Een tandarts die een rechtszaak aanspande tegen Achmea heeft gewonnen. De tandarts bestreed dat de door hem ingediende declaraties niet kloppen. Achmea vorderde begin 2014 bij ongeveer 1000 tandarts declaraties terug die volgende de verzekeraar onterecht waren. Volgens Achmea zou het om een bedrag van ongeveer 4 miljoen gaan.
Niet terugbetalen Achmea stelde dat tandartsen combinaties declareerde die niet mogelijk zijn. De rechtbank Overijssel stelde Achmea in het ongelijk. Volgens de rechtbank is het niet duidelijk dat een bepaalde combinatie van twee behandelcodes niet is toegestaan en is het dus niet redelijk om die declaraties terug te vorderen. De tandarts hoeft niets terug te betalen.
Overleggen De tandarts werd bijgestaan door VvAA die zo’n 200 van de 1000 tandartsen bijstaat. Directeur Edwin Brugman zegt in een artikel in NRC: “Achmea heeft de agressieve claim van vorig jaar niet waargemaakt. We hopen dat dit voor verzekeraars het teken is om voortaan eerst te overleggen over declaraties waarover ze vragen hebben, vorodat ze met weinig kennis van zaken enorm hard ingrijpen.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/13941985-s-recht-5003.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-06-08 00:00:002020-02-18 11:21:22Tandarts wint rechtszaak tegen Achmea over declaraties
Ruim 70% van de patiënten krijgt van hun orthodontist niet voldoende informatie over de mogelijke behandelingsmethoden, typen beugels en tarieven. Dit blijkt uit het onderzoek van het Meldpunt Orthokosten van de Consumentenbond en De Monitor.
Zeshonderd ouders van beugeldragers vulden de enquête van het meldpunt in. Meer dan een kwart van de deelnemers gaf aan geen offerte te hebben gekregen vóór de behandeling.
NZa onderzoek De NZa stelde eerder al dat orthodontisten in de afgelopen jaren meer patiënten behandelden en duurdere beugels plaatsten. Volgens de NZa bleef de omzet van orthodontisten hierdoor ongeveer gelijk terwijl er wel een tariefsdaling van 32% was in 2011 en 2013. Volgens orthodontisten kiezen consumenten zelf voor innovatieve en daarmee duurdere beugels.
Consumentenbond
De consumentenbond is van mening dat de resultaten van hun enquête de argumenten van de orthodontisten voor de kostenstijging ontkrachten. Sandra de Jong van De Consumentenbond zegt op de website van De Monitor: Nu blijkt dat er voor de meeste patiënten helemaal niets te kiezen valt. Zeventig procent van de patiënten zegt helemaal geen informatie te krijgen over de beugelbehandeling.
Beter informeren René Noverraz zegt namens de KNMT dat orthodontisten hun patiënten beter gaan informeren over de behandelmogelijkheden en kosten hiervoor. In de komende maanden zullen orthodontisten informatie hierover op hun websites plaatsen. Ook wordt de controle hierop aangescherpt. ‘Jaarlijks worden orthodontisten gevisiteerd en gecertificeerd door externe controleurs. Deze controleurs hebben de opdracht gekregen scherper toe te zien op de manier waarop wij onze patiënten informeren’, aldus Noverraz op de KNMT website.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/ortho-5001.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-04-29 00:00:002022-12-14 11:40:22Patiënt onvoldoende geïnformeerd over beugelbehandeling
Het ministerie van VWS gaat voortaan zelf het beleid voor bekosting in de zorg vaststellen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verliest een aantal taken en gaat zich voortaan richten op de uitvoering van dit beleid. Markttoezicht komt in handen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Hiermee wordt duidelijker wie waarvoor verantwoordelijk is. Minister Schippers neemt deze maatregelen in reactie op de aanbevelingen van de commissie Borstlap.
De NZa zal zich bezig blijven houden met het zorgtoezicht. Hieronder valt onder andere het tegengaan van fraude in de zorg en het nakomen van de zorgplicht door zorgverzekeraars. De interne organisatie van de NZa zal ook versterkt worden. Zo komt er een driehoofdig bestuur en komt er een auditcommittee dat onderzoek naar ICT en financiële zaken kan doen. Het loket waar misstanden kunnen worden gemeld wordt klantvriendelijker en uitgebreider ingericht.
In 2014 heeft minister Schippers een commissie ingesteld die het interne functioneren van de NZa onderzocht. Aanleiding hiervoor was een bezwaarschrift van een medewerker van de NZa tegen zijn beoordeling.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/kruis-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-04-13 00:00:002020-11-05 12:31:47Kleiner takenpakket voor NZa: VWS doet zelf bekosting mondzorg
Volgens onderzoek van Whatclinic.com zijn er grote prijsverschillen voor private tandheelkunde in het Verenigd Koninkrijk.
Prijsverschil Whatclinic.com heeft de prijzen van de meest voorkomende behandelingen van meer dan 12.000 private tandheelkundige praktijken met elkaar vergeleken. Zij concluderen dat er grote prijsverschillen zijn, afhankelijk van waar je heen gaat. Zo kan de gemiddelde prijs voor een tandheelkundig overleg verschillen van 50 euro tot bijna 150 euro.
National Health Service De National Health Service (NHS) is het openbare gezondheidszorgstelsel van het Verenigd Koninkrijk. Hiervan staan de tarieven voor tandheelkundige behandelingen wel vast. Zo kost een tandheelkundig overleg bij NHS 25 euro.
Tekort Uit cijfers blijkt echter dat meer tandartsen privé werken dan voor de NHS. Hierdoor krimpt het aantal NHS-tandheelkundige klinieken en worden de klinieken steeds minder toegankelijk voor een deel van de Engelse bevolking.
Orthodontisten behandelden in de afgelopen jaren meer mensen en plaatsten duurdere beugels. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Ondanks de tariefsdaling van 32% in 2011 en 2013 bleef de omzet van orthodontiepraktijken ongeveer gelijk. Volgens orthodontisten kiezen consumenten voor innovatieve en daarmee duurdere beugels. De NZa onderzoekt nu of deze keuze inderdaad bewust wordt gemaakt door beugeldragers. De NZa heeft de KNMT en ANT om uitleg gevraagd over de lichte omzetstijging bij de dalende tarieven.
Meldactie consument Ook is een meldactie gestart in samenwerking met de Consumentenbond. Consumenten kunnen hun ervaringen, offertes en rekeningen over beugels delen. De meldactie duurt tot eind april. De NZa meldt dat zij aan de hand van de uitkomsten bekijkt of er maatregelen nodig zijn.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/beugel1.jpg480480anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2015-03-20 00:00:002022-12-12 10:50:08NZa: Duurdere beugelbehandeling en toename aantal patiënten
De verlaging van orthodontietarieven door de NZA – 16% verlaging per 1 juli 2011 en 16% verlaging per 1 januari 2013 – is terecht. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft dit op 5 maart bepaald.
De orthodontietarieven zijn volgens het CBb bedoeld om dekking te geven voor redelijke kosten van orthodontieverrichtingen. Daaronder valt het kunnen verdienen van een redelijk inkomen. ‘De tarieven houden echter geen aanspraak op een bepaald inkomensniveau in’, stelt het CBb.
De KNMT, de Vereniging van Orthodontisten en een aantal orthodontisten gingen in beroep tegen de tariefsverlagingen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/loop-pijl-naar-beneden-5001.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-03-06 00:00:002018-11-26 11:09:53Verlaging orthodontietarieven is terecht
Een tariefsdaling van 5,15% in 2015 heeft grote impact op de winst van een praktijk. Zo betekent een omzetdaling van 5% al snel een winstdaling van ongeveer 10%*. Hoe kunt u deze daling opvangen? Kosten omlaag of juist extra investeren? Een overzicht van de mogelijkheden.
Kosten verlagen De eerste reactie van praktijkhouders op de aangekondigde tariefsdaling is veelal het verlagen van de kosten. En het is zeker goed inzicht te hebben in het kostenniveau van de praktijk om te beoordelen waar kan worden bezuinigd. En voor sommige praktijken is hier ook zeker winst (!) te behalen.
Maar met het verlagen van de kosten zal het omzetverlies niet worden opgevangen.
1. Een kostendaling heeft maar beperkte impact op de winstmarge Om een omzetdaling van 5% op te vangen via het verlagen van de kosten (en dus een gelijkblijvende winst over te houden), zullen de totale kosten met ruim 9% moeten dalen. En rekening houdend met de vaste kosten van een praktijk, zal de kostendaling van alleen de variabele kosten ruim 15% moeten zijn.
2. Kosten verlagen kost ook geld
Steeds vaker besteden assistenten veel tijd aan het zoeken naar koopjes. Gedurende deze tijd zijn zij niet productief. Uiteraard levert dit zoekwerk kostenvoordelen op, maar het voordeel weegt lang niet altijd op tegen de gemiste productiviteit. Oftewel, een assistente kan per uur vaak meer omzet opleveren, dan dat zij per uur aan kosten kan besparen.
Extra investeren in efficiënter werken Voor het opvangen van de tariefsdaling zal de aandacht toch vooral moeten liggen op het maken van meer omzet. En hier geldt: als je hetzelfde blijft doen als je altijd hebt gedaan, zul je ook hetzelfde krijgen. Extra omzet wordt alleen gerealiseerd door te investeren. Maar waarin?
Met het verhogen van de efficiëntie kan het omzetverlies wel worden opgevangen. Gemiddeld één tot twee patiënten per dag extra behandelen levert al een omzetstijging van rond 5%.
1. Investeer in personeel Een assistente kan per uur veel meer omzet genereren, dan dat zij per uur kost. Investeer in het personeel, zodat (deel)handelingen gedelegeerd kunnen worden. Alle handelingen die namelijk niet door de (dure) tandarts hoeven te worden uitgevoerd, kunnen aan assistenten worden gedelegeerd. Dus investeer in personeel, zodat zij handelingen gedelegeerd kunnen krijgen.
2. Investeer in logistiek
Tussen en voorafgaand aan behandelingen zit vaak veel (dure) verliestijd. Denk aan het schoonmaken van instrumenten, het klaarleggen van instrumenten en het heen en weer lopen naar de sterilisatieruimte. Door te investeren in de logistiek, zoals het aanschaffen van tray systemen en ruim voldoende hoekstukken is hier winst (in de vorm van minder verliestijd) te behalen.
3. Investeer in planning Met een goede planning kan ook veel verliestijd worden gereduceerd. Vooral een goede meerkamerplanning kan enorme winsten opleveren, omdat hiermee de verliestijd voor de tandarts tot een minimum wordt gereduceerd.
4. Investeer in patiënten Om meer patiënten te behandelen op een dag, geldt soms dat het patiëntenbestand moet worden uitgebreid. Wervingskosten voor nieuwe patiënten zullen moeten worden gemaakt. Maar investeer ook in bestaande patiënten door altijd aandacht en service te leveren, want een loyale patiënt heeft de meeste waarde voor een praktijk.
Kosten gaan voor de baten uit en investeren is dus ons advies. Want de investeringskosten verdienen zich terug en zullen vervolgens gaan renderen voor de praktijk.
* De percentages zijn indicatief, aangezien winstmarges per praktijk verschillen.
Door:
Sjoerd Kuiken en Verry van Rossum van het PDI Business Model. Het Business Model van PDI levert tandartspraktijken een financieel gezonde praktijk via een succesvolle werkwijze en efficiënte meerkamerplanning.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/loop-pijl-naar-beneden-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-01-05 00:00:002022-05-04 09:24:10Tariefsdaling in 2015: Kosten omlaag of juist investeren?
