Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen (deel 3)

onderzoek samenwerking deel 1

Is er in de praktijk sprake van harmonie en goede samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten in een pand? Via een vragenlijst op dentalinfo.nl stelden we deze vragen. Lees deel 3 met ideeën van tandartsen en mondhygiënisten voor betere samenwerking.

Onlangs werd er een onderzoek uitgevoerd onder vrij gevestigde mondhygiënisten. Hieruit zou blijken dat er wel wat te verbeteren valt qua communicatie tussen tandartsen en externe mondhygiënisten. Zowel KNMT als NVM-mondhygiënisten geven aan dat er met name op bestuurlijk niveau weinig harmonie is betreffende taakherschikking en het onderwerp ‘de geregistreerde mondhygiënist’. Maar dat er in het werkveld wel sprake is van harmonie en goede samenwerking. Onze redactie vroeg zich af in hoeverre deze uitspraak klopt.

Lees ook deel 1: Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen
Lees ook deel 2: Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen

Ideeën voor betere samenwerking vanuit de respondenten

Al enkele ideeën zijn langsgekomen zoals meer duidelijkheid qua rolverdeling en betere opleiding voor de mondhygiënist. Tandartsen geven verder nog aan dat er een attitudeverandering gaande lijkt te zijn onder mondhygiënisten waarbij het om omzet lijkt te gaan. Dit verwijt geven mondhygiënisten ook naar tandartsen.

Tandartsen aan het woord

Tandartsen geven aan dat ze stoeien met loslaten/vertrouwen en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid dragen.

Zo zegt er een: “Ik wil precies weten wat en hoe dingen gezegd worden. Maar sta er natuurlijk niet naast, hou graag zelf de controle.”

Ook geven ze aan dat de mondhygiënist zelf meer het voortouw zou moeten nemen en dan juist meer zou moeten communiceren naar de tandarts zodat er samengewerkt kan worden.
Anderzijds geeft een tandarts aan: “Ze denken net zoveel als een tandarts te kunnen. Hun houding is betweterig.” Een tandarts vraagt om meer notities in het dossier zoals welke instructie er aan de orde is geweest. Men vraagt naar korte lijnen: “Actiever uitspreken naar tandarts over prognoses, adviezen, behandelingen en overleg bij bijvoorbeeld wel/niet verwijzen naar de parodontoloog.”

Nog een tandarts zegt: “Meer terugkoppeling uit henzelf.”

Een tandarts vraagt ook meer tijd voor overleg. Qua opleiding zou de mondhygiënist zich meer moeten bekwamen in gedragsverandering en geeft als enige tandarts aan dat ook zij iets te doen hebben: “Tandartsen moeten leren om samen met de mondhygiënist zorgbehoefte te leren zien en daar naar te handelen.”

Al met al is er een duidelijk roep om meer en beter met elkaar te communiceren en duidelijkheid te verschaffen.

Mondhygiënisten aan het woord

De mondhygiënisten geven ook veelal aan wat er bij de tandartsen aan schort, vinden duidelijkheid aanhouden belangrijk en storen zich ook aan commerciële belangen. Sommige mondhygiënisten gaan helemaal ‘los’:

  • “Tandartsen moeten weten wat PPS inhoudt. Wordt niet goed verwezen. Nu gaan PPS 2 naar preventie-assistenten. Meerdere malen aangegeven dat PPS2 door paropreventieassistent of mondhygiënist moet worden behandeld. Preventieassistent behandelt ook implantaten en kronen en bruggen, wat afgesproken is dat dit niet mag. Cliënt denkt ook dat hij bij MH komt, maar is dan een (Paro) preventie-assistente. Verwijzingen vanuit ta gaan gewoon niet goed, weten ook niet wanneer doorverwijzen parodontoloog. Helaas ook protocollen meerdere keren aangegeven, maar gaat ene oor in andere oor uit bij tandarts. Dus geen suggestie, maar hoe kunnen we tandarts meer leren wat MH behandeling inhoudt en hoe doorverwijzen ipv alleen tegen client zeggen even tandsteen wegkrabben.”
  • KNMT en NVM meer op een lijn, laat de Paro onze hoofdtaak zijn. Zoals het nu gaat worden de paropreventie assistenten straks de nieuwe mondhygiënisten. Er wordt teveel focus gelegd op de Big geregistreerde taken.”
  • “De mondhygiënist in het BIG register opnemen zou al een goede stap in de richting zijn.”
  • “Kijk naar de kwaliteiten van elk individu. Ik ben dankbaar dat ik in 2 algemene mondzorgpraktijken werk waar ik mij voor het grootste deel kan richten op preventie en behandelingen bij kinderen. Ik krijg hier heel veel energie van. En de tandartsen zijn op hun beurt weer gelukkig dat ik dit stukje zorg bij hun uit handen neem 😀.”
  • “Tandartsen zouden wat meer open kunnen staan voor een gesprek en de mondhygiënist wat meer mogen waarderen.”
  • “Tandheelkundestudenten en mondzorgkundestudenten tijdens de studie al samen praktijk en theorie vakken laten doen.”
  • “De afgelopen 9 jaar werk ik heel fijn samen met tandartsen in de praktijk waar ik nu werk. De jaren ervoor werkte ik vaak met tandartsen die de mondhygiënist niet waardeerden. Het was bijna de reden geweest om uit de tandheelkunde te stappen. De oude generatie lijkt het aan parodontologie kennis te ontbreken.”
  • “Ik denk dat er vaker moet geluisterd worden naar elkaar maar ook geen belerende rol moet worden opgezet.”
  • Communicatie momenten inlassen en van elkaar leren. Geld mag geen rol spelen in de zorg naar elkaar of naar de patiënten.”
  • “Tandartsen beter begrijpen dat je meer tijd nodig hebt om kwaliteit te kunnen leveren.”
  • “Door wellicht een bredere kijk op parodontologie vanuit de tandartsen (velen vinden het minder interessant of een vak apart) te krijgen, zouden we samen betere analyses kunnen toepassen.”
  • “Vanuit de mondhygiënisten: niet altijd eisend zijn, maar ook kwetsbaarheden gewoon bespreken of vragen naar de mening van een ander. En ja, we kunnen nog steeds verschillend denken over casussen / aanpak/ wensen/ etc. We werken samen in een geweldige branche, het zou jammer zijn als we niet van elkaar proberen te leren.”
  • “Dat de tandartsen een keer accepteren dat wij zelfstandige behandelaars zijn (big-geregistreerd) en ons als professionals zien ipv medewerkers.”
  • “Tandartsen moeten mondhygiënisten zien als volwaardig opgeleide professionals i.p.v. een stel huppeltrutjes die een cursus van 2 dagen hebben gedaan. Ik heb veel kennis en ervaring en ik wens ook zo behandeld te worden. Binnen de tandheelkundige wereld heb ik ervaren dat het zeldzaam is om zo behandeld te worden.”
  • “Ik heb gemerkt dat tandartsen toch vaak hiërarchisch boven je willen staan en ze toch wel het idee hebben dat je als mh minder bent en ze je niet altijd heel serieus nemen.”
  • “Aan het begin van de samenwerking duidelijke afspraken maken over de samenwerking en waar elk persoon behoeften aan heeft. Ik merk dat ik met meerdere tandartsen heb samengewerkt (ik ben pas 1,5 jaar afgestudeerd) en dat deze soort afspraken niet gemaakt zijn (ook door mijn fout natuurlijk, maar als junior MH op de arbeidsmarkt wil je graag tonen dat je het allemaal kunt en in het team wil passen). Ik merk dat er na enkele weken of maanden dan toch wel wat botsmomenten zijn die daarna lastig te bespreken zijn en soms tot een groter probleem uitlopen. Als deze dingen in het begin al vastgesteld zijn, zou je beter en sneller de keuze kunnen maken of je je er thuis voelt en wilt blijven, of dat je bijvoorbeeld dezelfde werkmentaliteit en principes hebben en dus niet goed kunt samenwerken met diegene. Ik ben sterk van mening dat dit ook overspannenheid en burn out kan voorkomen (waarvan het eerste helaas mijn huidige situatie is omdat mijn werkplezier eruit gezogen is). Ik vind het zelf erg moeilijk om mijn grenzen, voorkeuren, meningen en principes aan te kaarten tegenover een tandarts die daar eigenlijk al niet echt voor open staat en al jaren lang zijn eigen werkwijze heeft. Ik merk dat sommige tandartsen helaas ook slecht hierop reageren, wat de samenwerking al direct belemmerd. Uiteraard zitten er ook goede tandartsen en goede samenwerkingen tussen, maar het ligt denk ik ook vooral aan de persoon zelf.”
  • “Ik heb gemerkt dat tandartsen toch vaak hiërarchisch boven je willen staan en ze toch wel het idee hebben dat je als mondhygiënist minder bent en ze je niet altijd heel serieus nemen.”
  • Niet communiceren via de patiënt.”
  • “Het klinkt waarschijnlijk vreemd, maar ik hoop dat er geen BIG komt voor mondhygiënisten. Ik werk als ZZP’er bij een tandarts en kan mijn beroep in volle glorie uitoefenen. Ik heb volledige vrijheid. Röntgenfoto’s zijn altijd aanwezig in het pand en hoeven dus niet door een 2e zorgverlener zoals een vrijgevestigde mh opnieuw X-ray belasting! gemaakt te worden, alle patiëntgegevens zijn aanwezig, overleglijn is kort, anesthesie aanwezig.”
  • Respecteren waarvoor de medewerker is opgeleid. Tandarts moet de rol van de arts in de beroepsnaam uitvoeren. Geen tijd besteden, de mondhygiënist is opgeleid. Dat was de bedoeling van uitbreiden pakket mh, zodat de tandarts zich niet bezighoudt met verrichtingen op hbo-niveau, zoals behandeling cariës. Opleiding Mondzorgkunde leidt op voor een zorgprofessional met eigen kennis en kunde. Tandartsen laten nu verrichtingen uitvoeren door een persoon in een witte jas met een opleiding van een week. Het professionele geweten ontbreekt dan met alle risico’s van dien. En maar vullen die kassa over de ruggen van niets wetende patiënten die torenhoge tarieven betalen en behandeld worden door een niet door kennis gehinderd persoon. De kwaliteit gaat achteruit.”
  • Serieus genomen worden door de expertise van de mondhygiënist betreffende paro en preventie.”
  • “Als vrijgevestigd mondhygiënist denk ik dat samenwerking begint bij elkaar persoonlijk leren kennen. Door middel van kleine kringbijeenkomsten. Kennis maken en het delen van verwachtingen zou een goede start zijn. Daarnaast heeft de NVM een soortgelijk onderzoek als dit uitgevoerd en de uitkomsten gedeeld met de KNMT. Zij zouden ‘iets’ gaan doen met de achterban. Dat is éénrichtingsverkeer. Ook aan mondhygiënische vallen dingen te verbeteren op communicatie vlak.”
  • Vertrouwen in de mondhygiënist haar prognoses.”
  • Overleggen is belangrijk. Maar respecteer ieder zijn mening. Ik ga een tandarts niet vertellen hoe hij zijn werk moet doen en hoe hij moet declareren. Als ik een patiënt naar de parodontoloog verwijs en ik zie na een paar maanden dat de tandarts heeft gezegd dat dit niet nodig is, vind ik dit erg jammer. Ook wel eens gehad dat een patiënt die nooit gemotiveerd was om ragers te gebruiken en dit toch niet deed, heel tevreden was met de softpicks. Iets is beter dan niets en de mondhygiëne was heel erg verbeterd, daarna werd ik apart genomen door een tandarts die niet blij was dat de patiënt softpicks gebruikt en de tandarts zei weer tegen de patiënt dat die moet stoppen met de softpicks. Het is belangrijk dat we weten dat niet alles op onze eigen manier altijd gaat, maar dat we altijd werken naar verbetering. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Ook heb ik wel eens meegemaakt dat een tandarts aan mij vraagt om foto’s te maken en dat ik daarna zie dat de tandarts die op zijn eigen naam heeft gezet, ik ga hier geen probleem van maken, maar het is jammer als je aan het einde van de dag ziet dat dit achter je rug om is veranderd. De manager zei dat de tandarts dat mag doen ook al kijkt hij maar snel naar de foto. Maar duidelijke afspraken zijn soms dus nodig. Ook over de controle doen in de tijd van de mondhygiëniste. In de vergadering werd dit veel aangegeven door mondhygiënisten. Als mondhygiëniste moet je soms wel voor jezelf opkomen. (Ik heb nu een werkplek waar ik een hele goede samenwerking heb, het bovengenoemde zijn voorbeelden van praktijken waar ik niet meer werk, de tandarts vraagt ook veel mijn mening en dat is toch wel heel fijn. We zijn echt een team).”
  • “Misschien de vraag of wel of geen BIG registratie de samenwerking beïnvloed. Ik ben namelijk zelf BIG geregistreerd en werk juist graag samen om het beste voor de patiënt te kunnen betekenen.”
  • “Als tandartsen is van hun troon zouden afstappen.”
  • “Tandartsen onderwijzen in de functie van de mondhygiënist als volwaardige professional, dus geen veredelde schoonmaakslaaf ten dienste van de tandarts…een basis van gelijkwaardigheid creëren ondanks verschillende functies en bevoegdheden. Ik heb genoeg tandartsen meegemaakt met een godscomplex. Maar dat verschilt natuurlijk per persoon hoe iemand er in staat. Verder meer kennis over parodontologie aanbieden voor tandartsen.”
  • Erkenning van het beroep mondhygiënist.”
  • “Tandartsen ondermijnen onze kennis en bekwaamheid met name ten aanzien van de voorbehouden handelingen. Ze willen de regie houden, terwijl wij uitstekend zelf kunnen herkennen en indiceren of men naar de tandarts moet ivm complexiteit of het bij de mondhygiënist kan blijven. Het is geen kwestie van werk uit handen nemen, maar met helpen, bijvoorbeeld met het vullen van de primaire cariës en door middel van adviezen voorkomen dat er nieuwe cariës ontstaat en anderzijds wanneer er een foto nodig is voor een beter beeld en daarop volgende parodontale behandeling lijkt het me wenselijk dat hier niet constant verdeeldheid over blijft maar de bachelor opgeleide mondhygiënist “gewoon” haar werkzaamheden kan uitvoeren zonder opdracht van of tussenkomst van een tandarts.”
  • “Duidelijk alles bespreken & vaker werkoverleg inplannen.”
  • Open staan voor elkaar. En dat heeft met persoonlijkheid te maken sommige mensen kunnen dat niet.”
  • Mondhygiënisten minder proberen op de stoel van de tandarts te gaan zitten (= vullingen) zodat mondhygiënisten meer vrijheid krijgen (= verdoven en foto’s). mondhygiënisten graag de stokpaardjes van de opleiding en bestuur laten vallen (= niemand heeft behoefte aan vullende mondhygiënisten), en focussen op paro deskundigheid (=inzetten op verdoven en foto’s maken). Al dat geblaat over vullende mondhygiënisten is stuitend en buiten de wens van de mondhygiënisten zelf om. Diegenen die zo nodig willen vullen zullen dat uiteraard alleen in een tandartspraktijk doen zodat er iemand beschikbaar is in tijden van exponatie of stress. Ik ben al 28 jaar mondhygiënist en maak veel vullingen maar doe dit nooit zonder een tandarts in het pand. Daarnaast heb ik alleen behoefte om op een vrijdagmiddag even een solo te maken of een verdoving te geven bij parodontale problemen. Mensen met carieuze pijnklachten worden gezien door de tandarts dus het hele idee dat je daar functioneel zelfstandig voor moet zijn is bespottelijk.”
  • “Ik werk in een algemene praktijk waar ongeveer standaard 30 minuten ingepland worden. Dan zeggen ze als je meer tijd nodig hebt maak je maar een extra afspraak. Dat kan… over 6 mnd heb ik ongeveer plek.”
  • Vergaderingen inplannen.”
  • Luister naar elkaar, wees benieuwd naar wat de ander zegt, sta open voor elkaars mening. Laat iedereen in zijn waarde, heb respect en weet wat ons gezamenlijke doel is.”
  • Goede communicatie blijft de sleutel tot succes.”
  • “Wanneer de tandarts het journaal van de mondhygiëniste leest en daar op terug communiceert in zijn journaal na de behandeling zal een hoop onzekerheid en vragen schelen.”
  • Patiënten vrij laten in hun keuze om wel of niet naar de mondhygiëniste te gaan. Er zijn patiënten die prima zelf hun gebit onderhouden en de extra info van de mondhygiëniste en controle niet nodig hebben.”
  • “Het zou fijn zijn als tandartsen niet alleen aan het geld denken.”
  • Onder een dak samen werken, regelmatig werkoverleg (minimaal 3 per jaar), luisteren naar elkaar, open staan voor elkaars suggesties. Samen alle pauzes doorbrengen.”

Vertaling van de ideeën

Er is dus een sterke roep om meer wederzijds begrip, duidelijkere communicatie en betere samenwerking. De oproep om tandartsen en mondhygiënisten al tijdens de opleiding samen te laten werken is een krachtige suggestie die structureel iets kan veranderen. Maar door gebrek aan patiënten op de kliniek van de universiteiten dreigen de studenten dan al elkaars concurrent te worden. Bieden stages hier de uitkomst? Zouden tandheelkundestudenten stage kunnen lopen bij de mondhygiënist? Meerdere respondenten geven aan dat afspraken over samenwerking, verwachtingen en bevoegdheden namelijk in een vroeg stadium gemaakt zouden moeten worden. Dit zou ook kunnen worden vertaald naar een aanbeveling voor structurele samenwerkingsgesprekken bij de start van een werkrelatie. Veel mondhygiënisten voelen zich namelijk niet altijd als volwaardige professionals erkend. Dit raakt aan het belang van professionele identiteit en gelijkwaardige samenwerking. Een betere rolverdeling en communicatie zouden kunnen helpen om dit te verbeteren. Er bestaat nu een spanningsveld tussen autonomie en regie.

Sommige tandartsen ervaren een verlies van controle, terwijl sommige mondhygiënisten vinden dat ze als ondergeschikt worden behandeld. Dit sluit aan bij leiderschapstheorieën waarin balans tussen sturing en zelfstandigheid centraal staan. Dus terugkerend punt is dat tandartsen en mondhygiënisten meer over elkaars vakgebied zouden moeten leren, bijvoorbeeld door gezamenlijke (bij- en na)scholing of interprofessioneel onderwijs.

De meningen over de invloed van BIG-registratie op samenwerking verschillen. Dit illustreert hoe wet- en regelgeving invloed heeft op de werkrelatie en hoe verschillend dit wordt ervaren in de praktijk. Dit terwijl NVM-mondhygiëisen en KNMT zeggen dat er op de werkvloer niks aan de hand zou zijn betreffende dit onderwerp.

Samenvatting: Samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten in theoretisch perspectief

Het onderzoek naar de samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten laat zien dat communicatie, leiderschap en (werk)druk belangrijke factoren zijn die de samenwerking bevorderen of juist belemmeren. Deze bevindingen kunnen worden bekeken in het licht van verschillende wetenschappelijke theorieën over samenwerking en teamdynamiek.

1. Psychologische Veiligheid (Edmondson, 1999)

Het concept psychologische veiligheid benadrukt het belang van een werkklimaat waarin teamleden zich veilig voelen om zich uit te spreken en fouten te maken. Uit het onderzoek blijkt dat mondhygiënisten die zich gewaardeerd voelen en regelmatig feedback ontvangen, een positievere samenwerking ervaren. Dat is wellicht logisch gezien hun positie maar tot op heden is er weinig aandacht geweest voor de situatie vanuit de tandartsen. Ook voor hen geldt deze behoefte. Daarentegen voelen degenen zonder terugkoppeling of erkenning zich minder prettig en hebben zij een slechtere samenwerkingservaring. Dit sluit aan bij Edmondsons theorie dat psychologische veiligheid een basisvoorwaarde is voor open communicatie en effectieve samenwerking.

2. Tuckman’s Teamontwikkelingsmodel (1965)

Volgens Tuckman doorlopen teams vier fasen: forming, storming, norming en performing. De variatie in samenwerkingservaringen onder tandartsen en mondhygiënisten suggereert dat sommige praktijken in de ‘storming’-fase blijven steken, waarin onduidelijke verwachtingen en conflicten domineren. Daarentegen bevinden praktijken waarin overleg en rolduidelijkheid centraal staan zich waarschijnlijk in de ‘performing’-fase, waarin samenwerking optimaal is.

3. Situationeel Leiderschap (Hersey & Blanchard, 1977)

De perceptie van leiderschap door tandartsen speelt een grote rol in de samenwerking. Situationeel leiderschap stelt dat effectieve leiders hun stijl aanpassen aan de behoefte van hun teamleden. In het onderzoek blijkt dat sommige mondhygiënisten behoefte hebben aan autonomie, terwijl anderen juist meer begeleiding wensen. Wanneer een tandarts zijn leiderschapsstijl niet afstemt op de behoeften van de mondhygiënisten, kan dit tot frustratie en verminderde samenwerking leiden.

4. Job Demands-Resources Model (Bakker & Demerouti, 2007)

Dit model stelt dat werkstress ontstaat door een onbalans tussen taakeisen (zoals werkdruk) en hulpbronnen (zoals ondersteuning en feedback). Uit de enquête blijkt dat werkdruk vaker een negatieve invloed heeft op de samenwerking van mondhygiënisten dan op die van tandartsen. Daarnaast blijkt dat regelmatig overleg en gezamenlijke besluitvorming deze negatieve invloed kan verminderen. Dit past binnen het model: door voldoende hulpbronnen te bieden, kan de negatieve impact van werkdruk worden verzacht.

5. Transactional vs. Transformational Leadership (Burns, 1978)

De rol van de tandarts als regisseur blijkt cruciaal. Transactionele leiders richten zich voornamelijk op taken en beloningen, terwijl transformationele leiders zich richten op motivatie en ontwikkeling. Uit het onderzoek blijkt dat mondhygiënisten die regelmatig kunnen overleggen en input wordt gewaardeerd, de samenwerking als beter ervaren. Dit suggereert dat tandartsen die een transformationele leiderschapsstijl hanteren, waarbij zij inspelen op de motivatie en ontwikkeling van hun teamleden, een positievere werksfeer en effectievere samenwerking realiseren.

Uitdagingen en Verbeterpunten

Naast deze theoretische inzichten kwamen uit het onderzoek meerdere uitdagingen en suggesties naar voren:

  • Wederzijds respect en erkenning
    Mondhygiënisten geven aan dat zij soms niet als volwaardige professionals worden erkend. Hier ligt een kans om rolverdeling en samenwerking beter af te stemmen.
  • Hiërarchie en samenwerking
    Sommige tandartsen ervaren een verlies van controle, terwijl sommige mondhygiënisten zich ondergeschikt voelen. Dit vraagt om een balans tussen autonomie en gezamenlijke afstemming.
  • Duidelijke afspraken en communicatie
    Zowel tandartsen als mondhygiënisten geven aan dat vooraf gemaakte afspraken over samenwerking veel conflicten kunnen voorkomen.
  • BIG-registratie en taakherschikking
    Er zijn gemengde gevoelens over de invloed van BIG-registratie op samenwerking. Dit toont aan hoe wetgeving de praktijk beïnvloedt.
  • Onderwijs en bijscholing
    Het samen opleiden van tandartsen en mondhygiënisten kan de samenwerking verbeteren. Scholingen over parodontologie en interprofessioneel samenwerken kunnen hierin bijdragen.

Strategische stappen

Om samenwerking landelijk te verbeteren, kunnen we verschillende strategische stappen nemen die aansluiten bij de inzichten uit dit onderzoek:

  1. Nationaal overlegplatform
    Het Mondzorgforum is een voorbeeld van een gezamenlijk overlegplatform op waarin zowel tandartsen als mondhygiënisten structureel met elkaar in gesprek gaan over samenwerking, taakverdeling en communicatie. Ook is er recent een werkveldgroep opgezet door ondergetekende. Dit kan door beroepsverenigingen zoals KNMT en NVM-mondhygiënisten ondersteund worden.
  2. Richtlijnen voor samenwerking
    Ontwikkel landelijke richtlijnen waarin de rolverdeling en overlegmomenten tussen tandartsen en mondhygiënisten worden vastgelegd. Bijvoorbeeld een protocol voor gezamenlijke diagnosebesprekingen of afstemming over parostatussen. Maar hierbij moet ruimte blijven voor situationeel leiderschap. Mondhygiënisten die meer autonomie nodig hebben, kunnen deze richtlijnen juist als beklemmend ervaren en hebben meer behoefte aan groeimogelijkheden zoals tot preventieleider of mentor. Misschien kan een flexibele richtlijn soelaas bieden met keuzemogelijkheden of suggesties in plaats van een strikt protocol.
  3. Training in communicatie en leiderschap
    Bied scholingen aan waarin tandartsen en mondhygiënisten leren hoe ze effectiever kunnen samenwerken. Dit kan variëren van training in psychologische veiligheid en feedback tot situationeel leiderschap.
  4. Mentorschap en coaching
    Ervaren tandartsen en mondhygiënisten kunnen als mentor fungeren voor jongere collega’s om samenwerking te bevorderen en professionele groei te stimuleren.
  5. Onderzoek en monitoring
    Voer periodiek landelijk onderzoek uit naar samenwerking in mondzorgpraktijken en publiceer best practices. Dit kan bijdragen aan een cultuur van continue verbetering.
  6. Beloningssystemen voor goede samenwerking
    Overweeg erkenning of accreditatie voor praktijken die uitblinken in samenwerking, bijvoorbeeld via keurmerken of certificeringen.

Conclusie

Het onderzoek bevestigt dat samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten geen vanzelfsprekendheid is, maar afhankelijk is van leiderschap, communicatie en de mate van psychologische veiligheid. Praktijken waarin duidelijke rolverdeling, regelmatig overleg en wederzijds respect centraal staan, scoren beter op samenwerking. Door wetenschappelijke inzichten toe te passen en initiatieven zoals het Mondzorgforum te ondersteunen, kunnen tandartsen en mondhygiënisten hun samenwerking verder optimaliseren en een prettiger en effectiever werkklimaat creëren.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist. Vragenlijst uitgezet via dentalinfo.nl

Lees ook: Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen (deel 1)
Lees ook: Onderzoeksuitkomsten: vragenlijst samenwerking tussen mondhygiënisten en tandartsen (deel 2)

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z