ROC Eindhoven start opleiding sterilisatiemedewerker in de mondzorg

In 2011 sloot de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) 10 tandartsenpraktijken wegens slechte hygiëne. Twee tandartspraktijken werden onder verscherpt toezicht gesteld. Peter Spijkers, manager van vijf tandartsenpraktijken in Noord-Brabant en Limburg, heeft daarom in samenwerking met ROC Eindhoven de opleiding tot sterilisatiemedewerker in de mondzorg opgezet.

De inspectie op bezoek
De gesloten praktijken werkten volgens het IGZ niet volgens de zogenoemde WIP-richtlijn voor infectiepreventie. Spijkers, die zelf regelmatig contact heeft met de inspectie, herkent het probleem. ‘Onder het assisterend personeel is er onvoldoende kennis over de WIP-richtlijnen en hoe en waarom instrumenten gesteriliseerd moeten worden’, aldus Spijkers die door middel van de opleiding vooral het bewustzijn over het belang van steriliseren in de mondzorg wil vergroten.

Tot op heden bestond enkel de mogelijkheid om medewerkers een 1,5 jaar durende opleiding te laten volgen tot Medewerker Steriele Medische Hulpmiddelen. Deze is niet specifiek gericht op infectiepreventie in de mondzorg, maar beslaat de gehele medische zorg. ‘Een dure, onnodig lange opleiding,’ zegt Spijkers, ‘terwijl de tandartsenpraktijk zo snel mogelijk de kwaliteit van de zorg moet verbeteren.’

Bijscholen op hygiëne en veiligheid
In september gaat de eerste lichting cursisten van start op het ROC Eindhoven, School voor de Zorgsector. De opleiding zal 12 weken duren en besteedt met name aandacht aan de technische en wettelijke aspecten met betrekking tot het reinigen, desinfecteren en steriliseren van medische hulpmiddelen in de tandartspraktijk. Ook wordt in deze cursus ingegaan op reinigingsprocedures en werken volgens het protocol. Op dit moment zijn er nog een aantal plaatsen beschikbaar, maar Spijkers verwacht dat de cursussen snel vol zullen lopen.

Lees meer over: Kennis, Praktijkhygiëne, Scholing, Thema A-Z
dossier, map

Werkt u volgens de praktijkrichtlijn Patiëntendossier?

Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Welke gegevens moet het patiëntendossier bevatten en waarom? Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Infectiepreventie draait om het voorkomen van infectieuze ziekten, ook binnen het tandheelkundige team. Ziektekiemen zoals legionella, tuberculose bacteriën, herpes en MRSA. Een patiënt kan het team besmetten, het team de patiënt en door kruisbesmetting kan zelfs de ene patiënt de andere besmetten. Misschien is zelfs een tandartspraktijk verantwoordelijk geweest voor de verspreiding van EHEC. Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Bovendien bevordert het de transparantie.

Verloop van infectie
Eerst is er sprake van transmissie: De bacterie verhuist van de bron, zoals unitwater of de vorige patiënt, naar de volgende patiënt. Hier vestigt de bacterie zich en wordt de kolonisatie gestart. De bacterie past zich aan aan het ecosysteem en weerstaat (of niet) de gastheerreactie. Een mens bestaat uit zo ontzettend veel bacteriën dat men zich kan afvragen of een mens een ‘mens’ is of een kolonie bacteriën. Een mens bevat namelijk minder cellen dan bacteriën. We leven dan ook in een dynamisch evenwicht met onze microflora.