Tandartsen verwijzen voor het trekken van een kies vaak door naar de kaakchirurg vanwege de lage vergoeding. Dit zei ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes in de uitzending van BNR Nieuwsradio.
“Als je tanden via een operatieve verwijdering wil trekken, moet je als tandarts een cursus hebben gevolgd en in je praktijk aanpassingen doen. Daar staat een tarief tegenover dat voor al die extra inspanningen niet kostendekkend is. Dus daardoor wordt bijvoorbeeld de bekende verstandskies door een kaakchirurg verwijderd, terwijl dat ook in een algemene praktijk zou kunnen.”
Lagere vergoeding
Een tandarts mag hiervoor 110 euro rekenen terwijl kaakchirurgen 250 euro of meer voor dezelfde behandeling ontvangen. “Je moet je voorstellen dat je daar een half uur tot drie kwartier mee bezig bent en chirurgische spullen moet inkopen en weggooien”, zei Vaartjes. “Met een goed tarief kun je ervoor zorgen dat je het binnen de eerste lijn houdt.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/pijlen-500-21.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2015-01-05 00:00:002020-11-05 12:26:04Doorverwijzen bij trekken kies om te lage vergoeding
De NZa ziet opnieuw ruimte voor vrije prijzen in de mondzorg, zij het onder geleide van de zorgverzekeraars. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. Dit blijkt het uit het NZa rapport “Deregulering eerstelijns zorgmarkten” dat onlangs werd gepubliceerd.
De innovatie van zorgvormen, het anders organiseren en betalen van zorg en het beter inspelen op individuele consumentenwensen, noemt de NZa als voordelen van deregulering in de zorg. Volgens het NZa rapport zouden er in de verloskunde, kraamzorg, logopedie en basis GGZ vanaf volgend jaar vrije prijzen kunnen gelden.
Volgende stap Voor de mondzorg ziet de NZa weer ruimte voor vrije tarieven. ‘Een volgende stap in het dereguleringsmodel is het vrijgeven van de tarieven mits er een overeenkomst is met de zorgverzekeraar’, zegt de NZa in het rapport. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. ‘Immers, een groot deel van de mondzorg wordt rechtstreeks door de consument betaald, zonder tussenkomst van een verzekeraar. De max-max-tarieven zijn nu nog niet toepasbaar op deze aanbieder-consument verhouding.’
De mondzorgsector en in het bijzonder tandartsen kunnen de blik eindelijk weer op de toekomst richten. Lang verkeerde de sector in onzekerheid over de tarieven naar aanleiding van het roemruchte kostenonderzoek door Deloitte in opdracht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de zomer van 2013. De NZa heeft nu de resultaten van het onderzoek gepubliceerd en tegelijkertijd het tarievenbesluit vrijgegeven. Dit is het resultaat van onderhandelingen tussen de NZa en de belangrijkste belangenbehartigers in de mondzorg, waaronder de ANT. De twee meest in het oog springende resultaten zijn het verhogen van het norminkomen (arbeidskostencomponent) naar 128.000 en een korting op de tarieven van 5,15 procent.
De ANT heeft gemengde gevoelens over de uitkomsten. Korting is nooit leuk, maar de korting had veel hoger kunnen uitpakken als wij als ANT niet de afgelopen twee jaren alle geoorloofde middelen hadden ingezet. We hebben met succes slechte voorstellen met veel grotere kortingen weten tegen te houden. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes blikt terug en vooruit. Een interview met een interessant kijkje achter de schermen van de onderhandelingen.
De NZa heeft nieuwe tarieven voor de mondzorg vastgelegd. Wat vindt u daarvan? We hebben als ANT hier gemengde gevoelens over. Gezien wat er gedurende toen het proces op tafel lag, is dit echt een goede uitkomst. Als voorzitter van de ANT ben ik er trots op dat dit omgebogen is in het belang van de tandartsen. Maar we zijn nog altijd van mening dat de huidige tarieven veel te laag zijn om toptandheelkunde in een moderne praktijksetting te kunnen voeren. Daarnaast worden de implantologie-tarieven wel heel hard geraakt, zonder dat daar de kans gegeven wordt om zaken anders te regelen.
Bovendien: niemand vindt het leuk om gekort te worden. Een korting van iets meer dan 5 procent is natuurlijk best fors. Anderzijds is het een percentage waar we denk ik mee kunnen leven. Tandartsen zijn echte ondernemers en weten zich over het algemeen goed aan de nieuwe marktomstandigheden aan te passen. Er is lange tijd sprake geweest van kortingen tot wel 12 of 13 procent. In die zin mag je dus zeggen dat de schade beperkt is gebleven. Bovendien hebben we dit resultaat behaald zonder concessies te hoeven doen via een convenant, zoals bij de huisartsen het geval is en waar dat convenant als een zwaard van Damocles voortdurend boven de markt hangt. Daarnaast gaat de korting pas in per 1 juli 2015 en dat geeft de sector de nodige tijd om zich erop voor te bereiden.
Bent u al met al opgelucht? Opgelucht is niet het goede woord, maar het had veel slechter kunnen aflopen. Wij blijven principieel strijden voor keuzevrijheid buiten de basisverzekering en daar horen ook vrije tarieven bij. De politiek belijdt marktwerking alleen met de mond, wij willen daadkracht zien in Den Haag. Het experiment met vrije prijzen in 2012 is een traumatische ervaring geweest voor de beroepsgroep met grote en onterechte imagoschade. Ons Milliman-rapport heeft de zaak al voor een belangrijk deel kunnen rechtzetten. En we gaan nog steeds voor volledige rehabilitatie van de tandartsen. Maar we moeten ook naar de toekomst durven kijken. Laten we het besluit van de NZa zien als een compromis waar mee te leven valt.
Wat is jullie rol als ANT geweest bij dit tariefbesluit? Wij hebben als ANT alles gezet op een significante verhoging van het norminkomen. Alleen dat drukt ons inziens erkenning uit voor de grote inzet en vakbekwaamheid van de tandartsen en legt een solide bodem onder de toekomstige tarieven. De KNMT heeft zich hard gemaakt om dit norminkomen te herijken maar het resultaat was in eerste instantie dat de NZa middels KPMG met een rapport kwam waarin werd onderbouwd dat het norminkomen van tandartsen wel omlaag kon naar 105.000. Als je dat doorrekent zou een tandarts per maand ongeveer 4.000 netto aan zijn praktijk mogen overhouden. Dat doet geen recht aan de inzet van tandartsen. Nog afgezien van het ondernemerschap is onze baan zowel psychisch als fysiek zwaar. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor de gezondheid en het welbevinden van je patiënten. Ook de vergelijking met het recent verhoogde norminkomen bij de huisartsen van 125.000 liep dan volledig uit de pas. Dat alles paste wellicht in de politieke wens om de mondzorgtarieven flink te gaan korten maar de schade moest wel eerst hersteld gaan worden. Via ons Wob-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) hebben we de absurditeit en de volstrekte willekeur van dit KPMG-rapport blootgelegd en de NZa heeft uiteindelijk besloten het rapport ergens diep onder in een lade te verbergen.
Waarom is een hoger norminkomen zo belangrijk? Er zitten meerdere kanten aan. Een goed norminkomen op een correct niveau is een stuk erkenning van de kwaliteiten, vakbekwaamheid en de inzet van de tandartsen. Maar het norminkomen heeft ook een grote doorwerking in de tarief formule van de NZa. Simpel gezegd, hoe hoger het norminkomen, hoe lager de korting. Als het norminkomen eenmaal vastligt kan het niet willekeurig verlaagd worden en dat legt in ieder geval een basis onder de toekomstige tarieven. Wij zijn bewust uit de klankbordgroep van de NZa gestapt om een statement af te geven en zijn ons daarna volledig gaan concentreren op het norminkomen. Aan het kostenonderzoek viel gewoon geen eer te behalen. Om die reden hebben we ook geen eigen schaduwonderzoek laten doen.
Lange tijd leek een deal met NZa onmogelijk, wat is er veranderd? Eind augustus was er zogeheten Technisch Overleg met alle betrokken partijen over de herijking van de tarieven. De NZa stelde toen voor de herijking op de langere baan te schuiven omdat geen snelle consensus mogelijk leek. Alle partijen toonden zich daar voorstander van met uitzondering van de ANT. Wij hebben min of meer met de vuist op tafel geslagen en op een snelle afhandeling aangedrongen. Wij kregen allerlei signalen dat de markt volledig op slot zat vanwege de aanhoudende onzekerheid. Banken wilden niet meer financieren, tandartsen konden geen praktijken kopen of verkopen, leveranciers zagen een soort kopersstaking en consumenten konden uitstelgedrag gaan tonen. Die onzekerheid moest absoluut zo snel mogelijk worden weggenomen.
Bovendien speelde op de achtergrond mee dat het rapport Borstlap over de affaire Gotlieb elk moment kon verschijnen en het was wel duidelijk dat daar pittige conclusies voor zowel VWS als de NZa in zouden staan. Dat werd een paar dagen later inderdaad bevestigd. De minister kreeg een tik op haar vingers voor teveel bemoeienis met de NZa, waarna haar ambtenaren de opdracht kregen zich veel terughoudender op te stellen. De NZa kreeg een serie aanbevelingen voor reorganisatie. Als dat gebeurt, is er gewoon een momentum van aangepaste krachtsverhoudingen tussen NZa, VWS en zorgverleners en zo’n momentum moet je gebruiken. Langer wachten gaat alleen maar ten koste van het momentum.
Wat is de tactiek van de ANT geweest bij de onderhandelingen? Het was op een gegeven moment duidelijk dat doorvoering van het kostenonderzoek op basis van het oude norminkomen een zodanige tariefsdaling zou geven dat de kwaliteit en toegankelijkheid van de mondzorg in het geding zouden komen. Ook de NZa zag dat in, maar kon begrijpelijkerwijs niet zomaar met een voorstel komen. Daar hadden we begrip voor. Wij hebben toen onze kaarten op tafel gelegd en duidelijk aangegeven waar, voor wat de ANT betreft, de arbeidskostencomponent, en in het verlengde daarvan de maximale korting zou moeten uitkomen. Deze openheid creëerde een draagvlak waarop de partijen binnen twee weken de zaak rond hebben gekregen. Daarbij wijkt de einduitkomst slechts marginaal af van wat wij hebben voorgesteld.
De ANT is naar de Nationale Ombudsman gestapt met een klacht over de NZa. Welke rol heeft dat gespeeld? Ons Milliman-rapport en de klacht bij de Ombudsman zijn nooit bedoeld geweest als pressiemiddel maar gaan voor ons om heel principiële zaken die de kern van onze democratie raken. De overheid, en dus ook de NZa, moet zich toetsbaar en transparant opstellen. Dat maakt kwetsbaar maar daaruit zou juist kracht geput moeten worden. En tot respect leiden. Dit was helaas ver te zoeken nadat wij het rapport-Milliman in december vorig jaar publiceerden. We hadden het graag anders gezien. Uiteindelijk was het Milliman rapport voor ons belangrijk om aan te tonen dat de tandartsen verantwoordelijk zijn omgegaan met de vrije tarieven. Ik denk dat geen enkele tandarts zich heeft herkend in de conclusies van de NZa. Het goede nieuws voor onze professie is dat we veel media hebben gehaald met een dergelijk goed onderbouwd rapport dat dit aantoont. We hebben als tandartsen eigenlijk onze naam grotendeels kunnen zuiveren en het opent weer de mogelijkheid tot vrijere tarieven in de nabije toekomst.
Wat was onder andere jullie kritiek op het kostenonderzoek? Er is een aantal zaken waarvan je kan afvragen of de wijze hoe daar mee omgegaan is, leidt tot eerlijke tarieven. Zo is een van de meest in het oog springende voorbeelden het gebruik van de gemiddelde praktijkwinst die ver afwijkt van de mediaan doordat er een aantal uitschieters zijn meegenomen. Helaas was het onbespreekbaar dat de mediaan gebruikt zou worden.
De zwarte lijn is het gemiddelde, de mediaan zou significant lager hebben gelegen in het midden van de Gausse curve.
Ook was een heikel punt de cap op een werkweek van max. 36 uur. Tandarts-praktijkeigenaren gaven bij Deloitte aan bijna 50 uur per week te werken, dit werd dus teruggebracht tot 36 uur. Zoals eerder gezegd krijg je hiermee effecten dat langere openingstijden tot lagere tarieven leiden.
Het norminkomen is nu met dit tariefbesluit op een niveau gezet dat beter past bij de tijdsbesteding en het ondernemerschap van de tandarts-eigenaar. Dit norminkomen kunnen we meenemen naar de toekomst en laten we hopen dat er alternatieven voor een kostenonderzoek komen.
Is dit het best mogelijke resultaat voor de sector? Er was in feite geen twijfel mogelijk dat er een korting zou komen. Daar moet je als belangenorganisatie op een gegeven moment realistisch in durven zijn. Natuurlijk kun je wel blijven dromen van geen enkele korting of proberen ijzer met handen te breken. Maar je kunt ook het lid op de neus krijgen. Het is onze taak een inschatting te maken van wat haalbaar zou moeten zijn waarbij je heel zorgvuldig het krachtenveld moet analyseren. Als je dan de indruk hebt dat de NZa over zijn eigen schaduw heen aan het springen is, moet je daarin meegaan en de uitgestoken hand durven schudden. Aandringen op verdere onderhandelingen leidt dan alleen maar tot irritatie en verlies aan goodwill. De NZa heeft zich in onze ogen de laatste tijd op dit dossier constructief opgesteld.
Er zou ook sprake zijn geweest van een convenant met VWS? Dat was een initiatief van de KNMT in 2013, waarschijnlijk geïnspireerd door het convenant bij de huisartsen. De KNMT probeerde via een convenant geregeld te krijgen dat er geen enkele korting zou komen, net als bij de huisartsen. Maar dan moet je wel duidelijke tegenprestaties kunnen bieden die zich tegenwoordig bijna alleen nog vertalen in harde cash. In iets anders is de politiek nauwelijks geïnteresseerd. Dat soort tegenprestaties kan de mondzorg amper bieden. En richtlijnen, visitatie en nascholing leveren wel goodwill, maar geen besparing op. Minister Schippers is nooit geïnteresseerd geweest in een convenant met tandartsen. En dat is maar goed ook, nu hebben we ook geen concessies hoeven te doen.
Kunnen we dat opvatten als kritiek op de KNMT? Zo is het niet bedoeld. Er is gewoon een verschil in stijl en werkwijze. De KNMT bestaat al 100 jaar en heeft de nodige tradities en gewoontes opgebouwd. Zij spelen een rol die mondzorgbreed is. Daar profiteren wij als ANT ook van. Maar de KNMT had wel de ambitie om het predicaat Koninklijk te krijgen in 2014. En dan moet je ontzettend op je tellen passen en degenen die daarover gaan niet tegen je in het harnas jagen. Dat verdraagt zich in onze ogen slecht met belangenbehartiging. Het lijkt mij ondenkbaar dat de KNMT naar de Nationale Ombudsman was gestapt of Wob-verzoeken tegen de NZa zou hebben ingediend. Laat staan om kritische brieven te schrijven aan de minister die het predicaat nog moet uitreiken.
Jullie hebben veel de publiciteit opgezocht. Is dat de enige manier om invloed uit te oefenen? Zeker niet. Het zou eigenlijk niet nodig moeten zijn om telkens de strijd in het openbaar te voeren. Goed overleg zou tot acceptabele uitkomsten moeten kunnen leiden. Alleen leven we inmiddels wel in de 21e eeuw en de tijden zijn veranderd. Het spel wordt gewoon veel harder gespeeld. Als je nog steeds de spelregels hanteert die 25 jaar geleden wel werkten, word je vandaag de dag onder tafel geveegd. Stil onderhandelen achter gesloten deuren is volstrekt uit de tijd. Je wordt dan gewoon onder de voet gelopen en niet meer serieus genomen. Blaffen op zijn tijd is aardig maar je moet ook durven bijten. Louter persoonlijke contacten leiden bovendien al snel tot achterkamerpolitiek. Je kunt dan moeilijk meer de publiciteit opzoeken. Daarmee beperk je je opties. En het grootste nadeel en risico is dat de betrokken personen opstappen. En dan sta je met lege handen en moet je van voren af aan beginnen.
Wij zijn er als ANT een aantal keren publicitair hard in gegaan, bewust overigens. Dat begon al met ons besluit om uit de klankbordgroep van de NZa te stappen. Wij hebben onze motieven destijds met brieven aan de Minister en de Tweede Kamer duidelijk gemaakt. Wij hebben met Milliman heel bewust de publiciteit gezocht en toen de NZa dit rapport weigerde serieus te nemen zijn we naar de Nationale ombudsman gestapt. Ook hebben we een aantal keren de Vaste Kamercommissie mondzorg benaderd dat tot vragen aan de Minister heeft geleid. En rond het KPMG-rapport over het norminkomen hebben wij een Wob-verzoek ingediend dat in feite een aantal schokkende feiten heeft blootgelegd. Bovendien hebben wij een bezwaarprocedure tegen de NZa gewonnen omdat bepaalde informatie niet spontaan werd vrijgegeven.
Waar heeft jullie aanpak toe geleid? Indien er geen voortgang in onderhandelingen zit dan moet je dat dus ook laten horen. Het zijn deze momenten dat de ANT als belangenbehartiger zn tanden laat zien en vanuit de beroepsgroep een vuist maakt voor een betere en sterkere positie voor tandartsen. Wederzijds respect moet worden opgebouwd. Maar het is daarna wel de basis voor slagvaardige besluitvorming. Daarom heeft de sector nu duidelijkheid voor de komende jaren zonder daarvoor tot ver in 2015 te moeten wachten.
Wat gaat de ANT in 2015 doen? Het belangrijkste is om het imago van de beroepsgroep als geheel te verbeteren. Daarnaast zijn wij bezig met het optimaliseren van ons pakket aan ledendiensten met o.a. de introductie van innovatieve digitale tools. Binnen ons pakket staat de klachtenregeling voorop, maar we bieden ook de mogelijkheid van visitatie aan, en organiseren workshops en congressen in het kader van het up-to-date houden van kennis. Daarbij richten we ons vooral op diensten en activiteiten met grote toegevoegde waarde. We zijn een relatief kleine organisatie en hebben daardoor ook een tamelijk lage overhead. Dat willen we graag zo houden. Tegelijk willen we onze contributie onder de 1000 houden. De tandartsen moeten volgend jaar een pas op de plaats maken en dan moeten wij daarin als ANT het goede voorbeeld geven. En het allerbelangrijkste is dat de ANT ook weer in 2015 een krachtig, onafhankelijk en publiek geluid laat horen over zaken die de belangen van tandartsen betreffen. VWS wil de mondhygiënist op de stoel van de tandarts zien. Het afknijpen van de tandartsopleidingen in Nederland hoort daar kennelijk bij. Maar de regierol hoort bij de tandarts en aan dat principe doen wij geen enkele concessie. Als er geen duidelijke visie en een volledig uitgewerkt plan aan taakherschikking ten grondslag ligt zijn wij daar op tegen. In het belang van de mondzorg en van onze patiënten. Dat gaat de komende jaren het belangrijkste thema worden, naast het toenemend tekort aan tandartsen.
Toch tevreden al met al? Tandartsen kunnen weer vooruit. Het kan altijd beter, maar dit was wel het moment dat je er moet staan als beroepsvereniging. Er is nog veel te verbeteren en nog veel onnodige bureaucratie tegen te houden. Bovendien helpen wij nog om volgens Europees recht aan te tonen dat maximumtarieven de consumentenrechten juist belemmeren. Tandartsen moeten nu toch wel wakker zijn geschud over wat hen boven het hoofd hangt. De ANT begrijpt als geen ander de mondzorg in de 21ste eeuw en volgt daarom een proactief beleid in het belang van de toekomst van de mondzorg in Nederland. Iedereen die zich daarin kan vinden roep ik op ons met volle inzet te steunen.
Bekijk de video Los in de mond over het besluit van de NZa over de tandartstarieven naar aanleiding van het kostenonderzoek onder tandartsen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/vaartjes-500-1.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-11-07 00:00:002018-10-11 12:59:37ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: De mondzorg kan weer vooruit
De NZa heeft de resultaten van het kostenonderzoek gepubliceerd en tegelijkertijd het tarievenbesluit vrijgegeven. De twee meest in het oog springende resultaten zijn het verhogen van het norminkomen (arbeidskostencomponent) naar 127.690 en een korting op de tarieven van 5,15 procent. Voor implantologie geldt een daling van ruim 19%. De orthodontietarieven dalen ongeveer 1,5%. De nieuwe tarieven gaan in op 1 juli 2015.
Kostenonderzoek In de afgelopen periode is een kostenonderzoek uitgevoerd in de mondzorg. Dit onderzoek heeft veel inzet gevraagd van de betrokken praktijken omdat zij gedetailleerde informatie moesten opleveren over kosten, opbrengsten en tijdsbesteding van hun praktijk. Het onderzoek is in de zomer van 2014 afgerond en heeft de gegevens opgeleverd die nodig zijn voor het opnieuw berekenen van de tarieven. Op grond van deze resultaten dalen de tarieven.
Arbeidscomponent De NZa heeft eind 2013 een advies gevraagd aan onderzoeksbureau KPMG om de arbeidskostencomponent te herijken. De tarieven zijn – naast kosten – namelijk ook gebaseerd op een vergoeding voor de eigenaar, arbeidskostencomponent genoemd. Met de brancheorganisaties in de mondzorg is verschillende keren overlegd over het KPMG-advies en de gevolgen voor het tarief. Naar aanleiding van de genoemde argumenten heeft de NZa besloten voor de mondzorg geen gevolg te geven aan dit advies. De arbeidskostencomponent van de tandarts en orthodontist wordt nu op een alternatieve wijze herijkt en stijgt met bijna 13% naar 127.690. De arbeidskostencomponent van de tandartsen is daarmee gelijk getrokken met de huisartsen.
De NZa onderzoekt de komende tijd op verzoek van deze partijen of het tariefsysteem zodanig veranderd kan worden dat meer zorg op maat geboden kan worden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/prijs-5001.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-11-07 00:00:002022-12-14 12:09:08NZa tarievenbesluit: Verhoging norminkomen en 5,15% korting op tarieven
Enkele zorgverzekeraars gaan huisartsen belonen als zij kiezen voor flexibele openingstijden. Dit blijkt uit brochures over het inkoopbeleid van zorgverzekeraars, meldt Mednet. Verzekeraars willen zo extra kosten voor huisartsenposten of spoedeisende hulp voorkomen. Sommige zorgverzekeraars vragen daarnaast de mogelijkheid om via internet afspraken te maken en herhaalrecepten te vragen.
Huisartsen krijgen slechts een klein bedrag voor een flexibel spreekuur. De vraag is dan ook of deze vergoeding de extra kosten voor flexibilisering van de praktijk dekt.
De LHV geeft aan dat er steeds meer huisartsen experimenteren met flexibele openingstijden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/open-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-09-29 00:00:002020-02-04 11:33:36Verzekeraar beloont huisarts voor flexibele openingstijden
De tarieven in de mondzorg zullen licht dalen vanaf 1 januari 2015, meldt de NZa. De tarieven van tandheelkundige zorg gaan met 0,94% omlaag en die van orthodontische zorg met 0,86%. De daling wordt veroorzaakt door een indexatie van de tarieven uit 2014.
Tariefherijking in loop van 2015 De eerder aangekondigde tariefherijking in de mondzorg zal in de loop van het jaar 2015 plaatsvinden. Deze herijking vindt plaats naar aanleiding van een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van mondzorgpraktijken. Dit onderzoek is kort voor de zomer afgerond. De NZa overlegt momenteel met vertegenwoordigers van de beroepsgroepen, met de verzekeraars en met consumentenorganisaties over een voorstel voor tariefherijking.
Het ministerie van VWS bemoeit zich te veel met het werk van de NZa dat een onafhankelijk bestuursorgaan is. Dit is een van de conclusies van de commissie Borstlap in een rapport over de NZa, meldt NRC Handelsblad.
Volgens de commissie is er een ‘schijn van ongerechtvaardigde inmenging’ van het ministerie van VWS. Dit was bijvoorbeeld het geval bij toekenning van een subsidie aan het Oogziekenhuis in Rotterdam. Er zou minder contact moeten zijn tussen de top van de NZa en het ministerie.
De commissie Borstlap startte het onderzoek in april toen naar buiten kwam dat een NZa medewerker, Arthur Gotlieb, zelfmoord pleegde nadat hij intern waarschuwde voor hiaten in de beveiliging van ICT.
Volgens NRC Handelsblad bevestigt de commissie de jarenlange onveiligheid rond vertrouwelijke en privacygevoelige informatie. De commissie concludeert ook dat Gotlieb werd verwaarloosd en genegeerd door zijn managers en werd uitgesloten van werkvergaderingen.
De commissie is voorstander van opsplitsing van de NZa waarbij de dubbele taak van regelgeving en handhaving wordt geschrapt. Ook zou er een raad van toezicht moeten komen en een driehoofdig – in plaats van tweehoofdig – bestuur.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/rader.jpg480480anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2014-09-15 00:00:002021-03-22 13:38:17Commissie Borstlap: VWS bemoeit zich te veel met NZa
De ANT heeft besloten weer aan de NZa-besprekingen deel te nemen van de beleidsfase voor vaststelling van de nieuwe tarieven, meldt de beroepsvereniging in haar nieuwsbrief.
In september 2013 stapte de ANT uit de klankbordgroep over het kostprijsonderzoek omdat zij niet achter de gekozen vorm en inhoud van de onderzoek stonden. Dit standpunt is nog niet gewijzigd.
Het is nog niet bekend wanneer de NZa met een rapport over het kostenonderzoek naar buiten treedt.
Zorginstituut Nederland heeft het rapport Implantaatgedragen gebitsprothesen aangeboden aan minister Schippers. In dit rapport wordt aangegeven welke afspraken met partijen zijn gemaakt over maatregelen om de kostenstijging te beperken c.q. terug te dringen en gepast gebruik van de zorg rond de implantaatgedragen gebitsprothesen te bevorderen.
Volgens het rapport zijn de kosten van implantaatgedragen gebitsprothesen het gelopen decennium bijna vertienvoudigd. De voorgestelde maatregelen zouden een besparing van 10 miljoen opleveren.
Het Zorginstituut adviseert de minister om:
Voor alle gebitsprothetische zorg, met uitzondering van de op implantaten gebaseerde gebitsprothetische zorg in de
bovenkaak, een eigen bijdrage van 10% in rekening te brengen.
Voor de op implantaten gebaseerde gebitsprothetische zorg in de bovenkaak een eigenbijdrage van 8% te berekenen.
Een eigen bijdrage van 10% in te voeren voor rebasings en reparaties.
Voor tandeloze verzekerden met ernstig geslonken kaken, in de bijzondere tandheelkunde alleen het recht op implantaten te regelen en het recht op gebitsprothesen te plaatsen op implantaten te regelen onder
artikel 2.7, vijfde lid, onder b. van het Besluit zorgverzekering.
De samenvatting van het rapport
De geadviseerde maatregelen zijn gericht op de volgende onderdelen:
Opstellen van zorginhoudelijke richtlijn; aanscherping indicatiestelling
Centralisering van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van implantaatgedragen prothesen in de bovenkaak
Vaststellen regie en verantwoordelijkheid
Onderbouwen van het honorarium van de zorgverlener
Maximering van materiaal- en techniekkosten
Aanpassing van de eigen bijdrage
Het Zorginstituut heeft afspraken met ‘belanghebbende partijen’ gemaakt over de uitwerking van bovenstaande maatregelen.
De NVOI zal een richtlijn ontwikkelen voor implantaatgedragen gebitsprothese in de onder- en bovenkaak.
Vervolgens zal Zorginstituut Nederland een aanscherping van de verzekeringstechnische indicatiestelling uitwerken.
De NVOI zal afspraken maken over de wijze waarop zorgverleners de diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van
implantaatgedragen prothesen in de bovenkaak, in samenspraak met zorgverzekeraars, organiseren en vormgeven.
Ook neemt de NVOI het voortouw om met partijen afspraken te maken over de inrichting van de regie en verantwoordelijkheid voor de totale behandeling.
ANT, NMT en ONT ondernemen gezamenlijk actie om, eventueel samen met ZN, bij de NZa een voorstel in te dienen om te komen tot een nieuwe set van tarieven voor de implantologie.
Zorgverzekeraars maken inzichtelijk welke materiaal- en techniekkosten, gezien de kwaliteit van de gebruikte materialen, aannemelijke kosten zijn en maken daarover met zorgverleners afspraken.
Zorginstituut Nederland adviseert de minister de eigen bijdrage voor een uitneembare volledige prothetische voorziening dan wel een uitneembare volledige prothetische voorziening te plaatsen op tandheelkundige implantaten en voor reparaties en rebasings vast te stellen op 10 procent van de kosten van die voorziening.
Voor de op implantaten gebaseerde gebitsprothetische zorg in de bovenkaak adviseert het Zorginstituut een eigen bijdrage van 8 procent.
Zorginstituut Nederland gaat er vanuit dat de zorg rond de implantaatgedragen gebitsprothese, na een gefaseerde invoering van de in dit rapport genoemde maatregelen, vanaf 2016 zodanig is vormgegeven en georganiseerd dat deze zorg
toekomstbestendig is en dat ook dan geen pakketmaatregelen noodzakelijk zijn.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/gebit-op-implantaat.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-07-07 00:00:002019-06-06 12:21:41Advies Zorginstituut Nederland bezuiniging implantaatgedragen gebitsprothesen
De onduidelijkheid over de tarieven in de mondzorg zorgt voor uitstel van investeringen door tandartsen en mondhygiënisten. Leveranciers zijn hiervan de dupe, zegt Ed Kolsteeg, secretaris van de Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige Branche, in een interview op BNR Nieuwsradio.
Kolsteeg: “Als iemand ongerust is over zijn inkomenspositie, gaat hij niet investeren. De VGT spreekt nog niet over zware tijden maar zegt dat de grafieken nog nooit zo ver naar beneden gingen als in de laatste jaren.
Oorzaak De VGT noemt het ‘wispelturige’ overheidsbeleid als oorzaak. Het experiment vrije tarieven werd na nog geen half jaar weer teruggedraaid ‘waarbij de boel een beetje in het ongerede achterbleef”. Tandartsen maken zich daardoor volgens Kolsteeg zorgen over hun inkomen, ook omdat het patiëntenbezoek terugloopt. De behoefte aan gebruiksmaterialen daalt hierdoor en veel tandartsen stoppen vervolgens met investeren in apparatuur.
NZa kostenonderzoek Het lopende kostenonderzoek van de NZa zorgt voor veel onrust in de mondzorg, zegt Kolsteeg. “Dat onderzoek loopt al een lange tijd en zou al drie keer gepubliceerd worden. Tot die tijd weet een tandarts niet wat zijn inkomenspositie gaat zijn. En als iemand ongerust is over zijn inkomenspositie gaat hij niet investeren.”
“Aan de vraag naar mondzorg ligt het niet. Maar maak als overheid een einde aan de wispelturigheid”, sluit Kolsteeg af.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/vraagteken1.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-06-23 00:00:002020-10-07 13:27:31VGT: Leveranciers dupe van onduidelijkheid mondzorgtarieven
De NZa bestuursleden Theo Langejan en Eitel Homan zijn opgestapt na alle ophef over kosten van reizen door het NZa-bestuur.
Beiden zeggen wel dat ze afstand nemen van berichtgeving dat reizen regelmatig werden betaald door organisaties of bedrijven waar de NZa toezicht op moet houden of die opdrachten krijgen van de zorgautoriteit. Minister Edith Schippers respecteert het besluit en heeft het tweetal uit hun functie ontheven.
Schippers wil snel duidelijkheid hebben over de kwestie van de bestuurskosten en heeft een accountant ingeschakeld. De minister laat al onderzoek doen naar het functioneren van de NZa. Dit onderzoek is gestart nadat een NZa-medewerker zelfmoord pleegde en een dossier naliet van misstanden bij zijn werkgever.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/nza13.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-06-17 00:00:002018-10-15 12:15:54Top NZa stapt op
Naar verwachting zal de NZa in juli beslissen over de aanpassing van de verrichtingenlijst. Dit meldt de NMT. De beroepsverenigingen en wetenschappelijke verenigingen hebben bekeken waar de huidige verrichtingenlijst niet aansluit bij de praktijk. In mei wordt gesproken met de NZa en ZN over aanpassing van een aantal hoofdstukken.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/geld-tandheelkunde-500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2014-06-05 00:00:002020-11-11 13:25:31NZa aanpassing verrichtingenlijst in zomer
De NMT en ANT steunen de actie van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) om patiënten te informeren over voorgenomen beperking van de vrije artsenkeuze. ‘Wij brengen de consequenties van de voorgenomen wijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet al een jaar lang onder de aandacht van onze leden en onze patiënten,’ zegt NMT voorzitter Rob Barnasconi. ‘We hebben in 2013 100.000 handtekeningen verzameld en aangeboden aan de Tweede Kamer. We hebben de Kamer bij herhaling gewezen op de gevolgen van hun voorgenomen besluit. Ook in de media hebben we aandacht gevraagd voor deze schending van het recht om als patiënt je eigen zorgverlener te kunnen kiezen. Dat heeft op veel manieren navolging gekregen en dat is nodig. Veel patiënten hebben namelijk geen idee van wat er op hen afkomt.’
Zowel de NMT, ANT als NVM steunen de petitie van de VvAA tegen de beperking van de vrije artsenkeuze.
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.