Mondhygiënisten en assistenten die boren, gaat dat wel goed?

Keihard werd er gediscussieerd na de lancering van het persbericht van de NVM dat mondhygiënisten in de toekomst zouden mogen gaan boren zonder opdracht. Is dat nou een goed idee of niet? dental INFO redacteur Lieneke Steverink-Jorna hield een interview met tandartsen en mondhygiënisten.



In het interview kwamen Kitty Mol (KTV’er/ mondhygiënist, werkzaam onder een dak met een tandarts), Yvonne Schalk (tandarts), Rob Kort (tandarts) en Ingrid van Oploo (KTV’er/vrijgevestigede mondhygiënist) aan het woord.

Complicaties
Mol is in 1989 afgestudeerd en is in 2001 de opleiding tot Kindertandverzorger in Nijmegen gaan volgen. Ze boort vooral op woensdag. Ik vroeg haar hoe vaak ze de tandarts erbij moet roepen tijdens het boren: “De tandarts is zelden nodig, omdat ik binnen mijn grenzen patiënten behandel. Ik kan mij geen echte complicaties herinneren. Misschien een vulling die tijdens het behandelen toch te complex werd, dan neemt de tandarts het over. Regelmatig heb ik wel de controle overleg met betrekking tot het stellen van een diagnose. Bijvoorbeeld over verwijzingen naar de orthodontist, over endo’s en over derde molaren: moeten ze door de kaakchirurg verwijderd worden of door de tandarts.”

Van Oploo maakt ook zelden mee dat er een complicatie optreedt: “Evengoed als dat het weinig voorkomt bij de tandarts. Maar met de tandartsen waar ik mee samenwerk zijn duidelijke afspraken gemaakt wie wat moet doen bij een complicatie.” Van Oploo volgde ook de kindertandverzorger opleiding (KTV) in Nijmegen 2004-2005: “Deze opleiding stond onder leiding van drs. G. Stel, hiervoor ben ik 1 jaar lang 1 dag in de week naar Nijmegen gegaan. Dit vond plaats in het gebouw van tandheelkunde. We kregen of ‘s morgens of ‘s middags theorie en daarna een halve dag praktijk. Het praktijkdeel bestond de eerste tijd uit fantoom en later patiënten (kinderen). “

Schalk werkt met borende assistenten: “In drie jaar tijd is er nog nooit iets gebeurd. Ook omdat bij de geringste twijfel zij mij erbij roepen en ik dan helpen met het laatste stukje excaveren als het wat dieper is of het bandje of schildje aanbrengen als het lastig is. Ze weten precies wat ze wel en niet moeten doen. Heb ze ook enorm begeleid daarin. Dat kost veel tijd en energie. Ben bang dat dat niet overal zo gebeurt.”

Kort werkt al 25 jaar samen met mondhygiënisten: “ De meeste mondhygiënisten komen, door het vele parowerk en het ontbreken van een stoel-assistente, alleen toe aan tandsteen verwijderen en sealen maar boren bijna niet. Mijn dochter, Yvonne, heeft bij mij in de praktijk een aantal jaren vullingen gelegd, in het begin 1-vlaks, maar later 2-en 3 vlaks restauraties. Slechts eenmaal heeft zich een “probleem” voorgedaan, na het leggen van een diepere vulling. Er moest een endodontische behandeling opgestart worden.“

Toegevoegde waarde
De patiënt heeft de uiteindelijke keuze door wie ze zich laten boren. Waarom zouden ze zich laten boren door de assistent of mondhygiënist? Wat is de toegevoegde waarde en gaat dat boren niet ten koste van preventie? Mol ziet geen verschil tussen de borende tandarts of mondhygiënist. “Wij vragen het altijd aan de patiënten of ze er bezwaar tegen hebben.

Er blijft altijd een categorie patiënten die alleen door de tandarts geholpen wil worden. Daar moet je ook begrip voor hebben. Misschien moeten we daar nog een generatie geduld mee hebben.” Het gaat volgens haar ook niet ten koste van preventie: “Absoluut niet! Wij zijn bij uitstek preventiedeskundige, dus nemen dit vaak uitgebreider mee in de voorlichting van cariës. Sinds vorig jaar ben ik ook met NOTCP gestart bij kinderen dus care in plaats van cure!”

Meer tijd
Schalk: “De reden dat ik de assistenten heb laten leren boren is die kleine gaatjes bij bijvoorbeeld kinderen of hele bange patiënten. Daar kunnen zij veel meer tijd voor uittrekken dan ik. En dat werkt super, patiënten zijn echt heel tevreden. In een praktijk met een meerkamerplanning is het een verrijking. In mijn programma helpen ze vaak met het begin en boren ze alvast de vulling uit als het eens een beetje uitloopt dat werkt echt super. Ik heb er nu een zieke en die mis ik enorm want nu moet ik het zelf doen, hetgeen de druk op mijn programma enorm doet toenemen. Wat mij betreft gaat het niet ten koste van preventie. Ik heb genoeg preventieassistentes en diegene die boren doen ook heel veel aan preventie. Soms tegelijk met het boren. Harstikke handig!”

