Preventie: naar wie verwijs ik?

Belang preventieve mondzorg bij kinderen en de rol van de mondhygiënist op de kaart bij de gemeente

De mondhygiëniste wordt omschreven als dé preventiespecialist. Tegenwoordig zijn er ook preventieassistenten. Wie kan er naar wie worden verwezen? Hier een heldere omschrijving.

Kinderen

0-6 jarigen
Het consultatiebureau is de eerste instantie die ouders van kinderen tot 3 à 4 jaar voorlichting geeft. Vanaf het 1e tandartsbezoek kan de tandarts de voorlichtingstaken overnemen of delegeren naar de preventieassistent/mondhygiënist. Bij deze leeftijd is het belangrijk dat er verkeerde mondgewoontes worden opgespeurd zoals mondademhaling, duim- of fopspeenzuigen of gebruik van een zuigfles.

6-12 jarigen
Op 6-jarige leeftijd breekt normaliter de 1e molaar door, een belangrijk preventiemoment.
Op deze leeftijd kunnen zich makkelijk trauma’s ontwikkelen, bijvoorbeeld voor de tandarts. Een preventieve behandeling is een goede kennismaking met behandeling van de tandarts of mondhygiënist. U kunt ook handig gebruik maken van de fantasie van kinderen voor het leren omgaan met angst en pijn.

12-18 jarigen
Rond de 12 jaar gaan kinderen naar de middelbare school en komen ze in de puberteit.
Lichamelijk en geestelijk verandert er veel. Dit gaat vaak hand in hand met veranderingen in het eetpatroon, het poetsgedrag en de zelfzorg. Kortom: een leeftijd waarop cariës, erosie en gingivitis zich in rap tempo kunnen ontwikkelen.

Controle-model
Het is van groot belang dat tijdens de controle het onderstaande model wordt gebruikt en dat er tijdig bitewings worden gemaakt.

Hoe vaak opnamen?

  • Laag risico – 24 maanden interval
  • Matig tot hoog risico – 12 maanden interval

Matig tot hoog risico:

  • Weinig fluoridegebruik
  • Slechte mondhygiëne
  • Afwijkende voedingsgewoonten en frequent suikergebruik
  • Onregelmatig tandartsbezoek
  • Onvoldoende speekselvloed

Score
De volgende score kan worden gemaakt vanaf het doorbreken van de eerste blijvende molaar tot aan het 18e jaar. De score kan door de tandarts worden gemaakt tijdens de half- jaarlijkse controle.

1 punt 2 punten
Medewerking ouders/kind Goed Onvoldoende
Actieve cariës ergens in de mond Nee Ja
Doorbraakstadium Volledig Gedeeltelijk
Actieve cariës in het occlusale vlak van de M1 Nee Ja
Onvoldoende mondhygiëne en/of fluoridegebruik Nee Ja
  • 5 punten
    Dit is de minimale score. Er hoeven er geen preventieve maatregelen worden getroffen. Er
    kunnen voorlichtingsleaflets en bijvoorbeeld een poetsdiploma worden meegegeven.
  • 6 punten en 7 punten zonder cariës
    Er wordt een ‘poetsles’ gegeven en eventueel geseald (indicatie wordt door de tandarts of mondhygiënist gesteld) door de preventieassistent of mondhygiënist. Het kind komt na 3 maanden op nacontrole. Bij de halfjaarlijkse controle wordt bekeken of het kind vervolgens weer moet komen. Is er weer een zitting nodig, dan wordt er wederom na 3 maanden geëvalueerd. En ga zo maar door.
  • 6 punten en 7 punten met cariës tot en met score 10
    Er wordt een ‘poetsles’ gegeven en aanvullende preventieve maatregelen worden genomen door de mondhygiënist. De patiënt moet vervolgens elke 6 weken terug komen tot aan de volgende controle. Patiënten die doorgestuurd zijn naar de mondhygiënist, blijven bij de mondhygiënist tot aan de controle.

Afwijking protocol

  • Bij onvoldoende medewerking van ouder/kind, kan het protocol altijd worden afgebroken als blijkt dat de ouder/kind totaal niet te motiveren valt en dus het preventieve protocol zo goed als zinloos is.
  • Bij erosie en ontwikkelingsstoornissen wordt er altijd doorgestuurd naar de mondhygiënist.

Volwassen

Preventieve interventie bij kinderen heeft voornamelijk als doel cariës en/of erosie te voorkomen. Bij de volwassenen ligt dit voornamelijk op een ander vlak. Bij de preventie voor volwassenen zal meer de nadruk liggen op het voorkomen van parodontitis.

Bij ouderen is het belangrijk om op tandhalscariës te letten en preventieve middelen in te zetten. Ook andere ontstekingen, zoals stomatitis, zijn voor deze groep van belang. Dit kan een pneunomie veroorzaken. Xerostomie komt tevens voor bij deze patiëntengroep. Ook hiervoor kan verwezen worden naar de mondhygiënist.

Dutch Periodontal Screening Index (DPSI) – Parodontologie protocol

Bij kinderen wordt een model gebruikt om te bepalen welke kinderen preventieve interventie nodig hebben.
Bij volwassenen wordt een meting gebruikt waarbij men het tandvlees op conditie beoordeeld. Deze is onder te verdelen in categorieën A, B en C.