Waarom is de tandartspraktijk nu zo gevaarlijk?
Waarom wordt er ineens zo streng geïnspecteerd in de tandartspraktijk terwijl voetballers straffeloos op het veld spugen er hier vervolgens doorheen sliden? Het verschil is dat voetballers uitgebreid getest zijn op hun gezondheid. Onze patiënten zijn dit vaak niet. Ze kunnen van alles onder de leden hebben en dit verspreiden via tandheelkundige instrumenten. Bovendien mogen onze patiënten van ons verwachten dat ze niet ziek worden van een tandheelkundige behandeling

Zijn pathogenen gevaarlijker dan vroeger?
De pathogenen van vroeger, zoals veroorzakers van de pest, de vliegende tering, cholera en de Spaanse griep hebben we aardig onder controle. Dit komt door de invoering van hygiëne maatregelen en antibiotica. Maar dit heeft een keerzijde. Nu hebben we te maken met MRSA, EHEC en noem het maar op. Antibitiotica-resistentie is een groot probleem. We moeten zorgen dat we weer goed gaan letten op die hygiëne. In 1995 is hiervoor de richtlijn van de werkgroep Infectie Preventie (WIP) in het leven geroepen voor de tandheelkundige praktijk, welke in 2007 herzien is. De aanbevelingen voor mondzorgers zijn gebaseerd op zorgvuldige analyse van de literatuur en de expertise van professionals.

De cijfers
Dat infectiepreventie echt nodig is, blijkt wel uit de cijfers. Op zich is de kans van het oplopen van HIV bij een prikaccident met bloed van een HIV-positieve patiënt niet zo hoog (0,3-0,6%), maar dit is bij een prikaccident met bloed van een hepatitispatiënt veel hoger. Oké, gelukkig hoort het hele team wel gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B (37-62% kans), maar steeds frequenter heeft een hepatitis-B patiënt ook hepatitis C. Vooral bij verslaafden moet men hier verdacht op zijn. Tegen Hepatitis-C zijn we niet gevaccineerd. Hepatitis is via bloed en via slijmvliezen (!) overdraagbaar, dus een stuk gemakkelijker dan HIV wat enkel via bloed overdraagbaar is.

De kans op overdracht van het Herpes Simplex Virus (HSV) is hoog. Het leidt niet frequent tot ziekte, maar bedenkt u zich wel dat de aerosol 2 meter hoog kan komen…Het komt op uw armen en gezicht.

Ook komt overdracht van de griep voor binnen de tandheelkundige praktijk. De spreker vond het aan te raden om het team de griepprik te laten halen. Primair ter preventie van overdracht, maar een spin-off is natuurlijk de continuering van de praktijkvoering tijdens zo een epidemische periode. Uiteraard is gevaccineerd zijn geen vrijbrief voor onhygiënisch handelen en moeten dan nog steeds de overige hygiëne maatregelen getroffen worden.

Tuberculose, komt dat nog voor?

Tuberculose (TBC) komt weinig voor onder autochtonen Nederlanders. Onder allochtonen komt het echter wel regelmatig voor. En deze mensen krijgen wij ook in de stoel. Gelukkig is er niet vaak sprake van open TBC, maar het is wel degelijk iets om rekening mee te houden. Er is immers een stijgende incidentie van TBC in Nederland. Bovendien is er resistentievorming tegen gangbare antibiotica.

In de USA is daarom een richtlijn opgesteld waarin patiënten met de volgende symptomen apart behandeld moeten worden:

  • Meer dan 3 weken hoesten
  • Gebrekkige eetlust
  • Gewichtsverlies
  • En andere symptomen op een TB-lijst

Hoe kun je nu zien of de patiënt wellicht een ziekte onder de leden heeft, zoals tuberculose?

Het patiëntendossier
En hier komt het patiëntendossier te voorschijn: Laat duidelijk op de kaart naar voren komen dat er sprake is van een (besmettelijke) ziekte. Het dossier moet op zijn minst het volgende bevatten:

  • Medische anamnese
    Denk daarbij aan:
    – Gegevens over allergie, diabetes, reuma, hartafwijkingen, bloedafwijkingen, epilepsie
    – Orale en dentale afwijkingen
    – Systemische aandoeningen, waaronder besmettelijke ziektes
    – Ziekenhuisverleden
    –  Medicatie
    – Reactie op anesthesie
    – Genetische aandoeningen
  • Tandheelkundige historie en anamnese
  • Status praesens
  • Röntgenfoto’s
  • De gegevens die de tandarts met instemming van de patiënt van zijn voorganger heeft overgenomen
  • Gegevens betreffende informed consent inzake voor de patiënt ingrijpende verrichtingen/behandelingen met aanzienlijke kostenconsequenties
  • Tandheelkundige gegevens:
    1.  De verslaglegging van de tandarts-patiënt contacten (consulten)
    Het verdient aanbeveling de volgende gegevens op te nemen:
    – De data waarop de contacten hebben plaatsgevonden (ook geannuleerde afspraken en afspraken die niet zijn nagekomen)
    – De klacht/hulpvraag/wens
    – Het uitgevoerde onderzoek, diagnose en indicatiestelling