Vertrouwensband
Van Oploo: “ Voor mijn patiënten is het voordeel de vertrouwensband. De kinderen die komen hebben toch al wat angst ontwikkeld voor al het tandheelkundige gebeuren. Ik probeer ze weer zover te krijgen dat we (zowel de mondhygiënist en de tandarts) die kinderen weer goed kunnen behandelen. Het komt vaak voor dat deze kinderen meer op hun gemak bij mij zijn, omdat ik dit hele traject met ze heb doorlopen. Het blijft echter wel zo dat ik de keus altijd aan de tandarts en de patiënt laat voordat ik over ga tot het restaureren. Dat ik boor gaat absoluut niet ten koste van preventie! Het eerste en voornaamste blijft de preventie. Je wilt tenslotte niet dat de rest van het gebit slecht wordt. Zeker bij kinderen probeer je minimaal de boor te hanteren vanwege de belasting van het kind. Dat betekent in heel veel gevallen je het redt met de preventie. Daar waar preventie faalt, kan je boren.“

Goed georganiseerde praktijk
Kort: “Een borende mondhygiënist past in een goed georganiseerde praktijk. In een praktijk met een balieassistente, geschoolde stoelassistentes met preventieopleiding en een paro-preventieassistente. Een borende mondhygiënist is opgeleid tot het verrichten van restauratieve werkzaamheden. Het is naar mijn mening onverstandig om assistentes te laten boren en/of vullen.

Preventie blijft natuurlijk een heel belangrijk item in een tandartspraktijk. Ieder teamlid moet dezelfde boodschap vertellen. Daarom zal het boren van de mondhygiënist geen negatieve effecten op de preventie hebben.”

Regierol
De ANT reageerde fel op het persbericht van de NVM. Mondhygiënisten zouden niet zonder tandarts moeten boren. Wat is jullie reactie hierop? “Ik ben het er wel en niet mee eens: Ik denk dat mondhygiënisten het prima kunnen maar ik vind het belangrijk dat het onder een dak met de tandarts gebeurt. Dan kan je snel overleggen als het nodig is. Wij doen dat regelmatig, bij twijfel roepen ze mij erbij. Ik bepaal de diagnose. Ik overleg met de patiënt, zo van: ‘Als u het goed vindt gaat de assistent/mondhygiënist dit gaatje vullen. Ik heb er bezwaren tegen als de mondhygiënist zelfstandig de diagnose gaat stellen. Er schuilt een gevaar dat ik de patiënt pas te zien krijg als het al te laat is. Ik vind dat wij, als tandartsen, het overzicht moeten hebben en delegeren is helemaal prima maar wel door de tandarts. Niet dat de mondhygiënist de patiënt naar ons verwijst als er al een heel groot gat is.“

Van Oploo ziet wel heil in de wetsverandering: “Het is jammer dat ik niet altijd de patiënten kan helpen zoals ik zou willen. Daarvoor missen we nog een van de belangrijkste aanvullende diagnostisch middelen, de röntgen. Als er pijnklachten binnenkomen kan ik kijken maar vaak niet veel meer. Mocht het een parodontaal abces zijn dan kan ik die patiënt helpen maar dit weet je niet zonder foto. Zo blijft de patiënt heen en weer gaan. Hetzelfde geldt voor het geven van anesthesie, vaak niet nodig maar soms wel. Mocht de tandarts met vakantie zijn dan heb je al een probleem. Je kunt dus dan pas verder met behandeling als je de verwijzing hebt gekregen en dat kan onwenselijk zijn voor de (mond)gezondheid van de patiënt. De HBO opgeleide mondhygiënist is bekwaam en bevoegd om primaire cariës te behandelen, anesthesie te geven en röntgenfoto’s te maken. Zonder opdrachtrelatie heeft de (niet gecompliceerde) patiënt er veel baat bij.” De discussie over het wel/niet de controle laten doen door de mondhygiënist is volgens van Oploo eigenlijk een non-issue: “Ik denk dat iedere mondhygiënist al het periodieke mondonderzoek doet. Zodra een patiënt binnen komt doe je dit automatisch als eerste of het nu een volwassene is of een kind. Mocht ik iets tegen komen dan rapporteer ik dit altijd terug naar de tandarts.”

Toch samen
Wil van Oploo graag boren zonder tandarts in huis? “Alléén met een verwijzing en duidelijke afspraken met die tandarts. Dit gebeurt echter niet vaak gelukkig, omdat de preventie meestal slaagt.“

Schalk wil ook graag samenwerken: “Het is een goede discussie. Het is alleen jammer dat er over en weer zoveel verwijten zijn. Er moet toch wel een mogelijkheid zijn om met elkaar op de goede manier de dialoog aan te gaan. Ik ben absoluut voor goede samenwerking met een mondhygiënist en zie duidelijk het belang daarvan. Ik vind wel dat de tandarts het overzicht moet houden maar ja, daar zal ik wel tandarts voor zijn. Ik moet er niet aan denken dat wij alleen maar de specialistische dingen gaan overhouden.” Van Oploo sluit af: “De patiënt staat centraal, daarom is het belangrijk dat er een goede samenwerking tussen tandarts en mondhygiënist is om de patiënt zo optimaal mogelijk te kunnen behandelen. Zolang je gewoon goede afspraken maakt, zorgt dat je kennis op peil is, een gedegen opleiding volgt en duidelijk je grenzen weet, denk ik dat het mogelijk moet zijn om dit te laten slagen. Voor iedereen die in de mond werkt, we zijn allemaal een team!”

Interview door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO. 


Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *