VGZ en KNMT in gesprek over inkoopbeleid

VGZ en KNMT in gesprek over inkoopbeleid

VGZ betreurt het dat tandartsen in De Telegraaf zijn beschuldigd van het maken van woekerwinsten. Dat heeft de zorgverzekeraar aan de KNMT laten weten. De KNMT en VGZ gaan nu binnenkort in gesprek over het inkoopbeleid van implantaten. De ANT is ook bereid tot overleg met VGZ maar wil eerst dat VGZ publiekelijk terugkomt op het eerdere bericht over de woekerwinsten op implantaten.

KNMT-voorzitter Wolter Brands en bestuursvoorzitter Kliphuis van VGZ hadden dinsdag een constructief gesprek. Het vond plaats naar aanleiding van een brandbrief die de KNMT maandag aan VGZ heeft gestuurd. Daarin heeft de KNMT laten weten dat de berichtgeving in De Telegraaf vorige week haar volledig in het verkeerde keelgat is geschoten. In de krant is volgens de KNMT en ANT ten onrechte gesuggereerd dat tandartsen massaal woekerwinsten zouden maken op implantaten. “Het stuk heeft de eer en goede naam van de gehele beroepsgroep aangetast, en de integriteit van tandarts-implantologen is ook nog eens geschaad”, zegt de KNMT.

VGZ en KNMT in gesprek

VGZ heeft de KNMT laten weten de beschuldigingen van woekerwinsten in De Telegraaf te betreuren. Daarnaast zegt de zorgverzekeraar de signalen van de KNMT over haar inkoopbeleid serieus te nemen en dat beleid eventueel bij te schaven. De partijen gaan daarover binnenkort met elkaar in gesprek.

ANT wil dat VGZ terugkomt op bericht woekerwinsten

De ANT geeft op haar website aan dat zij in principe bereid is om met VGZ in gesprek te gaan maar wil eerst dat VGZ publiekelijk – middels een bericht in de Telegraaf en op de website van VGZ – terugkomt op het eerdere bericht over woekerwinsten op implantaten. De ANT heeft VGZ hierover een brief gestuurd.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
VGT gaat implantaten voortaan zelf inkopen vanwege ‘hoge kosten’

VGZ gaat implantaten voortaan zelf inkopen vanwege ‘hoge kosten’

VGZ gaat implantaten voortaan zelf centraal inkopen vanwege “de hoge kosten die tandartsen in rekening brengen”, melden diverse media. Volgens de zorgverzekeraar kunnen zo miljoenen worden bespaard.

De inkoopprijs van een implantaat bedraagt gemiddeld 186 euro, terwijl veel tandarts-implantologen 314,04 euro (het maximale NZa-tarief voor 2019) in rekening brengen, zegt VGZ. De zorgverzekeraar vergoedt per jaar zo’n 26.000 implantaten. Als meer tandartsen zich zouden deelnemen aan een centraal inkoopbeleid zou dat volgens VGZ ongeveer 3,3 miljoen euro besparen.

Juridische stappen KNMT

De beroepsverenigingen KNMT en ANT zijn het absoluut niet eens met het VGZ-inkoopbeleid.

De KNMT overweegt juridische stappen te nemen. “VGZ zet in het artikel in de Telegraaf van woendag 6 februari tandarts-implantologen weg alsof ze alleen maar bezig zijn met het realiseren van woekerwinsten. VGZ verdraait hiermee willens en wetens de feiten”, zegt de KNMT op haar website.

De KNMT heeft in de afgelopen maanden regelmatig contact gehad met VGZ over de wijziging van het inkoopbeleid. De KNMT zegt dat VGZ “keer op keer de bezwaren heeft genegeerd”. De beroepsvereniging heeft daarom een brandbrief naar de NZa gestuurd.

ANT: VGZ leidt aandacht af van haar dubieuze inkoopbeleid voor implantaten

De ANT vindt dat “VGZ de aandacht afleidt van haar dubieuze inkoopbeleid voor implantaten.”

“De afgelopen maand hebben wij het beleid van de zorgverzekeraar regelmatig aan de kaak gesteld, waarop reactie van VGZ uitbleef. Door enkel te sturen op de laagste prijs gaat VGZ op de stoel van de zorgverlener zitten. Hierbij schuift zij de verantwoordelijkheid volledig af op tandartsen om vervolgens een financiële besparing te claimen die VGZ grotendeels in eigen zak steekt. Wij zien in het Telegraaf-artikel een uiterste poging van VGZ om de aandacht af te leiden van de gevolgen van haar mondzorg breed scherp bekritiseerde inkoopbeleid, dat de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg aantast en gebaseerd is op desinformatie”, zegt de ANT.

Verkeerd voorgelicht over deelnemende implantaatfabrikanten

Volgens de ANT zijn gecontracteerde zorgverleners verkeerd voorgelicht over de deelnemende implantaatfabrikanten. “VGZ heeft aangegeven contracten te hebben met 12 fabrikanten, waarvan de belangrijkste, Straumann en Camlog, beide betwisten een overeenkomst te hebben met VGZ. Zorgverleners die dachten met Straumann of Camlog te kunnen blijven werken, zijn daarmee op het verkeerde been gezet. Op deze wijze manipuleert VGZ met haar beleid de tandarts-implantoloog in de keuze van materialen en wordt de professionele autonomie en integriteit ondermijnd. De lijst van implantaatmerken is kort en lijkt enkel op basis van prijs te zijn samengesteld. Duurdere en daarmee veelal kwalitatief betere producten worden hiermee bij voorbaat uitgesloten. Tandartsen worden zo gedwongen te werken met systemen waarmee ze onvoldoende vertrouwd zijn en dat zal directe invloed hebben op de kwaliteit van de behandeling.”

“VGZ eist in haar contract met de zorgverlener bovendien dat deze 10 jaar volledige garantie biedt op de door VGZ gekozen en ingekochte implantaten, terwijl sommige van de leveranciers uit de lijst nog geen 4 jaar op de markt actief zijn. De in de Telegraaf geclaimde ‘besparing’ is dus in de praktijk het afwentelen van de eigen verantwoordelijkheid op tandarts én patiënt. Hier kan een vergelijking worden gemaakt met het beleid voor bepaalde medicijnen, zoals thans speelt bij Valsartan, dat door VGZ als preferent is aangewezen. De ANT wil voorkomen dat er in de toekomst problemen ontstaan omdat de zorgverzekeraar op basis van de laagste prijs en niet op basis van kwaliteit heeft ingekocht.”

Handhavingsverzoek ingediend bij de NZa

Ook de ANT is naar de NZa gestapt en heeft een handhavingsverzoek ingediend. “VGZ is voornemens haar verzekerden een te lage vergoeding te betalen voor de verzekerde zorg. De vergoeding is gebaseerd op het gemiddeld gecontracteerde tarief. Dit mag worden toegepast op het moment dat de zorgverzekeraar voldoende heeft gecontracteerd. Wij zijn van mening dat VGZ regionaal onvoldoende heeft gecontracteerd en heeft de zorgverzekeraar meermalen er op gewezen dat hij hiermee én niet aan zijn zorgplicht voldoet, én een verzekerde die noodgedwongen kiest voor een ongecontracteerde zorgaanbieder, te weinig vergoedt. Met name oudere patiënten lijken de dupe te gaan worden van het huidige beleid van VGZ. Zij zijn een belangrijke patiëntgroep die bij de tandarts terecht komen voor implantaten en/of een klikgebit.”

Besparing terug naar zorgverzekeraar

“Klanten van VGZ is beloofd dat ze als gevolg van het beleid beter af zijn. De meeste patiënten hebben meer dan één implantaat nodig, denk aan het klikgebit. Hiermee overschrijden zij de grens van hun maximaal te betalen eigen risico, en gaat de besparing op inkoop volledig terug naar de zorgverzekeraar. Ondertussen moet er gedwongen een grotere afstand worden afgelegd naar een tandarts die bovendien niet de mogelijkheid heeft de beste implantaten te kunnen gebruiken. Het is de vraag of klanten zich dit hebben gerealiseerd op het moment dat zij de keuze maakten voor een polis van VGZ”, zegt de ANT.

Tandartsen volgen beleid en regels van de NZa

De NZa heeft bij het bepalen van het tarief voor een implantaat gekozen voor de gemiddelde kosten. Hiermee behoudt de zorgaanbieder de mogelijkheid om ook duurdere implantaten te gebruiken. “Het beleid van VGZ sluit het gebruik van deze kwalitatief betere implantaten, die wetenschappelijk veel beter onderzocht zijn, nu volledig uit”, aldus de ANT.

De ANT vindt de aantijging in de Telegraaf dat tandartsen altijd goedkopere implantaten gebruiken en het verschil in eigen zak steken verwerpelijk. “Het toont aan hoe de zorgverzekeraar tegen zorgverleners aankijkt en is vooral dubieus omdat juist VGZ gaat profiteren van dit beleid. Verder is het onacceptabel dat de zorgverlener niet langer de mogelijkheid heeft om de belangen van de patiënt voorop te stellen. VGZ neemt daarmee plaats op de stoel van de zorgverlener”, sluit de ANT mee af.

Bronnen:
ANT
KNMT
Telegraaf
RTL-nieuws

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

ANT: VGZ voldoet niet aan zorgplicht bij implantaten en klikgebit

“Zorgverzekeraar VGZ voldoet niet aan haar zorgplicht en laat in grote delen van Nederland patiënten die een implantaat of klikgebit nodig hebben in de kou staan. De zorgverzekeraar heeft in Nederland zo weinig tandartsen-implantologen gecontracteerd, dat patiënten die een implantaat of klikgebit nodig hebben soms niet eens in hun eigen provincie terecht kunnen”, zegt de ANT.