    2. Het behandelplan
    – Tot op het moment van voltooiing van de behandeling
    – Met aantekeningen van essentiële afwijkingen van het plan
    – Bij plannen voor langere termijn, rekening houdend met informatie over de redenen waarom die termijn in acht genomen wordt. Tussentijds kunnen hierin immers wijzingen voorkomen

    3. Verder:
    – Verrichtingen (besteed extra aandacht aan het noteren van deels of volledig mislukte verrichtingen) en de naam van de behandelaar
    – Verstrekte tandheelkundige adviezen en behandelvoorstellen, inclusief reacties van de patiënt/mate van medewerking van patiënt
    – Rapportages van bacteriologische onderzoeken
    – Modelanalyse
    – Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    – Recepturen

Als u netjes het patiëntendossier bijhoudt, is er zicht op het welbevinden van de patiënt en kan er gemakkelijk worden geconstateerd of de patiënt ziek is. Bij een (kans op) besmettelijke ziekte dient u een risico inschatting te maken hoe groot de kans is dat u uzelf of uw volgende patiënten besmet.

Los van de overdracht van patiënt op patiënt is er ook nog de overdracht van behandelunit naar patiënt.

Hoe vaak controleert u het water van uw unit(s)?
Ondanks het feit dat ACTA zijn waterkwaliteit in de tandartsunits goed op orde heeft dankzij een actief test en decontaminatie beleid, kampt ACTA momenteel met een grote contaminatie met legionella (non-pneumophila) dankzij een fout in de waterleiding aansluitingen van de nieuwbouw van ACTA.

Wist u dat meer dan 80% van de waterleidingen in units in Nederland meer dan 5.000 KVE/ml bacteriën bevatten? Terwijl de norm 200 KVE/ml is?

Ook veel (Gram-negatieve) bacteriën in water kan COPD veroorzaken bij behandelaars en maakt behandelaars gevoeliger voor andere infecties! In sommige praktijken is het water uit de unit zelfs te vergelijken met urine van een urineweginfectiepatiënt. We hebben als behandelaars een inspanningsverplichting dus zorg ervoor dat uw water wordt gecontroleerd. Legionella-controle is elke 6 maanden nodig. Uit de reacties vanuit de zaal bleek dat er maar enkelen dit wel eens lieten controleren.

Conclusie
Concluderend stelde de heer Soet dat men een reëel risico loopt op infectieziekten bij de tandarts. Door hygiëneregels kan men deze risico’s inperken. Door transparant te zijn kunnen we zorgen voor veiligheid van het team en de patiënt.

Bron:
Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Hans de Soet is microbioloog en werkzaam als Ass. Professor Preventieve Tandheelkunde bij ACTA. Ook hij is Voorzitter van de adviescommissie Infectie Preventie ACTA.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Praktijkhygiëne, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

Help, ik heb me geprikt!

Helaas komen prikaccidenten nog vaak voor in de dentale praktijk. Ze vormen het grootste veiligheidsrisico binnen een praktijk. Een prikaccident is een verzamelnaam voor alle prik-, snij-, bijt- of spatongevallen waarbij iemand in contact komt met het bloed, wondvocht of speeksel van een ander. Hierdoor ontstaat er een risico op besmetting met bijvoorbeeld hepatitis B, hepatitis C of HIV.

Jaarlijks worden door tandartspraktijken ongeveer 400 prikaccidenten gemeld bij Prikpunt. De ervaring leert dat even zoveel accidenten niet worden gemeld. Een prikaccident kan verstrekkende gevolgen hebben en geeft per direct een hoop paniek. Het beste is om prikaccidenten te voorkomen. Hiervoor zijn een aantal tips beschikbaar:

Nooit

  • Naalden na gebruik recappen (terugplaatsen van de naald in oorspronkelijke beschermhuls)
  • Naalden met de hand van de spuit verwijderen
  • Naalden breken of buigen
  • De maximale vullijn van de naaldencontainer overschrijden
  • Iets terughalen uit een naaldencontainer
  • Met de naald naar de naaldencontainer lopen
  • Scherpe voorwerpen los in een karton of niet UN gekeurde verpakking afvoeren

Altijd

  • Naalden direct na gebruik verwijderen via een naaldencontainer. De ”eenhandsmethode” gebruiken bij het recappen tijdens de behandeling
  • Naaldencontainers stabiel plaatsen en onder direct handbereik
  • De naaldencontainer naar de naald brengen
  • Naaldencontainer vol tot aan de maximale vullijn: deksel definitief afsluiten
  • Preventief afspraken maken met een behandelaar van prikaccidenten voor snel toegankelijke hulp

Toch een prikaccident? Wat u direct moet doen

1. Wond goed laten bloeden (uitknijpen)
2. Spoel de wond met water
3. Wond desinfecteren
4. Contact opnemen met uw behandelaar of met PrikPunt: meldpunt voor prik-, snij-, bijt- en spataccidenten. Zij helpen u direct met een telefonische risico analyse.

Prikpunt
PrikPunt is het meld- en adviespunt van Centrum Infectiepreventie van Keurcompany. U kunt Prikpunt bereiken via het telefoonnummer 0800-77454636. Iedereen kan gebruik maken van PrikPunt. PrikPunt biedt 24 uur per dag opvang, voor een professionele diagnose en een snelle behandeling bij prik-, snij-, bijt- en spataccidenten. Deskundigen bepalen direct aan de hand van een telefonische analyse hoeveel risico de medewerker op besmetting met een ernstige ziekte loopt. Is behandeling nodig, dan wordt de medewerker met een (behandel)advies naar de spoedeisende hulp, de trombosedienst of vaccinerende instelling doorgestuurd.

Tarieven
Aan het melden van prikaccidenten zijn altijd kosten verbonden. Voorkom onaangename verassingen en maak vooraf afspraken met uw behandelaar voor prikaccidenten omtrent de voorwaarden voor het gebruik van dit meldpunt. Bent u aangesloten bij de VGT, het NMT of de NVM dan zijn er binnen deze verenigingen prijsafspraken met PrikPunt waar u gebruik van kunt maken. Natuurlijk kunt u ook afspraken maken met de lokale GGD of een ziekenhuis in uw omgeving.

VGT: ‘Het is belangrijk zorgvuldig om te gaan met prikaccidenten’
De VGT juicht het initiatief om dental professionals goed te informeren over het voorkomen van en reageren op prikaccidenten toe. Ed Kolsteeg van de VGT geeft aan: Er wordt nog wel eens laconiek gedaan over prikaccidenten. Er worden door dentale praktijken nu jaarlijks 400 gevallen gemeld bij Prikpunt, maar het werkelijke accidenten zal veel hoger zijn. Het is belangrijk om hier zorgvuldig mee om te gaan. Dit jaar wordt waarschijnlijk de EU-Richtlijn inzake scherpe voorwerpen van kracht waarin (bijvoorbeeld) in iedere behandelkamer de aanwezigheid van een naaldencontainer verplicht wordt gesteld. Lees meer

Prikpunt: ‘Meld prik-, snij- of spatongevallen zo snel mogelijk’
”Wij krijgen dagelijks meldingen binnen vanuit tandartsen- en mondhygiënistenpraktijken”, zegt Annemarie Meiberg van Prikpunt. ”In beginsel is het onzeker welke risicio’s men loopt. Bij een prikaccident is er bijna altijd (97,5%) risico op besmetting met het hepatitis B virus en daarnaast is bij 20% van de meldingen ook risico op overdracht van hepatitis C en HIV. Pas nadat het voorval door PrikPunt is beoordeeld, kan gerichte actie ondernomen worden om daadwerkelijke besmetting te voorkomen of te verminderen. Met name bij risico op een HIV besmetting is snelle actie gewenst.
In meer dan de helft van de gevallen ontstaat het prikaccident bij het opruimen van injectie- of spoelnaalden. Veelal prikken de betrokkenen zich tijdens het zogenaamde ”recappen”, waarbij de naald na gebruik wordt teruggeschoven in de beschermhoes. De naald schiet hierbij regelmatig door het hoesje heen. Het is belangrijk dat prik-, snij- of spatongevallen zo snel mogelijk na het accident worden gemeld. En daarnaast is een vaccinatie tegen hepatitis B inclusief een goede antistoftiter onmisbaar.”

Bron:
VGT
Prikpunt
DRS

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
5 tips voor omgaan met negatieve online recensies

Tips ultrasone scaler wisselen? Koelwatertoevoer opnieuw instellen.

Recent onderzoek toont aan dat het opnieuw instellen van de koelwatertoevoer bij het wisselen van tips van ultrasone scalers noodzakelijk is.

Adequaat koelen
Bij ultrasone scalers wordt elektrische energie omgezet in mechanische trillingen. Hierdoor ontstaat warmte. Om de temperatuur in de gebitselementen met niet meer dan 8° C te laten stijgen wordt gebruik gemaakt van koelvloeistof. Laboratoriumonderzoek liet zien dat bij gebruik zonder koelvloeistof een temperatuurstijging van 35 ° C in het dentine plaatsvindt. Voor adequaat koelen is 20-30 ml koelvloeistof per minuut noodzakelijk. Het is belangrijk dat de koelvloeistof het uiteinde van de tip bereikt, vooral bij gebruik in de diepe pocket. Wanneer hogere power instellingen worden gebruikt is dit vaak niet het geval.

Onderzoek
Onderzoekers van ACTA vergeleken de koelvloeistoftoevoer van vijf stand alone ultrasone scalers. Drie exemplaren van elk van de volgende merken werden onderzocht: EMS PM-400, EMS-PM600, Satelec P-max, Dürr Vector en Dentsply Cavitron. Een aantal verschillende tips werd gedurende één minuut getest op elk apparaat waarbij de koelvloeistoftoevoer werd ingesteld op verschillende standen. Met elke tip werd de test vijf keer herhaald.

Koeling bij meer of minder power?
Overschakelen van high power naar medium power betekende een reductie van 50% koelvloeistof bij de EMS apparaten, 40 % bij de Cavitron en 25 % bij de Vector. Bij maximale watertoevoer produceerden EMS en Cavitron meer dan de aanbevolen 20-30 ml per minuut. De indicatoren op de apparaten gaven geen accurate weergave van de hoeveelheid koelvloeistof. Bij de parotips van EMS en Cavitron was de hoeveelheid koelwatervloeistof minder dan bij standaard tips. Het verschil in de hoeveelheid vloeistof was evident wanneer verschillende tips met hetzelfde ontwerp met elkaar werden vergeleken.

Bron:
Koster, T., Timmerman, M., Feilzer, A., Van der Velden, U., Van der Weijden, F.: Water Coolant Supply in Relation to Different Ultrasonic Scaler Systems, Tips, and Coolant Settings. J Clin Perio 36: 127-131, 2009

Meer informatie over ultrasone scalers: “De stille kracht van ultrasoon”/ Van der Weijden, F.

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Toetsenbord en muis bron van infectie

De recente uitbraak van de griep veroorzaakt door het virus H1N1 benadrukt de noodzaak van effectieve protocollen voor infectiepreventie.
Richtlijnen worden daarvoor gegeven in het WIPrapport (rapport van de werkgroep infectiepreventie van de gezondheidsraad).