Categorie A

DPSI 0

  • Geen pockets dieper dan 3 mm
  • Geen bloedingen na sonderen
  • Geen tandsteen
  • Geen overhangende restauratie(s)

DPSI 1
Idem als bij index 0, maar wèl bloeding na sonderen.

DPSI 2
Idem als bij index 1, maar met tandsteen en/of overhangende restauratie(s).

Categorie B

DPSI 3-
Pockets van 4-5 mm met bloeding na sonderen, met tandsteen en/of overhangende restauratie(s)
ZONDER waarneembare recessie(s) bij de verdiepte pocket(s).

Categorie C

DPSI 3+
Pockets van 4-5 mm met bloeding na sonderen, met tandsteen en/of overhangende restauratie(s) MET waarneembare recessie(s) bij de verdiepte pocket(s).

DPSI 4
Eén of meer pockets van tenminste 6 mm diep, met bloeding na sonderen, met tandsteen en/of overhangende restauratie(s).
Voor patiënten die op grond van de DPSI gescreend worden in categorie A is verdergaande parodontale diagnostiek en behandeling met betrekking tot het parodontale behandelingsprotocol niet geïndiceerd. Patiënten in categorie A met tandsteen of gingivitis behoeven voorlichting over mondhygiëne en bij hen moet tandsteen worden verwijderd door de mondhygiënist of preventieassistent. Bij subgingivaal tandsteen dient dit te geschieden bij de mondhygienist. Er hoeft echter geen parostatus te worden gemaakt. Wel dient er na het tandsteen verwijderen te worden gecheckt of de pockets niet dieper zijn dan aanvankelijk werd aangenomen.

Voor patiënten gescreend in categorie B en C is verdergaande parodontale diagnostiek door de mondhygienist wél geïndiceerd om daarmee de daadwerkelijke parodontale behandelingsbehoefte te kunnen vaststellen. 3-B is een mogelijke paropatiënt, 3+ en 4 C zijn paropatiënten. Aan de hand van diagnostiek kan er eventueel verwezen worden naar de parodontoloog. Dit zal vooral geïindiceerd zijn bij complicaties zoals furcaties en angulaire defecten.

Behandeling DPSI 1 en 2
Deze patiëntencategorie kan worden behandeld door de preventieassistent en eventueel door de mondhygiënist. De patiënten blijven zoveel mogelijk bij dezelfde behandelaar. Bij subgingivaal tandsteen wordt er enkel naar de mondhygiënist doorverwezen.

Behandeling DPSI 3 en 4
Deze categorie valt niet meer onder preventie. Deze patiënten dienen te worden doorgestuurd naar de mondhygiënist voor een eventuele parobehandeling.

18-22 jaar

Deze leeftijdscategorie wordt apart genoemd: zij vallen nu nog onder de basisverzekering. Dit is daarmee de laatste kans om preventieve maatregelen in te zetten, zonder dat dit de patiënt geld kost. Bovendien gaan deze jong volwassenen vaak een aantal veranderingen door waardoor wederom het gedrags-, leef- en eetpatroon kan veranderen. Dit betekent wellicht een verhoging van het cariës-, gingivitis- en erosierisico.

ANUG
Acute necrotiserende ulcererende gingivitis is een zeldzame maar zeer pijnlijke vorm van gingivitis met soms spontane bloedingen. Kenmerkend zijn de necrotische papillen. Het treft vaak pubers en jongvolwassenen. Soms hebben deze patiënten een ziekte onder de leden zoals HIV. Andere oorzaken zijn stress, roken en matige lichaamsverzorging. Patiënten met ANUG dienen naar de mondhygiënist doorgestuurd te worden. Stuur deze patiënten ook door naar de huisarts voor een bloed- en HIV test.

De medisch gecompromitteerde patiënt

Er is medisch steeds meer mogelijk waardoor er meer zieke en oudere mensen in de praktijk komen. Een verzwakte afweer en medicatie gaan vaak hand in hand met ontstekingen en andere aandoeningen in de mondholte. Deze patiënten moeten extra in de gaten worden gehouden en zo nodig worden doorgestuurd naar de mondhygiënist. De preventieassistent is hiervoor niet opgeleid.

Voorbeelden hiervan zijn patiënten met:

  • Geplande orgaantransplantatie (ontstekingsvrij houden, excessieve tandsteenvorming, infectiegevoelig, gingivahyperplasie)
  • Heamodialyse en nier-insufficientie (excessieve tandsteen vorming, afwijkend rontgenbeeld, metaal smaak, foetor ex ore, bleke gingiva)
  • Reumatische aandoeningen (SLE, sclerodermie, sydroom van Sjogren etc)
  • Diabetes mellitus (snel tandvleesontsteking, wisselwerking met medicijnen)
  • Bloedziekten (voorkomen van infecties, angstig voor bloeden, hoge bloedingsneiging)
  • Hyposialie
  • HIV
  • Kanker

Ook zwangere vrouwen behoren tot deze groep.

Bron:
Het Nexø-model: als inspiratie en dit model is vertaald naar een werkbare Nederlandse wijze
Kindertandheelkunde 2
NVVP
Beroepsprofiel mondhygiënist

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z