Volgens de ANT kunnen patiënten als ze naar een niet-gecontracteerde implantoloog gaan, achteraf geconfronteerd worden met een niet betaalde rekening die kan oplopen tot honderden euro’s, ondanks dat de behandeling onder de basisverzekering valt.

Brandbrief over te weinig contracten tandarts-implantologen VGZ

De ANT heeft een brandbrief gestuurd naar VGZ en ook bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan de bel getrokken. ANT-voorzitter en tandarts Jan Willem Vaartjes: “Het gaat hier veelal om kwetsbare ouderen die een klikgebit nodig hebben of die moeten vervangen. Dit wordt volledig vergoed uit de basisverzekering als de tandarts/implantoloog is gecontracteerd. Maar VGZ heeft nauwelijks zorgverleners gecontracteerd, waardoor deze kwetsbare patiëntengroep of tientallen kilometers moeten rijden – als dat al tot de mogelijkheden behoort – of een hoge eigen bijdrage moeten betalen. Daarbij geldt dat zelfs in het geval er wel een tandarts-implantoloog in de regio gecontracteerd is, niet uit te sluiten valt dat er lange wachttijden ontstaan, omdat er zo weinig tandarts-implantologen zijn gecontracteerd. Voor patiënten die een implantaat in de bovenkaak nodig hebben is al helemaal onduidelijk waar zij terecht kunnen, omdat VGZ ook implantologen die dit niet mogen doen, omdat zij geen onderscheid maakt, wel als gecontracteerd op de website heeft staan. Ook had VGZ onterecht implantologen als gecontracteerd op haar website staan, waardoor patiënten op het verkeerde been zijn gezet. We hebben VGZ daarom gevraagd alle behandelingen voor 100 procent te vergoeden.”

Naast te weinig implantologen, werkt VGZ ook nog met verschillende contracten: alleen voor de onderkaak of voor de onder- en bovenkaak, zegt de ANT.

Interactieve kaart met gecontracteerde implantologen

Aan de hand van de openbare informatie op de website van VGZ, heeft de ANT een interactieve kaart opgesteld, waarin de door VGZ gecontracteerde implantologen zichtbaar zijn gemaakt. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat in de driehoek tussen Amsterdam, Utrecht en Den Haag geen enkele geaccrediteerde implantoloog voor de bovenkaak is gecontracteerd. Als het geaccrediteerd zijn als vereiste wordt los gelaten, dan is het aantal implantologen nog steeds op één hand te tellen. Vaartjes: “Het staat buiten kijf dat twee gecontracteerde (niet geaccrediteerde) implantologen in de stad Amsterdam onvoldoende is, zeker als je ziet dat in de nabije omgeving ook geen implantologen zijn gecontracteerd en ook niet in steden als Haarlem, Zaandam en Purmerend. Alle patiënten zijn aangewezen op dezelfde implantologen. In de gehele provincie Friesland is zelfs geen enkele implantoloog gecontracteerd.”

Gecontracteerde implantologie zorgaanbieders op een kaart

Bekijk-gecontracteerde-implantologie-zorgaanbieders-op-een-kaart

Geaccrediteerde zorgverleners voor de complexe bovenkaak behandeling

Geaccrediteerde-zorgverleners-voor-de-complexe-bovenkaak-behandeling

De ANT zegt: “VGZ voldoet niet aan haar zorgplicht en laat patiënten in de kou staan. Of deze patiënten moeten met hechtingen of voor nazorg vele tientallen kilometers rijden of ze moeten voor een deel de rekening zelf betalen. Dat is voor heel veel ouderen simpelweg niet mogelijk en kan ook niet van hen gevergd worden. Bovendien zijn verzekerden op het verkeerde been gezet, omdat VGZ op de website ten onrechte tandartsen/implantologen als gecontracteerd heeft gezet. Daarbij komt dat een deel van de gecontracteerde zorgverleners van het contract af wil, omdat VGZ heeft gesuggereerd dat de belangrijkste leverancier van implantaten (de firma Straumann) was gecontracteerd en ook dat lijkt niet te kloppen.”

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
ANT stuurt Eerste Kamer brandbrief over risico machtsmisbruik zorgverzekeraars bij controles

ANT stuurt Eerste Kamer brandbrief over risico machtsmisbruik zorgverzekeraars bij controles

Zorgverzekeraars misbruiken hun machtspositie en dwingen zorgaanbieders om meer patiëntgegevens te verstrekken dan strikt noodzakelijk is bij controles. Daarbij wordt de privacy van patiënten geschonden en de nieuwe privacywet AVG overtreden, zegt de ANT. De ANT roept in een de Eerste Kamerleden op om niet in te stemmen met een verruiming van de Wet Marktordening Gezondheidszorg.

ANT-brandbrief aan Eerste Kamer

De beroepsorganisatie roept in een brandbrief de Eerste Kamerleden op om op 18 december niet in te stemmen met een verruiming van de Wet Marktordening Gezondheidszorg, waardoor de bevoegdheid van zorgverzekeraars bij controles wordt verruimd. De ANT is bang dat de privacy van patiënten verder wordt aangetast en vindt dat de huidige wet eerst moet worden herzien.

ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: “De praktijk laat zien dat zorgverzekeraars nu al onnodig of te veel gegevens opvragen onder de noemer ‘controle’. Dit gat in de wetgeving moet worden gedicht, voordat er sprake kan zijn van uitbreiding.”

Wijziging Wet Marktordening Gezondheidszorg

In de huidige Wet Marktordening Gezondheidszorg is geregeld dat alleen zorgaanbieders, die een overeenkomst hebben met de zorgverzekeraar, inzage in patiëntgegevens moeten verlenen in het kader van controles. Een essentiële wijziging is dat zorgverzekeraars na het aannemen van het voorstel bij alle zorgaanbieders (gecontracteerd en ongecontracteerd) medische gegevens van patiënten mogen inzien. Omdat de mondzorg niet onder de basisverzekering valt en omdat de tarieven voor mondzorg sinds 2012 zijn vastgesteld, hebben tandartsen vaak geen contract met een zorgverzekeraar.

Inzage in dossiers door zorgverzekaar

Op basis van de nieuwe AVG mogen zorgaanbieders, waaronder tandartsen, behandel- en patiëntgegevens alleen aan hun patiënten verstrekken. Alleen als een controle niet op een andere wijze kan worden uitgevoerd, zoals een verklaring van de accountant of inzage in de agenda en administratie, mogen (gecontracteerde) zorgaanbieders nu patiëntgegevens met de zorgverzekeraar delen. Dit moet dan zowel noodzakelijk als proportioneel zijn. Inzage in dossiers is dus een laatste redmiddel.

In de praktijk is het volgens de ANT zo dat zorgverzekeraars inzage altijd noodzakelijk achten. De zorgaanbieder heeft het recht de onderbouwing van de verzekeraar te betwisten.

“In de praktijk resulteert dit erin dat zorgaanbieders zwaar onder druk worden gezet om de gegevens alsnog te delen. Zorgverzekeraars schorten bijvoorbeeld betalingen op, stellen dat de kosten op basis van ‘onvoldoende meewerken’ eenzijdig verrekend moeten worden, beëindigen een overeenkomst of dreigen met uitsluiting van toekomstige afspraken. Zorgaanbieders worden zo gedwongen om inzage te verlenen in medische dossiers, buiten de patiënt om.”

Uitbreiding Wet Marktordening Gezondheidszorg

De uitbreiding van de Wet Marktordening Gezondheidszorg zorgt er voor dat zorgverzekeraars ook bij niet gecontracteerde zorgaanbieders patiëntgegevens mogen inzien. Als gevolg hiervan zal de privacy van patiënten vaker in het geding komen. Dit vindt de ANT zorgwekkend.

“Momenteel ontbreekt er een controlemechanisme en voelen zorgverzekeraars geen druk om het aantal controleaanvragen te beperken. Ze kunnen nu hun gang gaan en de ervaring leert dat ze dat ook doen. Het concreet: er ontbreekt in het huidige systeem een sanctie als zorgverzekeraars over de schreef gaan en teveel of onnodige gegevens opvragen. Er is geen juiste balans”, stelt Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. De ANT pleit er dan ook voor om te beginnen bij de basis en de huidige wetgeving te herzien in plaats van deze zonder meer uit te breiden. In de brandbrief aan de Eerste Kamer doet de ANT concrete voorstellen om ‘het gat in de wet te dichten’.

Volgens de ANT moet de aanpassing in ieder geval de volgende onderdelen bevatten:

  • Verbod voor zorgverzekeraars om opgevraagde patiëntgegevens te gebruiken voor controledoeleinden als daar geen goede grond voor is.
  • Verplichting voor zorgverzekeraars om opgevraagde patiëntgegevens te vernietigen als er achteraf blijkt dat daar geen goede grond voor was.
  • Mogelijkheid om zorgverzekeraars te beboeten als zij gegevens hebben opgevraagd waar geen strikte noodzaak voor was.
Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Dekking aanvullende mondzorgverzekering 2019 verder ingeperkt

De aanvullende pakketten voor verzekering van tandarts en orthodontist worden vanaf 2019 versoberd. De trend van de laatste jaren, dat de pakketten steeds verder versoberen, zet dus door.

Aanvullende verzekering tandarts en orthodontist

Mondzorg wordt in 2019 fors ingeperkt op polisvoorwaarden. Zo stelt Avéro Achmea een wachttijd in voor orthodontie kinderen (waar voorheen geen sprake was van wachttijd). Ditzelfde geldt voor Zilveren Kruis en Menzis (die ook de tandartsvergoeding heeft versoberd). Stad Holland voert op haar beurt een plafond in bij de maximale vergoedingen. Bij Ohra en Nationale-Nederlanden gaat de vergoeding van 100% tot €1000 en 100% tot €2000 naar 75% tot €1000 en 75% tot €2000.

Independer maakte een overzicht van de wijzigingen in aanvullende dekkingen voor de tandarts en orthodontist, zie de datamonitor zorgverzekering 2019.

Ook aanvullende dekkingen voor fysiotherapie en alternatieve geneeswijzen gaan omlaag.

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
controle - vergrootglas

Controles in de mondzorg: meer nadruk op verantwoordelijkheid zorgverzekeraar?

In de mondzorg worden steeds meer controles uitgevoerd door zorgverzekeraars en zelfs de zorgkantoren laten inmiddels van zich horen. Bij hun controles vragen zorgverzekeraars bij mondzorgpraktijken vaak allerlei medische informatie van patiënten op. Als de mondzorgprofessional die gegevens zomaar verstrekt, kan hij de privacy van zijn patiënten schenden.

Omdat veel mondzorgprofessionals werken zonder contract, is het meer regel dan uitzondering dat gegevens niet aan de verzekeraar verstrekt mogen worden. Toch wordt in de praktijk vaak gegevens bij de verzekeraar opgevraagd en ontstaat de vraag of dat zomaar mag. De mondzorgprofessional is gehouden tot geheimhouding van de medische gegevens, maar hoe zit het eigenlijk met de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar op dit punt, na de invoering van de AVG?

Is de zorg rechtmatig en doelmatig?

Aan de toenemende controles in de mondzorg en aan de tips en tricks bij controles voor mondzorgpraktijken hebben wij op dental INFO al meerdere malen aandacht besteed. De meeste controles in de mondzorg gaan over de vraag of de geleverde zorg rechtmatig is verleend (in overeenstemming met de geldende regels) en of deze doelmatig is verleend (de verleende zorg is de meest aangewezen zorg gelet op de gezondheidstoestand van de patiënt). In de praktijk geven zorgverzekeraars vaak aan dat zij, om deze rechtmatigheid en doelmatigheid goed te kunnen toetsen, medische informatie over individuele patiënten van de mondzorgpraktijk nodig hebben.

Medische gegevens verstrekken: wanneer en wanneer niet?

De meeste mondzorgprofessionals die geconfronteerd worden met een controle, vragen zich af of zij gegevens uit patiëntendossiers of medische informatie over individuele patiënten met de verzekeraar mogen of moeten delen, als de verzekeraar daarom vraagt. In beginsel bevat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (de bekende AVG), net zoals de Wet bescherming persoonsgegevens, een verbod om medische gegevens van patiënten te verstrekken aan derden, dus ook de verzekeraar.
Op dat verbod zijn uitzonderingen, onder meer bij controles door de verzekeraar bij gecontracteerde zorgaanbieders. Maar kort samengevat mag een mondzorgprofessional alleen gegevens aan de zorgverzekeraar te verstrekken als hij op basis van een overeenkomst met de zorgverzekaar rechtstreeks bij de zorgverzekeraar heeft gedeclareerd. In alle andere gevallen mag hij alleen gegevens aan de verzekerde verstrekken. Dat volgt uit de wet.

Als de mondzorgaanbieder een (betaal)overeenkomst heeft met de zorgverzekeraar, dient hij te controleren of de opgevraagde medische gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het controledoel en passen binnen het controledoel. Daarnaast dient de zorgaanbieder vast te stellen of de opgevraagde gegevens wel proportioneel zijn: kan de controle niet op een andere – minder ingrijpende – (denk aan bijvoorbeeld een toelichting op praktijkniveau in plaats van over de individuele patiënt) manier worden afgerond? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, dient de mondzorgaanbieder bij de zorgverzekeraar het specifieke controleplan en controledoel op te vragen.

Medische gegevens verstrekken: verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder?

Gelet op het voorgaande is van belang dat de zorgaanbieder goed nagaat wat de verzekeraar onderzoekt en om welke reden de verzekeraar medische gegevens opvraagt: is dat wel noodzakelijk en proportioneel? Indien de zorgaanbieder die toets niet uitvoert of gegevens verstrekt terwijl hij geen overeenkomst met de verzekeraar heeft gesloten, dan schendt hij feitelijk zijn beroepsgeheim. Daardoor kan hij problemen krijgen met de patiënt en als deze klaagt bij de Autoriteit Persoonsgegevens, ook daarmee.

Eerder besteedden wij op dental INFO al aandacht aan de merkwaardige situatie dat de zorgaanbieder deze zware verantwoordelijkheid krijgt, terwijl in de wetgeving geen duidelijke sanctie is opgenomen voor de zorgverzekeraar die zich niet houdt aan de Regeling zorgverzekering en – zonder dat aan de wettelijke eisen is voldaan – medisch vertrouwelijke informatie opvraagt en verkrijgt.

Medische gegevens opvragen: verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar?

De invoering van de AVG heeft als bijkomend effect dat de privacy in en buiten de zorg in de schijnwerpers is komen te staan en ook de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, zich anders is gaan opstellen. Niet is uitgesloten dat zorgverzekeraars, indien zij zonder dat dit strikt noodzakelijk is medische gegevens opvragen bij de zorgaanbieder, bij het verwerken van deze gegevens dezelfde privacyrechtelijke verantwoordelijkheden hebben als zorgaanbieders en bij onterechte verwerking zelf handelen in strijd met de AVG. Dat betekent dat in voorkomend geval niet alleen de zorgaanbieder, maar ook zorgverzekeraars zich blootstellen aan mogelijke maatregelen (denk aan hoge boetes) die de Autoriteit Persoonsgegevens kan opleggen. Dit zal met name het geval kunnen zijn als een zorgaanbieder vanwege door een zorgverzekeraar opgelegde druk, bijvoorbeeld opschorting van betaling, gegevens heeft verstrekt. Dit is een aandachtspunt voor de Functionaris Gegevensbescherming van de betreffende verzekeraars. Immers, als er onrechtmatig gegevens verwerkt worden door een zorgverzekeraar doordat onterecht teveel gegevens zijn opgevraagd en verkregen, dan dient de FG daar actie op te ondernemen.

Kosteloos seminar: Materiële controles en AVG

Op 9 oktober a.s. zal in een 2 uur durend seminar stil gestaan worden bij de belangrijkste praktische vragen van materiële controles en de aanvullende vragen die de AVG oproept. Lees meer over het kosteloos seminar Materiële controles en AVG

Door: Karik van Berloo en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving, Zorgverzekeringen
Verzekeraars richten vanaf begin 2018 controlevizier op mondzorg

Verzekeraars richten vanaf begin 2018 controlevizier op mondzorg

Zorgverzekeraars hebben de bevoegdheid en de plicht formele en materiële controles uit te voeren. Meerdere verzekeraars hebben eind 2017 al aangekondigd grootschalige controles te gaan uitvoeren in de mondzorg. Vanaf begin 2018 worden mondzorgprofessionals met twee specifieke controles geconfronteerd: declaratie van de prestatie C22 (aanvullende medische anamnese) en samenloop van declaraties Zvw en Wlz-zorg. Enkele zaken om rekening mee te houden, indien u met deze controles wordt geconfronteerd.

Controle naar prestatie C22

Wat houdt de prestatie in?

De prestatie C22 betreft de aanvullende medische anamnese na (schriftelijke) routinevragen. De tariefbeschikking van de NZa bepaalt dat deze uitsluitend in rekening kan worden gebracht als er, na het stellen van de normale routinevragen, meer medische informatie nodig is over een patiënt. C22 omvat de bespreking met de patiënt en zonodig overleg met diens huisarts of specialist.

Controle door de NZa en de verzekeraars

De NZa heeft in 2017 bij achttien tandartspraktijken gecontroleerd of deze praktijken C22 op de juiste wijze declareerden. Volgens de NZa brachten veertien van die praktijken onterecht kosten in rekening. De controle door de NZa is voor verschillende zorgverzekeraars, waaronder CZ, aanleiding om zelf onderzoek te doen naar deze prestatiecode bij mondzorgaanbieders. Doel van deze controles is volgens de verzekeraars ongepast gebruik te detecteren en onterechte declaraties te voorkomen. Dat laatste duidt erop dat de verzekeraars van zins zijn tot terugvordering over te gaan, indien de controle daar aanleiding voor geeft. Inmiddels zijn bij de eerste tandartsen de controles opgestart.

Rechtvaardiging declaratie behandelcode C22

Het ligt voor de hand dat de zorgverzekeraars zich richten de op de vraag of afdoende rechtvaardiging bestond voor een gedeclareerde C22. In het bijzonder dat:

  • Voldoende bijzonderheden zijn vastgelegd in het dossier
    en/of
  • Er contact is geweest met huisarts of specialist van de patiënt

Oordeel van de mondzorgprofessional zélf

Het is de vraag welke conclusies verzekeraars kunnen trekken uit de controle of er op patiëntniveau voldoende bijzonderheden zijn beschreven die een rechtvaardiging van de declaratie van behandelcode C22 rechtvaardigen. Het is immers aan het oordeel van de behandelend mondzorgprofessional overgelaten om te boordelen of na het stellen van de normale routinevragen meer medische informatie nodig is. Als die informatie nodig is, en dus een aanvullende medische anamnese dient te worden uitgevoerd, moet de behandelend tandarts deze aanvullende anamnese kunnen uitvoeren en in rekening kunnen brengen.

Let op: normale regels bij controle zijn van toepassing

Ook bij controles naar C22 hebben zorgverzekeraars en zorgaanbieders de wettelijke rechten en plichten in acht te houden. Zo is de mondzorgprofessional die geen contract heeft met een verzekeraar en niet rechtstreeks declareert bij die verzekeraar, niet bevoegd om zonder toestemming van de patiënt medische informatie aan de verzekeraar te verstrekken. Ook dient de verzekeraar een controleplan op te stellen en toe te sturen, met daarin een onderbouwing van de controle en de verzochte gegevens. Zie het artikel: 10 concrete vuistregels bij controles door verzekeraars. Verstrek dus geen (medische) informatie zonder stil te staan bij uw wettelijke verplichtingen en rechten.

 Maatregelen

Het is zaak dat de mondzorgprofessional de controle naar de C22 op de juiste wijze aanpakt en behandelt. De maatregelen die de zorgverzekeraar kan nemen zijn immers ingrijpend, zoals het terugvorderen van gedeclareerde C22’s.

Controle samenloop Zvw en Wlz

Waar ziet de controle op?

Zorgverzekeraars zijn wettelijk bevoegd en verplicht om te controleren op de samenloop van declaraties van Wlz-zorg (Wet langdurige zorg) en Zvw-Zorg (Zorgverzekeringswet). Meerdere zorgverzekeraars hebben te kennen gegeven in 2018 te toetsen of mondzorg die in rekening is gebracht als Zvw-zorg, niet eigenlijk in rekening had moeten worden gebracht ten laste van de Wlz. Dit noemen de verzekeraars ‘samenloop’. De zorgverzekeraars, die slechts Zvw-zorg hoeven te vergoeden, hebben inmiddels Wlz-informatie ontvangen van alle zorgkantoren. Als er sprake is van samenloop, zullen de zorgverzekeraar de ingediende Zvw-declaratie alsnog afkeuren, zo hebben zij te kennen gegeven.

Mondzorg in de Wlz

Een patiënt kan in plaats van aanspraak op mondzorg uit hoofde van de Zvw en de aanvullende verzekering, aanspraak hebben op mondzorg ten laste van de Wlz. Het gaat dan om verblijf in een Wlz-instelling met ‘behandeling’. Daarvan is sprake bij geneeskundige zorg van specifiek medische aard die noodzakelijk is in verband met de aandoening, beperking, stoornis of handicap van de patiënt.

Ongewenst

De zorgverzekeraars keuren declaraties die bij het verkeerde ‘loket’ zijn ingediend af, waardoor de mondzorgprofessional zelf maar moet proberen het alsnog op te lossen met het zorgkantoor. Het is, naast de extra administratieve lasten, maar zeer de vraag of de mondzorgaanbieder in dat geval zijn kosten nog vergoed weet te krijgen. Dat is een ongewenste uitkomst, met name als de zorgaanbieder in alle redelijkheid niet had kunnen weten dat de patiënt in een Wlz-instelling met behandeling verbleef, zoals bij senioren die zelf naar de praktijk komen, nog ingeschreven staan op hun oude adres en door niemand over dat verblijf in een instelling wordt gerept. Daarbij komt nog dat de zorgverzekeraar en het zorgkantoor nauw gelieerd zijn aan elkaar en dus eenvoudig zouden moeten kunnen overleggen.

Privacy

Zorgverzekeraars geven aan dat zij de zorgaanbieder hierbij wel zouden wíllen helpen, maar dat de huidige privacywet- en regelgeving niet toestaat dat de verzekeraar bij afgekeurde declaraties aangeeft welke Wlz-zorgverlener betrokken is. Ook het toetsen door de zorgaanbieder zelf of geleverde zorg wellicht onder de Wlz valt, is nog niet mogelijk.

Voorlopig: opletten geblazen

Het ministerie van VWS onderzoekt of zorgverzekeraars bij afkeuring toch de Wlz-instelling kunnen vermelden en of zorgaanbieders toegang kunnen krijgen tot Wlz-data voorafgaand aan de behandeling en declaratie. Ook naar huidige wetgeving zou het mogelijk moeten zijn dat de zorgverzekeraar die opmerkt dat er sprake is van samenloop, dit met het zorgkantoor bespreekt en dat de zorgverzekeraar (i) ofwel de zorgaanbieder hiervan in kennis stelt, (ii) ofwel het onderling met het zorgkantoor regelt.

Tot de tijd dat dit gebeurt, is het opletten geblazen bij patiënten die mogelijk in een instelling verblijven. Daarnaast dient de mondzorgaanbieder goed te (laten) bestuderen bij wie een afgekeurde Zvw-declaratie alsnog kan worden ingediend: de instelling, het zorgkantoor of de patiënt.

Door:
Lex Geerts en Daniël Post  – Eldermans|Geerts – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
ONT VGZ Kunstgebit op implantaten

Overeenstemming VGZ en ONT vergoeding tandprotheticus kunstgebit op implantaten

De rechtzaak die de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) en een cliënt van VGZ in november wilden aanspannen tegen VGZ, is van de baan. De partijen zijn volgens de ONT tot een oplossing gekomen.

Vergoeding kunstgebit op implantaten

De ONT wilde VGZ voor de rechter dagen omdat de zorgverzekeraar vergoeding weigerde voor een kunstgebit op implantaten door een tandprotheticus. De ONT en VGT kwamen nu overeen dat de patiënt alsnog vergoed wordt en dat tandprothetici op verwijzing van een tandarts(-implantoloog) deze zorg zelfstandig mogen aanvragen en declareren.

Reactie ONT

De Romph, directeur van de ONT is blij met deze uitkomst: “Omdat hiermee de toegankelijkheid van deze zorg voor de meest kwetsbare groep gewaarborgd blijft. De cliënt is de grote winnaar want die kan de zorgverlener waar hij het meest vertrouwen in heeft het gebit laten maken. Dit doet bovendien recht aan de wettelijke bevoegdheid van de tandprotheticus. In deze casus heeft de tandprotheticus zich aan alle spelregels gehouden. VGZ doet dat nu ook en dat waarderen we.”

Reactie VGZ

VGZ zegt het te betreuren dat eerdere communicatie vanuit VGZ tot een misverstand heeft geleid. “Dat een tandprotheticus een gebitsprothese mag maken is voor ons nooit een punt van twijfel geweest. De gebitsprothese op implantaten wordt, ook als deze gemaakt wordt door een tandprotheticus, vergoed mits er een verwijzing van de tandarts is. We zijn blij dat we een constructief gesprek met de ONT hebben gehad en tot een oplossing zijn gekomen.”

Bron:
Organisatie van Nederlandse Tandprothetici

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Nu ook zorgverzekeringskaart voor aanvullende mondzorgverzekering

Nu ook zorgverzekeringskaart voor aanvullende mondzorgverzekering

Zorgverzekeraars hebben zorgverzekeringskaarten voor de basis- en aanvullende verzekeringen uitgebracht. Deze zijn voornamelijk digitaal en in tegenstelling tot vorig jaar nu dus ook te gebruiken voor de aanvullende verzekeringen.

Informatief

Met deze zorgverzekeringskaart hopen de zorgverzekeraars makkelijker informatie te verspreiden omtrent de zorgverzekering. Verzekerden kunnen namelijk via deze kaart de belangrijke polisvoorwaarden van de zorgverzekering inzien. Op deze manier zijn verzekerden beter op de hoogte wat te doen in het geval van ziekte, wanneer ze overwegen over te stappen naar een andere zorgverzekering en/of zorgverzekeraar, of wanneer ze simpelweg iets willen regelen met hun zorgverzekeraar.

 

De zorgverzekeringskaarten zijn te vinden op de websites van de zorgverzekeraars en op www.zorgverzekeringskaart.nl.

 

Bron:
Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
mondzorg-aavullendeverzekering

Vooral mondzorg aanvullend verzekerd

Uit een analyse van de zorgverzekeringsmarkt in 2017 door de Nederlandse Zorgautoriteit (Marktscan zorgverzekeringsmarkt 2017) blijkt dat 84,1% van de verzekerden een aanvullende verzekering heeft. Opvallend is dat vooral mondzorg aanvullend verzekerd is.

Dekking voor mondzorg

14,3 miljoen verzekerden hebben voor 2017 een aanvullende verzekering afgesloten, dat is ongeveer even veel als in 2016. Bij de mensen met een collectieve verzekering is 88,7% aanvullend verzekerd en bij de individueel verzekerden 74,8%. Vooral een dekking voor mondzorg is populair bij de verzekerden: 72% van de mensen met een aanvullende verzekering heeft deze.

Veel verbeteringen

Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit hebben de zorgverzekeraars het afgelopen jaar veel verbeteringen doorgevoerd. De informatie over de polissen werd duidelijker en het aantal verschillende polissen voor de basisverzekering nam af, waardoor de keuze overzichtelijker werd.
De zorgpremie voor de basisverzekering kon laag worden gehouden, doordat de reserves van de verzekeraars zijn ingezet. Ze leden in 2016 hierdoor wel verlies op de basisverzekering, dus het is de vraag of de premie in de toekomst op gelijk niveau kan blijven.

Overstappers

Er wordt verwacht dat het aantal verzekerden dat wil overstappen op een andere zorgverzekeraar verder af zal nemen. Volgens een peiling van Zorgwijzer.nl wil 5,4 procent van zorgverzekering veranderen. Dit zijn 910.000 mensen, in 2017 waren het er 1.080.000.
Voornaamste oorzaak van de trouw aan de huidige verzekering is het gevoel er toch niet in premie op vooruit te gaan. Daarnaast wordt tevredenheid over de huidige polis genoemd en het geen vertrouwen hebben in een andere verzekeraar. Tot slot geeft een kleine groep aan een chronische ziekte te hebben, waardoor overstappen niet mogelijk is.

Bronnen:
NZa Marktscan_Zorgverzekeringsmarkt_2017
NZa.nl
Zorgwijzer.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Meeste signalen mogelijke zorgfraude uit de mondzorg

Meeste signalen mogelijke zorgfraude uit de mondzorg

Het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) heeft in 2016 ruim 447 signalen ontvangen van mogelijke zorgfraude. Uit de rapportage ‘Signalen zorgfraude 2016’ van de IKZ blijkt dat de meeste signalen voortkomen uit de mondzorg, gevolgd door de medisch specialistische zorg en de geestelijke gezondheidszorg.

Rapport

Een signaal bevat een vermoeden van fraude die voortkomt uit een melding van één van de partners. Het rapport vervolgens bestaat uit cijfers en voorbeelden van deze signalen die in 2016 zijn binnengekomen bij de ZN, NZa, IGZ, Inspectie SZW, FIOD en CIZ. Deze werden vervolgens bij het IKZ gemeld.

Informatie Knooppunt Zorgfraude

Het IKZ is een samenwerkingsverband van negen organisaties die een functie hebben op het gebied van toezicht, controle of de opsporing binnen de zorgsector. Binnen het IKZ kunnen de aangesloten partners informatie, kennis, inzichten en ook signalen over zorgfraude delen. Vervolgens wordt de keuze gemaakt welke partner de fraude zal aanpakken.

Mondzorg

De mondzorg ontving in 2016 ruim 110 signalen. Dit grote aantal valt samen met de aandacht die de landelijke media heeft voor materiaal- en techniekkosten van tandartsen. Uit deze aandacht zijn meerdere onderzoeken tot stand gekomen. Effecten hiervan zijn tot nu toe bekendheid met de regels bij een breed publiek en een verhoging van de signalen op dit onderwerp.

Bron:
Rapportage Signalen Zorgfraude 2016 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
rekenmachine

Zorgfraude komt fraudeurs duur te staan

Zorgfraudeurs moeten voortaan de kosten betalen die zorgverzekeraars maken voor het onderzoek naar de fraude. Deze afspraak is toegevoegd aan de zogenaamde maatregelenrichtlijn die zorgverzekeraars gebruiken om de op te leggen maatregelen te bepalen. Op deze manier hopen zij ervoor te zorgen dat alle zorgverzekeraars dezelfde werkwijze aanhouden.

Onderzoekskosten terugvorderen

Aan de hand van het fraudebedrag en de complexiteit van het onderzoek wordt de hoeveelheid aan onderzoekskosten die kan worden teruggevorderd, bepaald. Indien de zaken klein zijn kan er een vast bedrag of de daadwerkelijke onderzoekskosten worden doorberekend. Indien dit niet het geval is, worden de werkelijke onderzoekskosten bij de fraudeur aangerekend. Vanzelfsprekend wordt hier het vals gedeclareerde bedrag bij opgeteld.

Aanvulling

De afspraak wat betreft het terugvorderen van onderzoekskosten is een aanvulling op het reeds bestaande beleid van zorgverzekeraars tegenover fraudeurs.

 Meerdere partijen

Fraude met zorgverzekeringen kunnen zowel zorgaanbieders als verzekerden of andere partijen betreffen, zoals bijvoorbeeld opticiens of PGB-bemiddelingsbureaus.

Bron:
zn.nl

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
andartsen in hoger beroep in gelijkgesteld in zaak Achmea

Tandartsen in hoger beroep in gelijkgesteld in zaak Achmea

Zilveren Kruis/Achmea heeft duizend tandartsen ten onrechte weggezet als fraudeurs. Het Gerechtshof in Arnhem oordeelde in hoger beroep dat de declaraties van een tandarts juist zijn.

Imago onterecht geschaad

De zorgverzekeraar stelde in 2013 dat een op de zeven tandartsen te veel zou declareren en vorderde per tandarts gemiddeld 4.000 euro terug. De rechter oordeelt in hoger beroep dat tandartsen juist hebben gedeclareerd. Zilveren Kruis/Achmea heeft het imago van zorgverleners in de media daarmee onterecht geschaad.

VvAA, die namens de betreffende tandarts en zo’n 200 anderen een zaak aanspande, zou excuses voor publieke imagoschade waarderen en pleit voor het terugbetalen van gevorderde bedragen. “De publiekelijke berichtgeving van de kant van Zilveren Kruis – nog zonder dat daar een rechter enige uitspraak over had gedaan op dat moment – heeft de beroepsgroep ernstig geschaad. Zilveren Kruis/Achmea zou zich naast haar wettelijke taken bewuster moeten zijn van haar maatschappelijke rol in de noodzakelijke vertrouwensrelatie tussen zorgverlener en patiënt”, schrijft Edwin Brugman, directeur Kennismanagement en Netwerken van VvAA, vandaag in een brief aan Georgette Fijneman, divisievoorzitter van Zilveren Kruis.

Excuses

VvAA ziet het onterecht publiekelijk schaden van zorgverleners als een schadelijke zaak en acht een openlijk excuus op zijn plaats.

Brugman: “Het zou Zilveren Kruis sieren als er nu wordt erkend dat de uitspraken onterecht zijn gedaan. Ook lijkt het rechtvaardig dat tandartsen die de gevorderde bedragen wél betaalden, te compenseren. Dit voorkomt onnodige procedures die ten koste gaan van de zorg voor patiënten.”

Onder druk via de media

Aangeschreven tandartsen werden afgelopen jaren, mede via de media, onder druk gezet de terugvordering te betalen. Veel tandartsen kozen er daardoor voor niet te procederen. Al in 2015 werd Achmea door de rechter op de vingers getikt over haar verwijt dat tandartsen ‘veel onterecht zouden declareren’. Achmea stelde echter hoger beroep tegen deze uitspraak in.
Vertrouwensrelatie zorgverlener-patiënt De nieuwe uitspraak van het Gerechtshof schept een momentum om meer aandacht te gaan besteden aan de maatschappelijke rol van een zorgverzekeraar. “Dit houdt in: het niet schaden en zelfs in stand houden van de noodzakelijke vertrouwensrelatie tussen zorgverleners en patiënten in het algemeen”, aldus Brugman. “In toenemende mate worden zorgverleners geconfronteerd met soortgelijke acties. Dit zou een mooi kantelmoment voor Zilveren Kruis/Achmea kunnen zijn waarmee zij door deze discussie uit eigen beweging in gang te zetten invulling kunnen geven aan die maatschappelijke rol.”

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
horizontaal toezicht

Horizontaal toezicht in de zorg: modewoord of verandering controletechnieken op lange termijn?

Horizontaal toezicht is een verzamelbegrip voor een nieuwe manier van controleren van ingediende zorgnota’s. De afgelopen tijd wordt veel geëxperimenteerd met horizontaal toezicht, resulterend in verschillende pilots die gestart zijn. Met horizontaal toezicht wordt het controleproces op een nieuwe wijze ingestoken. Hoe gaat dit in z’n werk?

Werken in de cloud, gegevensoverdracht via blockchain en het belang van big data voor uw organisatie, de media staan steeds vaker vol met ontwikkelingen waar u uw mondzorgpraktijk op moet inrichten. Een andere veelgebruikte term binnen de zorgsector, waar de meeste mondzorgprofessionals al wel van gehoord hebben, is: horizontaal toezicht.

Horizontaal toezicht
Horizontaal toezicht is een verzamelbegrip voor een nieuwe manier van controleren van ingediende zorgnota’s. De afgelopen tijd wordt veel geëxperimenteerd met horizontaal toezicht, resulterend in verschillende pilots die gestart zijn. Met horizontaal toezicht wordt het controleproces op een nieuwe wijze ingestoken. Waar voorheen veelal sprake was van een nacontrole die plaatsvond ver na indiening van de declaraties – in sommige gevallen zelfs 5 jaar nadat deze zijn ingediend – haalt het horizontaal toezicht dit proces in tijd naar voren. Dit heeft tot gevolg dat veel eerder vastgesteld kan worden of correct is gedeclareerd waardoor bijvoorbeeld de jaarrekening eerder opgesteld kan worden. Voordat deze nieuwe manier van controleren kan worden ingezet, moeten nog wel wat tussenstappen worden gezet. Afstemming tussen betrokken partijen, besef van eigen verantwoordelijkheid, professionaliteit en stroomlijnen van de bedrijfsprocessen zijn hier enkele voorbeelden van.

Verschuiving van de regie
Op dit moment is het controleproces zodanig ingericht dat de individuele zorgverzekeraar de regiefunctie op het controleproces heeft. Het is de zorgverzekeraar die bepaalt welke controles wanneer en in welke vorm worden ingestoken. Dat betekent dus dat u als zorgaanbieder lijdend voorwerp bent. U bent afhankelijk van de keuzes die de zorgverzekeraar maakt. Resultaat hiervan kan zijn dat u geconfronteerd wordt met een vordering naar aanleiding van een fout in de bedrijfsvoering uit het verleden die 5 jaar heeft doorgewerkt (sneeuwbaleffect). Daarbij komt dat alle individuele verzekeraars te pas en te onpas controles uitvoeren waardoor u bijna meer tijd kwijt bent aan het afleggen van verantwoording richting de zorgverzekeraar dan aan uw professie en passie: mondzorg verlenen.

Horizontaal toezicht verandert deze beide aspecten. Het is niet langer de individuele zorgverzekeraar die bepaalt welke controles wanneer uitgevoerd worden maar dit is een samenspel tussen de zorgverzekeraars (ZN) en de zorgaanbieders (de beroepsverenigingen in de mondzorg). Hiermee krijgt u meer regie op het controleproces.

Deze regie zit bijvoorbeeld al op het feit dat voorafgaand aan de controle gezamenlijk een toezichtkader moet worden opgesteld. Hierbij moet u denken aan het gezamenlijk opstellen van de spelregels van de controle. Wat is het controleplan? Met welk doel wordt de controle ingestoken en wanneer is er voldoende zekerheid over de ingediende declaraties? Een ander voorbeeld van verplaatsing van de regiefunctie is het feit dat u gedurende het jaar niet meer verrast wordt door de controles die zorgverzekeraars aankondigen. Als bijkomend voordeel van horizontaal toezicht is dat zorgverzekeraars de controle gezamenlijk zullen uitvoeren gebaseerd op het representatiemodel. De gedachte hierachter is dat de grootste twee verzekeraars namens de andere verzekeraars de controle uitvoeren waarbij deze de gesprekspartners en penvoerder zijn.

Doorlopend proces
Ook het risico dat in het verleden gemaakte fouten u blijven achtervolgen zal als gevolg van horizontaal toezicht aanzienlijk verminderen. Waar voorheen op incidentele basis gecontroleerd werd biedt horizontaal toezicht de mogelijkheid van een doorlopend proces waarin tijdig bijgestuurd kan worden. Een fout uit het verleden zal dus niet pas vijf jaar later geconstateerd worden met het gevolg dat verzekeraars alle declaraties over deze periode afkeuren. U kunt tijdig bijsturen indien in een jaar een inrichtingsfout wordt geconstateerd.

Voorbereiding op horizontaal toezicht
Hoewel op dit moment nog vooral wordt geëxperimenteerd met deze nieuwe vorm van controleren ziet het er naar uit dat zorgverzekeraars maar ook de NZa deze ontwikkeling stimuleren. Het is dus verstandig om vooruitlopend hierop kritisch te kijken naar de manier waarop uw bedrijfsprocessen zijn ingericht. In eerste instantie lenen vooral controles van formele aard of met een helder beschreven norm zich voor horizontaal toezicht. Dit zijn controles die veelal (grotendeels) zwart-wit zijn en waar in de praktijk weinig discussie over bestaat, denk aan: “Is – in strijd met de NZa-tariefbeschikkingen – naast prestatie X niet onterecht ook prestatie Y in rekening gebracht?” “Is voor materiaal – en techniekkosten niet méér in rekening gebracht dan de NZa-tarieflijst ‘Tandtechniek in Eigen Beheer’?”

Niet zorgverzekeraarspecifiek
Dergelijke controleregels zijn niet zorgverzekeraarspecifiek, waardoor deze voor alle declaratieregels gelden. De idee van deze controle is dat zorgaanbieders evidence based  verantwoorden dat aan de controlepunten is voldaan. Bij deze vorm van controle zullen partijen elkaar moeten vertrouwen op de uitkomsten ervan. Hierbij kunnen waarborgen binnen de organisatie of in de aanlevering van de controlebevindingen helpen. De inrichting van de governance is hierbij van groot belang. Zijn er voldoende checks and balances die de betrouwbaarheid van de controlebevindingen garanderen?

Alleen maar positief?
Als zorgaanbieder heeft u op dit moment veelal nog de keuze om mee te werken aan horizontaal toezicht. Indien u hier niet voor kiest dan wordt nu nog op het reguliere proces gecontroleerd. Zoals met elke keuze het geval is, kent deze voor- en nadelen. Horizontaal toezicht kan u als mondzorgaanbieder meer regie geven over wat gecontroleerd wordt en onder welke omstandigheden. Maar kiezen voor horizontaal toezicht betekent ook dat u zelf uw eigen fouten inzichtelijk moet maken, de consequenties daarvan moet dragen en het zelfonderzoek dat met horizontaal toezicht samenhangt een jaarlijks terugkerend proces is. Daarnaast zal deze controlemethodiek nog verder ontwikkeld moeten worden omdat er nog veel vraagstukken openstaan. Te denken valt aan de mededingingsaspecten van controles, de samenloop van horizontaal toezicht en materiële controles of doelmatigheidscontroles, de rechtmatigheid van verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens, de afrekening naar aanleiding van bevindingen met de gerepresenteerde verzekeraars etc.

Conclusie
Horizontaal toezicht is meer dan enkel een modewoord en zal naar onze verwachting het controleproces van de komende jaren verder gaan inkleuren. Hoewel op dit moment horizontaal toezicht nog veelal een keuze is, is het de vraag of u deze keuze in de toekomst zult blijven houden. U doet er daarom verstandig aan de ontwikkelingen in het kader van horizontaal toezicht de blijven volgen en uw organisatie voor te bereiden op deze nieuwe vorm van controles.

Door:
Eldermans|Geerts – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs

Kosteloos seminar: Horizontaal toezicht
Aangezien wij in de praktijk zien dat veel (mond)zorgaanbieders zich afvragen of horizontaal toezicht ook in hun specifieke situatie relevant en nuttig is, en op welke manier het horizontaal toezicht dan kan worden ingevuld, organiseren wij op 12 september a.s. een kosteloos seminar waarin wordt ingegaan op vragen als: “Wat is er voor nodig om horizontaal toezicht op een juiste manier te implementeren? Is horizontaal toezicht er ook voor ongecontracteerde zorgaanbieders? Kunnen zorgverzekeraars met horizontaal toezicht de recht – en doelmatigheid van zorg vaststellen?” Ook zullen tips & tricks en do’s en don’ts gedeeld worden.

Aan deelname zijn geen kosten verbonden, maar het aantal plaatsen is beperkt. Meer informatie en aanmelden.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Zorgverzekeringskaart wordt uitgebreid naar aanvullende verzekering

Zorgverzekeringskaart wordt uitgebreid naar aanvullende verzekering

Dit najaar zal de zorgverzekeringspas niet uitsluitend meer aangeboden worden bij de basiszorgverzekering. Zorgverzekeraars gaan deze kaart, die inzicht biedt in de verschillende dekkingen die aanvullende verzekeringen bieden, ook introduceren bij alle aanvullende zorgverzekeringspolissen.

Belangrijk
Volgens Petra van Holst, directeur van branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland (ZN), is het belangrijk dat verzekerden op de hoogte zijn van alle opties. Naar aanleiding hiervan zullen zij betere keuzes kunnen maken wat betreft een aanvullende verzekering.

Grote invloed
Holst stelt dat de persoonlijke situatie grote invloed heeft op de zorgbehoefte. Zorgverzekeraars willen daarom heldere en voor iedereen begrijpelijk informatie verspreiden.

Zorgverzekeringskaart
De zorgverzekeringskaart verschaft verzekerden voor elke polis de benodigde, heldere informatie over de voornaamste polisvoorwaarden. Alle zorgverzekeraars zullen naast gestandaardiseerde teksten ook dezelfde indeling en vormgeving gebruiken. Hierdoor ziet de kaart er overal hetzelfde uit.

Makkelijk
Naast inzicht biedt de zorgverzekeringskaart een makkelijke manier om een passende basis- en aanvullende zorgverzekering vast te stellen.

Europees format
De Nederlandse zorgverzekeraars hebben besloten de kaarten in november 2017 te lanceren. Ze maken hiervoor gebruik van een nieuw Europees format, opdat de consument de kaart kan gebruiken in het zogenaamde ‘overstapseizoen’.

Dekkingspakketten
In aanvullende zorgverzekeringspolissen offeren zorgverzekeraars uiteenlopende dekkingspakketten. Dit bovenop het basiszorgverzekering, dat voor iedereen hetzelfde is. Met de zorgverzekeringskaart kunnen mensen makkelijker een weloverwogen keuze maken, aldus ZN-directeur Van Holst.

Basisverzekering
De zorgverzekeringskaart voor de basisverzekering biedt informatie over onder andere het eigen risico, zorgadvies, zorgbemiddeling en de basisverzekering in het algemeen.

Overige informatie
De kaart bevat ook informatie over contractering, keuzevrijheid en vergoeding voor de doorgaans gebruikte zorgvormen. Hieronder vallen ziekenhuizen, huisarts, medicijnen, fysiotherapie, wijkverpleging en hulpmiddelen.

Bron:
zn.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
controle

10 geboden bij controles door zorgverzekeraars

Zorgverzekeraars zijn wettelijk verplicht te controleren of de zorg rechtmatig en doelmatig is verleend. Om dit vast te stellen voeren zorgverzekeraars formele en materiële controles uit bij zorgaanbieders. De laatste tijd valt de toename in het aantal formele en met name materiële controles bij mondzorgprofessionals op. Vandaar 10 vuistregels die elke mondzorgaanbieder bij iedere controle zou moeten volgen: de 10 geboden.

Formele controle
De formele controles door zorgverzekeraars zien vooral op de rechtmatigheid van de zorg en gaan feitelijk om simpele vragen als: “is de geleverde mondzorg wel verzekerde zorg?”, “was de verzekerde wel bij mij als zorgverzekeraar verzekerd?” en “was de mondzorgprofessional wel bevoegd om de gedeclareerde zorg te leveren?”.

Materiële controle
De materiële controle is de controle waar het feitelijk om draait. Bij materiële controles kijken verzekeraars ondermeer of de geleverde mondzorg doelmatig was. Vooral bij dit deel van de controles zullen verzekeraars ook gegevens vragen die betrekking hebben op de persoonsgegevens van de patiënten.

Verplichting tot geheimhouding vs. verplichting tot medewerking
Het zijn dit soort controles en momenten waarop de mondzorgaanbieder zich er goed bewust van moet zijn dat hij primair een verplichting heeft tot geheimhouding jegens de patiënt en slechts op basis van een wettelijke uitzondering over mag gaan tot het verstrekken van gegevens aan anderen en dan ook nog alleen voor zover dat noodzakelijk is. Omgekeerd geldt dat, als het noodzakelijk is op grond van de Regeling Zorgverzekering, de zorgaanbieder een verplichting heeft om de zorgverzekeraar medewerking te verlenen.

Inschatting of medewerking noodzakelijk is
Hier heeft de wetgever een merkwaardige situatie gecreëerd waarbij enerzijds de zorgaanbieder niet mee mag werken voor zover het opvragen van de gegevens niet noodzakelijk, is en aan de andere kant mee moet werken als dat wel het geval is en het vervolgens aan de zorgaanbieder zélf is om te beoordelen of dit het geval is. Met name dit laatste is vreemd. Want de zorgaanbieder kan natuurlijk helemaal niet goed inschatten of en in hoeverre het verstrekken van deze gegevens noodzakelijk is. Dat moet hij maar weer zien af te leiden aan de hand van de gegevens die hij los kan krijgen van de zorgverzekeraar. Het is daarom van belang dat de zorgaanbieder goed nagaat bij de zorgverzekeraar wat deze onderzoekt, wat deze daarmee wil bereiken en of het verstrekken van de gegevens daarvoor noodzakelijk is. Doet hij dat niet dan loopt hij immers het risico dat hij in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens bijzondere persoonsgegevens, te weten gegevens van zijn patiënten, verstrekt aan de verzekeraar zonder reden.

Dit kan gezien worden als een datalek en kan ook gezien worden als tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Of kort samengevat: dit kan problemen voor de zorgaanbieder opleveren.

De 10 geboden voor mondzorgaanbieders bij formele en materiële controles
Om de zorgaanbieder enigszins te helpen hebben wij 10 vuistregels opgesteld die de zorgaanbieder bij iedere controle zou moeten volgen:

  1. Indien u geen contract heeft met deze verzekeraar bent u waarschijnlijk niet verplicht en zelfs niet bevoegd om gegevens aan de verzekeraar te verstrekken. Op grond van artikel 7.3 van de Regeling Zorgverzekering mag u in deze situatie in beginsel alleen gegevens verstrekken aan de verzekerde. Indien deze situatie zich voordoet, bericht dan aan de verzekeraar dat zij bij u aan het verkeerde adres is.
  2. Het verstrekken van informatie heeft altijd consequenties. Voordat u tot het verstrekken van informatie overgaat, controleert u of u daartoe bevoegd en/of daartoe verplicht bent.
  3. Zolang u niet heeft vastgesteld dat u tot het verstrekken van informatie verplicht bent, doet u dat niet.
  4. Vraag altijd naar de grondslag voor het verstrekken van informatie. Vraag daarbij altijd of u tot het verstrekken van informatie verplicht bent en op grond van welke regel dat het geval is.
  5. Vraag altijd het controleplan en het controledoel op en bestudeer deze goed.
  6. Controleer of de opgevraagde gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het controledoel en passen binnen het controleplan. Bekijk dit voor ieder opgevraagd document/voor iedere gestelde vraag afzonderlijk.
  7. Verstrek in beginsel geen kopieën van stukken, maar bied aan om de betreffende stukken te laten inzien.
  8. Vraag bij een detailcontrole (onderzoek door de zorgverzekeraar naar bij de zorgaanbieder berustende persoonsgegevens met betrekking tot eigen verzekerden van die verzekeraar) altijd het specifieke controleplan en specifieke controledoel op. De zorgverzekeraar moet over die documenten beschikken en is verplicht ze u te verstrekken. Voor zover deze documenten er niet zijn, gaat u dus niet over tot het verstrekken van stukken.
  9. Verifieer bij een enquête of aan de verzekerde wel is bericht dat hij niet tot antwoorden verplicht is. Ga na of de vragen wel duidelijk genoeg geformuleerd zijn en voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Een basiseis bij het opstellen van een vragenlijst aan patiënten is bijvoorbeeld dat de vragen niet sturend zijn en dat de geboden (antwoord)voorbeelden niet voor meerdere uitleg vatbaar. Indien aan voornoemde en andere voorwaarden van een enquête niet is voldaan, kan de zorgverzekeraar uit de enquête geen bindende conclusies trekken.
  10. Laat u niet imponeren door dreigementen van de zorgverzekeraar. Indien de als gevolg van de tips 1 tot en met 9 door u als mondzorgprofessional gestelde vragen legitiem zijn en door u zijn onderbouwd, mag een zorgverzekeraar niet overgaan tot het opschorten van betalen, het vaststellen van een vordering of het beëindigen van een contract.

Een contractuele verplichting tot medewerking aan een controle gaat niet boven uw wettelijke verplichting tot geheimhouding op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. Indien een dispuut bestaat over de vraag of u wel of niet afdoende informatie heeft verkregen om medewerking te kunnen verlenen aan het onderzoek, stuurt u dan aan op het door de verzekeraar voorleggen van deze vraag aan de rechter. De nota van toelichting bij de Regeling Zorgverzekering gaat er vanuit dat de verzekeraar deze stap zet. Indien de verzekeraar dit weigert, kunt u overwegen zelf een procedure te starten om dit aan te kaarten.

Door:
Karik van Berloo en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Kosteloos seminar: Controle zorgverzekeraar en toezichtbezoek IGZ
Aangezien wij in de praktijk zien dat zorgaanbieders worstelen met hun rol tijdens dergelijke controles, organiseren wij op 16 juni a.s. een kosteloos seminar waarin wordt ingegaan op de rechten en plichten bij zowel een formele en materiële controle van een verzekeraar als een toezichtbezoek van IGZ. Daarnaast zal nader ingegaan worden op de bevoegdheden van IGZ. Ook zullen tips & tricks en do’s en don’ts gedeeld worden hoe u het beste kunt omgaan met een controle. Aan deelname zijn geen kosten verbonden, maar het aantal plaatsen is beperkt. Meer informatie en aanmelden.

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Digitaal

Declaraties mondzorg Wlz voortaan digitaal

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de brancheorganisaties KNMT, ANT, ONT en NVM-mondhygiënisten hebben afspraken gemaakt over declaraties voor mondzorg via de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze declaraties worden vanaf 1 juli digitaal afgehandeld.

Huidige situatie
De afspraken hebben betrekking op patiënten in een Wlz-instelling met een indicatie voor verblijf met behandeling. In de huidige situatie vinden de machtigingsaanvragen en declaraties voor mondzorg via papieren formulieren plaats. Het invullen van de formulieren en de handmatige verwerking door zorgkantoren zijn erg tijdrovend.

Nieuwe situatie
In de nieuwe situatie worden de machtigingsaanvragen en declaraties via het machtigingen- en declaratieportaal van VECOZO digitaal afgehandeld. De afspraken zijn gemaakt in het kader van het traject vermindering Administratieve Lasten Mondzorg en worden door het ministerie van VWS toegejuicht. De ruimte die ontstaat door deze maatregel kan besteed worden aan de patiënten.

Test
De nieuwe werkwijze zal in juni nog grondig getest worden, zodat er bij invoering in juli geen problemen in het betalingsproces ontstaan. Het ministerie van VWS, Zorginstituut Nederland, CAK en ZN nemen deel in een stuurgroep, die de implementatie verder zal monitoren.

Informatie
De aangesloten mondzorgbrancheorganisaties zullen alle betrokken partijen informeren over de nieuwe manier van declareren. De zorgverleners kunnen met vragen terecht bij de brancheorganisaties en bij ZN, Vektis en VECOZO.

Bron:
Zorgverzekeraars Nederland

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
geld

Ongelijkheid vergoeding materiaal- en techniekkosten tussen zorgverzekeraars

“All animals are equal, but some animals are more equal than others”. De beroemde quote van het boek Animal Farm van George Orwell. Ook in de mondzorg is ongelijkheid, meer specifiek de materiaal- en techniekkosten. Want de verschillen qua vergoeding tussen de verzekeraars zijn groot.

Bij de ene verzekeraar krijgt de verzekerde voor een bovenprothese op 6 implantaten een maximale vergoeding van €3.100,- aan techniekkosten, terwijl een andere verzekeraar maximaal €3.750,- vergoedt. Een verschil van honderden euro’s en bijna 20%. Zo zijn er legio voorbeelden, niet alleen voor kunstgebitten, maar ook voor kronen en andere materialen.