Richtlijn desinfectie administratieve apparatuur
Als richtlijn voor desinfectie van toetsenborden wordt in het WIP rapport beschreven:

  • Administratieve apparatuur staat bij voorkeur buiten de spatzone
  • Computer, telefoon en andere kantoorbenodigdheden worden huishoudelijk gereinigd
  • Het toetsenbord en de muis kunnen het beste worden beschermd met een vlakke, gladde plastic bedekking, die gemakkelijk te reinigen en te desinfecteren dan wel te vervangen is
  • Indien de apparatuur tijdens de behandeling met vuile handen of handschoenen is aangeraakt, moet deze na de behandeling ook worden gedesinfecteerd.

Vaak over het hoofd gezien
Sterilisatie- en desinfectieprocedures in tandartspraktijken zijn gericht op het voorkomen van overdracht van ziekteverwekkers van patiënt op patiënt of tussen behandelaar en patiënten.  Sterilisatie en desinfectie wordt zorgvuldig toegepast maar toetsenborden, computermuizen en telefoons worden vaak over het hoofd gezien. Uit onderzoek van Pegasus Lab bleek dat er op een gemiddeld computertoetsenbord (dus niet in de tandartspraktijk) meer bacteriën leven dan op een normale toiletbril. Een toetsenbord heeft maar liefst 265 keer meer bacteriën per vierkante centimeter. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Zweedse tijdschrift PC För alla. Op een gemiddeld computertoetsenbord leven 33.000 bacteriën per vierkante centimeter. Op een normale toiletbril leven ongeveer 130 bacteriën per vierkante centimeter.

Onderzoek
In een artikel in Dimensions of Dental Hygiene wordt een onderzoek beschreven naar het vóórkomen van microorganismen op o.a. toetsenborden in de tandartspraktijk.  Doel van dit onderzoek was te laten zien dat contaminatie van computertoetsenborden (met  Staphylococcus aureus, enterokokken en Gram-negative bacillen) zoals beschreven in de medische literatuur ook plaatsvindt in de tandartspraktijk.

Conclusies artikel

  • Wanneer conventionele en verzegelde toetsenborden en  muizen 3 x daags werden ontsmet vond wel een reductie plaats van het aantal microorganismen maar werden potentiële ziekteverwekkers zoals enterokokken en Staphylococcus aureus nog steeds aangetroffen.
  • Desinfectie veroorzaakt geen zichtbare schade aan het toetsenbord
  • Gladde toetsenborden zijn gemakkelijker te desinfecteren dan conventionele toetsenborden
  • Desinfectie van toetsenbord, muis, bureaublad, pennen en telefoon helpt het aantal microorganismen te reduceren.

Bronnen en meer informatie:

WIP rapport Gezondheidsraad
www.pcmweb.nl/nieuws.jsp?id=1081036

Contaminated Surfaces:A look at multidrug-resistant organisms and computer keyboard/mouse devices in the dental office.
By Roger Stambaugh, DMD, MS, MSEd, FACD, and Leanne Elson, MS, M(ASCP) Dimensions of Dental Hygiene. June 2009; 7(6): 42-45.

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Handen drogen met hete lucht ongezond

Heteluchtdrogers kunnen zorgen voor een sterke toename van het aantal bacteriën op de handen. Ook neemt het aantal bacteriën de ruimtes waarin ze zijn geïnstalleerd toe. Hierdoor lopen gebruikers een verhoogd risico op ziekten. Wetenschappers van de University of Westminster maakten deze resultaten online bekend.
Na het wassen en drogen met een heteluchtdroger is het aantal bacteriën op de handpalmen met 230 procent toegenomen. Een papieren wegwerphanddoek blijkt veel hygiënischer. Na het wassen en drogen hiermee is het aantal bacteriën op de handpalmen verminderd met 78 procent.
Ook andere personen in de ruimte kunnen besmet worden met bacteriën door de blazers. De extra sterke hogesnelheidsdroger kan andere gebruikers op een afstand van 2 meter besmetten met micro-organismen. Papieren doekjes besmetten anderen niet. De onderzoekers suggereren dan ook papieren handdoeken te gebruiken in ruimtes waar hygiëne erg belangrijk is. Zoals in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, kinderdagverblijven en ruimtes waar voedsel wordt bereid.

Bron: gezondheidsnet
Door: redactie dentalINFO

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z