest krijgt deze nooit of bijna nooit. Ook krijgen zij vrijwel nooit een compliment of feedback om van te groeien.

Hieruit blijkt dus dat geen terugkoppeling onzeker kan maken maar ook een te veel aan negatieve feedback.

Zij hebben niet het idee bij de tandarts terecht te kunnen en zijn ook niet in staat om samen tot constructieve probleemoplossing te komen. Hun kwaliteiten worden nauwelijks herkend en ook ervaren zij druk vanuit de tandarts. De communicatie ervaren zij als slecht en schatten zij hun kennis laag in qua paro en preventie. Zij overleggen veruit het allerminst en het lijkt alsof zij altijd zelf het initiatief hiervoor moeten nemen. Zij hebben niet het idee dat ze hun professionaliteit kunnen inzetten en ook de rolverdeling is niet altijd duidelijk. Het leiderschapsniveau vinden zij slecht en ook de regierol behoeft verbetering. Het is geen verrassing dat zij niet te spreken zijn over de samenwerking en er ook niet veel plezier aan beleven.

16% van de mondhygiënisten heeft het idee dat er bijna nooit ruimte is om fouten te maken. 37% voelt deze ruimte soms en 39% voelt dit altijd.

Deze grootste groep is een stuk constructiever bij het oplossen van problemen samen met de tandarts. Ook voelen zij bijna allemaal dat ze bij de tandarts terecht kunnen. Zij kunnen vaak tot altijd hun professionaliteit uitvoeren. De rollen en verantwoordelijkheden zijn helder. De tandarts heeft meestal of volledig vertrouwen in hen. Opvallend is dat zij wel vaker elke week een compliment ervaren, namelijk 38%, en voelen zij zich vaker gewaardeerd en voelen zich vrijwel allemaal prettig tot zeer prettig. De kennis van de tandartsen wordt redelijk hoog ingeschat. Ook in deze groep voelen mondhygiënisten zich onder druk gezet om een behandeling uit te voeren, maar veel minder vaak.  De tandarts en de mondhygiënist lijken elkaar veel vaker op te zoeken voor overleg.

De grote discrepantie tussen wat tandartsen denken te geven en wat mondhygiënisten daadwerkelijk ervaren, is opvallend. Dit wijst erop dat feedbackcultuur en erkenning verder ontwikkeld kunnen worden. Misschien zou een gestructureerd feedbacksysteem kunnen helpen?

Psychologische veiligheid

52% van de mondhygiënisten heeft zich nooit gedwongen gevoeld bij een vraag van de tandarts, bijvoorbeeld om een bepaalde behandeling te doen. Bij 42% komt dit voor maar niet vaak. 8% voelt zich vaak gedwongen.

Op de volgende vraag : “Is de volgende situatie voorgekomen? Je gaf een element een hele slechte prognose of je vermoedde een endo-paro. Is je gevraagd om ‘gewoon even schoon te maken’?” antwoordden 39% dat dit nooit is voorgekomen en nog eens 39% dat dit weleens voorkomt en 22% dat dit vaak voorkomt.

5% voelt zich erg onprettig bij tandartsen en 4% onprettig, 13% voelt zich niet prettig maar ook niet onprettig, voor 8% wisselt het, 49% voelt zich prettig en 20% voelt zich heel prettig bij de tandartsen waarmee ze momenteel samenwerken. 18% ervaart nooit druk vanuit tandartsen, 37% bijna nooit, 30% niet altijd en 14% ervaart altijd druk.

Kunnen conflicten openlijk besproken worden binnen de praktijk?

De mondhygiënisten gaven de volgende antwoorden: 8% nooit, 15% zelden, 21% soms, 37% meestal en 18% altijd.

7% is hierbij zelf de conflictvermijder. 34% is nog nooit in conflict geraakt. 42% van de mondhygiënisten heeft soms een conflict en 14% regelmatig. 2 mondhygiënisten hebben vaak een conflict. Vreemd genoeg geven de tandartsen hele andere antwoorden. 27% van de tandartsen zeggen dat zij nooit in conflict zijn maar 4 van de 42 zijn conflictvermijders. 12% zegt soms in conflict te komen.

Hoe meer er overlegd wordt, hoe minder conflicten.

In hoeverre kunnen tandartsen problemen bespreken en oplossen met mondhygiënisten? Twee zeggen dat dit nooit kan, vijf zeggen dat dit soms kan en de rest antwoord vaak of altijd.

Vijf mondhygiënisten komen nooit tot een beter plan als zij problemen met de tandarts bespreken en acht mondhygiënisten bespreken nooit problemen met de tandarts.

46% ervaart dit soms positief en 33% ervaart altijd dat ze er samen beter uitkomen. 5% heeft geen behoefte om bij de tandarts terecht te kunnen, 5% heeft nooit het gevoel bij de tandarts terecht te kunnen, 9% heeft dit bijna nooit, 30% soms en bijna de helft (49%) altijd.

Het idee dat geen terugkoppeling zowel onzekerheid als demotivatie kan veroorzaken, sluit goed aan bij bestaande theorieën over psychologische veiligheid (Edmondson). Hier zou een aanbeveling kunnen zijn om structurele feedbackmomenten in te bouwen in de samenwerking. De data laten zien dat hoe vaker er overleg is, hoe minder conflicten er ontstaan. Dit kan pleiten voor regelmatige intercollegiale afstemming, vooral bij diagnostiek en behandelplanning.

Rollen

Voor 5% is de verdeling van verantwoordelijkheid en rollen heel onduidelijk. Voor 6% is dit onduidelijk en 30% is hierover neutraal van mening. 38% vindt dit duidelijk en 20% heel duidelijk.

De mondhygiënisten gaven ook aan of hun kwaliteiten gekend werden door de tandartsen. 6% gaf aan dat deze nooit werden gekend, 14% bijna nooit, 40% niet altijd en 39% altijd. 2% kan nooit de eigen professionaliteit inzetten, voor 9% is dit zelden, voor 13% is dit soms, voor 31% is dit vaak en voor 43% is dit altijd.

Ook werd gevraagd of er momenten voor de mondhygiënisten zijn waarin ze zich overrulled voelden door de tandartsen zonder duidelijke beargumentering. Voor 31% zijn dit momenten er nooit, maar voor 48% komt dit soms voor en voor 19% zelfs vaak.

Leiderschap

Het leiderschapsniveau van de tandartsen vindt 11% van de mondhygiënisten heel slecht. Zij vinden dat de tandarts de regierol vrijwel nooit oppakt. De meesten van hen hebben helemaal geen plezier in samenwerken. De rolverdeling is vaak onduidelijk. Zij raken regelmatig in conflict en schatten de kennis van de tandartsen laag in op gebied van preventie en paro. Zij kregen vrijwel nooit een opdracht om een voorbehouden handeling uit te voeren. Er wordt minder overlegd en als dit er is dan is het vaker hun eigen initiatief. Opvallend is dat op twee na deze mondhygiënisten werkzaam zijn in Utrecht en in Noord-Holland.

14% vindt de leidersrol van tandartsen slechts, 42% is hierover neutraal, 28% vindt dat de tandartsen goed zijn in hun leiderschap en slechts 3% vindt dat zij dit heel goed doen. Deze 3% geeft op vrijwel alle vragen een heel positief antwoord.

Feedback van mondhygiënisten aan tandartsen

Een leider kan mensen in hun kracht zetten. Hoe voelen de mondhygiënisten en de tandartsen dit en wat doen zij?
Over feedback hebben we het al eerder gehad, maar geven mondhygiënisten ook feedback aan tandartsen? 57% van de tandartsen geeft aan meestal feedback te ontvangen over patiënten die bij hen voor controle komen en 10% krijgt dit altijd. Deze laatste groep voelt zich gewaardeerd en bovendien is hun ervaring in de samenwerking heel goed. 58% van de mondhygiënisten vindt dat zij de tandartsen in hun kracht zetten, 30% is hier neutraal over, 7% zegt dat dit wisselt en 2% zegt dat ze de tandarts juist onzeker maken.

Ook werd de mondhygiënisten gevraagd of zij zich in hun kracht gezet voelden door de tandartsen. 4% van hen voelt zich juist onzeker gemaakt, 32% voelt zich niet in hun kracht gezet maar ook niet onzeker gemaakt. Voor 16% wisselt dit en gelukkig voelt 46% zich wel in hun kracht gezet.

20% van de mondhygiënisten is van mening dat de tandarts nooit de regierol pakt. 33% vindt dat de tandarts deze soms inneemt, 38% soms en 9% altijd. Bijzonder is dat dit volgens deze mondhygiënisten niet altijd onder goed leiderschap valt.

Iemand die altijd de regierol pakt vindt men lang niet altijd een goede leider. Maar een tandarts die de regierol nooit pakt, blijkt geen goede leider gevonden te worden.

Zou de mondhygiënist preventieleider moeten worden? 14% van de tandartsen vindt dat er sowieso geen preventieleider zou moeten zijn of komen. 17% is van mening dat een mondhygiënist dit niet zou moeten doen. 36% vindt dat deze rol wel voor de mondhygiënist is weg gelegd maar niet elke mondhygiënist zou dit moeten doen. En 33% van de tandartsen vindt dat elke mondhygiënist een preventieleider zou moeten zijn.

10% ervaart de communicatie vanuit de tandartsen als heel slecht, 9% als slecht, 23% niet goed – niet slecht, 4% vindt dat dit wisselt, 43% noemt deze goed en 11% heel goed.

De perceptie van leiderschap varieert sterk, en het gebrek aan duidelijke rolverdeling leidt bij sommige mondhygiënisten tot onzekerheid en conflict. Dit sluit aan bij situationeel leiderschap: sommige teamleden hebben behoefte aan sturing, anderen aan autonomie. De perceptie over de regierol van tandartsen is tevens verdeeld. Sommige mondhygiënisten vinden dat tandartsen te weinig leiding nemen, terwijl anderen het juist te dominant vinden. Dit sluit aan bij de theorie van situationeel leiderschap: niet iedereen heeft dezelfde aanpak nodig

Werkdruk

Heeft de werkdruk invloed op de samenwerking? 26% van de tandartsen ervaart dit nooit. 31% ervaart dit zelden, 33% soms en 10% vaak. Mondhygiënisten hebben hier toch wel wat vaker last van. Maar 8% ervaart nooit dat de werkdruk van invloed is op de samenwerking. 16% ervaart dit zelden, 39% ervaart dit soms, 26% vaak en 10% zelfs altijd.

Plezier

Er is een positieve trend te zien bij tandartsen, waarvan de meerderheid samenwerking als plezierig ervaart. Bij mondhygiënisten is het beeld gemengder, wat mogelijk te maken heeft met erkenning en autonomie.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist. Vragenlijst uitgezet via dentalinfo.nl

Lees ook deel 1: Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Samenwerken