Machtigingen
In de meeste gevallen kan de verzekerde wel aanspraak maken op een hogere vergoeding, maar dan is een machtiging nodig. En daar gaat het systeem piepen en kraken. Want, zo hebben wij vernomen, verzekeraars hanteren niet alleen totaal verschillende maximumvergoedingen, verzekeraars gaan ook verschillend om met machtigingen. Bij de ene verzekeraar wordt een machtiging als daar gronden voor zijn snel verleend, maar van een andere verzekeraar bestaat de indruk dat een machtiging nagenoeg nooit wordt toegewezen. En dat betekent dat het verschil in het maximum aan kosten dat zonder machtiging wordt vergoed, in de praktijk ook een echt maximum is.

Niet verenigbaar
Is dat erg? De andere dieren in Animal Farm vroegen zich dat ook af. Als je een varken of een hond was, dan was dat niet erg. Maar voor de andere dieren lag dat anders. Ik denk dat we kunnen stellen dat dit onderscheid wel erg is en in onze optiek ook niet verenigbaar is met artikel 11 Zorgverzekeringswet (Zvw). Want uit dit artikel volgt dat iedere verzekerde op basis van de basisverzekering dezelfde aanspraak heeft. Dat is heel normaal.

Als maatschappij hebben wij afgesproken wat basiszorg is en dat iedereen hetzelfde moet krijgen. Dat is voor wat betreft de materiaal- en  techniekkosten niet het geval. En dat is vreemd.

Drempel
Maar dat kan toch worden opgelost met een machtiging? Ja en nee. Want we moeten niet vergeten dat een machtiging wel een drempel is. Als het hanteren van deze drempel in de praktijk per saldo een andere vergoeding oplevert, is er daardoor ook een verschil in aanspraak. En waarom is er überhaupt een machtiging nodig voor basiszorg? Hoe gek zouden wij het vinden als een buschauffeur aan bepaalde personen een machtiging zou vragen om voorin de bus te mogen zitten of überhaupt een zitplaats te mogen krijgen en aan andere personen niet. Als je doorvraagt kom je er achter dat de reden voor dit onderscheid afhankelijk is van de winkel waarin je je OV-chipkaart hebt gekocht (verzekeraar waar je de polis hebt afgesloten). Dat is niet goed voor te stellen.

Onderscheid verzekeraars
Toch vinden wij het normaal dat dit onderscheid wel gemaakt wordt tussen verschillende verzekeraars. Waarom accepteren wij dat voor de gebitsprothese van de ene patiënt die is verzekerd bij verzekeraar A wel een machtiging nodig is en voor de verzekerde van verzekeraar B niet? Is de verzekerde van verzekeraar B ‘more equal’ dan die van verzekeraar A?

Onnodige administratieve belasting en onlogisch
Dit onderscheid zou niet toegestaan moeten zijn. Nog los van het feit dat het onwenselijk is, niet goed werkbaar is voor zorgaanbieders en intransparant is voor verzekerden omdat zorgverzekeraars allemaal verschillende maximum techniekkosten hanteren, is het ons inziens op grond van artikel 11 Zvw ook niet toegestaan dat de facto onderscheid gemaakt wordt. Het hanteren van verschillende maximumtarieven door iedere zorgverzekeraar is bovendien ook een onnodige administratieve belasting en net zo onlogisch als het door iedere gemeente hanteren van een andere maximum snelheid binnen de bebouwde kom. Onwerkbaar en wachten op ongelukken.

Rechter

Als verzekeraars hier niet een eenduidige lijn gaan trekken en de NZa niet ingrijpt, dan is het wachten tot de rechter zich uitspreekt over deze handelwijze.

Dat zal een interessante zaak worden, waarbij de rechter als het goed is niet alleen stil zal staan bij de vraag of een machtiging in een concreet geval ten onrechte geweigerd is, maar ook of verzekeraars voor techniekkosten überhaupt een machtigingsvereiste mogen hanteren.

De markt doet zijn werk al
Gelukkig bereiken ons ook genoeg signalen over zorgverzekeraars die wel ruimhartig omgaan met machtigingsverzoeken. Maar dat laat onverlet dat wij van mening zijn dat ook in die situatie het vereisen van een machtiging toch een onwenselijke en onnodige administratieve belasting is. Daarnaast is het een uiting van wantrouwen jegens de zorgaanbieder. Dit is helemaal niet nodig. Het wettelijke systeem biedt al voldoende waarborgen. Een zorgaanbieder die zonder goede reden te dure protheses plaatst of andere techniekkosten creëert, zal daar door de verzekeraar op afgerekend worden. De markt doet zijn werk al, daar is een machtigingencircus niet voor nodig.

We moeten er wel met z’n allen op letten dat sommige verzekerden niet ‘less equal’ zijn dan anderen.

 

Door: Daniël Post en Karik van Berloo, Eldermans|Geerts – advocaten, juristen en zorgmakelaars 

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
geld

Beperkte kennis over eigen risico mondzorg kinderen

43% van de Nederlanders weet niet dat het eigen risico niet van toepassing is op tandzorg voor kinderen. Dit blijkt uit de voorlopige resultaten van het Nationaal Zorgonderzoek, dat onlangs is uitgevoerd onder 1584 respondenten door het Zorgverzekering Informatie Centrum (Z.I.C.).

Tandheelkunde onder de 18 jaar
Voor tandheelkundige zorg bij kinderen onder de 18 jaar hoeft men doorgaans geen eigen risico te betalen. Deze zorg is, met uitzondering van beugel/orthodontie en kroon- en brugwerk, volledig gedekt in de basiszorgverzekering. Uit het Nationaal Zorgonderzoek is echter gebleken dat ruim twee op de vijf Nederlanders (43%) hier niet van op de hoogte is.

Gebrek aan verzekeringskennis heeft effect op tandartsbezoek
De resultaten van het Nationaal Zorgonderzoek vertonen sterke overeenkomsten met recente rapporten over tandzorg voor kinderen. Het Zorginstituut Nederland heeft onlangs het ‘Signalement mondzorg 2016’ samengesteld, waarin wordt bevestigd dat het gebrek aan verzekeringskennis een serieus effect kan hebben op een tandartsbezoek.

Met name ouders uit een lage(re) sociaaleconomische klasse stellen een tandartscontrole (9%) of behandeling (12%) voor hun kind uit. Dit gebeurt vaak uit angst voor te verwachten kosten. Deze ouders zijn minder vaak op de hoogte van het feit dat de behandelingen volledig onder de basisverzekering vallen en gewoon worden vergoed.

Betere voorlichting noodzakelijk
De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), de beroepsvereniging van tandartsen, pleit voor betere voorlichting:  “Wij vinden het zorgelijk dat 2 op de 5 respondenten in het Nationaal Zorgonderzoek niet weet dat mondzorg voor kinderen niet onder het eigen risico valt. We vragen daarom onder andere consultatiebureaus en zorgverzekeraars daar meer bekendheid aan te geven. Zij bereiken immers die ouders en kinderen die nu niet naar de tandarts gaan. De bij de KNMT aangesloten tandartsen zullen de komende periode ook zelf hun patiënten extra over mondzorg en de zorgverzekering gaan inlichten”.

Kennis over het eigen risico
Het schort veel Nederlanders aan kennis over het eigen risico. 88% van de respondenten heeft aangegeven precies te weten wat het eigen risico inhoudt. Toch weet ruim 62% van deze groep respondenten niet bij welke vormen van zorg het eigen risico van toepassing is. Vooral bij tandzorg voor kinderen is dit percentage opmerkelijk hoog.

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Vraagteken

Matige kennis Nederlanders over basisverzekering

Als Nederlanders examen moesten doen over de verplichte zorgverzekering, zouden ze massaal zakken. Dat blijkt uit onderzoek van de vergelijkingswebsite Pricewise. Voor 18% van de Nederlanders is het onbekend dat de tandarts niet in de basisverzekering is opgenomen, 82% weet dit dus wel.

Eigen risico
De kennis over vergoedingen, het eigen risico en eigen bijdragen is niet bij iedereen aanwezig. Ruim de helft van de onderzoeksdeelnemers denkt ten onrechte dat voor tandarts- en fysiotherapiebehandelingen het eigen risico geldt.

Kennis
Uit de kennistest onder 1.031 respondenten blijkt dat een op de drie mensen nog nooit heeft gehoord van een restitutie-, natura- of budgetpolis. Ruim 40% heeft zelfs geen idee wat voor soort basispolis hij heeft.

Eigen bijdrage
Meer dan de helft van de deelnemers (57%) zegt dat je geen eigen bijdrage meer hoeft te betalen als het eigen risico is volgelopen. Bijna 37% stelt terecht dat dat niet klopt. Liefst 62% denkt dat je de eigen bijdrage kunt verhogen in ruil voor een lagere premie. Maar dat kan alleen bij het eigen risico. De eigen bijdrage geldt voor onder meer medicijnen en hulpmiddelen.

Lage score lage inkomens
De gemiddelde score van de kennistest bedraagt een 5,6. Mannen (5,7%) en vrouwen (5,6%) verschillen hierin weinig van elkaar. Twee derde behaalde een minimale 5,5 of hoger, de rest bleef onder die streep steken. Werklozen en mensen met een laag inkomen bleven gemiddeld steken op een 5,2. Het hoogste cijfer is een 8,9, dat twee keer werd behaald. Tien respondenten haalden een 1.

 

 

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen